Johannes 11. IK BEN de Opstanding en het Leven. Veenendaal/WK u jeugddienst 12 -

Transcriptie

1 Jhannes 11 IK BEN de Opstanding en het Leven Veenendaal/WK u jeugddienst 12 -

2 Welkm en mededelingen (uderling van dienst) Gez. 217: 1, 4 (= OTH 98) 4 Jezus leeft! Nu is de dd mij de tegang tt het leven. Trst en kracht in stervensnd zal de Levende mij geven, als ik stil Hem tevertruw: `Gij zijt al waar ik p buw!' Stilte ( m zachtjes te bidden f Gd bij ns wil zijn / m alleen even aan Hem te denken) Vtum en gret Ps. 81: 1, 9 NB 1 Jubelt Gd ter eer, Hij is nze sterkte! Juicht vr Isrels Heer, stem en tegenstem springen p vr Hem die ns heil bewerkte. IK BEN de Opstanding en het Leven 2

3 9 Leef uit mijn verbnd. Vraag van Mij vrijmedig. Open wijd uw mnd. Al wat u ntbreekt, al waar gij m smeekt geef Ik vervledig. We zingen Gds gebden [in beurtzang; p de wijs van Jezus zegt dat Hij hier van ns verwacht ] (allen) Ken je Gds gebd, wrden een tt tien? Gd laat z Zijn wil vr heel ns leven zien! Al die wrden zijn er, k vr ju en mij. Leven zals Gd wil, dat maakt je vrij! (mannen) Een, dat is de Heer, niemand is als Gd. In zijn Vaderhand ligt heel ns levenslt. Twee: maak dan geen beelden, Hij is altijd meer. Dien geen and re gden, dan Gd de Heer. (kinderen) Drie, dat is de naam van de hge Gd. Hij vraagt k aan ju, dat jij niet met Hem spt. Vier, dat is de rustdag, dag van nze Heer. Elke dag een feestdag, vandaag k weer. (vruwen) Vijfde wrd van Gd: blijf je uders truw. Denk aan wat ze deden in hun zrg vr ju. Zes: je met niet haten, dat brengt veel verdriet. Schelden, slaan en schppen, dat helpt je niet. (kinderen) Zeven is Gds wrd, ja prbeer het maar: dwars dr dik en dun tch truw zijn aan elkaar. Acht: je mag niet stelen, wat van and ren is. Als je tch iets meepikt, dan gaat het mis. (allen) Negen: spreek geen kwaad en maak niemand zwart. zeg alleen de waarheid, hud een zuiver hart. IK BEN de Opstanding en het Leven 3

4 Gebed Tien: wees niet jalers p wat een ander heeft. Je wrdt zielsgelukkig als jij z leeft! Schriftlezing 1: Jh. 11: (dr: Jsephine Mackaay) 20 Ten Marta hrde dat Jezus nderweg was ging ze hem tegemet, terwijl Maria thuisbleef. 21 Marta zei tegen Jezus: Als u hier was geweest, Heer, zu mijn brer niet gestrven zijn. 22 Maar zelfs nu weet ik dat Gd u alles zal geven wat u vraagt. 23 Jezus zei: Je brer zal uit de dd pstaan. 24 Ja, zei Marta, ik weet dat hij bij de pstanding p de laatste dag zal pstaan. 25 Maar Jezus zei: Ik ben de pstanding en het leven. Wie in mij gelft zal leven, k wanneer hij sterft, 26 en ieder die leeft en in mij gelft zal nit sterven. Gelf je dat? 27 Ja Heer, zei ze, ik gelf dat u de messias bent, de Zn van Gd die naar de wereld zu kmen. (E&R) Wat een vriend Wat een vriend, wat een vriend Want Hij dreg de straf Die ik had verdiend Hij nam van mij af Alle schuld Hij maakte mij vrij Wat een held, wat een held Want Hij dreg het kruis Dat ns nu vertelt Je bent welkm thuis Bij de Heer Hij maakte mij blij Wat een Gd, wat een Gd Die z aan ns dacht Hij heeft dwars dr de dd Het leven gebracht En ik weet Er is niemand als Hij (niemand als Hij) Hij maakte mij vrij (niemand als Hij) Hij maakte mij blij (niemand als Hij) IK BEN de Opstanding en het Leven 4

5 Schriftlezing 2: Jh. 11: (dr: Raphaël van Viegen) 38 Ok dit ergerde Jezus. Hij liep naar het graf, een spelnk met een steen vr de pening. 39 Hij zei: Haal de steen weg. Marta, de zuster van de dde, zei: Maar Heer, de stank! Hij ligt er al vier dagen! 40 Jezus zei tegen haar: Ik heb je tch gezegd dat je Gds grtheid zult zien als je gelft? 41 Ten haalden ze de steen weg. Daarp keek hij mhg en zei: Vader, ik dank u dat u mij hebt verhrd. 42 U verhrt mij altijd, dat weet ik, maar ik zeg dit ter wille van al die mensen hier, pdat ze zullen gelven dat u mij geznden hebt. 43 Daarna riep hij: Lazarus, km naar buiten! 44 De dde kwam tevrschijn, zijn handen en veten in linnen gewikkeld, en zijn gezicht bedekt dr een dek. Jezus zei tegen de mstanders: Maak de deken ls, en laat hem gaan. 45 Veel Jden die naar Maria te gekmen waren en gezien hadden wat Jezus deed, kwamen tt gelf in hem. 46 Maar enkelen gingen naar de farizeeën m hun te vertellen wat Jezus gedaan had. OTH 414 Hij is machtig (Refrein) Hij is machtig, Hij is krachtig, Hij is prachtig en waarachtig, Hij is machtig Jezus de Heer. Hij is machtig, Hij is krachtig, Hij is prachtig en waarachtig, Hij is machtig Jezus de Heer. Alle macht, alle macht in de hemel, in de hemel en p aarde, en p aarde is Hem gegeven, is Hem gegeven (Refrein) En geen ding, en geen ding is nmgelijk, is nmgelijk vr degene, vr degene die Hem gelft, die Hem gelft. (Refrein) IK BEN de Opstanding en het Leven 5

6 Verkndiging: IK BEN de Opstanding en het Leven Themalied Bijbelklas Jezus, pstanding en leven [wijs: Jezus is de gede Herder, OTH 431) Jezus, pstanding en leven, rept zijn vriend weer uit zijn graf. Jezus, pstanding en leven, neemt de dd zijn macht eens af. In een wereld vl van vragen, in ns leven met sms pijn, heeft Hij alle schuld gedragen, wil Hij Levenskning zijn. Jezus, pstanding en leven, rept zijn vriend weer uit zijn graf. Jezus, pstanding en leven, neemt de dd zijn macht eens af. (E&R) Je krijgt geen spijt (refrein, 2x) Je krijgt geen spijt als je Ja! zegt tegen Jezus Je krijgt geen spijt als je Hem je leven geeft Je krijgt geen spijt als je Ja! zegt tegen Jezus Hij die zichzelf k aan ns gegeven heeft. Hij vergeeft je znden Hij kent al je pijn Hij verzrgt je wnden Al ben je grt f klein Hij geeft je het leven Dat geen einde kent en Hij geeft Zijn zegen Als je bij Hem bent. Je krijgt geen spijt als je Ja! zegt tegen Jezus Je krijgt geen spijt als je Hem je leven geeft Je krijgt geen spijt als je Ja! zegt tegen Jezus Hij die zichzelf k aan ns gegeven heeft. Dankgebed + vrbede IK BEN de Opstanding en het Leven 6

7 Inzameling van de gaven (mede dr: Evi en Rb van Kten, Lise en David Jagtenberg) - Kerkbeheer: jeugdwerk - Diacnie: gehandicapten, zieken, zrg - Kerkbeheer: maandelijkse extra cllecte - Zendingsbussen Gez. 275: 1, 2, 3 1 Er was een kind, dat zwaar en diep vr iedereen verlren sliep, men zei: de Heer is haar vergeten. Maar ten Hij kwam, heeft Hij geweten, waar Hij haar leven zeken zu. Al blijft Hij ver, Hij is ns truw. 2 Er was een man in 't graf gelegd, drie dagen lang, heeft men gezegd, drie dagen ver van zijn beminden; he zudt Ge, Heer, zijn spr ng vinden? Maar 't was, alsf Hij hem ntbd. Die 't leven is, kent nze dd. 3 O Here Jezus, zie de mens: IK BEN de Opstanding en het Leven 7

8 wij leven naar de laatste grens, en er wrdt niets van U vernmen. Gij kent uw tijd, Gij zult wel kmen, maar wij zijn bang en repen zeer: Km haastig, km haastig, Heer! Zegen [ die we beamen met:] Gez. 456: 3 3 Amen, amen, amen! Dat wij niet beschamen Jezus Christus nze Heer, amen, Gd, uw naam ter eer! IK BEN de Opstanding en het Leven 8

9 IK BEN de Opstanding en het Leven (preek) - 1