Inspectierapport Christelijke Kinderopvang BijdeHandjes (BSO) Frans Halsstraat EV Voorthuizen Registratienummer

Transcriptie

1 Inspectierapport Christelijke Kinderopvang BijdeHandjes (BSO) Frans Halsstraat EV Voorthuizen Registratienummer Toezichthouder: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden In opdracht van gemeente: Barneveld Datum inspectie: Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Veiligheid en gezondheid... 8 Inspectie-items... 9 Gegevens voorziening Gegevens toezicht Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum van 12

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Op basis van het model risicoprofiel zijn de onderzoeksactiviteiten bepaald. Deze onderzoeksactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige onderzoeken. Beschouwing Aangrenzend aan basisschool 'De Wheemschool' te Voorthuizen is een kindercentrum van Christelijke Kinderopvang BijdeHandjes gevestigd. Het kindercentrum bestaat uit een buitenschoolse opvang en een kinderdagverblijf. Het kinderdagverblijf beschikt over een eigen ruimte direct gelegen aan de school. De BSO bevindt zich in de basisschool. De groepsruimte van de BSO bevindt zich op de eerste etage in de bibliotheek van de school. De kinderen spelen buiten op het aangrenzende schoolplein. De BSO is geopend op maandag-, dinsdag-, donderdag- en vrijdagmiddag. Er wordt opvang geboden aan maximaal 30 kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar. In november 2015 is een regulier onderzoek uitgevoerd bij de buitenschoolse opvang. Er werden geen overtredingen van de getoetste voorwaarden vastgesteld. Uit het huidige onderzoek is ook gebleken dat de houder aan alle getoetste voorwaarden uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voldoet. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 12

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum (versie Januari 2015). De cursief gedrukte tekst hieronder is afkomstig uit dit document. In de groep is door de toezichthouder verschillende momenten geobserveerd, o.a. de binnenkomst van de kinderen, eet-, en drinkmoment en spelen (binnen en buiten). Pedagogische praktijk Tijdens de observatie blijkt dat de beroepskrachten voldoende op de hoogte zijn van het pedagogische beleidsplan. Emotionele veiligheid "De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief (...)". Observatie - Bij binnenkomst worden de kinderen op een persoonlijke manier begroet. De beroepskracht zegt 'hé X. wat fijn dat je er bent' of 'hoi Y. wat heb je voor een moois meegenomen'. De conclusie is dat de houder zorg draagt dat de emotionele veiligheid wordt gewaarborgd. Persoonlijke competentie "Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor kinderen. (...)" Observatie - Bij binnenkomst van de kinderen ligt op verschillende tafels spelmateriaal klaar, zoals klei, playmobiel en stiften en papier. Een deel van de kinderen gaan met het spelmateriaal spelen wat klaar ligt. Andere kinderen pakken zelf het spelmateriaal uit verschillende kasten. Zij mogen dit zonder te vragen pakken. De conclusie is dat de houder zorg draagt dat de ontwikkeling van de persoonlijke competenties wordt gewaarborgd. Sociale competentie "De beroepskrachten moedigen interactie tussen leeftijds- en/of groepsgenootjes aan. (...). Zij bieden spel aan dat aanzet tot overleg, afstemmen, elkaar helpen, emoties delen, van elkaar leren". Observatie - In de groepsruimte zijn verschillende groepjes kinderen aan het spelen. De groepjes wisselen van samenstelling. Kinderen verlaten een groepje om wat anders te gaan doen, terwijl andere kinderen zich aansluiten om mee te spelen. Een groepje kinderen is iets aan het bouwen met kapla. Ze overleggen met elkaar hoe het bouwwerk te bouwen. Een groepje kinderen is aan het kleien. Twee kinderen laten elkaar zien wat ze aan het maken zijn. De conclusie is dat de houder zorg draagt dat de ontwikkeling van de sociale competenties wordt gewaarborgd. Overdracht van normen en waarden 4 van 12

5 "De beroepskrachten geven kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen; ze zijn vriendelijk, luisteren, leven mee, troosten en helpen, werken samen. (...)". Observatie - De beroepskrachten praten met een vriendelijke en rustige stem. Tijdens de gesprekken hebben ze oogcontact met de kinderen. - Een jongen komt verdrietig de groepsruimte binnen lopen. De beroepskracht gaat direct naar de jongen. Ze legt haar arm om zijn schouders. De jongen gaat zitten en de beroepskracht gaat naast hem zitten. Ze laat hem vertellen wat er is voorgevallen. De conclusie is dat de houder zorg draagt voor de overdracht van normen en waarden Conclusie Op basis van de observatie is geconstateerd, dat de pedagogische praktijk op alle competenties voldoet. Gebruikte bronnen: Interview anderen (aanwezige beroepskrachten tijdens inspectiebezoek d.d.: ) Observaties (tijdens inspectiebezoek d.d.: ) 5 van 12

6 Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de basisgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van drie beroepskrachten en de stagiaire is ingezien. De beroepskrachten en de stagiaire beschikken allen over een verklaring die voldoet aan de gestelde eisen. Passende beroepskwalificatie Het diploma van 3 beroepskrachten is ingezien. De beroepskrachten beschikken over een diploma die voldoet aan de gestelde eisen. Opvang in groepen De BSO biedt opvang aan maximaal 30 kinderen. De kinderen worden opgevangen in twee basisgroepen voor kinderen van 4 tot en met 12 jaar. Op de maandag en de vrijdag worden maximaal 20 kinderen opgevangen en worden de kinderen in één basisgroep opgevangen. Op de dinsdag en donderdag worden er maximaal 30 kinderen opgevangen. Dan zijn de kinderen verdeeld in twee basisgroepen. De inspectie vond plaats op een donderdagmiddag. Er waren 20 kinderen aanwezig. De twee basisgroepen waren samengevoegd. Conclusie Er wordt aan de gestelde voorwaarden voldaan. Beroepskracht-kindratio De buitenschoolse opvang is momenteel op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag geopend. Er wordt opvang geboden aan maximaal 30 kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar. Afhankelijk van het aantal kinderen worden 1, 2 of 3 beroepskrachten ingezet. Het inspectiebezoek vond plaats op een donderdagmiddag. Er werden 21 kinderen verwacht. Er waren drie beroepskrachten aanwezig. Uiteindelijk bleek 1 kind toch niet te komen. Eén van de beroepskrachten is na het eet-, en drinkmoment naar huis gegaan. Er waren voldoende beroepskrachten aanwezig in verhouding tot het aantal aanwezige kinderen. Conclusie Er worden voldoende beroepskrachten ingezet in verhouding tot het aantal aanwezige kinderen. Aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Interview anderen (aanwezige beroepskrachten tijdens inspectiebezoek d.d.: ) Observaties (tijdens inspectiebezoek d.d.: ) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten 6 van 12

7 Presentielijsten (digitaal) Personeelsrooster 7 van 12

8 Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein is de praktijk beoordeeld op de kennis van de beroepskrachten betreffende de risico's veiligheid en gezondheid. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Er is een risico-inventarisatie veiligheid en een risico-inventarisatie gezondheid opgesteld. Deze documenten kunnen de beroepskrachten digitaal inzien. Op grond van de gesprekken met de beroepskrachten en de observatie op de groep, is geconcludeerd dat de beroepskrachten het veiligheids- en gezondheidsbeleid kennen en op een juiste wijze in praktijk brengen. Conclusie Er wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden. Gebruikte bronnen: Interview anderen (aanwezige beroepskrachten tijdens inspectiebezoek d.d.: ) Observaties (tijdens inspectiebezoek d.d.: ) 8 van 12

9 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 9 van 12

10 De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en 10 van 12

11 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Christelijke Kinderopvang BijdeHandjes Website : Aantal kindplaatsen : 40 Gegevens houder Naam houder : Kinderopvang BijdeHandjes B.V. Adres houder : Veluweweg 10 Postcode en plaats : 3774BM Kootwijkerbroek Website : KvK nummer : Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Adres : Postbus 5364 Postcode en plaats : 6802EJ ARNHEM Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : Suze Derksen Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Barneveld Adres : Postbus 63 Postcode en plaats : 3770AB BARNEVELD Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : van 12

12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Wij zijn blij met de beoordeling van de inspecteur en zullen ons uiterste best blijven doen om de kwaliteit te waarborgen en waar mogelijk te optimaliseren. Met vriendelijke groet, Saskia Kuijt Christelijke kinderopvang BijdeHandjes 12 van 12