NR4000. Compacte temperatuurregelaar. van 4 t/m 8 zones. Handleiding. Nolden Regelsysteme GmbH

Transcriptie

2 Geachte klant, Bedankt dat u voor een NOLDEN temperatuurregelaar hebt gekozen. Dit toestel is geproduceerd in ons ISO 9001 gecertificeerd bedrijf en na een zorgvuldige kwaliteitscontrole naar u toe gestuurd. Uitpakken Controlleer het toestel op mogelijke beschadigingen. Neem een beschadigd toestel niet in bedrijf, maar claim de schade bij uw transporteur. Lezen Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u het toestel in bedrijf neemt. Aansluiten Bedrading van regelaar en matrijs moeten door een gekwalificeerde electricien volgends het advies in deze handleiding worden uitgevoerd. Garantie -periode is 2 jaar en omvat alle schade herkenbaar veroorzaakt door materiaal-, productie of ontwerpfouten. Reparatie of vervanging is in dit geval voor u zonder kosten, alleen het transport naar ons bedrijf is voor uw rekening. Kosten van gevolgschade of indirekte schade zijn uitdrukkelijk uitgesloten. Service Wij helpen u snel en tegen goede tarieven. Stuur het toestel met een gedetailleerde omschrijving van het probleem naar ons toe en wij verhelpen de schade zo spoedig mogelijk. 2

3 Zorgvuldige verpakking is essentieel voor een veilig transport! Kleine reparaties tot 80,- EUR worden door ons onmiddelijk zonder formele orderbevestiging uitgevoerd. In alle andere gevallen nemen wij zo snel mogelijk contact met u op om de verdere stappen gezamenlijk te bepalen. Om het gebruik van deze handleiding voor u zo makkelijk mogelijk te maken, vind u de volgende symbolen. Veiligheidsadvies Algemene informatie Bedradings en installatieadvies NOLDEN Regelsysteme GmbH 3

4 Inhoudsopgave Hoofdstuk Pagina 1 Kenmerken 5 2 Veiligheidsadvies 6 3 Technische gegevens 8 4 Installatie en bedrading 10 5 Bediening : Bedieningselementen Hoofdschakelaar Display en toetsen 16 6 Instellingen : Configuratie menu gehele toestel Configuratie menu enkele zones Werkmenu - Regelparameter Foutmeldingen Basis instellingen vanuit de fabriek 47 7 Treefwoord index 49 8 Bijlage : Alternative stekker indelingssnormen 8.2 Interface parameter (optie) 54 9 CE-Conformiteitsverklaring 60 4

5 1. Kenmerken Gebruiksklare multizone temperatuur regelaar voor alle 230V hotrunner systemen - Compacte unit voor 4 t/m 8 zones - Automatische zelf-optimalisatie voor iedere zone, ook gedurende de lopende operatie ( Hot autotuning ) - LCD-grafische display met text weergave - Tracing functie voor alle zones - Intelligente, programmeerbare softstart routine - Stand-by functie voor processtoringen, ook schakelbaar via externe contact - Programmeerbare alarm settings voor iedere zone en uitgebreide zelfbewakingsfuncties - Geïntegreerde stroombewaking voor de verwarming - Optionale data-interface NOLDEN Regelsysteme GmbH 5

6 2 Veiligheidsadvies 1. Lees deze handleiding zorgvuldig. 2. Bewaar de handleiding bij de machine. 3. Dit toestel wordt met hoge spanning gevoed, dus respecteer de desbetreffende CE en veiligheidsnormen. Netspanning en alle spanning boven 42V is levensgevaarlijk! 4. Sluit het toestel aan op een netvoeding volgens de instructie op de achterkant. 5. Voorkom contaminatie van de binnenkant van het toestel met stof, vloeistoffen of dampen. Gevaar van kortsluiting, vuur of electrische schok! 6. Voor het schoonmaken van het toestel de verbinding met de netvoeding verbreken. 7. Toestel niet op hete oppervlaktes of naast stralingsbronnen van hete onderdelen plaatsen. 8. Houd de netsnoer van het toestel vrij van hete of scherpe voorwerpen. 6

7 9. Verbreek onmiddelijk de verbinding met de netvoeding, als - De netsnoer is beschadigd - Vloeistof of dampen het toestel zijn binnengekomen. - Het toestel van de buitenkant is beschadigd, bv. door mechanische krachten of val naar beneden. - Als u fouten in het functioneren vermoedt. 10. Operators moeten uitgebreid worden geïnstrueerd door een hiervoor gekwalificeerd persoon. 11. Reparaties mogen alleen door hiervoor gekwalificeerde, vakbekwame personen worden uitgevoerd. Tijdens de garantieperiode moet het toestel voor reparatie naar onze fabriek teruggestuurd worden. Reparatie of poging tot reparatie door uzelf leiden in ieder geval tot verval van de garantie! Als reserveonderdelen nodig zijn, gebruik dan alleen door de leverancier goedgekeurde onderdelen. Gebruik van andere onderdelen kunnen tot beschadiging leiden of gevaar voor het bedieningspersoneel verooorzaken. 12. Houd u rekening met de andere instructies en aanbevelingen in deze handleiding. NOLDEN Regelsysteme GmbH 7

8 3. Technische gegevens Werkspanning : 230/240V +/- 10%, Hz Nominaal vermogen / stroom : 17,25kW / 3 x 25A totaal Vermogen per zone : 3,5 kw/16a Zekeringen : 16A FF, 6,3x32mm, verwarming Alarm: 2 Alarms per zone programmeerbar, desgewenst als temperatuur of stroomalarm Thermokoppel ingang : Thermokoppel Fe-CuNi, type J, C Interne nulpunt correctie De thermokoppel is bewaakt op kabelbreuk, kortsluiting en polariteitsfouten Vermogensregeling : % proportioneel, pulsbreedtemodulatie LCD-display : Toont actuele temperatuur en set-point, stroom, alarm-meldingen, configuratie parameter temperatuurawijkingen, tracing functie Text weergave, taal kiesbaar Engels / Duits 8

9 Automatische soft-start : (standaard settings) Powersetting 50% / temperatuur 80 C / tijdsduur 5min Aansluiting van verwarming en TC : 16 of 24-pol. standaard industriestekker 16A/400V Standby / alarm-uitgang : 7-pin stopcontact: 2 potentiaalvrije contacten (230V AC, max. 3A) voor alarm aansluitingen. 1 potentiaalvrije ingang om de 2 de (standby-) temperatuur setpoint voor alle zones gelijktijdig te activeren, parallel bedraad met de interne stand-by schakelaar. Nauwkeurigheid : 0,25% FS Isolatiespanning : 2,5kV netvoeding / TC Afmetingen : 324 x 380 x 167mm (BxTxH, 4 t/m 8 zones) Kleur : Struktuur RAL3000 omkasting Gewicht 11,4 kg (NR4008) NOLDEN Regelsysteme GmbH 9

10 4. Installatie en bedrading : 4.1 Installatie : De plaats waar het toestel zal worden geïnstalleerd moet voor de operator gemakkelijk toegankelijk zijn. Voldoende mechanische stabiliteit moet worden gewaarborgd. Bescherm tegen hitte, straling en zorg voor vrije luchtcirculatie. Bescherm ook de bedrading tegen hitte en mechanische belasting. Plaats het toestel niet op hete oppervlakken. 4.2 Aansluiting aan de netvoeding : Dit toestel moet alleen worden aangesloten aan een spanningsbron met de op de naamplaat aangeven netspanning. Verifier, dat de zekering van de contactdoos de juiste waarde heeft. Aardleiding als beschermcontact moet worden aangesloten! 4.3 Bedrading van verwarming en TC : Vergelijk het aansluitdiagram op de achterzijde van de regelaar met het bedradingsschema van de matrijs. Onjuiste bedrading kan regelaar, verwarming en TCs beschadigen! Matrijsaansluitingskabels met geïntegreerde Fe CuNi compensatieleidingen voor de TCs zijn be schikbaar. Gebruik nooit compensatiekabels voor de aansluiting van een verwarming. 10

11 Maximaal vermogen voor de verwarming met matrijs aansluiting (24-pol. + PE) of VK16 (16-pol. + PE) Het maximaal toegelaten vermogen voor de verwarmingsleidingen (1,5mm 2 Cu) is afhankelijk van de gebruikscondities, zie ook DIN VDE 0298 deel 2 en gebruikscondities locatie bedrading omgevings temperatuur : Continue Individueel, vrije installatie aan de muur of op de grond 30 C, vrije luchtcirculatie, geen straling VK 24 : VK 16 : 1 zone 12,5 A 1 zone 12,5 A 2 zones 12,5 A 2 zones 12,5 A 3 zones 11,5 A 3 zones 11,5 A 4 zones 10,5 A 4 zones 10,5 A 5 zones 10,0 A 6 zones 9,5 A Verwarming en TCaansluiting NR24 : Verwarming en TCaansluiting NR16 : Andere stekker indelingsnormen naar wens (zie bijlage pagina 52 van deze handleiding) NOLDEN Regelsysteme GmbH 11

12 4.4 Alarm-/ standby bedrading : Voor iedere zone zijn onafhankelijk van elkaar twee alarmfuncties instelbaar, die op 2 gescheiden, potentiaalvrije contacten als gezamenlijke alarm-output geschakelt worden. Deze zijn bedraad op een 7- pol. stopcontact op de achterzijde van het toestel. Standaard is een overtemperatuur-alarm (A1, pen 4 en 5) en een kabelbreuk-alarm (A2, pen 2 en 3) ingesteld. Om over te schakelen op de de tweede temperatuur-setpoint, is een derde contact bedraad op pen 6 en 7 van de stopcontact. De functie kan ook handmatig worden geactiveerd met een toets op de voorkant. 12

13 Afb. : Achterkant NR Aansluiting verwarming en TCs 2 Interface terminal (optie) 3 Stopcontact alarm en standby 4 Netsnoer NOLDEN Regelsysteme GmbH 13

14 5. Bediening 5.1 Bedieningselementen voorkant Afb. : Voorkant NR Display 2 Toetsen 3 Stand-by schakelaar 4 Controlelichten netvoeding (3 fase) 5 Vergrendelbare hoofdschakelaar 6 Zekeringen voor iedere zone 14

15 5.2 Hoofdschakelaar Zet voor bekabeling van het toestel de hoofdschakelaar in positie 0 (UIT). Hierdoor is het toestel volledig van de netvoeding ontkoppeld. De hoofdschakelaar kan worden op slot gezet volgens EN Voor werkzamheden aan de aangeslotene matrijs of aan het toestel zelf moet deze tegen inschakelen worden beveiligd. Dit kann worden bereikt door uittrekken van de netsnoor en beveiligen tegen weer inzetten of door beveiligen van de hoofdschakelaar met een persoonlijk slot. Na herstellen van alle benodigde aansluitingen het toestel inschakelen met de hoofdschakelaar in positie 1 (AAN). NOLDEN Regelsysteme GmbH 15

16 5.3 Display en toetsen Display : Het toestel beschikt over een contrastrijke LCDdisplay. Na het inschakelen en de initialisatie van de regelaar worden de actuele waardes van alle aangesloten zones vertoond. Zone: 1 Actuele waarde: 200 C In het geval van een 4-zones-regelaar worden tegelijkertijd de actuele waarde en setpoint van alle zones vertoond. Linke reeks : Actuele waarde Rechte reeks : Setpoint De weergave van de verschillende parameter geschied meestal in textvorm. Voor de taal van het display kan worden gekozen voor Duits of Engels (zie hoofdstuk 6.1 configuratie menu gehele toestel). 16

17 Toetsen : Zone kiezen Actuele waarde en setpoint van de desbetreffende zone. Parameter keuze in een bepaalde zone. Waarde instellen (b.v. setpoint of regel parameter) omhoog of omlaag. (Veranderde, maar nog niet bevestigte waardes worden door een knipperende E gekenmerkt. Enter - Overname van ingevoerde gegevens en opslag (beveiligd tegen verbreking van de netvoeding). HOME - terug naar het hoofdmenu en weergave van alle zones Tendensweergave van alle zones (overzicht) met alarms. NOLDEN Regelsysteme GmbH 17

18 Tracing functie. Vertoond het verloop van de actuele temperatuur in een bepalde zone. Hiervoor eerst met de Zone toets de gewenste zone kiezen. Tracing functie uitschakelen : Toets nog een keer drukken. Contrast instelling van het display : Enter en tegelijkertijd de of toetsen drukken. Stand-by schakelaar Schakeld alle zones tegelijkertijd over van de operatie-setpoint SP1 naar de 2. setpoint SP2, b.v. voor een temperatuurdaling tijdens storingen in het proces, om het koken van de massa in de matrijs te voorkomen. Intern parallel bedraad met de alarmstekker op de achterkant van het toestel. Hierdoor kan de overschakeling ook met behulp van een externe schakelcontact plaats vinden, b.v. door de spuitgietmachine. Wordt een hogere setpoint SP2 ingesteld, zo kan de regelaar ook voor een taktgestuurde programma in het proces worden gebruikt. Controllampjes netvoeding voor alle 3 fases van de netvoeding. Is een van de 3 lampjes niet verlicht, zo is de desbetreffende fase van de netvoeding uitgevallen. Meerdere verwarmingszones en evtl. ook de 18

19 regelaar zelf werken dan niet. Voor een verdere foutendiagnose in de regelaar eerst de fout in de netvoeding verhelpen. Display functies met directe keuze door een toets : HOME - Overzicht actuele waarde van alle zones Melding Er.H : Bovenkant van het meetbereik overschreden of TC-breuk in de desbetreffende zone Melding Er.L : Onderkant van het meetbereik bereikt of TC polverwisseling in de desbetreffende zone Geen melding : Desbetreffende zone is uitgeschakeld NOLDEN Regelsysteme GmbH 19

20 Zone informatie - Actuele waarde, setpoint en alarmmeldingen van een zone. Zone-Nr. : Met de en toetsen de gewenste setpoint waarde instellen. Veranderde, maar nog niet bevestigte waardes worden door een knipperende E gekenmerkt. Ingestelde waarde met de Enter toets bevestigen. SOLL : Setpoint 1 actief SOLL SP2 : Setpoint 2 actief HAND : Handmatige powersetting actief Setpoint 2 is alleen in het menu Regel parameter instelbaar. Andere meldingen : - AUSGANG (powersetting) in %: Vertoond de actuele powersetting van de desbetreffende verwarming in %. Deze kan niet worden veranderd. 20

21 Andere meldingen (voorts.) : - STROM : Verwarmingsstroom in Ampere - Alarmmelding : Alarm actief, b.v. : A1 A - Status melding : Autotuning actief : Setpoint helling actief : Foutmeldingen: (zie hoofdstuk. 6.4) OPT RAMP E. xx Tendens indicatie en alarms Vertoond mogelijke temperatuurafwijkingen ten opzichte van de geldige setpoint en alarms A1 bzw. A2. Dit display geeft en snelle overzicht van de thermische situatie in alle aangesloten zones. NOLDEN Regelsysteme GmbH 21

22 : Afwijking actuele waarde tov. de setpoint : < +/- 1% van het meetbereik : Afwijking actuele waarde tov. de setpoint : +/- 1,5% van het meetbereik : Afwijking actuele waarde tov. de setpoint : > +/- 3% van het meetbereik Lijn A1 : als Alarm A1 actief, wordt onder de desbetreffende zone vertoond Lijn A2 : als Alarm A2 actief, wordt onder de desbetreffende zone vertoond Is de bewaking van de verwarmingsstroom actief en wordt een constante stroom gemeten (halfgeleider kortgesloten), dan wordt de melding Dauerstrom vertoond. Tracing functie Toond de verandering van de actuele temperatuur in een zone over de tijd. Hiervoor eerst met behulp 22

23 van de Zone toets de gewenste zone kiezen. De tijd-as wordt door de parameter Sample-zeit bepaald (zie hoofdstuk 6.1). Met behulp van de tracing functie kan de gebruiker zonder verdere meetapparatuur het regelgedrag van deze zone bewaken en desnoods de nodige parameter veranderen. In het geval van een storing is het mogelijk, de temperatuur voor de storing naderhand te analyseren. De weergave van de actuele waarde gebeurd altijd symmetrisch tov. de geldige setpoint. De actuele temperatuur wordt in het raam onder rechts in de display vertoond. toets : Temperatuur as rekken = Fijne weergave. toets : Temperatuur as zamen = Grove weergave. Tracing functie verlaten : Toets opnieuw drukken. NOLDEN Regelsysteme GmbH 23

24 6 Instellingen 6.1 Configuratie menu gehele toestel Algemeen voor het toestel (dus voor alle zones) geldige, instelbare parameter. Deze zijn tijdens de levering reeds vanuit de fabriek ingesteld, veranderingen kunnen gedeeltelijk fouten veroorzaken (b.v. thermokoppel configuratie). - Met de HOME toets het overzicht van alle zones kiezen. - De Para en Enter toets gelijktijdig ca. 3 sec. drukken. De eerste parameter (Taal) woordt vertoond. - Parameter instelling met de en toetsen. - Overname van ingevoerde gegevens en opslag met de Enter toets (beveiligd tegen verbreking van de netvoeding). - Met de Para toets overschakelen naar de volgende parameter. - Vind er voor een langere tijd geen verdere bediening plaats, zo schakeld de regelaar zelfs terug naar het overzicht van alle zones. - Dit menu verlaten : Enter toets ca. 3 sec. drukken. 24

25 Lijst van alle parameter met keuze mogelijkheden : - Sprache / Language : deutsch / german (Taal) englisch / english - Fühleranschlüsse (Type sensor) : Pre-set : Aan welke zonen wordt een Pt100-weerstands sensor, aan welke zones wordt een thermokoppel (TC) aangesloten? Voorbeeld 6 zones: Zo 1-6 alleen Pt100 Zo 1-4 Pt100 Zo 5-6 TC Zo 1-2 Pt100 Zo 3-6 TC Zo 1-6 alleen TC Na de pre-set in de configuratie van het toestel moet voor iedere zone dan het gebruikte type sensor samen met het gewenste meetbereik in de configuratie van de desbetreffende zone worden ingesteld (zie hoofdstuk 6.2). Let op : Het type sensor is vanuit de fabriek door de interne bedrading van het toestel bepaald. Verandering van de parameter zonder aanpassing van de bedrading leiden in ieder geval tot fouten in de temperatuurmeting en dus tot foutief regelgedrag! Fabrieksinstelling (lijst zie hoofdstuk 6.5) NOLDEN Regelsysteme GmbH 25

26 - Alarm A1 Konfiguration (Configuratie) (werkt op pen 4 en 5 van de alarmstekker) Ko:0 Alarm uit Ko:1 Signaalcontact uit - aanschakelend Ko:2 Grenscontact uit - aan Ko:3 Limiet comparator uit - aan - uit Ko:4 Signaalcontact aan - uitschakelend Ko:5 Grenscontact aan - uit Ko:6 Limiet comparator aan - uit - aan Ko:7 Limiet comparator met opstart onderdrukking uit - aan - uit Ko:8 Bewaking verwarmingsstroom Grenscontact uit - aan Ko:9 Bewaking verwarmingsstroom Grenscontact aan - uit - Alarm A1 Schaltverhalten (Schakelgedrag) (werkt op pen 4 en 5 van de alarmstekker) Direct Alarm actief Contact gesloten Alarm niet actief Contact open Invers Alarm actief Contact open Alarm niet actief Contact gesloten Fabrieksinstelling (lijst zie hoofdstuk 6.5) 26

27 - Alarm A2 Konfiguration (Configuratie) (werkt op pen 2 en 2 van de alarmstekker) Ko:0 Alarm uit Ko:1 Signaalcontact uit - aanschakelend Ko:2 Grenscontact uit - aan Ko:3 Limiet comparator uit - aan - uit Ko:4 Signaalcontact aan - uitschakelend Ko:5 Grenscontact aan - uit Ko:6 Limiet comparator aan - uit - aan Ko:7 Limiet comparator met opstart onderdrukking uit - aan - uit Ko:8 Bewaking verwarmingsstroom Grenscontact uit - aan Ko:9 Bewaking verwarmingsstroom Grenscontact aan - uit - Alarm A2 Schaltverhalten (Schakelgedrag) (werkt op pen 2 en 3 van de alarmstekker) Direct Alarm actief Contact gesloten Alarm niet actief Contact open Invers Alarm actief Contact open Alarm niet actief Contact gesloten Fabrieksinstelling (lijst zie hoofdstuk 6.5) NOLDEN Regelsysteme GmbH 27

28 Algemene opmerkingen omtrent de alarm configuratie : Met de parameter A1 en A2 wordt de configuratie van het alarm alsmede het schakelgedrag van de alarmrelais A1 en A2 bepaald : - Temperatuur- of stroombewaking - Absolute of relative alarm grenswaarde Voor de op de vorige pagina s reeds omschreven configuratie mogelijkheden geldt : Signaal contact : De alarm waarde werkt relatief tov. de geldige setpoint waarde et loopt met deze mee, hoge o f lage temperatuur alarm. Voorbeeld : Alarm waarde : +50 C Setpoint : 230 C -> Alarm vanaf 280 C Grens contact : De alarm waarde werkt als absolute waarde en is onafhankelijk van de geldige setpoint waarde. Limiet comparator : De alarm waarde werkt relatief tov. de geldige setpoint waarde et loopt met deze mee, er wordt het bereik boven en onder de setpoint bewaakt, dus hoge en lage temperatuur alarm. Voorbeeld : Alarm waarde : 50 C Setpoint : 230 C -> Alarm tot 180 C en vanaf 280 C 28

29 Limiet comparator met start-up onderdrukking : Als voorheen, maar het contact is na het inschakelen eerst gesloten en wordt pas geopend, als de alarm waarde voor de eerste keer het gewenste bereik heeft gehaald Iedere alarmcontact werkt als gezamenlijke alarm voor alle zones. Alle alarm waardes geprogrammeerd als A1 werken op A1 (pennen 4 en 5), alle alarm waardes geprogrammeerd als A2 werken op A2 (pennen 2 en 3 van de alarmstekker) De voor A1 en A2 gekozen configuratie is voor alle zones geldig. De alarm waardes worden voor iedere zone individueel met de parameters A1 en A2 ingesteld (zie hoofdstuk 6.3). Bewaking van de verwarmingsstroom : De volgende parameter worden alleen vertoond, als voor een van de twee alarms A1 of A2 een stroom alarm is ingesteld (Ko8 of Ko9). - Stromzykluszeit Sec. (fabrieksinstelling: (Stroom cyclustijd) 2 Sec.) Tijd tussen de stroommetingen in twee opeenvolgende zones. NOLDEN Regelsysteme GmbH 29

30 - Alarm A1: Instelling in 5 stappen Verzögerung aus = geen vertraging (vertraging) Vertraging, als alarm A1 voor de stroombewaking is ingesteld, instelling en weergave in seconden. De stappen worden intern afhankelijk van het aantal regelzones en de ingestelde stroom cyclustijd berekend. - Alarm A2: Instelling in 5 stappen Verzögerung aus = geen vertraging (vertraging) Idem, als alarm A2 voor de stroombewaking is ingesteld. - Reststrom- aus; 0,0...99,9 A Grenzwert (resterende stroom grenswaarde) Bewaking van de verwarming op en evtl. permanente stroom (kortgesloten halfgeleider). Wordt er een permaente stroom gedetecteerd, zo gebeurd er een alarmmeldingh net zo als voor een te lage stroom. In het display Zone informatie knipperd Er.Cu (Error Current) In het display Tendens indicatie wordt de melding Dauerstrom vertoond. De zone, in welke de permanente stroom wordt gemeten, moet door verificatie van de actuele temperatuurwaarde worden bepaald ( te hoog ). 30

31 - Bediensperre - Alle parameter instelbaar (vergrendeling) - Alleen setpoint 1 instelbaar - Setpoint, alarmwaarde, Setpoint- Helling zijn instelbaar - Alle parameter vergrendeld De vergendelde (niet instelbare) parameter kunnen worden gekozen en weergegeven, maar niet worden veranderd. - Zonenoffset aus; 1-91 Offset-nummering van de zones met gebruik van meer dan een toestel. Voorbeeld: Offset = aus : Zones weergave : 1-4, 1-6 of 1-8 Offset = 4 : Zones weergave : 5-8, 5-10 of Schreiberfunktion: 2,5 Sec min. Samplezeit (fabrieksinstelling: 10 Sec.) (Opslagtijd tracing functie) Instelling van het interval tussen de opslag van twee opeenvolgende temperatuurwaardes. De gehele tijdduur, die met de ingestelde sampletijd kan worden op het display weergegeven, wordt aangetoond. Let op : De sample tijd moet kleiner zijn dan de snellste verandering van de actuele waarde. Er kunnen max. 90 temperatuurwaardes worden opgeslaan. - Gerätekennung EL.xx Einde van dit menu, terug naar parameter Sprache. NOLDEN Regelsysteme GmbH 31

32 6.2 Configuratie menu enkele zones Individueel voor een zone geldige, instelbare parameter. Ook deze zijn tijdens de levering reeds vanuit de fabriek ingesteld, veranderingen kunnen gedeeltelijk fouten veroorzaken (b.v. thermokoppel configuratie). - Met de Zone toets de gewenste zone kiezen. - De Para en Enter toets gelijktijdig ca. 3 sec. drukken. De eerste parameter (zone aan / uit) woordt vertoond. - Parameter instelling met de en toetsen. - Overname van ingevoerde gegevens en opslag met de Enter toets (beveiligd tegen verbreking van de netvoeding). - Met de Para toets overschakelen naar de volgende parameter. - Vind er voor een langere tijd geen verdere bediening plaats, zo schakeld de regelaar zelfs terug naar het overzicht van alle zones. - Dit menu verlaten : Enter toets ca. 3 sec. drukken. 32

33 Lijst van alle parameter met keuze mogelijkheden : - Zone ein/aus ein Meet- of regelzone in (aan/uit) bedrijf (fabrieksinstelling) aus Meet- of regelzone buiten bedrijf - Reglerkonfiguration Zweipunktregler heizen" (Regelaar configuratie) (fabrieksinstelling) Zweipunktregler kühlen" Zweipunktregler kühlen" mit nichtlinearer Kennlinie Anzeigebetrieb ohne Regelung - Fühler Pt 100, - 50, ,0 C konfiguration Pt 100, F (Sensor Pt 100, - 90, ,0 C configuratie) Pt 100, F Pt 100, C Pt 100, F Pt 100, C Pt 100, F of (als in de configuratie van het hele toestel thermokoppel is gekozen) : TC Fe-CuNi (L), C TC Fe-CuNi (L), F TC Fe-CuNi (L), C TC Fe-CuNi (L), F TC Fe-CuNi (J), C TC Fe-CuNi (J), F TC NiCr-Ni (K), C TC NiCr-Ni (K), F TC Pt10Rh-Pt(S), C TC Pt10Rh-Pt(S), F NOLDEN Regelsysteme GmbH 33

34 Let op : Het type sensor is vanuit de fabriek door de interne bedrading van het toestel bepaald. Verandering van de parameter zonder aanpassing van de bedrading leiden in ieder geval tot fouten in de temperatuurmeting en dus tot foutief regelgedrag! - IST-Wert-Offset : aus 1000 C / F (offset actuele - 9,9... aus 10,0 C / F waarde) (fabrieksinstelling: aus) Deze parameter is bestemt voor de correctie van het temperatuur-ingangssignaal, b.v. voor de correctie van een gradient tussen de meetpunt van de sensor en de plek in de matrijs, waar de temperatuur moet worden bepaald, verder voor correctie van een regelafwijking met P- of PD regelgedrag. Voorbeeld : Met een offset van b.v. +5 C is de ware temperatuur aan de sensor om 5 C kleiner dan de setpoint en de aangetoonde actuele waarde. Er moet worden gewaarborgd, dat de actuele temperatuurwaarde binnen het ingestelde meetbereik inclusief de offset ligt. - Sollwertbegrenzung In de zone informatie max. maximaal instelbare setpoint. (setpoint limiet max.) (fabrieksinstelling: 800 C) - Sollwertbegrenzung In de zone informatie min. minimaal instelbare setpoint. (setpoint limiet min.) (fabrieksinstelling: 0 C) 34

35 - Anfahrschaltung : aus : Softstart buiten ein / aus bedrijf (Softstart aan / uit) ein : Softstart in bedrijf. (fabrieksinstelling) Als ein is gekozen, de volgende parameter instellen : - Anfahrschaltung : % Anfahrstellgrad ( % ) (fabrieksinstelling : 50) (softstart powersetting) - Anfahrschaltung : Setpoint limiet, min... Anfahrsollwert ( C) Setpoint limiet, max. (softstart setpoint) (fabrieksinstelling: 80) - Anfahrschaltung : aus; 0, ,0 min. Haltezeit (min.) (fabrieksinstelling: 5,0) (softstart tijdsduur) Algemene opmerkingen over de softstart : Setpoint 1 Softstartsetpoint Softstart-powersetting Softstarttijdsduur NOLDEN Regelsysteme GmbH 35

36 Voor het langzame drogen van verwarmingselemen ten met Magnesiumoxyd (keramiek) als isolatiemateriaal wordt de softstart gebruikt. Hierdoor wordt de matrijs na het inschakelen door de regelaar met een beperkt vermogen (softstart powersetting) op een bepaalde, lagere temperatuur (softstart-setpoint) opgewarmd. Is deze bereikt, wordt deze setpoint voor een ingestelde tijdsduur (softstart tijdsduur) constant gehouden. Na afloop van de softstart duur wordt de matrijs dan verder op de geldige setpoint temperatuur opgewarmd. Gedurende de softstartfase kan de selfoptimalisatie (autotuning) niet worden geactiveerd. Is een setpointhelling geprogrammeerd, zo werkt deze eveneens niet gedurende de softstartfase. De softstart wordt geactiveerd, als : - de regelaar ingeschakeld wordt en de actuele waarde < setpoint 1 min 5% van het meetbereik is.. - de actuele waarde < setpoint 1 min 5% van het meetbereik daald. - de parameter 1 P (Xp) > 0,1 % geprogrammeerd wordt. De softstart kan voor iedere zone individueel geprogrammeerd worden. 36

37 - Betriebsart Reglerbetrieb (fabrieksinstelling) des Reglers : (functie van de Automatische Stellgradübernahme regelaar) ( TC-breuk-automaat ) De regelaar schakeld tijdens een TC-breuk automatisch over op "dimmer" met de laatste active powersetting. Stellerbetrieb mit Handstellgrad De regelaar werkt alleen maar als dimmer.de regeling is buiten bedrijf. Is dimmer gekozen of door de TC-breuk-automaat geactiveerd, zo kan de powersetting, net zo als de setpoint, handmatig worden ingesteld. Kies beeld : Zone informatie met zone toets IST : Foutmelding: Er.H of Er.L. HAND: Toond de actuele, instelbare powersetting (b.v. 54%). Met de en toetsen de gewenste powersetting instellen. Veranderde, maar nog niet bevestigte waardes worden door een knipperende E gekenmerkt. Ingestelde waarde met de Enter toets bevestigen. NOLDEN Regelsysteme GmbH 37

38 - Copy configuratie De voor deze zone ingestelde en regelparameter configuratie en de volgende naar een andere regel parameter kunnen naar zone andere zones worden gecopiëerd. Het is dus zinvol, eerst een zone volledig te configureren en de bijbehorende regelparameter in te stellen en pas daarna deze instellingen desgewenst naar andere zones te copiëeren Keuze van de zone(s), naar welke de configuratie en de regelparameter van de actuele zone moeten worden overgedragen. Hier moet het nummer van de zone (s) worden ingesteld. Instelling met de en toetsen. Alle : copiëeren naar alle zones. De parameter worden na het drukken van de Enter - toets overgedragen. Tijdens het copiëeren: Melding COPY. Einde van dit menu, terug naar parameter Zone ein / aus. 38

39 6.3 Werkmenu - Regelparameter Individueel voor iedere regelzone instelbare parameter, bij voorkeur na de zone configuratie in te stellen. Ook deze zijn tijdens de levering reeds vanuit de fabriek ingesteld. - Met de Zone toets de gewenste zone kiezen. - De Para toets drukken.de eerste parameter (setpoint 1) woordt vertoond. - Parameter instelling met de en toetsen. - Overname van ingevoerde gegevens en opslag met de Enter toets (beveiligd tegen verbreking van de netvoeding). - Met de Para toets overschakelen naar de vol - gende parameter. NOLDEN Regelsysteme GmbH 39

40 Lijst van alle parameter met keuze mogelijkheden : - Sollwert 1 : Instelbereik : (Setpoint 1) Setpoint limiet, min Setpoint limiet, max. (fabrieksinstelling: 150 C) De powersetting wordt hier alleen maar vertoond, als de regelzone zich in HAND-modus (dimmer) bevindt. - Sollwert 2 : aus; (Setpoint 2) Instelbereik : Setpoint limiet, min Setpoint limiet, max. (fabrieksinstelling: 100 C) Setpoint 2 wordt voor alle zones geactiveerd, als de standby-schakelaar is gedrukt of als het externe contact (pen 6 en 7 van de alarmstekker) is gesloten. Sollwert 2 = aus : Tijdens overschakeling op setpoint 2 wordt verder met setpoint 1 ge werkt. - Rampe steigend : aus; 0,1...99,9 C/min of F/min (helling stijgend) (fabrieksinstelling : aus) - Rampe fallend : aus; 0,1...99,9 C/min of F/min (helling dalend) (fabrieksinstelling : aus) Een geprogrammeerde helling is pas dan actief, als een nieuwe setpoint wordt ingesteld of als het toestel opnieuw wordt ingeschakeld. De helling werkt met setpoint 1 danwel met setpoint 2. 40

41 - Alarm A1 alarm grenswaarde : Afhankelijk van de alarmconfiguratie (zie hoofdstuk 6.1 configuratie menu gehele toestel) als temperatuur- of stroom-alarm en van het type alarm (signaalcontact, grenscontact of limietkomparator) : Als temperatuuralarm : aus= -200; C / F (fabrieksinstelling 50) Als stroomalarm : Aus=0,0; 0,1 99,9 A - Alarm A2 alarm grenswaarde : Dto. afhankelijk van de alarmconfiguratie (zie alarm A1) Als temperatuuralarm : aus= -200; C / F Als stroomalarm : aus=0,0; 0,1 99,9 A (fabrieksinstelling 1,0) - Stellgrad % Begrenzung (%) (fabrieksinstelling: 100) Een beperking van de powersetting is alleen maar met een veel te sterke verwarming noodzakelijk. Normaliter zou deze buiten bedrijf moeten zijn (instelling : 100 %). Let op! De beperking werkt niet gedurende de autotuning. NOLDEN Regelsysteme GmbH 41

42 - P-Wert aus; 0, ,0 % Prop.-Bereich xp (fabrieksinstelling : 3,0) ( % ) Met instelling aus, verder met parameter Schaltdifferenz. - D-Wert aus; Sek. Vorhaltezeit Tv (fabrieksinstelling: 30) (Sek.) - I-Wert aus; Sek. Nachstellzeit Tn (fabrieksinstelling: 150) (Sek.) Algemene opmerkingen voor het regelgedrag : Normaliter werkt de regelaar met PD/I regelgedrag. Dwz. hij werkt zonder resterende regelafwijking met een beperkt overschieten in de opwarmfase. De voor ieder systeem (matrijs) optimale PID-regelparameter worden meestal door uitvoeren van een zogenaamde zelfoptimalisatie of autotuning door de regelaar zelf bepaald en opgeslagen. Deze parameter zijn in de meeste gevallen optimaal en waarborgen een stabile, precise regeling. Om deze redenen moeten alleen in geval van uitzondering, b.v. constructiefouten in de temperatuurmeting (verkeerde positie van de sensor), de PID-parameter handmatig worden ingevoerd. De voorheen door zelfoptimalisatie bepaalde parameter worden dan vervangen en staan dus voor de 42

43 regeling niet meer ter beschikking. Leidt de invoer van aangepaste PID-parameter niet tot het gewenste resultaat, dan moet opnieuw een zelfoptimalisatie worden uitgevoerd. - Schaltzykluszeit : 0, Sek. (sek.) (fabrieksinstelling 0,8) Met behulp van de schakel cyclustijd wordt de schakelfrequentie van de regeluitgang bepaald. Dit is de tijd, waarmee de regelaar een keer uit en een keer aan schakeld (fabrieksinstelling 0,8 sec.). - Selbstoptimierung : aus Autotuning buiten (zelf-optimalisatie/ bedrijf autotuning) (fabrieksinstelling) ein Autotuning voor deze zone actief alle Autotuning voor alle zones actief De zelfoptimalisatie berekend automatisch voor de aangesloten regelkring (matrijs) de optimale PIDparameter. Alleen hierdoor is een preciese en stabile regeling mogelijk, daarom ook moet met iedere nieuwe matrijs ten minste een keer een zelfopti malisatie (autotuning) worden uitgevoerd. Einde van dit menu, terug naar parameter Setpoint 1 of setpoint 2. NOLDEN Regelsysteme GmbH 43

44 Algemene informatie over zelfoptimalisatie (autotuning) : Het optimalisatie algoritme berekend voor een gesloten regelkring de optimale PID-parameter (Xp, Tv en Tn) en de schakel-cyclustijd. Met de keuze Automatik gebeurd de optimalisatie na de softstart onder de ingestelde setpoint-waarde. Deze moet ten minste 5% van het geldige meetbereik (typerend 800 C) zijn. Optimalisatie met opstart van de regeling Wordt de optimalisatie naderhand manueel opgestart, zo gebeurd eerst een temperatuurdaling van ca. 5% van het meetbereik, om de PID-parameter optimaal te kunnen bepalen. Optimalisatie op een reeds bereikte setpoint-temperatuur ( hot autotuning ) 44

45 6.4 Foutmeldingen Melding Betekenis Maatregel (als mogelijk) LOC Parameter instelling evtl. blokkeering/vergrendeling is geblokkeerd opheffen, zie: Configuratie gehele toestel -> vergrendeling LOC EXT Parameter instelling door sluitel schakelaar geblokkierd (optie) Schakelaar openen Er.H Er.L Meetbereik overschre- Sensor en leiding checken den, TC-breuk Meetbereik onderschre- Sensor en leiding checken TC-polariteitsfout offset verifieeren E.OP Optimalisatiefout Foutmelding met " Enter toets bevestigen Optimalisatie condities verifieren, optimalisatie herstarten. E.SY Systeemfout Parameter verifieeren. Foutmelding met " Enter toets bevestigen Als fout niet verdwijnd, toestel ter reparatie naar de fabriek sturen. E.O Systeemfout toestel ter reparatie naar de fabriek sturen. REMO Parameter instelling Parameter Remote op aus niet moglijk zetten (Profibus) Regelaar in remote-operatie (via interface), evtl. door master-regeelaar NOLDEN Regelsysteme GmbH 45

46 Foutmeldingen (voortzetting) : Melding Betekenis Maatregel (als mogelijk) KONF Alarm configuratie Alarm configuratie instellen. ataat op aus zie: geen instelling van Configuratie gehele toestel -> de alarm grenswaarde -> Alarm configuratie mogelijk E.SP2 Setpoint SP2 actief. Setpoint 2 (SP2) kan in beeld Zone informatie niet worden ingesteld. Instelling gebeurd in beeld Regelparameter. 46

47 6.5 Fabrieksinstellungen 1. Configuratie van het gehele toestel Parameter Instelling - Sprache Deutsch - Fühleranschlüsse Zone 1-6 TC - Alarm A1, Konfiguration Ko:1 - Alarm A1, Relais Schaltverhalten Direkt - Alarm A2, Konfiguration Ko:9 - Alarm A2, Relais Schaltverhalten Direkt - Stromzykluszeit 2 sec. - Alarm A2 Verzögerung aus - Reststrom-Grenzwert 0,3 A - Bediensperre Alle Parameter einstellbar - Zonenoffset aus (- Ser. Schnittstelle Protokollvorwahl Nolden Standard) (- Ser. Schnittstelle Geräteadresse 1 ) (- Ser. Schnittstelle Datenformat 7 data bit ) even parity ) 1 stopbit ) (- Ser. Schnittstelle Baudrate 9,6K ) - Schreiberfunktion Samplezeit 10 sec. NOLDEN Regelsysteme GmbH 47

48 2. Zone configuratie Parameter Instelling - Zone 1-6 ein - Reglerkonfiguration Zweipunktregler heizen - Fühlerkonfiguration TC Fe-CuNi (J) C - Istwertoffset aus - Sollwertbegrenzung max. 800 C - Sollwertbegrenzung min. 0 C - Anfahrschaltung ein - Anfahrstellgrad 50% - Anfahrsollwert 80 C - Anfahrhaltezeit 5 min - Betriebsart des Reglers Reglerbetrieb 3. Regelparameter Parameter Instelling - Sollwert C - Sollwert C - Rampe steigend aus - Rampe fallend aus - Alarm A1 Alarmwert 50 C - Alarm A2 Alarmwert 1,0 A - Stellgradbegrenzung 100% - Proportionalbereich 3,0% - Vorhaltezeit 30 sec. - Nachstellzeit 150 sec. - Schaltzykluszeit 0,8 sec. - Selbstoptimierung aus 48

49 7 Treefwoord index Onderwerp Pagina : A Actuele temperatuur-zone 16 Actuele temperatuur-offset 34 Alarm stekker 12 Alarm aan- / uitschakelen 41 Alarm grenswaarde 41 Alarm configuratie 26 Alarm - schakelgedrag 26 Alarmmelding 21 Autotuning - zie zelfoptimalisatie 43 B Baudrate 54 (Vergrendeling) bediening 31 Busadres 54 C Copiëer functie 38 Cyklustijd stroommeting 29 (Schakel-) cyklustijd 43 D Data format 54 Data interface 54 Differential time 42 Dimmer 37 Display 14, 16 E Enkele zone 20 Enter-toets 17 G (Alarm-) grenscontact 28 NOLDEN Regelsysteme GmbH 49

50 Treefwoord index (voortzetting) Onderwerp Pagina : H Handmatige powersetting - zie dimmer 37 Helling - zie setpoint helling 40 Hoge stroomalarm 58 Hoge temperatuuralarm 58 Hoofdschakelaar 15 I Integral time 42 Interface protokol 54 L Lage stroomalarm 58 (Alarm-) Limietcomparator 28 M Matrijs-aansluitingskabel 10 ff. N Netvoeding 10, 13 O (Zelf-) Optimalisatie 43 P Pijl toetsen 17 PID-Parameter 42 Powersetting beperking 41 Proportionele waarde 42 R Regelaar configuratie 33 Resterende stroom-grenswaarde 30 S Sampletijd (tracing functie) 31 Sensor-configuratie 33 Sensor-type 25 50

51 Treefwoord index (voortzetting) Onderwerp Pagina : S Signaalcontact 28 Softstart 35 Softstart 35 Softstart-setpoint 35 Softstart-powersetting 35 Setpoint temperatuur zone 40 Setpoint beperking 34 Setpointhelling 40 Standby 18 Stroommeting (verwarming) - Parameter 29 Stroomalarm 27 T Taal 25 Temperatuuralarm 27 Tendens indicatie 21 Tracing functie 22 V Vergrendeling bediening 31 Verwarmingsstroom 21, 29 Z Zekeringen (verwarming) 8, 14 Zone aan/uitschakelen 33 Zone copiëeren 38 Zone-Offset 31 Zones overzicht 19 NOLDEN Regelsysteme GmbH 51

52 8 Bijlage : 8.1 Klantenspecifieke stekkerindeling (geldige uitvoering is gemarkeerd) SN ( HASCO ) SN SN SN 05-24/24 (TC / verwarming gescheiden) TC Verwarming 52

53 Klantenspecifieke stekkerindeling (voortzetting) (geldige uitvoering is gemarkeerd) SN ( HASCO ) SN SN21-16 Euromap 14 Verwarming TC NOLDEN Regelsysteme GmbH 53

54 8.2 Interface parameter (optie) Serielle interface Nolden - multizone temperatuurregelaars serie kunnen van een serielle interface type RS232, RS485 of 0/20mA worden voorzien. Via deze vindt de overdraging van procesgegevens (actuele waardes en setpoint) en ook de configuratiegegevens en parameter van het toestel aan een master (b.v. een industriele PC of een PLC) plaats. De afloop van een communicatie wordt altijd van de master aangestuurd. Het regeltoestel werkt als slave. Toestandsindicatie : Data communicatie : Melding DATA altijd, als er een data communicatie plaats vind. Wordt het toestel via de interface op remote - operatie geschakeld, dan is een handmatige parameter instelling niet meer mogelijk. De instelling van de interface parameter gebeurd in de configuratie van het gehele toestel (zie hoofdstuk 6.1) naar de parameter Zonenoffset. Is er geen interface aanwezig, dan komt direct hiernaar de parameter Samplezeit zoals omschreven in hoofdstuk

55 - Ser. Schnittstelle - Standard Nolden Nolden standard- Protokollvorwahl : protocol - Gateway Protocol geldig voor InterBus-S. alleen met RS 485-interface - Ser. Schnittstelle (fabrieksinstelling: 1) Geräteadresse : Onder dit adres spreekt een master het toestel aan. Ieder toestel moet een eigen adres hebben. Aan een RS485-bus kunnen max. 32 toestelen worden aangesloten. - Ser. Schnittstelle Datenformat : 7 data bit, even parity, 1 stop bit (fabrieksinstelling) 7 data bit, odd, 1 stop bit 7 data bit, even, 2 stop bit 7 data bit, odd, 2 stop bit 7 data bit, no, 2 stop bit 8 data bit, even, 1 stop bit 8 data bit, odd, 1 stop bit 8 data bit, no, 1 stop bit (Gateway) 8 data bit, no, 2 stop bit - Ser. Schnittstelle Baudrate : aus; 0,3... 9,6 kbaud (fabrieksinstelling: 9,6) InterBus-S Gateway = 9,6 kbaud NOLDEN Regelsysteme GmbH 55

56 CANopen interface Nolden - multizone temperatuurregelaars serie kunnen eveneens van een CANopen interface worden voorzien. Let op : Een CAN-netwerk moet aan iedere einde met een 120 Ohm weerstand worden afgesloten. De regeling wordt pas dan geactiveerd, als het toestel via CANopen op operational wordt geschakeld. Aan het toestel kunnen dan geen parameter meer handmatig worden ingesteld. - CANopen (fabrieksinstelling: 1) Geräteadresse : Ieder toestel moet een eigen adres hebben.. - CANopen 10k, 20k, 50k, 100k, 125k, 250k, 500k, Baudrate : 1000k Baud (fabrieksinstelling: 20) - CANopen- CANopen Master: no Spezifikation : CANopen Slave: yes Extended Boot-up: no Minimum Boot-up: yes COB ID Distribution: yes; default via SDO Node ID Distribution: no; via device keyboard No. of POD s: 0RX, 1TX PDO Modes: async. Variable PDO mapping: no Emergency message: yes Life guarding: yes No. of SDO`s: 1RX, 1TX Device Profile: CiA DS

57 Profibus DP interface Nolden - multizone temperatuurregelaars serie kunnen eveneens van een Profibus DP interface volgens EN50170 worden voorzien. Interface: RS485 Verdraaide en afgeschermde 2-draad-leding (zie ook EN 50170, Kap. 2). Netwerk-topologie : Lineaire bus met active afsluiting aan beide kanten. Afslagen zijn mogelijk, max. lengte afhankeljk van het type kabel (met 3-12Mbit/sec. max. 1,5m en met 1,5Mbit/sec. max. 6,5m) Baudrate en kabellengte (zonder repeater): De baudrate wordt door de master vastgelegt en automatisch herkent. De maximale kabellengte is afhankelijk van de baudrate : Baudrate Max. kabellengte 93,75 kbit/sec m 187,5 kbit/sec m 500 kbit/sec. 400m 1,5 Mbit/sec. 200m 3-12 Mbit/sec. 100m De aansluitingen (signale) +5V en GND zijn alleen voor de aansluiting van de externe weerstand bestemt. Een verdere belasting is niet toegestaan. NOLDEN Regelsysteme GmbH 57

58 Adressering : Ieder toestel heeft een eigen device adres en meerdere regelzones-adressen. Het regelzones-adres wordt via een parameter ingestelt. Er kunnen t/m 32 toestelen worden geadresseerd. Met behulp van een repeater kunnen t/m 127 toestelen worden aangesloten. De regelzones van het toestel worden binnen het protocol aangesproken. Bijzonderheden : - Configuratiekanaal voor lezen en schrijven van alle beschikbare parameter. - Configureerbare proces data modules. - Diagnosemeldingen ter herkenning van sensoren systeemfouten. - Eenvoudige verbinding met een industriele computer of een PLC. Toestandsmelding : Bus-Status : Keine Verbindung : Profibus niet aangesloten of master niet actief. Warte auf Parametrierung : Master herkend - wacht op parametrering. Data Exchange : Error xxxx Data Exchange Modus Fout in het Profibus- Systeem van het toestel Let op : De Parameter Remote moet op ein worden gezet, om gegevens naar het toestel te kunnen schrijven. 58

59 - PROFIBUS DP aus Profibus: read-only / bediening Remote : ter plekke mogelijk. Profibus kan parameter lezen, maar niet veranderen. ein Profibus: read / write Bediening ter plekke niet mogelijk. (fabrieksinstelling) - PROFIBUS DP (fabrieksinstelling : 1) Geräteadresse : - PROFIBUS DP De Baudrate wordt automatisch herkend Baudrate een weergegeven. Deze is niet instelbaar. Indicvatie: Nicht erkannt 12 MBaud 6 MBaud 3 MBaud 1,5 MBaud 500 kbaud 187,5 kbaud 93,75 kbaud 45,45 kbaud 19,2 kbaud (wordt niet ondersteund) 9,6 kbaud (wordt niet ondersteund) NOLDEN Regelsysteme GmbH 59

60 CONFORMITEITSVERKLARING Deze declaratie is geldig voor de volgende producten : Toestel omschrijving: Compacte temperatuur regelaar Type : NR4004 t/m NR4008 Hiermee wordt bevestigt dat de boven genoemde producten in overeenstemming met de volgende EUrichtlijnen zijn ontworpen en worden geproduceerd : EU-Lagespanningsrichtlijn EU-Richtlijn voor electromagnetische compatibiliteit 2004/108/EG 2006/95/EG Toepasbare geharmoniseerde EN Teil 1 normen : EN EN Deze verklaring is verplichtend voor de fabrikant NOLDEN REGELSYSTEME GMBH Am Tonschuppen 2 Gewerbegebiet Volmershoven D Alfter Germany Alfter, Hans Werner Müller, Geschäftsführer 60