3. Montage en aansluiting. 1. Fundamentele veiligheidsinstructies. 2. Bedoeld gebruik. Dimmer monteren. Dimmer aansluiten. Afvoer.

Transcriptie

1 Montage en aansluiting Universele dimmer Dimmer monteren DIMX 542 lus DIMX 544 lus Fundamentele veiligheidsinstructies WRSCHUWIG evensgevaar door elektrische schokken of brand! ¾Montage uitsluitend door een elektromonteur laten uitvoeren! Ovallende zaken bij het dimgedrag of zendstoringen zijn bij gedimde lamen (vooral ED s) vanwege de constante technische vooruitgang niet uitgesloten aar de installatie in normaal in de handel verkrijgbare inbouwdozen (volgens DI ) 2. Bedoeld gebruik De dimmer schakelt en dimt de lichtsterkte van diverse lamen zoals gloeilamen, HV- en V-halogeenlamen (conventioneel of met elektronische transformator), dimbare comacte tl-lamen (energiesaarlamen) of dimbare ED-lamen voor 230 V en ventilatoren fvoer De lichtsterkte wordt met o dimmer aangesloten toets ingesteld De rogrammering vindt laats met de draaischakelaar van de dimmer of via FC en de Theben-a Voor gebruik in de articuliere en oenbare woningbouw, in gesloten ruimtes Geschikt voor aansluiting achteraf WRSCHUWIG evensgevaar door elektrische schokken of brand! ¾Montage uitsluitend door een elektromonteur laten uitvoeren! ¾Sanning vrijschakelen ¾Tegen onieuw inschakelen beveiligen ¾Controleren of het aaraat sanningsloos is ¾arden en kortsluiten ¾abijgelegen, onder sanning staande delen afdekken of afschermen Bij montage achter een lichtschakelaar is geen FC-ontvangst mogelijk. De rogrammering via FC (alleen bij DIMX 544 lus) kan ook zonder netsanning laatsvinden. DIMX 544 lus ca. 3 cm Smarthone ¾Dimmer met de voorkant naar voren in een inbouwdoos monteren Dimmer aansluiten ¾Voer het aaraat o milieuvriendelijke wijze af 1

2 ¾Elektronische en conventionele transformatoren altijd bij de door de fabrikant aangegeven minimumlast gebruiken. ¾lleen dimbare comacte tl-lamen/ed-lamen gebruiken, normale saarlamen/ed-lamen kunnen onherstelbaar worden beschadigd. ¾Bij vervanging van de lam de voedingssanning (o de zekeringkast) uitschakelen, zodat de automatische lastherkenning weer actief wordt. ¾astaansluitingen ( ) van dimmers niet arallel schakelen. ¾Dimmer niet overbruigen of kortsluiten. ¾Vóór de dimmer geen scheidings- of regeltransformator ¾Geen combinatie van gewikkelde en elektronische trafo s ¾Geen combinatie van trafo s en comacte tl-lamen/ed s ¾Geen toets met glimlam aansluiten. ¾De correcte automatische belastingherkenning is alleen bij aangesloten belasting mogelijk. ¾lleen transformatoren gebruiken die door de fabrikant voor dimmen zijn goedgekeurd. 4. Beschrijving van de functies De dimmer heeft een draaischakelaar met 7 functies, om de bedrijfsmodi in te stellen: Functies voor dimbare comacte tl-lamen (CF) (ES) Stand 5: ES 1 met automatische lastherkenning (meestal faseafsnijding), Start altijd met 100 %, zodat de CF worden ontstoken Omlaagdimmen as na 3 s mogelijk Stand 6: Prog Stand 7: ES 2 Functie voor comacte tl-lamen die in stand 5 (ES 1) slecht kunnen worden gedimd; geen automatische lastherkenning (altijd met faseaansnijding) Start altijd met min. 50 %, zodat de CF worden ontstoken Omlaagdimmen as na 1 s mogelijk Bij enkele saarlamen kan een storend flikkeren bij dimmen in stand 5 (ES 1) ontstaan. ¾Stand 7 (ES 2) gebruiken Enkele comacte tl-lamen kunnen in stand 7 (ES 2) een overbelasting veroorzaken, wat automatisch leidt tot omlaagdimmen van de last. ¾Stand 5 (ES 1) kiezen, om dit te vermijden 5. Instelling van de functies Functies voor standaardlamen (bijv. gloeilamen, halogeenlamen, trafo s, ED s) Stand 1: uto 1 (defaultwaarde) met comfortfunctie, met automatische lastherkenning voor de gebruikelijke lamtyes Stand 2: Prog 2 Stand 3: ED 2 Functie voor ED s die in stand 1 (uto) slecht kunnen worden gedimd; geen automatische lastherkenning (altijd met faseaansnijding) Enkele ED-lamen kunnen in stand 3 (ED 2) een overbelasting veroorzaken, wat automatisch leidt tot omlaagdimmen van de last. ¾Stand 1 (uto) kiezen om dit te vermijden Stand 4: Perm O (testfunctie) met automatische lastherkenning, dimmer is continu aan 1. Wekfunctie (comfortfunctie) actief in stand 1, 3, 5, 7 De dimmer dimt vanaf de minimumlichtsterkte tot aan de ingeleerde inschakellichtsterkte binnen de ingestelde dimtijd (voorinstelling 5 min; activering door dubbelklikken). 2. Sluimerfunctie (comfortfunctie) actief in stand 1, 3, 5, 7 De dimmer dimt vanaf de huidige dimwaarde naar de minimumlichtsterkte binnen de ingestelde dimtijd en wordt uitgeschakeld (voorinstelling 5 min, activering met dubbelklikken). 3. Diminschakelfunctie geldt voor stand 1, 3 De dimmer schakelt met minimumlichtsterkte in en dimt totdat men de toets loslaat of de max. lichtsterkte is bereikt (activering door lang van de toets). 4. Inschakellichtsterkte geldt voor stand 1, 3, 5, 7 Inschakellichtsterkte instelbaar (vooraf ingesteld o 100 %) Inschakellichtsterkte inleren ¾Gewenste inschakellichtsterkte met toets o ingang in stand 1 (of 3, 5, 7 ) instellen. ¾Toets net zolang (> 10 s) totdat het inleren door verandering van lichtsterkte wordt bevestigd. Daarna wordt naar de oslagen inschakelichtsterkte overgeschakeld. 2

3 5. Minimumlichtsterkte geldt voor stand 2, 6 De vooraf ingestelde minimumlichtsterkte is zo ingesteld dat de meeste lamen nog branden. ¾Draaischakelaar o 2 zetten (bij comacte tl-lamen o 6). De dimmer gaat naar de huidige minimumlichtsterkte. ¾Toets o ingang en omhoog- of omlaagdimmen totdat de gewenste minimumlichtsterkte is bereikt. ¾Toets loslaten; de lichtsterkte wordt overgenomen. ¾Draaischakelaar weer o de gewenste functie zetten. Reden: ls de waarde daalt tot onder een beaalde lichtsterkte, gaan de beaalde comacte tl-lamen/ed s uit en worden niet meer ontstoken. ¾Instellingen alleen bij warme comacte tl-lam uitvoeren (bijvoorbeeld ca. 5 min inschakelen). 6. Bediening icht is UIT (met toets: ingang ) Toets 1x kort Toets 2x kort < 1 s Inschakellichtsterkte De dimmer start met de ingeleerde inschakellichtsterkte (af fabriek 100 %) > 1 s Diminschakelfunctie De dimmer schakelt met minimumlichtsterkte in en dimt totdat men de toets loslaat of de max. lichtsterkte is bereikt. Wekfunctie De dimmer wordt met minimumlichtsterkte ingeschakeld, dan met de ingestelde dimtijd omhooggedimd tot aan de ingeleerde inschakellichtsterkte. lichtscènes ansluiting met diodemodule S = lichtscène S1 S2 Met extra toetsen o ingang kunnen 2 lichtscènes worden ogeroeen. Daarvoor heeft men de otioneel verkrijgbare diodemodule nodig ( ). ichtscène activeren ¾Toets S1, S2 kort. Er wordt overgeschakeld naar de vooraf ingestelde waarde. ichtscène inleren bij de functies 1, 3, 5, 7 ¾ichtsterkte met toets (zonder diodemodule) instellen. ¾Toets S1, S2 langer dan 10 s ; de waarde wordt als lichtscène ogeslagen (bevestiging door verandering van lichtsterkte). Daarna wordt naar de ogeslagen inschakellichtsterkte overgeschakeld. 7. Instellingen via de Theben a icht is (met toets: ingang ) Toets 1x kort Toets 2x kort < 1 s uitschakelen > 1 s Dimmer dimt omhoog res. omlaag. Het dimmen stot bij de minimum- res. maximumwaarde. Bij onieuw van de toetes wordt de dimrichting gewijzigd. > 10 s Dimmer dimt tot de minimum res. maximumwaarde. ls de toetes > 10 s wordt ingedrukt, wordt de vorige dimwaarde (startwaarde) als inschakellichtsterkte ogeslagen (bevestiging door verandering van lichtsterkte). Daarna wordt naar de ogeslagen inschakellichtsterkte overgeschakeld. Sluimerfunctie De dimmer dimt binnen de ingestelde dimtijd naar de minimumlichtsterkte en wordt uitgeschakeld. U kunt alleen een voor FC geschikte smarthone met ndroid-besturingssysteem gebruiken. De a dient voor de rogrammering en instelling van de functies (alleen bij DIMX 544 lus). Met de a worden de functies die met de draaischakelaar werden ingesteld, overschreven. De voorkant van de dimmer moet naar voren wijzen zodat de FC-ontvangst is gegarandeerd (reikwijdte slechts enkele centimers) ¾ Theben DIMX in de Google Play Store downloaden en ¾De smarthone max. 3 cm van de dimmer houden (de a wordt geoend). ¾U kunt de functies bedrijfsmodus, lichtsterkte, lichtscènes, traverlichtingsfunctie, comfortfunctie, dimcurve instellen. Deze worden met een akoestisch signaal bevestigd. De ingestelde waarden worden met de toets naar de dimmer gezonden. 3

4 Menu Bedrijfsmodus U kunt in het menu Bedrijfsmodus de huidige bedrijfsmodus uitlezen, wijzigen of oslaan. De volgende bedrijfsmodi verschijnen o de dislay: uto (identiek aan draaischakelaarstand 1) ED 2 (identiek aan stand 3) Perm O (identiek aan stand 4) (testfunctie) ES 1 (identiek aan stand 5) ES 2 (identiek aan stand 7) 2-toetsfunctie (alleen via a instelbaar) Traverlichtingstijdschakelaar (alleen via a instelbaar) 2-toetsfunctie instellen De 2-toetsfunctie kan alleen via de Theben-a worden geactiveerd; 2-toetsfunctie via diodemodule ( ) met dubbele toets of tuimeltoets Ingang = toetsingang met inschakellichtsterkte (met toets > 10 s) met diminschakelfunctie EI US Menu Traverlichtingsfunctie De traverlichtingsfunctie kan alleen via de Theben-a worden geactiveerd. U kunt de traverlichtingstijd, het omlaagdimniveau voor de uitschakelvoorwaarschuwing en de reactie bij onieuw van de toets kiezen. Helligkeit Helderheid 1 s 60 min 10 s Menu Comfortfuncties 30 s Tijd Zeit De comfortfuncties (sluimer- en wekfunctie) kunnen onafhankelijk van elkaar met de Theben-a worden geconfigureerd Voor elke comfortfunctie kan de tijd individueel worden ingesteld. De comfortfunctie kan niet worden gecombineerd met de traverlichtingsfunctie en met de 2-toetsfunctie. Toets : Toets UIT: inschakelen/omhoogdimmen uitschakelen/omlaagdimmen Menu lternatieve Dimcurve Het gebruik van een alternatieve dimcurve kan via de Thebena worden ingesteld. Menu ichtsterkte U kunt in dit menu de minimulichtsterkte, de max. dimwaarde en de inschakellichtsterkte instellen. De dimmer gebruikt de ogeslagen waarden. Deze waarden gelden voor alle lasttyen. ¾O gewenste waarde klikken en nieuwe waarden kiezen Menu ichtscènes De lichtscènes kunnen via de Theben-a in het menu ichtscènes worden ingesteld of via de toetsingang. De dimmer gebruikt de ogeslagen waarden voor de lichtscènes (defaultwaarde lichtscène 1: 35 %, lichtscène 2: 65 %). ichtscènes inleren via toets zie ansluiting met diodemodule 4

5 8. Technische secificaties FaseFsnijding Potstand 1, 5 3, 7 Bedrijfssanning 230 V +10 % / 15 % Frequentie Standby-vermogen asttyen Minimumlast Gloei-/ halogeenlambelasting Dimbare comacte tllamen (CF) Dimbare ED's Trafo's elektronisch (C) Trafo's inductief () 50 Hz 0,25 W R//C 5 W 200 W (t/m 25 C) 180 W (t/m 45 C) Fasesnijding 20 W (t/m 25 C) 20 W (t/m 45 C) 24 W (t/m 25 C) 12 W (t/m 45 C) 200 W (t/m 25 C) 130 W (t/m 45 C) Ventilator 50 W (alleen DIMX 544 lus) engte van de kabel max. 50 m Kabeldiameter max. 4 mm 2 Vervuilingsgraad 2 Toegestane omgevingstemeratuur: Beschermingsklasse Beschermingsgraad Radiostandaard Zendfrequentie Reikwijdte 25 C +45 C II bij situatie afhankelijke montage IP 20 volgens E bij voorgeschreven montage FC (DIMX 544 lus) 13,56 MHz (DIMX 544 lus) 3 cm (DIMX 544 lus) 9. Contact Theben G Hohenbergstr Haigerloch DUITSD Tel Fax Hotline Tel hotline@theben.de dressen, telefoonnummers etc. 5