R170 - R750. Montage- en gebruiksaanwijzing Opsteekaandrijvingen met geïntegreerde afrolbeveiliging

Transcriptie

1 R170 - R750 NL Montage- en gebruiksaanwijzing Opsteekaandrijvingen met geïntegreerde afrolbeveiliging Belangrijke informaties voor de elektrische aansluitingen.

2 Montage- en gebruiksaanwijzing Inhoudsopgave Algemeen...4 Garantieverlening...4 Doelmatig gebruik...4 Veiligheidsaanwijzingen...5 Productoverzicht en afmetingen...6 Afmetingen voor de bevestiging...7 Montage...7 Noodhandbediening...7 Omschakeling van de spanning bij de R170 / R Elektrische aansluiting op de besturing Aansluitschema R170/ Aansluitschema R450/600/ Controle van de looprichting Instellen van de eindschakelaars Onderhoud Technische gegevens Algemeen De opsteekaandrijvingen met geïntegreerde afrolbeveiliging R170 - R750 zijn kwaliteitsproducten met vele prestatiekenmerken en voordelen. Houdt u zowel bij de installatie als bij het instellen van de apparaten aan de betreffende gebruiksaanwijzing. Garantieverlening Seculux NV is van de garantieverlening en de productaansprakelijkheid bevrijd, wanneer zonder onze voorafgaande toestemming eigen bouwkundige constructie wijzigingen zijn aangebracht en/of onvakkundige installaties worden doorgevoerd of in opdracht worden gegeven, die in strijd zijn met onze voorgeschreven montagerichtlijnen. De verdere verwerker dient erop toe te zien dat alle voor het tot stand brengen van en het adviseren van de consument vereiste wettelijke en officiele voorschriften in acht worden genomen. Dit product is onderhevig aan technische ontwikkelingen en verbeteringen. Voor de nadere productspecificaties verwijzen wij naar de actuele verkoopdocumentatie. Doelmatig gebruik De opsteekaandrijvingen met geïntegreerde afrolbeveiliging R170 - R750 zijn uitsluitend bestemd voor binnenshuis voor de toepassing met rolpoorten, hefdeuren, sectionaaldeuren, indirect aangedreven deurinstallaties alsmede voor speciale toepassingen (na vrijgave door de firma Seculux NV). Voor buitenshuis zijn speciale aansluitkabels nodig PVC-aansluitkabels moeten in een beschermende buis gelegd worden. Een ander of uitgebreider gebruik geldt als onreglementair. Indien de besturingen en motoren voor andere dan de boven genoemde doeleinden worden gebruikt of veranderingen aan de toestellen worden uitgevoerd, die de veiligheid van de installatie beïnvloeden, dan is de fabrikant of aanbieder niet verantwoordelijk voor hieruit voortvloeiend lichamelijk letsel of materiële schade en ook niet voor mogelijke gevolgschade. Voor de werking of reparatie van de installatie dient er rekening te worden gehouden met de gegevens in de gebruiksaanwijzing. Bij ondeskundig handelen is de fabrikant of aanbieder niet verantwoordelijk voor hieruit voortvloeiend lichamelijk letsel of materiële schade en ook niet voor mogelijke gevolgschade. 2

3 Veiligheidsaanwijzingen De volgende veiligheidsinstructies en waarschuwingen dienen ertoe gevaar af te wenden alsmede letsel en schade aan goederen te vermijden. Deze handleiding goed bewaren. Voorzichtig Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan. Wanneer deze niet wordt vermeden, kunnen verwondingen het gevolg zijn Opgelet Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan. Wanneer dit niet wordt vermeden kan het product of iets in de nabije omgeving ervan worden beschadigd. Aanwijzing Geeft gebruikerstips en andere nuttige informatie. Belangrijke veiligheidsinstructies. Voorzichtig Het niet in acht nemen hiervan kan ernstig letsel veroorzaken. Veiligheidsinstructies van de EN en EN in acht nemen werkzaamheden aan de elektrische installaties de elektrische of elektronische inrichtingen en apparatuur mogen uitsluitend door gekwalificeerd deskundig personeel worden uitgevoerd. bij het gebruik van elektrische of elektronische onderdelen staan bepaalde onderdelen onder gevaarlijke elektrische spanning. Bij ongekwalificeerd ingrijpen of het niet in acht nemen van de waarschuwingen kan lichamelijk letsel of materiële schade onstaan. alle geldende normen en voorschriften betreffende de elektrische installatie dienen te worden opgevolgd. er mogen uitsluitend reserveonderdelen, gereedschappen en aanvullende inrichtingen worden gebruikt die zijn vrijgegeven door de firma Seculux NV. voor het gebruik van niet vrijgegeven vreemde producten of voor wijzigingen aan de accessoires aanvaardt de fabrikant of aanbieder geen aansprakelijkheid voor persoonlijk letsel, materiële schade of gevolgschade. de in de technische gegevens aangegeven grenswaarden mogen niet worden overschreden. bij het monteren van de aandrijving op een hoogte van minder dan 2,50 m is een afdekking van de aandrijving noodzakelijk aangezien de motor verbrandingen kan veroorzaken. tussen aandrijving en brandbare materialen moet een voldoende veilige afstand worden aangehouden. bij geopende veiligheidsschakelaar S1F, S2F, S3F of S4F moet de toegepaste besturing de aandrijving uitschakelen. de verbinding tussen de deur en de aandrijving moet ten minste voor het in de technische gegevens aangegeven vangmoment van de aandrijving zijn ontworpen. Bij het tot stand komen van de constructie waarbij rekening is gehouden met de de materiaalafhankelijke weerstandswaarden, dient met een veiligheidsfactor volgens de algemeen geldende richtlijnen rekening te worden gehouden. NL 3

4 Montage- en gebruiksaanwijzing Alle afmetingen in mm. Productoverzicht en afmetingen Opsteekaandrijving met geïntegreerde afrolbeveiliging R170 / R250 met handslinger (Z) Opsteekaandrijving met geïntegreerde afrolbeveiliging R170 / R250 met haalketting (T) Opsteekaandrijving met geïntegreerde afrolbeveiliging R170 / R250 met lange handslinger (L) Opsteekaandrijving met geïntegreerde afrolbeveiliging R450 met handslinger (Z) Opsteekaandrijving met geïntegreerde afrolbeveiliging R600 met handslinger (Z) Opsteekaandrijving met geïntegreerde afrolbeveiliging R750 met handslinger (Z) 4

5 Afmetingen voor de bevestiging R170 en R250 Voor aseind Ø 30 mm R450, R600 en R750 Voor aseind Ø 40 mm Ø 45 mm M12 / 30 diep M16 / 30 tief Montage Opgelet De opsteekaandrijving moet op een console of draaimomentsteun met voldoende stevigheid en schokdemping worden gemonteerd. Bij indirect aangedreven deurinstallaties bijv. bij kettingoverbrengingen mag de aandrijving zonder schokdemping worden gemonteerd en moet er een externe afrolbeveiliging aanwezig zijn. Bij het niet in acht nemen hiervan kan het product of iets in de omgeving worden beschadigd. Ontluchtingsschroef Aanwijzing Onderdelen voor de bevestiging en andere delen van de constructie dienen afgestemd te zijn op het toelaatbare vangmoment van de aandrijving De holle as dient voor de montage te worden ingevet! Bij deze aandrijvingen wordt de reductie met olie gesmeerd. Wanneer de aandrijving erg warm wordt, ontstaat een overdruk door het opwarmen van de olievulling. Wij adviseren dan ook om de ontluchtingsschroef te verwijderen, tenminste als de montagesituatie van de aandrijving dit toelaat. Noodhandbediening NL Met behulp van de noodhandbediening kan bij stroomuitval de deur worden geopend of gesloten. Opgelet Bij gebruik van de noodhandbediening moet de deur van het elektriciteitsnet worden gescheiden. De noodhandbediening mag uitsluitend bij uitgeschakelde motor met de daarvoor voorziene hendel en enkel door de service technieker of hiertoe geïnstrueerd personeel uitgevoerd worden. Aanwijzing De deur mag niet boven de eindposities uit komen omdat anders een veiligheidseindschakelaar (S1F/ S2F) in werking wordt gezet. Elektrische aandrijving van de deurinstallatie is pas weer mogelijk wanneer de veiligheidseindschakelaar (S1F/S2F) door middel van noodhandbediening vrij gemaakt wordt. Voor de noodhandbediening staan 3 verschillende systemen ter beschikking: Handslinger - Z Haalketting - T Lange handslinger L 5

6 Montage- en gebruiksaanwijzing R170/250 Handslinger Z Verwijder bij de opsteekaandrijvingen R170 en R250 eerst het afsluitddeksel. Voor noodhandbediening wordt de handslinger op de motoras gestoken. Om te garanderen dat de elektrische bediening van de deurinstallatie gedurende een noodhandbediening wordt voorkomen, wordt de veiligheidsschakelaar S3F bij het aanbrengen van de handslinger automatisch geopend. De deur kan door het draaien van de handslinger worden geopend of gesloten. R450/600/750 Voorzichtig Na de bediening moet de handslinger weer worden verwijderd om lichamelijk letsel of materiële schade te voorkomen. Opgelet Nadat de handslinger er is verwijderd moet de afsluitdeksel van de opsteekaandrijvingen R170 en R250 weer worden aangebracht, zodat de veiligheidsklasse van de aandrijving behouden blijft. Bij de typen R450, R600 en R750 moet de rem, voorafgaand aan de bediening met de handslinger, handmatig worden ontlucht. Haalketting (T) bij R170/250 Aanwijzing Sectionaaldeur-aandrijvingen met haalketting - T kunnen uitsluitend horizontaal worden gemonteerd. Montage van kettingwiel met geïntegreerde kettingbeveiliging. Bevestig het kettingwiel met geïntegreerde kettingbeveiliging, met de kant waarop de sticker staat, richting de aandrijving. Monteer de kettingbeveiliging met onderlegplaatje, veerring en schroef. Invoeren van de ketting Draai het kettingwiel met de openingen naar boven. Neem het einde van de ketting en steek dit in de linker opening van de kettingbeveiliging. Let erop dat de ketting precies in de geleiding zit. Draai vervolgens de behuizing naar rechts waardoor het mogelijk is, in de andere opening, het einde van de ketting eruit te nemen. Verbinden van de kettingeinden Alvorens de kettinguiteinden met het kettingslot te verbinden, dient erop te worden gelet, dat de ketting zelf niet verdraaid werd gemonteerd. Het kettingslot moet zorgvuldig bij elkaar gebogen worden. Bediening 6

7 Door aan de betreffende kant van de ketting te trekken kan de deur met de hand worden geopend of gesloten TOm te garanderen dat de elektrische bediening van de deurinstallatie gedurende een noodhandbediening wordt voorkomen, wordt de veiligheidsschakelaar S3F bij bediening met de T automatisch geopend. Na de bediening dient erop te worden gelet dat die ketting weer vrij hangt, zodat de veiligheidsschakelaar S3F wordt vrijgegeven en dus elektrisch gebruik mogelijk is. Lange handslinger (L) bij R170/250 De handbediening met de lange handslinger is uitsluitend bedoeld voor verticaal gemonteerde opsteekaandrijvingen met oog. Bij bediening wordt de stuurstroom automatisch onderbroken. Na de handmatige bediening wordt de aandrijving met behulp van een veermechanisme, weer in de uitgangspositie gebracht en is een elektrische bediening weer mogelijk. Omschakeling van de spanning bij de R170 / R250 Voorzichtig Voorafgaand aan de spanningsomschakeling moet de aandrijving veilig van het elektriciteitsnet worden gescheiden. De mogelijkheid bestaat om de opsteekaandrijving R170/250 op een 3~ 400 V ( -sterschakeling) of 3~ 230 V ( -diehoekschakeling) elektriciteitsnet aan te sluiten. In de fabriek is de aandrijving voor een 3~ 400 V net in sterschakeling geschakeld. Voor gebruik aan het 3~ 230 V Netz moet de aandrijving van -sterschakeling op -driehoekschakeling worden omgeschakeld: Dit is mogelijk door het omsteken van de motorstekker op de eindschakelaar-printplaat van de opsteekaandrijvingen R170/250.: 1. Sticker 3 x 230 V verwijderen 2. 6-pol. stekker van op omsteken NL Motorstekker 3~ 400 V 3~ 230 V Brugstekker 7

8 Montage- en gebruiksaanwijzing Elektrische aansluiting op de besturing Opgelet De elektrische aansluiting mag uitsluitend door een elektricien worden uitgevoerd! Neem de gegevens van de gebruikte besturing en de geldende EN-normen in acht! Bij alle aansluitwerkzaamheden moet de deurinstallatie, door het verwijderen van de CEE-stekker uit het stopcontact of door het uitschakelen van de hoofdschakelaar, veilig van het elektriciteitsnet worden gescheiden! Neem de technische gegevens van de opsteekaandrijving in acht. De aangegeven grenswaarden in de technische gegevens mogen niet worden overschreden. Vooral de beveiliging op de bouwplaats van de deurinstallatie dient volgens de technische gegevens te worden uitgevoerd. Gebruik voor het aansluiten van de opsteekaandrijving op de besturing uitsluitend de originele door de fabrikant toegestane 12-aderige of 18-aderige stuurkabels. De stuurkabel is steekbaar. Om ervoor te zorgen dat de trekontlasting en afdichting is gegarandeerd, mag de schroefverbinding niet worden losgemaakt. Om de 18-aderige stuurkabel te kunnen bevestigen, moet de 10-polige brugstekker in de aandrijving worden verwijderd. De stekkers zijn voorzien van een profiel en klikken hoorbaar vast. De groengele aardleidingader moet op de gemerkte vlakke steektong worden gestoken. Let erop dat deze stevig vastklikt. Voorzichtig Bij het aanbrengen van de aardleiding er op letten dat door ongewild uittrekken van de kabel het contact van de aardleiding het laatst wordt onderbroken, bijv. door het bundelen van de zwarte draden van de aansluitkabel tot een lus en het fixeren met behulp van een kabelbinder. De afzonderlijke draden mogen bij gesloten deksel van de behuizing de nokken van de eindschakelaar niet raken.breng tenslotte de aansluitkabel zodanig aan dat deze de aandrijving niet raakt. Aansluitschema R170/250 S1F - veiligheidseindschakelaar OP - geel S2F - veiligheidseindschakelaar NEER - geel S3F - veiligheidseindschakelaar Z/T S4F - thermoschakelaar S5 - werkeindschakelaar OP - grijs S6 - werkeindschakelaar NEER - zwart S7 - functie-eindschakelaar - oranje S8 - functie-eindschakelaar - groen 8

9 Aansluitschema R450/600/750 S1F - veiligheidseindschakelaar OP - geel S2F - veiligheidseindschakelaar NEER - geel S3F - veiligheidseindschakelaar Z/T S4F - thermoschakelaar S5 - werkeindschakelaar OP - grijs S6 - werkeindschakelaar NEER - zwart S7 - functie-eindschakelaar - oranje S8 - functie-eindschakelaar - groen NL Opgelet De rem wordt met 230 V AC gevoed via een eenfase-gelijkrichter. Controle van de looprichting De draairichting van de aandrijving is afhankelijk van de aansluiting van de 3 netfasen aan de besturingen en moet eerst worden gecontroleerd. Ga als volgt te werk: breng de deur met de noodhandbediening in half geopende positie. steek de CEE-stekker van de besturingen in het stopcontact resp. schakel de hoofdschakelaar van de besturing in. overtuig u ervan dat de besturing zich in de dodemansbediening bevindt. controleer met de toetsen OP en NEER van de besturing of de looprichting van de deur met de ingedrukte toetsen overeenkomt. Wanneer de looprichting van de deur niet met de toetscommando s overeenkomt, verander dan de draairichting, zoals beschreven in de montagehandleiding van de besturing. Controleer vervolgens opnieuw de looprichting. 9

10 Montage- en gebruiksaanwijzing Instellen van de eindschakelaars Het openen van de eindschakelaar Eventueel de schroeven bij de gele schuifvergrendelingen verwijderen en de hierna getoonde stappen 1 4 uitvoeren Instellen van de eindschakelaars De deuraandrijving is voorzien van 6 nokkeneindschakelaars. Om de eindschakelaars snel in te stellen, hebben alle schakelnokken 12 klikstanden. Overtuig u ervan dat de besturing zich in de dodemanstand bevindt. Ga als volgt te werk: 1. Draai alle 6 schakelnokken uit het bewegingsgebied van de deur. 2. Beweeg de de deur met de toets OMLAAG van de besturing tot vlak voor de onderste eindpositie. 3. Draai de zwarte schakelnok S6 NEER totdat de regelmoer gemakkelijk te bereiken is. Stel de nok met de instelschroef (gleuf) nu zodanig in dat deze schakelt. Beweeg de deur een stuk omhoog en weer omlaag tot de eindschakelaar de deur stopt. Corrigeer eventueel de instelling overeenkomstig. 4. Beweeg de deur nu tot kort voor de bovenste eindpositie. 5. Stel nu de grijze schakelnok S5 OP in, analoog aan punt Stel nu de gele veiligheids-schakelnokken S1F OP en S2F OMLAAG enigszins later in ten opzichte van de twee werkeindschakelaars S5 OP en S6 NEER. 7. De twee functieschakelnokken S7 (oranje) en S8 (groen) kunnen naar behoefte op een juiste manier worden ingesteld. 8. De eindschakelaars zijn nu ingesteld. Controleer deze door de deur een volledige cyclus te bewegen. Voorzichtig Let op dat bij het instellen van de veiligheidsschakelaars geen gevaarlijke situatie kan ontstaan. Aanwijzing Wanneer de oranje functieschakelnok S7 als vooreindschakeling voor de sluitkantbeveiliging van de deur wordt gebruikt, dan mag deze maximaal 5 cm boven de grond schakelen; EN12453 en EN

11 Het sluiten van de eindschakelaar Neem de eerder verwijderde schroeven resp. de meegeleverde schroeven in het deksel van de behuizing en voer de hierna getoonde stappen 1 6 uit. Aanwijzing Controleer of de afdichting en de daarvoor aanwezige groef goed schoon zijn en of de deksel op de juiste manier is bevestigd Voorzichtig Wanneer de montage van de aandrijving op een geringere hoogte dan 2,50 mtr. plaatsvindt, dan dienen de gele schuifvergrendelingen te worden geborgd met de bijgevoegde schroeven Draai de schroef zorgvuldig aan. NL 11

12 Montage- en gebruiksaanwijzing Onderhoud Transmissie: De transmissie is voor de gehele levensduur gesmeerd en onderhoudsvrij. Met regelmatige tussenpozen dienen de volgende controles aan de motor te worden uitgevoerd: 1. Bevestigingen: alle bevestigingsschroeven nalopen of ze nog goed vastzitten en in goede staat verkeren. 2. Veiligheidseindschakelaar: De veiligheidseindschakelaars S1 F, S2F en S3F dienen op functioneren en het juiste uitschakelmoment te worden gecontroleerd. Kijk daartoe in de bijbehorende gebruiksaanwijzing van de deurbesturing. De veiligheidseindschakelaars dienen volgens het aansluitschema op het maken van een juiste verbinding te worden gecontroleerd. Bij S1F / OP Beweeg naar de bovenste eindpositie. Beweeg de deur met de noodhandbediening iets verder naar boven tot een punt waarbij geen beschadiging optreedt. De veiligheidsschakelaar S1 F dient volgens het aansluitschema te worden gecontroleerd. Er mag geen doorlopende verbinding aanwezig zijn. Bij S2F / NEER Beweeg naar de onderste eindpositie. Beweeg met de noodhandbediening verder naar beneden, tot bij sectionaal- of hefdeuren de draagmiddelen (bijv. kabels en kettingen voor het ophangen van de deursecties) volledig ontlast zijn, of bij roldeuren de lamellen volledig gesloten zijn. Let op, dat daarbij de kabels niet van de kabeltrommel geraken. De veiligheidsschakelaar S2F dient volgens het aansluitschema te worden gecontroleerd. Er mag geen doorlopende verbinding aanwezig zijn. Bij S3F (geldt alleen voor Z- en T-aandrijving) Alvorens de veiligheidseindschakelaar S3F te controleren moet de deurinstallatie van het net worden gescheiden. Steek de handslinger in de motoras of trek aan de haalketting en houd deze strak. De veiligheidsschakelaar S3F moet volgens het aansluitschema worden gecontroleerd. Er mag geen doorlopende verbinding aanwezig zijn. 3. Gewichtsbalans (geldt uitsluitend voor sectionaldeur met veer- of gewichtsbalans): de gewichtsbalans resp. de veerspanning moet worden gecontroleerd. De sectionaaldeur moet in iedere positie volledig in gewichtsbalans zijn. Houdt u aan de gebruiksaanwijzing van de deur. 12

13 Technische gegevens Typ e Eenheid R170/15 R170/23 R250/15 R250/23 Aandrijfmoment Nm Toerental aandrijving min Doorsnee holle as* 1) mm Stuurspanning V 3~230 / 400 3~230 / 400 3~230 / 400 3~230 / 400 Frequentie Hz Nominale stroom A 5,4 / 3,1 5,0 / 2,9 5,7 / 3,3 8,3 / 4,8 Vermogensfactor cos ϕ 0,52 0,56 0,6 0,58 Isolatieklasse H H H H Soort bedrijf ED - % Beschermingsklasse * 1) IP Bereik eindschakelaar omwentelingen Vangmoment Nm Zekering op de bouwplaats 3x10 AT 3x10 AT 3x10 AT 3x10 AT Toegel. temp. bedrijfsomgeving C -10 bis bis bis bis +35 Gewicht * 3) (ca.) kg Typ e Eenheid R450/15 R450/23 R600/15 R600/23 R750/15 R750/23 Aandrijfmoment Nm Toerental aandrijving min Doorsnee holle as* 1) mm Stuurspanning V 3~400 3~400 3~400 3~400 3~400 3~400 Frequentie Hz Nominale stroom A 3,3 4,4 4,2 6,3 5,3 7,4 Vermogensfactor cos ϕ 0,75 0,8 0,77 0,82 0,78 0,83 Isolatieklasse F F F F F F Soort bedrijf ED - % Beschermingsklasse * 1) IP Bereik eindschakelaar omwentelingen Vangmoment Nm Zekering op de bouwplaats 3x10 AT 3x10 AT 3x10 AT 3x10 AT 3x10 AT 3x10 AT Toegel. temp. bedrijfsomgeving C -10 bis bis bis bis bis bis +35 Gewicht * 3) (ca.) kg NL * 1 ) Optie is 25,4 mm of 31,75 mm * 2 ) als optie IP65 * 3 ) bij versie T wordt het gewicht met ca. 0,5 kg verhoogd. Bij aandrijvingen met dezelfde constructie of speciale aandrijvingen zijn afwijkingen mogelijk. In principe gelden de gegevens op het typeplaatje. Technische wijzigingen voorbehouden. 13

14 Montage- en gebruiksaanwijzing 14

15 15 NL

16 Seculux NV Industriezone Teutelberg Meerkensstraat 69 B-3650 Lanklaar-Dilsen R170-R750NL020807