Voorbehoud bevoegdheid toetreding ontwerp-verdrag betreffende den duur van den arbeid in de kolenmijnen (Genève 1931).

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "244. 3. 8 244. 3. Voorbehoud bevoegdheid toetreding ontwerp-verdrag betreffende den duur van den arbeid in de kolenmijnen (Genève 1931)."

Transcriptie

1 Voorbehoud bevoegdheid toetreding ontwerp-verdrag betreffende den duur van den arbeid in de kolenmijnen (Genève 1931) MEMOEIE VAN TOELICHTING. De Internationale Arbeidseonferentie stelde in hare vijftiende zitting, welke van 28 Mei 18 Juni 1931 gehouden werd en waaraan ook Nederland deelnam, een ontwerp-verdrag betreffende den duur van den.arbeid in de kolenmijnen vast. In verband met het voorschrift van artikel 405, vijfde lid, van het Vredesverdrag van Versailles wordt dat ontwerp-verdrag hierbij aan de Staten-Generaal voorgelegd. Voorgesteld wordt aan de Kroon de bevoegdheid voor te behouden te zijner tijd tot het ontwerp-verdrag toe te treden. Te zijner tijd zal een nadere beslissing genomen worden ten aanzien van de toepassing van dit ontwerp-verdrag op Nederlandsch-Indië. Ondergeteekenden vestigen er de aandacht op, dat bij nadere overweging zou kunnen blijken, dat de plaatselijke toestanden in Nederlandsch-Indië van dien aard zijn, dat ook met eventueele wijzigingen, welke op grond van artikel 421, eerste lid, onder 2. van het Verdrag van Versailles aangebracht kunnen worden, de toepassing in Nederlandsch Indië niet uitvoerbaar zal zijn. Bij het ontbreken van kolenmijnen in Suriname en Curatjao kan van toepassing der bepalingen van het ontwerp-verdrag daar geen sprake zijn. Het onderhavige ontwerp-verdrag bevat een regeling van den arbeidsduur in de kolenmijnen in het algemeen, d. w. z. van den arbeidsduur zoowel in de steenkoolmijnen als in de bruinkoohnijnen. Artikel 1 van het ontwerp-verdrag houdt de definitie van kolenmijnen en van bruinkoolmijnen in, terwijl artikel 2 een definitie van arbeider" geeft. Geen arbeider zijn zij, die een betrekking bekleeden van toezicht of bestuur en die als regel niet deelnemen aan eenigen handenarbeid. Een dergelijke bepaling komt ook voor in het verdrag van Washington strekkende tot beperking van den arbeidsduur in nijverheidsondernemingen tot acht uren per dag en acht en veertig uren per week. (Art. 2 onder a). *) Nadat artikel 3 bepaald heeft, dat de arbeidsduur in de ondergrondsche 'steenkoolmijnen bestaat uit den duur van het verblijf in de mijn, geeft het aan, hoe die verblijftijd berekend wordt. Als verblijftijd in de mijn wordt beschouwd het tijdvak tusschen het oogenblik, waarop de arbeider de kooi betreedt om af te dalen en het oogenblik, waarop hij, na het ophalen, deze verlaat (het zg.,,from bank to bank"-systeem). Die duur mag voor eiken arbeider niet meer dan 7J uur per dag bedragen. Artikel 4 houdt in, dat de bepalingen van het verdrag zullen beschouwd worden als te zijn nagekomen, wanneer de tijd tusschen het oogenblik waarop de eerste arbeiders van de ploeg of van eenige groep afdalen en dat, waarop zij weer boven komen, 7 uur bedraagt. De volgorde en de duur van het neerlaten en van het ophalen van een ploeg of van een groep moeten nagenoeg gelijk zijn. Artikel 5 laat een afwijking van de in artikel 3 bepaalde wijze van berekening van den verblijftijd toe, voornamelijk van belang voor die landen, die niet de wijze van berekening from bank to bank" kennen, als b.v. Engelan*. Artikel 6 verbiedt arbeid op Zondag en op feestdagen. In enkele gevallen zijn daarvan afwijkingen toegelaten, met dien verstande, dat arbeid op Zon en feestdagen in elk geval met 25 pet. extra betaald moet worden. Bovendien zal voor arbeid op Zon en feestdagen, hetzij een extra rusttijd, hetzij nog een extra loonstoeslag gegeven moeten worden. Artikel 7 heeft betrekking op de gevallen, waarin uit een gezondheidsoogpunt een kortere duur dan de in artikel 3 bebepaalde voorgeschreven zal worden. i) Zitting , n Artikel 8 regelt de zg. overuren. Langere arbeidsduur dan die in de voorgaande artikelen genoemd, kan door de nationale wetgeving toegelaten worden o. a. in geval van overmacht en dergelijke gevallen. Eveneens mag overwerk toegelaten worden voor werkzaamheden, welke geen onderbreking kunnen lijden en dergelijke. Daarvoor mag echter de arbeidsduur slechts met een half uur per dag. verlengd worden, terwijl niet meer dan 5 pet. van het totale personeel van de mijn overwerk mag verrichten. Voor overwerk moet extra betaald worden. Daarnaast mogen, aldus artikel 9, nog 60 overuren per jaar ter beschikking van de ondernemingen gesteld worden. Ook voor die overuren moet extra vergoeding gegeven worden. Over het vaststellen van maatregelen betreffende de in de artikelen 7, 8 en 9 bedoelde overuren moeten de werkgevers en arbeidersorganisaties gehoord worden. Artikel 11 heeft betrekking op den inhoud van de jaarrapporten bedoeld in artikel 408 van het Verdrag van Versailles. Artikel 12 legt ter vergemakkelijking van het toezicht, aan de mijnbesturen enkele verplichtingen op, als het bekend maken van de uren van afdalen, ophalen enz. Artikel 13 regelt den arbeidsduur in de ondergrondsche bruinkoolmijnen. In hoofdzaak zijn de bepalingen voor den arbeidsduur in de ondergrondsche steenkoolmijnen gegeven, van toepassing. Derhalve zal de maximumduur in de bruinkoolmijnen eveneens 7 uur per dag zijn. De bevoegde autoriteit in elk land zal evenwel kunnen toestaan, dat collectieve pauzen, welke een 'stilstand der ontginning meebrengen en niet meer dan een half uur bedragen, niet medegerekend worden bij het berekenen van den verblijftijd. Het aantal overuren, dat ter beschikking van de mijnbesturen gesteld zal kunnen worden, mag hier 75 uur per jaar bedragen. Bovendien kunnen collectieve overeenkomsten onder bepaalde voorwaarden goedgekeurd worden, welke nog 75 overuren toestaan. Artikel 14 houdt in, dat zoowel op steenkool als op bruinkoolmijnen, waar de ontginning in de open lucht plaats heeft, de bepalingen van het onderhavige ontwerp-verdrag niet van toepassing zijn. De leden, die ratificeeren, verbinden zich om daarop de bepalingen van het hiervoren genoemde achturenverdrag van Washington toe te passen met dien verstande, dat het aantal overuren, dat krachtens artikel 6 onder 6 van dat verdrag toegelaten is (voor afwijkingen van tijdelijken aard, ter tegemoetkoming aan buitengewone opeenhooping van werk), niet meer dan 100 per jaar mag overschrijden. Bovendien zullen uitsluitend in geval van bijzondere 'noodzaak collectieve overeenkomsten goedgekeurd kunnen worden die nog 100 overuren extra toestaan. Artikel 15 waarborgt aan de arbeiders reeds verkregen gunstige toestanden. Van de overige artikelen, die van formeelen aard zijn, is nog van belang artikel 18, dat de inwerkingtreding van het verdrag afhankelijk stelt van de ratificatie door twee der volgende landen: Duitschland, België, Frankrijk, Groot-Britannië, Nederland, Polen, Tsjechoslowakije. Het komt ondergeteekenden wenschelijk voor, dat Nederland tot dit ontwerp-verdrag toetreedt. Het betreft hier een regeling van den arbeidstijd van een groep arbeiders, waarvoor, zoowel uit een oogpunt van arbeidersbescherming als uit een oogpunt van concurrentie, internationale regeling bij uitstek in aanmerking komt. Voordat tot toetreding overgegaan zal kunnen worden, zal echter het Mijnreglement, dat den arbeidsduur van arbeiders in de steenkoolmijnen regelt, op enkele punten gewijzigd en in overeenstemming met de bepalingen van het ontwerp-verdrag gebracht moeten worden, terwijl bovendien een regeling voor den arbeidsduur in de bruinkoolmijnen getroffen zal moeten worden. De duur van het verblijf in de ondergrondsche steenkoolmijnen bedraagt op dit oogenblik krachtens voornoemd Mijnreglement

2 Bijlagen Tweede Kamer. 9 Voorbehoud bevoegdheid toetreding ontwerp-verdrag betreffende den duur van den arbeid in de kolenmijnen.''"jenève 1931). 8 uur per dag (art. 242), terwijl de wijze, waarop de duur van het verblijf (art. 243) berekend wordt, niet geheel overeenkomt met die in het ontwerp-verdrag neergelegd. Het Mijnreglement rekent nl. den tijd van ophalen niet bij den verblijftijd mede. Waar de arbeidstijd met inachtneming van de bepalingen van het Mijnreglement thans bedraagt 5x8 uur + 6 uur = 46 uur per week, zal toetreding noodig maken, dat die tijd met behoud van den korteren werktijd op Zaterdag ingekort wordt tot 5 x 7 uur + 6 uur per week, derhalve met 5 kwartier. Het ontwerp-verdrag laat immers niet toe, dat de uren, welke op Zaterdag korter gewerkt worden, op de andere dagen van de w r eek ingehaald worden. Een amendement, strekkend om toe te staan, dat uren die op een dag korter of in het geheel niet gewerkt worden, op de andere dagen van een periode van 14 dagen ingehaald worden door nl. die dagen langer te laten werken, het zg. spreadover-amendoment, mede door den Nederlandschen werkgeversvertegenwoordiger ingediend, werd door de Conferentie verworpen. Dientengevolge zullen de lf uur, welke op Zaterdag in de Nederlandsche mijnen korter dan 7f uur gewerkt worden, niet door op de andere dagen der week langer dan 7 uur te laten werken, ingehaald mogen worden. Ondergeteekenden zijn van oordeel, dat een kortere arbeidsdag dan die van den industrie-arbeider, voor den mijnarbeider, uithoofde van zijn zooveel zwaarder heroep, alleszins gerechtvaardigd is. De regeling van de overuren, welke het ontwerp-verdrag kent, zal wijziging en aanvulling van het Mijnreglement noodig maken. Niet ontkend kan worden, dat toetreding tot het ontwerpverdrag eenige verzwaring van lasten van het mijnbedrijf met zich zal meebrengen. Daarin mag echter, gezien met name de in de volgende alinea vermelde gedragslijn, geen overwegend bezwaar tegen toetreding gezien worden. Zooals de laatst ondergeteekende meermalen en laatstelijk in de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag van de Commissie van Rapporteurs der Eerste Kamer terzake van hoofdstuk IX der Rijksbegrooting voor het dienstjaar 1932 heeft medegedeeld, zal tot ratificatie echter niet worden overgegaan voordat de landen in artikel 18 van het ontwerp-verdrag genoemd, eveneens tot ratificatie zullen overgaan. Toepassing van de regeling van het ontwerp-verdrag op ons mijnbedrijf, zonder dat die in de concurreerende landen wordt toegepast, zou voor ons mijnbedrijf de concurrentie verzwaren, hetgeen vooral in den tegenwoordigen tijd vermeden moet worden. Naar een gelijktijdige ratificatie wordt mitsdien gestreefd. Een exemplaar van het verslag van de 15de zitting van de Internationale Arbeidsconferentie bevindt zich in de bibliotheek van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, terwijl een beknopt verslag van de Conferentie als bijvoegsel van aflevering 8, jaargang 1931, van het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek is verschenen. De Minister van Economische Zaken en Arbeid, T. J. VERSCHUUR. De Minister van Buitenlandsche Zaken, BEELAERTS VAN BLOKLAND. De Minister v.an Koloniën, DE GRAAFF. De Minister van P. J. REYMER. Waterstaat, Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen

3 io 244. Voorbehoud bevoegdheid toetreding ontwerp-verdrag betreffe 3. den duur van den arbeid in de kolenmijnen (Genève 1931). BIJLAGE VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING. Tekst van het ontwerp-verdrag betreffende De Algemeene Conferentie van de Internationale Organisatie van den Arbeid van den Volkenbond, door den Eaad van Beheer van het Internationaal Arbeidsbureau bijeengeroepen te Genève en aldaar bijeengekomen op 28 Mei 1931, in hare vijftiende zitting, besloten hebbende verschillende voorstellen aan te nemen betreffende den duur van den arbeid in de kolenmijnen, welk onderwerp het tweede punt is van de agenda der zitting en besloten hebbende dat deze voorstellen den vorm zullen aannemen van een ontwerp voor een internationaal verdrag, neemt heden, den 18 Juni 1931, het volgende ontwerp-verdrag aan, ter bekrachtiging door de leden van de Internationale Organisatie van den Arbeid, zulks overeenkomstig de bepalingen van deel XIII van het Verdrag van Versailles en van de overeenkomstige Vredesverdragen: Artikel 1. Dit verdrag is van toepassing op alle kolenmijnen, d. w. z. op elke mijn, waaruit alleen steenkool of bruinkool gewonnen wordt, hetzij in hoofdzaak steenkool of bruinkool gelijktijdig met andere mineralen. Voor de toepassing van dit verdrag wordt als bruinkoolrnijn" beschouwd, elke mijn, waaruit kool gewonnen wordt uit een geologisch tijdperk, jonger dan het carboon. Artikel 2. Voor de toepassing van dit verdrag wordt als arbeider" beschouwd : a. in de ondergrondsche kolenmijnen ieder persoon, werkzaam bij ondergrondschen arbeid, welke ook de onderneming zij, welke dien persoon in dienst heeft en welke ook de aard zij van den arbeid, welken die persoon verricht, met uitzondering van de personen, die een betrekking bekleeden van toezicht of bestuur en die als regel niet deelnemen aan eenigen handenarbeid; b. in de kolenmijnen, waar de ontginning in de open lucht plaats heeft, ieder persoon, direct of indirect werkzaam bij de kool winning, met uitzondering van de personen, die een betrekking bekleeden van toezicht of bestuur en die als regel niet deelnemen aan eenigen handenarbeid. Artikel 3. De duur van den arbeid in de ondergrondsche steenkoolmijnen bestaat uit den duur van het verblijf in de mijn, op de volgende wijze berekend: 1. Als verblijftijd in een ondergrondsche mijn wordt beschouwd het tijdvak tusschen het oogenblik, waarop de arbeider de kooi betreedt om af te dalen en het oogenblik, waarop hij, na het ophalen, deze verlaat. 2. In de mijnen, waartoe galerijen toegang geven, zal als verblijftijd in de mijn beschouwd worden de tijd, welke verloopt tusschen het oogenblik, waarop de arbeider den ingang van de galerij, welke toegang geeft tot de mijn, binnengaat en dat, waarop hij weer bovengronds komt. den duur van den arbeid in de kolenmijnen. 3. In geen ondergrondsche steenkoolmijn zal de verblijftijd van eenigen arbeider in de mijn 7 uur en 45 minuten per dag mogen overschrijden. Artikel 4. De voorschriften van dit verdrag zullen beschouwd worden als te zijn nagekomen, indien de tijd tusschen het oogenblik, waarop de eerste arbeiders van de ploeg of van eenige groep afdalen en dat, waarop zij weer boven komen, dezelfde is als die, vastgesteld in het derde lid van artikel 3. De volgorde en de duur van het neerlaten en van het ophalen van een ploeg of van een groep arbeiders zullen bovendien nagenoeg gelijk moeten zijn. Artikel 5. Behoudens het bepaalde in het tweede lid van dit artikel, zullen de voorschriften van dit verdrag beschouwd worden als te zijn nagekomen, indien de nationale wetgeving voorschrijft, dat, voor de berekening van den duur van het verblijf in de mijn, het neerlaten of het ophalen van arbeiders berekend wordt naar den gemiddelden opgenomen duur van het neerlaten of ophalen van alle ploegen arbeiders in het geheele land. In dat geval zal het tijdvak tusschen het oogenblik, waarop de laatste arbeider van de ploeg afdaalt, en dat, waarop de eerste arbeider van de ploeg weer boven komt, in geen mijn zeven uur en vijftien minuten mogen overschrijden; evenwel zal geen stelsel van regeling toegestaan zijn, krachtens hetwelk de gemiddelde arbeidsduur van de houwers als een soort van arbeiders beschouwd, langer zou zijn dan die van de andere soorten arbeiders van dezelfde ploeg werkzaam bij ondergrondschen arbeid. Ieder lid, dat, na het stelsel, bedoeld in dit artikel, te hebben toegepast, later de bepalingen van de artikelen 3 en 4 toepast, moet die verandering tegelijk aanbrengen in het geheele land en niet in een deel van het land. Artikel De arbeiders zullen op Zondag of wettelijke feestdagen niet werkzaam mogen zijn bij ondergrondschen arbeid in kolenmijnen. De nationale wetgeving zal echter de volgende uitzonderingen mogen toestaan voor de arbeiders, die ouder dan 18 jaar zijn : a. voor werkzaamheden die naar haar aard voortdurend verricht moeten worden; b. voor werkzaamheden ten behoeve van de luchtverversching van de mijn, ter voorkoming van schade aan de inrichtingen voor de luchtverversching en ter beveiliging van de mijn, zoomede voor eerste hulp bij ongeval en ziekte en de zorg voor de dieren; c. voor opmetingswerkzaamheden, wanneer die werkzaamheden op andere dagen niet gedaan kunnen worden zonder de ontginning te onderbreken of te hinderen;

4 u Voorbehoud bevoegdheid toetreding ontwerp-verdrag betreffende den duur van den arbeid in de kolenmijnen (Genève 1931). d. voor dringende werkzaamheden aan werktuigen en andere inrichtingen, wanneer het onmogelijk is, die gedurende den geregelden gang van de ontginning te verrichten, zoo ook in andere dringende of buitengewone gevallen, welke zich onafhankelijk van den wil van den ondernemer voordoen. 2. De bevoegde autoriteiten zullen de noodige maatregelen nemen, opdat geenerlei.arbeid op Zondag of op wettelijke feestdagen buiten de uitzonderingen, toegestaan bij dit artikel, verricht wordt. 3. Voor de werkzaamheden, welke krachtens het eerste lid van dit artikel zijn toegestaan, zal een loon betaald moeten worden, dat ten minste 25 pet. hooger is dan het gewone loon. 4. De arbeiders, die in belangrijke mate werkzaam zijn bij de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, zullen daartegenover, hetzij een bijzonderen rusttijd, hetzij een gelijkwaardige yerhooging van loon boven die, welke is vastgesteld in lid 3 van dit artikel, moeten genieten. De bijzonderheden van de toepassing dier bepaling zullen door de nationale wetgeving geregeld worden. Artikel 7. - Bestuursmaatregelen, vastgesteld door de bevoegde autoriteit, zullen voor de arbeiders, werkzaam op plaatsen, die door ongewone temperatuur, vocht of andere omstandigheden in het bijzonder ongezond gemaakt worden, een korteren duur van verblijftijd in de mijn voorschrijven, dan die, vastgesteld in artikel 3, 4 en 5. Artikel Bestuursmaatregelen, vastgesteld door de bevoegde autoriteit, zullen een overschrijding van de grenzen, vastgesteld bij de artikelen 3, 4, 5 en 7 mogen toestaan: a. bij ongeval of gevaar voor ongeval, in geval van overmacht, of wanneer er spoedwerk moet worden verricht aan werktuigen, aan de uitrusting of aan de inrichtingen van de mijn als gevolg van schade aan die werktuigen, aan die uitrusting of die inrichtingen, zelfs indien daarbij toevallig kool wordt gewonnen, maar slechts in zoodanige mate, als noodzakelijk is om te voorkomen, dat ernstige hinder zou worden toegebracht aan den geregelden gang van de ontginning; b. voor arbeiders, die werkzaamheden verrichten, welke, naar haar aard, noodzakelijk geen onderbreking kunnen lijden, of technische werkzaamheden, welke onvermijdelijk zijn voor de voorbereiding of regelmatige voltooiing van de ontginning en welke niet samenhangen.met de voortbrenging of het vervoer van kolen. Voor elk dier arbeiders zal de verlenging, overeenkomstig de bepalingen van dit lid toegestaan, niet meer mogen bedragen dan een half uur per dag en zal in elke mijn met een normale ontginning, het aantal arbeiders hier bedoeld nooit 5 pet. van het totale personeel van de mijn mogen overschrijden. 2. Voor de overuren, gedurende welke krachtens de bepalingen van dit artikel gewerkt wordt, zal een loon betaald moeten worden, dat ten minste 25 pet. hooger is dan het gewone loon. m Artikel 9. Bestuursmaatregelen, vastgesteld door de bevoegde autoriteit, kunnen behalve het bepaalde in artikel 8, ten hoogste 60 overuren per jaar ter beschikking van de ondernemingen in het geheele land stellen. Voor die overuren zal een loon betaald moeten worden, dat ten minste 25 pet. hooger is dan het gewone loon. Artikel 10. De maatregelen, bedoeld in de artikelen 7, 8 en 9, zullen vastgesteld worden na raadpleging van de betrokken vereenigingen van werkgevers en arbeiders. Artikel De jaarrapporten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 406 van het Verdrag van Versailles en van de overeenkomstige artikelen van de andere Vredesverdragen in te dienen, zullen alle noodige inlichtingen moeten bevatten omtrent de maatregelen, genomen om den arbeidsduur in overeenstemming met de artikelen 3, 4 en 5 te regelen. Zij moeten bovendien volledige inlichtingen bevatten omtrent de regelingen, vastgesteld ingevolge de artikelen 7, 8, 9, 12, 13 en 14 en over de toepassing daarvan. Artikel 12. Ten einde de toepassing van de bepalingen van dit verdrag te vergemakkelijken, is het bestuur van iedere mijn verplicht: a. door middel van kennisgevingen, op duidelijk zichtbare wijze, op de bovengrondsche werken van de mijn of op andere passende plaats aangeslagen, of op een andere door de bevoegde autoriteit goedgekeurde wijze, bekend te maken de uren, waarop het afdalen en het bovenkomen van de arbeiders, hetzij van de ploeg, hetzij van eenige groep, aanvangt en eindigt. Bedoelde uren moeten goedgekeurd worden door de openbare autoriteit en zoodanig vastgesteld zijn, dat de verblijftijd van eiken arbeider de grenzen in dit verdrag gesteld niet overschrijdt. Indien zij eenmaal zijn bekend gemaakt, mogen zij niet worden gewijzigd dan met de goedkeuring van de openbare autoriteit op de wijze en met inachtneming van den vorm van bekendmaking, als goedgekeurd door die autoriteit; b. alle verlengingen ingevolge de artikelen 8 en 9 van dit verdrag in een register in te schrijven, op een uniforme wijze als voorgeschreven bij de nationale wetgeving. Artikel 13. Op de ondergrondsche bruinkoolmijnen zijn de artikelen 3 en 4 en de artikelen 6 tot 12 van dit verdrag van toepassing met inachtneming van de volgende bepalingen: o. in de omstandigheden, voorzien in de nationale wetgeving, kan de bevoegde autoriteit toestaan, dat collectieve pauzen, die een 'stilstand van de voortbrenging meebrengen, niet begrepen zijn in den duur van den verblijftijd in de mijn, onder voorwaarde, dat die pauzen in geen geval dertig minuten per ploeg overschrijden. Die vergunning zal slechts gegeven worden, indien de noodzakelijkheid om een dergelijk stelsel toe te passen in elk bijzonder geval vastgesteld is door een officieel onderzoek en na raadpleging van de betrokken vertegenwoordigers van de arbeiders; b. het aantal overuren, bedoeld in artikel 9 van dit verdrag, zal ten hoogste 75 per jaar mogen bedragen. Bovendien kan de bevoegde autoriteit collectieve overeenkomsten goedkeuren, welke nog 75 overuren per jaar toestaan. Voor die uren moet eveneens een loon betaald worden als voorgeschreven in het tweede lid van artikel 9. Zij mogen niet algemeen toegestaan worden voor alle ondergrondsche bruinkoolmijnen, maar alleen voor afzonderlijke districten of mijnen, waar bijzondere technische of geologische omstandigheden dat wettigen. Artikel 14. Op de steenkool en bruinkoolmijnen, waar de ontginning in de open lucht plaats heeft, zijn de artikelen 3 tot 13 van dit verdrag niet van toepassing. De leden echter, die dit verdrag bekrachtigen, verbinden zich om op die mijnen de bepalingen van het verdrag van Washington van 1919, strekkende tot beperking van den arbeidsduur in do nijverheidsondernemingen tot acht uur per dag en acht en veertig uur per week toe te passen, met dien verstande, dat het aantal overuren, dat krachtens artikel 6 onder b van dat verdrag toegelaten is, 100 per jaar niet mag overschrijden. Indien bijzondere noodzaak dit eischt, en ook alleen in dat geval, mag de bevoegde autoriteit collectieve overeenkomsten goedkeuren, welke boven bedoelde 100 uren nog 100 uren per jaar meer toestaan.

5 i Voorbehoud bevoegdheid toetreding ontwerp-verdrag betreffende den duur van den arbeid in de kolenmijnen (Genève 3931). Artikel 15. Niets in dit verdrag zal wijziging van de nationale wetgevingen met betrekking tot den arbeidsduur tot gevolg hebben, in den zin van een vermindering van de waarborgen, welke zij aan de arbeiders verleenen. Artikel 16. De toepassing van de bepalingen van dit verdrag kunnen in ieder land worden opgeschort op last van de Begeering in geval van gebeurlijkheden, welke een gevaar voor de nationale veiligheid opleveren. Artikel 17. De oificieele bekrachtigingen van dit verdrag, overeenkomstig het bepaalde in deel XIII van het Verdrag van Versailles en de overeenkomstige deelen van de andere Vredesverdragen, zullen worden medegedeeld aan den Secretaris-Generaal van den Volkenbond en door hem ingeschreven. Artikel 18. Dit verdrag zal slechts verbindend zijn voor de leden, die hun bekrachtiging door het Secretariaat hebben doen inschrijven. Het zal van kracht worden zes maanden nadat de bekrachtigingen van twee van de volgende leden zullen zijn ingeschreven door den Secretaris-Generaal van den Volkenbond: Duitschland, België, Frankrijk, Engeland, Nederland, Pol$n, Tsjeeho Slowakije. Vervolgens zal dit verdrag voor ieder ander lid van kracht worden zes maanden na den datum, waarop zijn bekrachtiging zal zijn ingeschreven. Artikel 19. Zoodra de bekrachtigingen van twee der leden, genoemd in het tweede lid van artikel 18, door het Secretariaat zijn ingeschreven, zal de Secretaris-Generaal van den Volkenbond van dit feit mededeeling doen aan alle leden van de Internationale Organisatie van den Arbeid. Hij zal hen eveneens in kennis stellen met de inschrijvingen van de bekrachtigingen, die hem later door andere leden der Organisatie zullen worden medegedeeld. Artikel 20. Ieder lid, dat dit verdrag heeft bekrachtigd, kan het opzeggen na verloop van een termijn van vijf jaren na den datum, waarop dit verdrag van kracht begint te worden, zulks bij een verklaring, toegezonden aan den Secretaris-Generaal van den Volkenbond en door dezen in te schrijven. De opzegging wordt eerst van kracht een jaar, nadat zij door het Secretariaat is ingeschreven. Ieder lid, dat dit verdrag heeft bekrachtigd, dat binnen den termijn van een jaar na verloop van den termijn van vijf jaar, bedoeld in het vorig lid, geen gebruik maakt van de bevoegdheid tot opzegging, voorzien in dit artikel, zal voor een nieuwen termijn van vijf jaar gebonden zijn en zal in het vervolg dit verdrag kunnen opzeggen na verloop van eiken termijn van drie jaren onder de voorwaarde, bedoeld in dit artikel. Artikel 21. Uiterlijk voor het verstrijken van drie jaren na het in werking treden van dit verdrag, zal de Baad van Beheer van het Internationaal Arbeidsbureau op de agenda van de Conferentie het vraagstuk der herziening van dit verdrag ten aanzien van de volgende punten plaatsen: a. mogelijkheid van een nieuwe verkorting van den arbeidsduur, bedoeld in artikel 3, lid 3; b. het recht om gebruik te maken van het buitengewoon stelsel van berekening, neergelegd in artikel 5; c. mogelijkheid van een wijziging van de bepalingen van artikel 13, onder a en b, in den zin van een verkorting van den arbeidsduur; d. mogelijkheid van een vermindering van het aantal overuren, voorzien in artikel 14. Bovendien moet de Baad van Beheer van het Internationaal Arbeidsbureau, telkens na verloop van een termijn van tien jaar, te rekenen van den datum, waarop dit verdrag van kracht geworden is, aan de Algemeene Conferentie een verslag uitbrengen over de toepassing van dit verdrag en beslissen of het wenschelijk is de geheele of gedeeltelijke herziening op de agenda der Conferentie te plaatsen. Artikel 22. Indien de Internationale Arbeidsconferentie een nieuw verdrag aanneemt, houdende geheele of gedeeltelijke herziening van dit verdrag, zal de ratificatie door een lid van het nieuwe verdrag, houdende herziening, vanzelf medebrengen onmiddellijke opzegging van dit verdrag, niettegenstaande het bepaalde in artikel 20, onder voorbehoud evenwel, dat het nieuwe verdrag van kracht geworden is. Van den datum af, waarop het nieuwe verdrag, houdende herziening, van kracht geworden is, zal het onderhavige verdrag niet langer door de leden bekrachtigd kunnen worden. Het onderhavige verdrag zal echter van kracht blijven naar vorm en inhoud voor die leden, die het bekrachtigd hebben en die het nieuwe verdrag, houdende herziening, niet bekrachtigen. Artikel 23. Zoowel de Fransche als de Engelsche tekst van dit verdrag ia authentiek. *

Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco,

Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco, Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco, 09-07-1948 (vertaling: nl) Verdrag No. 87 betreffende de vrijheid tot

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1951 No. 24 Overgelegd aan de Staten-Generaal door de Minister van Buitenlandse Zaken

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1951 No. 24 Overgelegd aan de Staten-Generaal door de Minister van Buitenlandse Zaken 1 (1946) No. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1951 No. 24 Overgelegd aan de Staten-Generaal door de Minister van Buitenlandse Zaken A. TITEL Verdrag inzake het diploma van bekwaamheid

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1966 Nr, 172

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1966 Nr, 172 60 (1960) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1966 Nr, 172 A. TITEL Verdrag betreffende de beveiliging van werknemers tegen ioniserende stralen (Verdrag No. 115 aangenomen door

Nadere informatie

De Algemene Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie,

De Algemene Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie, 140 12 C. VERTALING Verdrag betreffende de rol van beroepskeuzevoorlichting en beroepsopleiding bij de ontwikkeling van menselijke hulpbronnen De Algemene Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie,

Nadere informatie

Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst

Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst (Tekst geldend op: 18-03-2009) Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VANHET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1965 Nr. 52

TRACTATENBLAD VANHET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1965 Nr. 52 77 (1959) Nr. 2 TRACTATENBLAD VANHET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1965 Nr. 52 A. TITEL Verdrag betreffende de arbeidsovereenkomst van vissers (Verdrag nr. 114 aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie

Nadere informatie

Verdrag betreffende de gedwongen of verplichte arbeid, Genève,

Verdrag betreffende de gedwongen of verplichte arbeid, Genève, Verdrag betreffende de gedwongen of verplichte arbeid, Genève, 28-06-1930 (vertaling: nl) VOLKENBOND. INTERNATIONALE ARBEIDSCONFERENTIE. Verdrag betreffende den gedwongen of verplichten arbeid. De algemeene

Nadere informatie

Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime,

Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime, Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten pagina 1 van 5 Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed

Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel

Nadere informatie

Hebben besloten hiertoe een Verdrag te sluiten en zijn overeengekomen als volgt:

Hebben besloten hiertoe een Verdrag te sluiten en zijn overeengekomen als volgt: Verdrag inzake de wet die van toepassing is op onderhoudsverplichtingen De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende de wet

Nadere informatie

VERDRAG BETREFFENDE PARTICULIERE BUREAUS VOOR ARBEIDSBEMIDDELING

VERDRAG BETREFFENDE PARTICULIERE BUREAUS VOOR ARBEIDSBEMIDDELING VERTALING VERDRAG BETREFFENDE PARTICULIERE BUREAUS VOOR ARBEIDSBEMIDDELING (Verdrag Nr. 181 aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar vijfentachtigste zitting; Genève, 19 juni 1997)

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 58 VAN 7 JULI 1994 TOT VERVANGING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 47 VAN 18 DECEMBER

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 58 VAN 7 JULI 1994 TOT VERVANGING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 47 VAN 18 DECEMBER COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 58 VAN 7 JULI 1994 TOT VERVANGING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 47 VAN 18 DECEMBER 1990 BETREFFENDE DE NA TE LEVEN PROCEDURE EN DE DUUR VAN DE TIJDELIJKE

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2000 Nr. 125

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2000 Nr. 125 54 (1994) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2000 Nr. 125 A. TITEL Verdrag betreffende deeltijdwerk (Verdrag Nr. 175 aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in

Nadere informatie

Dit Verdrag is van toepassing, welke ook de rechter of de autoriteit is die kennis dient te nemen van het geschil.

Dit Verdrag is van toepassing, welke ook de rechter of de autoriteit is die kennis dient te nemen van het geschil. Verdrag inzake de wet welke van toepassing is op de aansprakelijkheid wegens produkten De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende

Nadere informatie

Verdrag inzake de wetsconflicten betreffende de vorm van testamentaire beschikkingen

Verdrag inzake de wetsconflicten betreffende de vorm van testamentaire beschikkingen Verdrag inzake de wetsconflicten betreffende de vorm van testamentaire beschikkingen De Staten, die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend gemeenschappelijke regels omtrent de oplossing van wetsconflicten

Nadere informatie

VERDRAG NOPENS DE ERKENNING EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN OVER ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN JEGENS KINDEREN

VERDRAG NOPENS DE ERKENNING EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN OVER ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN JEGENS KINDEREN VERDRAG NOPENS DE ERKENNING EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN OVER ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN JEGENS KINDEREN De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend; Verlangend gemeenschappelijke bepalingen

Nadere informatie

RELEVANTE BEPALINGEN VAN HET BOEK 7 VAN HET B.W. BETREFFENDE DE ARBEIDSOVEREENKOMST ALSMEDE ARTIKEL 6 VAN HET BBA 1945

RELEVANTE BEPALINGEN VAN HET BOEK 7 VAN HET B.W. BETREFFENDE DE ARBEIDSOVEREENKOMST ALSMEDE ARTIKEL 6 VAN HET BBA 1945 TER INFORMATIE RELEVANTE BEPALINGEN VAN HET BOEK 7 VAN HET B.W. BETREFFENDE DE ARBEIDSOVEREENKOMST ALSMEDE ARTIKEL 6 VAN HET BBA 1945 Hieronder zijn opgenomen een aantal relevante bepalingen van boek 7

Nadere informatie

Verdrag betreffende het toepasselijke recht op vertegenwoordiging

Verdrag betreffende het toepasselijke recht op vertegenwoordiging Verdrag betreffende het toepasselijke recht op vertegenwoordiging De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende het toepasselijke recht

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1956 No. 104

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1956 No. 104 19 (1950) No. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1956 No. 104 A. TITEL Verdrag inzake de nomenclatuur voor de indeling van goederen in de douanetarieven, met Bijlage; Brussel,

Nadere informatie

Verdrag betreffende de bevoegdheid der autoriteiten en de toepasselijke wet inzake de bescherming van minderjarigen

Verdrag betreffende de bevoegdheid der autoriteiten en de toepasselijke wet inzake de bescherming van minderjarigen Verdrag betreffende de bevoegdheid der autoriteiten en de toepasselijke wet inzake de bescherming van minderjarigen De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend gemeenschappelijke bepalingen

Nadere informatie

ARBEIDSOVEREENKOMST - ARBEIDER BEPAALDE DUUR DEELTIJDS

ARBEIDSOVEREENKOMST - ARBEIDER BEPAALDE DUUR DEELTIJDS ARBEIDSOVEREENKOMST - ARBEIDER BEPAALDE DUUR DEELTIJDS Tussen de ondertekenden : En, De werkgever Inschrijving in het rijksregister onder het nummer : Nationaliteit : Arbeidskaart : Vrijgesteld Nodig 1

Nadere informatie

Citeertitel: Landsverordening bijzondere rechtspositionele bepalingen Kustwachtpersoneel. Wijzigingen: AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no.

Citeertitel: Landsverordening bijzondere rechtspositionele bepalingen Kustwachtpersoneel. Wijzigingen: AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. Intitulé : LANDSVERORDENING van 9 maart 2000, houdende bijzondere regels inzake de rechtspositie van Arubaanse ambtenaren, werkzaam bij de Kustwacht voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten alsmede voor de

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1981 Nr. 10

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1981 Nr. 10 21 (1980) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1981 Nr. 10 A, TITEL Europees Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake liet gezag over

Nadere informatie

TRACTATENBLAB VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1983 Nr. 11

TRACTATENBLAB VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1983 Nr. 11 37 (1982) Nr. 2 TRACTATENBLAB VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1983 Nr. 11 A, TITEL Overeenkomst betreffende de afgifte van een verklaring van verscheidenheid van familienamen, met bijlage;

Nadere informatie

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 58 VAN 7 JULI 1994 TOT VERVANGING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 47 VAN 18 DECEMBER

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 58 VAN 7 JULI 1994 TOT VERVANGING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 47 VAN 18 DECEMBER COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 58 VAN 7 JULI 1994 TOT VERVANGING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 47 VAN 18 DECEMBER 1990 BETREFFENDE DE NA TE LEVEN PROCEDURE EN DE DUUR VAN DE TIJDELIJKE

Nadere informatie

Verdrag nr. 181 betreffende particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling (B.S., 28 oktober 2004)

Verdrag nr. 181 betreffende particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling (B.S., 28 oktober 2004) 19-06-1997 Verdrag nr. 181 betreffende particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling (B.S., 28 oktober 2004) Bekrachtiging, verbindend verklaring: Goedgekeurd bij art. 2 Decr. Vl. Parl. 17 juli 2000 (B.S.,

Nadere informatie

Verdrag inzake de voltrekking en de erkenning van de geldigheid van huwelijken

Verdrag inzake de voltrekking en de erkenning van de geldigheid van huwelijken Verdrag inzake de voltrekking en de erkenning van de geldigheid van huwelijken De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens de voltrekking van huwelijken en de erkenning van de geldigheid

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 74

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 74 51 (1959) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1961 Nr. 74 A. TITEL Europees Verdrag inzake de academische erkenning van universitaire kwalificaties; Parijs, 14 december 1959

Nadere informatie

Verdrag tot afschaffing van het vereiste van legalisatie van buitenlandse openbare akten

Verdrag tot afschaffing van het vereiste van legalisatie van buitenlandse openbare akten Verdrag tot afschaffing van het vereiste van legalisatie van buitenlandse openbare akten De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangende om het vereiste van diplomatieke of consulaire legalisatie

Nadere informatie

SURINAME. WET OP DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST 1962 GOUVERNEMENTSBLAD van SURINAME NO. 106

SURINAME. WET OP DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST 1962 GOUVERNEMENTSBLAD van SURINAME NO. 106 SURINAME WET OP DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST 1962 GOUVERNEMENTSBLAD van SURINAME NO. 106 LANDSVERORDENING van 14 juli 1962 tot regeling van de collectieve arbeidsovereenkomst. IN NAAM DER KONINGIN!

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1959 Nr. 163

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1959 Nr. 163 4.(1930) Nr. 1. TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1959 Nr. 163 A. TITEL Verdrag tot regeling van zekere wetsconflieten ten aanzien van wisselbrieven en orderbriefjes, met Protocol;

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121

GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121 GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121 Burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis; gezien de instemming van de plaatselijke commissie voor georganiseerd overleg; besluiten: vast te stellen de volgende: VERORDENING,

Nadere informatie

LANDSVERORDENING COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST

LANDSVERORDENING COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST LANDSVERORDENING COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Lv. van 12 mei 1958, houdende regeling van de collectieve arbeidsovereenkomst; tekst in P.B. 1958, 60, met verbeterblad; inwtr. m.i.v. 1 juli 1958 (P.B.

Nadere informatie

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië inzake internationaal vervoer over de weg

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië inzake internationaal vervoer over de weg Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië inzake internationaal vervoer over de weg Het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië hierna te noemen de Verdragsluitende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 26 009 Voorstel van wet van het lid Bijleveld-Schouten houdende wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met het

Nadere informatie

Luxemburg 20 mei 1980

Luxemburg 20 mei 1980 Europese Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake het gezag over kinderen en betreffende het herstel van het gezag over kinderen Officiële tekst Europese Verdrag

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

VERDRAG TOT BESCHERMING VAN PERSONEN TEN OPZICHTE VAN DE GEAUTOMATISEERDE VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS

VERDRAG TOT BESCHERMING VAN PERSONEN TEN OPZICHTE VAN DE GEAUTOMATISEERDE VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS VERDRAG TOT BESCHERMING VAN PERSONEN TEN OPZICHTE VAN DE GEAUTOMATISEERDE VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS PREAMBULE De Lid-Staten van de Raad van Europa die dit Verdrag hebben ondertekend, Overwegende

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1964 Nr. 165

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1964 Nr. 165 53 (1962) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1964 Nr. 165 A. TITEL Verdrag inzake de huwelijkstoestemming, de minimum-leeftijd waarop een huwelijk mag worden aangegaan en de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 855 Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Europees Verdrag ter voorkoming van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing

Europees Verdrag ter voorkoming van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing Europees Verdrag ter voorkoming van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing Straatsburg, 26 november 1987, Tractatenblad 1988, 19 Aanhef De Lidstaten van de Raad van Europa

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie juridische zaken 26.9.2014 2013/0184(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad inzake de goedkeuring namens de Europese Unie van het Protocol

Nadere informatie

STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. (F. 521.) BESLUIT van den 16den Augustus 1918, houdende nadere voorschriften betreffende het tooezicht op hier te lande vertoevende vreemdelingen. WIJ WILHELMINA,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 245 Wet van 9 juni 2015 tot wijziging van de Wet aanpassing arbeidsduur ten einde flexibel werken te bevorderen 0 Wij Willem-Alexander, bij de

Nadere informatie

Artikel 1 1. Artikel 2

Artikel 1 1. Artikel 2 WET van 6 april 1956 strekkende tot vaststelling van bouwvoorschriften (G.B. 1956 no. 30), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij G.B. 1957 no. 67, G.B. 1972 no. 96, S.B. 1980 no. 116,

Nadere informatie

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME Wet van... houdende nadere wijzigingen van de Grondwet van de Republiek Suriname (S.B. 1987 No.116, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B.1992 No.38) ONTWERP DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME In overweging

Nadere informatie

SURINAME HOOFDSTUK IV VAKANTIEWET

SURINAME HOOFDSTUK IV VAKANTIEWET SURINAME HOOFDSTUK IV VAKANTIEWET 1975 No. 164-c GOUVERNEMENTSBLAD van SURINAME LANDSBESLUIT van 24 november 1975, houden de nieuwe bepalingen met betrekking tot het verlenen van jaarlijkse vakantie aan

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 49 (1994) Nr. 7 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2015 Nr. A. TITEL Overeenkomst inzake Partnerschap en Samen waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Metaal en Techniek Goud- en Zilvernijverheid 2006/2007 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Nadere informatie

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1975 Nr. 132

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1975 Nr. 132 28 (1975) Nr. 1 TRACTATENBLAD VANHET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1975 Nr. 132 A. TITEL Toescheidingsov er eenkomst inzake nationaliteiten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname;

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr. 112. Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr. 112. Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid 50 (1986) Nr. 2 1 ) TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2002 Nr. 112 A. TITEL Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid van internationale niet-gouvernementele

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden:

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden: Wijziging van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie betreffende de vereisten gesteld aan de beginseltoestemming, de leeftijdscriteria, de bijdrage in de kosten van het gezinsonderzoek, enige

Nadere informatie

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE, DE REPUBLIEK OEZBEKISTAN TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE, DE REPUBLIEK OEZBEKISTAN TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE, EN TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT HET VOORKOMEN VAN HET ONTGAAN VAN BELASTING INZAKE BELASTINGEN NAAR HET INKOMEN

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 352 24 139 Regels met betrekking tot naar buitenlands recht opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende kapitaalvennootschappen die hun werkzaamheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Zitting 1979-1980 14 497 Bepalingen in het belang van de veiligheid, de gezondheid en het welzijn in verband met de arbeid (Arbeidsomstandighedenwet) Nr. 138 VIERDE NOTA

Nadere informatie

Gezien het overlegde vertoogschrift en de uitgebrachte berichten,

Gezien het overlegde vertoogschrift en de uitgebrachte berichten, 2714 De Raad van Beroep voor de Directe Belastingen te Assen, Gezien het beroepschrift, ingediend door X te Z, d.d. 6 November 1925 tegen de uitspraak van den Inspecteur der directe belastingen te Y op

Nadere informatie

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

Europees Handvest inzake lokale autonomie

Europees Handvest inzake lokale autonomie (Tekst geldend op: 04-02-2010) Europees Handvest inzake lokale autonomie (vertaling: nl) Europees Handvest inzake lokale autonomie PREAMBULE De Lidstaten van de Raad van Europa die dit Handvest hebben

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2016 Nr. 101

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2016 Nr. 101 10 (2016) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2016 Nr. 101 A. TITEL Protocol tot wijziging van het op 14 februari 1972 te Rabat ondertekende Algemeen Verdrag inzake sociale

Nadere informatie

(vertaling: nl) Europees Verdrag inzake het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN)

(vertaling: nl) Europees Verdrag inzake het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN) [De teksten van de correcties van 30 december 2012, 28 januari 2014, 28 december 2014 en 31 december 2014 en van de wijzigingen van 1 oktober 2014 liggen ter inzage bij het Ministerie van Buitenlandse

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 334 Wet van 6 juli 2004, houdende regeling van het conflictenrecht met betrekking tot het geregistreerd partnerschap (Wet conflictenrecht geregistreerd

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1957 Nr. 155

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1957 Nr. 155 3 (1925) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1957 Nr. 155 A. TITEL Verdrag betreffende de gelijkheid van behandeling van vreemde arbeiders en eigen onderdanen voor de ongevallenverzekering,

Nadere informatie

SJb Mei Maart 1938,Nr.1295,Afd.H.0. Wijziging en aanvulling der hooger-onaerwijswet#

SJb Mei Maart 1938,Nr.1295,Afd.H.0. Wijziging en aanvulling der hooger-onaerwijswet# 162 30. SJb Mei 8. 19 Maart 1938,Nr.1295,Afd.H.0. Wijziging en aanvulling der hooger-onaerwijswet# De Berste Af deeling van den Onderwijsraad heeft de eer hierbij ter kennis van Uwe Excellentie te brengen

Nadere informatie

ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1

ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 WET van 24 november 1975, houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot het verlenen van jaarlijkse vacantie aan werknemers (Vacantiewet 1975) (S.B. 1975 no. 164c). ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 In deze

Nadere informatie

KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders - Gewaarmerkte kopie Eurovergunning voor grensoverschrijdend vervoer. - Voor het vervoer naar, van

Nadere informatie

Staatsblad April WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen.

Staatsblad April WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen. Staatsblad 302. 23 April 1936. WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen. Wij WILHELMINA, enz.... doen te weten: Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is bepalingen

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDER LAN DEN. JAARGANG 1959 Nr. 179

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDER LAN DEN. JAARGANG 1959 Nr. 179 3 (1905) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDER LAN DEN JAARGANG 1959 Nr. 179 A. TITEL Verdrag betreffende de curatele en soortgelijke maatregelen van bescherming; 's-gravenhage, 17 juli 1905

Nadere informatie

TWEEDE PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN BELGIE DE REGERING VAN NIEUW-ZEELAND TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING

TWEEDE PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN BELGIE DE REGERING VAN NIEUW-ZEELAND TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING TWEEDE PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN BELGIE EN DE REGERING VAN NIEUW-ZEELAND TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT HET VOORKOMEN VAN HET ONTGAAN VAN BELASTING

Nadere informatie

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT HET VOORKOMEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14162 Nadere regelen tot beëindiging van de afwikkeling van de oorlogs- en watersnoodschaden en van schaden in de zin van de Wet Overheidsaansprakelijkheid

Nadere informatie

Verdrag inzake de wet welke van toepassing is op verkeersongevallen op de weg. De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend,

Verdrag inzake de wet welke van toepassing is op verkeersongevallen op de weg. De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verdrag inzake de wet welke van toepassing is op verkeersongevallen op de weg De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen inzake de wet

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1964 Nr. 161

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1964 Nr. 161 54 (1960) Nr. 4 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1964 Nr. 161 A. TITEL Overeenkomst betreffende de wederzijdse geheimhouding van uitvindingen die voor de verdediging van belang

Nadere informatie

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement; Regeling uitkering substantieel bezwarende functies 2006 [Regeling vervalt per 01-04-2015.] Zichtdatum 07-02-2018 Geldend van 01-01-2010 t/m 31-03-2015 Regeling uitkering substantieel bezwarende functies

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 24 VAN 2 OKTOBER 1975 BETREFFENDE DE PROCEDURE VAN INLICHTING EN RAADPLEGING VAN DE WERKNEMERSVER-

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 24 VAN 2 OKTOBER 1975 BETREFFENDE DE PROCEDURE VAN INLICHTING EN RAADPLEGING VAN DE WERKNEMERSVER- COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 24 VAN 2 OKTOBER 1975 BETREFFENDE DE PROCEDURE VAN INLICHTING EN RAADPLEGING VAN DE WERKNEMERSVER- TEGENWOORDIGERS MET BETREKKING TOT HET COLLECTIEF ONTSLAG, GEWIJZIGD

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 72 (2009) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 96 A. TITEL Aanvullend Protocol bij het Europees Handvest inzake lokale autonomie betreffende het recht op participatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 139 Regels met betrekking tot naar buitenlands recht opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende kapitaalvennootschappen die hun werkzaamheid

Nadere informatie

: Werk- en diensttijdenverordening politie ==================================================================== 1. Algemene bepalingen.

: Werk- en diensttijdenverordening politie ==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Intitulé : Werk- en diensttijdenverordening politie Citeertitel: Geen Vindplaats : AB 2000 no. GT 3 Wijzigingen: Geen 1. Algemene bepalingen Artikel 1 In deze landsverordening en de uit kracht daarvan

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 25 Beschikking van de Minister van Justitie van 12 januari 2001, houdende plaatsing in het Staatsblad van de vernummerde tekst van de Wet van

Nadere informatie

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR ARBEIDER - DEELTIJDS

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR ARBEIDER - DEELTIJDS ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR ARBEIDER - DEELTIJDS Tussen. vertegenwoordigd door... verder genoemd de werkgever, enerzijds en. verder genoemd de werknemer, anderzijds wordt overeengekomen wat volgt : Aanvang

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 275 Besluit van 18 mei 1995, houdende vaststelling van maatstaven die bij het in artikel 7a, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 32 (2013) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2014 Nr. 74 A. TITEL Protocol nr. 16 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden; Straatsburg,

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.12.1999 COM(1999) 703 definitief 1999/0272 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG betreffende het gemeenschappelijk

Nadere informatie

A 2012 N 90 PUBLICATIEBLAD

A 2012 N 90 PUBLICATIEBLAD A 2012 N 90 PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van de 10 de december 2012, strekkende tot uitvoering van artikel 57, eerste lid, ten 2, van de Zegelverordening 1908. In overweging

Nadere informatie

ARBEIDSOVEREENKOMST ARBEIDER BEPAALDE DUUR VOLTIJDS

ARBEIDSOVEREENKOMST ARBEIDER BEPAALDE DUUR VOLTIJDS ARBEIDSOVEREENKOMST ARBEIDER BEPAALDE DUUR VOLTIJDS Tussen de ondertekenden : En, De werkgever Inschrijving in het rijksregister onder het nummer : Nationaliteit : Arbeidskaart : Vrijgesteld Nodig 1 Dimona

Nadere informatie

Regeling van werkzaamheden van het Verantwoordingsorgaan van de. lnstelling Pensioenfonds van de Nederlandse Bisdommen;

Regeling van werkzaamheden van het Verantwoordingsorgaan van de. lnstelling Pensioenfonds van de Nederlandse Bisdommen; Regeling van werkzaamheden van het Verantwoordingsorgaan van de lnstelling Pensioenfonds van de Nederlandse Bisdommen Het bestuur, gelet op artikel 33 van de Pensioenwet; gelet op de Code Pensioenfondsen,

Nadere informatie

18 Beloning overwerk/feestdagen

18 Beloning overwerk/feestdagen 18 Beloning overwerk/feestdagen DE ARBEIDSREGELING 2000 Niet-Schemawerk(er) v/s Schemawerk(er) De Arbeidsregeling 2000 geeft voorschriften met betrekking tot ondermeer: de arbeidsduur, pauze, rusttijden,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 427 Beschikking van de Minister van Justitie van 31 augustus 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Wet rechtspositie Kustwacht

Nadere informatie

8753/1/11 REV 1 yen/pw/rb 1 DRI

8753/1/11 REV 1 yen/pw/rb 1 DRI RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 april 2011 (20.04) (OR. en) 8753/1/11 REV 1 PE 164 INST 195 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de delegaties Consensus - Gedelegeerde handelingen Voor de

Nadere informatie

Artikel 7: 610b B.W. Artikel 7: 628a B.W.

Artikel 7: 610b B.W. Artikel 7: 628a B.W. TER INFORMATIE RELEVANTE BEPALINGEN VAN HET BOEK 7 VAN HET B.W. BETREFFENDE DE ARBEIDSOVEREENKOMST ALSMEDE ARTIKEL 6 VAN HET BBA 1945 Hieronder zijn opgenomen een aantal relevante bepalingen van boek 7

Nadere informatie

OEKRAÏNE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

OEKRAÏNE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders OEKRAÏNE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders - Gewaarmerkte kopie Eurovergunning voor grensoverschrijdend vervoer. - Voor het vervoer naar, van

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN-HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1959 Nr. 174

TRACTATENBLAD VAN-HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1959 Nr. 174 1 (1902) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN-HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1959 Nr. 174 A. TITEL, '. ' B. TEKST Verdrag tot regeling der wetsconflieten met betrekking tot het huwelijk; 's-gravenhage, 12

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 18 juli 2017

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 18 juli 2017 A D V I E S Nr. 2.045 ------------------------------ Zitting van dinsdag 18 juli 2017 ----------------------------------------- IAO Rapport voor vraagstuk VII, dat is ingeschreven op de agenda van de 107

Nadere informatie

REGLEMENT VAN ORDE VAN HET COMITÉ LANDBOUW- OF BOSBOUWTREKKERS

REGLEMENT VAN ORDE VAN HET COMITÉ LANDBOUW- OF BOSBOUWTREKKERS EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Consumptiegoederen Automobielindustrie COMITÉ VOOR DE AANPASSING AAN DE TECHNISCHE VOORUITGANG - LANDBOUWTREKKERS (CATP-AT) ENTR/04-EN

Nadere informatie

16 JUNI Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 3ter van de Arbeidswet van 16 maart 1971 (1)

16 JUNI Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 3ter van de Arbeidswet van 16 maart 1971 (1) 16 JUNI 2003. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 3ter van de Arbeidswet van 16 maart 1971 (1) BS 30/07/2003 in voege 01/09/2003 Gelet op de Arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op artikel

Nadere informatie

2 De arbeidsovereenkomst

2 De arbeidsovereenkomst 2 De arbeidsovereenkomst 1. Overeenkomsten tot het verrichten van arbeid Voor wat betreft overeenkomsten tot het verrichten van arbeid tegen betaling noemt het Burgerlijk Wetboek (BW) nadrukkelijk een

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.12.2003 COM(2003) 825 definitief 2003/0317 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG ter verlenging van de

Nadere informatie