BESCHRIJVING VAN DE IMPACT VAN DE WERKEN OP DEZE ERFGOEDELEMENTEN EN -KENMERKEN

Transcriptie

1 ONDERWERP VAN DE AANVRAAG: Verbouwingen aan Stadsvilla: vernieuwen schrijnwerk en vergroten dakkapel Ligging: Onze-Lieve-Vrouwstraat 46, 3000 Leuven Kadastrale gegevens: LEUVEN afdeling 4, sectie D, perceel 66r Bouwjaar hoofdgebouw: 1929 Bouwjaar bijgebouwen: / Bouwjaar dienstgebouwen: / FOTOREPORTAGE INTERIEUR EN EXTERIEUR BOUWHISTORISCH ONDERZOEK TOEGEVOEGD STABILITEITSONDERZOEK TOEGEVOEGD TOEGEVOEGD x BESCHRIJVING VAN DE AANWEZIGE ERFGOEDELEMENTEN EN -KENMERKEN VAN HET HOOFDGEBOUW/ BIJGEBOUWEN/DIENSTGEBOUW EN TUIN/PARK/... Indien het pand is opgenomen in de stadsinventaris of de vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed, kan de beschrijving van het pand hierin als leidraad dienen. Daarnaast is het wenselijk ook een beschrijving van de structuren, achtergevel en andere waardevolle elementen te geven. De vrijstaande villa met art deco-invloeden werd opgetrokken in 1929 naar een ontwerp van het architectenbureau G. Wijn. Kenmerkend voor de gevels is het gebruik van gele en rode baksteen, witte similisteen en beton. In de gevels worden eerder traditionele elementen zoals de hoge plint met souterrain, de drielichten, de deur met bovenlicht en de ver uitkragende kroonlijst op klossen - gecombineerd met eigentijdse kenmerken, meer bepaald het kleurenspel van de gebruikte materialen, de siermotieven van gekleurde baksteen in de deurtravee, het overhoeks geplaatst schrijnwerk van de vensters aan de straatzijde en de geometrische motieven van de diefijzers voor de souterrainvensters. BESCHRIJVING VAN DE IMPACT VAN DE WERKEN OP DEZE ERFGOEDELEMENTEN EN -KENMERKEN Het huidige schrijnwerk is in zeer slechte staat. Behoud van de houten raamkaders werd onderzocht en is niet mogelijk gebleken aangezien het hout volledig vermolmd is. Daarom zal het schrijnwerk vernieuwd worden. Dit gebeurt naar oorspronkelijk model. Belangrijk bij het historische schrijnwerk is de raamverdeling (zoals bestaand), het materiaal (hout), de profilering (met lekdrempels, zoals bestaand), de raamtypes (vaststaand, kruisverdeling, guillotineraam, ), het coloriet (blauwe en gele beschildering), het hang- en sluitwerk (eenvoudig, koper), en tenslotte ook het vensterglas zelf. Glas-in-lood werd toegepast in de verschillende vensterpartijen. Zowel paars, geel als ongekleurd gekleurd glas keert terug. Decoratief uitgewerkt glas-in-lood met geometrische motieven bleef bewaard in het bovenlicht boven de voordeur en het drielicht in de linker travee van de voorgevel. Gehamerd glas bevindt zich in de MOTIVERING EVENTUELE AFWIJKINGEN OP DE ERFGOEDVERORDENING /

2 Dezelfde erfgoedelementen (vormgeving, materialen, siermotieven e.d.) bleven bewaard in de achtergevel van het pand, dat zich met grote vensterpartijen richt naar de brede tuin. Met uitzondering van de voordeur bleef het oorspronkelijke schrijnwerk met glas in lood overal bewaard. In het interieur bleef een waardevolle interieurafwerking bewaard. Authentiek en van erfgoedwaarde zijn de parketvloeren, de sierlijsten op de plafonds, het binnenschrijnwerk alsook de marmeren schouwmantels en de monumentale trapkoker. De tuin en parkeerruimte aan weerszijden van de woning worden van de straat afgesloten door een bakstenen tuinmuur met rode plint, gele bovenbouw en betonnen deksteen, en door een recent hekwerk. De tuin is van op de parkeerruimte toegankelijk via een rondboogdeurtje. zijgevels. Het schrijnwerk wordt vervangen volgens bovenstaande kenmerken. De originele houten rolluiken blijven behouden. De houten deuren in de voor- zij- en achtergevels blijven eveneens behouden. De impact van deze werken is minimaal aangezien het schrijnwerk vervangen zal worden naar oorspronkelijk model. De kleine dakkapel op het achterste dakvlak zal vergroot worden. De dakkapel zal verhoogd en verbreed worden. De hoogte zal aansluiting vinden bij de hoogte van de dakbrede dakkapel, eveneens op dit dakvlak. Deze dakkapel zal vormgegeven worden zoals de bestande (materiaal, coloriet en profilering van de uitkragende dakrand). De impact van deze ingreep op de erfgoedwaarde van de villa is klein, aangezien de ingreep zich aan de achterzijde van de woning bevindt. Vormelijk zal de dakkapel aansluiting vinden bij de rest van de woning. In het interieur zullen geen waardevolle erfgoedelementen aangetast worden. De tuin bevindt zich in de voormalige tuin van het klooster van de predikheren (cf. Predikherenkerk verderop in de straat). Het perceel heeft zodoende ook een landschappelijke en archeologische erfgoedwaarde. BESCHRIJVING VAN DE ERFGOEDELEMENTEN EN - KENMERKEN VAN HET ERFGOEDCLUSTER EN DE BETEKENIS VAN HET GEBOUW TEN AANZIEN HIERVAN BESCHRIJVING VAN DE IMPACT VAN DE WERKEN OP DEZE ERFGOEDELEMENTEN EN -KENMERKEN MOTIVERING EVENTUELE AFWIJKINGEN OP DE ERFGOEDVERORDENING

3 Onze-Lieve-Vrouwstraat valt binnen de erfgoedcluster Historische stadskern en poortstraten. Typerend voor de middeleeuwse stadskern en haar poortstraten is het fijnmazig netwerk van vaak onregelmatige straten met smal gabarit, het omwallingstracé, de pandsgewijze kleinschalige opbouw en de typerende poortstraten met rechter en breder gabarit en iets grotere bebouwingstypes. De gebouwen zijn getuigen van verschillende typologieën, stijlen en periodes, zijn bijna steeds op de rooilijn gebouwd en hebben afwisselende kroonlijst- en nokhoogtes waardoor de straten een levendig gevel- en dakenspel hebben. De gebouwen zijn voornamelijk verticaal geleed en voorzien van een hellend dak. De monumentale en vrijstaande villa wijkt sterk af van deze kenmerken van de erfgoedcluster. De villa is recent gebouwd in vergelijking met de eeuwenoude, organisch gegroeide stad en staat in contrast met dit kleinschalige, pandsgewijs opgebouwde stadsdeel. De tuin behoort tot de voormalige tuin van het klooster van de predikheren. Dit kloosterdomein volgde de loop van de eerste stadsomwalling die op zijn beurt op deze plaats de loop van de Dijle volgde. Ook vandaag volgt de tuin nog deze grens. De aangevraagde werken betreffen het vervangen van het schrijnwerk en het vergroten van de dakkapel op het achterste dakvlak. Beide ingrepen hebben geen impact op de cluster. Het schrijnwerk wordt vervangen naar oorspronkelijk model waardoor niets in het straatbeeld zal wijzigen. De dakkapel bevindt zich langs de achterzijde van de woning, en is bijgevolg weinig zichtbaar vanop het openbare domein. Bovendien impliceert deze verandering geen directe wijziging van de kenmerken van de cluster. /

4 FOTOREPORTAGE EXTERIEUR Voorgevel

5 Achtergevel + tuin

6 FOTOREPORTAGE INTERIEUR Woonkamer gericht naar de tuin: houten schrijnwerk (guillotinevensters) en parketvloer.