Stralingsbescherming. Datum 18 april 2019 Betreft Wijziging Kernenergiewet vergunning. Besluit door: Besluit:

Transcriptie

1 Koningskade 4 Den Haag Postbus BA Den Haag Datum 18 april 2019 Betreft Wijziging Kernenergiewet vergunning Besluit: VERLENGING VAN DE GELDIGHEIDSDUUR EN WIJZIGING VAN DE TENAAMSTELLING VAN DE KERNENERGIEWETVERGUNNING VERLEEND AAN DAMEN VEROLME ROTTERDAM B.V. VOOR HET VERRICHTEN VAN HANDELINGEN MET RADIOACTIEVE STOFFEN Besluit door: DE AUTORITEIT NUCLEAIRE VEILIGHEID EN STRALINGSBESCHERMING Pagina 1 van 6

2 ANVS-PP Het besiut 1.1. Verlenging termijn van de tijdelijke vergunning In de aan Keppel Verolme B.V., gevestigd te Rotterdam, verleende tijdelijke vergunning voor het verrichten van handelingen met radioactieve stoffen met referentie 2016/ , wordt de einddatum van de geldigheidsduur van de vergunning, zijnde 2 juni 2019, vervangen door 2 juni Dit betekent dat de vergunning met kenmerk 2016/ geldig is tot en met 2 juni Wijziging van de tenaamstelling In de aan Keppel Verolme B.V., gevestigd te Rotterdam, verleende tijdelijke vergunning voor het verrichten van handelingen met radioactieve stoffen met referentie 2016/ , wordt de tenaamstelling gewijzigd van Keppel Verolme B.V. naar Damen Verolme Rotterdam B.V. 1.3 Openbaarmaking en publicatie Deze beschikking wordt gepubliceerd op de internetsite Van het verlenen van deze beschikking wordt tevens mededeling gedaan in de Staatscourant. 1.4 Het in werking treden van de vergunning Deze beschikking treedt in werking overeenkomstig het bepaalde in artikel 20.3 van de Wet milieubeheer, met ingang van de dag na de dag waarop de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift afloopt. Indien gedurende deze termijn bij de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt dit besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist. Pagina 2 van 6

3 2 De aanvraag en de beoordeling 2.1 De aanvraag De aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur en wijziging van de tenaamstelling van de vergunning, door mij ingeboekt onder nummer ANVS-PP 2019/ , heb ik op 5 april 2019 ontvangen. Wijziging van de tenaamstelling De aanvrager verzoekt om wijziging van de tenaamstelling van de vergunning met kenmerk 2016/ , van Keppel Verolme B.V. naar Damen Verolme Rotterdam B. V. De reden hiervoor is dat op 30 juni 2017 de naam van de vergunninghouder is gewijzigd van Keppel Verolme B.V. naar Damen Verolme Rotterdam BV. Aanvrager heeft een afschrift uit het handelsregister van de wijziging aan de aanvraag toegevoegd. Wijziging van de geldigheidsduur De aanvrager verzoekt om verlenging van de geldigheidsduur van de vergunning met kenmerk 20 16/ voor de periode van twee jaar. De aanvraag om wijziging van de geldigheidsduur heb ik aangemerkt als een verzoek om de beperkingen waaronder de vergunning is verleend (tijdsbeperking), te wijzigen. In de aanvraag heeft de aanvrager de reden voor het verlengen van de duur van de vergunning als volgt omschreven: Damen Verolme Rotterdam stelt momenteel aanbiedingen op voor twee olie- en gasinstallaties die in de komende 2 jaar van hun productie locatie worden gehaald voor een Lifetime Extension & Upgrade programma. Deze projecten zijn van groot belang voor de resultaten en werkgelegenheid van onze werf. Gedurende de afgelopen twee jaar is door Damen Verolme aangeboden op dergelijke projecten maar die hebben niet geleid tot een fase waarin plannen ter goedkeuring konden worden voorgelegd. 2.2 Gevolgde procedure Bij de voorbereiding van de beschikking op aanvraag is toepassing gegeven aan de procedure van titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en is geen toepassing gegeven aan de uitgebreide uniforme voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 van de Awb). De reden hiervoor is dat er al eerder een overeenkomstige vergunning ten aanzien van deze locatie is verleend (2016/ , d.d. 14 april 2017) en ik van oordeel ben dat de verlenging van de duur van de vergunning niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens deze vergunning is toegestaan. Uit het gestelde in de artikelen 29a van de Kernenergiewet in samenhang gelezen met artikel 17, tweede en derde lid, van de Kernenergiewet volgt dat in dit geval afdeling 3.4 van de Awb niet van toepassing is op de voorbereiding van de beschikking. Pagina 3 van 6

4 2 De aanvraag en de beoordeling 2.1 De aanvraag De aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur en wijziging van de tenaamstelling van de vergunning, door mij ingeboekt onder nummer ANVS-PP 2019/ , heb ik op 5 april 2019 ontvangen. Wijziging van de tenaamstelling De aanvrager verzoekt om wijziging van de tenaamstelling van de vergunning met kenmerk 2016/ , van Keppel Verolme BV. naar Damen Verolme Rotterdam BV. De reden hiervoor is dat op 30 juni 2017 de naam van de vergunninghouder is gewijzigd van Keppel Verolme B.V. naar Damen Verolme Rotterdam B.V. Aanvrager heeft een afschrift uit het handelsregister van de wijziging aan de aanvraag toegevoegd. Wijziging van de geldigheidsduur De aanvrager verzoekt om verlenging van de geldigheidsduur van de vergunning met kenmerk 2016/ voor de periode van twee jaar. De aanvraag om wijziging van de geldigheidsduur heb ik aangemerkt als een verzoek om de beperkingen waaronder de vergunning is verleend (tijdsbeperking), te wijzigen. In de aanvraag heeft de aanvrager de reden voor het verlengen van de duur van de vergunning als volgt omschreven: Damen Verolme Rotterdam stelt momenteel aanbiedingen op voor twee olie- en gasinstallaties die in de komende 2 jaar van hun productie locatie worden gehaald voor een Lifetime Extension & Upgrade programma. Deze projecten zijn van groot belang voor de resultaten en werkgelegenheid van onze werf. Gedurende de afgelopen twee jaar is door Damen Verolme aangeboden op dergelijke projecten maar die hebben niet geleid tot een fase waarin plannen ter goedkeuring konden worden voorgelegd. 2.2 Gevolgde procedure Bij de voorbereiding van de beschikking op aanvraag is toepassing gegeven aan de procedure van titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en is geen toepassing gegeven aan de uitgebreide uniforme voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 van de Awb). De reden hiervoor is dat er al eerder een overeenkomstige vergunning ten aanzien van deze locatie is verleend (2016/ , d.d. 14 april 2017) en ik van oordeel ben dat de verlenging van de duur van de vergunning niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens deze vergunning is toegestaan. Uit het gestelde in de artikelen 29a van de Kernenergiewet in samenhang gelezen met artikel 17, tweede en derde lid, van de Kernenergiewet volgt dat in dit geval afdeling 3.4 van de Awb niet van toepassing is op de voorbereiding van de beschikking. Pagina 3 van 6

5 2.3 Overwegingen Verlenging van de geldigheidsduur Naar aanleiding van het verzoek tot verlenging van de geldigheidsduur van de vergunning, heb ik het volgende overwogen. Het verzoek tot verlenging van de geldigheidsduur van de vergunning merk ik aan als een verzoek tot wijziging van de beperkingen waaronder de vergunning is verleend. Als toetsingskader gelden dezelfde toetscriteria als bij het opleggen van een dergelijke beperking. In beginsel worden vergunningen op grond van artikel 29 van de Kernenergiewet en de artikelen 3.5 en 3.8 van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming voor onbepaalde tijd verleend. Met het oog op de bescherming tegen nadelige gevolgen voor mensen, dieren of planten of goederen kan worden bepaald dat de vergunning onder beperkingen wordt verleend (artikel 31, derde lid, en 34, vierde lid, van de Kernenergiewet). Ik heb bij vergunning 2016/ besloten tot het opleggen van een (tijds)beperking. De reden hiervoor is als volgt omschreven in de vergunning. De aanvraag betreft activiteiten die radioactief afval opleveren, van installaties die deels uit het buitenland komen. Volgens het huidige beleid moet het radioactieve afval dat in Nederland ontstaat overgedragen worden aan een daarvoor aangewezen instelling voor ontvangst van radioactieve afvalstoffen of aan een erkende ophaaldienst voor radioactieve afvalstoffen (Bs art. 37, lid 6 en 7) voor verder beheer. Consequentie is dat een deel van het radioactief afval dat in Nederland wordt beheerd en opgeslagen afkomstig is uit het buitenland. Dit is een reeds bestaande praktijk. Er is voor mij op dit moment geen reden om af te wijken van de huidige beleidslijn, waarbij radioactief afval dat ontstaat na bijvoorbeeld recycling en schoonmaak van met radioactieve stoffen gecontamineerde materialen uit het buitenland in Nederland wordt beheerd. Zoals beschreven in het nationale programma voor het beheer van radioactief afval en verbruikte splijtstoffen (te vinden op www. autoriteitnvs. nl/onderwerpen/nationale-programma-radioactief afval/nieuws/201 6/06/24/nationale-progamma -radioactief-afval- vastgesteld) ben ik voornemens om de mogelijkheid tot het stellen van regels voor import, export, opslag en eindberging te verkennen. Deze verkenning kan leiden tot aanpassing van de hierboven beschreven beleidsljn. De bedoelde verkenning is op dit moment nog niet afgerond. Om die reden wordt de beleidslijn gehandhaafd dat ontmantelingsactiviteiten aan uit het buitenland afkomstige olie- en gasinstallaties slechts tijdelijk worden vergund. Gelet op de af te wegen belangen kan ik instemmen met de verlenging van de termijn met twee jaar. De reden hiervoor is dat de vergunninghouder voornemens is de activiteiten voort te zetten. Pagina 4 van 6

6 WijzipinQ van de tenaamstelling Naar aanleiding van het verzoek om wijziging van de tenaamstelling heb ik het volgende overwogen. Uit gegevens van het Handelsregister blijkt dat uitsluitend sprake is van een naamswijziging. De voorgestelde wijziging geeft geen aanleiding tot het opnemen van extra of gewijzigde voorschriften in de vergunning. 2.4 Conclusie Op grond van bovenstaande heb ik besloten tot verlenging van de geldigheidsduur van de tijdelijke vergunning voor de duur van twee jaar. Dit betekent dat de vergunning met kenmerk 2016/ geldig is tot en met 2 juni Tevens wordt de tenaamstelling van de vergunning gewijzigd. Pagina 5 van 6

7 3 Ondertekening DE AUTORITEIT NUCLEAIRE VEILIGHEID EN STRALINGSBESCHERMING, namens deze, ir. M.J. Korse Noordhoek MTD, afdelingshoofd Belanghebbenden kunnen binnen 6 weken na de dag van verzending van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de, o.v.v. bezwaar, Postbus 16001, 2500 BA, Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef van dit besluit genoemde datum. Het bezwaarschrift moet van een handtekening, datum, naam en adres van de indiener zijn voorzien. De indiener dient duidelijk aan te geven waarom hij tegen dit besluit bezwaar aantekent. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dag waarop de termijn afloopt voor het indienen van een bezwaarschrift. Indien gedurende die termijn bij de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt dit besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist. Voorlopige voorziening Indien een bezwaarschrift is ingediend, kunnen belanghebbenden aan de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500EA te s-graven hage verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen, indien - gelet op de betrokken belangen - onverwijlde spoed dit vereist. Bij het verzoek dient een afschrift van het bezwaarschrift te worden overgelegd. Als burger kunt u uw verzoek tot voorlopige voorziening ook via het digitale loket van de Raad van State indienen ( Hiervoor dient u te beschikken over DigiD. Voor de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. Inlichtingen over de procedure en de hoogte van het griffierecht kunnen worden verkregen bij de Raad van State, telefoon Voor nadere informatie over dit besluit kunt u terecht bij het Informatiepunt Kernenergiewetvergunningen, telefoon , op werkdagen van uur en van uur. Ook is het mogelijk om uw vraag te stellen via onder vermelding van het kenmerk van dit besluit. Pagina 6 van 6