Ontwerp. November 2017

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ontwerp. November 2017"

Transcriptie

1 November 2017

2 BESTEMMINGSPLAN DE STREEK PARTIËLE HERZIENING OUDE RIJKSWEG ACHTER 464 TE ROUVEEN Plan: Plantype: Bestemmingsplan Status: IMRO-nummer: NL.IMRO ON01 2

3 Toelichting 3

4 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDING AANLEIDING LIGGING VAN HET PLANGEBIED DE BIJ HET PLAN BEHORENDE STUKKEN HUIDIGE PLANOLOGISCHE REGIEM LEESWIJZER... 8 HOOFDSTUK 2 ONTSTAANSGESCHIEDENIS EN BESCHRIJVING PLANGEBIED ONTSTAANSGESCHIEDENIS BESCHRIJVING PLANGEBIED EN OMGEVING... 9 HOOFDSTUK 3 PLANBESCHRIJVING RUIMTELIJKE ONTWIKKELING INRICHTING ERF VERKEER EN PARKEREN HOOFDSTUK 4 BELEIDSKADER RIJKSBELEID PROVINCIAAL BELEID GEMEENTELIJK BELEID HOOFDSTUK 5 MILIEU- EN OMGEVINGSASPECTEN GELUID (WET GELUIDHINDER) BODEMKWALITEIT LUCHTKWALITEIT EXTERNE VEILIGHEID MILIEUZONERING GEUR ECOLOGIE ARCHEOLOGIE & CULTUURHISTORIE HOOFDSTUK 6 WATERASPECTEN VIGEREND BELEID WATERPARAGRAAF HOOFDSTUK 7 JURIDISCHE ASPECTEN EN PLANVERANTWOORDING INLEIDING OPZET VAN DE REGELS VERANTWOORDING VAN DE REGELS HOOFDSTUK 8 ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID HOOFDSTUK 9 INSPRAAK & VOOROVERLEG VOOROVERLEG INSPRAAK BIJLAGEN BIJ DE TOELICHTING BIJLAGE 1: AKOESTISCH ONDERZOEK WEGVERKEERSLAWAAI BIJLAGE 2: VERKENNEND BODEMONDERZOEK

5 BIJLAGE 3: STANDAARD WATERPARAGRAAF

6 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Initiatiefnemer van voorliggend plan wenst een woning te bouwen op het perceel achter de woning aan de Oude Rijksweg 464 te Rouveen. De bouw van deze woning is mogelijk op basis van de gemeentelijke beleidsnotitie Open plekken Staphorst, 5e wijziging. In deze beleidsnotitie wordt aangegeven onder welke strikte voorwaarden woningbouw kan worden gerealiseerd op bestaande open plekken, vrijkomende plekken en op locaties achter aan de stegen. De gemeente heeft aangegeven op basis van deze beleidsnotitie medewerking te willen verlenen aan het voornemen. De gewenste ontwikkeling is niet in overeenstemming met het vigerende bestemmingsplan De Streek. Een bestemmingsplanherziening is noodzakelijk. In voorliggend bestemmingsplan zal worden aangetoond dat de wijziging van de bestemming in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening en vanuit ruimtelijk en planologisch oogpunt verantwoord is. 1.2 Ligging van het plangebied Het plangebied is gelegen achter het woonperceel Oude Rijksweg 464 in Rouveen. Kadastraal is het plangebied bekend als gemeente Staphorst, sectie AN, nummer 418 (ged.). De ligging van het plangebied in Rouveen is weergegeven in afbeelding 1.1. Afbeelding 1.1: Ligging van het plangebied aan de Oude Rijksweg 464 in Rouveen (Bron: ArcGIS) 1.3 De bij het plan behorende stukken Het bestemmingsplan De Streek, partiële herziening Oude Rijksweg achter 464 te Rouveen bestaat uit de volgende stukken: verbeelding (tek.nr. NL.IMRO ON01) en een renvooi; regels (met bijbehorende bijlagen). Op de verbeelding zijn de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden weergegeven. In de regels zijn bepalingen opgenomen om de uitgangspunten van het plan zeker te stellen. Het plan gaat vergezeld van een toelichting. De toelichting geeft een duidelijk beeld van het bestemmingsplan en van de daaraan ten grondslag liggende gedachten maar maakt geen deel uit van het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan. 6

7 1.4 Huidige planologische regiem Algemeen Het plangebied is gelegen binnen de begrenzing van het bestemmingsplan De Streek. Dit bestemmingsplan is vastgesteld op 11 juni 2013 door de gemeenteraad van Staphorst. In dit bestemmingsplan is het plangebied bestemd met de enkelbestemmingen: Wonen 1 Agrarisch met waarden Het gehele plangebied is bestemd met de dubbelbestemmingen: Waarde Archeologie 5 Waarde beschermd dorpsgezicht In afbeelding 1.2 is een uitsnede van de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan De Streek opgenomen. Het plangebied is daarbij indicatief weergegeven met de rode kaders. Voor de exacte begrenzing wordt verwezen naar de verbeelding. Afbeelding 1.2: Uitsnede verbeelding bestemmingsplan De Streek (Bron: Beschrijving bestemmingen en aanduidingen Agrarisch met waarden De voor Agrarisch met waarden aangewezen grond zijn bestemd voor agrarische bedrijven, landschappelijke waarden en cultuurgrond, water en voorzieningen ten behoeve van water, groenvoorzieningen, dagrecreatief medegebruik, verkeer en verblijfsdoeleinden in de vorm van wegen met een functie voor intern verkeer, voeten fietspaden en parkeervoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen. Wonen 1 De voor Wonen 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen, al dan niet in combinatie met nevenactiviteiten in de vorm van: hobbymatige agrarische activiteiten, het houden van een bed and breakfast in een bestaand hoofdgebouw c.q. woning of in een voormalig inpandig bedrijfsgedeelte, aan huis verbonden beroepen, tuinen en erven, groenvoorzieningen, cultuurgrond en water, verkeers- en verblijfsdoeleinden in de 7

8 vorm van wegen met een functie voor intern verkeer, voet- en fietspaden en parkeervoorzieningen, openbare nutsvoorzieningen, speelvoorzieningen. Waarde Archeologie 5 De voor Waarde Archeologie 5 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van hoge archeologische verwachtingswaarden. Waarde Beschermd dorpsgezicht De voor Waarde Beschermd dorpsgezicht aangewezen gronden behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud, herstel en versterking van het karakteristieke dorpsgezicht (De Streek) zoals dat is verwoord in de aanwijzing dorpsgezicht d.d. 18 oktober 1993 het document 'Staphorst een eigen wereld' van 31 mei Strijdigheid Ter plaatse van het plangebied zijn geen bouwmogelijkheden aanwezig ten behoeve van een reguliere woning. Dit vanwege het ontbreken van de juiste (woon)bestemming en een bouwvlak. Om het gewenste plan mogelijk te maken, dient het bestemmingsplan herzien te worden. Voorliggend bestemmingsplan voorziet hierin. 1.5 Leeswijzer Na deze inleiding wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op de ontstaansgeschiedenis van Rouveen en wordt tevens een beschrijving van de huidige situatie in het plangebied gegeven. Hoofdstuk 3 bevat de planbeschrijving. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op het beleidskader. Hierin wordt het beleid van rijk, provincie en de gemeente Staphorst beschreven. In hoofdstuk 5 passeren alle relevante milieu- en omgevingsaspecten de revue. Hoofdstuk 6 gaat in op de wateraspecten waaronder de watertoets. In de hoofdstukken 7 en 8 wordt respectievelijk ingegaan op de juridische aspecten/planverantwoording en de economische uitvoerbaarheid van het project. Hoofdstuk 9 gaat in op de inspraak en het vooroverleg. 8

9 HOOFDSTUK 2 ONTSTAANSGESCHIEDENIS EN BESCHRIJVING PLANGEBIED 2.1 Ontstaansgeschiedenis Rouveen ligt in een gebied waar in het begin van de middeleeuwen nog een metersdiep pakket hoogveen lag. De ontginning hiervan, die een aantal eeuwen heeft geduurd, bepaalt vandaag de dag het landschap. Het veen werd in een aantal slagen, die weer waren opgedeeld in ontginningshoeven met een vaste perceelsbreedte van ongeveer 125 meter, ontgonnen. Dit bepaalt nog steeds het verkavelingspatroon ter hoogte van Rouveen, hier staan de percelen schuin op de Oude Rijksweg. Doordat steeds nieuwe stukken veen werden ontgonnen verplaatsten de boerderijen mee. Het verplaatsen van deze boerderijen stopte eind 16 e eeuw. Eind 16 e eeuw heeft het bebouwingslint zijn huidige vorm gekregen. Dit bebouwingslint wordt De Streek genoemd en omvat de kernen Staphorst en Rouveen. De Streek ligt in een gebogen lijn die ter hoogte van Staphorst haaks op de ontginningspercelen ligt. Ter hoogte van Rouveen staat de verkavelingsrichting in een scherpe hoek op de straat. Ook de boerderijen volgen deze verkavelingsrichting. De karakteristieke boerderijen in De Streek zijn niet alleen naast elkaar op smalle kavels gesitueerd, maar ook achter elkaar. De bewoners hadden een sterke gemeenschapszin, waardoor kavels werden gesplitst en boerderijen steeds dichter naast elkaar kwamen te staan. Als hier geen ruimte meer was, werden de boerderijen ook achter elkaar gebouwd, meestal door de kinderen uit het voorgaande huis. De laatste jaren zijn steeds meer boeren vertrokken om elders een nieuw agrarisch bedrijf op te richten, met als gevolg veel leegstand aan De Streek. Als oplossing voor het tegengaan van leegstand en verval zijn meerdere boerderijen al opgesplitst in verschillende wooneenheden. Afbeelding 2.1: Bebouwingslint De Streek (Bron: Staphorst eigen wereld) 2.2 Beschrijving plangebied en omgeving De locatie bevindt zich achter het perceel aan de Oude Rijksweg 464 te Rouveen. Zoals hiervoor uitgebreid beschreven, maakt het plangebied onderdeel uit van het kenmerkende bebouwingslint De Streek. De ruimtelijke structuur wordt bepaald door de Oude Rijksweg en rechtlijnige ontginningsstructuren haaks op de Oude Rijksweg. De functionele structuur bestaat voornamelijk uit woningen. Het plangebied wordt begrensd door weiland aan de west- en zuidzijde. Voor het overige grenst het plangebied aan de woonpercelen van de Oude Rijksweg 462, Oude Rijksweg 462A en Oude Rijksweg 464. Al de voorgenoemde objecten betreffen rijksmonumenten. Deze monumentale status wordt nader toegelicht in 9

10 paragraaf De luchtfoto s en straatbeelden in afbeelding 2.2 en 2.3 geven een goed beeld van de ligging van het plangebied in de omgeving. Afbeelding 2.2: Luchtfoto van het plangebied in het bebouwingslint aan de Oude Rijksweg (Bron: Provincie Overijssel) Afbeelding 2.3: Straatbeeld van het plangebied (Bron: Google streetview) Langs de randen van het plangebied staan enkele bomen. Voor de rest is het plangebied onbebouwd en in gebruik als grasland. 10

11 HOOFDSTUK 3 PLANBESCHRIJVING 3.1 Ruimtelijke ontwikkeling Inleiding De gewenste ontwikkeling wordt mogelijk gemaakt op basis van de beleidsnotitie Open plekken Staphorst, 5e wijziging. Deze notitie staat het bebouwen van open plekken, vrijkomende locaties en locaties achter stegen, onder bepaalde voorwaarden toe. Voor plannen aan de Gemeenteweg en de Oude Rijksweg geldt dat woningtypen gebaseerd dienen te zijn op de Staphorster boerderij, dit is een langgerekt bouwwerk waarbij woonhuis, de deel/stal en hooiopslag in elkaars verlengde liggen. Daarnaast zijn er eisen qua positionering van de kavel en afmetingen van de woning. Een nieuwe woning dient minimaal 3 meter uit de zijdelingse perceelsgrens te worden opgericht op een perceel met een minimale breedte van 17 meter en een minimale diepte van 31 meter. Het perceel dient tevens een minimale oppervlakte te hebben van 600 vierkante meter. In paragraaf zal het plan worden getoetst aan de beleidsnotitie Open plekken Staphorst, 5 e wijziging. Hier zal blijken dat onderhavige locatie voldoet aan de voorwaarden zoals gesteld in deze notitie. Voor het verloop van de ruimtelijke procedure is daarnaast de erfdienstbaarheid een belangrijk aspect. Een plan dat een planologische ontwikkeling mogelijk maakt waarbij het noodzakelijk is dat het perceel ontsloten wordt middels een recht van overpad, is verplicht te voldoen aan de beleidslijn Erfdienstbaarheden. De in dit bestemmingsplan besloten ontwikkeling betreft de bouw van een woning op een open plek. De woning wordt evenwijdig in de lijn van de voorstaande woning aan de Oude Rijksweg 464 gebouwd, zodat de structuur en de zichtlijnen van het dorpslint behouden blijven. De open plek is niet gelegen aan een bestaande steeg, daarom zal er voor de ontsluiting gebruik worden gemaakt van de bestaande in- en uitrit van de Oude Rijksweg Het ontwerp Het ontwerp van de woning is gebaseerd op schuurtypologie. De woning sluit qua maat en schaal aan bij de bestaande bebouwing in het lint. Door het ontwerp en projectering van de bebouwing op de kavel te laten aansluiten op de Staphorster schuurtypologie, gaat het geheel goed op in de omgeving. De goothoogte bedraagt maximaal 3,6 meter en voor een specifiek deel 4,4 meter, de bouwhoogte maximaal 8 meter. Het gaat om een woonhuis met een breedte van 12 meter en een lengte van 26 meter. Het is wenselijk om het bijgebouw inpandig in de woning te realiseren, er is geen wens om een vrijstaand bijgebouw te realiseren. Een terreinschets en enkele bouwvolumes van het ontwerp zijn in afbeelding 3.1 tot en met 3.4 opgenomen. 11

12 Afbeelding 3.1: Terreinschets (Bron: Dons bouwkundig ontwerp & tekenbureau) Afbeelding 3.2: Volumestudie aanzicht gewenste woning (Bron: Dons bouwkundig ontwerp & tekenbureau) 12

13 Afbeelding 3.3: Perspectief van de achterzijde (Bron: Dons bouwkundig ontwerp & tekenbureau) Afbeelding 3.4: Voorgevel, rechterzijgevel en doorsnede (Bron: Dons bouwkundig ontwerp en tekenbureau) 13

14 Afbeelding 3.5: Linkerzijgevel (Bron: Dons bouwkundig ontwerp & tekenbureau) Afbeelding 3.6: Achtergevel (Bron: Dons bouwkundig ontwerp & tekenbureau) 3.2 Inrichting erf De inrichting van het plangebied sluit aan bij de typische inrichting van veel andere Staphorster percelen in De Streek. De kavel wordt eenvoudig ingericht (geen invulling als siertuin). De opzet van de kavel is transparant. Hagen en hekken worden zoveel mogelijk vermeden, er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van gras, afgewisseld met verharding en halfverharding. De beeldbepalende es en enkel andere streekeigen bomen worden behouden. Ter aanvulling hierop wordt voorzien in de aanplant van nieuwe streekeigen soorten zoals fruitbomen en elzen aan de zuidzijde. Er wordt weinig verlichting aangebracht. Het doorzicht vanaf de steeg naar het landschap blijft behouden. Aan de zuidzijde van het erf wordt een walnoot of een linde aangeplant. Het grasgazon loopt door tot aan de woning, waarbij het gras intensief gemaaid zal blijven worden. Verder van de woning af wordt er extensiever beheerd, hier is ook ruimte voor bloemenmengsels. De aan te beukenhagen langs de randen van de kavel zorgen voor een functionele afscheiding van het erf. Om de haag wat losser in 14

15 te richten worden streekeigen struiken (Gelderse roos, veldesdoorn, kardinaalshoed etc.) langs de haag aangelegd. Parkeren vindt zowel voor (2 parkeerplaatsen) als achter (twee parkeerplaatsen) plaats. 3.3 Verkeer en parkeren Uitgangspunten Algemeen Bij nieuwe ontwikkelingen moet rekening worden gehouden met de parkeerbehoefte en verkeersgeneratie die ontstaat. In dit geval wordt voor wat betreft de parkeerbehoefte en de verkeersgeneratie aangesloten bij publicatie Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie, publicatie 317 (oktober 2012) van het CROW. Het CROW ontwikkelt en publiceert kennis onder andere op het gebied van verkeer en parkeren. Specifiek voor verkeersgeneratie en parkeren heeft het CROW de publicatie Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie opgesteld. Deze kencijfers zijn landelijk (en juridisch) geaccepteerd en worden gezien als de meest betrouwbare gegevens met betrekking tot het bepalen van de verkeersgeneratie en het benodigde aantal parkeerplaatsen. Overigens wordt opgemerkt dat bij iedere functie, in de CROW-publicatie, een maximum en minimum wordt genoemd. Dit is de bandbreedte Uitgangspunten Qua functie, verstedelijkheidsgraad, stedelijke zone, parkeernorm en verkeersgeneratie worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: Functie: Wonen, koop - vrijstaand Verstedelijkingsgraad: Niet stedelijk gemeente Staphorst (Bron: CBS Statline) Stedelijke zone: Rest bebouwde kom Verkeer Het plangebied wordt ontsloten via een bestaande inrit op de Oude Rijksweg. Voor het gebruik van deze ontsluiting is een recht van overpad / erfdienstbaarheid van toepassing. De realisatie van de in dit bestemmingsplan besloten ontwikkeling zorgt niet voor een onevenredige verkeerstoename die de verkeersveiligheid en doorstroming van omliggende infrastructuur op een negatieve manier beïnvloed. De Oude Rijksweg is van een voldoende capaciteit om de geringe toename aan verkeer op te vangen Parkeren Uitgaande van bovengenoemde uitgangspunten geldt op basis van de CROW-publicatie een parkeernorm van 2,3 parkeerplaatsen per woning, inclusief een aandeel van 0,3 parkeerplaatsen voor bezoekers. In het plan wordt er voorzien in de aanleg van 4 parkeerplaatsen, waarmee ruimschoots aan de gewenste parkeerbehoefte wordt voldaan Conclusie Het aspect verkeer en parkeren vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van de in dit plan besloten ontwikkeling. 15

16 HOOFDSTUK 4 BELEIDSKADER Dit hoofdstuk beschrijft, voor zover van belang, het rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid. Naast de belangrijkste algemene uitgangspunten worden de specifieke voor dit plangebied geldende uitgangspunten weergegeven. 4.1 Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Algemeen Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vastgesteld. De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geeft een totaalbeeld van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en heeft de Nota Ruimte, de Structuurvisie Randstad 2040, de Nota Mobiliteit, de Mobiliteits Aanpak en de Structuurvisie voor de Snelwegomgeving vervangen. Tevens vervangt het een aantal ruimtelijke doelen en uitspraken in onder andere de Agenda Landschap en de Agenda Vitaal Platteland. Daarmee wordt de SVIR het kader voor thematische of gebiedsgerichte uitwerkingen van rijksbeleid met ruimtelijke consequenties Rijksdoelen en regionale opgaven In de SVIR heeft het Rijk drie rijksdoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028): Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijkeconomische structuur van Nederland; Het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. Voor de drie rijksdoelen worden de 13 onderwerpen van nationaal belang benoemd. Hiermee geeft het Rijk aan waarvoor het verantwoordelijk is en waarop het resultaten wil boeken. Buiten deze nationale belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. De drie hoofddoelen van het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid kennen nationale opgaven die regionaal neerslaan. Opgaven van nationaal belang in Oost-Nederland (de provincies Gelderland en Overijssel) zijn: Het waar nodig verbeteren van de internationale achterlandverbindingen (weg, spoor en vaarwegen) die door Oost Nederland lopen. Dit onder andere ten behoeve van de mainports Rotterdam en Schiphol; Het formuleren van een integrale strategie voor het totale rivierengebied van Maas en Rijntakken (Waal, Nederrijn, Lek en de IJssel, deelprogramma rivieren van het Deltaprogramma) en de IJsselvechtdelta (deelprogramma s zoetwater en rivieren) voor waterveiligheid in combinatie met bereikbaarheid, ruimtelijke kwaliteit, natuur, economische ontwikkeling en woningbouw; Het tot stand brengen en beschermen van de (herijkte) EHS, inclusief de Natura 2000 gebieden (zoals de Veluwe); Het robuust en compleet maken van het hoofdenergienetwerk (380 kv), onder andere door het aanwijzen van het tracé voor aansluiting op het Duitse hoogspanningsnet Ladder voor duurzame verstedelijking In de SVIR is de ladder voor duurzame verstedelijking geïntroduceerd. Deze ladder is per 1 oktober 2012 als motiveringseis in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.6, lid 2) opgenomen. Op 1 juli 2017 is de Ladder in het Besluit ruimtelijke ordening gewijzigd. Aanleiding voor de wijziging waren de in de praktijk gesignaleerde 16

17 knelpunten bij de uitvoering van de Ladder en de wens om te komen tot een vereenvoudigt en geoptimaliseerd instrument. Doel van de ladder voor duurzame verstedelijking is een goede ruimtelijke ordening door een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden. Hierbij geldt een motiveringsvereiste voor het bevoegd gezag als nieuwe stedelijke ontwikkelingen planologisch mogelijk worden gemaakt. Teneinde een ontwikkeling adequaat te kunnen toetsen aan de ladder is het noodzakelijk inzicht te geven in de begrippen bestaand stedelijk gebied en stedelijke ontwikkeling. In de Bro zijn in artikel definities opgenomen voor: bestaand stedelijk gebied: bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur. stedelijke ontwikkeling: ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen. Bij het beschrijven van de behoefte dient te worden uitgegaan van het saldo van de aantoonbare vraag naar de voorgenomen ontwikkeling (de komende tien jaar, zijnde de looptijd van het bestemmingsplan) verminderd met het aanbod in planologische besluiten, ook als het feitelijk nog niet is gerealiseerd (harde plancapaciteit) Toetsing aan de Ladder voor duurzame verstedelijking De ladder is van toepassing bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen (3.1.6 Bro). Op het realiseren van woningen zijn ondermeer de uitspraken ABRvS 27 augustus 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3223 en ABRvS 11 juni 2014, ECLI:NL:RVS:2014:2077 van toepassing. Uit deze uitspraken blijkt dat het realiseren van respectievelijk 4 en 7 woningen niet wordt gezien als stedelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, aanhef en onder i, Bro. In voorliggend geval is de ladder voor duurzame verstedelijking dan ook niet van toepassing, aangezien er sprake is van het toevoegen van slechts één woning Conclusie toetsing aan het rijksbeleid Geconcludeerd kan worden dat het relevante ruimtelijke ordeningsbeleid op rijksniveau de in dit bestemmingsplan besloten ontwikkeling niet in de weg staat. 4.2 Provinciaal beleid Algemeen Het provinciaal beleid is verwoord in tal van plannen. Het belangrijkste plan betreft de Omgevingsvisie Overijssel en de daarbij behorende Omgevingsverordening Overijssel Omgevingsvisie Overijssel (2017) De Omgevingsvisie is een integrale visie waarin de beleidsambities en doelstellingen staan die van provinciaal belang zijn voor de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving van Overijssel. Het uitgangspunt is gericht op het jaar De visie biedt kaders in de vorm van ontwikkelingsperspectieven voor de groene omgeving en stedelijke omgeving. Daarbinnen krijgen gemeenten, waterschappen, maatschappelijke organisaties en andere initiatiefnemers mogelijkheden om ruimtelijke ontwikkelingen te realiseren. De opgaven en kansen waar de provincie Overijssel voor staat, zijn verwerkt in centrale beleidsambities voor negen beleidsthema's. Deze beleidsthema's worden benaderd vanuit de overkoepelende rode draden duurzaamheid, ruimtelijke kwaliteit en sociale kwaliteit. 17

18 Duurzame ontwikkeling voorziet in de behoefte van de huidige generatie, zonder voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien. Ruimtelijke kwaliteit is datgene wat de ruimte geschikt maakt en houdt voor wat voor mens, plant en dier belangrijk is. Ruimtelijke kwaliteit gaan vooral over 'goed': mooi, functioneel en toekomstbestendig. Sociale kwaliteit gaat over het welzijn of 'goed voelen' van de mens. In de omgevingsvisie gaat het over het welzijn van de mens in relatie tot de fysieke leefomgeving Omgevingsverordening Overijssel (2017) De provincie beschikt over een palet aan instrumenten waarmee zij haar ambities realiseert. Het gaat er daarbij om steeds de meest optimale mix van instrumenten toe te passen, zodat effectief en efficiënt resultaat wordt geboekt voor alle ambities en doelstellingen van de Omgevingsvisie. Eén van de instrumenten om het beleid uit de Omgevingsvisie te laten doorwerken is de Omgevingsverordening Overijssel. De Omgevingsverordening is het provinciaal juridisch instrument dat wordt ingezet voor die onderwerpen waarvoor de provincie eraan hecht dat de doorwerking van het beleid van de Omgevingsvisie juridisch geborgd is. Er wordt nadrukkelijk gestuurd op ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. Uitgangspunt is dat verstedelijking en economische activiteiten gebundeld worden ten behoeve van een optimale benutting van bestaand bebouwd gebied Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel Om te bepalen of een initiatief bijdraagt aan de ambities van de provincie Overijssel, wordt het Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel gebruikt. In dit uitvoeringsmodel staan de volgende stappen centraal: 1. Of generieke beleidskeuzes 2. Waar ontwikkelingsperspectieven 3. Hoe gebiedskenmerken Bij een initiatief voor bijvoorbeeld woningbouw, een nieuwe bedrijfslocatie, toeristisch-recreatieve voorzieningen, natuurontwikkeling, etcetera kan de hand van deze drie stappen worden bepaald of een initiatief binnen de geschetste visie voor Overijssel mogelijk is, waar het past en hoe het uitgevoerd kan worden. De eerste stap, het bepalen van de of-vraag, lijkt in strijd met de wens zoveel mogelijk ruimte te willen geven aan nieuwe initiatieven. Met het faciliteren van initiatieven moet echter wel gekeken worden naar de (wettelijke) verantwoordelijkheden zoals veiligheid of gezondheid. Het uitvoeringsmodel maakt helder wat kan en wat niet kan. Om een goed evenwicht te vinden tussen het bieden van ruimte aan initiatieven en het waarborgen van publieke belangen, varieert de provinciale sturing: soms normstellend, maar meestal richtinggevend of inspirerend. In afbeelding 4.1 is het Uitvoeringsmodel weergegeven. 18

19 Afbeelding 4.1: Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel (Bron: Provincie Overijssel) Of - Generieke beleidskeuzes (normstellend) Maatschappelijke opgaven zijn leidend in het handelen. Allereerst is het dan ook de vraag of er een maatschappelijke opgave is. Of een initiatief mogelijk is, wordt onder andere bepaald door generieke beleidskeuzes van EU, Rijk of provincie. Denk hierbij aan beleidskeuzes om basiskwaliteiten als schoon drinkwater en droge voeten te garanderen. Maar ook aan beleidskeuzes om overaanbod van bijvoorbeeld woningbouw- en kantorenlocaties en daarmee grote financiële en maatschappelijke kosten te voorkomen. In de omgevingsvisie zijn de provinciale beleidskeuzes hieromtrent vastgelegd. De generieke beleidskeuzes zijn vaak normstellend. Dit betekent dat ze opgevolgd moeten worden: het zijn randvoorwaarden waarmee iedereen rekening moet houden vanwege zwaarwegende publieke belangen. De normstellende beleidskeuzes zijn vastgelegd in de omgevingsverordening. Waar - Ontwikkelingsperspectieven (richtinggevend) Na het beantwoorden van de of-vraag, is de vraag waar het initiatief past of ontwikkeld kan worden. De Omgevingsvisie onderscheid zes ontwikkelingsperspectieven. Deze ontwikkelingsperspectieven schetsen een ruimtelijk perspectief voor een combinatie van functies en geven aan welke beleids- en kwaliteitsambities leidend zijn. De ontwikkelingsperspectieven geven zo richting aan waar wat ontwikkeld zou kunnen worden. De ontwikkelingsperspectieven zijn richtinggevend. Dit betekent dat er ruimte is voor lokale afweging: een gemeente kan vanwege maatschappelijke en/of sociaal-economische redenen in haar Omgevingsvisie en bestemmings- of omgevingsplan een andere invulling kiezen. Die dient dan wel te passen binnen de voor dat ontwikkelingsperspectief geldende kwaliteitsambities. Daarbij dienen de nieuwe ontwikkelingen verbonden te worden met de bestaande kenmerken van het gebied, conform de Catalogus Gebiedskenmerken (de derde 19

20 stap in het uitvoeringsmodel). Naast ruimte voor een lokale afweging ten aanzien van functies en ruimtegebruik, is er ruimte voor een lokale invulling van de begrenzing: de grenzen van de ontwikkelingsperspectieven zijn signaleringsgrenzen. Hoe - Gebiedskenmerken (normstellend, richtinggevend of inspirerend) Ten slotte is de vraag hoe het initiatief ingepast kan worden in het landschap. De gebiedskenmerken spelen een belangrijke rol bij deze vraag. Onder gebiedskenmerken worden de ruimtelijke kenmerken van een gebied of gebiedstype die bepalend zijn voor de karakteristiek en kwaliteit van dat gebied of gebiedstype verstaan. Voor alle gebiedstypen in Overijssel beschrijft de Catalogus Gebiedskenmerken welke kwaliteiten en kenmerken van provinciaal belang zijn en behouden, versterkt of ontwikkeld moeten worden. De gebiedskenmerken zijn soms normstellend, maar meestal richtinggevend of inspirerend. Voor de normerende uitspraken geldt dat deze opgevolgd dienen te worden; ze zijn in de omgevingsverordening geregeld. De richtinggevende uitspraken zijn randvoorwaarden waarmee in principe rekening gehouden moet worden. Hier kan gemotiveerd van worden afgeweken, mits aannemelijk is gemaakt dat met het alternatief de kwaliteitsambities even goed of zelfs beter gerealiseerd kunnen worden. De inspirerende uitspraken bieden een wenkend perspectief: het zijn voorbeelden van de wijze waarop ruimtelijke kwaliteitsambities ingevuld kunnen worden. De inspirerende uitspraken bieden een wenkend perspectief: het zijn voorbeelden van de wijze waarop ruimtelijke kwaliteitsambities ingevuld kunnen worden. Initiatiefnemers kunnen zich hierdoor laten inspireren, maar dit hoeft niet Toetsing van het initiatief aan het Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel Indien het concrete initiatief wordt getoetst aan de Omgevingsvisie Overijssel ontstaat globaal het volgende beeld Of - Generieke beleidskeuzes Bij de afwegingen in de eerste fase generieke beleidskeuzes zijn vooral artikel 2.1.3, en artikel 2.11 van de Omgevingsverordening Overijssel van belang. Op de artikelen zal hierna nader worden ingegaan. Artikel 2.1.3: Zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik voorzien uitsluitend in stedelijke ontwikkelingen die een extra ruimtebeslag door bouwen en verharden leggen op de groene omgeving wanneer aannemelijk is gemaakt: dat er voor deze opgave in redelijkheid geen ruimte beschikbaar is binnen het bestaande bebouwd gebied en de ruimte binnen het bestaand bebouwd gebied ook niet geschikt te maken is door herstructurering en/of transformatie; dat mogelijkheden voor meervoudig ruimtegebruik binnen het bestaand bebouwd gebied optimaal zijn benut. In de Omgevingsverordening Overijssel is het begrip groene omgeving nader gedefinieerd als: de gronden die niet vallen onder bestaand bebouwd gebied. In de Omgevingsverordening Overijssel is het begrip bestaand bebouwd gebied nader gedefinieerd als: de gronden die benut kunnen worden voor stedelijke functies op grond van geldende bestemmingsplannen en op grond van voorontwerp-bestemmingsplannen voor zover de provinciale diensten daarover schriftelijk een positief advies hebben uitgebracht in het kader van het vooroverleg als bedoeld in artikel Bro/artikel 10 BRO. Gelet op het feit dat de locatie zich binnen een bestemmingsplan voor de bebouwde kom valt, is artikel van toepassing. Toetsing van het initiatief aan artikel van de Omgevingsverordening Overijssel In voorliggend geval wordt de nieuwe bebouwing in aansluiting op de bestaande bebouwingsstructuur van Rouveen gebouwd. Het plangebied blijft binnen de contouren van de planbegrenzing van het geldende bestemmingsplan De Streek, zodat geen sprake is van een extra ruimtebeslag op de groene omgeving. Met 20

21 het invullen van de open plek wordt een functie gerealiseerd die zowel functioneel als ruimtelijk c.q. stedenbouwkundig passend is. De ontwikkeling is in overeenstemming met artikel van de Omgevingsverordening Overijssel. Artikel 2.2.2: Realisatie nieuwe woningen (lid 1) en omgevingsvergunningen als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wabo, voorzien uitsluitend in de mogelijkheid tot het realiseren van nieuwe woningen als de behoefte daaraan is aangetoond door middel van actueel onderzoek woningbouw. Toetsing van het initiatief aan artikel lid 1 Voorliggende ontwikkeling betreft de realisatie van één woning op basis van de Beleidsnotitie Open plekken Staphorst, 5e wijziging van de gemeente Staphorst. De woning voldoet aan de kwalitatieve behoefte in de markt en wordt gebouwd voor de lokale behoefte. Derhalve is voorliggend bestemmingsplan in overeenstemming te achten met artikel uit de Omgevingsverordening Overijssel. Artikel 2.11: Cultureel erfgoed In de toelichting op bestemmingsplannen wordt aangegeven op welke wijze bij de planontwikkeling rekening is gehouden met de aanwezige cultuurhistorische waarden. Onder cultuurhistorische waarden wordt verstaan: het samenspel van historische landschappen, historisch geografische elementen en structuren, cultuurhistorisch waardevolle gebouwen en bouwwerken en archeologische vindplaatsen die iets vertellen over het verleden. Toetsing van het initiatief aan artikel 2.11 van de Omgevingsverordening Overijssel Onderhavig plangebied bevindt zich binnen de begrenzing van een karakteristieke dorpsgezicht (De Streek) zoals dat is verwoord in de aanwijzing dorpsgezicht d.d. 18 oktober 1993 en het document 'Staphorst een eigen wereld' van 31 mei 2005 en dat met name wordt gekenmerkt door: het verkavelingspatroon van de percelen, waaronder mede begrepen het water- en wegenpatroon en de groenstructuur in de vorm van singelbeplanting; de stegen (erfontsluitingswegen) bestraat met klinkers; de architectuur van gebouwen, zoals de forse Staphorsterboerderij (type Hallehuis) en nieuwere bebouwing die qua schaal, situering en bouwstijl past in het historische bebouwingsbeeld; de plaatsing van gebouwen op de percelen achter elkaar, op wisselende afstanden en bijna altijd met de nok in het verlengde van aanliggende steeg; de verspringingen in de rooilijn van de voorgevels van boerderijen die zijn gericht op de Gemeenteweg en de Oude Rijksweg; de groenstructuur voor de rooilijn en de daartussen liggende open groengebieden, alsmede de beplanting op en rondom erven die bijdraagt aan het besloten karakter van het dorp en de afgrenzing naar het buitengebied. Met de architectuur van de woning, de inrichting en materiaalgebruik van de erfinrichting en projectering van de bebouwing op de kavel is rekening gehouden met het cultuurhistorisch waardevolle dorpsgezicht van De Streek. Dit is planologisch verankerd door de dubbelbestemming Waarde Beschermd dorpsgezicht overeenkomstig het moederplan over te nemen. De ontwikkeling sluit hiermee aan bij artikel 2.11 van de Omgevingsverordening. Bij de overige afwegingen in de eerste fase Of - generieke beleidskeuzes zijn er verder geen aspecten die bijzondere aandacht verdienen Waar - Ontwikkelingsperspectieven Het plangebied behoort tot het ontwikkelingsperspectief Steden en dorpen als veelzijdige leefmilieus woonen werklocaties buiten de stedelijke netwerken en Wonen en werken in het kleinschalig mixlandschap. Eén 21

22 en ander wordt ook weergegeven in afbeelding 4.2 waarin een uitsnede van de ontwikkelingsperspectievenkaart is opgenomen. Afbeelding 4.2: Uitsnede ontwikkelingsperspectievenkaart Omgevingsvisie Overijssel (Bron: Provincie Overijssel) Woon- en werklocaties buiten de stedelijke netwerken De steden en dorpen buiten de stedelijke netwerken mogen altijd bouwen voor de lokale behoefte aan wonen, werken en voorzieningen, inclusief lokaal gewortelde bedrijvigheid, mits onderbouwd en regionaal afgestemd. Herstructurering en transformatie van de woon-, werk-, voorzieningen- en mixmilieus moeten deze vitaal en aantrekkelijk houden en de diversiteit aan milieus versterken. Herstructurering en transformatie bieden kansen om te anticiperen op klimaatverandering (bijvoorbeeld door ruimte voor groen, natuur en water te reserveren). Van belang is de stedelijke ontwikkeling altijd af te stemmen op de kenmerken van het watersysteem, bijvoorbeeld in laaggelegen gebieden bij bouw- en evacuatieplannen rekening houden met risico s op overstroming of wateroverlast. Herstructurering en transformatie kunnen ook bijdragen aan de energietransitie (door het nemen van energie-efficiënte maatregelen en/of het opwekken van duurzame energie door bijvoorbeeld het aanwezige dakoppervlak te benutten). Wonen en werken in het kleinschalig mixlandschap Van de ruimtelijke kwaliteitsambities staat in dit ontwikkelingsperspectief de ambitie Voortbouwen aan de kenmerkende structuren van de agrarische cultuurlandschappen voorop. Daarnaast gelden net als voor alle andere ontwikkelingsperspectieven de ruimtelijke kwaliteitsambities: zichtbaar en beleefbaar mooi landschap; sterke ruimtelijke identiteiten als merken voor Overijssel; continu en beleefbaar watersysteem. Toetsing van het initiatief aan het Ontwikkelingsperspectief De ontwikkeling vindt plaats op een open plek die op basis van de Beleidsnotitie Open plekken Staphorst, 5e wijziging ingevuld mag worden met woningbouw. Zowel functioneel als stedenbouwkundig wordt het plan als passend beoordeeld. Het plangebied is gelegen in een omgeving waar wonen de hoofdfunctie is. Met de ontwikkeling vindt geen ruimtebeslag op de groene omgeving plaats. 22

23 Hoe - Gebiedskenmerken Op basis van gebiedskenmerken in vier lagen (natuurlijke laag, laag van het agrarisch-cultuurlandschap, stedelijke laag en lust- en leisurelaag) gelden specifieke kwaliteitsvoorwaarden en opgaven voor ruimtelijke ontwikkelingen. 1. De natuurlijke laag Het plangebied is op de gebiedskenmerkenkaart van de natuurlijke laag aangeduid met het gebiedstype Laagveengebieden (in cultuur gebracht). In afbeelding 4.3 is dat weergegeven. Afbeelding 4.3: De natuurlijke laag: Laagveenontginningen (in cultuur gebracht) (Bron: Provincie Overijssel) Laagveengebieden (in cultuur gebracht) Grote gebieden, waar onder invloed van stagnerend water en grondwater uitgestrekte veenmoerassen zijn ontstaan. Hier bestonden diverse verlandingsstadia naast elkaar: open water rietmoeras opgaand moerasbos. Ambitie is de Wieden en Weerribben als grootste laagveenmoeras van Europa, aan elkaar verbinden via een brede overgangszone en ontwikkelen als een groot aaneengesloten (half) natuurlijk vaar- en recreatielandschap, met hoge biodiversiteit, met aanliggende kernen als poorten naar de natuur. Ook in de overige veenweidelandschappen is een hoog waterpeil van belang om inklinking tegen te gaan. Het open karakter is zowel ruimtelijk waardevol, als voor weidevogels en ganzen. Toetsing van het initiatief aan de Natuurlijke laag De gronden in het plangebied zijn in cultuur gebracht ten behoeve van de landbouw en ingericht als erf. Ook de directe omgeving is in cultuur gebracht ten behoeve van de landbouw en stedelijke functies (bebouwingslint Rouveen). De van oorsprong voorkomende Natuurlijke laag is dan ook niet of nauwelijks meer aanwezig. Middels een adequate inpassing van het erf, op basis van het advies van de Ervenconsulent, wordt de in dit bestemmingsplan besloten ontwikkeling op een landschappelijk verantwoorde wijze ingepast in het landschap. Er wordt ter plaatse fors geïnvesteerd in het landschap. Hiermee sluit de locatie in de toekomstige situatie goed aan bij de gebiedskenmerken van omliggend landschap en wordt het initiatief op een passend wijze ingepast in het landschap. Geconcludeerd wordt dat het plan in overeenstemming is met het gestelde in de Natuurlijke laag. 23

24 2. De laag van het agrarisch cultuurlandschap Het plangebied is op de gebiedskenmerkenkaart van de laag van het agrarisch cultuurlandschap aangeduid met het gebiedstype Laagveenontginningen. In afbeelding 4.4 is dat weergegeven. Afbeelding 4.4: De laag van het agrarisch cultuurlandschap: Laagveenontginningen (Bron: Provincie Overijssel) Laagveenontginningen Open, laag en nat landschap ontstaan door occupatie vanuit de bewoonde hogere randen. Deels door vervening, deels door alleen ontwatering. Kenmerkende zonering van intensief gebruik langs de bewoonde randen en extensief gebruik naar het achterland. Boerderijen langs vaarten en wegen. De ambitie is de cultuurhistorische kwaliteiten van het laagveenlandschap zoveel als mogelijk in stand te houden en beleefbaar te maken. De grote open ruimtes, het patroon van sloten met beplantingen, de vochtige bloemrijke weides met weidevogels geven dit landschap grote belevingswaarde. De grondgebonden landbouw is de drager van deze kwaliteiten, echter een nieuw perspectief op een gebiedsgerichte bedrijfsvoering eventueel in combinatie met andere functies is voor de toekomst van deze gebieden zeer wenselijk. Het karakteristieke bebouwingspatroon (voorkant aan de openbare weg; achterkant aan het landschap en in polder Mastenbroek op terpen) vormt vertrekpunt bij herstructurering, verdichting en uitbreiding van de agrarische bebouwing en de woon / werkmilieus. Toetsing van het initiatief aan de laag van het agrarisch cultuurlandschap In het inrichtingsplan is weergegeven dat de nieuwe bebouwing op een zorgvuldige wijze in het landschap wordt ingepast. In de planbeschrijving (zie paragraaf 3.1) is hier al nader op ingegaan. Bij het bepalen van de landschappelijke inpassingen is bijvoorbeeld aandacht besteed aan het respecteren van de lineaire ontginningsrichting, waardevolle zichtlijnen en de aanleg van streekeigen beplanting. De materialen van de bebouwing zullen afgestemd worden op de bebouwingskenmerken van de bebouwing (Schuurtypologie) in het omliggende gebied. Daarmee is de ontwikkeling is overstemming met het gestelde in de Laag van het agrarisch cultuurlandschap. 3. De stedelijke laag Het plangebied is op de gebiedskenmerkenkaart van de stedelijke laag aangeduid met het gebiedstype bebouwingsschil In afbeelding 4.5 is dat weergegeven. 24

25 Afbeelding 4.5: De stedelijke laag: bebouwingsschil (Bron: Provincie Overijssel) Bebouwingsschil De bebouwingsschil bestaat uit gemengde stadwijken en woonwijken direct aansluitend op de historische centra en binnensteden. Op sommige plaatsen liggen (voormalige) grootschalige fabriekscomplexen direct aansluitend aan woonwijken. Deze stadswijken kennen een gesloten, compacte vorm (bouwblokken) en zijn veelal opdeelbaar in wijken met eigen karakter. De wijken worden van elkaar gescheiden door doorgaande lanen, singels en stadsstraten. Kenmerkend in de bebouwing is de verwantschap in architectuurstijlen en aandacht voor architectonische details en verbijzondering van gebouwen op specifieke plekken als straathoeken. Als herstructurering, inbreiding en toevoeging van bebouwing plaats vinden in de individueel ontwikkelde stadswijken van de bebouwingsschil , dan dragen deze bij aan behoud, versterking en vernieuwing van de individuele bebouwing met een eigen karakter en uitstraling. Ontwikkelingen voegen zich in maat, schaal en ritme naar de omliggende bebouwing. Als herstructurering etc. plaats vindt in de tuindorpen en fabriekswijken, dan voegt de vernieuwde/nieuwe bebouwing zich in de structuur van de bebouwde massa en groenstructuur, gericht op behoud van eenheid en eenduidigheid, met oog voor details. Verder wordt gestuurd op hergebruik/reanimatie van cultureel erfgoed. Toetsing van het initiatief aan de Stedelijke laag Bij de uitwerking de planontwikkeling is rekening gehouden met het waardevolle karakter van de Streek. Zowel de locatie van de bebouwing als het stedenbouwkundige ontwerp (materialisering, kleurstelling en dergelijke) sluiten aan bij de karakteristieke opbouw van de Streek. Ook vanuit functioneel oogpunt, onderdeel uitmakend van het bebouwingslint, is de woning als passend aan te merken op deze locatie. De ontwikkeling is als passend aan te merken ten aanzien van de stedelijke laag. 2. De Laag van de beleving Met de natuurlijke laag, de laag van het agrarische cultuurlandschap en de stedelijke laag is het spectrum van de ruimtelijke kwaliteit nog niet compleet. De laag van de beleving is het domein van de belevenis, de betekenis en identiteit. Het voegt kenmerken toe als landgoederen, recreatieparken, recreatieve routes maar benut ook vooral de kwaliteit van de andere drie lagen. Het maakt ze beleefbaar en tot een belevenis. Het belevenisaspect wordt een steeds belangrijke pijler onder het ruimtelijk kwaliteitsbeleid. 25

26 De ambitie is gericht op sterke ruimtelijke identiteiten als motor voor gebiedsontwikkeling. Het gaat er om beleving, betekenis en kwaliteit van de omgeving te versterken en de beleefbaarheid en toegankelijkheid van het landschap te vergroten. De locatie heeft op de gebiedskenmerkenkaart de Laag van de beleving de aanduidingen donkerte, IJssellinie inundatieveld en Verdedigingslinies In afbeelding 4.6 is dat aangegeven. Afbeelding 4.6: De laag van de beleving: Donkerte (Bron: Provincie Overijssel) Donkerte Lichte gebieden geven een beeld van economische dynamiek; zoals de steden en dorpen, de snelwegen, de kassengebieden, attractieparken en grote bedrijventerreinen. De donkere gebieden geven daarentegen een indicatie van het rustige buitengebied van Overijssel. Het zijn relatief luwe en dunbevolkte gebieden met een lage gebruiksdruk. De ambitie is gericht op het koesteren van donkerte als kwaliteit. Het streven is gericht op het handhaven van de donkerte en, waar mogelijk, de gebieden bij ontwikkelingen nog donkerder te maken. De richting van de sturing is gericht op het minimaal toelaten van kunstlicht. Het vereist het selectief inzetten en 'richten' van kunstlicht en het vermijden van onnodig kunstlicht bij ontwikkelingen. De kansen hiervoor doen zich met name voor bij ontwikkelingen die een grote invloed hebben op het aspect donkerte, zoals grotere woon- en werklocaties en wegen. Ook de projectering van passages van auto(snel)wegen en regionale wegen speelt daarbij een grote rol vanwege het feit dat op- en afritten veelal leiden tot stedelijke ontwikkelingen. Bakens in de tijd Bakens in de tijd zijn relicten van diverse aard uit verschillende perioden van de wordingsgeschiedenis van Overijssel. Geologische monumenten (bv pingo s), archeologische monumenten en vindplaatsen, schansen, verdedigingslinies, kapelletjes, religieuze monumenten, historische wegen tot landschappelijke ensembles zoals De Kolonie. Bakens zijn niet alleen (water)torens en andere hoge, kenmerkende bouwsels, ook patronen als de (ruil)verkavelingsstructuur vormen een baken in de tijd. De essentie van de bakens in de tijd is, dat ze de verhalende laag toevoegen aan het landschap. Het zijn belangrijke ingrediënten in de opbouw van gebiedsidentiteit. Het zijn plekken waar tijdsdiepte tot intense indrukken leidt. Creëer verbindingen en verbanden tussen bestaande bakens die onderdeel van een groter geheel zijn, maar nu verloren of geïsoleerd in het landschap liggen. Voeg bakens van deze tijd toe. Behoud monumenten, karakteristieke gebouwen en cultuurhistorische waarden door ze bewust in te zetten in gebiedsopgaves. Maak de bakens meer zichtbaar en ontwikkel recreatieve routes langs deze bakens met uitleg over de ontstaansgeschiedenis. 26

27 Toetsing van het initiatief aan de "Laag van de beleving Met de bouw van de in dit bestemmingsplan besloten ontwikkeling vindt nauwelijks extra uitstraling van kunstlicht plaats. De toename van kunstlicht betreft voornamelijk oriëntatieverlichting. Geconcludeerd wordt dat het aspect donkerte geen belemmering vormt voor het voornemen. Wat betreft de bakens in de tijd (IJssellinie inundatieveld en verdedigingslinies) wordt opgemerkt dat het plan geen invloed heeft op de kenmerken en kwaliteiten van deze bakens. De woning wordt gebouwd passend in de verkavelingsstructuur en aansluitend op de karakteristieke kenmerken van het gebied de Streek. Geconcludeerd wordt dat het aspect bakens in de tijd geen belemmering vormt voor het voornemen Conclusie toetsing aan het provinciaal beleid Geconcludeerd kan worden dat de in dit voorliggende bestemmingsplan besloten ruimtelijke ontwikkeling in overeenstemming is met het in de Omgevingsvisie Overijssel verwoorde en in de Omgevingsverordening verankerde provinciaal ruimtelijk beleid. 4.3 Gemeentelijk beleid Staphorst een eigen wereld Algemeen Het landschap van Staphorst is een begrip. Het is een voor Nederland uniek landschap, rijk aan specifieke, gebiedsgebonden cultuurhistorische waarden. Het is een karakteristiek landschap, met een sterk onderscheidende ruimtelijke identiteit. Derhalve is het landschap van Staphorst aangewezen als Belvedèregebied. In de Nota Belvedère is het rijksbeleid neergelegd over de relatie tussen cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting. Centrale doelstelling van de nota is dat de cultuurhistorische identiteit sterker richtinggevend wordt voor de inrichting van de ruimte in ons land. In het kader van de Nota Belvedère zijn de cultuurhistorisch meest waardevolle gebieden en steden in Nederland op kaart gezet. Staphorst is één van deze gebieden. Om de ruimtelijke karakteristiek van Staphorst te kunnen duiden is in Staphorst een eigen wereld uitgegaan van verschillende schaalniveaus: het schaalniveau van het landschap (direct grenzend aan het lint); het schaalniveau van de Streek en het schaalniveau van de afzonderlijke boerderijen met hun bijhorende tuin- en erfinrichting. De samenhang van deze schaalniveaus bepaalt het karakteristieke beeld van Staphorst De 3 schaalniveaus Het landschap Karakteristiek voor het Staphorster landschap zijn de elzensingels. In het verleden is de Streek omgeven door deze kleinschalige wereld. In de huidige situatie zijn delen van het landschap veel opener van karakter. Met de ruilverkaveling / landinrichting zijn veel singels opgeruimd, om zo tot grotere percelen te komen. Ten noorden van Staphorst is het singellandschap nog zichtbaar, maar vooral in het gebied tussen de Streek en de snelweg zijn de perceelsrandbeplantingen en de smalle verkaveling beeldbepalend. De Streek De Streek is het twaalf kilometer lange lint tussen Lichtmis en Halfweg. Het lint heeft een min of recht verloop ter plaatse van Staphorst. Het Rouvener tracé (tussen Dekkersweg en Lichtmis) kent een meer slingerend verloop. Er is sprake van een grote ruimtelijke continuïteit langs het lint. De Streek kent grotendeels een dichte bebouwingsstructuur van monumentale boerderijen die een sterke architectonische verwantschap hebben. Opvallend is de verdraaiing van de perceelsrichting ten opzichte van de weg: in Staphorst staat deze vrijwel haaks op de weg terwijl verder naar het zuiden, in Rouveen, de verkavelingsrichting onder een scherpe hoek 27

28 staat met de weg. Ook de boerderijen staan hier niet haaks op de weg maar volgen de richting van de percelen. Het karakteristieke patroon van achter elkaar geplaatste boerderijen, waarbij de richting ten opzichte van de weg vaak een hoek vertoont, is het beeldmerk van Staphorst. Het is het resultaat van een langdurig proces van vererving, opsplitsing en nieuwbouw van boerderijen. Deze bijzondere bebouwingsstructuur moet gewaarborgd blijven. De boerderij & erf 70% van de boerderijen in de Streek is aangeduid als monument. In totaal staan er 294 rijksmonumenten en 313 gemeentemonumenten in het lint. De typisch Staphorster boerderij is een langgerekt bouwwerk waarbij woonhuis, deel, stal en hooiopslag in elkaars verlengde liggen. De boerderijen dateren uit de 19e en 20e eeuw. Naast de (vaak monumentale) boerderijen zijn ook de bijgebouwen beeldbepalend voor het Staphorster lint. Van oudsher gaat het hierbij om eenvoudige, vaak houten bouwwerken. Het groene karakter van het lint wordt voor een belangrijk deel gedragen door de erfbeplantingen. De maat en de vorm van de erven variëren langs het lint. Waar boerderijen op relatief grote afstand van de weg staan is sprake van een groene en besloten wereld met grote, soms monumentale bomen Perspectief Het landschap Het landschap en de Streek zijn nauw met elkaar verbonden. Op het schaalniveau van het landschap spelen de volgende zaken: het versterken en verbeteren van de karakteristieke beplantingsstructuur; het versterken van de recreatieve betekenis; het leesbaar maken en houden van de geschiedenis van het landschap. Afbeelding 4.7: Perspectief voor het landschap (Bron: Gemeente Staphorst) 28

29 De Streek De bijzondere bebouwingsstructuur in De Streek moet gewaarborgd blijven. Dit betekent echter niet dat er geen ruimte voor nieuwe ontwikkelingen zou zijn. Binnen de Streek wordt, in beperkte mate, ruimte gezien voor het ontwikkelen van nieuwe woningen. Daarmee is niet iedere open locatie automatisch een bouwlocatie. De nieuwbouw dient zich echter nadrukkelijk te voegen binnen het bestaande ensemble. Afbeelding 4.8: Perspectief voor de Streek (Bron: Gemeente Staphorst) De boerderij & erf Ten aanzien van de boerderijen spelen de volgende aspecten: het verdwijnen van de agrarische functie uit het lint en daarmee het verdwijnen van de belangrijkste functie van de boerderijen en bijgebouwen; de inrichting van de tuinen en erven rond de boerderijen. De boerderijen zijn over het algemeen goed beschermd. Voor bijgebouwen geldt dat ze qua omvang en materialisering ondergeschikt zijn aan de boerderij: de hoofdmassa op het erf. Niet alleen de boerderijen zelf maar ook de manier waarop de tuinen en erven zijn ingericht draagt bij aan het karakteristieke beeld van Staphorst. 29

30 Afbeelding 4.9: Perspectief voor de boerderij en het erf (Bron: Gemeente Staphorst) Landschap + lint + boerderij & erf Het beschermde gezicht geeft veel aandacht aan het lint; de Streek, en dan met name aan de boerderijen als bijzondere elementen. Het beschermde gezicht heeft minder aandacht voor het landschap. Landschap en lint zijn in Staphorst echter onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het lint vormt in feite de versteende structuur van het landschap. De relatie tussen lint en landschap is onderbelicht. Juist de versmelting van die twee vormt een wezenlijke karakteristiek van Staphorst. De elzensingels; het doorlopen van de singelbeplanting tot in het lint; de structuur van dwarswegen haaks op het lint; de doorzichten naar het achterland; de ontsluiting van het landschap en de sporen uit het verleden vormen essentiële aspecten van Staphorst. In afbeelding wordt weergegeven op welken wijze de erfinrichting, in relatie tot de versteende structuur in de Streek dient plaats te vinden. 30

31 Afbeelding 4.10: Erfinrichting in de Streek (Bron: Gemeente Staphorst) Toetsing van het initiatief aan Staphorst een eigen wereld Het erf zal op een verantwoorde wijze worden vormgegeven waarbij terdege rekening is gehouden met de historische context van het bebouwingslint en de overgang van het erf naar het landschap. Bij de uitwerking de planontwikkeling zoals verwoord in hoofdstuk 3 is rekening gehouden met het waardevolle karakter van de Streek. Zowel qua positionering van de bebouwing als het stedenbouwkundige ontwerp (materialisering, kleurstelling en dergelijke) wordt voldaan aan het beleidsdocument Staphorst een eigen wereld. De ontwikkeling sluit aan bij de beleidsuitgangspunten zoals opgenomen in het beleidsdocument Staphorst een eigen wereld Woonvisie Algemeen De gemeente Staphorst heeft een woonvisie opgesteld voor de periode , met een doorkijk naar Deze woonvisie is op 1 november 2016 vastgesteld door de gemeenteraad van Staphorst. De gemeente Staphorst vindt het noodzakelijk een actueel, integraal en goed onderbouwde woonvisie te hebben om zodoende als gemeente de ontwikkelingen op het gebied van wonen te kunnen initiëren en daarnaast de ontwikkelingen van andere partijen te kunnen sturen. Er zijn een aantal belangrijke woonopgaven in de gemeente Staphorst. Op basis van deze woonopgaven zijn een aantal belangrijke thema s met betrekking tot wonen uitgewerkt in de Woonvisie. Deze thema s zijn: passende kwaliteit van het wonen; betaalbaar wonen voor verschillende doelgroepen; langer zelfstandig wonen. Deze thema s monden uit in een uitvoeringsprogramma. 31

32 Woningbouwprogramma Het is de verwachting dat het aantal huishoudens de komende jaren blijft groeien in de gemeente Staphorst. Ditzelfde beeld zien we op lange termijn (2030/2040). In de periode 2016 tot en met 2020 gaat het naar verwachting om een toename met 350 huishoudens en in de periode 2021 tot en met 2025 om 320 huishoudens. In totaal gaat het om 670 huishoudens in de periode 2016 tot en met 2025 (Bron: Primos 2015 middenvariant). De raming ligt iets hoger dan de raming waarop de provincie Overijssel zich baseert (591 woningen in de periode 2016 tot en met 2025 op basis van Primos 2013). In de raming voor Staphorst is ermee rekening gehouden dat het woningaanbod de komende jaren weer op peil is en dat mensen niet vanwege een te krap woningaanbod naar omliggende gemeenten vertrekken. Bij een dergelijk aantal nieuwe woningen is het mogelijk om te voorkomen dat starters en ouderen noodgedwongen uit Staphort moeten vertrekken. De gemeente heeft haar woningbouwprogramma per kern uitgewerkt. Voor de kern Rouveen kent de gemeente het volgende woningbouwprogramma: 32

33 Afbeelding 4.11: Woningbouwprogrammering Staphorst (Bron: Gemeente Staphorst) Appendix open plekken beleid Volgens het open plekken beleid is er ruimte voor de bouw van maximaal 5 woningen per jaar op basis van dit beleid. Het aantal aanvragen ligt in de praktijk echter hoger. In 2017 zijn er reeds 8 locaties welke middels een procedure gereed komen voor de bouw van een woning. Daarnaast zijn er nog 8 verzoeken in de voorfase gelegen. Naar aanleiding hiervan is in juli 2017 is een appendix opgesteld om te onderzoeken hoe het aantal aanvragen voor de bouw van woningen op open plekken zich verhoudt tot het gestelde in het open plekken beleid dat er maximaal 5 woningen per jaar gebouwd mogen worden op open plekken. Geconcludeerd wordt dat de afgelopen jaren het aantal van 5 woningen niet is gehaald, in 2017 wordt dit aantal echter ruimschoots gehaald. Via de weg van deze appendix mag het aantal van maximaal 5 per jaar gelezen worden dat dit gemiddeld per jaar geldt over de periode waarin dit beleid van kracht is. Middels deze appendix wordt er daardoor een mate van flexibiliteit aan het open plekken beleid gegeven. Voor een nadere toetsing aan het open plekken beleid wordt verwezen naar paragraaf Toetsing van het initiatief aan de Woonvisie De in dit bestemmingsplan besloten ontwikkeling voorziet in de bouw van een woning op een open plek in het bebouwingslint van De Streek, aan de Oude Rijksweg te Rouveen. Voor woningen is in dit gebied de behoefte tussen geraamd op tussen de 10 en 80 woningen. 33

34 Voor het bouwen op open plekken zijn echter specifieke aantallen opgenomen. Het gaat hier steeds om maatwerk. Per jaar is er ruimte voor gemiddeld 5 te bebouwen locaties. In 2017 zijn er reeds meer aanvragen in behandeling of in de voorfase. Middels de opgestelde appendix is er zekere mate van flexibiliteit aangebracht, waardoor het aantal van 5 geen hard aantal is en een groter aantal mogelijk is. Het voornemen past dan ook binnen het Open plekken beleid met de bijbehorende appendix. De bouw van 1 woning voldoet aan het woningbouwprogramma zoals opgenomen in de gemeentelijke Woonvisie en komt deels tegemoet aan de lokale woningbehoefte van tussen de woningen in De Streek tot Beleidsnotitie Open plekken Staphorst, 5e wijziging Algemeen In de Beleidsnotitie Open plekken in Staphorst geeft de gemeente aan welke open plekken en locaties achter de stegen aan De Streek in aanmerking komen voor bebouwing. Uitgangspunt daarbij is dat de nieuwe bebouwing een versterking moet zijn voor de bebouwingsstructuur. Een open plek wordt in de beleidsnotitie als volgt gedefinieerd: locatie vrij van bebouwing c.q. bebouwingsmogelijkheden en daaraan gelijk te stellen locaties. Op deze locaties mag maximaal 1 (dubbele) woning per aanvraag worden gebouwd. Bij het uitwerken van de randvoorwaarden is een onderverdeling gemaakt in: Oude Rijksweg / Gemeenteweg: bebouwing met Staphorster boerderij waarbij aan bebouwing achter aan de steeg extra voorwaarden moeten worden gesteld om de leefbaarheid van de voorliggende percelen te kunnen waarborgen. Dwarswegen: naast bebouwing met Staphorster boerderij is ook bebouwing van vrijstaande woningen mogelijk. Het plangebied is gelegen aan de Oude Rijksweg. De daar bijbehorende randvoorwaarden worden hieronder kort behandeld Randvoorwaarden bebouwing Oude Rijksweg-Gemeenteweg Afmetingen van het perceel: Nieuwbouw is alleen mogelijk op een plek die voldoende maat heeft waardoor voldoende afstand tot de bestaande bebouwing kan worden verkregen. Afstand tot de weg: Er moet voldoende afstand tot de Oude Rijksweg / Gemeenteweg worden gehouden, waarbij het kenmerkende beeld van een wisselende afstand tot de weg, met soms royale voorterreinen/voortuinen, behouden moet blijven. voor de afstand tot de weg geldt een richtlijn van 15 meter. De nieuwbouw dient te passen binnen het lint: De nieuw te bouwen panden dienen qua positionering op de kavel, hoofdvorm, nokrichting, goothoogte en gevelindeling aan te sluiten bij de Staphorster boerderij. Voorwaarden voor nieuwbouw zijn: Positionering van de nieuwbouw: zichtlijnen naar achterliggende monumentale boerderijen en het landelijk gebied dienen gehandhaafd te blijven; Bebouwing schuin achter elkaar plaatsen, hierdoor blijft de zichtbaarheid van de verschillende rijen gewaarborgd; Nokrichting in het verlengde van de kavelstructuur; Gevelbreedte tussen de 8 tot 15 meter, voorkeur gaat uit naar een gevelbreedte tussen de 10 en de 12 meter; Gevellengte minimaal twee maal de gevelbreedte; Goothoogte tussen de 2 en 2,5 meter. Bij de deuren kan plaatselijk een hogere goothoogte worden gehanteerd, vanuit cultuurhistorisch oogpunt gaat de voorkeur uit naar een goothoogte van circa 2,1 meter; Nokhoogte tussen de 7 en 8 meter; 34

35 Oppervlakte aan bijgebouwen dient te worden afgestemd op de inhoudsmaat van de nieuwbouw, maar bedraagt afhankelijk van de inhoud van het hoofdgebouw, maximaal 200m 2 (overeenkomstig het huidige vrijstellingenbeleid van de gemeente voor bijgebouwen bij voormalige boerderijen aan de streek); Middels een inrichtingsplan wordt aangegeven hoe de bijgebouwen worden verdeeld over de woningen. Ook wordt hierin aangegeven welk gedeelte van het perceel wordt verhard en hoe het parkeren is geregeld; Niet altijd kan het bijgebouw in één bouwmassa / volume met het hoofdgebouw worden ondergebracht; wanneer dit niet mogelijk is dient het bijgebouw qua vorm en materialisering aan te sluiten bij omliggende bebouwing; Verlening van een recht van overpad door eigenaren van de steeg is, voor zover van toepassing, een voorwaarde om medewerking te verlenen; Eventueel dienen er voorzieningen te worden aangelegd om voldoende bluswater te garanderen; Waar nu al meer dan vier boerderijen (gebouwen) achter elkaar aan de steeg staan, is geen mogelijkheid meer aanwezig om in deze steeg een open plek in te vullen; Er mag geen nieuwe steeg worden gecreëerd ten behoeve van het invullen van een open plek. De nieuwe woning moet zich voegen aan de bestaande infrastructuur; De open plekken gelegen direct aan de Oude Rijksweg of de Gemeenteweg zijn uitgesloten van bebouwingsmogelijkheden Algemene randvoorwaarden De locatie dient te worden getoetst op de economische uitvoerbaarheid. De aanvrager dient via een exploitatieopzet inzichtelijk te maken dat hij het plan kan uitvoeren. Tevens dient aanvrager een verklaring te ondertekenen dat eventuele planschade voor rekening zal komen van de aanvrager. Het aantal te bebouwen locaties is vastgelegd op gemiddeld 5 per jaar (zie paragraaf 4.3.2). Om inzicht te krijgen in de bouwplannen van de initiatiefnemer dient, voorafgaand aan de bestemmingsplanprocedure, een schetsplan en inrichtingsplan te worden overlegd die inzicht geven in hoe de bebouwing eruit komt te zien en hoe het erf wordt ingericht. Het schetsplan en het inrichtingsplan zullen aan de beleidsnotitie Open plekken Staphorst, 5e wijziging worden getoetst Toetsing van het initiatief aan de beleidsnotitie Open plekken Staphorst, 5e wijziging De economische uitvoerbaarheid van het plan is beschreven in hoofdstuk 9 van deze toelichting. Hieruit blijkt dat het plan economisch uitvoerbaar is. Het voorliggende initiatief is uitgebreid getoetst door de gemeente Staphorst. Gebleken is dat het initiatief goed past binnen het gemeentelijk beleid waaronder het beleid voor de invulling van open plekken in Staphorst. Aan de voorwaarden zoals opgenomen in deze beleidsnotitie wordt voldaan. In dit geval is er niet gekozen voor het boerderijtype Staphorster boerderij, maar is bij het ontwerp uitgegaan van schuurtypologie. Op deze manier wordt er al min of meer voorgesorteerd bij het omgevingstype nietlandelijk. Aangezien er in de directe omgeving van het plangebied in de nabije toekomst woningbouw zal plaatsvinden, is dit type als meer passend te beschouwen Ruimtelijke atlas en Welstandsnota Algemeen De Ruimtelijke Atlas en Welstandnota van de gemeente Staphorst dient als vervanging van de voorgaande welstandsnota, die als te knellend werd ervaren. Daarvoor in de plaats is er een globaler welstandbeleid op basis van een welstandskaart. De atlas is een analyse en verhaal in kaartbeelden van de gemeente. De welstandsnota is meer dan voorheen gebaseerd op de ruimtelijke opbouw van de gemeente en haar verschillende kernen. De welstandskaart is een specifieke uitwerking van de atlas voor het welstandsbeleid. 35

36 De Ruimtelijke Atlas en Welstandsnota bieden samen een ruimtelijk kader, waar een welstandscommissie of stadsbouwmeester maar ook stedenbouwkundige(n), architecten en andere adviseurs zich op kunnen baseren. Op deze manier fungeert de atlas als een soort raamwerk voor het ruimtelijk beleid en de welstandskaart als een overzichtelijk toetsinstrument. Bij nieuwe ontwikkelingen vormen een goed ruimtelijk beleid en hierop afgestemde bestemmingsplannen de basis voor het welstandsbeleid, omdat hierin de bebouwingsvlakken, bouwenveloppen en/of bouwvolumes worden vastgelegd Kernen bijzonder regime Dit regime blijft voornamelijk beperkt tot de meest karakteristieke delen van de bebouwde kommen. Onder het bijzonder regime vallen de bebouwingslinten van Staphorst en Rouveen. Deze omvatten de oudste delen van beide dorpen waar zich ook de vele rijks- en gemeentelijke monumenten bevinden. Cultuurhistorie is een belangrijke reden om voor een bijzonder regime te kiezen. Vanwege het bijzondere karakter hebben daarom ook het oorspronkelijke kerkdorp IJhorst en het historische buurtschap Hamingen een bijzonder regime gekregen Toetsing van het initiatief aan het Ruimtelijke atlas en Welstandsnota Bij de aanvraag omgevingsvergunning zal worden getoetst aan de welstandsnota. De maatvoering in de regels is gebaseerd op vooroverleg met de Stadsbouwmeester Conclusie toetsing aan het gemeentelijk beleid Geconcludeerd wordt dat de in dit bestemmingsplan besloten ontwikkeling in overeenstemming is met het gemeentelijk beleid. Met de uitwerking van de stedenbouwkundige onderbouwing is terdege rekening gehouden de hiervoor verwoorde gemeentelijke beleidsstukken. 36

37 HOOFDSTUK 5 MILIEU- EN OMGEVINGSASPECTEN Op grond van artikel van het Besluit ruimtelijke ordening moet in de toelichting op het bestemmingsplan een beschrijving worden opgenomen van de wijze waarop de milieu- en omgevingsaspecten bij het plan zijn betrokken. Daarbij moet rekening gehouden worden met de geldende wet- en regelgeving en met de vastgestelde (boven)gemeentelijke beleidskaders. Bovendien is een bestemmingsplan vaak een belangrijk middel voor afstemming tussen de milieu- en omgevingsaspecten en ruimtelijke ordening. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de thema's geluid, bodem, luchtkwaliteit, externe veiligheid, milieuzonering, geur, ecologie en archeologie & cultuurhistorie. 5.1 Geluid (Wet geluidhinder) Algemeen De Wet geluidhinder (Wgh) bevat geluidnormen en richtlijnen over de toelaatbaarheid van geluidniveaus als gevolg van rail- en wegverkeerslawaai en industrielawaai. De Wgh geeft aan dat een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd bij het voorbereiden van de vaststelling van een bestemmingsplan of het nemen van een omgevingsvergunning indien het plan een geluidgevoelig object mogelijk maakt binnen een geluidszone van een bestaande geluidsbron of indien het plan een nieuwe geluidsbron mogelijk maakt. Het akoestisch onderzoek moet uitwijzen of de wettelijke voorkeursgrenswaarde bij geluidgevoelige objecten wordt overschreden en zo ja, welke maatregelen nodig zijn om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen. Door Buijvoets bouw- en geluidsadvisering is een akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai uitgevoerd. In de volgende paragraaf zijn de resultaten samengevat weergegeven. Voor de volledige rapportage wordt verwezen naar bijlage Situatie plangebied Wegverkeerslawaai De locatie ligt in stedelijk gebied binnen de wettelijk vastgestelde geluidszone, als bedoeld in art. 74 van de Wet geluidhinder, van de Oude Rijksweg. De locatie ligt buiten de 400 meter zone van de rijksweg A-28. De voorkeursgrenswaarde voor de geluidbelasting LDEN op de gevels van een woning ten gevolge van een weg bedraagt 48 db. De gemeente Staphorst heeft het beleid t.a.v. de voorkeursgrenswaarden en de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting opgenomen in de nota Geluidbeleid in het kader van de Wet geluidhinder d.d. februari 2011, opgesteld door adviesbureau ALCEDO. De gemeente Staphorst volgt de normering van de Wet geluidhinder. Zo wordt aangesloten bij het wettelijk kader en kan zo nodig de volledige ruimte in het normenstelsel worden ingezet. Buijvoets bouw- en geluidsadvisering heeft ter plaatse een akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai uitgevoerd. De geluidbelasting is berekend conform het gestelde in het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 ex art 110d van de wet geluidhinder. De berekening van de geluidbelasting is gemaakt volgens de standaard rekenmethode II. In het rekenmodel (DGMR-Geomilieu V.4.10) zijn schematisch opgenomen: - de weg met intensiteiten; - de woningen en de gebouwen, objecten en verharde bodemgebieden. - 5 waarneempunten met een waarneemhoogte van 1.5 m boven de vloer op een hoogte van 1.5 en 4.5 m boven het maaiveld. Toetsing van de geluidbelasting aan de grenswaarden gebeurd volgens de Wgh per weg. Voor de rekeninvoergegevens en resultaten wordt verwezen naar de berekening in bijlage I. De geluidbelasting t.g.v. de 37

38 Oude Rijksweg bedraagt maximaal 40 db en is lager dan de voorkeursgrenswaarde. Voor het aspect wegverkeerslawaai is sprake van een goed woon- en leefklimaat Railverkeers- en industrielawaai Railverkeers- en industrielawaai zijn in het voorliggende geval niet van toepassing. Spoorwegen zijn gelegen op grote afstand en in de nabijheid van het plangebied is geen (grootschalige) geluidsproducerende bedrijvigheid aanwezig Conclusie De Wet geluidhinder vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. 5.2 Bodemkwaliteit Algemeen Bij de vaststelling van een bestemmingsplan dient te worden bepaald of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het toekomstige gebruik van die bodem en of deze aspecten optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd. Om hierin inzicht te krijgen, dient een bodemonderzoek te worden verricht. Sigma Bouwen en Milieu uit Emmen heeft in het plangebied een verkennend bodemonderzoek verricht. Het volledige onderzoek is bijgevoegd in bijlage 2. Hierna wordt nader ingegaan op de conclusies uit dit onderzoek Situatie plangebied Naar aanleiding van de resultaten van het verkennend milieukundig bodemonderzoek worden de volgende conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. Op basis van zintuiglijke waarnemingen is in het opgeboorde materiaal geen asbestverdacht materiaal waargenomen; In de bovengrond zijn geen verontreinigingen aangetroffen; In de ondergrond zijn geen verontreinigingen aangetroffen; Het grondwater bevat een verhoogd gehalte aan barium ten opzichte van de streefwaarde. Het verhoog gehalte in het grondwater overschrijdt de tussenwaarde (indicatie voor nader onderzoek) niet en geeft daardoor uit milieuhygiënische overweging geen directe aanleiding tot het instellen van aanvullend onderzoek; Conclusie Het aspect bodem vormt geen belemmering voor de in dit bestemmingsplan besloten ontwikkeling. 5.3 Luchtkwaliteit Beoordelingskader Om een goede luchtkwaliteit in Europa te garanderen heeft de Europese unie een viertal kaderrichtlijnen opgesteld. De hiervan afgeleide Nederlandse wetgeving is vastgelegd in hoofdstuk 5, titel 2 van de Wet milieubeheer. Deze wetgeving staat ook bekend als de Wet luchtkwaliteit. In de Wet luchtkwaliteit staan ondermeer de grenswaarden voor de verschillende luchtverontreinigende stoffen. Onderdeel van de Wet luchtkwaliteit zijn de volgende Besluiten en Regelingen: 38

39 Besluit en de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen); Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen); Besluit en de Regeling niet in betekenende mate Het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (NIBM) staat bouwprojecten toe wanneer de bijdrage aan de luchtkwaliteit van het desbetreffende project niet in betekenende mate is. Het begrip niet in betekenende mate is gedefinieerd als 3% van de grenswaarden uit de Wet milieubeheer. Het gaat hierbij uitsluitend om stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). Toetsing aan andere luchtverontreinigende stoffen uit de Wet luchtkwaliteit vindt niet plaats. In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van gevallen (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Enkele voorbeelden zijn: woningen: 1500 met een enkele ontsluitingsweg; woningen: 3000 met twee ontsluitingswegen; kantoren: m2 bruto vloeroppervlak met een enkele ontsluitingsweg. Als een ruimtelijke ontwikkeling niet genoemd staat in de Regeling NIBM kan deze nog steeds niet in betekenende mate bijdragen. De bijdrage aan NO2 en PM10 moet dan minder zijn dan 3% van de grenswaarden Besluit gevoelige bestemmingen Dit besluit is opgesteld om mensen die extra gevoelig zijn voor een matige luchtkwaliteit aanvullend te beschermen. Deze 'gevoelige bestemmingen' zijn scholen, kinderdagverblijven en verzorgings-, verpleeg- en bejaardentehuizen. Woningen en ziekenhuizen/ klinieken zijn geen gevoelige bestemmingen. De grootste bron van luchtverontreiniging in Nederland is het wegverkeer. Het Besluit legt aan weerszijden van rijkswegen en provinciale wegen zones vast. Bij rijkswegen is deze zone 300 meter, bij provinciale wegen 50 meter. Bij realisatie van 'gevoelige bestemmingen' binnen deze zones is toetsing aan de grenswaarden die genoemd zijn in de Wet luchtkwaliteit nodig Situatie plangebied Voorliggend bestemmingsplan voorziet in de realisatie van een woning. Een project met een dergelijk kleinschalige omvang is aan te merken als een project welke niet in betekenende mate bijdraagt aan luchtverontreiniging. Tot slot wordt geconcludeerd dat deze ontwikkeling niet wordt aangemerkt als een gevoelige bestemming in het kader van het Besluit gevoelige bestemmingen Conclusie Gezien het vorenstaande is aanvullend onderzoek naar de luchtkwaliteit niet noodzakelijk. 5.4 Externe Veiligheid Algemeen Externe veiligheid is een beleidsveld dat is gericht op het beheersen van risico's die ontstaan voor de omgeving bij de productie, de opslag, de verlading, het gebruik en het transport van gevaarlijke stoffen. Bij nieuwe ontwikkelingen moet worden voldaan aan strikte risicogrenzen. Een en ander brengt met zich mee dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moeten worden getoetst aan wet- en regelgeving op het gebied van externe veiligheid. Concreet gaat het om risicovolle bedrijven, vervoer gevaarlijke stoffen per weg, spoor en water en 39

40 transport gevaarlijke stoffen via buisleidingen. Op de diverse aspecten van externe veiligheid is afzonderlijke wetgeving van toepassing. Voor risicovolle bedrijven gelden onder meer: het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi); de Regeling externe veiligheid (Revi); het Registratiebesluit externe veiligheid; het Besluit risico's zware ongevallen 2015 (Brzo 2015); het Vuurwerkbesluit. Voor vervoer van gevaarlijke stoffen geldt de Wet Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen (Wet Basisnet). Dat vervoer gaat over water, spoor, wegen, per buisleiding of door de lucht. De regels van het Basisnet voor ruimtelijke ordening zijn vastgelegd in: het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt); de Regeling basisnet; de (aanpassing) Regeling Bouwbesluit (veiligheidszone en plasbrandaandachtsgebied). Voor buisleidingen geldt het Besluit buisleidingen externe veiligheid (Bevb) die op 1 januari 2011 in werking is getreden. Het doel van wetgeving op het gebied van externe veiligheid is risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen en activiteiten tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Het is noodzakelijk inzicht te hebben in de kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten en het plaatsgebonden en het groepsrisico Situatie plangebied Aan hand van de Risicokaart is een inventarisatie verricht van risicobronnen in en rond het plangebied. Op de Risicokaart staan meerdere soorten risico's, zoals ongevallen met brandbare, explosieve en giftige stoffen, grote branden of verstoring van de openbare orde. In totaal worden op de Risicokaart dertien soorten rampen weergegeven. In de volgende afbeelding is een uitsnede van de Risicokaart met betrekking tot het plangebied en omgeving weergegeven. Afbeelding 5.1: Uitsnede Risicokaart (Bron: Risicokaart) Uit de inventarisatie blijkt dat de locatie aan de Oude Rijksweg 464: zich niet bevindt binnen de risicocontour van Bevi- en Brzo-inrichtingen danwel inrichtingen die vallen onder het Vuurwerkbesluit (plaatsgebonden risico); 40

41 zich niet bevindt in een gebied waarbinnen een verantwoording van het groepsrisico nodig is; niet is gelegen binnen de veiligheidsafstanden van het vervoer gevaarlijke stoffen; niet is gelegen binnen de veiligheidsafstanden van buisleidingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen Conclusie Een en ander brengt met zich mee dat het project in overeenstemming is met wet- en regelgeving ter zake van externe veiligheid. 5.5 Milieuzonering Algemeen Voor het bepalen van de aan te houden afstanden wordt de VNG-uitgave Bedrijven en Milieuzonering uit 2009 gehanteerd. Deze uitgave bevat een lijst, waarin voor een hele reeks van milieubelastende activiteiten (naar SBI-code gerangschikt) richtafstanden zijn gegeven ten opzichte van milieugevoelige functies. De lijst geeft richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van de vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een milieubelastende activiteit in een milieucategorie en daarmee ook voor de uiteindelijke richtafstand. De richtafstandenlijst gaat uit van gemiddeld moderne bedrijven. Indien bekend is welke activiteiten concreet zullen worden uitgeoefend, kan gemotiveerd worden uitgegaan van de daadwerkelijk te verwachten milieubelasting, in plaats van de richtafstanden. De afstanden worden gemeten tussen enerzijds de grens van de bestemming die de milieubelastende functie(s) toelaat en anderzijds de uiterste situering van de gevel van een milieugevoelige functie die op grond van het bestemmingsplan mogelijk is Gebiedstypen In de VNG-uitgave Bedrijven en Milieuzonering is een tweetal gebiedstypen te onderscheiden; rustige woonwijk en gemengd gebied. Een rustige woonwijk is een woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Overige functies komen vrijwel niet voor. Langs de randen is weinig verstoring van verkeer. Gebieden waar in enige vorm sprake is van functiemenging, of in gebieden waar bewust functiemenging wordt nagestreefd (bijvoorbeeld om een grotere levendigheid tot stand te brengen), worden aangemerkt als gemend gebied. Bij gemengde gebieden moet gedacht worden aan: stadscentra, dorpskernen en winkelcentra; horecaconcentratiegebieden; zones met functiemenging langs stedelijke toegangswegen en in lintbebouwingen; (delen van) woongebieden met kleinschalige c.q. ambachtelijke bedrijvigheid. De richtafstanden uit het omgevingstype rustige woonwijk kunnen, zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat, met één afstandsmaat worden verlaagd indien sprake is van gemengd gebied. Daarbij wordt in de VNG-uitgave Bedrijven en milieuzonering opgemerkt dat het vanuit het oogpunt van efficiënt ruimtegebruik de voorkeur verdient functiescheiding niet verder door te voeren dan met het oog op een goed woon- en leefklimaat noodzakelijk is. Het gebied waarin het plangebied zich bevindt is aan te merken als een rustige woonwijk. In de directe omgeving van het plangebied weliswaar diverse functies voor, deze zijn echter kleinschalig van omvang en over het algemeen inpasbaar in een woonomgeving. 41

42 Milieucategorie Richtafstanden tot omgevingstype rustige woonwijk Richtafstanden tot omgevingstype gemengd gebied 1 10 m 0 m 2 30 m 10 m m 30 m m 50 m m 100 m m 200 m m 300 m m 500 m m 700 m m m Situatie plangebied Algemeen Aan de hand van vorenstaande regeling is onderzoek verricht naar de feitelijke situatie. Onder andere woningen zijn milieugevoelige objecten. De VNG uitgave Bedrijven en Milieuzonering geeft een eerste inzicht in de milieuhinder van inrichtingen. Zoals reeds hiervoor genoemd wordt bij het realiseren van nieuwe bestemmingen gekeken te worden naar de omgeving waarin de nieuwe bestemmingen gerealiseerd worden. Hierbij spelen twee vragen een rol: 1. past de nieuwe functie in de omgeving? (externe werking); 2. laat de omgeving de nieuwe functie toe? (interne werking) Externe werking Hierbij gaat het met name om de vraag of de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling leidt tot een situatie die, vanuit hinder of gevaar bezien, in strijd is te achten met een goede ruimtelijke ontwikkeling. Daarvan is sprake als het woon- en leefklimaat van omwonenden wordt aangetast. De functie wonen is niet milieubelastend voor de omgeving. Er is geen sprake van een aantasting van het woon- en leefklimaat van omwonenden Interne werking Hierbij gaat het om de vraag of de nieuwe functie binnen het plangebied hinder ondervindt van bestaande functies in de omgeving. In de onderstaande tabel is weergegeven op welke afstand van het plangebied welk type bedrijvigheid in de omgeving van het plangebied voorkomt en tot welke milieucategorie dit type bedrijvigheid wordt geschaard/ het bestemmingsplan toe laat. Tevens wordt aangegeven welke grootste richtafstand hiervoor geldt en wat de afstand van deze bedrijvigheid tot aan de dubbele woning in het plangebied is. 42

43 Bedrijvigheid Categorie Grootste Afstand tot aan plangebied richtafstand Oude Rijksweg 460, Rouveen: Cat meter 62 meter Openbare nutsvoorziening: Elektriciteitsdistributiebedrijf met transformatorvermogen < 10 MVA Oude Rijksweg 464, Rouveen: Cat 1 10 meter 75 meter Kleinschalige detailhandel (elektronica) (Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto s en motorfietsen) Oude Rijksweg 465, Rouveen: (Benzinestation Cat meter 135 meter zonder LPG) Oude Rijksweg 487, Rouveen: Cat meter 100 meter (Elektrotechnisch bedrijf, detailhandel en reparaties ten behoeve van particulieren) Goudenregenstraat 30, Rouveen: (Bibliotheek) Cat meter 90 meter Geconstateerd wordt dat aan de richtafstanden wordt voldaan. Ter plaatse van de woningen is een goed woon- en leefklimaat te verwachten. Omgekeerd wordt de omliggende bedrijvigheid niet belemmerd in de bedrijfsvoering Conclusie Gezien het vorenstaande vormt het aspect milieuzonering geen belemmeringen voor de in dit bestemmingsplan besloten ontwikkeling. 5.6 Geur Wet geurhinder en veehouderij De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) vormt vanaf 1 januari 2007 het toetsingskader bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor inrichtingen, als het gaat om geurhinder vanwege dierenverblijven van veehouderijen. Op grond van de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) dient tussen een emissiepunt van een dierenverblijf waarin melkkoeien en/of vrouwelijk jongvee worden gehouden en een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom een afstand van 100 meter en buiten de bebouwde kom een afstand van 50 meter te worden aangehouden. Voor de overige dieren welke binnen de inrichting worden gehouden, is in de Wet geurhinder en veehouderij een geurnorm opgenomen. Deze bedraagt voor geurgevoelige objecten buiten de bebouwde kom 8 odour units per kubieke meter lucht. Voor geurgevoelige objecten binnen de bebouwde kom bedraagt deze 2 odour units per kubieke meter lucht Verordening Geurhinder en Veehouderij 2016 Op 1 juli 2016 is de Verordening Geurhinder en Veehouderij van de gemeente Staphorst in werking getreden. Deze verordening is van toepassing voor De Streek en de overige woonkernen binnen een bebouwde kom. In artikel 6 van deze verordening is in afwijking van de Wet geurhinder en veehouderij een andere maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in de bebouwde kom bepaald ( In afwijking van artikel 6, lid 1 onder c van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in het gebied als benoemd in artikel 3 van deze verordening binnen de bebouwde kom 3 oue/m³ (voorgrondbelasting). De achtergrondbelasting bedraagt maximaal 4 oue/m³. ). Om functieveranderingen binnen 'De Streek' maximaal mogelijk te maken heeft de gemeente Staphorst in het voorjaar van 2008 beleidsregels vastgesteld waarmee de vaste afstandcirkels binnen de bebouwde kom zijn 43

44 teruggebracht van 100 naar 50 meter. Om te voorkomen dat de niet-intensieve bedrijven rond de overige woonkernen van de gemeente Staphorst voor wat betreft het aspect 'geurhinder' zwaarder worden belast, zijn de hindercirkels van deze bedrijven eveneens teruggebracht naar 50 meter. Een deelonderzoek heeft vervolgens plaatsgevonden naar eventuele aanpassing van de geurnormen nabij agrarische bedrijven aan 'De Streek' waar dieren worden gehouden waarvoor wel geuremissiefactoren zijn vastgesteld. Uit dit deelonderzoek is naar voren gekomen dat het aanpassen van de geurnorm in de omgeving van genoemde bedrijven een zeer beperkte bijdrage leverde aan de doelstelling om meer functieveranderingen mogelijk te maken. Het aanpassen van de geurnorm in dit deelgebied is dan ook niet zinvol geacht Onderzoeksresultaten geur Geur Binnen een straal van 50 meter bevinden zich geen veehouderijen. In onderstaande tabel staan de dichtstbijzijnde veehouderijen weergegeven. Bedrijf Grootste richtafstand Afstand tot aan plangebied Oude Rijksweg 477 (gemengd) 50 meter 77 meter Oude Rijksweg 479A (melkveehouderij) 50 meter 85 meter Oude Rijksweg 481 (melkveehouderij) 50 meter 85 meter Binnen het bedrijf aan de Oude Rijksweg 477 worden dieren gehouden met een geuremissiefactor (varkens). Uit de geuremissiekaart blijkt niet duidelijk dat de individuele geurbelasting op de dichtst bij gelegen rand van het plangebied kleiner is dan 3 odeur. Daarom is voor de locatie een geurberekening uitgevoerd met het programma V-stacks vergunning. Uit deze V-stacks berekening blijkt dat wel op alle beoordelingspunten voldaan kan worden aan de 3 odeur (op de 4 hoekpunten (beoordelingspunten) van het te ontwikkelen perceel). De berekende geurbelasting op de 4 beoordelingspunten zijn opgenomen in onderstaande tabel. Tabel 1: V-stacksberekening van de geurbelasting (Bron: gemeente Staphorst) Uit de berekening blijkt dat de individuele geurbelasting op de berekeningspunten tussen de 0,3 en 0,5 OuE/m 3 ligt. Zoals eerder is aangegeven mag de individuele geurbelasting op grond van de verordening op een woning, niet behorend bij een veehouderij in de bebouwde kom maximaal 3OuE/m 3 bedragen. Dit betekent dat de locatie achter de Oude Rijksweg 464 niet binnen een 3 odeur contour van het agrarisch bedrijf aan de Oude Rijksweg 477 is gelegen. Concluderend kan worden gesteld dat dan ook aan de norm uit de Wet geurhinder en aan de Geurverordening van de gemeente Staphorst kan worden voldaan Woon en leefklimaat Aan de hand van de Handreiking Wet geurhinder een veehouderij (Bijlage 6 en 7) kan bepaald worden wat de kwaliteit van het woon- en leefklimaat ter plaatse van geurgevoelige objecten is bij een bepaalde geurbelasting vanuit omliggende veehouderijen. In tabel 2 is weergegeven wat het leefklimaat is bij de verschillende geurbelastingen. 44

45 Tabel 2: Dosis-effectrelatie voor- en achtergrondbelasting, hinderpercentage en leefklimaat (Bron: Gemeente Staphorst) Met de voorgrondbelasting wordt de geurbelasting bedoeld van die veehouderij welke de meeste geur bij het geurgevoelig object veroorzaakt, hetzij omdat het een grote veehouderij betreft, hetzij omdat de veehouderij dichtbij het geurgevoelig object is gelegen. De voorgrondbelasting is van belang voor het bepalen van de verwachte hinder als gevolg van de achtergrondbelasting, bij gelijke belastingen. De achtergrondbelasting is de gecumuleerde geurbelasting die wordt veroorzaakt door alle veehouderijen in een bepaald gebied. Bij de bepaling van de feitelijke geurhinder in een gebied worden de hinderpercentages van zowel de voor- als de achtergrondbelasting met elkaar vergeleken. Het hoogste geurhinderpercentage tussen deze twee waarden is maatgevend. Uit de beschouwing blijkt dat de (individuele) geurbelasting op de berekeningspunten tussen de 0,3 en 0,5 OuE/m 3 bedraagt. Dit betekent dat er een zeer goed woon- en leefklimaat (op het gebied van geur vanuit de omliggende agrarische bedrijven) op de te ontwikkelen locatie heerst Conclusie Het aspect geur vormt geen belemmering voor de uitvoering van het planvoornemen. 5.7 Ecologie Algemeen Bescherming in het kader van de natuur wet- en regelgeving is op te delen in gebieds- en soortenbescherming. Bij gebiedsbescherming heeft men te maken met de Wet natuurbescherming en het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Soortenbescherming gaat uit van de bescherming van dier- en plantensoorten. Sinds 1 januari 2017 is het wettelijk kader ten aanzien van gebieds- en soortenbescherming vastgelegd in de Wet natuurbescherming Gebiedsbescherming Algemeen Natura 2000 is een samenhangend netwerk van natuurgebieden in Europa. Natura 2000 bestaat uit gebieden die zijn aangewezen in het kader van de Europese Vogelrichtlijn (79/409/EEG) en gebieden die zijn aangemeld op grond van de Europese Habitatrichtlijn (92/43/EEG). Deze gebieden worden in Nederland op grond van de Wet natuurbescherming beschermd. Het Natuur Netwerk Nederland (NNN) is de kern van het Nederlandse natuurbeleid. De NNN is in provinciale structuurvisies uitgewerkt. In of in de directe nabijheid van de NNN geldt het nee, tenzij - principe. In principe zijn er geen ontwikkelingen toegestaan als zij de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied aantasten. 45

46 Situatie plangebied Het plangebied ligt niet in de NNN of in een beschermd natuurgebied zoals een Natura 2000-gebied of een beschermd natuurmonument. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied Olde Maten & Veerslootslanden is gelegen op circa 3,2 kilometer van het plangebied. Afbeelding 5.2: Ligging van het plangebied ten opzichte van Natura 2000-gebied Olde Maten en Veerslootslanden (Bron: Provincie Overijssel) Gelet op de aard en omvang van de ontwikkeling en de afstand tot het Natura 2000-gebied wordt geconcludeerd dat er als gevolg van de voorgenomen ontwikkeling geen sprake is van significant negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden Nederlands Natuurnetwerk (NNN) Het Nederlands Natuurnetwerk (NNN) is de kern van het Nederlandse natuurbeleid (NNN). Het NNN is in provinciale structuurvisies uitgewerkt. In of in de directe nabijheid van het NNN geldt het nee, tenzij -principe. In principe zijn er geen ontwikkelingen toegestaan als zij de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied aantasten. Het plangebied is niet gelegen binnen het concreet begrensde NNN. De dichtstbijzijnde gronden die zijn aangemerkt als NNN liggen op circa 3 kilometer van het plangebied. Gezien de ruime afstand tot het NNN en de aard en omvang van de ontwikkeling wordt geconcludeerd dat er geen aantasting plaatsvindt van de wezenlijke kenmerken en waarden van het NNN Soortenbescherming Wat betreft de soortbescherming is de Wet natuurbescherming van toepassing. Hierin wordt onder andere de bescherming van dier- en plantensoorten geregeld. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient te worden getoetst of er sprake is van negatieve effecten op de aanwezige natuurwaarden. Als hiervan sprake is, moet ontheffing of vrijstelling worden gevraagd. De gronden ter plaatse van het perceel aan de Oude Rijksweg zijn momenteel onbebouwd en ingericht als grasland. Het grasland wordt intensief onderhouden en er is nagenoeg geen opgaande beplanting aanwezig. Gezien het intensieve beheer zijn geen bijzondere flora en/of fauna te verwachten. Gelet op de kenmerken en het gebruik van de locatie is er evenmin sprake van een foerageergebied. Van significant negatieve effecten door voorliggende ontwikkeling lijkt dan ook geen sprake. 46

47 Overigens wordt benadrukt dat rekening wordt gehouden met de in artikel 1.11 van de Wet natuurbescherming opgenomen zorgplichtbepaling Conclusie Het aspect ecologie vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. 5.8 Archeologie & Cultuurhistorie Archeologie Algemeen De Monumentenwet 1988 is per 1 juli 2016 vervallen. Een deel van de wet is op deze datum overgegaan naar de Erfgoedwet. Het deel dat betrekking heeft op de besluitvorming in de fysieke leefomgeving gaat over naar de Omgevingswet, wanneer deze in 2021 in werking treedt. Vooruitlopend op de datum van ingang van de Omgevingswet zijn deze artikelen te vinden in het Overgangsrecht in de Erfgoedwet, waar ze ongewijzigd van toepassing blijven zolang de Omgevingswet nog niet van kracht is. Als blijkt dat in het plangebied behoudenswaardige archeologische vindplaatsen aanwezig zijn, dan kan de initiatiefnemer verplicht worden hiermee rekening te houden. Dit kan leiden tot een aanpassing van de plannen, waardoor de vindplaatsen behouden blijven, of tot een archeologische opgraving en publicatie van de resultaten Situatie plangebied De gemeente Staphorst kent een archeologische verwachtingskaart. Een uitsnede van deze kaart, met daarin weergegeven de locatie van het plangebied, is opgenomen in afbeelding 5.3. Afbeelding 5.3: Uitsnede gemeentelijke archeologische verwachtingskaart (Bron: Gemeente Staphorst) 47

Vastgesteld. Mei 2015

Vastgesteld. Mei 2015 Mei 2015 BESTEMMINGSPLAN DE STREEK, PARTIËLE HERZIENING (ACHTER) OUDE RIJKSWEG 376 Plan: Plantype: Bestemmingsplan Status: IMRO-nummer: NL.IMRO.0180.2102015004-VA01 2 Toelichting 3 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

April Vastgesteld

April Vastgesteld April 2016 BESTEMMINGSPLAN DE STREEK, PARTIËLE HERZIENING OUDE RIJKSWEG 337 TE ROUVEEN Plan: De Streek, partiële herziening Oude Rijksweg 337 te Rouveen Plantype: Bestemmingsplan Status: (d.d. 19 april

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

Ontwerp. Februari 2018

Ontwerp. Februari 2018 Februari 2018 Bestemmingsplan Staphorst Dorp-Rouveen 2016, partiële herziening Meestershof Plannaam: Staphorst Dorp-Rouveen 2016, partiële herziening Meestershof IMRO-nummer: NL.IMRO.0180.1102017002-ON01

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem GEMEENTE BUREN Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem Projectnr. 061-076 / 27 januari 2016 INHOUD BLZ 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en doelstelling... 3 1.2 Plangebied... 4 1.3 Geldend

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep projectnummer 17008 Opdrachtgever: Gemeente Haarlemmermeer Versienummer:

Nadere informatie

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Burgemeester van Erpstraat 63a, Berghem 2017, pag. 1 van 12 Ruimtelijke onderbouwing Burgemeester van Erpstraat 63a, Berghem 2017 Gemeente Oss, oktober 2017 Ruimtelijke onderbouwing

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord Ruimtelijke onderbouwing project Vlietweg 16 te Santpoort-Noord W12/000758/ OLO271413 INHOUD 1 Beschrijving

Nadere informatie

Jij kleurt Overijssel. Ontwerp - Omgevingsvisie en - Omgevingsverordening september 2016

Jij kleurt Overijssel. Ontwerp - Omgevingsvisie en - Omgevingsverordening september 2016 Jij kleurt Overijssel Ontwerp - Omgevingsvisie en - Omgevingsverordening september 2016 Jij kleurt Overijssel In 2030 ziet Overijssel er anders uit dan nu. En in 2050 zal er weer van alles veranderd zijn.

Nadere informatie

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Akenveenweg 1 Tynaarlo

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Akenveenweg 1 Tynaarlo (ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Akenveenweg 1 Tynaarlo Gemeente Tynaarlo Maart 2011 Projectgebied Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 2. Huidige en beoogde situatie... 6 2.1 Beschrijving van

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing bouwplan Kievitsham 9, Kerkdriel

Ruimtelijke onderbouwing bouwplan Kievitsham 9, Kerkdriel Ruimtelijke onderbouwing bouwplan Kievitsham 9, Kerkdriel Aan: Gemeente Maasdriel Van: CroonenBuro5 Betreft: Kievitsham 9, Kerkdriel Datum: 30 november 2015 1 Aanleiding Op 5 juni 2014 is het bestemmingsplan

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland INHOUDSOPGAVE pagina HOOFDSTUK 1 INLEIDING 5 1.1 Aanleiding voor het plan 5 1.2 Plangebied 5 1.3 Leeswijzer

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OMGEVINGSVERGUNNING GEMEENTEWEG 208, STAPHORST - NIEUWBOUW DUBBELE WONING

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OMGEVINGSVERGUNNING GEMEENTEWEG 208, STAPHORST - NIEUWBOUW DUBBELE WONING 27 september 2016 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OMGEVINGSVERGUNNING GEMEENTEWEG 208, STAPHORST - NIEUWBOUW DUBBELE WONING Plannaam: Gemeenteweg 208, Staphorst - nieuwbouw dubbele woning Plantype: ten behoeve

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleiding

HOOFDSTUK 1 Inleiding HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In 2010 is het voormalige perceel Strijbeekseweg 23 te Ulvenhout gesplitst in twee percelen, te weten Strijbeekseweg 23 met daarop een boerderij (rijksmonument),

Nadere informatie

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten Ruimtelijke onderbouwing voor de aanleg van een paardenbak Het Zuid 34 te Drachten 1 Ruimtelijke onderbouwing voor de aanleg van een paardenbak

Nadere informatie

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking MEMO Betreft : Motivering ladder voor duurzame verstedelijking t.b.v. realisatie kinderdagverblijf Klant : J.P.M. Langelaan, Buitenbrinkweg 81, Ermelo Van : J.M. Miellet, Exlan Datum : Oktober 2016 Besluit

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor het projectbesluit Op 15 januari 2010 is er een

Nadere informatie

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening ** Vastgesteld oktober 2014 Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening Visie verplaatsing nietagrarische bedrijven binnen het buitengebied Status: vastgesteld door de gemeenteraad van Houten d.d.

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OMGEVINGSVERGUNNING OUDE RIJKSWEG 239A TE ROUVEEN

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OMGEVINGSVERGUNNING OUDE RIJKSWEG 239A TE ROUVEEN RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OMGEVINGSVERGUNNING OUDE RIJKSWEG 239A TE ROUVEEN 20180690 blz 1 INLEIDING Op het perceel, kadastraal bekend als gemeente Staphorst, sectie AP, nummer 1429 is een open plek in

Nadere informatie

Piet Mondriaanstraat - Wolvega

Piet Mondriaanstraat - Wolvega Piet Mondriaanstraat - Wolvega Vraagprijs 75.000,= v.o.n. Omschrijving Piet Mondriaanstraat - Wolvega MOOIE, VRIJ GELEGEN HOEKKAVEL VOOR DE BOUW VAN EEN VRIJSTAAND WOONHUIS! Deze bouwkavel is gelegen op

Nadere informatie

Ontwerp. September 2015

Ontwerp. September 2015 September 2015 Bestemmingsplan Buitengebied, herziening Waterberging Vlierwaterleiding Dalmsholte Plannaam: Buitengebied, herziening Waterberging Vlierwaterleiding Dalmsholte IMRO-idn: NL.IMRO.0175.buiten2012bp0006-on01

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree Ruimtelijke onderbouwing Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree 16-08-2011 1. Inleiding Algemeen De heer Wijnen heeft het verzoek gedaan om een loods op het perceel

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren Gemeente Someren Opdrachtgever: Projectlocatie: Dhr. N.H.L. Michiels Hollandseweg 19 5712RM Someren Hollandseweg 19, Someren Projectnummer: 16418-001 Datum:

Nadere informatie

REGELS Inhoudsopgave

REGELS Inhoudsopgave REGELS Inhoudsopgave Artikel 1 Begrippen 2 Artikel 2 Nadere regels 2 Artikel 3 Verkeer - Verblijfsgebied 3 Artikel 4 Wonen 3 Artikel 5 Algemene aanduidingsregels 6 Artikel 6 Slotregel 7 HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit ten behoeve van de realisatie van 8 rijwoningen in plaats van 7 op een perceel bouwterrein gelegen aan Het Wilgert te Epse Inleiding Tussen de straten Het

Nadere informatie

Realiseren paardenbak

Realiseren paardenbak Realiseren paardenbak Ruimtelijke onderbouwing Langereis 25 Hoogwoud Ontwerp Bakker Zwollo-de Wilt juristen Locatie: Langereis 25 Hoogwoud Opgesteld door: Mw. drs. I.A. Zwollo Bakker Zwollo-de Wilt juristen

Nadere informatie

Artikel 2 De locatie en omvang van de opstelling voor zonne-energie

Artikel 2 De locatie en omvang van de opstelling voor zonne-energie Uitvoeringsregeling opstellingen voor zonne-energie in het landelijk gebied Geconsolideerde versie na vaststelling van besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 31 oktober 2017, tot wijziging

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef Gemeente Hollands Kroon 12 oktober 2016 Toelichting Inhoud: 1. Inleiding... 3 1.1 Voorgeschiedenis... 3 1.2 Initiatiefnemer... 3 1.3 Planvoornemen...

Nadere informatie

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela 2012 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Begrippen... 3 Het beleid uit 2005... 4 Vraagstelling... 4 Planologisch kader... 4 Juridisch

Nadere informatie

Aanvraag Ontheffing conform art. 3.2, lid 1. van de Verordening Ruimte 1. voor de realisatie van 2 burgerwoningen

Aanvraag Ontheffing conform art. 3.2, lid 1. van de Verordening Ruimte 1. voor de realisatie van 2 burgerwoningen Aanvraag Ontheffing conform art. 3.2, lid 1 van de Verordening Ruimte 1 voor de realisatie van 2 burgerwoningen Albert van t Hartweg 46, Nieuwerkerk a/d IJssel 1. Aanleiding Dhr. R. Reijm, wonende te Moordrecht,

Nadere informatie

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen Bestemmingsplan Wergea Voorontwerp Bestemmingsplan Wergea Voorontwerp Overzicht belangrijkste wijzigingen* In dit overzicht zijn de belangrijkste wijzigingen

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Ruimtelijke onderbouwing Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE Versie 2, d.d. 6 oktober 2011 Afdeling Stadsontwikkeling M. Jonker 1 Inhoud Hoofdstuk 1. Inleiding

Nadere informatie

Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21

Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21 Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21 Het voorontwerp bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21 heeft met de bijbehorende stukken met ingang van donderdag 3 oktober 2013 gedurende

Nadere informatie

KAVELKOMPAS. KAVEL GROENEDAAL Perceel KTG00A3022

KAVELKOMPAS. KAVEL GROENEDAAL Perceel KTG00A3022 KAVELKOMPAS KAVEL GROENEDAAL Perceel KTG00A3022 Adres: Groenedaal 1 te Kloetinge Oppervlakte: 2275 m2 (vastgesteld door het Kadaster) Huidige eigenaar: Gemeente Goes Huidig gebruik: O.B.S. de Kloetingse

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28 2/11 Inhoudsopgave RUIMTELIJKE ONDERBOUWING 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 Hoofdstuk 2 Aanvraag omgevingsvergunning 5 Hoofdstuk 3 Geldende planologische

Nadere informatie

Onderstaand is uitsluitend de voor het onderhavige plan relevante regelgeving weergegeven.

Onderstaand is uitsluitend de voor het onderhavige plan relevante regelgeving weergegeven. Betreft : Bijlage 7: Toets aan het bestemmingsplan Locatie : Krite 23-25 te Boornbergum Van : J.M. Miellet, Exlan Datum : Februari 2016 Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan Buitengebied

Nadere informatie

1 februari 2016 Vastgesteld

1 februari 2016 Vastgesteld 1 februari 2016 Plannaam: IMRO-nummer: NL.IMRO.0246.406HRDH01BSHWHERZ1-VA01 Plantype: Bestemmingsplan Status: (d.d. 1 februari 2016) Auteur: Ing. J.B.H. ter Avest 2 Toelichting 3 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK

Nadere informatie

Paraplubestemmingsplan Parkeren

Paraplubestemmingsplan Parkeren Paraplubestemmingsplan Parkeren status: ontwerp idn: NL.IMRO.0281.BP00040-on01 gemeente Tiel datum: juni 2018 Bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan Parkeren Gemeente Tiel Toelichting INHOUD TOELICHTING

Nadere informatie

De Streek, partiële herziening achter gemeenteweg 118/124

De Streek, partiële herziening achter gemeenteweg 118/124 GEMEENTE STAPHORST BESTEMMINGSPLAN De Streek, partiële herziening achter gemeenteweg 118/124 STAPHORST Mei 2016 2 EDOK-RO EDOK-RO Van Breugelplantsoen 81 3771 VN Barneveld 0342-422288 06 1395 0955 @ info@edok-ro.nl

Nadere informatie

Wijzigingsplan Bouwvlak wijziging Veenweg 3 Gemeente Renswoude

Wijzigingsplan Bouwvlak wijziging Veenweg 3 Gemeente Renswoude Wijzigingsplan Bouwvlak wijziging Veenweg 3 Gemeente Renswoude Toelichting NL.IMRO.0339.WZ2013Veenweg3-ow01 / ontwerp Projectnr. BW-13051 / 10 december 2013 Gemeente Renswoude Wijzigingsplan Bouwvlak wijziging

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen Ruimtelijke onderbouwing Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen 1 2 Hoofdstuk 1 1.1 Aanleiding INLEIDING Op 4 maart 2011 is een aanvraag om een omgevingsvergunning binnengekomen voor het

Nadere informatie

Gemeente Haaksbergen. Rood voor Rood beleid 2015

Gemeente Haaksbergen. Rood voor Rood beleid 2015 Gemeente Haaksbergen Rood voor Rood beleid 2015 Ruimtelijke ontwikkeling 20-8-2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Begrippen 3 3. Beleidskaders 4 3.1 Kaders 4 3.2 Voorwaarden 4 3.3 Bijzondere gevallen

Nadere informatie

Middelburg Loods Muidenweg. Wijzigingsplan

Middelburg Loods Muidenweg. Wijzigingsplan Middelburg Loods Muidenweg Wijzigingsplan Wijzigingsplan Loods Muidenweg Middelburg identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0687.BPWBGMMUI ON01 23 02 2015 ontwerp projectnummer:

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom Gemeente Bergen op Zoom Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom ten behoeve van het verlenen van een omgevingsvergunning ingevolge artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder

Nadere informatie

Ruimtelijke motivering Verbouw Olympic Plaza locatie Zuidas

Ruimtelijke motivering Verbouw Olympic Plaza locatie Zuidas Ruimtelijke motivering Verbouw Olympic Plaza locatie Zuidas 1. Inhoud 1. Aanvraag... 3 2. Voorgenomen ontwikkeling... 3 3. Juridisch planologisch kader... 5 4. Motivering... 6 1. Aanvraag Ontwikkelaar

Nadere informatie

Reparatieplan Hierden Dorp Vastgesteld bestemmingsplan

Reparatieplan Hierden Dorp Vastgesteld bestemmingsplan Reparatieplan Hierden Dorp 2011 Vastgesteld bestemmingsplan Reparatieplan Hierden Dorp 2011 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begrippen 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 7

Nadere informatie

Bestemming vrijstaande woningen W-A2 De Opslach Ryptsjerk

Bestemming vrijstaande woningen W-A2 De Opslach Ryptsjerk Bestemming vrijstaande woningen W-A2 De Opslach Ryptsjerk Artikel 5: Wonen - A2 (vrijstaande woningen) 5.1. Bestemmingsomschrijving De voor Wonen - A2 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen

Nadere informatie

(Ontwerp) Ruimtelijke Onderbouwing. Afwijking bestemmingsplan. Tolhuisweg 49 Midlaren. Herbouw schuur

(Ontwerp) Ruimtelijke Onderbouwing. Afwijking bestemmingsplan. Tolhuisweg 49 Midlaren. Herbouw schuur (Ontwerp) Ruimtelijke Onderbouwing Afwijking bestemmingsplan Tolhuisweg 49 Midlaren Herbouw schuur Gemeente Tynaarlo April 2011 NL.IMRO.1730.ABTolhuisweg49-0301 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding.3 2. Ruimtelijke

Nadere informatie

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 status: vastgesteld datum: 5 september 2013 projectnummer: 202360R.2011 adviseurs: Jke / Wle gemeente Maasdriel Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

Toelichting. Wijzigingsplan Sander-Banken, Sander 30

Toelichting. Wijzigingsplan Sander-Banken, Sander 30 Toelichting Wijzigingsplan Sander-Banken, Sander 30 Inleiding De erven van Eekelen hebben verzocht om een extra bebouwingsvlak toe te kennen voor het in hun bezit zijnde perceel Sander 30. Het perceel

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan. Goorstraat 35 en Goorstraat. Te Soerendonk

Beeldkwaliteitsplan. Goorstraat 35 en Goorstraat. Te Soerendonk Beeldkwaliteitsplan Goorstraat 35 en Goorstraat ongenummerd (tussen 21 en 23) Te Soerendonk Oktober 2010 1 Inhoudsopgave 1) Inleiding.3 2) Provinciaal en gemeentelijk beleid m.b.t. buitengebied 4 3) Uitwerking

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Vijf onderkomens voor recreatieve overnachtingen bij camping aan Drachtster Heawei 38 De Veenhoop 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VIJF RECREATIEVE ONDERKOMENS DRACHTSTER HEAWEI 38

Nadere informatie

TOELICHTING. Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN

TOELICHTING. Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN TOELICHTING ONTWERP BESTEMMINGSPLAN Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN Opdrachtnummer : 99.372 IDnr. : Datum : augustus 2018 Versie : 2 Auteurs : mro b.v. : mro b.v. Leeuwenveldseweg 16H 1382 LX

Nadere informatie

Bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 Oudega

Bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 Oudega Ruimtelijke onderbouwing Bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 Oudega Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 te Oudega 1 Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw

Nadere informatie

T E K O O P. Losplaats ong. te Maarheeze

T E K O O P. Losplaats ong. te Maarheeze Losplaats ong. - Maarheeze De Losplaats is een lommerrijk pad gelegen aan de rand van de jonge wijk Bruine Akkers. Voorzieningen zoals de winkelstraat, scholen en zorgvoorzieningen zijn binnen een tiental

Nadere informatie

Bijlage 1: Ambitie en kader

Bijlage 1: Ambitie en kader BIJLAGEN Bijlage 1: Ambitie en kader Provincie Fryslân In de provinciale Verordening Romte is aangegeven dat bij een ruimtelijk plan voor het landelijk gebied rekening moet worden gehouden met de herkenbaarheid

Nadere informatie

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Project: 16M8038 Onderwerp: Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Datum: 15 maart 2018 Auteur: Ing. D. van der Veen (ecoloog LievenseCSO) Bestemd

Nadere informatie

Erfadvies Hogeveldseweg Echteld Gemeente Neder-Betuwe. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden 2016

Erfadvies Hogeveldseweg Echteld Gemeente Neder-Betuwe. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden 2016 Erfadvies Hogeveldseweg Echteld Gemeente Neder-Betuwe Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden 2016 Erfadvies Hogeveldseweg Echteld Gemeente Neder-Betuwe COLOFON In opdracht van: Laurent van Manen Behandelend

Nadere informatie

Artikel 21 Wonen. Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Artikel 21 Wonen. Voor het bouwen gelden de volgende regels: 176 Artikel 21 Wonen 21.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen en in samenhang daarmee voor de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige

Nadere informatie

Plan Muggenborch Kavelpaspoort A: Richtershof - Kapel Avezaath. gemeente T i e l

Plan Muggenborch Kavelpaspoort A: Richtershof - Kapel Avezaath. gemeente T i e l Plan Muggenborch Kavelpaspoort A: Richtershof - Kapel Avezaath gemeente T i e l Plan Muggenborch Kapel Avezaath Kavelpaspoort A: Richtershof Uw eigen droomhuis bouwen! Een eigen huis bouwen doet u waarschijnlijk

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg In opdracht van G.C. Nagel december 2013 Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a Nederhorst den Berg

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

Gelet op artikel 82 van de Provinciewet en artikel 32a, zesde en achtste lid, van de Provinciale Ruimtelijke Verordening;

Gelet op artikel 82 van de Provinciewet en artikel 32a, zesde en achtste lid, van de Provinciale Ruimtelijke Verordening; Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 31 oktober 2017, nr. 985797/1008248, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling opstellingen voor zonneenergie in het landelijk gebied (dorpslinten en

Nadere informatie

Ervenconsulentadvies 1880 DS: Mennistensteeg ongenummerd

Ervenconsulentadvies 1880 DS: Mennistensteeg ongenummerd Ervenconsulentadvies 1880 DS: Mennistensteeg ongenummerd Datum: 11 november 2012 Kader: Wijker Fase: Initiatief Opgave U heeft ons gevraagd te adviseren over de vraag tot de ontwikkeling van een nieuw

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg

Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg Middelburg, 8 januari 2014 Inhoud 1. Inleiding 2. Locatie en project 2.1 Ligging plangebied 2.2 Geldend bestemmingsplan

Nadere informatie

Beleidskader. Vrijkomende Agrarische Bebouwing

Beleidskader. Vrijkomende Agrarische Bebouwing Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing Beleidskader December 2016 3 Beleid Vrijkomende Agrarische Bebouwing Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Doelstellingen 1.3 Relatie met ander beleid

Nadere informatie

Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing

Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Haaren. Nr. 21696 15 februari 2017 Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing 1. Inleiding 1.1 Aanleiding De afgelopen decennia is het aantal agrarische bedrijven

Nadere informatie

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN Terneuzen Cultuurhistorische Waardenkaart Datum: februari 2013 Opgesteld door: Gemeente Terneuzen Gemeente Terneuzen Stadhuisplein 1 Postbus 35 4530 AA Terneuzen

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 4 1.3 Vigerende bestemmingsplan 5 2. Bestaande situatie 6 2.1 ruimtelijke

Nadere informatie

Oude Badweg 60 Eelderwolde

Oude Badweg 60 Eelderwolde Oude Badweg 60 Eelderwolde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 Op het perceel is reeds een recreatiewoning met bijgebouwen aanwezig. De bestaande

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN WIJZIGING BESTEMMINGS-/BOUWVLAK PROF. DONDERSWEG 8, BEEK EN DONK GEMEENTE LAARBEEK. 10 december 2015 vastgesteld

BESTEMMINGSPLAN WIJZIGING BESTEMMINGS-/BOUWVLAK PROF. DONDERSWEG 8, BEEK EN DONK GEMEENTE LAARBEEK. 10 december 2015 vastgesteld BESTEMMINGSPLAN WIJZIGING BESTEMMINGS-/BOUWVLAK PROF. DONDERSWEG 8, BEEK EN DONK 10 december 2015 vastgesteld 51-014 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding

Nadere informatie

PRACHTLANDSCHAP NOORD-HOLLAND! Leidraad Landschap & Cultuurhistorie. Provinciale structuur: (Bebouwings-) linten. Twisk, Dorpsweg Theo Baart

PRACHTLANDSCHAP NOORD-HOLLAND! Leidraad Landschap & Cultuurhistorie. Provinciale structuur: (Bebouwings-) linten. Twisk, Dorpsweg Theo Baart PRACHTLANDSCHAP NOORD-HOLLAND! Leidraad Landschap & Cultuurhistorie Provinciale structuur: (Bebouwings-) linten 2018 Twisk, Dorpsweg Theo Baart CONTEXT EN DYNAMIEK Linten zijn onlosmakelijk verbonden met

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing

Ruimtelijke Onderbouwing Ruimtelijke Onderbouwing Buitenruimte KDV Veld 6 Poptahof Ruimte Advies 4 april 2012 afbeelding 1: ligging in de stad \ afbeelding 2: projectgebied 1. Inleiding 1.1 Aanleiding De centraal in Delft gelegen

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED,

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED, BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED, WIJZIGING KOEZENKOOIWEG 2 Plan: Bestemmingsplan Buitengebied, wijziging Koezenkooiweg 2 Plantype: Wijzigingsplan Status: IMRO-nummer: NL.IMRO.0180.5112014003-ON01 2 TOELICHTING

Nadere informatie

Ontwerp woning en kantoor aan de Lagenheuvelstraat te Volkel In opdracht van M. de Groot datum 03 februari 2014. Toelichting en onderbouwing

Ontwerp woning en kantoor aan de Lagenheuvelstraat te Volkel In opdracht van M. de Groot datum 03 februari 2014. Toelichting en onderbouwing Situatie plangebied, met omkaderd het boerderijvolume als hoofdgebouw en de kapschuur als bijgebouw Impressie bouwvolumes: boerderijvolume als hoofdgebouw en de kapschuur als bijgebouw TOELICHTING en ONDERBOUWING

Nadere informatie

10 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad

10 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad GEMEENTE BERGEN OP ZOOM 10 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad Bosstraat 22 en 25 / 25b Status: VASTGESTELD INHOUDSOPGAVE Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel wijzigingsplan

Nadere informatie

Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland)

Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland) Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland) De gemeente Berkelland vraagt voor het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied, Kieftendijk Haaksbergseweg

Nadere informatie

Toelichting bestemmingsplan Buitengebied, part. herziening d Olde Dijk 11 te Staphorst

Toelichting bestemmingsplan Buitengebied, part. herziening d Olde Dijk 11 te Staphorst Toelichting bestemmingsplan Buitengebied, part. herziening d Olde Dijk 11 te Staphorst Planstatus: vastgesteld Datum: 11-12-2018 Plan identificatie: NL.IMRO.0180.5102018005-VS01 Auteur: Jouke Dantuma 1

Nadere informatie

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP 1 INHOUDSOPGAVE Toelichting 3 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Begrenzing plangebied 3 1.3 Geldende bestemmingsplan / moederplan 4 1.4 Bestaande

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie

TOEGANGSPOORT BAARSCHOT 6, ESCH

TOEGANGSPOORT BAARSCHOT 6, ESCH ruimtelijke onderbouwing TOEGANGSPOORT BAARSCHOT 6, ESCH datum 21 april 2015 projectnummer 14013039B Inleiding Het perceel Baarschot 6 te Esch betreft een ruim woonperceel met een woonboerderij en twee

Nadere informatie

OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oegstgeest Hugo de Vrieslaan 4 ruimtelijke onderbouwing identificatie planstatus projectnummer: datum: status: 057900.201506.39 22 09 2015 definitief

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO Hunzeweg 96 De Groeve NL.IMRO.1730.ABHunzewg96-0301 - 2 - Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het vervangen van een

Nadere informatie

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Ruimtelijke Onderbouwing Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Gemeente Tynaarlo September 2012 NL.IMRO.1730.ABYdermade3depunt-0301 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied,

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door (Europese,) landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (Europees-,)

Nadere informatie

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Inhoud Toelichting Regels Verbeelding 19 oktober 2010 Projectnummer

Nadere informatie

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen;

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen; Artikel 15 Wonen 15.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen; alsmede voor: b. garageboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garage'; c. dienstverlening,

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Toelichting landschappelijke inpassing. Uiterdijk 33 Zoelen

GEMEENTE BUREN. Toelichting landschappelijke inpassing. Uiterdijk 33 Zoelen GEMEENTE BUREN Toelichting landschappelijke inpassing Uiterdijk 33 Zoelen Toelichting landschappelijke inpassing Projectnr.061-083 / november 2016 INHOUD 1. INLEIDING... 2 1.1. Aanleiding... 2 1.2. Planlocatie...

Nadere informatie

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen Bestemmingsplan Ambachtsschool Gemeente Enschede Programma Stedelijke Ontwikkeling Team Bestemmingsplannen Februari 2016 SAMENVATTING EN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN

Nadere informatie