Lezen en tekst: Filippenzen 3:7-14 Bijzonderheid: themadienst over Identiteit blok 2 (verdieping) preek 4 : Loop verder

Transcriptie

1 Lezen en tekst: Filippenzen 3:7-14 Bijzonderheid: themadienst over Identiteit blok 2 (verdieping) preek 4 : Loop verder Gemeente van onze Heer, Identiteit Mijn broeder en mijn zuster, zo begon ik dit blok: Identiteit, daarvan wordt wel gedacht dat het jouw uiterlijke kenmerken zijn. Je laat je ID zien. Of je paspoort. En dan weten mensen dat jij het bent. Maar identiteit zit in werkelijkheid veel dieper. Het is dat wat jou maakt tot wie je bent. Je kern. Je ziel. En wat voor christenen geldt is dit: jouw identiteit wordt bepaald door jouw relatie met God. Of beter nog: Gods relatie met jou. Dat is wat we hier geloven. Dat God de eerste is. Dat hij je al voor je geboorte opzoekt. Vergevingsgezind vol genade naar je toekomt. Jouw identiteit is allereerst dat je kind van God bent. Hij redt je. Hij kent je. Hij roept je en hij hoort je. Dat was het eerste blok van dit thema. In de kern van je bestaan is dat wat bepaalt wie jij bent. Jouw ziel is verbonden met Gods hart. Wezenskenmerkend is dat voor jou. Als je van daar uit leeft. Dan heeft dat grote gevolgen. Een volgend blok zullen we nadenken over de stijl van het koninkrijk (najaar 2014 DV). Dan zal het gaan over de uiterlijke kenmerken van jouw identiteit. En daarna zullen we het ook nog hebben over elkaar vertrouwen en leiding geven. Maar dat komt later. 1 Dit blok ging over verdieping. Als God zo naar jou toekomt. En heel jouw leven stempelt. Dan wil je graag meer van hem weten. Dan wil je dieper in je eigen identiteit duiken. Verdieping Dit blok hebben we nagedacht over verdieping van je identiteit. Daarvoor zijn verschillende dingen nodig. Dat de verhalen van God verteld worden. Vertel het verder. Het verhaal van God met jou persoonlijk. Dat moet verteld. Daarvan moet getuigd. Je geeft het goede nieuws over jouw identiteit door. Door jouw verhaal te delen. Om je verbinding met God te verdiepen. Of beter nog: Gods verbinding met jou meer te zien. Daarvoor moet je ook de bijbel lezen. Daarom was het tweede: lees verder. In die dienst hebben we gezien dat de Bijbel om Jezus draait. Dat Jezus de toegang is tot God. En dat de Bijbel geen informatieboek is, maar openbaring van God. Lees verder betekent dus eigenlijk: verdiep je relatie met God door veel over Jezus te weten te komen. Over hem lees je in Gods woord. En dan ging het vorige week over luisteren. Hoe ben je goede grond? Hoe zorg je dat jij vrucht draagt? Gods woord wordt gezaaid. Jij mag ontvangen. Luisteren met je hart. Met een welwillende houding en oprechte aandacht. Niet vanuit al van te voren gestelde kaders. Die ook vaak gestaalde

2 kaders blijken te zijn. Er is geen beweging in te krijgen. Terwijl het woord je juist in beweging wil zetten. Jezus verandert je leven. Daar denken we vanmiddag over verder. Verdieping betekent namelijk ook dat je verder loopt. Dat je je ontwikkelt. Dat je Jezus steeds beter leert kennen. Plaatje Rijbewijs Als je je rijbewijs wilt halen. Dan moet je eerst je theoriecertificaat halen. Dat betekent dat je weet hoe de verkeersregels ongeveer werken. Daarna moet je je praktijkexamen doen. Dan weet je een beetje hoe een auto bestuurd moet worden. En hoe je je in de praktijk in het verkeer moet gedragen. Maar daarna begint het pas. Door ervaring op te doen. Je in het verkeer te begeven. Als je 17 bent nog met één van je ouders naast je. En daarna zo vaak mogelijk achter het stuur te kruipen. Daardoor leer je uiteindelijk rijden. Je moet het ervaren. En veel gebruik maken van je mogelijkheden. Ook blijven leren hoe het beter kan. Dan wordt je vanzelf een ervaren en goede chauffeur. Geloven werkt hetzelfde, zegt Paulus. Kennismaking Paulus heeft op een heftige manier kennis gemaakt met Jezus. Op weg naar Damascus openbaart onze Heiland zich aan hem als een donderslag bij heldere hemel. Waarom vervolg je mij? Saulus wist niet wat hem overkwam. Na een blinde periode mag hij door een zekere Annanias weer zien. En nu ziet hij het ook echt. Zijn blindheid is symbolisch voor de periode dat hij de gemeente vervolgde. Nu heeft hij Jezus ontmoet. En dan wordt alles anders. 2 Ook wij hier in de kerk hebben kennisgemaakt met Jezus. Door je opvoeding. Door de alpha-cursus. Door verhalen op school en catechisatie. Het is je verteld. Je hebt het gelezen. Je hebt geluisterd. En zo ontstond een beeld van Jezus. Hij kwam in je leven. Hij kwam als het ware voor je staan en vroeg: wil je met mij op pad? Zoals hij de leerlingen riep. Zo roept hij ook jou. Om met hem op weg te gaan. Na een eerste kennismaking wil hij verder lopen. Op pad met Jezus. Als een schaap achter de herder aan. Luisteren naar zijn stem. En de weg gaan die hij ook gaat dus. Een eerste kennismaking met Jezus. Paulus heeft het ervaren. Heel heftig. Soms, in ons leven, gaat het heel geleidelijk. Jezus komt in je leven. En daar moet je wat mee. Meer kennis opdoen Als Jezus zich aan jou voordoet. Zoals bij Paulus. Dan heb je de keuze. En als je kiest om met hem in zee te gaan. Dan verandert er wat. En dat proces beschrijft Paulus. Alles wat eerst belangrijk leek. Het wordt niet onbelangrijk. Maar wel minder belangrijk dan het kennis maken met Jezus. Je gaat met hem in zee. En dan verandert er wat. Want de kennis van Jezus Christus overtreft alles.

3 Kennismaken met Jezus is op zich genoeg. Denk aan de moordenaar aan het kruis. Eén woord van overgave is genoeg om met Jezus het einddoel te bereiken. En toch is er meer. Wil je leven met Jezus, dan moet je meer kennis opdoen. Kennis is dan niet: veel weten over. Maar: deel krijgen aan. Geen kennis in je hoofd, maar kennis in je hart. En dat is best lastig. Want hoe krijg je dat? Zoals bij een rijbewijs. Door het veel te doen krijg je vaardigheid. Geloven is ook een kwestie van doen. Met vallen en opstaan de roeping van Jezus volgen. Met hem optrekken. Meer lezen in de evangeliën. En van daar uit in de hele bijbel. Je open stellen voor zijn boodschap. En je leven echt laten veranderen. Als Jezus je een spiegel voorhoudt. Dat je je dan laat spiegelen. Geen zorgen voor de dag van morgen. Niet vertrouwen op je geld. Tijd nemen om je geloof te verdiepen. En al die aanwijzingen die Jezus geeft. Dat tot je nemen. Paulus maakt dat heel persoonlijk in vers 8. Jezus, mijn Heer. Dat is heel dichtbij. Je luistert naar de preken alsof God het tegen jou heeft. Je leest de Bijbel alsof de woorden van Jezus voor jou persoonlijk bedoeld zijn. En dat is ook zo. Door zijn Geest wil Jezus de boodschap in je hart leggen. En het mooie is: je krijgt ervaring in het dienen van hem. En dat smaakt naar meer. Je wilt ook meer. Meer van Jezus in je leven. En zo krijg je een sneeuwbaleffect. Al het andere wordt steeds relatiever. Je gaat vol voor je Heer. Je wil hem dienen en gehoorzamen. Een eerste kennismaking met Jezus heeft dus bijzondere gevolgen. Zeker als je ja zegt op zijn roeping. Dan wordt er iets in gang gezet. Je bent er nog niet als je eenmaal ja gezegd hebt. Dat zet een proces in gang. Een proces met pieken en dalen, zeker. Soms ga je als een speer. Soms gaat het veel langzamer. Soms gaat het zelfs een beetje achteruit. Dat kan omdat je dan toch weer in beslag genomen wordt door wat Paulus noemt afval. Dingen die minder belangrijk zijn dan Jezus, maar zich toch belangrijk voordoen. Dan schuiven ze soms tussen jou en Jezus in. Dan raak je het zicht een beetje kwijt. Je Heer raakt uit beeld. En dan ga je achteruit. 3 Gelukkig laat hij het er niet bij zitten. Hij blijft jou oproepen om te lezen, te luisteren en te vertellen. Want hij wil dat je verder komt in geloof. Loop verder dus. Niet genoegen nemen met dat je kennis hebt gemaakt met Jezus. Maar verdieping van die kennis. En dat leidt nog tot een verdere verdieping. Ervaring Het woord kennis wat hier in deze tekst gebruikt wordt door Paulus. Dat betekent eigenlijk niet weten. Maar kennis door participatie. Door deel te krijgen aan. Deel te nemen aan. En dat is precies als je Jezus als je herder gaat volgen. Als je hem navolgt en nadoet. Paulus zegt dat prachtig. Hij wil Christus kennen én de kracht van zijn opstanding ervaren. Dat gaat automatisch als je als schaap je herder volgt.

4 Wie de herder volgt die gaat namelijk dezelfde weg als de herder. Als hij door een dal gaat, dan volg jij door dat dal. Als hij een pad in de zon kiest, dan ga jij op datzelfde pad. Dat is navolging. Dat betekent dat er dus daadwerkelijk iets verandert in je leven. En dat veranderingsproces blijft een proces. Omdat je nooit volmaakt bent is er altijd meer mogelijk. Bij je rijbewijs is dat niet altijd zo. Op een gegeven moment gaan je ogen achteruit. Je wordt misschien wat onzekerder achter het stuur. En er komt een moment dat het niet meer verantwoord is de weg op te gaan. Bij Jezus is dat anders. Je hoogtepunt komt nog. Na dit leven zul je volmaakt zijn. Maar dat betekent niet dat je nu niet hoeft te groeien. Paulus zegt dat prachtig. Hij heeft het hier over je dagelijkse bekering. Afsterven van je zonden. Verdriet om je verlies. Dat je het niet waarmaakt. En tegelijk blijdschap dat Jezus je weer overeind zet. Dat je de kracht van zijn opstanding mag ervaren. Dat jij opnieuw op je benen gezet wordt. En dat je weer op weg mag. Elke keer als je valt. Struikelt. Verstrikt raakt. Elke keer mag je weer opnieuw overeind komen. Wordt je overeind gezet. En Jezus gaat weer voor je uit. Je mag weer op weg. En hopelijk leer je van je fouten. En kom je verder. Groei je door je ervaring. En ben je anderen weer tot voorbeeld. Heb je veel te vertellen aan anderen. En te laten zien. Delen in het leven van Jezus. Dat is wat Paulus wil. Dat betekent ook dat je de schaduwkanten van Jezus leven niet uit de weg gaat. Soms kost christen zijn veel kracht en inspanning. Soms heeft het consequenties die pijn doen. Als je altijd maar dienstbaar moet zijn. Of soms voor de naam van God op moet komen. Als je genade laat zien in een wereld die vol is van het recht van de sterkste. Als je naar de wet wilt leven van harte!! terwijl anderen vooral eerst aan zichzelf denken. Maar weet dat de Herder jou voorging op deze weg. Hij heeft het zelfs met de dood moeten bekopen. Zou jij dan niet sommige kanten van jouw bestaan willen kruisigen? Strijden tegen zonden en egocentrisme. Een nieuw leven leiden. Geheiligd. Toegewijd aan God. 4 Let goed op hè. Het is de kracht waarmee Jezus is opgewekt. Daarmee wil hij jou bemoedigen en hoop geven. Diezelfde kracht waarmee hij de dood overwon. Diezelfde kracht wendt hij aan om nu al in jouw leven de dood te overwinnen. Satan heeft het nakijken. Jij staat in het licht van Gods genade. Jij mag achter Jezus aan lopen. En al doende. Gaandeweg je leven. Al doende mag je steeds opnieuw en steeds sterker zijn kracht ervaren. Zijn Geest beleven. Hoe dat werkt? Paulus roept je vooral op om op weg te gaan. Loop verder. Als je Jezus hebt leren kennen en de kennismaking verdiept hebt. Door de evangeliën te lezen. Ga dan ook met Jezus op pad. Doe meer kennis op, juist door ervaring. Leef je geloof. Probeer het maar. Paulus kan getuigen dat het een mooi groeiproces is dat je dan gaat meemaken. Vooruit kijken Paulus is gegrepen door Jezus. Dat motiveert hem enorm. Hij vergelijkt zichzelf met een loper in de renbaan. Hij wil groeien en sterker worden. Omdat hij Jezus zo ongelooflijk hoog heeft zitten. Omdat hij gegrepen is door Jezus. Daarom wil hij zijn houvast steeds meer zoeken in hem.

5 Jezus roept je nu al tot een heilig leven. Het kan. Je kan groeien. Laat je niet frustreren door mislukkingen. Die zijn er genoeg. Ook in het leven van Paulus. Het is nog lang niet volmaakt. Maar blijf niet stilstaan bij je zonden. Bij struikelpartijen. Bij tegenslag. Richt je blik op Jezus Christus. Paulus kijkt alleen maar vooruit. Naar de Herder die hij volgt. De hardloper die in dezelfde baan loopt als hij. Jezus Christus, die voor hem uitgaat. Je bent als christen als het ware op weg naar Christus en op weg met Christus. Hij heeft je leven gered en wil nu al invloed in jouw bestaan. Geloven is niet alleen maar verre toekomstmuziek, maar heeft effect voor je leven hier en nu. Wie Jezus volgt gaat dat merken. Je groeit in dienstbaarheid en in vrucht van de Geest. Tenslotte: Delen Dit soort preken kunnen soms best beklemmend zijn. Want wat nou als je niet zoveel groei merkt bij jezelf? Wat nou als je veel struikelt? Of niet goed door hebt wie Jezus voor jou is in het concrete leven? Als je wel wilt kennismaken met je Heiland. En ervaring wilt opdoen. Maar je weet niet hoe. Dan is er goed nieuws. We hebben elkaar gekregen. We zijn samen op weg. En om je heen zijn nog veel meer christenen, die allemaal dezelfde route gaan. Allemaal achter Jezus aan. We hebben elkaar gekregen om te bemoedigen. Om samen te ontdekken wat de liefde van Jezus is. En dat werkt. Als je samen deelt en ontdekt. Samen op weg gaat. Samen verder loopt. Dan krijg je de verdieping waar we het hier al vier weken over hebben. Je wordt steeds meer doordrenkt met het bestaan van Jezus. Je deelt steeds meer in zijn luister. Je wordt gemotiveerd door elkaar. En krijgt kracht van zijn Geest. Zodat je mag groeien. En volstromen met Gods volkomenheid. 5 Dat zijn niet mijn woorden. Maar die van Paulus. Woorden die we straks aan het einde van de dienst zullen zingen. En die we nu lezen. Een brief eerder in ons Bijbeltje. Met die bemoedigende dankwoorden wil ik deze serie beëindigen. Na de zomer gaan we ons dan bezinnen op de stijl van het koninkrijk. De uiterlijke kant van onze identiteit. Maar ik sluit nu af met dit: Efeziërs 3:14-21 Amen