Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij) Nr. 7 VERSLAG Vastgesteld 23 maart 2006 De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen afdoende beantwoordt, acht de commissie de schriftelijke behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid. Inhoudsopgave blz. 1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Vos (GL), Buijs (CDA), Van Beek (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), voorzitter, Atsma (CDA), Oplaat (VVD), Mosterd (CDA), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Verbeet (PvdA), Van den Brink (LPF), Vergeer (SP), Tichelaar (PvdA), Ormel (CDA), Duyvendak (GL), Koopmans (CDA), Eerdmans (LPF), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Koomen (CDA), Boelhouwer (PvdA), Douma (PvdA), Dubbelboer (PvdA), Kruijsen (PvdA), Lenards (VVD) en Vacature (VVD). Plv. leden: Slob (CU), Vendrik (GL), Spies (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Hofstra (VVD), Vacature (CDA), Samsom (PvdA), De Krom (VVD), Duivesteijn (PvdA), Herben (LPF), Vacature (SP), Van Heteren (PvdA), Van Lith (CDA), Van Gent (GL), Van Bochove (CDA), Van As (LPF), Van der Laan (D66), Gerkens (SP), Jager (CDA), Timmer (PvdA), Depla (PvdA), Fierens (PvdA), Verdaas (PvdA), Örgü (VVD) en Veenendaal (VVD). 1. Inleiding 2 2. Voorgeschiedenis 2 3. Hoofdlijnen wetsvoorstel Rekenmethode Normstelling Maatwerk 7 4. Verhouding tot andere nationale regelgeving 8 5. Verhouding tot Europese regelgeving 9 6. Toetsing van het wetsvoorstel 9 7. Artikelsgewijze toelichting 9 KST tkkst ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2006 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 1

2 1. Inleiding De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel is het gevolg van een toezegging van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) bij de behandeling van de begroting 2004 van LNV in Daarna zijn er nog enkele debatten geweest tussen de Kamer en de minister van LNV en de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). De leden van de PvdA-fractie zijn blij dat er nu eindelijk een nieuw wetsvoorstel ligt. Het wetsvoorstel biedt een basisbescherming van burgers tegen stank en stank is een serieus probleem, dat het woongenot ernstig kan aantasten. Er is een duidelijk verschil tussen «stank» en «geur». Koeien ruiken naar platteland, maar kippen en varkens stinken. Ook de leden van de fracties van de VVD en de LPF geven aan met belangstelling kennis te hebben genomen van het wetsvoorstel. Deze leden willen wel graag een aantal opmerkingen maken. De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden benaderen dit wetsvoorstel met een positieve grondhouding. Ten eerste omdat deze wet voor heel Nederland gaat gelden en daarmee een verbetering en vereenvoudiging is ten opzichte van de huidige versnipperde regelgeving, namelijk de stankwet voor de reconstructiegebieden en de drie stankhandreikingen. Ten tweede, omdat veel knelpunten uit de huidige stankwetgeving met deze nieuwe wet worden opgelost. Dat wil niet zeggen dat er voor deze leden geen vragen zijn overgebleven. Daarom maken deze leden van de gelegenheid gebruik om een paar vraagstukken aan de regering voor te leggen. De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Wet geurhinder en veehouderij. Deze leden hebben reeds jarenlang gepleit voor een landelijke stankwet. In hoofdlijn steunen de leden van de SGP-fractie het wetsvoorstel, maar er moeten naar hun mening wel enkele belangrijke aanpassingen worden verricht. Hierop komen deze leden nader terug. 2. Voorgeschiedenis De leden van de CDA-fractie zijn tevreden dat de toezegging om te komen tot een landelijke stankwet door de regering is nagekomen. Het voorliggende wetsvoorstel is een grote verbetering in vergelijking met de huidige vigerende dichtgeregelde en door de uitspraken van de bestuursrechter vervormde regelgeving. Nu kunnen boeren bijna nergens uitbreiden en kunnen ook dorpen hun woningbouw niet meer uitbreiden. Een overal gevoelde dodelijke wurggreep voor de leefbaarheid van het platteland. Dit wetsvoorstel zal voor het platteland een grote deregulering met zich meebrengen, waarbij er ook ruimte is voor gemeentelijk maatwerk. Vanwege het grote belang voor de leefbaarheid van het platteland van dit wetsvoorstel verzoeken de leden van de CDA-fractie aan de regering om zodanige spoed te betrachten dat de wet en de daarbij horende regelingen zo snel mogelijk van kracht worden. De leden van de LPF-fractie geven aan dat de regering zowel mondeling als schriftelijk meerdere malen heeft aangegeven een sterke voorkeur te hebben voor een landsdekkende stankwet, bestaande uit een eenduidig simpel systeem met daarbinnen ruimte voor gemeenten om binnen de gegeven bandbreedte de geurnormen vast te kunnen stellen. Wat heel Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 2

3 belangrijk was en is betreft dat het cumulatieve effect, zoals we dat in de huidige wetgeving nog kennen, niet terug zou keren in de nieuwe wet. De leden van de LPF-fractie begroetten dit met instemming. Vol verwachting werd uitgekeken naar het nieuwe wetsvoorstel. Met dit wetsvoorstel en na het hoofdlijnendebat bekruipt deze leden toch een gevoel van teleurstelling. Op de punten, waarover deze leden teleurgesteld zijn en die ook vragen oproepen wordt later in het verslag ingegaan. De twee belangrijke pluspunten van het wetsvoorstel voor de leden van de LPF-fractie zijn dat de regering woord heeft gehouden en is gekomen met een landsdekkende wet. Daarnaast wordt in het wetsvoorstel niet meer gesproken over het cumulatieve effect. 3. Hoofdlijnen wetsvoorstel 3.1 Rekenmethode In artikel 5 wordt gesproken over een dierenverblijf. De leden van de LPF-fractie stellen voor in deze wet uitsluitend te spreken over stal of schuur en de uitloop buiten beschouwing te laten. De aard van de vrijkomende geur hangt namelijk nauw samen met het houderijsysteem. In de praktijk kan men waarnemen dat dieren die buiten lopen een veel minder penetrante geur uitscheiden dan binnengehouden dieren. De leden van de SGP-fractie vragen waarom niet is aangesloten bij de bestaande Wsv in de reconstructiegebieden. Waarom gaat de regering over tot een volstrekt nieuw wettelijk kader? In de nieuwe wet worden allerlei nieuwigheden geïntroduceerd, zoals bijvoorbeeld de «odour unit per kubieke meter lucht», waarbij nog niet precies bekend is waar het over gaat. Kan de regering aangeven hoeveel varkens je kunt houden bij 3 oue/m 3 lucht? Daarnaast is het ook nog niet duidelijk hoe het aantal odour units zich verhoudt tot de aan te houden afstand. Kan de regering hierover meer duidelijkheid verschaffen? De leden van de SGP-fractie vragen of de regering hun zorg deelt dat de nieuwe berekeningssystematiek leidt tot meer onderzoeksverplichtingen en daardoor ook tot meer administratieve lasten? 3.2 Normstelling De leden van de CDA-fractie zien nog meer dereguleringswinst als er in het wetsvoorstel geen onderscheid wordt gemaakt tussen concentratiegebieden (Zuid- en Oost-Nederland) en niet-concentratiegebieden (Westen Noord-Nederland). In concentratiegebieden mogen boeren meer dan in niet-concentratiegebieden. Dat is niet logisch. Een varken ruikt in Vlagtwedde hetzelfde als in Venray. Daarom vinden deze leden dat dit onderscheid uit het wetsvoorstel kan. Bij de behandeling van de wijziging van de meststoffenwet is een amendement om dat onderscheid in de wet te laten vervallen bij de verhandeling van dierrechten (30 004, nr. 9) uiteindelijk door de regering overgenomen. De leden van de CDA-fractie vragen de regering om de soepelere normen, die gelden voor concentratiegebieden, in het hele land te laten gelden. De leden van de PvdA-fractie vragen waarop het verschil in het wetsvoorstel tussen concentratie- en niet-concentratiegebied nu is gebaseerd? Waarom is dit onderscheid in het wetsvoorstel eigenlijk gemaakt en waarom is het nodig voor de uitvoering van het wetsvoorstel? Kan de regering aangeven waarom in het nieuwe wettelijke kader toch nog verschillende normstellingen worden gehanteerd, namelijk voor niet-concentratiegebieden en voor concentratiegebieden? Is het mogelijk om dit onderscheid achterwege te laten? De leden van de VVD-fractie Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 3

4 willen aandringen op een enkel regime en het onderscheid laten vervallen. De gemeentelijke verordening kan immers voor maatwerk zorgen. Een onderscheid tussen concentratie en nietconcentratiegebieden is dan toch niet meer noodzakelijk? In artikel 3 wordt onderscheidt gemaakt tussen concentratiegebieden en niet-concentratiegebieden. In de memorie van toelichting schrijft de regering dat op dit vlak aansluiting is gezocht bij bijlage 1 van de Meststoffenwet. Het ontgaat de leden van de LPF-fractie waarom dit nodig is. Zowel in concentratiegebieden als niet-concentratiegebieden komen gebieden voor waar de geurbelasting hoger of lager is. Enkele voorbeelden daarvan zijn de grote veebedrijven in het noorden van het land (niet-concentratiegebied) en de relatief kleine en weinige veehouderijen op de Oost-Veluwe of in bepaalde delen van Limburg (concentratiegebied). Zeker omdat de regering in dit wetsvoorstel de gemeenten volop de ruimte geeft om maatwerk te verrichten, is dit onderscheid absoluut overbodig. De leden van de LPF-fractie stellen voor dit onderscheid op te heffen en bij de vaststelling van de bandbreedte de normen voor de concentratiegebieden te hanteren. In de memorie van toelichting wordt aangegeven dat het onderscheid in normstelling tussen concentratiegebieden en niet-concentratiegebieden voortvloeit uit onderzoek, waaruit naar voren zou komen dat de relatie tussen geurbelasting en geurhinder tussen deze gebieden significant verschilt. De leden van de ChristenUnie-fractie achten het onderscheid in normstelling op basis van deze uitkomst arbitrair. Deze leden verwachten een betere onderbouwing van dit onderscheid en vragen tevens wat er wat betreft de regering tegen één landelijke normstelling is. Een voor de leden van de SGP-fractie belangrijk punt van kritiek is dat de nieuwe geurwet alsnog onderscheid maakt tussen concentratie- en nietconcentratiegebieden. Deze leden wilden dat juist bij de nieuwe landelijke stankwet voorkomen en willen dat dit onderscheid alsnog ongedaan gemaakt wordt. Deze leden begrijpen de inhoudelijke argumentatie daarvan ook niet. Iemand in Friesland ruikt toch niet anders dan iemand van de Veluwe? Wat is de inhoudelijke argumentatie van dit onderscheid? De huidige ingewikkelde categorie-indeling voor geurgevoelige objecten vervalt. Een hele verbetering. Cruciaal voor de uitwerking van deze wet op het platteland zijn echter de ministeriele regelingen. De leden van de CDA-fractie verzoeken om deze conceptregelingen zo spoedig mogelijk naar de Kamer te sturen. Het is in de ogen van deze leden van belang dat deze regelingen alleen op wetenschappelijk onderzoek gebaseerd worden. Kan de regering hier nader op in gaan? In de huidige omschrijving van geurgevoelige objecten kan bijvoorbeeld de aanleg van een recreatieterrein, zoals een camping, golfterrein of voetbalveld zorgen voor belemmering van de agrarische ontwikkeling. De leden van de VVD-fractie willen graag weten of het mogelijk is om de omschrijving van geurgevoelig object te beperken tot gebouwen en dus exclusief de eventuele omliggende terreinen. Zo neen, waarom niet? De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat het goed is dat de normen nu worden vastgelegd in het wetsvoorstel. Het is daarbij in de visie van deze leden wel zo dat fatsoenlijke normen in het wetsvoorstel moeten worden vastgelegd. Het is naar de mening van deze leden niet de bedoeling alle bebouwing in het buitengebied als agrarische bewoning aanmerken. Dit zou veel burgers, die zich beschermd achtten door de milieuwetgeving toen zij er kwamen wonen, ernstig benadelen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 4

5 De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat de rechten van burgers beschermd moeten blijven. Het kan niet zo zijn dat burgers ineens hun burgerwoning omgezet zien in een agrarische woning. Omzetting kan alleen zonder problemen als er een nieuw object gebouwd wordt of een omvorming van gebruik aan de orde is. In alle andere gevallen moeten bewoners schadevergoeding kunnen eisen. Planschade zou in dat geval vergoed moeten worden door de gemeente. Een bedrijfswoning krijgt nu nog automatisch de status gewone woning met de bijbehorende minder flexibele regelgeving. Met als gevolg dat de omringde bedrijven op slot raken. De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat deze woningen automatisch als bedrijfswoningen moeten worden aangemerkt. In uiterste gevallen, bijvoorbeeld bij lintbebouwing of aan de rand van de bebouwde kom, kan de gemeente immers maatwerk bieden. In hoeverre zijn de normen voor buitengebied en bebouwde kom nu aan elkaar gekoppeld? Stel een gemeente wil in het buitengebied maximaal ruimte geven aan veehouderijen en daarom de hoogste norm van 35 oue/m 3 ; P98 per individueel bedrijf toe staan. Hoe kan de gemeente er daarbij voor zorgen dat de geurhinder in de bebouwde kommen acceptabel wordt en/of de geurhinder in de bebouwde kommen niet toeneemt? Welke bandbreedte is daarvoor noodzakelijk? De leden van de PvdA-fractie vragen de regering aan de hand van voorbeelden uit reconstructie- en niet-reconstructie gebieden duidelijk te maken wat nu het effect is van de bandbreedte in de normen op de uitbreidingsmogelijkheden van de bedrijven gelegd naast de geurbelasting op woningen? De leden van de PvdA-fractie zijn geschrokken van de uitkomsten van het onderzoek van Alterra waaruit blijkt dat in de onderzochte gemeenten met de nu voorgestelde normen het aantal overbelaste geurgevoelige objecten enorm toeneemt (tot 300%). De leden van de PvdA-fractie zijn het niet eens met de vergoelijkende woorden van Alterra dat het voor de bescherming van burgers positief te noemen is dat doordat de geurbelasting van objecten, die in het verleden geacht werden nog meer geur te accepteren, nu tegen extra geurbelasting beschermd blijven. Meer mensen zullen immers geuroverlast gaan ondervinden. Welke maatregelen gaat de regering nemen om te voorkomen dat voor hen het woonplezier aanmerkelijk afneemt? De leden van de SGP-fractie constateren dat het door Alterra uitgevoerde onderzoek het jaar 2000 als peiljaar heeft genomen. Deze leden vragen de regering om de normen nogmaals te toetsen aan de actuele gegevens (bijvoorbeeld peiljaar 2005) voor de drie testgemeenten Gemert, Lochem en Barneveld en daarbij expliciet in te gaan op uitbreidingsmogelijkheden voor veehouderij en het percentage stankgehinderden. Is de regering hiertoe bereid? De leden van de PvdA-fractie zijn ongelukkig met de rigide benadering van stank waarbij deze berekend wordt op basis van het aantal dieren en niet op basis van de gemeten stank. Dit stimuleert ondernemers niet om vergaande innovaties in te voeren die stank ernstig verminderen. Voor die situaties waarin de gemeente niet bereid is normen te versoepelen moet uitbreiding van veehouderij binnen IPPC-normen nog wel mogelijk zijn. De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat er een mogelijkheid zou moeten komen voor ondernemers om zelf aan te tonen dat de stank niet groter wordt bij uitbreiding door toepassing van luchtbehandelingstechniek. Zo wordt uitbreiding met tegelijkertijd stevige investeringen in luchtbehandeling mogelijk. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 5

6 Het gemaakte onderscheid in artikel 3 in binnen de bebouwde kom en buiten de bebouwde kom lijkt op het eerste gezicht logisch. Bij nadere lezing van de memorie van toelichting roept dit onderscheid vragen op. Wanneer is hier sprake van «binnen de bebouwde kom», nu dit niet automatisch gelijk valt met de definitie hiervan in de Wegenverkeerswet? De leden van de LPF-fractie begrijpen uit dit wetsvoorstel dat een gemeente zelf invulling geeft aan dit begrip. Kan de regering aangeven of deze interpretatie juist is? Stel dat in een gebied buiten de bebouwde kom enkele burgerwoningen worden gebouwd. De leden van de LPF-fractie vragen of de gemeente dit gebied dan kan veranderen in een gebied binnen de bebouwde kom? Wat zijn daarvan dan de gevolgen voor de bestaande veehouderijen in dat gebied? Welke zekerheden hebben veehouderijbedrijven omtrent de status van hun gebied? Hoe verhoudt zich deze indeling met de bestemmingsplannen? Is het nodig dit onderscheid te maken? Wat zijn de nadelen als dit onderscheid opgeheven wordt en de bandbreedte wordt verruimd? Dan hebben gemeenten toch ook mogelijkheden voor eigen invulling en kunnen er geen discussies of bezwaar- en beroepsprocedures ontstaan als gevolg van de gebiedsindeling? De leden van de LPF-fractie zien graag dat de regering serieus op dit punt ingaat. Met name ook omdat het de bedoeling is dat deze wet simpel, eenduidig en helder is. Ook voor artikel 3.2 hoeft dit geen problemen op te leveren als de gemeente in het bestemmingsplan vastlegt in welke gebieden (categorie-indeling) de afstand tussen de veehouderijen ten minste 50 meter of ten minste 100 meter dient te zijn. Graag een reactie hierop. Artikel 3.3 vraagt om een nadere uitleg. Wordt hiermee bedoeld dat de bestaande situatie altijd vergund wordt, ook al overschrijdt de huidige geurbelasting de norm? In artikel 3 en 4 wordt over afstanden van 100 meter en 50 meter gesproken en in artikel 5 over 50 respectievelijk 25 meter. Door over verschillende afstanden te spreken ontstaat verwarring, zo stellen de leden van de LPF-fractie. Graag uitleg hierover. De leden van de ChristenUnie-fractie achten een onderscheid in normstelling tussen binnen en buiten de bebouwde kom volstrekt logisch. Deze leden constateren dat het begrip «bebouwde kom» niet is gedefinieerd, evenmin als in de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Daarom vragen deze leden om een verduidelijking van hoe het onderscheid in normstelling tussen binnen en buiten de bebouwde kom in de praktijk uitwerkt. En is het voor de regering een optie om het begrip «bebouwde kom» aan te vullen met «met stedelijk karakter»? Ook de leden van de SGP-fractie vragen om een heldere definitie van het begrip «bebouwde kom». Gaat de regering ervan uit dat gehuchten niet tot de bebouwde kom worden gerekend? Deze leden vragen eveneens of de regering bereid is om in lijn met de vigerende Wsv het begrip «bebouwde kom» aan te vullen met «met stedelijk karakter»? De leden van de SGP-fractie vragen verder of het wetsvoorstel agrariërs in de concentratiegebieden minder bescherming biedt dan de Wsv. Woningen die afgesplitst worden houden niet dezelfde bescherming. Deze leden constateren dat zij vallen onder een norm die vergelijkbaar is met categorie III, terwijl ze onder de huidige wet onder categorie IV vallen. Is daarmee dit huidige wetsvoorstel nog wel normneutraal? De leden van de SGP-fractie pleiten er daarom voor om voormalige bedrijfswoningen hetzelfde beschermingsniveau te laten gelden als ware het nog steeds een agrarische bedrijfswoning, tenzij de gemeenten bij verordening bepaalt dat een andere waarde of afstand wordt vastgesteld. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 6

7 De leden van de SGP-fractie vragen zich af of met dit wetsvoorstel het pact van Brakkestijn door de regering nog steeds wordt gerespecteerd. Destijds zijn door de regering harde toezeggingen gedaan dat woningen die in het kader van de ruimte-voor-ruimte-regelingen werden gebouwd of zouden worden afgesplitst van agrarische bedrijven, niet voor extra geurgevoeligheid zouden gaan zorgen. In het wetsvoorstel gebeurt dat alsnog met de woningen die toen gerealiseerd zijn, maar ook woningen die nu nog gerealiseerd worden of afgesplitst. 3.3 Maatwerk Positief zijn de leden van de CDA-fractie over de mogelijkheid om gemeenten ruimte te bieden voor maatwerk. Echter deze leden vinden dat die ruimte nu te ver gaat. Gemeenteraden krijgen in het wetsvoorstel de mogelijkheid om naast lagere ook strengere normen te introduceren. Dat laatste lijkt deze leden vanuit de rechtsbescherming van de individuele veehouder geen goed idee. Het is een goed idee om een gemeenteraad de mogelijkheid te geven om met een verordening lagere normen vast te laten stellen dan de in het wetsvoorstel vastgelegde basisnorm. Dat geldt niet voor de mogelijkheid om strengere normen vast te stellen. Een nog grotere voorkeur hebben de leden van de CDA-fractie voor het model om de allerlaagste norm, die in het wetsvoorstel genoemd wordt, als wettelijke basisnorm vast te stellen, geldend in het hele land. De gemeenteraad krijgt daarnaast de gelegenheid om per verordening die norm voor (delen van) de gemeente iets te verhogen tot maximaal het basisniveau van het wetsvoorstel. Deze aanpak voorkomt ook verdere problemen voor bedrijfswoningen, die voor 18 maart 2000 burgerwoning zijn geworden, in gemeenten die geen verordening willen aan nemen. De leden van de PvdA-fractie zijn blij met de mogelijkheid af te wijken van de norm uit het wetsvoorstel door gemeenten. Dit geeft gemeenten de mogelijkheid projecten die nu onmogelijk worden gemaakt door stankcirkels als minder gevoelig aan te merken. Het is typisch aan de gemeente om dit te beoordelen. Er zal zo ongelijkheid gaan ontstaan tussen de verschillende gemeenten, afhankelijk van de politieke kleur van het college. Dit is een democratisch verkozen gremium. In het kader «decentraal wat kan» is dit wat de leden van de PvdA-fractie betreft een goed voorbeeld van een onderwerp dat juist decentraal geregeld zou moeten worden. De leden van de PvdA-fractie maken zich zorgen over de door de coalitiefracties voorgestelde omdraaiing waarbij in eerste instantie wordt uitgegaan van het laagste beschermingsniveau. Deelt de regering de zorg van deze leden? Welke kosten en belasting zou dit meebrengen voor de gemeenten? Kan de regering hiervan een inschatting maken? Gemeenten kunnen door middel van een verordening van de algemene norm afwijken om zo maatwerk te leveren voor bedrijven. De leden van de VVD-fractie vragen zich af of gemeenten deze verordening zullen maken aangezien dit niet verplicht is. Denkt de regering dat dit problemen kan veroorzaken? Is het mogelijk de bandbreedte te versmallen, zo vragen de leden van de VVD-fractie. De huidige bandbreedte is namelijk wel erg breed en kan voor onzekerheid en extra regelgeving zorgen. Is het mogelijk de bandbreedte te verkleinen met het midden van de huidige bandbreedte als hoogste norm? In artikel 6 worden aanvullende bevoegdheden van gemeenten geregeld m.b.t. het vaststellen van de waarde. De leden van de LPF-fractie vinden het vreemd dat de mogelijkheden voor aanscherping veel ruimer worden Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 7

8 gesteld dan de mogelijkheden voor versoepeling. In de memorie van toelichting wordt wel beargumenteerd waarom gemeenten tot het bepalen van een andere waarde mogen overgaan, maar er worden geen argumenten aangevoerd voor de veel ruimere marge op het gebied van de aanscherping t.o.v. de beperkte ruimte voor de versoepeling. Deze leden willen graag alsnog de onderbouwing hiervoor zien. Los daarvan vragen deze leden zich af of dit artikel 6 niet achterwege gelaten kan worden als in artikel 3 een ruimere bandbreedte wordt gehanteerd en de diverse categorie-indelingen worden opgeheven. De leden van de SGP-fractie constateren dat de regering een relatief strenge landelijke norm hanteert waarbij gemeenten door verordeningen versoepelingen kunnen aanbrengen. Deze leden willen die situatie precies omdraaien, namelijk dat er een wat soepeler norm wordt gehanteerd, waarbij gemeenten door verordeningen de normen kunnen aanscherpen. Hoe staat de regering daar tegenover? De leden van de SGP-fractie constateren dat als gemeenten willen afwijken van de algemene norm, er een gebiedsvisie moet worden opgesteld. Daarvoor moet een rekenmodule worden opgesteld. Deze leden dringen erop aan dat deze rekenmodule zo spoedig mogelijk beschikbaar komt en niet pas op het moment van inwerkingtreding van de wet. Wil de regering dit toezeggen? 4. Verhouding tot andere nationale regelgeving Naar aanleiding van opmerkingen van de Raad van State heeft de regering de verhouding van deze wet met andere wetgeving nader toegelicht en gedefinieerd. In artikel 2 lid 2 wordt de verhouding met andere wetgeving nader geduid. De memorie van toelichting geeft in paragraaf 3.1 aan dat de beoordeling van andere geurbronnen niet onder de werkingsfeer van het wetsvoorstel valt. De leden van de CDA-fractie vrezen dat hierdoor een nadere ongewenste geurregelgeving bij veebedrijven kan ontstaan. Deze leden vragen de regering dan ook om alle geur van veebedrijven onder dit wetsvoorstel te laten vallen met uitzondering van mestverwerkinginstallaties bij veebedrijven. De leden van de PvdA-fractie vragen op welke wijze deze wet nu extra bijdraagt tot het tot uitvoering brengen van de reconstructieplannen? Is de onderverdeling in vier gebieden effectiever dan een onderverdeling in twee gebieden (binnen en buiten de bebouwde kom)? Vanuit het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost hebben de leden van de ChristenUnie-fractie bezwaren bereikt tegen het wetsvoorstel, met name omdat door deze nieuwe wet het draagvlak voor het reconstructieplan aldaar onder druk komt te staan. Dit mede doordat het wetsvoorstel in de plaats komt van de Wet stankemissie veehouderijen (Wsv), die pas vanaf 17 maart 2005 in dit gebied operationeel is. Graag zien deze leden een reactie vanuit de regering op de zorg, met daarbij natuurlijk de vraag of aan deze bezwaren tegemoet kan worden gekomen. Tenslotte vragen deze leden of deze problematiek in meer reconstructiegebieden speelt. De leden van de SGP-fractie hebben een procedureel punt en dat betreft de snelle opeenvolging van een nieuw wettelijk kader. Zoals bekend is de huidige Wsv behandeld in november Door de koppeling aan de Reconstructiewet heeft de inwerkingtreding van de Wsv enkele jaren op zich laten wachten. In sommige reconstructiegebieden is de Wsv nog niet eens in werking. In andere gemeenten, zoals in het Reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost geldt de Wsv sinds 17 maart De Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 8

9 beleidsruimte uit deze wet, die een wettelijke verankering van de stankrichtlijn uit 1996 betrof, is een belangrijke motiveringsgrond geweest om de reconstructieplannen in de reconstructiegebieden geaccepteerd te krijgen. Het is daarom naar het oordeel van de leden van de SGP-fractie bestuurlijk gezien niet fraai dat binnen een jaar nadat de Wsv toepasbaar is, er een nieuw wettelijk kader wordt gedefinieerd, die een deel van de geboden beleidsruimte teniet lijkt te doen. Dit had naar de mening van deze leden voorkómen kunnen worden als de regering veel eerder was gekomen met een nieuwe landelijke stankwet. Waarom is het voorliggende voorstel niet twee jaar eerder ingediend? 5. Verhouding tot Europese regelgeving De leden van de PvdA-fractie hechten er aan dat het wetsvoorstel IPPCproof is, kan dat bevestigd worden? 6. Toetsing van het wetsvoorstel De leden van de VVD-fractie stellen dat er geen sprake dient te zijn van een «staarten-standstill». Het moet mogelijk zijn om alle diercategorieën uit te breiden als men de rechten heeft en de milieuvergunning op orde is. Waarom is dit nu niet mogelijk? Kan de regering aangeven waarom een dergelijke uitbreiding met dit wetsvoorstel niet mogelijk is? Artikel 8 maakt duidelijk met welke criteria gemeenten rekening kunnen houden bij het bepalen van een andere waarde, zoals bedoeld in artikel 6. In artikel 8c staat dat de huidige en de te verwachten geursituatie van veehouderijen in het gebied daarbij betrokken mogen worden. De leden van de LPF-fractie vragen zich af of met deze bepaling via een omweg toch het cumulatieve effect in de regeling kan sluipen. Geeft dit artikel een gemeente de mogelijkheid om, als in een bepaald gebied uitbreiding van dieren niet gewenst is, de waarde zodanig vast te stellen dat van feitelijke uitbreiding geen sprake kan zijn? Graag uitleg van de regering. De leden van de LPF-fractie hebben een aantal vragen bij de rechtsbescherming van agrarische ondernemers. Staan de besluiten van gemeenten met betrekking tot het vaststellen van de waarde niet open voor bezwaar en beroep? Is de regering bereid een bepaling op te nemen die gemeenten verplicht tot het aanbieden van verplaatsingsmogelijkheden voor bedrijven die in de knel komen door tussentijdse waardeveranderingen? Blijven de gemaakte afspraken in de reconstructiegebieden onverkort van kracht? De leden van de SGP-fractie hebben ook een vraag over het voortraject. Bij de totstandkoming van de Wsv is geïnvesteerd in een behoorlijk voortraject met de gemeenten die dit aangaat. Deze leden hebben begrepen dat bij de totstandkoming van deze wet wel overleg is geweest met de provincies, maar niet met de gemeenten. Is dat juist, en zo ja, waarom is dit nu niet gebeurd? 7. Artikelsgewijze toelichting De leden van de CDA-fractie vragen de regering om in artikel 1 de volgende definities op de hierna gestelde wijze aan te scherpen. Een dierenverblijf is een overdekte ruimte waarbinnen dieren worden gehouden. Een geurgevoelig object is een gebouw of gebouwelijke voorziening bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf, en die daarvoor permanent of regelmatig worden gebruikt. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 9

10 Voorts vragen de leden van de CDA-fractie aan de regering of bij de wijze van meten van de afstand tussen een veebedrijf en het geurgevoelige object volstaan kan worden door te meten vanuit het emissiepunt van het bedrijf. Bij volledig gesloten bedrijven die kiezen voor een mechanische afzuiging kan de geuroverlast voor het nabijgelegen object substantieel verminderen indien het emissiepunt verder weg wordt gelegd. De leden van de CDA-fractie vragen zich af of de in artikel 3 gebruikte toelichting op het begrip «bebouwde kom» voldoende rechtszekerheid schept. Biedt een gemeentelijke kaart op dat punt niet meer zekerheid? De leden van de CDA-fractie vragen aan de regering of de gekozen formuleringen in de artikelen 3, 4 en 5 voldoende mogelijkheden bieden om in overbelaste situaties investeringen in geurvermindering te bevorderen. Het is te overwegen om in bestaande overbelaste situaties ruimte te bieden voor uitbreiding van het aantal dieren waardoor investeringen in geuremissiebeperking aantrekkelijker zijn. De leden van de CDA-fractie zetten vraagtekens bij de in onder andere artikel 4 voorgestelde aparte aanpak in het wetsvoorstel voor de pelsdierhouderij. Waarom kiest de regering er niet voor om ook voor de nertsenhouderij normen vast te stellen in een regeling. De nertsenhouderij is in Europa en in Nederland toegestaan. Aparte bevoegdheden voor de gemeenteraad op dit punt geven mogelijkerwijs aanleiding tot gemeentelijke regelgeving op het gebied van de milieuhinder voor pelsdierhouderij die een heel ander doel dienen, namelijk de weerstand tegen de pelsdierhouderij als zodanig. In artikel 4.1 wordt gesproken over diercategorieën waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld. Zijn dit alle andere dieren dan varkens, pluimvee en pelsdieren? De leden van de LPF-fractie vragen zich af wat de meerwaarde is van het hanteren van geuremissiefactoren voor varkens en pluimvee? Biedt de IPPC-richtlijn niet voldoende mogelijkheden om de geurbelasting van grote intensieve veehouderijen te begrenzen c.q. te regelen? De leden van de LPF-fractie kunnen zich vinden in de bedoeling van artikel 4.2 aangezien pelsdieren in open kooien worden gehouden, waar eigenlijk geen technische voorzieningen te treffen zijn om de geurbelasting te regelen. Ook hier stellen deze leden de vraag of een afstandscriterium niet voldoende is. Graag een reactie daarop. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7 10

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 078 Wijziging van het Varkensbesluit en het Ingrepenbesluit (implementatie richtlijnen nr. 2001/88/EG en nr. 2001/93/EG) Nr. 2 VERSLAG VAN EEN

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 531 Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij)

Nadere informatie

Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij)

Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij) (Tekst geldend op: 10-02-2013) Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 967 Wijziging van de landinrichtingswet en enige andere inrichtingswetten (positie van de Centrale Landinrichtingscommissie) Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 490 Wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (planschadevergoedingsovereenkomsten) Nr. 6 VERSLAG Vastgesteld 25 mei 2004 De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 001 Wijziging van de Meststoffenwet, de Wet verplaatsing mestproductie en de Wet herstructurering varkenshouderij ter opschorting van de expiratiedatum

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 22 343 Handhaving milieuwetgeving Nr. 172 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 13 juni 2007 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 631 Tweede wijziging van het Voorstel van wet van het lid M. Vos tot wijziging van de Wet milieubeheer (duurzaam geproduceerd hout) Nr. 6 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 453 Regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij) Nr. 21 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 134 Wijzigingen en reparaties in diverse wetten op het terrein van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer Nr. 8 NADER VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 392 Wijziging van de Woningwet en enkele andere wetten (verbetering naleving, handhaafbaarheid en handhaving bouwregelgeving) Nr. 12 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 748 Wijziging Kadasterwet en de Organisatiewet Kadaster (aanpassing van doeleinden en taken van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 453 Regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij) Nr. 23 VERSLAG VAN EEN WETGEVINGSOVERLEG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 XI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 021 Wijziging van de Wet geluidhinder, de Wet luchtvaart en de Spoorwegnet in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2002/49/EG van

Nadere informatie

Overwegende dat op het perceel Keizersdijk 78a een kleinschalige paardenhouderij/ pensionstal gevestigd zal worden;

Overwegende dat op het perceel Keizersdijk 78a een kleinschalige paardenhouderij/ pensionstal gevestigd zal worden; Raadsbesluit *Z0065CCB6E3* Zaaknummer: Z.07781 Documentnummer: INT.04551 VERGADERING GEMEENTERAAD d.d. 27 september 2016 Agendapunt.. De raad van de gemeente Strijen; Overwegende dat op het perceel Keizersdijk

Nadere informatie

Toelichting bij "De Staat gedaagd" Mr. V. Wösten, Wösten juridisch advies, Den Haag, 13 juni 2018

Toelichting bij De Staat gedaagd Mr. V. Wösten, Wösten juridisch advies, Den Haag, 13 juni 2018 Toelichting bij "De Staat gedaagd" Mr. V. Wösten, Wösten juridisch advies, Den Haag, 13 juni 2018 Milieuwetgeving geurhinder intensieve veehouderij is gebaseerd op leugen Om het risico op geurhinder door

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 27 111 Vreemdelingrechtelijke rechtspositie van vrouwen in het vreemdelingenbeleid Nr. 13 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 23 december

Nadere informatie

ONTWERP VERORDENING GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ GEMEENTE OOSTERHOUT 2016

ONTWERP VERORDENING GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ GEMEENTE OOSTERHOUT 2016 ONTWERP VERORDENING GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ GEMEENTE OOSTERHOUT 206 Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. PM Gelet op artikel 6, derde lid, en artikel 8 van de Wet geurhinder en veehouderij,

Nadere informatie

K7 I ADVIES. 14 mei 2014/1017 RAPPORT. TOETSING Geurhinder veehouderij. Locatie Achtersloot 180

K7 I ADVIES. 14 mei 2014/1017 RAPPORT. TOETSING Geurhinder veehouderij. Locatie Achtersloot 180 K7 I ADVIES 14 mei 2014/1017 RAPPORT TOETSING Geurhinder veehouderij Locatie Achtersloot 180 K7 advies Schoener 3625 8243 WR Lelystad tel. 0320-251685 email: contact@k7advies.nl internet: wvvw.k7advies.nl

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Datum: 1 maart 2016 Nummer: Onderwerp: Voorstel inzake Gebiedsvisie en Geurverordening

RAADSVOORSTEL. Datum: 1 maart 2016 Nummer: Onderwerp: Voorstel inzake Gebiedsvisie en Geurverordening RAADSVOORSTEL Datum: 1 maart 2016 Nummer: Onderwerp: Voorstel inzake Gebiedsvisie en Geurverordening Voorgesteld raadsbesluit: 1. Het verslag van de inspraakreacties op de Gebiedsvisie ten behoeve van

Nadere informatie

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat Kenmerk: BELEIDSREGEL OMGEKEERDE WERKING: WOON- EN LEEFKLIMAAT. Aanleiding. Er zijn meerdere redenen aanwezig om een beleidsregel omgekeerde werking

Nadere informatie

Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp SP Cuijk Postbus AB Cuijk

Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp SP Cuijk Postbus AB Cuijk Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp 8 5431 SP Cuijk Postbus 88 5430 AB Cuijk 0485-338300 info@odbn.nl www.odbn.nl Datum 22 maart 2016 Aan Gemeente Haaren, de heer Van Nuland Van De heer

Nadere informatie

Beleidsregel bebouwde kom Wet milieubeheer/wet geurhinder en veehouderij

Beleidsregel bebouwde kom Wet milieubeheer/wet geurhinder en veehouderij Beleidsregel bebouwde kom Wet milieubeheer/wet geurhinder en veehouderij Uitleg van het begrip bebouwde kom (of aaneengesloten woonbebouwing ) zoals genoemd in de Wet milieubeheer (en bijbehorende algemene

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016 Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016 Zomerstaete Holding B.V. De heer L. Flier Provincialeweg 7d 3271 LW Mijnsheerenland Inleiding In gevallen dat een besluit of plan betrekking heeft op activiteiten

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2014/2

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2014/2 1 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 14-1-2014 Nummer voorstel: 2014/2 Voor raadsvergadering d.d.: 11-03-2014 Agendapunt: 6 Onderwerp:

Nadere informatie

De Marke III te Hengevelde

De Marke III te Hengevelde Onderzoek geurhinder veehouderijbedrijven De Marke III te Hengevelde Gemeente Hof van Twente Datum: 26 november 2013 Projectnummer: 120218 Auteur: Projectleider: Project: SAB Postbus 479 Projectnummer:

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening geurhinder en veehouderij 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

Onderwerp: Verordening geurhinder en veehouderij 2017 gemeente Sint-Michielsgestel Gemeenteraad Raadsvergadering van 9-2-2017. Onderwerp: Verordening geurhinder en veehouderij 2017 gemeente Sint-Michielsgestel Samenvatting: Uw raad heeft in 2008 een geurgebiedsvisie en geurverordening

Nadere informatie

Verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij voor de gemeente Dongeradeel

Verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij voor de gemeente Dongeradeel Verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij voor de gemeente Dongeradeel Nota van toelichting ten aanzien van de verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder

Nadere informatie

Het wettelijk beoordelingskader wordt toegepast op een aanvraag tot uitbreiding of nieuwvestiging van een veehouderij.

Het wettelijk beoordelingskader wordt toegepast op een aanvraag tot uitbreiding of nieuwvestiging van een veehouderij. Conferentie verbeteren leefomgeving 26 april 2007 te Groningen Wet geurhinder en veehouderij Inhoudsopgave Inleiding Inhoud van de Wet geurhinder en veehouderij in vogelvlucht I - beoordelingskader: geuremissie

Nadere informatie

geodesie landschapsarchitectuur civiele techniek

geodesie landschapsarchitectuur civiele techniek Advies geodesie landschapsarchitectuur civiele techniek Betreft Onderzoek naar de milieuhygiënische belemmeringen vanuit aanwezige inrichtingenen op de uitbreiding van de Beekse Bergen. Ons kenmerk ARC041

Nadere informatie

Geuronderzoek Recreatieve poort, helofytenenfilter en recreatiepark

Geuronderzoek Recreatieve poort, helofytenenfilter en recreatiepark Geuronderzoek Recreatieve poort, helofytenenfilter en recreatiepark Geuronderzoek conform de Wet geurhinder en veehouderij Definitief Bako Projecten, Lantinga en Overwater en Waterschap de Dommel Grontmij

Nadere informatie

KNELPUNTENANALYSE ABCOUDE ONDERBOUWING VERORDENING ogv WET GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ

KNELPUNTENANALYSE ABCOUDE ONDERBOUWING VERORDENING ogv WET GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ KNELPUNTENANALYSE ABCOUDE ONDERBOUWING VERORDENING ogv WET GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ Opdrachtgever: Contactpersoon: Milieudienst Noord-West Utrecht de heer J. Pronk Documentnummer: 20090416/C01/RK Datum:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 400 Voedselveiligheid en diervoerders Nr. 4 1 Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Crone (PvdA), Bakker (D66), Ondervoorzitter, Rouvoet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 21 501-32 Landbouw- en Visserijraad Nr. 93 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 30 september 2004 Binnen de vaste commissie voor Landbouw,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 475 Regels over de informatie-uitwisseling betreffende ondergrondse netten (Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld

Nadere informatie

RAPPORT GEUR. Onderzoek geurcontouren en geuronderbouwing Bouwplan Vinkelsestraat (naast) 141a te Vinkel

RAPPORT GEUR. Onderzoek geurcontouren en geuronderbouwing Bouwplan Vinkelsestraat (naast) 141a te Vinkel RAPPORT GEUR Onderzoek geurcontouren en geuronderbouwing Bouwplan Vinkelsestraat (naast) 141a te Vinkel Opdrachtgever: Contactpersoon: Croonen Adviseurs De heer D. Rüter Documentnummer: 20110139 C01 Datum:

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 13. Datum: 12 augustus 2014. Decosnummer: 226. E. m.borkent@dalfsen.nl T.

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 13. Datum: 12 augustus 2014. Decosnummer: 226. E. m.borkent@dalfsen.nl T. Raadsvoorstel Status: Besluitvormend Agendapunt: 13 Onderwerp: Geurverordening Datum: 12 augustus 2014 Portefeuillehouder: dhr. N.L. Agricola Decosnummer: 226 Informant: Marco Borkent E. m.borkent@dalfsen.nl

Nadere informatie

Berekening geuremissie contouren Boonkweg 21

Berekening geuremissie contouren Boonkweg 21 Berekening geuremissie contouren Boonkweg 21 GEMEENTE HAAKSBERGEN ZWOLLE, 28 AUGUSTUS 2008 MILCURA OVERHEIDSADVISERING B.V. HAAKSBE003VR BEREKENING GEUREMISSIE CONTOUREN BOONKWEG 21 datum 28 AUGUSTUS 2008

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 328 Wijziging van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en de Wet milieugevaarlijke stoffen in verband met de nieuwe voorschriften inzake taken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan Nr. 79 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 6 april 2006 De commissie voor Verkeer en Waterstaat 1 heeft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 624 Evaluatie Huisvestingswet Nr. 2 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 19 oktober 2004 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Actualisatie gemeentelijke geurverordening gemeente Sint Anthonis. Informatieve bijeenkomst gemeenteraad maandag 14 september 2015

Actualisatie gemeentelijke geurverordening gemeente Sint Anthonis. Informatieve bijeenkomst gemeenteraad maandag 14 september 2015 Actualisatie gemeentelijke geurverordening gemeente Sint Anthonis Informatieve bijeenkomst gemeenteraad maandag 14 september 2015 Rode draad van deze toelichting In dit overleg focus op actualisatie gemeentelijke

Nadere informatie

Memo. Burg. J. Schipperkade 10A 8321 EH Urk Tel Fax

Memo. Burg. J. Schipperkade 10A 8321 EH Urk Tel Fax Memo aan : Mevrouw I. Boers, gemeente Wierden van : Catharina Verheij, Foppen Advies afschrift : De heer W. van der Ploeg, Kleissen en partners opdrachtgever : Gemeente Wierden onderwerp : Geuronderzoek

Nadere informatie

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING Plangebied Schoolstraat-Oost te Gameren Gemeente Zaltbommel Opdrachtgever: Contactpersoon: Arcadis Nederland BV mevrouw E. Timmermans-Boele Documentnummer:

Nadere informatie

Onderwerp: Geurgebiedsvisie gemeente Lopik en Verordening geurhinder en veehouderij 2008

Onderwerp: Geurgebiedsvisie gemeente Lopik en Verordening geurhinder en veehouderij 2008 GEMEENTE LOPIK Raadsvergadering d.d. 21 april 2009 Nr. : 12 Aan de raad van de gemeente Lopik. Onderwerp: Geurgebiedsvisie gemeente Lopik en Verordening geurhinder en veehouderij 2008 Behandelend ambtenaar:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 319 Wet van 16 mei 2002, houdende regels inzake stankemissie in ontwikkelingsgebieden (Wet stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelingsgebieden)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 26 991 Voedselveiligheid Nr. 112 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 9 november 2004 De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Nadere informatie

september 2009 Aanpassing verordening geurhinder en veehouderij gemeente Venray september 2009

september 2009 Aanpassing verordening geurhinder en veehouderij gemeente Venray september 2009 september 2009 Aanpassing verordening geurhinder en veehouderij gemeente Venray september 2009 1 Gemeente Venray Postbus 500 5800 AM Venray Samengesteld door Projectgroep Wet geurhinder en veehouderij

Nadere informatie

De Geurverordening veehouderij Boxtel 2008 in te trekken en de Geurverordening veehouderij Boxtel 2014 vast te stellen.

De Geurverordening veehouderij Boxtel 2008 in te trekken en de Geurverordening veehouderij Boxtel 2014 vast te stellen. Datum: 13-05-14 Onderwerp Evaluatie geurverordening veehouderij Boxtel Status Besluitvormend Voorstel De Geurverordening veehouderij Boxtel 2008 in te trekken en de Geurverordening veehouderij Boxtel 2014

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 766 Wijziging van de Wet Milieubeheer en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de invoering van een systeem van handel in NO x -

Nadere informatie

Beleidsnota Plattelandswoning

Beleidsnota Plattelandswoning Beleidsnota Plattelandswoning Hoofdstuk 1. 1.1. Aanleiding Op 1 januari 2013 is de wet plattelandswoning in werking getreden. Deze wet biedt de mogelijkheid om als 'burger' in (voormalige) agrarische bedrijfswoningen

Nadere informatie

GEURVERSPREIDINGSONDERZOEK REIJSEWEG 35, DE MORTEL

GEURVERSPREIDINGSONDERZOEK REIJSEWEG 35, DE MORTEL GEURVERSPREIDINGSONDERZOEK REIJSEWEG 35, DE MORTEL Colofon Geurverspreidingsonderzoek Projectnummer: 04.261 Versie: 1 Datum: 13-12-2012 Opdrachtnemer Agrifirm Exlan Poort van Veghel 4949 Postbus 200 5466

Nadere informatie

2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 13 juli 2016 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over zijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 525 Wijziging van de Tracéwet, de Wet milieubeheer en de Wet geluidhinder in verband met de verruiming van de mogelijkheid om fouten in het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 996 Voorstel van wet van het lid Kant houdende regels met betrekking tot de bevordering van de aanleg en het behoud van buitenspeelruimte voor

Nadere informatie

Onderzoek geur Veehouderijen. Schoolstraat ong. te Wijbosch

Onderzoek geur Veehouderijen. Schoolstraat ong. te Wijbosch Onderzoek geur Veehouderijen Schoolstraat ong. te Wijbosch te Wijbosch pagina 1 INHOUD pagina 1 INLEIDING 2 2 WETTELIJK KADER 3 3 ONDERZOEKSLOCATIE 5 3.1 Planlocatie 5 4 ONDERZOEK GEUR VEEHOUDERIJEN 6

Nadere informatie

Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot vaststelling de Beleidsnota Plattelandswoning.

Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot vaststelling de Beleidsnota Plattelandswoning. Gemeenteblad Elektronisch uitgegeven van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2013 Nummer: 33 Uitgifte: 24 december 2013 Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot

Nadere informatie

KNELPUNTENANALYSE DE RONDE VENEN

KNELPUNTENANALYSE DE RONDE VENEN KNELPUNTENANALYSE DE RONDE VENEN ONDERBOUWING VERORDENING ogv WET GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ Opdrachtgever: Contactpersonen: Milieudienst Noord-West Utrecht de heer J. Pronk Documentnummer: 20100894/D04/RK

Nadere informatie

Notitie Lokaal geurbeleid Landelijk gebied Abcoude

Notitie Lokaal geurbeleid Landelijk gebied Abcoude CVDR Officiële uitgave van De Ronde Venen. Nr. CVDR53108_1 20 februari 2018 Notitie Lokaal geurbeleid Landelijk gebied Abcoude Hoofdstuk 1. Inleiding Het buitengebied van de gemeente Abcoude vormt een

Nadere informatie

2. Beperkingen nieuwe en bestaande woningen Mezenbergerweg 18a

2. Beperkingen nieuwe en bestaande woningen Mezenbergerweg 18a Notitie 2011.092.01-1: Mogelijkheden veehouderijen aan de Mezenbergerweg te Elburg Berg en Terblijt, 6 september 2011 1. Inleiding Aan de Mezenbergerweg te Elburg zijn twee naburige veehouderijen gelegen.

Nadere informatie

Nieuwe regels. Willem Bruil

Nieuwe regels. Willem Bruil Nieuwe regels Willem Bruil Multifunctionele landbouw Probleem regelgeving / recht Probleem gewone landbouw Probleem multifunctionele landbouw Enkele regelcomplexen Regelgeving Recht = iets kroms dat verbogen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 618 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 595 Wijziging van artikel 247 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en enkele andere wetten als gevolg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 439 Nadere voorschriften in verband met samenwerking tussen scholen voor voortgezet onderwijs en instellingen voor educatie en beroepsonderwijs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 XI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 28 286 Dierenwelzijn Nr. 37 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 25 oktober 2006 De commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 1

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 625 Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Nr. 11 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 24 oktober 2003 Binnen de vaste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 369 Voorstel van wet van de leden Van Velzen en Waalkens tot wijziging van de Wet verbod pelsdierhouderij Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN

Nadere informatie

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening'

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening' 'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening' Kenmerk: BELEIDSREGEL OMGEKEERDE WERKING: WOON- EN LEEFKLIMAAT, TWEEDE HERZIENING Aanleiding. Op 22 april 2014 heeft de gemeenteraad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 348 Samenvoeging van de gemeenten Obdam en Wester-Koggenland Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 20 december 2005 De vaste commissie voor Binnenlandse

Nadere informatie

Betreft : Quickscan geur ontwikkelingslocaties 01 t/m 05, 10 t/m 12, 18,23 en 32

Betreft : Quickscan geur ontwikkelingslocaties 01 t/m 05, 10 t/m 12, 18,23 en 32 Hoevestein 20b Postbus 4156 4900 CD Oosterhout tel.: 0162-456481 fax.: 0162-435588 email: info@ageladviseurs.nl internet: www.ageladviseurs.nl Memo Datum : 8 maart 2011 Bestemd voor : Gemeente Landerd

Nadere informatie

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, eerste herziening'

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, eerste herziening' 'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, eerste herziening' Kenmerk: BELEIDSREGEL OMGEKEERDE WERKING: WOON- EN LEEFKLIMAAT, EERSTE HERZIENING Aanleiding. Op 22 april 2014 heeft de gemeenteraad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 063 Wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte en van de wet van 19 juni 1996 tot wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte, de Wet op de huurcommissies

Nadere informatie

Raadsvergadering d.d. : 30 maart 2017 Agendanr.: : Bouwen, wonen en milieu

Raadsvergadering d.d. : 30 maart 2017 Agendanr.: : Bouwen, wonen en milieu Raadsvergadering d.d. : 30 maart 2017 Agendanr.: Afdeling : Beleid en Ontwikkeling Portefeuillehouder : Wethouder S.C.A. Luijten Wethouder M.M. Kuijken Onderwerp : vaststellen Verordening geurhinder en

Nadere informatie

GEMEENTE HEERDE RAADSVERGADERING 10 DECEMBER 2007 Commissie Ruimte 12 november 2007

GEMEENTE HEERDE RAADSVERGADERING 10 DECEMBER 2007 Commissie Ruimte 12 november 2007 GEMEENTE HEERDE RAADSVERGADERING 10 DECEMBER 2007 Commissie Ruimte 12 november 2007 Afdeling: Ruimte/H.R. van t Einde/0578-699447 Portefeuille: J.C. Lieske Agendapunt: 13 Onderwerp: Vaststellen Verordening

Nadere informatie

Achterstraat 13a en 15, Randwijk

Achterstraat 13a en 15, Randwijk Onderzoek agrarische geurhinder Achterstraat 13a en 15, Randwijk De Milieuadviseur Datum: 18 mei 2017 Projectnummer: 17034 Samenvatting Op de locatie Achterstraat 13a-15 te Randwijk wordt voormalige agrarische

Nadere informatie

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel (in te vullen door Griffie) / (In te vullen door Griffie)

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel (in te vullen door Griffie) / (In te vullen door Griffie) Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel (in te vullen door Griffie) / (In te vullen door Griffie) Fatale termijn: besluitvorming vóór: N.v.t. Onderwerp reparatie bestemmingsplan Nijmegen Groot Bijsterhuizen

Nadere informatie

Gebiedsvisie geurbeleid

Gebiedsvisie geurbeleid Gebiedsvisie geurbeleid Gebiedsvisie geurbeleid 8 april 2010 Projectnummer 005.00.01.31.00 O v e r z i c h t s k a a r t I n h o u d s o p g a v e 1 I n l eidi n g 7 1.1 Aanleiding 7 1.2 Opzet 7 1.3

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 038 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van richtlijn 2004/8/EG inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling (Wijziging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 378 Wijziging van de Luchtvaartwet in verband met wijziging van de heffingen voor de luchthaven Schiphol Nr. 8 VERSLAG Vastgesteld 7 juni 2004

Nadere informatie

Concept Nota bij de verordening geurhinder en veehouderij

Concept Nota bij de verordening geurhinder en veehouderij Concept Nota bij de verordening geurhinder en veehouderij 1. Algemeen De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) is op 1 januari 2007 in werking getreden. De Wgv vervangt de drie stankrichtlijnen en de Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 003 Voorstel van wet van het Van Gent tot wijziging van de Huursubsidiewet (huursubsidie voor jongeren en studenten) Nr. 7 VERSLAG Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 195 Integraal Beheerplan Noordzee 2015 Nr. 3 1 Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Dijksma (PvdA), Hofstra (VVD), ondervoorzitter, Atsma

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 32 757 Bouwbesluit 2012 B VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 29 juni 2018 De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges

Nadere informatie

Geurverordening gemeente Oostzaan Mr. ing. E. Houwertjes

Geurverordening gemeente Oostzaan Mr. ing. E. Houwertjes Geurverordening gemeente Oostzaan 2011 Mr. ing. E. Houwertjes Doel geurverordening Procedure: - Zorgvuldige voorbereiding door vragen zienswijzen - Geen bezwaar en beroep tegen verordening Geurverordening:

Nadere informatie

Handreiking bij. Wet geurhinder en veehouderij

Handreiking bij. Wet geurhinder en veehouderij Handreiking bij Wet geurhinder en veehouderij Aanvulling: Paragraaf 3.4 Beoordeling ruimtelijke ordeningsplannen Colofon Dit rapport is opgesteld door InfoMil, in samenwerking met het Ministerie van VROM,

Nadere informatie

Geuronderzoek omgekeerde werking bij woningbouw. Moleneind 25, Loon op Zand

Geuronderzoek omgekeerde werking bij woningbouw. Moleneind 25, Loon op Zand Geuronderzoek omgekeerde werking bij woningbouw Moleneind 25, Loon op Zand Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T: 013-519 9458 F: 013-519 9727 E: info@vandunadvies.nl www.vandunadvies.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 975 (R 1821) Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 en enige andere wetten naar aanleiding van de evaluatie van de Rijksoctrooiwet 1995 van 2006

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 383 Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving Nr. 16 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 4 augustus 2004 De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 659 Evaluatie Staatsbosbeheer Nr. 7 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 6 januari 2006 De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en

Nadere informatie

Inleiding. Partijen. Inhoud overeenkomst

Inleiding. Partijen. Inhoud overeenkomst Notitie bij raadsvoorstel Bestuursovereenkomst tussen de provincie Noord-Brabant en de gemeenten in de provincie Noord-Brabant in het kader van de uitvoering van reconstructieen gebiedsplannen ex artikel

Nadere informatie

WERKGROEP MILIEUBEHEER GROESBEEK

WERKGROEP MILIEUBEHEER GROESBEEK WMG WERKGROEP MILIEUBEHEER GROESBEEK Postbus 26, 6560 AA Groesbeek www.wmg-groesbeek.nl College van B&W van Groesbeek Postbus 20 6560 AA Groesbeek Groesbeek, 1 september 2009 Betreft: inspraakreactie op

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 966 Waterketen Nr. 5 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 23 november 2005 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

Van agrarische bedrijfsbestemming naar bedrijfsbestemming met bedrijfswoning.

Van agrarische bedrijfsbestemming naar bedrijfsbestemming met bedrijfswoning. Aan : Gemeente Ermelo Jan Balkestein Van : Lex Groenewold Lambert Polinder (Agrifirm Exlan bv) CC : Datum : 5 november 2015 Betreft : Geuraspecten verkleuring Telgterweg 315 Mogelijkheden verkleuring Telgterweg

Nadere informatie

Omgekeerde werking en leefklimaat

Omgekeerde werking en leefklimaat Wet geurhinder en veehouderij Omgekeerde werking en leefklimaat voor het realiseren van voor geurgevoelige objecten in het plangebied IJsseldelta-zuid, gemeente Kampen Wet geurhinder en veehouderij Omgekeerde

Nadere informatie

Beleidsnota Plattelandswoningen gemeente Venray

Beleidsnota Plattelandswoningen gemeente Venray Beleidsnota Plattelandswoningen gemeente Venray Inhoud 1. Inleiding 2. Achtergrond 3. Wet Plattelandswoning 4. Beschermingsniveau plattelandswoning 5. Toetsingskader plattelandswoning 6. Toekennen plattelandswoning

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 879 Wijziging van de Wet Geluidhinder (modernisering instrumentarium geluidbeleid, eerste fase) Nr. 6 VERSLAG Vastgesteld 25 januari 2005 De

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : 0810436 Ag nr. : 10 Datum :09-09-08

Raadsvoorstel Reg. nr : 0810436 Ag nr. : 10 Datum :09-09-08 Ag nr. : 10 Datum :09-09-08 Onderwerp Ontwerp verordening geurhinder en veehouderij Status Besluitvormend. Samenvatting De nieuwe Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) die op 1 januari 2007 in werking is

Nadere informatie