ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE LEIDERDORP 2008

Transcriptie

1 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE LEIDERDORP 2008 Vastgesteld op 11 februari 2008

2 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN 3 HOOFDSTUK II WAARDERINGSSUBSIDIES 8 HOOFDSTUK III PRESTATIESUBSIDIES...9 HOOFDSTUK V EXPLOITATIESUBSIDIES..12 HOOFDSTUK V SLOTBEPALINGEN.14 Algemene subsidieverordening gemeente Leiderdorp 2

3 HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities In deze verordening wordt verstaan onder: a. wet : De Algemene wet bestuursrecht; b. gemeente : De gemeente Leiderdorp c. Raad : De Gemeenteraad van de gemeente Leiderdorp; d. College : Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp; e. subsidie : De aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten, zoals bedoeld in artikel 4:21 van de wet; f. waarderingssubsidie : Een subsidie, al dan niet zijnde incidenteel, bedoeld om een bepaalde organisatie aan te moedigen of te ondersteunen; g. prestatiesubsidie : Een subsidie, al dan niet zijnde incidenteel, die wordt verstrekt voor activiteiten ten behoeve van het bereiken van vooraf vastgestelde doeleinden tegen een vooraf vastgesteld bedrag. h. exploitatiesubsidie : Een subsidie ten behoeve van vooraf vastgestelde doeleinden voor de duur van één of meerdere jaren op grondslag van producten; i. aanvrager : Een rechtspersoon, dan wel natuurlijk persoon, die zich zonder winstoogmerk de behartiging van belangen van ideële of materiële aard ten doel stelt; j. subsidieverstrekking : Het verlenen of vaststellen van subsidie; k. subsidieverlening : Het besluit inhoudende het toekennen van subsidie voor een bepaalde activiteit waardoor de aanvrager aanspraak krijgt op financiële middelen, mits de gesubsidieerde activiteit daadwerkelijk wordt verricht en de bij de verlening opgelegde verplichtingen daadwerkelijk zijn of worden nagekomen; l. subsidievaststelling : Het besluit inhoudende de definitieve toekenning van subsidie ter hoogte van een bepaald bedrag, hetgeen onder verrekening van eventueel verleende voorschotten, tot uitbetaling verplicht; m. activiteitenplan : Een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd en de daarmee nagestreefde doeleinden, inclusief een planning wanneer de activiteiten plaatsvinden gedurende het subsidiejaar; n. subsidiejaar : Een aaneengesloten periode van twaalf maanden waarop een aanvraag om subsidie betrekking heeft; o. begrotingsjaar : Het begrotingsjaar van de gemeente; p. subsidieontvanger : De aanvrager aan wie subsidie is verstrekt. Artikel 2 Reikwijdte Onverminderd het bepaalde in artikel 4:23, derde lid, van de wet is deze verordening van toepassing op alle te verstrekken subsidies, tenzij een ander wettelijk voorschrift hierin expliciet voorziet. Algemene subsidieverordening gemeente Leiderdorp 3

4 Artikel 3 Subsidieplafonds 1. Zowel voor de instellingen die een exploitatiesubsidie ontvangen samen als voor de overige instellingen samen wordt jaarlijks vóór 1 maart door de Raad, op voorstel van het College, voor het daarop volgende jaar het subsidieplafond vastgesteld; 2. Deze beide subsidieplafonds worden bekend gemaakt voor aanvang van het tijdvak waarvoor ze zijn vastgesteld [artikel 4:27 Awb]; 3. Er is een mogelijkheid tot verlagen van één of beide subsidieplafonds, indien deze voortvloeit uit de vaststelling of goedkeuring van de begroting [artikel 4.28 Awb]. Artikel 4 Kaderstelling subsidiebeleid 1. De Raad stelt voor de periode van vier jaar [samenvallend met de jaren waarbinnen in een raadsperiode het subsidiebeleid wordt vastgesteld] het kader vast, in de vorm van prioritering en verdeelsleutel, volgens welke subsidies worden verdeeld. 2. nu de raadsperiode reeds halverwege is zal de door de Raad voor het subsidiejaar 2009 vastgestelde kader gelden tot en met het subsidiejaar de kaders worden bepaald per doeleind als benoemd in artikel de kaders worden afzonderlijk vastgesteld voor de exploitatiesubsidies en voor de overige subsidiesoorten conform het door de raad vastgestelde overzicht Prioritering/kaderstelling Raad tbv Subsidiebeleid Gemeente Leiderdorp ; 5. indien het subsidieplafond niet bereikt wordt, zal het resterende budget beschikbaar blijven voor subsidieverlening voor activiteiten ten behoeve van het bereiken van door de raad geprioriteerde doeleinden of voor incidentele waarderings- of prestatiesubsidies. Artikel 5 Subsidiabele activiteiten ten behoeve van doeleinden Te verstrekken subsidie dient zoveel mogelijk een bijdrage te leveren aan het behalen van de volgende doeleinden: 1. Stimuleren van bewoners en organisaties om naar eigen vermogen en behoefte een bijdrage te leveren aan een vitale en zelfredzame samenleving. I. Voldoende en voldoende bereikbare voorzieningen en activiteiten; II. Voorkomen en bestrijden van achterstanden; III. Informatie en advies geven; IV. Realisatie en coördinatie sluitende keten als vangnet voor degenen die ondersteuning nodig hebben. 2. Bevorderen van sociale cohesie I. Creëren van ontmoetingsplaatsen; II. Ondersteunen en stimuleren van de buurtactiviteiten en buurtbewoners; III. Stimuleren van samenwerking tussen betrokken (buurt)organisaties; IV. Verminderen van sociale uitsluiting en eenzaamheid. 3. Bevorderen van participatie I. Bevorderen van deelname aan (advies)raden of besturen ten behoeve van maatschappelijke doeleinden; II. Stimuleren en ondersteunen van de vrijwillige inzet van mensen in de samenleving; III. Stimuleren van een zinvolle vrijetijdsbesteding op recreatief, educatief en sportief gebied; IV. Stimuleren van burgers om zichzelf te ontplooien via educatie en (re)integratie; V. Ondersteunen van het zelfstandig deel kunnen nemen van burgers aan de samenleving. 4. Bevorderen van sociale veiligheid en een gezonde leefstijl I. Realiseren van een veilige, onderhouden en schone woonomgeving; II. Bevorderen van een gezonde sociale infrastructuur; III. Stimuleren van bewegen. Algemene subsidieverordening gemeente Leiderdorp 4

5 Artikel 6 Bevoegdheid tot subsidieverstrekking 1. Het College is bevoegd tot het verstrekken en het weigeren van subsidies binnen de door de raad gestelde kaders. 2. Het College is: a. belast met de uitvoering van de verordening; b. bevoegd voor bepaalde vormen van subsidies nadere regels te stellen; c. bevoegd om voor de uitvoering van de exploitatiesubsidies een overeenkomst te sluiten zoals bedoeld in artikel 4:36 Awb. Artikel 7 Subsidieaanvraag: algemene voorschriften 1. Voor het indienen van een subsidieaanvraag wordt gebruik gemaakt van een door het College vast te stellen aanvraagformulier. 2. Het College kan in het aanvraagformulier, als bedoeld in het eerste lid, vragen opnemen als bedoeld in artikel 30 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur. 3. Als een aanvrager bij de uitvoering van een activiteit waarvoor hij subsidie aanvraagt samenwerkt met andere partijen, vermeldt de aanvrager deze partijen in zijn aanvraag. 4. Een aanvrager vermeldt in zijn aanvraag of hij voor de activiteit waarvoor hij subsidie vraagt ook bij andere bestuursorganen subsidie heeft aangevraagd of zal aanvragen, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of aanvragen. 5. Een aanvrager, die activiteiten verricht dan wel gaat verrichten, waarbij vrijwilligers zijn of worden betrokken, verschaft op verzoek van het College inzicht in het door die instelling gevoerde of te voeren vrijwilligersbeleid Artikel 8 Weigering subsidie Onverminderd het ter zake bepaalde in de wet [artikelen 4:25 lid 2, 4:34 en 4:35 Awb], kan een aanvraag om subsidie worden afgewezen indien naar het oordeel van het College: 1. de activiteit kan worden uitgevoerd zonder subsidie van de gemeente; 2. de activiteiten waarvoor de subsidie is aangevraagd, zich niet richten op de gemeente of niet aantoonbaar ten goede zullen komen aan de burgers van de gemeente; 3. de activiteiten niet in een aantoonbare behoefte voorzien; 4. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met enig wettelijk voorschrift, de openbare orde, het algemeen belang of Europese regelgeving; 5. de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente; 6. de te subsidiëren activiteit reeds in uitvoering is voordat de aanvraag is ingediend; 7. het College of een ander bestuursorgaan dezelfde activiteit reeds eerder heeft gesubsidieerd; 8. de rechtspersoon niet voldoet aan de eisen van democratisch functioneren, zoals die bij of krachtens wettelijk voorschrift of verordening worden gesteld; 9. de subsidie beschouwd moet worden als een verboden steunmaatregel in de zin van het EG-verdrag. 10. in het licht van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur ernstig gevaar bestaat dat het besluit mede zal worden gebruikt om: o uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of o strafbare feiten te plegen. Artikel 9 Vermindering aanspraak subsidie 1. De aanspraak op subsidie wordt verminderd met de BTW als onderdeel van de kosten voor de aanvrager, voor zover de BTW op grond van enig wettelijk voorschrift of privaatrechtelijke afspraak kan worden teruggevorderd of verrekend. Algemene subsidieverordening gemeente Leiderdorp 5

6 2. Indien andere bestuursorganen subsidie verlenen voor een activiteit waarvoor aanspraak op subsidie bestaat, kan het College het te verstrekken subsidiebedrag verminderen met het bedrag dat van andere bestuursorganen is of kan worden ontvangen. Artikel 10 Voorschotverlening en betaling 1. Het College in één of meer termijnen voorschotten op een verleende subsidie verstrekken [artikel 4:54 Awb]. 2. Het College verstrekt geen voorschotten op subsidies zodra zij kennis heeft genomen van het ontbinden van de rechtspersoon waartoe de subsidieontvanger behoort, een conservatoir beslag dan wel een executoriaal beslag op (een deel van) het vermogen van de subsidieontvanger, of een ten aanzien van de subsidieontvanger verleende surséance van betaling dan wel uitgesproken faillissement. 3. Het College verstrekt geen voorschot indien het subsidiebesluit op grond van artikel 88 van het EG-verdrag is aangemeld bij de Europese Commissie en de in dat artikel bedoelde procedure nog niet tot een eindbeslissing heeft geleid. Artikel 11 Voorwaarde van begrotingvoorbehoud Het College verleent een subsidie die ten laste komt van een begroting die nog niet is vastgesteld, onder de voorwaarde bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de wet. Artikel 12 Zorgvuldig beheer en verzekeringsplicht Bij het besluit tot subsidieverlening verplicht het College de subsidieontvanger haar roerende en onroerende zaken voldoende te verzekeren tegen brand, diefstal en overige schade, alsmede haar personeel en vrijwilligers te verzekeren tegen de gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid. Artikel 13 Tussentijds verslag Bij het besluit tot subsidieverlening kan het College bepalen dat de subsidieontvanger periodiek verslag uitbrengt omtrent de voortgang van de activiteiten tot dan toe, en een prognose geeft voor de resterende periode. Indien de voortgang van de uitvoering van de activiteiten niet correspondeert met de planning, wordt door de subsidieontvanger aangegeven op welke wijze realisatie van het activiteitenplan alsnog zal worden bereikt. Artikel 14 Kennisgeving 1. De subsidieontvanger stelt het College onverwijld op de hoogte van a. het ontbinden van de rechtspersoon, waartoe hij behoort; b. het doen van aangifte tot zijn faillissement of het aanvragen van surseance van betaling; c. de toepassing van de Wet schuldsanering natuurlijke personen, indien de subsidieontvanger een natuurlijk persoon is; d. de verstrekking van subsidie door een of meer andere bestuursorganen of private organisaties, zoals bedoeld in artikel 7, vierde lid. 2. Indien het College van oordeel is dat het gemelde feit, als bedoeld in het eerste lid, realisering van de activiteiten in belangrijke mate in de weg staat, kunnen zij gebruikmaken van de mogelijkheden die de wet biedt om het subsidiebesluit ten nadele van de subsidieontvanger te wijzigen of in te trekken. Algemene subsidieverordening gemeente Leiderdorp 6

7 Artikel 15 Administratieve en overige verplichtingen voor de subsidieontvanger 1. De subsidieontvanger voert een zodanig ingerichte administratie dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde bezittingen en schulden, alsmede de baten en lasten kunnen worden nagegaan. 2. De subsidieontvanger dient medewerking te verlenen aan een door het College gevorderde controle van de administratie of een ander onderzoek naar gegevens die in het kader van de subsidieverstrekking en de controle daarop van belang geacht kunnen worden. Hij verleent daartoe inzage in zijn administratie en verstrekt de inlichtingen die voor de beoordeling van de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de besteding van de subsidie, dan wel anderszins van belang kunnen zijn. 3. Het College kan ter uitvoering van het bepaalde in dit artikel nadere regels stellen. Artikel 16 Overige verplichtingen voor de subsidieontvanger 1. Indien door of namens de subsidieontvanger publicaties worden gedaan met betrekking tot of in het openbaar kennis wordt gegeven van de te subsidiëren activiteiten, kan het College bij de subsidieverlening bepalen dat daarbij dient te worden vermeld dat de activiteit geheel of gedeeltelijk met subsidie van de gemeente is of wordt gerealiseerd. 2. Naast de verplichtingen, genoemd in artikel 4:37 van de wet, en het bepaalde in deze verordening kan het College aan de verstrekking van een subsidie aanvullende verplichtingen, als bedoeld in de artikelen 4:38 en 4:39 van de wet, verbinden. 3. Het College ter uitvoering van het bepaalde in dit artikel nadere regels stellen. Artikel 17 Vermogensvorming 1. In gevallen als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid van de wet, is de subsidieontvanger aan de gemeente een vergoeding voor vermogensvorming verschuldigd. 2. Bij bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de goederen en andere vermogensbestanddelen op het moment waarop de vergoeding verschuldigd is, met dien verstande dat bij ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging wordt uitgegaan van het bedrag dat aan de subsidieontvanger is uitgekeerd. 3. Indien het onroerende zaken betreft, geschiedt de waardebepaling door een onafhankelijk deskundige. 4. Dit artikel is niet van toepassing in die gevallen waarin de activiteiten door een derde partij worden voortgezet en de activa en passiva met toestemming van het College tegen boekwaarde aan de derde partij worden overgedragen. Algemene subsidieverordening gemeente Leiderdorp 7

8 HOOFDSTUK II WAARDERINGSSUBSIDIES Artikel 18 Aanvraag waarderingssubsidie; procedurele bepalingen 1. De aanvraag van een jaarlijkse waarderingssubsidie dient te worden ingediend vóór 1 mei van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor subsidie wordt aangevraagd. 2. De aanvraag van een incidentele waarderingssubsidie dient, behoudens ontheffing in bijzondere gevallen, te worden ingediend uiterlijk tien weken voor het tijdstip waarop een aanvang wordt gemaakt met het verrichten van de voorgenomen activiteit. Artikel 19 Aanvraag waarderingssubsidie; vereisten. Bij de aanvraag van een waarderingssubsidie worden de volgende gegevens en bescheiden overgelegd: 1. een activiteitenplan; 2. een van een toelichting voorziene begroting van baten en lasten die betrekking heeft op het lopende boekjaar; 3. een van een toelichting voorziene gewaarmerkte balans en rekening van baten en lasten; 4. - indien de subsidie door een instelling wordt aangevraagd en geen subsidie werd aangevraagd voor het jaar voorafgaande aan het subsidiejaar -: een afschrift van de oprichtingsakte dan wel van de geldende statuten; 5. een beschrijving van de organisatiestructuur, de werkwijze en het programma van werkzaamheden van de instelling (beleidsplan) waaruit blijkt hoe de activiteit daarin past. 6. overige door het College te bepalen bescheiden, voor zover van belang voor het op de aanvraag te nemen besluit. Artikel 20 Waarderingssubsidie; verlening en vaststelling 1. Het College beslist tot het al dan niet verlenen van subsidie uiterlijk binnen twintig weken na 1 mei indien de aanvraag betrekking heeft op een jaarlijks toe te kennen waarderingssubsidie, respectievelijk binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag, voor zover het een incidentele waarderingssubsidie betreft. 2. Een waarderingssubsidie wordt verleend voor een bedrag van minimaal 250 en maximaal 1500 euro; 3. In afwijking van het eerste lid kan het College haar besluit eenmaal gemotiveerd en onder kennisgeving aan de aanvrager met ten hoogste vier weken uitstellen; 4. Het College neemt bij een aanvraag voor een waarderingssubsidie direct een besluit tot subsidievaststelling, zodat achteraf niet gecontroleerd wordt of de subsidieontvanger de subsidie rechtmatig heeft besteed. Artikel 21 Melding in geval de activiteiten geen doorgang vinden 1. Indien de incidentele activiteit waarvoor subsidie is verleend, geen doorgang vindt, stelt de subsidieontvanger het College daarvan onverwijld op de hoogte. 2. Het College kan de subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen. Algemene subsidieverordening gemeente Leiderdorp 8

9 HOOFDSTUK III PRESTATIESUBSIDIES Artikel 22 Aanvraag prestatiesubsidie; procedurele bepalingen 1. De aanvraag van een jaarlijkse prestatiesubsidie dient te worden ingediend vóór 1 mei van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. 2. De aanvraag van een incidentele prestatiesubsidie dient, behoudens ontheffing in bijzondere gevallen, te worden ingediend uiterlijk tien weken voor het tijdstip waarop een aanvang wordt gemaakt met het verrichten van de voorgenomen activiteit; Artikel 23 Aanvraag prestatiesubsidie; vereisten 1. De aanvraag van een jaarlijkse en incidentele prestatiesubsidie gaat vergezeld van: a. een op de activiteit(en) betrekking hebbende begroting van baten en lasten, voorzien van een duidelijke toelichting op de begrotingsposten; b. - indien de subsidie door een instelling wordt aangevraagd en geen subsidie werd aangevraagd voor het jaar voorafgaande aan het subsidiejaar -: een afschrift van de oprichtingsakte dan wel van de geldende statuten; c. een beschrijving van de organisatiestructuur, de werkwijze en het programma van werkzaamheden van de instelling (beleidsplan) waaruit blijkt hoe de activiteit daarin past. d. een concrete omschrijving van de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt gevraagd, waaruit tevens blijkt: o waar en wanneer de activiteit(en) worden uitgevoerd en/of; o welke (meetbare) prestaties zullen worden verricht; o wat de beoogde effecten zijn; o wat de relatie van die activiteit(en) is met het beleid (zie artikel 5) van de gemeente; o indien daarvan sprake is, welke doelgroepen met de activiteit(en) worden o bereikt. eventuele andere bescheiden, waarvan de overlegging door het College is verzocht. 2. Van het bepaalde in het eerste lid kan ontheffing worden verleend, indien de naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd of daarmee geen aanwijsbaar belang is gediend. Artikel 24 Prestatiesubsidie; verlening 1. Het College beslist tot het al dan niet verlenen van een jaarlijkse prestatiesubsidie subsidie uiterlijk binnen twintig weken na 1 mei over subsidieverlening; 2. Een jaarlijkse prestatiesubsidie wordt verleend voor een minimaal bedrag van 1.500,- euro; 3. Het College beslist tot het al dan niet verlenen van een incidentele prestatiesubsidie uiterlijk binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag; 4. Een incidentele prestatiesubsidie wordt verleend voor een minimaal bedrag van 250 en maximaal 1.500,- euro; 5. Een jaarlijkse prestatiesubsidie kan voor één of meerdere, doch ten hoogste voor drie kalenderjaren worden verleend. Het College stelt criteria vast voor de gevallen waarin voor meer dan één kalenderjaar subsidie wordt verleend; 6. Indien een meerjarige subsidie wordt verleend, wordt in het subsidiebesluit aangegeven op welk bedrag de subsidieontvanger voor ieder jaar in aanmerking komt dan wel of, en zo ja, op welke wijze het toegekende bedrag jaarlijks geïndexeerd wordt; Algemene subsidieverordening gemeente Leiderdorp 9

10 7. In afwijking van het eerste en derde lid kan het College haar besluit eenmaal gemotiveerd en onder kennisgeving aan de aanvrager met ten hoogste vier weken uitstellen; 8. Een prestatiesubsidie kan slechts worden verleend aan rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid. Het College kan van het bepaalde in de vorige volzin in bijzondere gevallen afwijken. Artikel 25 Verlening incidentele prestatiesubsidie; aanvang activiteit 1. In het besluit tot verlening van een incidentele prestatiesubsidie wordt de verplichting opgenomen dat met de activiteit(en) binnen twaalf weken na de in de subsidieaanvraag genoemde datum, dient te worden begonnen. 2. Op verzoek van de subsidieontvanger kan het College de in het eerste lid genoemde termijn verlengen, mits dit verzoek is ingediend voordat die termijn is verstreken. Artikel 26 Prestatiesubsidie; aanvullende verplichtingen; vaststelling boekjaar Tenzij bij de subsidieverlening anders is bepaald, stelt de ontvanger van een prestatiesubsidie het boekjaar gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 27 Prestatiesubsidie; aanvullende verplichtingen; administratie 1. De subsidieontvanger van een jaarlijkse prestatiesubsidie voert een zodanig ingerichte administratie, dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen alsmede de betalingen en de ontvangsten kunnen worden nagegaan. 2. De administratie en de daartoe behorende bescheiden worden gedurende de daarvoor in de fiscale wetgeving voorgeschreven termijn bewaard. Artikel 28 Prestatiesubsidie; aanvullende verplichtingen; beheers- en beschikkingsdaden subsidieontvanger 1. De ontvanger van een jaarlijkse prestatiesubsidie behoeft de toestemming van het College voor: a. het oprichten van dan wel deelnemen in een andere rechtspersoon; b. het wijzigen van de statuten; c. het in eigendom verwerven, het vervreemden of het bezwaren van registergoederen, indien zij mede zijn verworven door middel van de subsidiegelden, dan wel de lasten daarvoor mede worden bekostigd uit de subsidiegelden; d. het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen of tot huur, verhuur of pacht daarvan, indien deze goederen geheel of gedeeltelijk zijn verworven door middel van de subsidie dan wel de uitgaven daarvoor mede zijn bekostigd uit de subsidie; e. het aangaan van kredietovereenkomsten en van overeenkomsten van geldlening. 2. Het College beslist binnen zes weken na ontvangst van een daartoe strekkende aanvraag omtrent de toestemming. 3. Het College kan het besluit onder kennisgeving aan de aanvrager eenmaal voor ten hoogste vier weken verdagen. 4. Indien omtrent de toestemming niet tijdig is beslist, wordt de toestemming geacht te zijn verleend. Algemene subsidieverordening gemeente Leiderdorp 10

11 Artikel 29 Prestatiesubsidie; vaststelling; procedurele bepalingen 1. Het College neemt bij een aanvraag voor een incidentele prestatiesubsidie direct een besluit tot subsidievaststelling, zodat achteraf niet gecontroleerd wordt of de subsidieontvanger de subsidie rechtmatig heeft besteed. 2. De ontvanger van een jaarlijkse prestatiesubsidie dient vóór 1 mei volgend op elk jaar waarvoor subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling van de subsidie over het daaraan voorafgaande jaar in. 3. Indien de aanvraag na afloop van de in het tweede lid genoemde termijn niet is ingediend, stelt het College de subsidieontvanger een termijn binnen welke de aanvraag moet zijn ingediend. 4. Indien na afloop van de in het derde lid bedoelde termijn geen aanvraag is ingediend, stelt het College de subsidie ambtshalve vast. 5. Het College beslist uiterlijk binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling. Artikel 30 Melding in geval de activiteiten geen doorgang vinden 1. Indien de activiteit waarvoor subsidie is verleend, geen doorgang vindt, stelt de subsidieontvanger het College daarvan onverwijld op de hoogte 2. Het College kan de subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen. Artikel 31 Prestatiesubsidie; vaststelling; inhoudelijke vereisten 1. De aanvraag tot vaststelling gaat vergezeld van: a. een gewaarmerkte balans en rekening van baten en lasten en een toelichting op deze stukken; b. indien de subsidieverlening meer bedraagt dan ,- een accountantsverklaring over de rechtmatige besteding van de subsidie, en c. een activiteitenverslag, waarin inzicht wordt gegeven in hoeverre de te verrichten activiteiten en prestaties zijn gehaald en of met de activiteiten de in het werkprogramma gestelde doelstellingen zijn gerealiseerd, alle betrekking hebbend op het afgelopen boekjaar. 2. De in het eerste lid, onder a bedoelde rekening van baten en lasten dient op dezelfde wijze te zijn ingedeeld als de voor dat boekjaar ingediende begroting. 3. Van de verplichting tot overlegging van de in de vorige leden genoemde bescheiden kan door het College ontheffing worden verleend. Artikel 32 Prestatiesubsidie; controle 1. Het College is bevoegd controle uit te oefenen op de getrouwheid van het in artikel 31 lid 1 bedoelde verslag. 2. De subsidieontvanger is verplicht door het College aangewezen ambtenaren of toezichthouders inzage te geven in zijn boeken en andere zakelijke bescheiden en deze desgewenst te verstrekken en toegang te verlenen tot zijn gebouwen, voor zover de in het eerste lid genoemde controle dat vereist. Artikel 33 Egalisatiereserve, overige reserves en voorzieningen 1. Indien een instelling aan wie gedurende meer dan een kalenderjaar subsidie is of zal worden verleend, in enig jaar meer inkomsten heeft dan uitgaven, dienen de overschotten, zo het College hiertoe besloten heeft, gestort te worden in een egalisatiereserve. 2. De hoogte van de egalisatiereserve mag niet meer bedragen dan 10% van de totale inkomsten van een instelling in één jaar, met een benedengrens van de overschrijding Algemene subsidieverordening gemeente Leiderdorp 11

12 van 1.000,-. 3. Het College kan afwijken van het percentage genoemd in het tweede lid, indien het bedrijfsrisico naar hun oordeel hiertoe aanleiding geeft. 4. Overige reserves en voorzieningen kunnen alleen via voorafgaande toestemming van het College worden gevormd. HOOFDSTUK V EXPLOITATIESUBSIDIES Artikel 34 Aanvraag exploitatiesubsidie; procedurele bepalingen De aanvraag van een exploitatiesubsidie dient te worden ingediend in de periode van 1 maart tot 1 juni van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Artikel 35 Aanvraag exploitatiesubsidie; vereisten. 1. De aanvraag van een exploitatiesubsidie gaat vergezeld van: a. een van een toelichting voorziene begroting van baten en lasten, en b. een activiteitenplan, beide betrekking hebbend op het nieuwe kalenderjaar; c. overige bescheiden, waarvan door het College om overlegging is verzocht. 2. Indien eerder geen subsidie werd aangevraagd, gaat de aanvraag voorts vergezeld van: a. een afschrift van de oprichtingsakte van de instelling dan wel van de geldende statuten; b. een actueel beleidsplan; c. de jaarverslagen en de jaarrekeningen (inclusief balans) over de voorafgaande drie jaren; d. overige bescheiden, waarvan door het College om overlegging is verzocht. 3. Van het bepaalde in het eerste en tweede lid kan ontheffing worden verleend indien de naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd of daarmee geen aanwijsbaar belang is gediend. Artikel 36 Exploitatiesubsidie; verlening 1. Op een aanvraag voor een exploitatiesubsidie wordt uiterlijk 31 december van het jaar, voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag zich richt, een besluit genomen. 2. Een exploitatiesubsidie kan voor één of meerdere, doch ten hoogste voor drie kalenderjaren worden verleend. Het College stelt criteria vast voor de gevallen waarin voor meer dan één kalenderjaar subsidie wordt verleend. 3. Indien een meerjarige subsidie wordt verleend, wordt in het subsidiebesluit aangegeven op welk bedrag de subsidieontvanger voor ieder jaar in aanmerking komt dan wel of, en zo ja, op welke wijze het toegekende bedrag jaarlijks geïndexeerd wordt. 4. In afwijking van het eerste lid kan het College hun besluit eenmaal gemotiveerd en onder kennisgeving aan de aanvrager met ten hoogste vier weken uitstellen. 5. Een exploitatiesubsidie kan slechts worden verleend aan rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid. Het College kan van het bepaalde in de vorige volzin in bijzondere gevallen afwijken. Artikel 37 Exploitatiesubsidie; aanvullende verplichtingen; vaststelling boekjaar Tenzij bij de subsidieverlening anders is bepaald, stelt de ontvanger van een exploitatiesubsidie het boekjaar gelijk aan het kalenderjaar. Algemene subsidieverordening gemeente Leiderdorp 12

13 Artikel 38 Exploitatiesubsidie; aanvullende verplichtingen; administratie 1. De subsidieontvanger voert een zodanig ingerichte administratie, dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen alsmede de betalingen en de ontvangsten kunnen worden nagegaan. 2. De administratie en de daartoe behorende bescheiden worden gedurende de daarvoor in de fiscale wetgeving voorgeschreven termijn bewaard. Artikel 39 Exploitatiesubsidie; aanvullende verplichtingen; beheers- en beschikkingsdaden subsidieontvanger 1. De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het College voor: a. het oprichten van dan wel deelnemen in een andere rechtspersoon; b. het wijzigen van de statuten; c. het in eigendom verwerven, het vervreemden of het bezwaren van registergoederen, indien zij mede zijn verworven door middel van de subsidiegelden, dan wel de lasten daarvoor mede worden bekostigd uit de subsidiegelden; d. het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen of tot huur, verhuur of pacht daarvan, indien deze goederen geheel of gedeeltelijk zijn verworven door middel van de subsidie dan wel de uitgaven daarvoor mede zijn bekostigd uit de subsidie; e. het aangaan van kredietovereenkomsten en van overeenkomsten van geldlening. 2. Het College beslist binnen zes weken na ontvangst van een daartoe strekkende aanvraag omtrent de toestemming. 3. Het College kan het besluit onder kennisgeving aan de aanvrager eenmaal voor ten hoogste vier weken verdagen. 4. Indien omtrent de toestemming niet tijdig is beslist, wordt de toestemming geacht te zijn verleend. Artikel 40 Exploitatiesubsidie; vaststelling; procedurele bepalingen 1. De ontvanger van een exploitatiesubsidie dient voor 1 mei volgend op elk jaar waarvoor subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling van de subsidie over het daaraan voorafgaande jaar in. 2. Indien de aanvraag na afloop van de in het eerste lid genoemde termijn niet is ingediend, stelt het College de subsidieontvanger een termijn binnen welke de aanvraag moet zijn ingediend. 3. Indien na afloop van de in het tweede lid bedoelde termijn geen aanvraag is ingediend, stelt het College de subsidie ambtshalve vast. Artikel 41 Exploitatiesubsidie; vaststelling; inhoudelijke vereisten 1. De aanvraag tot vaststelling gaat vergezeld van: a. een gewaarmerkte balans en rekening van baten en lasten en een toelichting op deze stukken; b. een accountantsverklaring over de rechtmatige besteding van de subsidie, en c. een activiteitenverslag, waarin inzicht wordt gegeven in hoeverre de te verrichten activiteiten en prestaties zijn gehaald en of met de activiteiten de in het werkprogramma gestelde doelstellingen zijn gerealiseerd, alle betrekking hebbend op het afgelopen boekjaar. 2. De in het eerste lid, onder a bedoelde rekening van baten en lasten dient op dezelfde wijze te zijn ingedeeld als de voor dat boekjaar ingediende begroting. 3. Van de verplichting tot overlegging van de in de vorige leden genoemde bescheiden kan door het College ontheffing worden verleend. Algemene subsidieverordening gemeente Leiderdorp 13

14 Artikel 42 Exploitatiesubsidie; controle 1. Het College is bevoegd controle uit te oefenen op de getrouwheid van het in de artikel 41 lid 1 sub c bedoelde verslag. 2. De subsidieontvanger is verplicht door het College aangewezen ambtenaren of toezichthouders inzage te geven in zijn boeken en andere zakelijke bescheiden en deze desgewenst te verstrekken en toegang te verlenen tot zijn gebouwen, voor zover de in het eerste lid genoemde controle dat vereist. Artikel 43 Vaststelling exploitatiesubsidie; beslistermijn Het College beslist uiterlijk binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling Artikel 44 Egalisatiereserve, overige reserves en voorzieningen 1. Indien een instelling aan wie gedurende meer dan een kalenderjaar subsidie is of zal worden verleend, in enig jaar meer inkomsten heeft dan uitgaven, dienen de overschotten, zo het College hiertoe besloten heeft, gestort te worden in een egalisatiereserve. 2. De hoogte van de egalisatiereserve mag niet meer bedragen dan 10% van de totale inkomsten van een instelling in één jaar, met een benedengrens van de overschrijding van 1.000,-. 3. Het College kan afwijken van het percentage genoemd in het tweede lid, indien het bedrijfsrisico naar hun oordeel hiertoe aanleiding geeft. 4. Overige reserves en voorzieningen kunnen alleen via voorafgaande toestemming van het College worden gevormd. HOOFDSTUK V SLOTBEPALINGEN Artikel 45 Hardheidsclausule In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het College. Artikel 46 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van haar bekendmaking. Artikel 47 Overgangsbepaling 1. Deze verordening is niet van toepassing op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend of vastgesteld. 2. Vaststelling van voor de inwerkingtreding van deze verordening verleende subsidies vindt plaats overeenkomstig de voor de inwerkingtreding van deze verordening geldende bepalingen. 3. De beslissing op aanvragen voor subsidies welke zijn ingediend voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening geschiedt overeenkomstig het bepaalde in deze verordening. Artikel 48 Naamgeving verordening Deze verordening wordt aangehaald als Algemene subsidieverordening Leiderdorp Algemene subsidieverordening gemeente Leiderdorp 14