CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL SIR GORDON SLYNN van 31 mei 1988 *

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL SIR GORDON SLYNN van 31 mei 1988 *"

Transcriptie

1 CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL SIR GORDON SLYNN van 31 mei 1988 * Mijnheer de President, mijne heren Rechters, Deze twee gevoegde zaken betreffen prejudiciële vragen van de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel over de bevoegdheid van de Lid-Staten om te bepalen dat een factuur slechts kan gelden als een BTW-factuur op basis waarvan de belastingplichtige de aan de leveranciers van goederen en verrichters van diensten betaalde belasting ( voorbelasting") mag aftrekken van de belasting die hij aan de regering van de Lid-Staat verschuldigd is ( eindbelasting"), wanneer zij naast de in de Zesde BTW-richtlijn (77/388/EEG, PB 1977, L 145, biz. 1) genoemde voorwaarden, tevens een aantal bijkomende voorwaarden betreffende vorm en inhoud vervult. L. Jeunehomme drijft handel in tweedehandsauto's onder de naam,,le Palais de la voiture d'occasion". Bij een onderzoek door de Belgische BTW-administratie kwamen een aantal onregelmatigheden in haar boekhouding aan het licht. Sommige daarvan gaf zij toe, doch zij deed verzet tegen vier dwangbevelen van de administratie waarbij van haar BTW werd gevorderd over bepaalde facturen betreffende auto's die zijzelf had aangekocht met het oog op doorverkoop. Voor de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel vorderde zij de nietigverklaring van de betrokken dwangbevelen alsook de opheffing van het ter uitvoering daarvan gelegde beslag. Het geding betreft de geldigheid van de door Jeunehomme afgegeven facturen: zij betoogt dat de inhoud van de factuur door het handelsrecht moet worden geregeld, terwijl de BTW-administratie van mening is dat de inhoud van een factuur voor de toepassing van de BTW tot het fiscaal recht behoort en dat een dergelijke factuur derhalve slechts recht op aftrek verleent, wanneer zij naast de door het handelsrecht verlangde gegevens, ook alle door het fiscaal recht geëiste gegevens bevat. Op 6 april 1987 heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de behandeling van de zaak geschorst en het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vraag : De artikelen 18, lid 1, sub a, 22, lid 3, sub a en b, van de Zesde richtlijn van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting bepalen, dat de belastingplichtige, om zijn recht op aftrek te kunnen uitoefenen, in het bezit moet zijn van een factuur waarin de prijs exclusief BTW, de belasting volgens elk afzonderlijk tarief, alsook, in voorkomend geval, de vrijstelling afzonderlijk zijn vermeld. In de voorstukken met betrekking tot artikel 22, lid 3, is voorts gepreciseerd, dat voor de voorschriften inzake facturering niet uitsluitend met het fiscaal recht, doch ook en vooral met het handelsrecht te rade moet worden gegaan. Is, gelet op het voorgaande, de Belgische Staat op grond van de artikelen 18, lid 1, sub a, en 22, lid 3, sub a en b, van de Zesde * Vertaald uit het Engels. 4530

2 JEUNEHOMME EN ANDEREN / BELGISCHE STAAT richtlijn gerechtigd, de uitoefening van het recht op aftrek afhankelijk te stellen van het bezit van een document dat niet slechts de specifieke vermeldingen van een factuur in de gebruikelijke, handelsrechtelijke betekenis moet bevatten, doch daarnaast ook nog een aantal andere vermeldingen die niets te maken hebben met aard, wezen en strekking van een handelsfactuur, zoals die welke worden genoemd in artikel 2 van het Koninklijk Besluit nr. 1 van 23 juli 1969 ter uitvoering van het Belgische Wetboek van de BTW?" Société anonyme d'étude et de gestion immobilière ( EGI") (een in vereffening zijnde bouwonderneming) komt op tegen de weigering van de Belgische BTW-administratie om de aftrek toe te staan van de voorbelasting over goederen en de diensten die haar waren verstrekt door twee leveranciers, de ondernemingen Cotradec en Salegno. Die weigering was gebaseerd op het feit dat in de betrokken facturen een aantal dwingende vermeldingen ontbraken, waardoor die facturen onvoldoende nauwkeurig waren. EGI betoogt onder meer, dat de Zesde richtlijn eraan in de weg staat dat het recht op aftrek afhankelijk wordt gesteld van het bezit van een factuur die alle door het Belgische afgeleide recht voorgeschreven bijkomende vermeldingen bevat. De Rechtbank van eerste aanleg te Brussel verzocht het Hof om een prejudiciële beslissing over de volgende vraag: De artikelen 18, lid 1, sub a, en 22, lid 3, sub a en b, van de Zesde richtlijn van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting bepalen dat de belastingplichtige, om zijn recht op aftrek te kunnen uitoefenen, in het bezit moet zijn van een factuur waarin de prijs exclusief BTW, de belasting volgens elk afzonderlijk tarief, alsook, in voorkomend geval, de vrijstelling, afzonderlijk zijn vermeld. In de voorstukken met betrekking tot artikel 22, lid 3, is voorts gepreciseerd dat de voorschriften betreffende de wijze van facturering,niet alleen het fiscale terrein bestrijken, doch ook en zulks in hoofdzaak de handel' (commentaar bij het voorstel van de Commissie voor een Zesde richtlijn van de Raad van 20 juni 1973, ad artikel 23, lid 3). Is, gelet op het voorgaande, de Belgische Staat op grond van de artikelen 18, lid 1, sub a, en 22, lid 3, sub a en b, van de Zesde BTW-richtlijn gerechtigd, de uitoefening van het recht op aftrek afhankelijk te stellen van het bezit van een document dat niet slechts de specifieke vermeldingen van een factuur in de gebruikelijke, handelsrechtelijke zin moet bevatten, doch daarnaast ook nog een aantal andere vermeldingen die niets te maken hebben met aard, wezen en strekking van een handelsfactuur, zoals de in artikel 2 van Koninklijk Besluit nr. 1 van 23 juli 1969 ter uitvoering van het Belgische wetboek van de BTW genoemde vermeldingen, die van louter technische aard zijn en de controle van de heffing van de belasting op basis van de boekhouding van de belastingplichtige medecontractant beogen te vergemakkelijken?" De twee vragen zijn weliswaar niet gelijkluidend, doch betreffen hetzelfde probleem met betrekking tot de uitlegging van de artikelen 18, lid 1, sub a, en 22, lid 3, sub a en b, van de Zesde richtlijn. Ofschoon beide zaken kennelijk onder de bepalingen van Koninklijk Besluit nr. 1 vallen, komen in zaak 123/87 (Jeunehomme) nog andere bepalingen aan de orde, te weten bepalingen inzake bijkomende gegevens welke op facturen betreffende de verkoop van motorvoertuigen moeten worden vermeld (Koninklijk Besluit nr. 17 van , artikel 4, lid 2 Belgisch Staatsblad van , blz. 7912). Het Hof heeft vernomen dat het in de onderhavige zaken aan de 4531

3 orde zijnde probleem nog in andere zaken in België is gerezen, en in zaak 342/87, Genius Holding BV, (ingeschreven ter griffie van het Hof op 4 november 1987) heeft de Hoge Raad der Nederlanden het Hof een soortgelijke vraag voorgelegd. Artikel 45 van het Belgische BTW-wetboek (Belgisch Staatsblad van , blz. 7046) verleent de BTW-belastingplichtige het fundamentele recht om op de belasting die hij verschuldigd is ter zake van de door hem voor zijn zaak verrichte leveringen en diensten in aftrek te brengen de belasting geheven van de aan hem geleverde goederen en verleende diensten. Ingevolge artikel 49 bepaalt de koning de voorwaarden voor de uitoefening van dat recht. Artikel 52 verleent de koning de bevoegdheid om vast te stellen welke vermeldingen de door BTWbelastingplichtigen opgestelde facturen dienen te bevatten. Artikel 3, lid 1, sub 1, van Koninklijk Besluit nr. 3 van 10 december 1969 (Belgisch Staatsblad van , blz ) bepaalt, dat de belastingplichtige, om de voorbelasting van de eindbelasting te mogen aftrekken, in het bezit moet zijn van een factuur opgemaakt overeenkomstig artikel 2 van Koninklijk Besluit nr. 1 van 23 juli 1969 (Belgisch Staatsblad van , blz. 7380). Volgens laatstgenoemde bepaling dient die factuur te vermelden: de datum waarop ze wordt uitgereikt en het volgnummer waaronder ze is ingeschreven in het boek voor uitgaande facturen; de naam en het adres van de BTWplichtige en van zijn klant of leverancier; de datum van de levering van het goed of van de voltooiing van de dienst; de gewone benaming en de hoeveelheid van de geleverde goederen en van de verstrekte diensten, met vermelding van alle gegevens die voor het bepalen van het toe te passen tarief nodig zijn; de prijs en de andere elementen van de maatstaf van heffing; het tarief en het bedrag van de verschuldigde belasting; de oorzaak van de vrijstelling, indien de gefactureerde handeling niet aan de belasting is onderworpen. Ingevolge artikel 4, lid 2, van Koninklijk Besluit nr. 17 moet de factuur vermelden: het merk, het model, het jaartal, de cilinderinhoud, de motorsterkte, het carrosseriemodel, het chassisnummer, het jaar waarin de personenauto voor het eerst in het verkeer is gebracht, en voorts een aantal gegevens over de uitrusting en de toebehoren ervan. De vraag is dus, of de Zesde richtlijn toestaat dat de aftrek van de voorbelasting wordt geweigerd in geval van niet-inachtneming van die bepalingen. Volgens artikel 17, lid 2, sub a, van de Zesde richtlijn mag de belastingplichtige van de door hem verschuldigde belasting aftrekken de belasting over de toegevoegde waarde, welke verschuldigd of voldaan is voor de hem door een andere belastingplichtige geleverde of te leveren goederen en voor de te zijnen behoeve door een andere belastingplichtige verrichte of te verrichten diensten". Het Hof beschouwt dit recht als een basiselement van het BTWstelsel (zaak 15/81, Schul, Jurispr. 1982, blz en zaak 268/83, Rompelman, Jurispr. 1985, blz. 655, 663, r. o. 16). 4532

4 JEUNEHOMME EN ANDEREN / BELGISCHE STAAT Bij de uitoefening van dit recht moeten evenwel de door de BTW-richtlijnen vastgestelde of toegelaten regels worden in acht genomen. Artikel 18, lid 1, sub a, van de Zesde richtlijn bepaalt, dat de belastingplichtige voor de in artikel 17, lid 2, sub a, bedoelde aftrek in het bezit moet zijn van een overeenkomstig artikel 22, lid 3, opgestelde factuur. Artikel 22, lid 3, luidt als volgt: a) Iedere belastingplichtige moet voor goederen, geleverd aan en voor diensten, verricht voor een andere belastingplichtige, een factuur of een als zodanig dienstdoend document uitreiken en daarvan een dubbel bewaren. b) In de factuur moeten afzonderlijk zijn vermeld: de prijs exclusief belasting, de belasting volgens elk afzonderlijk tarief, alsook, in voorkomend geval, de vrijstelling. c) De Lid-Staten stellen de criteria vast volgens welke een document kan worden geacht dienst te doen als factuur." Ingevolge artikel 22, lid 8, kunnen de Lid- Staten andere verplichtingen doen voorschrijven die zij noodzakelijk achten ter waarborging van de juiste heffing van de belasting en ter voorkoming van fraude". moeten de Lid-Staten de Commissie van dergelijke maatregelen op de hoogte brengen en stelt de Commissie op haar beurt de andere Lid-Staten daarvan in kennis. Deze procedure is juist bedoeld om een Lid-Staat de mogelijkheid te bieden met instemming van de instellingen van de Gemeenschap en van de andere Lid-Staten (of althans zonder dat deze er zich binnen de gestelde termijn tegen verzetten) van de richtlijn af te wijken. In de onderhavige zaken is geen gebruik gemaakt van de aanmeldingsprocedure. Mijns inziens geeft artikel 22, lid 3, sub b, geen uitputtende opsomming van de vermeldingen die een factuur met het oog op de uitoefening van het recht op aftrek moet bevatten. De factuur moet op zijn minst ook de identiteit van koper en verkoper, de beschrijving van de geleverde goederen of verrichte diensten, en met het oog op de bepaling van de BTW-periode de datum bevatten. De Zesde richtlijn brengt geen volledige harmonisatie van alle bepalingen betreffende de toepassing van de BTW tot stand. Mijns inziens heeft de Raad het aan de Lid-Staten overgelaten te bepalen, of andere voor de toepassing van het stelsel noodzakelijke gegevens op de factuur moeten worden vermeld, mits die bepalingen de doelstellingen van de richtlijn nastreven, niet afwijken van het gemeenschapsstelsel en de draagwijdte ervan niet beperken (cf. zaak 50/76, Amsterdam Bulb, Jurispr. 1977, blz. 137, blz. 151). De richtlijn bepaalt uitdrukkelijk (zeventiende overweging van de considerans en artikel 27), dat de Lid-Staten bijzondere, van de richtlijn afwijkende maatregelen mogen treffen of handhaven, ten einde de belastingheffing te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of belastingontwijking te voorkomen. Ingevolge artikel 27 Ofschoon artikel 22, lid 2, van de richtlijn bepaalt dat iedere belastingplichtige een boekhouding moet voeren welke voldoende gegevens bevat om de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde en de controle daarvan door de belastingadministratie mogelijk te maken, en artikel 22, lid 4, bepaalt dat de belastingplichtige een aan- 4533

5 gifte moet indienen, is de factuur die de belastingplichtige met het oog op de uitoefening van zijn recht op aftrek moet" bezitten mijns inziens een belangrijke schakel in het raderwerk, en mogen de Lid-Staten, bij gebreke van nadere harmonisatiebepalingen, regels vaststellen betreffende de inhoud van de facturen, voor zover die regels redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor een passende verificatie en een doeltreffende fiscale controle. De vereisten mogen evenwel niet verder gaan dan wat redelijkerwijze noodzakelijk is voor de verificatie en de fiscale controle. Wenst een Lid-Staat op een bepaald gebied verdergaande maatregelen te treffen, dan dient hij de procedure van artikel 27 van de Zesde richtlijn te volgen. Regels die verder gaan dan wat redelijkerwijze noodzakelijk is, kunnen niet worden ingeroepen om de uitoefening van het recht op aftrek te beletten. Uiteindelijk aanvaardde verzoeksters' raadsman mijns inziens terecht, dat de Lid- Staten meer mogen verlangen dan een factuur die voldoet aan de eisen van het handelsrecht of de handelspraktijk. Hij betoogde echter dat, ook al mogen de Lid- Staten bijkomende vermeldingen opleggen, het ontbreken van die vermeldingen niet mag leiden tot weigering van het recht op aftrek doch wel tot het opleggen van een straf of een boete, en dat indien de betrokkene in het bezit is van een commerciële factuur, hij zonder meer het recht heeft om de voorbelasting af te trekken. Dit argument aanvaard ik niet. Indien een Lid-Staat op rechtmatige wijze vereisten kan opleggen, is een factuur die niet aan die vereisten voldoet, in wezen geen factuur op basis waarvan de belastingplichtige zonder meer zijn recht op aftrek kan uitoefenen. Een factuur die aan de voorschriften voldoet, is het entreekaartje" voor het recht op aftrek, zolang de belastingadministratie niet aantoont dat zij vals is. Voldoet de factuur niet aan de voorschriften, dan kan het zijn dat de belastingplichtige het bestaan van de transactie kan bewijzen en dat zijn leverancier de als voorbelasting betaalde BTW heeft aangegeven; is de factuur op een essentieel punt onvolledig, dan staat het aan de belastingplichtige om aan te tonen dat hij recht op aftrek heeft. De vereisten van artikel 2 van Koninklijk Besluit nr. 1 lijken mij niet verder te gaan dan wat redelijkerwijze noodzakelijk is voor de verificatie en de fiscale controle; zij staan in verhouding tot dat doel en hebben niet tot gevolg, dat een belastingplichtige zijn recht op aftrek van voorbelasting in de praktijk moeilijk of nagenoeg onmogelijk kan uitoefenen. Deze bepalingen lijken mij een weerspiegeling te zijn van de wettelijke regeling van verschillende, ja zelfs van vele Lid-Staten. De verplichte vermelding van de datum van de verrichting, van het feit dat aanleiding geeft tot de verschuldigdheid van de belasting en van de inlichtingen die noodzakelijk zijn voor de vaststelling van het belastingtarief lijkt mij gerechtvaardigd. Ik ben bij voorbeeld van mening dat, gelijk de raadsman van het Koninkrijk Spanje ter terechtzitting heeft betoogd, de vermelding van het inschrijvingsnummer van de factuur redelijkerwijze noodzakelijk is om de aangifte van de koper te toetsen aan die van de verkoper. De vermelding van de naam en het adres van de belastingplichtige en van zijn leverancier, de beschrijving van de goederen en de vermelding van de prijs zijn alle noodzakelijk voor een doeltreffende controle op de heffing en de inning van de BTW en ter voorkoming van fraude. Mitsdien concludeer ik, dat de vereisten van artikel 3, lid 1, sub 1, van Koninklijk Besluit nr. 3 en van artikel 2 van Koninklijk Besluit nr. 1 zich verdragen met de bepalingen van de Zesde richtlijn. 4534

6 JEUNEHOMME EN ANDEREN / BELGISCHE STAAT In de vraag van de Rechtbank van eerste aanleg in zaak 123/87 (Jeunehomme) wordt het Hof niet uitdrukkelijk verzocht om een uitspraak over de wettelijke regeling die specifiek betrekking heeft op motorvoertuigen (Koninklijk Besluit nr. 17). Strikt gezien is het dan ook niet nodig dat aspect van de Belgische wettelijke regeling te behandelen. Aangezien het voor de nationale rechter aanhangige geschil laatstgenoemde evenwel duidelijk noopt om naast de eigenlijke BTW-wetgeving ook die wettelijke regeling te onderzoeken en het Hof dat mogelijkerwijze ook wil doen, geef ik mijn standpunt daaromtrent. Indien in een bepaalde sector een buitengewoon groot gevaar voor belastingfraude of -ontwijking bestaat, dient de Lid-Staat volgens de procedure van artikel 27 toelating te vragen om bijzondere, van de normale bepalingen van de richtlijn afwijkende maatregelen te treffen. In een eerdere zaak (zaak 324/82, Commissie/België, Jurispr. 1984, blz. 1861, r. o. 30) constateerde het Hof, dat tussen de Commissie en de Belgische regering niet werd betwist dat er in de automobielsector een reëel gevaar voor belastingontwijking of -fraude bestond en dat bijzondere maatregelen als bedoeld in artikel 27 mochten worden opgelegd. Op het eerste gezicht komt het mij voor, dat een aantal van de in Koninklijk Besluit nr. 17 genoemde gegevens zullen moeten worden vermeld als onderdeel van de gewone benaming" bedoeld in artikel 2 van Koninklijk Besluit nr. 1, bij voorbeeld het model, het jaartal, de cilinderinhoud en de motorsterkte. De andere verplichte vermeldingen, zoals het carrosseriemodel, het chassisnummer, het jaar waarin het voertuig voor het eerst in het verkeer is gebracht, de uitrusting en de toebehoren, gaan wellicht verder. Al kunnen deze gegevens noodzakelijk zijn voor de inschrijving van het voertuig, toch behoren zij niet noodzakelijk voor te komen op de factuur die voor de uitoefening van het recht op aftrek van de voorbelasting wordt verlangd. Het argument dat voor elke handelssector andere gegevens nodig kunnen zijn, lijkt op het eerste gezicht aanlokkelijk, doch gaat bij nader toezien niet op: dit kan immers tot een nog grotere versplintering leiden, en dat beoogde de Zesde richtlijn juist te voorkomen. Wat een factuur" voor de toepassing van artikel 17 van de richtlijn dient te vermelden, moet algemeen kunnen worden bepaald. In de onderhavige zaak is een dergelijk verzoek om machtiging niet ingediend. Ik denk ook niet, dat de omstandigheid dat een handelaar bij gebreke van een factuur die aan de nationale wettelijke regeling voldoet, nog steeds kan bewijzen (de bewijslast rust dan wel op hem) dat de BTW voor terugbetaling in aanmerking komt, wanneer het om een reële transactie gaat, grond oplevert voor een ruime opvating over de mogelijkheid om te eisen dat de factuur bijkomende vermeldingen bevat. De factuur is het middel om zonder verder bewijs het recht op aftrek te kunnen uitoefenen; vereisten die verder gaan dan wat redelijkerwijze noodzakelijk is voor de verificatie en de fiscale controle, leggen de handelaar een zwaardere last op, dan door artikel 17 van de Zesde richtlijn wordt verlangd. Bijgevolg moet worden geconcludeerd, dat Koninklijk Besluit nr. 17 te ver gaat, waar het vermeldingen oplegt die in artikel 2 van Koninklijk Besluit nr. 1 niet worden ge- 4535

7 Mitsdien geef ik het Hof in overweging, de vragen te beantwoorden als volgt: De artikelen 18, lid 1, sub a, en 22, lid 3, sub a en b, van de Zesde richtlijn staan niet eraan in de weg dat de Lid-Staten de uitoefening van het recht op aftrek bedoeld in artikel 17 van de richtlijn, afhankelijk stellen van het bezit van een document waarop niet alleen de gegevens worden vermeld die in handelszaken gebruikelijk of noodzakelijk zijn, doch ook andere gegevens die redelijkerwijze noodzakelijk zijn voor de verificatie en de fiscale controle van transacties waarvoor de belastingplichtige gebruik wenst te maken van zijn recht op aftrek van de voorbelasting. Als zodanig kunnen worden aangemerkt de gegevens genoemd in artikel 2 van Koninklijk Besluit nr. 1 van 23 juli 1969 vastgesteld ter uitvoering van het Belgisch wetboek van de BTW, doch niet de bijkomende gegevens genoemd van artikel 4, lid 2, van Koninklijk Besluit nr. 17 van 20 juli 1970 indien en voor zover zij het kader van eerstgenoemde gegevens te buiten gaan." Over de kosten door de partijen in het hoofdgeding gemaakt heeft de nationale rechterlijke instantie te beslissen. De kosten door de Duitse, de Spaanse en de Portugese regering alsmede door de Commissie gemaakt, kunnen niet voor vergoeding in aanmerking komen. 4536

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 juli 1988*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 juli 1988* ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 juli 1988* In de gevoegde zaken 123 en 330/87, betreffende twee verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * In zaak C-342/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN 25. 5.1993 ZAAK C-193/91 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-193/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 juli 1992 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 juli 1992 * K" LINE AIR SERVICE EUROPE ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 juli 1992 * In zaak C-131/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 165/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 * ARKEST VAN 27.10.1993 ZAAK C-281/91 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 * In zaak C-281/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * SPI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * In zaak C-108/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG-Verdrag van de Conseil d'état (Frankrijk), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 102/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het House of Lords, in het aldaar aanhangig geding tussen Apple

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 5 december 1996

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 5 december 1996 REISDORF ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 5 december 1996 In zaak C-85/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* SKATTEMINISTERIET / HENRIKSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* In zaak 173/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Højesteret, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 14 februari 1985 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 14 februari 1985 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 14 februari 1985 * In zaak 268/83, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 *

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * ARREST VAN 13. 11. 1990 ZAAK C-106/89 Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * In zaak C-106/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Juzgado de Primera

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * TOLSMA ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * In zaak C-16/93, betreifende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te Leeuwarden (Nederland), in het aldaar

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 24.11.2009 COM(2009)641 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij de Portugese Republiek wordt gemachtigd een maatregel toe

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 * In zaak C-5/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel Í77 EG-Verdrag van de Belgische Raad van State, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * ARREST VAN 14. 4. 1994 ZAAK C-389/92 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * In zaak C-389/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Belgische Raad van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 november 2012 (*)

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 november 2012 (*) ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 november 2012 (*) Zesde btw-richtlijn Artikel 17, lid 5, derde alinea Recht op aftrek van voorbelasting Goederen en diensten die zowel voor belastbare als voor vrijgestelde

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 21 september 1988 *

ARREST VAN HET HOF 21 september 1988 * COMMISSIE / FRANKRIJK ARREST VAN HET HOF 21 september 1988 * In zaak 50/87, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door J. F. Buhl, juridisch adviseur van de Commissie, als gemachtigde,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* ARREST VAN 29. 6. 1988 ZAAK 240/87 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* In zaak 240/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het tribunal de grande instance

Nadere informatie

pagina 2 van 9 Arrest 1 Het onderhavige verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van artikel 20 van de Zesde richtlijn (77/388/EEG

pagina 2 van 9 Arrest 1 Het onderhavige verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van artikel 20 van de Zesde richtlijn (77/388/EEG pagina 1 van 9 ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 10 oktober 2013 (*) Zesde btw-richtlijn Artikelen 13, C, en 20 Levering van onroerend goed Recht om voor belastingheffing te kiezen Recht op aftrek Herziening

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.12.2009 COM(2009)668 definitief Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Litouwen wordt gemachtigd een maatregel te blijven

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 SEPTEMBER 2009 F.08.0009.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.08.0009.F OFF ROAD, naamloze vennootschap, Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, Mr. François

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.1.2004 COM(2004) 853 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij Spanje wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 * X EN FISCALE EENHEID FACET-FACET TRADING ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 * In de gevoegde zaken C-536/08 en C-539/08, betreffende twee verzoeken om een prejudiciële beslissing krachtens

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 juli 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 juli 1994 * ARREST VAN 7. 7. 1994 ZAAK C-130/93 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 juli 1994 * In zaak C-130/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Hof van Beroep te Brussel,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990*

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* ARREST VAN 8. 2. 1990 ZAAK C-320/88 ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* In zaak C-320/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 juli 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 juli 2000 * MONTE DEI PASCHI DI SIENA ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 juli 2000 * In zaak C-136/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de Conseil d'état

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 * ARREST VAN 29. 2. 1996 ZAAK C-110/94 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 * In zaak C-110/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Rechtbank van eerste

Nadere informatie

11558/02 jv 1 DG G I

11558/02 jv 1 DG G I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 augustus 2002 (28.08) (OR. fr) 11558/02 FISC 216 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Sylvain BISARRE, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 12 november 1992 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 12 november 1992 * ARREST VAN 12. 11. 1992 ZAAK C-163/91 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 12 november 1992 * In zaak C-163/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 november 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 november 2001 * ARREST VAN 22. 11. 2001 ZAAK C-184/00 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 november 2001 * In zaak C-184/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Rechtbank van eerste aanleg

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 * In zaak C-322/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 * ARREST VAN 28. 5.1998 ZAAK C-3/97 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 * In zaak C-3/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Court of Appeal Criminal Division,

Nadere informatie

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters,

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters, ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 19 juli 2012 (*) Zesde btw-richtlijn Artikelen 6, lid 2, eerste alinea, sub a en b, 11, A, lid 1, sub c, en 17, lid 2 Gedeelte van tot bedrijf behorend investeringsgoed

Nadere informatie

Date de réception : 09/12/2011

Date de réception : 09/12/2011 Date de réception : 09/12/2011 Vertaling C-563/11-1 Datum van indiening: Verwijzende rechter: Zaak C-563/11 Verzoek om een prejudiciële beslissing 9 november 2011 Latvijas Republikas Augstākās tiesas Senāta

Nadere informatie

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL A. SAGGIO van 13 april 2000 *

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL A. SAGGIO van 13 april 2000 * MONTE DEI PASCHI DI SIENA CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL A. SAGGIO van 13 april 2000 * 1. Het onderhavige prejudiciële verzoek betreft het recht op teruggaaf van BTW krachtens artikel 17 van de Zesde

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JANUARI 2014 F.12.0044.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0044.N L V, eiser, met als raadsman mr. Johan Durnez, advocaat bij de balie te Leuven, met kantoor te 3050 Oud-Heverlee, Waversebaan

Nadere informatie

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL F. G. JACOBS van 18 november

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL F. G. JACOBS van 18 november CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL F. G. JACOBS van 18 november 2004 1 1. In deze zaak verzoekt de Hoge Raad der Nederlanden het Hof om uitlegging van de Zesde BTW-richtlijn 2 (hierna: richtlijn") voorzover

Nadere informatie

Samenvatting van het arrest

Samenvatting van het arrest 1 van 7 20/11/2008 14:41 Zaak C 128/04 Strafzaak tegen Annic Andréa Raemdonck en Raemdonck-Janssens BVBA (verzoek van de Rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde om een prejudiciële beslissing) Wegvervoer

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.4.2012 COM(2012) 185 final 2012/0093 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij Denemarken wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 17 januari 2013 (*)

ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 17 januari 2013 (*) ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 17 januari 2013 (*) Belasting over toegevoegde waarde Richtlijn 2006/112/EG Artikel 135, lid 1, sub k, juncto artikel 12, leden 1 en 3 Onbebouwde grond Bouwterrein Begrippen

Nadere informatie

61991C0020. Conclusie van de advocaat generaal. Downloaded via the EU tax law app / web

61991C0020. Conclusie van de advocaat generaal. Downloaded via the EU tax law app / web Downloaded via the EU tax law app / web @import url(./../../../../css/generic.css); EUR-Lex - 61991C0020 - NL Belangrijke juridische mededeling 61991C0020 Conclusie van advocaat-generaal Jacobs van 27

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 maart 2001»

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 maart 2001» BAKCSI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 maart 2001» In zaak C-415/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het Bundesfinanzhof (Duitsland),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 7 juli 1992 *

ARREST VAN HET HOF 7 juli 1992 * ARREST VAN 7.7.1992 ZAAK C-369/90 ARREST VAN HET HOF 7 juli 1992 * In zaak C-369/90, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Tribunal Superior de Justicia de Cantabria

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 juni 2006 (07.06) (OR. en) 10121/06 FISC 87

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 juni 2006 (07.06) (OR. en) 10121/06 FISC 87 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 juni 2006 (07.06) (OR. en) 10121/06 FISC 87 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 2 juni 2006 Betreft: Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij Griekenland

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 19 november 1998 *

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 19 november 1998 * ARREST VAN 19. 11. 1998 ZAAK C-85/97 ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 19 november 1998 * In zaak C-85/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Rechtbank van eerste

Nadere informatie

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL J. MISCHO van 26 januari 1988 *

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL J. MISCHO van 26 januari 1988 * CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL J. MISCHO van 26 januari 1988 * Mijnheer de President, mijne heren Rechters, 1. Deze zaak betreft een beroep wegens niet-nakoming dat de Commissie tegen het Koninkrijk België

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.12.2006 COM(2006) 802 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij Estland, Slovenië, Zweden en het Verenigd Koninkrijk worden gemachtigd

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 maart 1996"

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 maart 1996 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 maart 1996" In zaak C-192/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Juzgado de Primera Instancia nr. 10 de Sevilla (Spanje), in

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 26 september 1996 *

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 26 september 1996 * ENKLER ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 26 september 1996 * In zaak C-230/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997* ARREST VAN 6. 2. 1997 ZAAK C-80/95 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997* In zaak C-80/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/08/2015

Datum van inontvangstneming : 11/08/2015 Datum van inontvangstneming : 11/08/2015 Vertaling C-332/15-1 Zaak C-332/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 juli 2015 Verwijzende rechter: Tribunale di Treviso / Italië Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 6 juli 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 6 juli 2006 * KITTEL EN RECOLTA RECYCLING ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 6 juli 2006 * In de gevoegde zaken C-439/04 en C-440/04, betreffende verzoeken om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend

Nadere informatie

Rolnummer 1448. Arrest nr. 10/2000 van 2 februari 2000 A R R E S T

Rolnummer 1448. Arrest nr. 10/2000 van 2 februari 2000 A R R E S T Rolnummer 1448 Arrest nr. 10/2000 van 2 februari 2000 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 51, 1, 3, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, gesteld door

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.8.2017 COM(2017) 421 final 2017/0188 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/797/EU waarbij de Republiek Estland wordt

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 * ARREST VAN 20. 6. 1991 ZAAK C-60/90 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 * In zaak C-60/90, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te Arnhem,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 6 april 1995 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 6 april 1995 * BLP GROUP ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 6 april 1995 * In zaak C-4/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de High Court of Justice, Queen's Bench Division, in

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 mei 1985 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 mei 1985 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 mei 1985 * In zaak 139/84, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 oktober 2012 (*)

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 oktober 2012 (*) ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 oktober 2012 (*) Btw Richtlijn 2006/112/EG Artikelen 306-310 Bijzondere regeling voor reisbureaus Vervoerdienst die door reisbureau handelend in eigen naam wordt verricht

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 I!Entree 2 7 MARS 2013 C-.A6'1IA3-0 Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/02595 8 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 december 2012 (OR. en) 17603/12 FISC 194

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 december 2012 (OR. en) 17603/12 FISC 194 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 december 2012 (OR. en) 17603/12 FISC 194 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie ingekomen:

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 * ARREST VAN 2.5.1996 ZAAK C-231/94 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 * In zaak C-231/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het aldaar

Nadere informatie

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL J. L. CRUZ VILAÇA van 8 maart 1988 *

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL J. L. CRUZ VILAÇA van 8 maart 1988 * CONCLUSIE VAN ADV.-GEN. CRUZ VILAÇA ZAAK 136/87 CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL J. L. CRUZ VILAÇA van 8 maart 1988 * Mijnheer de President, mijne heren Rechters, 1. De Hoge Raad der Nederlanden heeft het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zevende kamer) 11 september 2014 (*)

ARREST VAN HET HOF (Zevende kamer) 11 september 2014 (*) ARREST VAN HET HOF (Zevende kamer) 11 september 2014 (*) Prejudiciële verwijzing Inkomstenbelasting Wetgeving ter voorkoming van dubbele belasting Belasting van in een andere lidstaat dan de woonstaat

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.2.2018 COM(2018) 68 final 2018/0027 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij Denemarken wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD >r >r COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 30.1.2004 COM(2004) 53 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij Italië wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 26/06/2012

Datum van inontvangstneming : 26/06/2012 Datum van inontvangstneming : 26/06/2012 Vertaling C-259/12-1 Datum van indiening: 24 mei 2012 Verwijzende rechter: Zaak C-259/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Аdministrativen sad Plovdiv (Bulgarije)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * NESTLÉ ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * In zaak C-353/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Court of Appeal (England and

Nadere informatie

ARREST VAN ZAAK C-215/94. ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 *

ARREST VAN ZAAK C-215/94. ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 * ARREST VAN 29.2. 1996 ZAAK C-215/94 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 * In zaak C-215/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 juli 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 juli 1997 * ARO LEASE ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 juli 1997 * In zaak C-190/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Gerechtshof te Amsterdam, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

Date de réception : 16/12/2011

Date de réception : 16/12/2011 Date de réception : 16/12/2011 Vertaling C-560/11-1 Zaak C-560/11 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 7 november 2011 Verwijzende rechter: Commissione tributaria provinciale di

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 augustus 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 augustus 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 11 augustus 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0188 (NLE) 11653/17 FISC 173 VOORSTEL van: ingekomen: 9 augustus 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi

Nadere informatie

Beslissing ET 123563 van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen

Beslissing ET 123563 van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen Beslissing ET 123563 van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen De uitreiking van de factuur, vooraleer het belastbaar feit zich heeft voorgedaan, is geen oorzaak

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/06/2016

Datum van inontvangstneming : 21/06/2016 Datum van inontvangstneming : 21/06/2016 Vertaling C-238/16-1 [DDP de référence: C-412/15] Zaak C-238/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 26 april 2016 Verwijzende rechter: Finanzgericht

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 7 mei 1998 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 7 mei 1998 * LEASE PLAN ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 7 mei 1998 * In zaak C-3 90/96, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel, in het aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 26 maart 1987 *

ARREST VAN HET HOF 26 maart 1987 * ARREST VAN HET HOF 26 maart 1987 * In zaak 235/85, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur J. F. Buhl als gemachtigde, bijgestaan door M. Mees, advocaat

Nadere informatie

( Richtlijnen van de Raad 77/388, artikel 13, B, sub d, punt 1, en 78/583, artikel 1 )

( Richtlijnen van de Raad 77/388, artikel 13, B, sub d, punt 1, en 78/583, artikel 1 ) Downloaded via the EU tax law app / web @import url(./../../../../css/generic.css); EUR-Lex - 61987J0207 - NL Avis juridique important 61987J0207 ARREST VAN HET HOF (ZESDE KAMER) VAN 14 JULI 1988. - GERD

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * ARREST VAN 8. 7. 1999 ZAAK C-186/98 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * In zaak C- 186/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.8.2016 COM(2016) 497 final 2016/0245 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Polen wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 20 januari 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 20 januari 2005 * HOTEL SCANDIC GÅSABÄCK ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 20 januari 2005 * In zaak C-412/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door Regeringsrätten

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 15 mei 1997 *

ARREST VAN HET HOF 15 mei 1997 * ARREST VAN 15. 5.1997 ZAAK C-250/95 ARREST VAN HET HOF 15 mei 1997 * In zaak C-250/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Luxemburgse Conseil d'état, in het aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 * ARREST VAN 5. 5. 1994 ZAAK C-38/93 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 * In zaak C-38/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Finanzgericht Hamburg (Bondsrepubliek

Nadere informatie

Factureringsregels van toepassing vanaf 1 januari 2013 volgend op de omzetting. in het Belgisch recht van richtlijn 2010/45/EU

Factureringsregels van toepassing vanaf 1 januari 2013 volgend op de omzetting. in het Belgisch recht van richtlijn 2010/45/EU volgend op de omzetting in het Belgisch recht van richtlijn 2010/45/EU Het betrouwbaar controlespoor Als u denkt dat Btw reglementering eenvoudig is, of u niet btw plichtig bent, leest u best niet verder.

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 1 juni 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 1 juni 2006 * ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 1 juni 2006 * In zaak C-98/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Østre Landsret (Denemarken) bij beslissing

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 september 2004 (23.09) (OR. fr) 12609/04 FISC 163. VOORSTEL de Commissie d.d.: 20 september 2004 Betreft:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 september 2004 (23.09) (OR. fr) 12609/04 FISC 163. VOORSTEL de Commissie d.d.: 20 september 2004 Betreft: RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 22 september 2004 (23.09) (OR. fr) 12609/04 FISC 163 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 20 september 2004 Betreft: Voorstel voor een beschikking van de Raad waarbij Frankrijk

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 6 juli 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 6 juli 2006 * ARREST VAN 6. 7. 2006 - ZAAK C-251/05 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 6 juli 2006 * In zaak C-251/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.9.2017 COM(2017) 543 final 2017/0233 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2012/232/EU waarbij Roemenië wordt gemachtigd

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 oktober 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 oktober 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 13 oktober 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0288 (NLE) 14222/14 FISC 154 VOORSTEL van: ingekomen: 10 oktober 2014 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi

Nadere informatie

Fiscaal Portaal Gemeenten

Fiscaal Portaal Gemeenten Procedurenummer(s) : C 430/04 Uitspraakdatum : 08-06-2006 Publicatiedatum : 08-06-2006 HOF VAN JUSTITIE EU Arrest Finanzamt Eisleben tegen Feuerbestattungsverein Halle ev, in tegenwoordigheid van: Lutherstadt

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 * ARREST VAN 24. 1. 1991 ZAAK C-339/89 ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 * In zaak C-339/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het tribunal de commerce

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 * CLUB-TOUR ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 * In zaak C-400/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Tribunal Judicial da Comarca do Porto (Portugal), in het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 * ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 * In zaak C-116/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Finanzgericht München, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 * In zaak C-93/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landgericht Augsburg, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

BOCKEMÜHL. ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 1 april 2004 *

BOCKEMÜHL. ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 1 april 2004 * BOCKEMÜHL ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 1 april 2004 * In zaak C-90/02, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Bundesfinanzhof (Duitsland), in het aldaar aanhangige geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 *

ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 * ARREST VAN 5. 10. 1988 ZAAK 238/87 ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 * In zaak 238/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de High Court of Justice, Chancery Division,

Nadere informatie