Leidraad voor de toepassing van de TSI INF

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Leidraad voor de toepassing van de TSI INF"

Transcriptie

1 volgens het kadermandaat C(2010)2576 definitief van 29/04/2010 Referentie bij het ERA: ERA/GUI/ /INT Versie bij het ERA: 3.00 Datum: 14 december 2015 Document opgesteld door: Documenttype: Documentstatus: Rue Marc Lefrancq 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Leidraad Openbaar Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 1 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

2 0. DOCUMENTGEGEVENS 0.1. Overzicht van wijzigingen Tabel 1: Status van het document Versie/ datum Leidraad versie augustus 2011 Leidraad versie oktober 2014 Leidraad versie december 2015 Auteur(s) Interne eenheid van ERA Interne eenheid van ERA Interne eenheid van ERA Nummer paragraaf Alle Alle Aanhangsel 1 en 2 Beschrijving van de wijziging Eerste publicatie Tweede publicatie na herziening van de (bestaande) geldende TSI INF (samengevoegd en uitgebreid toepassingsgebied) Tabel 4 (Nr. 8 en 16) en Tabel 5 (spoorprofielen) Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 2 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

3 0.2. Inhoudsopgave 0. DOCUMENTGEGEVENS Overzicht van wijzigingen Inhoudsopgave Lijst van tabellen TOEPASSINGSGEBIED VAN DEZE LEIDRAAD Toepassingsgebied Inhoud van de leidraad Referentiedocumenten Definities, afkortingen en acroniemen TOELICHTING BIJ DE TSI INF Inleiding (hoofdstuk 1)... 7 Geografisch toepassingsgebied (punt 1.2)... 7 Inhoud van deze TSI (punt 1.3) Definitie en toepassingsgebied van het subsysteem (hoofdstuk 2) Essentiële eisen (hoofdstuk 3) Beschrijving van het subsysteem infrastructuur (hoofdstuk 4) Inleiding (punt 4.1) TSI-lijncategorieën (punt 4.2.1) Eisen inzake fundamentele parameters (punt ) Vrijeruimteprofiel (punt ) Afstand tussen hartlijnen van sporen (punt ) Minimumboogstraal voor bochten in horizontale alignementen (punt ) Verkantingstekort (punt ) Equivalente coniciteit (punt ) Spoorstaafneiging (punt ) Weerstand van het spoor tegen uitgeoefende krachten (punt 4.2.6) Tolerantie voor dynamische effecten van verticale belastingen (punt ) Onmiddellijke actiegrenswaarden voor spoorgeometriegebreken (punt 4.2.8) Perrons (punt 4.2.9) Perronhoogte(punt ) Perronrandafstand ( ) Maximale drukvariaties in tunnels (punt ) Equivalente coniciteit in exploitatie (punt ) Vaste installaties voor het onderhoud van treinen (punt ) Exploitatievoorschriften (punt 4.4) Interoperabiliteitsonderdelen (hoofdstuk 5) Het spoorstaafbevestigingssysteem (punt 5.3.2) Dwarsliggers (punt 5.3.3) Conformiteitsbeoordeling van interoperabiliteitsonderdelen en EG-keuring van de subsystemen (hoofdstuk 6) Keuring van dwarsliggers (punt ) Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 3 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

4 Keuring van het vrijeruimteprofiel ( ) Keuring van de afstand tussen de hartlijnen van de sporen ( ) Keuring van het spoorontwerp (punt ) Keuring van het verkantingstekort voor treinen die ontworpen zijn om met een hoger verkantingstekort te rijden (punt ) Keuring van de ontwerpwaarden voor equivalente coniciteit (punt ) Keuring van bestaande kunstwerken (punt ) Keuring van de perronrandafstand (punt ) Keuring van de maximale drukvariaties in tunnels (punt ) Keuring van de spoorweerstand voor hoofdsporen (punt ) Subsystemen die interoperabiliteitsonderdelen bevatten zonder EG-verklaring (punt 6.5) Subsysteem met bruikbare interoperabiliteitsonderdelen die geschikt zijn voor hergebruik (punt 6.6) Uitvoering van de TSI Infrastructuur (hoofdstuk 7) Toepassing van deze TSI op nieuwe spoorlijnen (punt 7.2) Verbetering van een lijn (punt 7.3.1) Vervanging in het kader van onderhoudswerkzaamheden (punt 7.3.3) Bestaande lijnen die niet worden verbeterd of vernieuwd (punt 7.3.4) Vaststelling van de compatibiliteit van de infrastructuur en het rollend materieel na de goedkeuring van het rollend materieel (punt 7.6) Technische kenmerken van het ontwerp van wissels en kruisingen (aanhangsel C.2) Woordenlijst (aanhangsel S) Waarborgen van de veiligheid op vaste kruisstukharten (aanhangsel J) LIJST VAN AANHANGSELS Lijst van tabellen Tabel 1: Status van het document...2 Tabel 2: Spoorstaafneiging voor hoofdspoor en voor kruisingen en wissels...21 Tabel 3: EG-keuring van subsysteem met bruikbare interoperabiliteitsonderdelen die geschikt zijn voor hergebruik...36 Tabel 4: CEN-normen die van belang zijn voor de conformiteitsbeoordeling...45 Tabel 5: Spoorconfiguraties die voldoen aan de eis van punt inzake "equivalente coniciteit" (beoordeeld bij S1002 en GV 1/40)...54 Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 4 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

5 1. TOEPASSINGSGEBIED VAN DEZE LEIDRAAD 1.1. Toepassingsgebied Dit document is een bijlage bij de "Leidraad voor de toepassing van TSI s". In dit document wordt informatie verstrekt over de toepassing van de technische specificatie inzake interoperabiliteit van het subsysteem infrastructuur van het spoorwegsysteem in de Europese Unie (kortweg TSI INF ), die is vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1299/2014 van 18 november 2014 van de Commissie. Deze leidraad dient uitsluitend te worden gelezen en gebruikt in combinatie met de TSI INF. Hij is bedoeld om de toepassing van die technische specificatie te vereenvoudigen, maar vervangt deze niet. Er dient tevens rekening te worden gehouden met het algemene gedeelte van de "Leidraad voor de toepassing van TSI s" Inhoud van de leidraad In de volgende hoofdstukken van dit document worden passages uit de originele tekst van de TSI INF weergegeven in een gearceerd tekstvak, gevolgd door een tekst waarin richtsnoeren worden gegeven. Indien de TSI INF geen nadere uitleg vereist, worden er geen richtsnoeren vermeld. De toepassing van de leidraad is vrijwillig. Er worden geen aanvullende eisen gesteld bovenop de eisen die in de TSI INF zijn vervat. De richtsnoeren worden vermeld in de vorm van een verklarende tekst en, indien van toepassing, door te verwijzen naar de normen die bedoeld zijn om naleving van de TSI INF aan te tonen. Een lijst van relevante normen voor de TSI INF is opgenomen in aanhangsel 1 van dit document. Wanneer in deze leidraad wordt verwezen naar "bestaande TSI(s)", worden hiermee ofwel de TSI HS INF of de TSI CR INF of deze beide TSI s bedoeld. De toepassing van de in aanhangsel 1, punt 1.2, vermelde relevante normen is niet verplicht. In sommige gevallen veronderstellen geharmoniseerde normen met betrekking tot de fundamentele parameters van de TSI s conformiteit met bepaalde voorschriften van de TSI s. In overeenstemming met de geest van de nieuwe benadering inzake technische harmonisatie en normalisatie blijft de toepassing van deze normen vrijwillig, maar referenties naar deze normen worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (PB). Deze specificaties worden in de leidraad voor de toepassing van de TSI vermeld teneinde het gebruik ervan door de sector te vergemakkelijken. Deze specificaties vormen een aanvulling op de TSI s. Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 5 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

6 1.3. Referentiedocumenten Referentiedocumenten worden vermeld in het algemene gedeelte van de "Leidraad voor de toepassing van TSI s" Definities, afkortingen en acroniemen Definities en afkortingen zijn opgenomen in het algemene gedeelte van de "Leidraad voor de toepassing van TSI s". Hieronder volgt een lijst van de in dit document gebruikte acroniemen: CEN ERA EU Europees Comité voor Normalisatie Europese Unie HSLM belastingmodel hogesnelheidsspoorsystemen (high speed load model) IAL IB IO SO TEN TSI TSI CR INF TSI HS INF onmiddellijke actiegrenswaarde (immediate action limit) infrastructuurbeheerder interoperabiliteitsonderdeel spoorwegonderneming trans-europees netwerk technische specificatie inzake interoperabiliteit technische specificatie inzake conventionele spoorweginfrastructuur technische specificatie inzake hogesnelheidsinfrastructuur TSI HS RST technische specificatie inzake rollend materieel voor hogesnelheidsspoorsystemen TSI INF TSI PRM TSI SRT TSI inzake infrastructuur technische specificatie inzake personen met beperkte mobiliteit technische specificatie inzake veiligheid in spoorwegtunnels Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 6 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

7 2. TOELICHTING BIJ DE TSI INF Algemene opmerkingen Voor alle eisen die verplicht van toepassing zijn op nieuwe lijnen, geldt dat deze eisen facultatief zijn (doelparameters) bij de verbetering of vernieuwing van bestaande lijnen. Er wordt verwacht dat bij de voorbereiding van projecten voor de verbetering/vernieuwing van een bestaande lijn wordt overwogen aan de doelparameters te voldoen voor zover dit technisch en economisch haalbaar is Inleiding (hoofdstuk 1) Geografisch toepassingsgebied (punt 1.2) Het geografisch toepassingsgebied van deze TSI is gedefinieerd in artikel 2, lid 4, van deze verordening. Artikel 2, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1299/2014 inzake het subsysteem infrastructuur (TSI INF) luidt als volgt: De TSI is van toepassing op de volgende netwerken: (a) het trans-europese conventionele spoorwegsysteem als omschreven in bijlage I, punt 1.1, van Richtlijn 2008/57/EG; (b) het trans-europese hogesnelheidsspoorwegsysteem (TEN) als omschreven in bijlage I, punt 2.1, van Richtlijn 2008/57/EG; (c) andere delen van het netwerk van het spoorwegsysteem in de Unie; met uitsluiting van de in artikel 1, lid 3, van Richtlijn 2008/57/EG bedoelde gevallen. De werkingssfeer van de TSI INF is overeenkomstig artikel 1, lid 4, van Richtlijn 2008/57/EG uitgebreid tot het gehele spoorwegsysteem van de Europese Unie, met inbegrip van toegang via het spoor tot terminals en belangrijke haveninstallaties die meer dan één gebruiker bedienen of kunnen bedienen. De enige spoorweginfrastructuur die is uitgesloten van het toepassingsgebied van de TSI INF zijn de gevallen genoemd in artikel 1, lid 3, van Richtlijn 2008/57/EG, zoals: i. metro s, trams en andere lichte spoorwegsystemen; ii. netwerken die functioneel los staan van de rest van het spoorwegnet, en die uitsluitend bedoeld zijn voor de uitvoering van plaatselijke, stedelijke of voorstedelijke passagiersdiensten, alsook spoorwegondernemingen die uitsluitend deze netwerken exploiteren; iii. spoorweginfrastructuur die particulier eigendom zijn, en enkel op deze infrastructuur gebruikte voertuigen die uitsluitend door de eigenaar van de infrastructuur voor eigen goederenvervoer worden gebruikt; iv. infrastructuur en voertuigen bestemd voor strikt lokaal, historisch of toeristisch gebruik. Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 7 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

8 Inhoud van deze TSI (punt 1.3) 2) De eisen in deze TSI gelden voor alle spoorwijdten die onder deze TSI vallen, tenzij een lid naar specifieke spoorwijdten of naar specifieke nominale spoorwijdten verwijst. Het concept van systemen met een bepaalde spoorwijdte is ingevoegd teneinde de technische harmonisatie van spoorwegsystemen met dezelfde nominale spoorwijdte te bevorderen (namelijk: mm in Spanje en Portugal; mm in Ierland en het Verenigd Koninkrijk; mm in Finland, Zweden en Estland; mm in Estland, Letland, Litouwen, Polen en Slowakije; naast mm, de spoorwijdte die wordt beschouwd als Europese nominale standaardspoorwijdte). De in de TSI vermelde eisen moeten worden nageleefd in de volgende volgorde van prioriteit: 1. De algemene eisen van hoofdstuk 4 worden nageleefd tenzij een specifiek vereiste voor de betrokken spoorwijdte geldt (hoofdstuk 4) of indien er sprake is van een specifiek geval in de betrokken lidstaat (punt 7.7). Voor de meeste parameters die in de TSI INF zijn vermeld, zijn de eisen over het algemeen van toepassing op alle spoorwijdten. 2. Specifieke eisen met betrekking tot de relevante spoorwijdte (hoofdstuk 4) worden nageleefd tenzij sprake is van een specifiek geval in de betrokken lidstaat (punt 7.7). Alle specifieke eisen die betrekking hebben op een specifieke spoorwijdte of een specifieke nominale spoorwijdte beginnen met de volgende formuleringen: "voor systemen met een spoorwijdte van...", "in plaats van punt (x), voor systemen met een spoorwijdte van..." en "in plaats van punt (x), voor systemen met een nominale spoorwijdte van...". Een voorbeeld voor een fundamentele parameter die voor alle spoorwijdten geldt, is "weerstand van het spoor tegen verticale krachten" (punt ): het desbetreffende punt bevat geen lid dat betrekking heeft op specifieke spoorwijdten. Een voorbeeld voor een fundamentele parameter waarvoor verschillende eisen gelden voor verschillende spoorwijdten is "vrijeruimteprofiel" (punt ): de leden 4 en 5 in dit punt vervangen de in de leden 1 t/m 3 vastgestelde eisen inzake die parameter voor systemen met een spoorwijdte van mm en mm. Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 8 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

9 2.2. Definitie en toepassingsgebied van het subsysteem (hoofdstuk 2) 2.3 Raakvlakken van deze TSI met de TSI Personen met beperkte mobiliteit Alle eisen met betrekking tot het subsysteem infrastructuur inzake de toegankelijkheid van het spoorwegsysteem voor personen met beperkte mobiliteit zijn vervat in de TSI "Personen met beperkte mobiliteit". 2.4 Raakvlakken van deze TSI met de TSI Veiligheid in spoorwegtunnels Alle eisen met betrekking tot het subsysteem infrastructuur inzake de veiligheid in spoorwegtunnels zijn vervat in de TSI "Veiligheid in spoorwegtunnels". De TSI PRM en de TSI SRT brengen aanvullende eisen voor het subsysteem infrastructuur mee naast die welke in de TSI INF zelf zijn vermeld. De keuring van het subsysteem op basis van de TSI INF strekt zich daarom niet uit tot de eisen van die TSI s. Het subsysteem infrastructuur dient waar nodig te worden beoordeeld op basis van de TSI PRM en/of de TSI SRT. Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 9 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

10 2.3. Essentiële eisen (hoofdstuk 3) Richtlijn 2008/57/EG bevat essentiële eisen inzake gezondheid, veiligheid, betrouwbaarheid, beschikbaarheid, milieubescherming, technische verenigbaarheid en toegankelijkheid. Tabel 1 van de TSI INF geeft een overzicht van de fundamentele parameters van het subsysteem infrastructuur die geacht worden overeen te komen met deze eisen. Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 10 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

11 2.4. Beschrijving van het subsysteem infrastructuur (hoofdstuk 4) Inleiding (punt 4.1) 2) De grenswaarden in deze TSI zijn niet bedoeld als ontwerpwaarden. Ontwerpwaarden moeten evenwel binnen de in deze TSI vastgestelde grenswaarden vallen. De TSI definieert de fundamentele parameters en de minimumniveaus die in acht moeten worden genomen om aan de essentiële eisen te voldoen. De TSI INF is niet bedoeld als ontwerphandleiding. Het ontwerp en de aanleg van spoorweginfrastructuur dienen te zijn gebaseerd op normen, uit goede praktijken verkregen waarden, enz. Deze waarden dienen binnen de grenswaarden van de TSI-eisen te liggen. 5) Wanneer naar Europese normen wordt verwezen, zijn alle zogenaamde "nationale afwijkingen" in de Europese normen niet van toepassing, tenzij anders wordt bepaald in deze TSI. Het is niet toegestaan "nationale afwijkingen" toe te passen op EN-normen, tenzij de TSI hierin specifiek voorziet. Onder het concept van "nationale afwijkingen" wordt verstaan een wijziging van, aanvulling op of weglating uit de inhoud van een EN-norm in een nationale norm met hetzelfde toepassingsgebied als de EN-norm. Het concept "nationale bijlage" verschilt van dat van nationale afwijkingen. Een nationale bijlage mag alleen toegestane opties voor welomschreven "nationaal vastgestelde parameters" (NDP s) en informatie ter vergemakkelijking van de uitvoering bevatten ("niet-tegenstrijdige aanvullende informatie" (NCCI)). Door een nationale bijlage mogen geen voorschriften van de Europese norm worden gewijzigd, afgezien van toegestane opties voor de nationaal vastgestelde parameters. TSI-lijncategorieën (punt 4.2.1) 1) Bijlage I bij Richtlijn 2008/57/EG voorziet in de onderverdeling van het spoorwegnet van de Unie in verschillende categorieën voor het trans-europese conventionele spoorwegnet (punt 1.1), het trans-europese hogesnelheidsspoorwegnet (punt 2.1) en de verruiming v an de werkingssfeer (punt 4.1). Met het oog op een kosteneffectieve interoperabiliteit worden in deze TSI prestatieniveaus voor "TSI-lijncategorieën" gedefinieerd. De nieuwe verkeerscodes die in de TSI INF worden gedefinieerd stroken met de lijncategorieën zoals gedefinieerd in de eerdere TSI HS INF en TSI CR INF. Met andere woorden: voor bestaande lijnen die zijn ingedeeld volgens de vroegere lijncategorieën (I, II, IV-P, IV-F, IV-M, enz.) is ten minste één verkeerscode of combinatie van verkeerscodes mogelijk (P1, P3, P3/F2, enz.). Met de inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 1315/2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-europees vervoersnetwerk en tot Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 11 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

12 intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU wordt de ontwikkeling van het trans-europese vervoersnetwerk gebaseerd op een tweelagenstructuur: 1. het uitgebreide netwerk, bestaand uit alle aanwezige en geplande vervoerinfrastructuur van het trans-europese vervoersnetwerk; 2. het kernnetwerk, bestaand uit alle aanwezige en geplande vervoerinfrastructuur van het uitgebreide netwerk dat van het hoogste strategische belang is voor de ontwikkeling van het trans-europese vervoersnetwerk. In de verordening wordt een aantal technische eisen geformuleerd waaraan de infrastructuur van de lijnen van het kern- en het uitgebreide netwerk moet voldoen (nominale spoorwijdte, lijnsnelheid, aslast, treinlengte). Indien de lijn deel uitmaakt van het TEN-netwerk moet bij de keuze van de verkeerscodes (of een combinatie van verkeerscodes) uit tabel 2 en tabel 3 rekening worden gehouden met de bij Verordening (EU) nr. 1315/2013 vastgestelde eisen, teneinde te waarborgen dat de prestatieparameters aan die verordening en aan de vereisten van de TSI INF voldoen. De niet tot het TEN behorende spoornetten vallen niet onder Verordening (EU) nr. 1315/ ) De TSI-lijncategorie wordt gevormd door een combinatie van verkeerscodes. Voor lijnen waarop slechts één verkeerstype rijdt (bijvoorbeeld alleen goederenvervoer) kan een eenduidige code worden gebruikt ter beschrijving van de eisen; in geval van gemengd verkeer wordt de categorie beschreven door een of meer codes voor passagiers- en goederenverkeer. De gecombineerde verkeerscodes beschrijven de benodigde ruimte voor het gewenste treinverkeer. Bij de ontwikkeling van het concept voor de nieuwe TSI-INF-lijncategorieën zijn de volgende regels gehanteerd: geen differentiatie tussen hogesnelheids- en conventionele spoorlijnen; geen onderscheid tussen TEN- en overige netwerken; de indeling omvat voortaan het soort vervoer en de waarde van de prestatieparameter (bv. "P4"): geen onderscheid tussen "nieuwe" en "verbeterde" lijnen; de in de TSI CR INF vastgestelde prestatieparameters zijn geschikt; er hoeft geen rekening te worden gehouden met de "verkeersdichtheid" omdat die geen verband houdt met de interoperabiliteit. Na een analyse van typische vervoerswijzen in Europa werden verschillende soorten verkeerscodes geselecteerd voor reizigers- en goederenvervoer. Elke TSI-lijncategorie kan worden samengesteld uit verschillende verkeerscodes uit de tabellen 2 en 3 die willekeurig kunnen worden gecombineerd. Hiermee wordt een flexibele indeling geboden om in te spelen op de daadwerkelijke vervoerbehoeften. Voorbeeld: Wanneer wordt beoogd op een nieuwe lijn reizigerstreinen met een snelheid van 250 km/h, pendeltreinen met een snelheid van 120 km/h en s nachts zware Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 12 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

13 vrachttreinen te laten rijden, zal een combinatie van de verkeerscodes P2, P5 en F1 het meest geschikt zijn. De TSI-lijncategorie zou in dit geval eenvoudigweg P2-P5-F1 luiden. De lijn moet dan dusdanig worden ontworpen dat zij voldoet aan het pakket prestatieparameters voor deze categorie: spoorwijdte: GC (uit F1); aslast: 22,5 t (uit F1); lijnsnelheid: km/h (uit P2); nuttige perronlengte: m (uit P2); treinlengte: m (uit F1). Indien echter enig onderdeel van het subsysteem alleen bestemd is voor gebruik door treinen die tot één verkeerscode toebehoren, hebben de prestatieparameters voor dit onderdeel betrekking op de specifieke verkeerscode. 4) Met het oog op de onderverdeling in het kader van de TSI worden lijnen algemeen ingedeeld volgens het verkeerstype (verkeerscode) dat gekenmerkt wordt door de volgende prestatieparameters: spoorwijdte: aslast: lijnsnelheid: treinlengte: nuttige perronlengte. De kolommen voor "vrijeruimteprofiel" en "aslast" worden beschouwd als minimumeisen aangezien zij rechtstreeks bepalen welke treinen op de lijnen mogen rijden. De kolommen voor "lijnsnelheid", "nuttige perronlengte" en "treinlengte" dienen ter indicatie van het waardenbereik dat doorgaans wordt toegepast voor de verschillende verkeerstypes en leggen geen rechtstreekse beperkingen op aan het verkeer dat eventueel op de lijn rijdt. 7) De prestatieniveaus van de verkeerstypes zijn hieronder opgenomen in de tabellen 2 en 3. Tabel 2 Prestatieparameters voor passagiersverkeer Verkeerscode Spoorwijdte: Aslast (t) Lijnsnelheid (km/h) Nuttige perronlengte (m) P1 GC 17(*) P2 GB 20(*) Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 13 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

14 P3 DE3 22,5(**) P4 GB 22,5(*) P5 GA 20(**) P6 G1 12(**) n.v.t. n.v.t. P1520 S 22,5(**) P1600 IRL1 22,5(**) (*) De aslast is gebaseerd op de bedrijfsklare ontwerpmassa voor krachtvoertuigen (en voor P2-locomotieven) en de operationele massa bij een normale nuttige last voor voertuigen die een nuttige last van passagiers of bagage kunnen vervoeren als gedefinieerd in punt 2.1 van EN 15663:2009+AC:2010. De overeenkomstige (**) aslastwaarden voor voertuigen die een nuttige last van passagiers of bagage kunnen vervoeren, bedragen 21,5 t voor P1 en 22,5 t voor P2 als gedefinieerd in aanhangsel K bij deze TSI. (**) De aslast is gebaseerd op de bedrijfsklare ontwerpmassa voor krachtvoertuigen en locomotieven als gedefinieerd in punt 2.1 van EN 15663:2009+AC:2010 en de ontwerpmassa bij een uitzonderlijke nuttige last voor andere voertuigen als gedefinieerd in aanhangsel K bij deze TSI. Tabel 3 Prestatieparameters voor goederenverkeer Verkeerscode Spoorwijdte: Aslast (t) Lijnsnelheid (km/h) Treinlengte (m) F1 GC 22,5(*) F2 GB 22,5(*) F3 GA 20(*) F4 G1 18(*) n.v.t. n.v.t. F1520 S 25(*) F1600 IRL1 22,5(*) (*) De aslast is gebaseerd op de bedrijfsklare ontwerpmassa voor krachtvoertuigen en locomotieven als gedefinieerd in punt 2.1 van EN 15663:2009+AC:2010 en de ontwerpmassa bij een uitzonderlijke nuttige last voor andere voertuigen als gedefinieerd in aanhangsel K bij deze TSI. Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 14 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

15 De prestatieparameters "spoorwijdte" en "aslast" worden als "harde parameters" beschouwd, wat betekent dat het verplicht is om ten minste hun precieze waarde aan te geven. Daarom worden zij in de tabellen 2 en 3 als eenduidige waarden gespecificeerd. De prestatieparameters "lijnsnelheid", "nuttige perronlengte" en "treinlengte" worden als "zachte parameters" beschouwd, wat betekent dat de waarden voor deze parameters voor een specifieke lijn kunnen worden gekozen uit het in de tabellen 2 en 3 aangegeven bereik. Deze keuze dient aan het begin van het project te worden gemaakt. Overwegingen inzake voetnoot "*" bij tabel 2: Treinen met aslasten die aan de definitie onder * beantwoorden en voldoen aan de grenswaarden voor HSLM in bijlage E van EN :2003/AC:2010 vallen onder HSLM zoals gedefinieerd in punt , lid 2, dat betrekking heeft op de dynamische toetsing van nieuwe bruggen. In dit geval dekt de definitie van "ontwerpmassa bij een normale nuttige last" de vroegere massadefinitie voor treinen van "klasse 1" volgens de TSI HS RST (Besluit 2008/232/EG). Hierdoor worden de dynamische effecten van treinen met eigenschappen binnen de grenswaarden van HSLM (bijlage E van EN :2003/AC:2010) en waarin geen staande passagiers mogen worden vervoerd, in aanmerking genomen in het ontwerp van nieuwe bruggen. Indien treinen een maximale aslast hebben die groter is dan de * waarde in tabel 2 of met eigenschappen buiten de grenswaarden van HSLM (bijlage E van EN :2003/AC:2010), moeten deze "reële treinen" of passende dynamische-last-modellen worden gebruikt voor de dynamische berekeningen overeenkomstig punt , lid 3, en punt 7.6, teneinde de dynamische compatibiliteit tussen trein en brug te waarborgen. In dit geval wordt de massadefinitie "ontwerpmassa bij een normale nuttige last" overeenkomstig aanhangsel K van de TSI INF gebruikt. Overwegingen inzake voetnoot "**" bij tabel 2 (en voetnoot "*" van tabel 3): De aslasten overeenkomstig de definitie in ** van tabel 2 (en * van tabel 3) geven de maximale aslast aan in volbeladen toestand met staande passagiers. Aangezien dit de grootst mogelijke aslast is, wordt deze gebruikt voor de indeling van een trein in een lijncategorie als omschreven in hoofdstuk 6 van EN 15528:2008+A1:2012, die op haar beurt wordt gebruikt om de statische effecten van treinen op bruggen te beoordelen met het oog op de veiligheid van de constructie. De aslastwaarden voor wagons in tabel 3 geven de waarden weer op basis van ontwerpmassa bij een normale nuttige last overeenkomstig tabel 5 van EN 15663:2009+AC:2010 en vormen de maximale nuttige lasten voor goederenvervoer. De codes P1 tot en met P5 en F1 en F2 zijn over het algemeen bedoeld voor toepassing op TEN-lijnen. P6 en F4 zijn bedoeld als minimumeisen voor andere dan TEN-lijnen, waarbij de toepassing van andere verkeerscodes op lijnen buiten het TEN-netwerk niet is uitgesloten. Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 15 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

16 P1520 zijn F1520 zijn specifiek toegesneden op systemen met een spoorwijdte van 1520 mm. P1600 zijn F1600 zijn specifiek toegesneden op systemen met een spoorwijdte van 1600 mm. De prestatieparameter "treinlengte" is van toepassing op goederenvervoer, aangezien de treinlengte bepalend is voor de minimumlengte van een dienstspoor waarin moet worden voorzien. De prestatieparameter "nuttige perronlengte" is van toepassing op passagiersvervoer, aangezien dit het voornaamste raakvlak vormt tussen reizigerstreinen en infrastructuur (bv. een perron): de werkelijke treinlengte kan langer of korter dan die van het perron zijn; de parameter beschrijft alleen de lengte die nodig is om reizigers vanaf het perron toegang te bieden tot de trein. 5) De prestatieparameters in de tabellen 2 en 3 zijn niet bedoeld om rechtstreeks de compatibiliteit tussen rollend materieel en infrastructuur na te gaan. Punt 7.6 van de TSI INF geeft richtsnoeren ten aanzien van de vraag hoe de compatibiliteit tussen rollend materieel en infrastructuur moet worden verzekerd. De raakvlakken met het subsysteem rollend materieel worden in punt gedefinieerd. 9) Passagiers- en goederenknooppunten en de verbindingen daarmee, waar van toepassing, vallen eveneens onder de voormelde verkeerscodes. De eisen voor een voor een lijn gekozen verkeerscode gelden ook voor sporen die door passagiers- en goederenknooppunten en de verbindingen daarmee lopen. "Sporen" zijn sporen die voor treindiensten worden gebruikt. 11) Onverminderd punt 7.6 en punt , lid 3, moet er bij de indeling van een lijn in categorie P1 voor worden gezorgd dat treinen van "Klasse I", overeenkomstig de TSI HS RST (Beschikking 2008/232/EG van de Commissie (4)), voor snelheden boven 250 km/h, met de maximale snelheid kunnen rijden op die lijn. Lid 11 van punt is opgenomen om de achterwaartse compatibiliteit tussen het bestaande rollend materieel voor hoge snelheidslijnen van klasse I, de bestaande TSIlijncategorie 1 en de nieuwe, onder verkeerscode P1 ingedeelde lijn te waarborgen. Om ervoor te zorgen dat treinen van "klasse I" indien nodig ook met maximale snelheid op een nieuwe lijn als die van categorie P1 kan rijden, moet echter rekening worden gehouden met punt , lid 3, aangezien treinen van "klasse I" niet automatisch compatibel zijn met de grenswaarden van HSLM (bijlage E van EN :2003/AC:2010). 12) Op specifieke punten op een lijn mogen bij het ontwerp lagere prestatieparameters inzake lijnsnelheid, nuttige perronlengte en treinlengte worden gehanteerd dan de in de tabellen 2 en 3 vastgestelde parameters wanneer zulks noodzakelijk is vanwege geografische, stedebouwkundige of ecologische randvoorwaarden. De ontwerpsnelheid van een lijn is tevens van invloed op het alignement van door een station lopende hoofdsporen. Andere stationssporen hoeven niet aan deze eis te Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 16 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

17 voldoen. Indien door een station lopende hoofdsporen moeten worden ontworpen voor lagere snelheden, is dit normaal gesproken gerechtvaardigd op grond van geografische of stedebouwkundige beperkingen. Lagere snelheden in tunnels, langs perrons of op bruggen hebben niet te maken met de ontwerpsnelheid maar met specifieke operationele voorwaarden en gelden niet noodzakelijkerwijs voor alle treinen en in alle gevallen. De snelheid op bruggen hangt bijvoorbeeld af van de EN-lijncategorie van de voertuigen en kan dus verschillen. Een spoor dat in de hoofdrichting van een wissel loopt is normaliter ontworpen voor de lijnsnelheid; het afbuigende spoor hoeft niet compatibel te zijn met deze snelheid. Wissels, omspoorinstallaties en dergelijke inrichtingen vereisen soms een snelheidsbeperking. Deze dient als lokale permanente snelheidsbeperking te worden beschouwd in plaats van als lagere ontwerpsnelheid. Eisen inzake fundamentele parameters (punt ) 4) Bij multi-railspoor moeten de eisen van deze TSI afzonderlijk worden toegepast voor elk stel spoorstaven dat bestemd is om als afzonderlijk spoor te worden gebruikt. Het drierailig spoorsysteem is een bijzonder geval van een multi-railspoor, waarbij één spoor voor twee spoorwijdten wordt gebruikt. De beoordeling hoeft niet gelijktijdig voor beide sporen te worden uitgevoerd en de EUkeuringsverklaring kan afzonderlijk voor de verschillende sporen worden afgegeven. Hierdoor kan bij een drierailig spoorsysteem bijvoorbeeld één stel rails als één spoor worden beoordeeld, waarbij de mogelijkheid bestaat het door middel van de derde rail gevormde spoor op een later tijdstip te beoordelen (of in het geheel niet aan een beoordeling te onderwerpen). 6) Er mag een kort stuk spoor worden aangelegd met een spoorwijdtewisselinstallatie. De onder dit punt vallende installaties omvatten apparatuur voor: omspoorinstallaties, apparatuur voor de uitwisseling van wielstellen, apparatuur voor de uitwisseling van draaistellen, andere systemen voor het wisselen van de spoorwijdte. Vrijeruimteprofiel (punt ) 1) Het bovenste gedeelte van het vrijeruimteprofiel wordt bepaald aan de hand van de overeenkomstig punt gekozen profielen. Deze profielen zijn gedefinieerd in bijlage C en bijlage D, punt D.4.8 van EN :2013. Andere profielen dan het "vrijeruimteprofiel" (zoals het begrenzingsprofiel van pantografen enz.) worden gedefinieerd in de relevante TSI s, EN :2013 en andere normen. Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 17 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

18 De raakvlakken tussen de TSI INF en andere TSI s worden genoemd in punt ) Het vrijeruimteprofiel wordt berekend aan de hand van de kinematische methode overeenkomstig de eisen van de hoofdstukken 5, 7, 10 en bijlage C en bijlage D, punt D.4.8, van EN :2013. De doelstelling is om het nominale vrijeruimteprofiel voor installaties op nieuwe lijnen, bij aanpassingen en in het algemeen waar mogelijk te gebruiken. Bij het ontwerp en de aanleg van een nieuwe lijn mag een installatiegrensprofiel worden gedefinieerd en vrijgehouden indien het nominale vrijeruimteprofiel voor installaties niet kan worden vrijgehouden op grond van de lokale situatie (bijvoorbeeld vanwege geografische, stedebouwkundige of milieubeperkingen). In dat geval moet het gebruik van het installatiegrensprofiel worden gemotiveerd. Voor alle andere gevallen, zoals bestaande lijnen, vernieuwingen, lokale verbeteringen, nieuwe elementen enz., geldt dat ofwel het nominale vrijeruimteprofiel voor installaties of het installatiegrensprofiel mag worden toegepast, hoewel het aanbeveling verdient om het nominale vrijeruimteprofiel voor installaties te gebruiken. Het gebruik van een uniform profiel kan een efficiënt ontwerp en efficiënt onderhoud door de infrastructuurbeheerder (IB) bevorderen en ook de EU-keuring door de aangemelde instantie vereenvoudigen, doordat zeer tijdrovende berekeningen voor elke locatie en alle potentiële obstakels overbodig worden. Het bij een bepaald project gebruikte vrijeruimteprofiel is doorgaans identiek aan dat van andere projecten. Daarom is het zinvol om de berekeningen één keer te laten controleren. Een dergelijke controle kan worden uitgevoerd op basis van EN :2013. De gebruiksvoorwaarden, zoals het toegepaste profiel (GA, GB, GC of andere, bv. nationale profielen), de minimumboogstraal, de maximaal toegestane verkanting en het maximaal verkantingstekort, de spoorkwaliteit enz., moeten in de berekeningsnota worden vermeld. In het resulterende vrijeruimteprofiel dat voor de controle van de obstakels wordt gebruikt, moeten deze punten eveneens worden vermeld. Afstand tussen hartlijnen van sporen (punt ) 3) De afstand tussen de hartlijnen van sporen moet ten minste voldoen aan de eisen voor de installatiegrenswaarden inzake de afstand tussen hartlijnen van sporen, als gedefinieerd in hoofdstuk 9 van EN :2013. In uitzonderlijke gevallen zijn de overeenkomstig hoofdstuk 9 van EN :2013 berekende installatiegrenswaarden inzake spoorafstand groter dan de minimale nominale afstand tussen hartlijnen van sporen als gedefinieerd in de tabellen 4 en 6. Daarom moet bij de vastlegging van de afstand tussen de hartlijnen van de sporen op een spoorlijn met dubbel spoor zijn voldaan aan de minimumeisen van de tabellen 4 en 6, alsook aan de eisen voor de installatiegrenswaarden inzake spoorafstand als bepaald in lid 3. Zo bedraagt bijvoorbeeld in het geval van een dubbel spoor met een boogstraal van m, een snelheid van 200 km/h en verkantingen van 180 mm en 90 mm, de voor Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 18 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

19 het GB-profiel verkregen waarde van de installatiegrenswaarden inzake spoorafstand mm, dus meer dan de in tabel 4 vastgelegde afstand tussen hartlijnen van sporen van mm. Minimumboogstraal voor bochten in horizontale alignementen (punt ) 2) Tegenbochten (die geen deel uitmaken van een rangeerterrein waar wagens individueel worden gerangeerd) met boogstralen tussen 150 m en 300 m op nieuwe lijnen worden ontworpen om te voorkomen dat buffers in elkaar haken. Tabel 43 en tabel 44 van aanhangsel I zijn van toepassing op rechte tussenliggende baanvakken tussen bochten. Voor niet-rechte tussenliggende baanvakken wordt een gedetailleerde berekening gemaakt om de omvang van de uitzwenkingsverschillen te controleren. Indien een niet-recht overgangselement wordt gebruikt tussen twee bochten met tegengestelde boogstralen, dienen de geometrie en de lengte van dit element in dusdanige uitzwenkingsverschillen te resulteren dat wordt voorkomen dat buffers in elkaar haken. Verkantingstekort (punt ) 1) De maximale waarden van het verkantingstekort zijn opgenomen in tabel 8. Tabel 8 Maximaal verkantingstekort (mm) Ontwerpsnelheid (km/h) v < v 300 v > 300 Voor de exploitatie van rollend materieel dat conform is met de TSI LOC&PAS Voor de exploitatie van rollend materieel dat conform is met de TSI WAG In de TSI INF worden alleen maximumwaarden voor het verkantingstekort vermeld. Voor de controle van de stabiliteit van de voertuigen op het spoor aan de hand van de parameter van niet-gecompenseerde versnelling, zijn daarom herberekeningen nodig om de toegepaste waarden voor de niet-gecompenseerde versnelling te kunnen vergelijken met de in mm uitgedrukte grenswaarden voor het verkantingstekort. De maximumwaarden voor het verkantingstekort die in tabel 8 zijn vastgesteld (en in tabel 9 voor een spoorwijdte van mm), moeten in acht worden genomen bij het ontwerp en de aanleg van een spoorinfrastructuur, waarbij het beoogde TSI-compatibele rollend materieel dat op die specifieke lijn zal worden ingezet als referentie moet dienen. Regels en eisen voor de compatibiliteit van rollend materieel met TSI's zijn vermeld in de desbetreffende TSI (LOC&PAS en/of goederenwagons). Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 19 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

20 2) Treinen die speciaal zijn ontworpen om met een hoger verkantingstekort te rijden (bijvoorbeeld: motorstellen met lagere aslasten dan die vermeld in tabel 2; voertuigen met bijzondere uitrusting voor bochten), mogen met een groter verkantingstekort rijden mits aangetoond is dat de veiligheid niet in het gedrang komt. In de TSI LOC&PAS worden regels voor de demonstratie van de veilige loop van voertuigen beschreven die betrekking hebben op de rijdynamica. Er kunnen verdere keuringen vereist zijn om te verzekeren dat de exploitatie van de genoemde soorten rollend materieel bij snelheden boven de ontwerpsnelheid veilig is, zoals keuringen met betrekking tot het vrijeruimteprofiel, de afstand tussen hartlijnen van sporen, maximale drukverschillen in tunnels, zijwind, opvliegend ballast, onmiddellijke actiegrenswaarden voor spoorgeometriegebreken vanwege de hogere snelheid, enz. Equivalente coniciteit (punt ) 3) De ontwerpwaarden voor spoorwijdte, spoorstaafkopprofiel en spoorstaafneiging voor hoofdspoor worden zodanig gekozen dat de grenswaarden voor equivalente coniciteit in tabel 10 niet worden overschreden. De ontwerpwaarden voor de spoorwijdte waarmee rekening moet worden gehouden bij de beoordeling van de eis inzake equivalente coniciteit zijn de waarden van de ontwerpspoorwijdte zoals gedefinieerd in aanhangsel S ("Woordenlijst") van de TSI INF. Spoorstaafneiging (punt ) (3) Voor baanvakken zonder neiging van maximaal 100 m tussen wissels en kruisingen, waar de rijsnelheid beperkt is tot 200 km/h, mogen spoorstaven zonder neiging worden gebruikt Eisen inzake wissels en kruisingen 1) Spoorstaven worden hetzij verticaal, hetzij neigend naar de hartlijn van het spoor ontworpen. 2) Indien voor een neigende spoorstaaf wordt geopteerd, situeert de ontworpen neiging zich tussen 1/20 en 1/40. 3) De neiging kan worden bereikt door de vorm van het actieve gedeelte van het spoorstaafkopprofiel. 4) Bij wissels en kruisingen waar de rijsnelheid tussen 200 km/h en maximaal 250 km/h ligt, mogen spoorstaven zonder neiging worden gebruikt, mits deze baanvakken niet langer zijn dan 50 m. 5) Voor snelheden boven 250 km/h dienen neigende spoorstaven te worden gebruikt. De spoorstaafneiging voor hoofdspoor of voor kruisingen en wissels kan worden vastgelegd tussen 1/20 en 1/40. Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 20 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

21 De tabel hieronder geeft een overzicht van de verschillende situaties met betrekking tot spoorstaafneiging als vermeld in de punten en Tabel 2: Spoorstaafneiging voor hoofdspoor en voor kruisingen en wissels Hoofdspoor Kruisingen en wissels v 200 km/h Neigend* * Voor baanvakken zonder neiging van maximaal 100 m tussen wissels en kruisingen, waar de rijsnelheid beperkt is tot 200 km/h, mogen spoorstaven zonder neiging worden gebruikt. Verticaal of neigend 200 <v 250 Neigend Neigend* v>250 Neigend Neigend * Bij wissels en kruisingen waar de rijsnelheid tussen 200 km/h en maximaal 250 km/h ligt, mogen spoorstaven zonder neiging worden gebruikt, mits deze baanvakken niet langer zijn dan 50 m. Weerstand van het spoor tegen uitgeoefende krachten (punt 4.2.6) Weerstand van het spoor tegen verticaal uitgeoefende krachten Het spoor, met inbegrip van wissels en kruisingen, moet minimaal worden berekend op de volgende krachten: a) de overeenkomstig punt gekozen aslast; b) maximale verticaal uitgeoefende wielkrachten: de maximale wielkrachten voor bepaalde testomstandigheden zijn gedefinieerd in punt van EN 14363:2005; c) verticale quasistatische wielkrachten: de maximale quasistatische wielkrachten voor bepaalde testomstandigheden zijn gedefinieerd in punt van EN 14363: Weerstand van het spoor tegen langskrachten Ontwerpkrachten Het spoor, met inbegrip van wissels en kruisingen, moet worden berekend op langskrachten die overeenstemmen met een remkracht van 2,5 m/s2 voor de overeenkomstig punt gekozen prestatieparameters Compatibiliteit met remsystemen 1) Het spoor, met inbegrip van wissels en kruisingen, moet zodanig worden ontworpen dat magnetische remsystemen kunnen worden gebruikt voor noodremmingen. 2) De eisen voor het ontwerp van het spoor, met inbegrip van wissels en kruisingen, dat compatibel is met het gebruik van wervelstroomremsystemen, zijn een open punt. 3) Voor systemen met een spoorwijdte van mm is het toegestaan punt 1 niet toe te Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 21 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

22 passen Weerstand van het spoor tegen dwarskrachten Het spoor, met inbegrip van wissels en kruisingen, moet minimaal worden berekend op de volgende krachten: a) dwarskrachten: de maximale dwarskrachten die worden uitgeoefend door een wielstel op een spoor voor bepaalde testomstandigheden zijn gedefinieerd in punt van EN 14363:2005; b) quasistatische geleidingskrachten: de maximale quasistatische geleidingskrachten Ysqt voor bepaalde boogstralen en testomstandigheden zijn gedefinieerd in punt van EN 14363:2005. In punt worden richtsnoeren aan infrastructuurbeheerders gegeven over de lasten waartegen het spoor bestand moet zijn. De lastwaarden die voor de berekening van spooronderdelen en/of gemonteerde spooronderdelen worden gebruikt, moeten in overeenstemming zijn met punt De formulering "minimaal" in de TSI berust op het feit dat de maximumlasten waarmee bij het ontwerp van het spoor rekening moet worden gehouden, afhankelijk kunnen zijn van het geplande bedrijf en de algemene strategie van de verschillende IB s (inzetten van speciale treinen, van onderhoudsvoertuigen, enz.). Tolerantie voor dynamische effecten van verticale belastingen (punt ) 3) Nieuwe bruggen mogen zodanig worden ontworpen dat zij tevens kunnen worden bereden door individuele passagierstreinen met een hogere aslast dan die bepaald in HSLM. De dynamische analyse wordt uitgevoerd aan de hand van de kenmerkende waarde van de belasting van de individuele trein, genomen als de ontwerpmassa bij een normale nuttige last overeenkomstig aanhangsel K met een tolerantie voor passagiers op staanplaatsen overeenkomstig opmerking 1 van aanhangsel K. Naast het bepaalde in punt , lid 3, is het toegestaan om nieuwe bruggen te ontwerpen die geschikt zijn voor individuele passagierstreinen die niet voldoen aan de grenswaarden (bv. hogere individuele aslasten, verschillende asafstanden in één draaistel, enz.) van HSLM in bijlage E van EN :2003/AC:2010. Zie ook punt 4.2.1, lid 11. Onmiddellijke actiegrenswaarden voor spoorgeometriegebreken (punt 4.2.8) Onmiddellijke actiegrenswaarde richtingsfouten (uitlijning) 1) De onmiddellijke actiegrenswaarden voor alleenstaande richtingsfouten zijn vastgesteld in punt 8.5 van EN :2008+A1:2010. Alleenstaande afwijkingen mogen de grenswaarden van het in tabel 6 van de EN-norm bedoelde golflengtebereik D1 niet overschrijden. 2) De onmiddellijke actiegrenswaarde voor alleenstaande richtingsfouten voor snelheden boven 300 km/h zijn een open punt Onmiddellijke actiegrenswaarde voor langsnivellering Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 22 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

23 1) De onmiddellijke actiegrenswaarden voor langsnivelleringsfouten als alleenstaande afwijking zijn vastgesteld in punt 8.3 van EN :2008+A1:2010. Alleenstaande afwijkingen mogen de grenswaarden van het in tabel 5 van de EN-norm bedoelde golflengtebereik D1 niet overschrijden. 2) De onmiddellijke actiegrenswaarde voor langsnivelleringsfouten als alleenstaande afwijking voor snelheden boven 300 km/h zijn een open punt. Voor uitlijning en langsnivellering hebben deze punten betrekking op de IALgrenswaarden van EN :2008+A1:2010. De onderhoudsregimes van een aantal Europese landen passen voor uitlijning en langsnivellering reeds strengere IAL s toe dan die in EN :2008+A1:2010: dit betekent dat de overeenstemming met de vereisten van de TSI INF is gewaarborgd, Wanneer IB s besluiten om de IAL s voor hun netwerk te versoepelen (maar zo dat zij nog wel aan de grenswaarden van de TSI INF voldoen), mag dit niet zijn ingegeven door de toepassing van de TSI INF zelf: het veiligheidsbeheersysteem van de infrastructuurbeheerder moet aantonen dat de voor hun netwerk gedefinieerde "nieuwe" IAL s nog steeds een veilig treinverkeer garanderen. Perrons (punt 4.2.9) 2) Voor de eisen van dit punt mogen perrons worden ontworpen die afgestemd zijn op de huidige exploitatiebehoeften, op voorwaarde dat rekening wordt gehouden met redelijkerwijs te verwachten toekomstige exploitatiebehoeften. Bij het bepalen van de raakvlakken met treinen die aan het perron zullen stoppen, moet rekening worden gehouden met de huidige exploitatiebehoeften en met de redelijkerwijs te verwachten behoeften binnen een periode van minstens tien jaar na de indienststelling van het perron. Bij de vaststelling van de huidige exploitatiebehoeften dient rekening te worden gehouden met hetgeen nodig is voor de exploitatie op het moment van het ontwerp van het perron en moet daarnaast een passieve voorziening worden gemaakt zoals gedefinieerd in de Woordenlijst van de TSI (Passieve voorziening). Te verwachten exploitatiebehoeften moeten zijn gebaseerd op de informatie die beschikbaar is op het moment van het ontwerp van het perron. Op grond van lid 2 kunnen nieuwe perrons dusdanig worden ontworpen dat zij in de huidige exploitatiebehoeften voorzien (er stoppen bv. treinen die niet aan de TSI voldoen), op voorwaarde dat het ontwerp voorzieningen bevat om te beantwoorden aan "redelijkerwijs te verwachten" exploitatiebehoeften in de toekomst (er stoppen bv. treinen die aan de TSI voldoen). Perronhoogte(punt ) 1) De nominale perronhoogte bedraagt 550 mm of 760 mm boven het loopvlak voor boogstralen van 300 m of meer. Voor de beoordeling van de perronhoogte in de fase "na assemblage voor de indienststelling" wordt verwacht dat rekening wordt gehouden met de toleranties en Referentie: ERA/GUI/ /INT Versie: 3.00 Blz. 23 van 55 Rue Marc LEFRANCQ 120 BP F Valenciennes Cedex Frankrijk Tel. +33 (0) Fax +33 (0)

Hierbij gaat voor de delegaties document D031393/02 BIJLAGE 1.

Hierbij gaat voor de delegaties document D031393/02 BIJLAGE 1. Raad van de Europese Unie Brussel, 18 juli 2014 (OR. en) 11933/14 ADD 1 TRANS 368 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 9 juli 2014 aan: de Europese Commissie het secretariaat-generaal van de Raad Nr. Comdoc.:

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 12.12.2014 L 356/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) Nr. 1299/2014 VAN DE COMMISSIE van 18 november 2014 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 14.5.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 126/53 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 26 april 2011 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van het subsysteem infrastructuur van

Nadere informatie

AANBEVELINGEN (2014/881/EU)

AANBEVELINGEN (2014/881/EU) L 356/520 AANBEVELINGEN AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 18 november 2014 betreffende de procedure om aan te tonen in welke mate bestaande spoorlijnen voldoen aan de fundamentele parameters van de technische

Nadere informatie

12264/10 ADD 1 lv 1 DG C I

12264/10 ADD 1 lv 1 DG C I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 juli 2010 (OR. en) 12264/10 ADD 1 TRANS 196 INGEKOMEN DOCUMENT van: de Europese Commissie ingekomen: 14 juli 2010 aan: het secretariaat-generaal van de Raad Betreft:

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 150/10 VERORDENING (EU) 2015/924 VAN DE COMMISSIE van 8 juni 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 321/2013 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van het subsysteem rollend

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst) (2012/463/EU) (6) De volgende beschikkingen moeten derhalve worden gewijzigd:

(Voor de EER relevante tekst) (2012/463/EU) (6) De volgende beschikkingen moeten derhalve worden gewijzigd: 14.8.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 217/11 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 juli 2012 tot wijziging van de Beschikkingen 2006/679/EG en 2006/860/EG betreffende de technische specificaties inzake

Nadere informatie

Leidraad voor de toepassing van technische specificaties inzake interoperabiliteit (TSI s)

Leidraad voor de toepassing van technische specificaties inzake interoperabiliteit (TSI s) Leidraad voor de toepassing van technische specificaties inzake interoperabiliteit (TSI s) volgens het kadermandaat C(2007)3371 definitief van 13/07/2007 Referentie bij het ERA: ERA/GUI/07-2011/INT Versie

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 september 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 september 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 11 september 2014 (OR. en) 12761/1/14 REV 1 TRANS 403 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 8 september 2014 aan: Nr. Comdoc.: D033759/03 Betreft: het

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 3/6 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/6 VAN DE COMMISSIE van 5 januari 2017 betreffende het Europees implementatieplan voor ERTMS DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2008D0217 NL 24.01.2013 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 20 december 2007

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2002D0732 NL 12.09.2002 000.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 30 mei 2002 betreffende

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER Brussel, 10 juli 2018 Annuleert en vervangt de kennisgeving van 27 februari 2018 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2014R1302 NL 01.01.2015 000.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EU) Nr. 1302/2014 VAN DE COMMISSIE

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2011D0291 NL 23.08.2012 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 26 april 2011 betreffende

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 27.4.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 115/27 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen voor het spoorwegsysteem (Kennisgeving

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 22.7.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 189/19 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 19 juli 2010 inzake gemeenschappelijke veiligheidsdoelen, zoals vermeld in artikel 7 van Richtlijn 2004/49/EG van het

Nadere informatie

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van 20 december 2007

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van 20 december 2007 19.3.2008 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 77/1 II (Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is) BESLUITEN/BESCHIKKINGEN COMMISSIE BESCHIKKING VAN

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4831 14 maart 2012 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 5 maart 2012, nr. IENM/BSK-2012/23596, tot

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2012D0226 NL 13.12.2013 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende

Nadere informatie

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.4.2019 C(2019) 2615 final VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 5.4.2019 tot wijziging van bijlage VI bij Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 8.4.2019 L 97/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2019/554 VAN DE COMMISSIE van 5 april 2019 tot wijziging van bijlage VI bij Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE 2006D0861 NL 01.07.2009 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 28 juli 2006 betreffende

Nadere informatie

Gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie en -beoordeling

Gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie en -beoordeling Gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie en -beoordeling Thierry BREYNE, Dragan JOVICIC Europees Spoorwegbureau Eenheid Veiligheid Dienst Veiligheidsbeoordeling Adres: 120 Rue Marc LEFRANCQ

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2002D0735 NL 12.09.2002 000.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 30 mei 2002 betreffende

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) AANBEVELINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) AANBEVELINGEN 8.4.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 95/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) AANBEVELINGEN AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 29 maart 2011 betreffende vergunningen voor de indienststelling van subsystemen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2012 (02.04) (OR. en) 8385/12 TRANS 113

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2012 (02.04) (OR. en) 8385/12 TRANS 113 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 maart 2012 (02.04) (OR. en) 8385/12 TRANS 113 INGEKOMEN DOCUMENT van: de Europese Commissie ingekomen: 27 maart 2012 aan: het secretariaat-generaal van de Raad Nr.

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2014R1301 NL 01.01.2015 000.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EU) Nr. 1301/2014 VAN DE COMMISSIE

Nadere informatie

L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie

L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie 17.11.2012 VERORDENING (EU) Nr. 1078/2012 VAN DE COMMISSIE van 16 november 2012 betreffende een gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor de controle die moet

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 27.5.2019 L 139 I/103 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/775 VAN DE COMMISSIE van 16 mei 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 454/2011 met betrekking tot veranderingsbeheer (Voor de EER relevante

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 139 I/108 27.5.2019 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/776 VAN DE COMMISSIE van 16 mei 2019 tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 321/2013, (EU) nr. 1299/2014, (EU) nr. 1301/2014, (EU) nr. 1302/2014,

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.3.2018 C(2018) 1392 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 8.3.2018 tot vaststelling van gemeenschappelijke veiligheidsmethoden inzake de eisen voor

Nadere informatie

Leidraad voor de toepassing van TSI LOC&PAS

Leidraad voor de toepassing van TSI LOC&PAS Europees Spoorwegbureau volgens het kadermandaat C(2010)2576 definitief van 29/04/2010 Referentie bij het ERA: Versie bij het ERA: 2.00 ERA/GUI/07-2011/INT Datum: 01 januari 2015 Document opgesteld door:

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 185/6 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1136 VAN DE COMMISSIE van 13 juli 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 402/2013 betreffende de gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie

Nadere informatie

LEIDRAAD VOOR DE TOEPASSING VAN TECHNISCHE SPECIFICATIES INZAKE INTEROPERABILITEIT (TSI'S) BIJLAGE 2 CONFORMITEITSBEOORDELING EN 'EG'-KEURING

LEIDRAAD VOOR DE TOEPASSING VAN TECHNISCHE SPECIFICATIES INZAKE INTEROPERABILITEIT (TSI'S) BIJLAGE 2 CONFORMITEITSBEOORDELING EN 'EG'-KEURING Europees Spoorwegbureau Europees Spoorwegbureau LEIDRAAD VOOR DE TOEPASSING VAN TECHNISCHE SPECIFICATIES INZAKE INTEROPERABILITEIT (TSI'S) BIJLAGE 2 CONFORMITEITSBEOORDELING EN 'EG'-KEURING volgens het

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 27.5.2019 L 139 I/89 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/774 VAN DE COMMISSIE van 16 mei 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1304/2014 in verband met de toepassing van de technische specificatie inzake

Nadere informatie

(Resoluties, aanbevelingen en adviezen) AANBEVELINGEN EUROPESE COMMISSIE

(Resoluties, aanbevelingen en adviezen) AANBEVELINGEN EUROPESE COMMISSIE 19.7.2018 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 253/1 I (Resoluties, aanbevelingen en adviezen) AANBEVELINGEN EUROPESE COMMISSIE AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 18 juli 2018 betreffende richtsnoeren

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE 13.12.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 334/37 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 11 december 2013 tot wijziging van Besluit 2012/226/EU betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen

Nadere informatie

Interoperabiliteit van het trans Europese Hoge snelheid spoorweg systeem en van het Conventionele Spoorwegsysteem

Interoperabiliteit van het trans Europese Hoge snelheid spoorweg systeem en van het Conventionele Spoorwegsysteem Cursus Spoortechnieken Interoperabiliteit van het trans Europese Hoge snelheid spoorweg systeem en van het Conventionele Spoorwegsysteem ir Hugo Goossens Interoperabiliteit: Inhoud Wettelijke voorschriften

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 149/16 14.6.2018 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/868 VAN DE COMMISSIE van 13 juni 2018 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1301/2014 en Verordening (EU) nr. 1302/2014 betreffende bepalingen over

Nadere informatie

VERORDENINGEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

VERORDENINGEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, 28.5.2014 L 159/41 VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 574/2014 VAN DE COMMISSIE van 21 februari 2014 tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van 21 december 2007

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van 21 december 2007 L 64/72 NL Publicatieblad van de Europese Unie 7.3.2008 BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 21 december 2007 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit personen met beperkte mobiliteit

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 27.5.2019 L 139 I/5 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/773 VAN DE COMMISSIE van 16 mei 2019 betreffende de technische specificaties inzake interoperabiliteit van het subsysteem exploitatie en verkeersleiding

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 30.6.2015 Publicatieblad van de Europese Unie L 165/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2015/995 VAN DE COMMISSIE van 8 juni 2015 tot wijziging van Besluit 2012/757/EU betreffende

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.10.2016 COM(2016) 689 final 2013/0028 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 15.6.2016 Publicatieblad van de Europese Unie L 158/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2016/919 VAN DE COMMISSIE van 27 mei 2016 betreffende de technische specificatie inzake

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 85 I/60 27.3.2019 VERORDENING (EU) 2019/503 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 25 maart 2019 betreffende bepaalde aspecten van spoorwegveiligheid en spoorverbindingen in verband met de terugtrekking

Nadere informatie

RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst)

RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst) L 355/42 12.12.2014 RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2014/106/EU VAN DE COMMISSIE van 5 december 2014 tot wijziging van de bijlagen V en VI bij Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) 20.4.2001 L 110/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) RICHTLIJN 2001/16/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 19 maart 2001 betreffende de interoperabiliteit van

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 november 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 november 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 12 november 2015 (OR. en) 13998/15 CONSOM 190 MI 714 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 29 oktober 2015 aan: het secretariaat-generaal van de Raad

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2008D0232 NL 24.01.2013 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 21 februari 2008

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 14.11.2017 L 295/69 GEDELEGEERD BESLUIT (EU) 2017/2075 VAN DE COMMISSIE van 4 september 2017 ter vervanging van bijlage VII bij Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad tot instelling

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie verzoekschriften 30.1.2015 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 2554/2013, ingediend door Inaki Albin Diaz (Spaanse nationaliteit), over de toegang van

Nadere informatie

COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van 11 augustus 2006

COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van 11 augustus 2006 18.12.2006 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 359/1 II (Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing) COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 11 augustus 2006 betreffende

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2016/797 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2016/797 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD 02016L0797 NL 26.05.2016 000.003 1 Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij COMMISSION IMPLEMENTING REGULATION (EU) /...

BIJLAGEN. bij COMMISSION IMPLEMENTING REGULATION (EU) /... EUROPESE COMMISSIE Brussel, 12.2.2019 C(2019) 873 final ANNEXES 1 to 7 BIJLAGEN bij COMMISSION IMPLEMENTING REGULATION (EU) /... inzake de modellen voor EG-verklaringen en certificaten voor interoperabiliteitsonderdelen

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2008D0231 NL 25.10.2010 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 1 februari 2008

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE 13.6.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 150/11 COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 5 juni 2009 betreffende de vaststelling van gemeenschappelijke veiligheidsmethoden om te beoordelen of

Nadere informatie

Europees Spoorwegbureau. Valenciennes, Frankrijk ERA/2012/SAF/CALLHF/01

Europees Spoorwegbureau. Valenciennes, Frankrijk ERA/2012/SAF/CALLHF/01 Europees Spoorwegbureau Valenciennes, Frankrijk Oproep tot het indienen van aanvragen voor opname op een lijst van deskundigen op het gebied van menselijk gedrag die het nationaal onderzoeksorgaan in sommige

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij UITVOERINGSVERORDENING VAN DE COMMISSIE

BIJLAGEN. bij UITVOERINGSVERORDENING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.4.2018 C(2018) 1866 final ANNEES 1 to 3 BIJLAGEN bij UITVOERINGSVERORDENING VAN DE COMMISSIE tot vaststelling van de praktische regelingen voor het proces voor de afgifte

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN

(Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN 26.5.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 139/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 26 april 2011 betreffende een technische specificatie inzake interoperabiliteit

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 70/36 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/429 VAN DE COMMISSIE van 13 maart 2015 tot vaststelling van de modaliteiten voor het opleggen van heffingen voor de kosten van geluidshinder (Voor de EER relevante

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2008L0057 NL 22.03.2011 002.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN 2008/57/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nadere informatie

Aanbevelingen van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS)

Aanbevelingen van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS) Aanbevelingen van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS) aan de spoorwegondernemingen en de infrastructuurbeheerder werkzaam in België, met het oog op het toepassen van goede

Nadere informatie

RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2008/57/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 17 juni 2008

RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2008/57/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 17 juni 2008 18.7.2008 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 191/1 I (Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is) RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2008/57/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nadere informatie

L 291/36 Publicatieblad van de Europese Unie

L 291/36 Publicatieblad van de Europese Unie L 291/36 Publicatieblad van de Europese Unie 9.11.2010 VERORDENING (EU) Nr. 1005/2010 VAN DE COMMISSIE van 8 november 2010 betreffende typegoedkeuringsvoorschriften voor sleepvoorzieningen voor motorvoertuigen

Nadere informatie

M1 RICHTLIJN 2001/16/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

M1 RICHTLIJN 2001/16/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD 2001L0016 NL 02.06.2007 002.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B M1 RICHTLIJN 2001/16/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nadere informatie

RICHTLIJN 2011/18/EU VAN DE COMMISSIE

RICHTLIJN 2011/18/EU VAN DE COMMISSIE 2.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 57/21 RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2011/18/EU VAN DE COMMISSIE van 1 maart 2011 tot wijziging van de bijlagen II, V en VI bij Richtlijn 2008/57/EG van het Europees

Nadere informatie

1 van 16 9-7-2009 21:31 Beheerd door Avis het juridique Publicatiebureau important 31996L0048 Richtlijn 96/48/EG van de Raad van 23 juli 1996 betreffende de interoperabiliteit van het transeuropees hoge-snelheidsspoorwegsysteem

Nadere informatie

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van inzake de rapportering van controles op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van inzake de rapportering van controles op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.2.2011 C(2011) 909 definitief AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 21.2.2011 inzake de rapportering van controles op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg

Nadere informatie

AANBEVELINGEN. (Voor de EER relevante tekst) (2014/897/EU)

AANBEVELINGEN. (Voor de EER relevante tekst) (2014/897/EU) 12.12.2014 L 355/59 AANBEVELINGEN AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 5 december 2014 over aangelegenheden in verband met de indienststelling en het gebruik van subsystemen van structurele aard en voertuigen

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2008D0164 NL 24.01.2013 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 21 december 2007

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0010 (NLE) 8430/17 LIMITE PUBLIC ENV 375 COMPET 264 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft:

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 30.6.2016 L 173/47 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1055 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de technische middelen voor een passende

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN

(Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN 31.5.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 144/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 12 mei 2011 betreffende de technische specificaties inzake interoperabiliteit

Nadere informatie

COMMISSIE. 8.2.2006 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 37/1. (Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing)

COMMISSIE. 8.2.2006 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 37/1. (Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing) 8.2.2006 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 37/1 II (Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing) COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 23 december 2005 betreffende

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp. VERORDENING (EU) nr.../2011 VAN DE COMMISSIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp. VERORDENING (EU) nr.../2011 VAN DE COMMISSIE NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Ontwerp Brussel, XXX C VERORDENING (EU) nr..../2011 VAN DE COMMISSIE van [ ] tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1702/2003 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften

Nadere informatie

1 van 5 9-7-2009 21:21 Beheerd door Avis het juridique Publicatiebureau important 31995L0019 Richtlijn 95/19/EG van de Raad van 19 juni 1995 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2006R1412 NL 01.07.2013 003.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1412/2006 VAN DE RAAD van 25

Nadere informatie

L 106/14 Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/14 Publicatieblad van de Europese Unie L 106/14 Publicatieblad van de Europese Unie 18.4.2012 VERORDENING (EU) Nr. 328/2012 VAN DE COMMISSIE van 17 april 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 62/2006 betreffende de technische specificaties

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.3.2003 COM(2003) 114 definitief 2003/0050 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de statistische gegevens die moeten worden gebruikt

Nadere informatie

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Culturele Hoofdstad van Europa voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I P5_TA(2004)0361 "Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT. Geconsolideerd wetgevingsdocument. 31 mei /0315(COD) PE1

EUROPEES PARLEMENT ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT. Geconsolideerd wetgevingsdocument. 31 mei /0315(COD) PE1 EUROPEES PARLEMENT 999 004 Geconsolideerd wetgevingsdocument 3 mei 00 000/035(COD) PE ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT in eerste lezing vastgesteld op 3 mei 00 met het oog op de aanneming van

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het voorstel voor een. Besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het voorstel voor een. Besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.3.2016 COM(2016) 156 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt met betrekking tot

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE

BIJLAGEN. bij UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.6.2018 C(2018) 3697 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1301/2014 en Verordening (EU)

Nadere informatie

PUBLIC LIMITE L. Brussel, 3 oktober 2011 (04.10) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 15023/11 LIMITE MI 465 SA 196 ECO 119 E T 205

PUBLIC LIMITE L. Brussel, 3 oktober 2011 (04.10) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 15023/11 LIMITE MI 465 SA 196 ECO 119 E T 205 eil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE PUBLIC Brussel, 3 oktober 2011 (04.10) (OR. en) 15023/11 LIMITE MI 465 SA 196 ECO 119 E T 205 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen: 30 september 2011 aan:

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN

(Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN 15.12.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 345/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 14 november 2012 betreffende de technische specificaties inzake interoperabiliteit

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij UITVOERINGSVERORDENING VAN DE COMMISSIE

ANNEX BIJLAGE. bij UITVOERINGSVERORDENING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.5.2019 C(2019) 3557 final ANNEX BIJLAGE bij UITVOERINGSVERORDENING VAN DE COMMISSIE betreffende de technische specificaties inzake interoperabiliteit van het subsysteem exploitatie

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 356/394 VERORDENING (EU) Nr. 1303/2014 VAN DE COMMISSIE van 18 november 2014 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit betreffende veiligheid in spoorwegtunnels van het spoorwegsysteem

Nadere informatie

L 328/72 Publicatieblad van de Europese Unie

L 328/72 Publicatieblad van de Europese Unie L 328/72 Publicatieblad van de Europese Unie 7.12.2013 VERORDENING (EU) Nr. 1273/2013 VAN DE COMMISSIE van 6 december 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 454/2011 betreffende de technische specificatie

Nadere informatie

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving Algemene beschrijving Lokalisatie De wijk Vogelenzang ligt ten zuidwesten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op het grondgebied van de gemeente Anderlecht. Het gebied van het zwarte punt heeft betrekking

Nadere informatie

Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen

Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen EIOPA-BoS-14/170 NL Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen EIOPA Westhafen Tower, Westhafenplatz 1-60327 Frankfurt Germany - Tel. + 49 69-951119-20; Fax. +

Nadere informatie

(Informatie) INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE

(Informatie) INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE 12.5.2017 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 149/1 IV (Informatie) INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE Mededeling van de Commissie

Nadere informatie

BESLUITEN. (Voor de EER relevante tekst)

BESLUITEN. (Voor de EER relevante tekst) 15.8.2017 L 210/5 BESLUITEN GEDELEGEERD BESLUIT (EU) 2017/1474 VAN DE COMMISSIE van 8 juni 2017 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke doelstellingen

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 27 mei 2002 2001/0138 (COD) LEX 311 PE-CONS 3659/1/01 REV 1 TRANS 181 PECOS 199 CODEC 1126 VERORDENING (EG) Nr. /2002 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN

Nadere informatie

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (91/440/EEG) (PB L 237 van , blz.

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (91/440/EEG) (PB L 237 van , blz. 1991L0440 NL 13.09.1991 000.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN VAN DE RAAD van 29 juli 1991 betreffende

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.9.2018 COM(2018) 651 final ANNEX BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.4.2015 COM(2015) 155 final 2015/0080 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot uitvoering van het antiontwijkingsmechanisme dat voorziet

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE MEDEDELING VAN DE COMMISSIE betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad (Voor de EER relevante tekst) 1.

Nadere informatie

VR DOC.0291/1

VR DOC.0291/1 VR 2018 3003 DOC.0291/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie