Sleutelrol voor welzijn. Notitie welzijn

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Sleutelrol voor welzijn. Notitie welzijn"

Transcriptie

1 Notitie welzijn 30 oktober 2008

2 Colofon Opdrachtgever: Federatiebestuur KNHS Begeleidingscommissie: J. Werners - voorzitter Dr. M.M. Sloet van Oldruitenborgh-Oosterbaan J.S. Bierling G. Naber I.K. Janssen Bouwmeester S.M. Schreuder A. van den Berg Geïnterviewde deskundigen: Functie: Dr. P.W.Th. Stolk Dierenarts, J. Hamminga Instructeur KNHS W.E.J. Ernes Internationaal jurylid dressuur, selectiecommissie WK jonge dressuurpaarden Geïnterviewde disciplinecommissies: Aangespannen sport Dressuur Endurance Eventing Mennen Recreatiesport Springen Voltige Auteur: Mr. Margot Suijkerbuijk

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ALGEMEEN NOTA DIERENWELZIJN OPBOUW NOTA 7 2 WELZIJN IN DE PAARDENSPORT TOT OP HEDEN INLEIDING GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSWET VOOR DIEREN (GWWD) WAT IS WELZIJN? EVALUATIE WELZIJNSNOTA WELZIJN MOET ER WEL ZIJN UIT Ondernomen acties Vervolgacties 11 3 HET HOUDEN VAN PAARDEN INLEIDING HUISVESTING Afmeting van de stallen Bodembedekking Voorzieningen die het voor de dieren mogelijk maken om soorteigen gedrag te ontplooien De verlichting en luchtverversing De aanwezigheid en de aard van afrasteringen Schuilstal Insecten en parasieten Voeding Cosmetische verzorging 16 4 HET GEBRUIK VAN PAARDEN ALGEMEEN INLEIDING BEVORDERING VAN KENNIS BINNEN DE PAARDENSPORT ADVIEZEN BIJ DE AANKOOP VAN EEN PAARD COUPEREN VAN STAARTEN FYSIEKE GESTELDHEID VAN DE RUITER HET GEBRUIK VAN ONGEOORLOOFDE MIDDELEN PAARDEN IN HET VERKEER TRANSPORT VOORLICHTING, BEWUSTWORDING EN KENNISOVERDRACHT Instructeursopleidingen Officialopleidingen 25 3

4 4.9.3 Licentiesysteem Consumentencursussen Voorlichting tijdens evenementen 27 5 TRAININGSMETHODEN EN HULPMIDDELEN ALGEMEEN ONTWIKKELING VAN (JONGE) PAARDEN TRAININGSMETHODEN (ONGEWENSTE) HULPMIDDELEN HANDHAVING 31 6 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN CONCLUSIES TEN AANZIEN VAN HET HOUDEN VAN PAARDEN TEN AANZIEN VAN HET GEBRUIK VAN PAARDEN ALGEMEEN TEN AANZIEN VAN TRAININGSMETHODEN EN HULPMIDDELEN - ALGEMEEN AANBEVELINGEN ALGEMEEN AANBEVELINGEN DISCIPLINESPECIFIEK Dressuur Springen Eventing Endurance Mennen Aangespannen sport Jeugd- en ponyzaken Voltige 36 4

5 1 Inleiding 1.1 Algemeen De Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (KNHS) vervult al jaren lang een sleutelrol inzake de sportiviteit, veiligheid en de paardvriendelijkheid van de paardensport in de ruimste zin des woords. Dierenwelzijn is dan ook een van de centrale beleidsthema s binnen de KNHS. Echter, deze sleutelrol kan enkel op een adequate wijze worden vervuld indien wordt onderkend dat er verschillende (externe) factoren en belangen van invloed zijn op de te volgen koers. Zo wordt de KNHS onder meer geconfronteerd met veranderingen op het gebied van wetgeving met betrekking tot het welzijn van paarden. Daarbij staat het onderwerp welzijn van dieren ook op de politieke agenda en speelt het in toenemende mate een rol in de publieke opinie. In de paardensport spelen naast de maatschappelijke ook de financiële belangen een rol. Met name voor topevenementen hangt het succes bijvoorbeeld nauw samen met het geboekte financiële resultaat. Een gemeenschappelijk doel is echter om - binnen de mogelijkheden van de huidige paardensport - te bewerkstelligen dat het welzijn van de paarden zo goed mogelijk is gewaarborgd. Daarbij is het uitgangspunt dat een ieder die paarden of pony s houdt of - in welke discipline dan ook - de sport beoefent, de plicht heeft zorg te dragen voor een goede dagelijkse verzorging, huisvesting en deskundig gebruik van het paard. Daarnaast is bekend dat het gebruik van dieren in het algemeen en (het beoefenen van) de sport met paarden in het bijzonder steeds kritischer door de samenleving wordt gevolgd. Het beoefenen van de paardensport moet niet alleen acceptabel zijn voor degenen die aan de sport deelnemen, maar moet ook worden geaccepteerd en ondersteund door de samenleving. Daarbij is wel van groot belang om op te merken dat de samenwerking tussen paard en paardensporter kan worden gekwalificeerd als een klein maar zeer elementair team. Alleen een paard dat goed in zijn vel zit, kan op een verantwoorde en plezierige manier de gevraagde activiteiten uitvoeren. Er blijft dan ook voor de paardensector in het algemeen, en voor degenen die met paarden aan wedstrijden deelnemen of paarden trainen in het bijzonder, een belangrijke taak om tekst en uitleg te (blijven) geven over verschillende onderwerpen, zoals de training en de daarbij gebruikte trainingsmethoden en (het gebruik van) hulpmiddelen, om zo ook voor niet-paardenmensen het - steeds aan voortschrijdende inzichten onderhevige - samenwerken tussen mens en paard te (blijven) begrijpen. Vanzelfsprekend staat de KNHS - mede gelet op het voortschrijdend inzicht - ook open voor de opvattingen van niet-paardenmensen, mits deze voldoende (wetenschappelijk) zijn onderbouwd. Het voorgaande betekent ook dat de KNHS het onderwerp welzijn zeer serieus neemt. Immers, wil men ook in de toekomst de paardensport op een verantwoorde wijze blijven beoefenen, dan is een zorgvuldig welzijnsbeleid essentieel. In een dergelijk beleid passen geen wilde wedstrijden, wedstrijden die niet onder auspiciën van de KNHS worden verreden waardoor er geen toezicht is als het gaat om veiligheid, welzijn en een correct wedstrijdverloop. De gemeentelijke overheden dienen voor dergelijke wedstrijden geen 5

6 vergunning af te geven. Het KNHS-beleid is erop gericht de sport voor wedstrijdorganisatoren aan de onderkant laagdrempelig te maken zonder het belang van veiligheid en welzijn uit het oog te verliezen. De KNHS heeft in de onderliggende welzijnsnota over een groot aantal (deel)onderwerpen een standpunt geformuleerd. De uit de nota voortvloeiende aanbevelingen worden nader in een programma uitgewerkt en in de volgende jaren uitgevoerd. Daartoe worden zo nodig door deskundigen op het gebied - waaronder bijvoorbeeld de verschillende disciplinecommissies - afzonderlijke voorstellen gedaan. Het draagvlak bij deze partijen voor het voorgenomen beleid in deze is dan ook een belangrijke factor voor de KNHS. 1.2 Nota dierenwelzijn 2007 De Minister van Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit (LNV) heeft op 12 oktober 2007 de Nota Dierenwelzijn uitgebracht. Deze nota is een nadere invulling van het beleidsprogramma van het kabinet en geeft aan langs welke weg verbetering van het dierenwelzijn dient te worden gerealiseerd. De Minister geeft in deze nota aan dat de paardensector zelf moet komen met een plan om het welzijn van paarden - onder meer op het gebied van huisvesting, voeding, transport en trainingsmethoden - te verbeteren. Niet al deze hierboven genoemde gebieden vallen (primair) onder de verantwoordelijkheid van de KNHS. Een aantal onderwerpen ligt meer op het terrein van de Sectorraad Paarden (SRP). De SRP is een zelfstandige stichting die fungeert als aanspreekpunt en spreekbuis voor de paardensector richting overheid en behartigt daarbij de nationale en internationale belangen van de paarden-sector. De SRP fungeert als afstemmingsorgaan namens de sport, de fokkerij en de ondernemers. Het bestuur bestaat uit voorzitters en afgevaardigden vanuit de sport (KNHS en Nederlandse Draf- en Rensport), de Koepel Fokkerij (27 stamboeken) en uit de ondernemersorganisaties (Federatie van Nederlandse Hippische Ondernemers en LTO Nederland), zodat alle paardenorganisaties hierin vertegenwoordigd zijn. De KNHS richt zich op de gebieden welke vooral op het terrein liggen van de sportorganisatie. Daarbij onderkent de KNHS dat de mens zorg moet dragen voor de gezondheid en het welzijn van dieren in het algemeen. Toegespitst op de paardensport betekent dit dat de houder van een paard en de paardensporter zorg moeten dragen voor de gezondheid en het welzijn van hun paard(en). Voor de KNHS is het een gegeven dat, wil men in de toekomst de paardensport kunnen blijven beoefenen, een zorgvuldig welzijnsbeleid essentieel is. De KNHS beschikt al sinds een aantal jaren over een welzijnsbeleid, maar vanwege de maatschappelijke ontwikkelingen en mogelijk voortschrijdend inzicht, acht de KNHS het noodzakelijk haar nota Welzijn moet er wel zijn uit 2004 te evalueren en waar nodig bij te stellen en aan te scherpen. 6

7 1.3 Opbouw nota Na deze inleidende opmerkingen over aanleiding en reikwijdte van het welzijnsbeleid zal in hoofdstuk 2 nader worden ingegaan op het wettelijk kader, de definitie van welzijn en de acties die de afgelopen jaren door de KNHS op dit terrein reeds zijn ondernomen. In dit hoofdstuk komen de doelstellingen en uitgangspunten van het welzijnsbeleid van de KNHS aan de orde evenals de prioriteiten die hierbij worden gesteld. Ten behoeve van de leesbaarheid van de nota is besloten om een scheiding aan te brengen tussen het houden van paarden in het algemeen en het gebruik van paarden. In hoofdstuk 3 zal eerst het thema houden van paarden verder worden uitgewerkt. Vervolgens zal in hoofdstuk 4 worden ingegaan op het gebruik van paarden in het algemeen, waarna in hoofdstuk 5 aandacht zal worden besteed aan trainingsmethoden en hulpmiddelen - algemeen. Ook zal in hoofdstuk 5 kort worden ingegaan op het handhavingsbeleid. In hoofdstuk 6 zijn de conclusies opgenomen en worden aanbevelingen gedaan. Daarnaast wordt in hoofdstuk 6 aangegeven op welke wijze de voortgang van de actiepunten zal worden geëvalueerd. 7

8 2 Welzijn in de paardensport tot op heden 2.1 Inleiding De Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (KNHS) is in 2002 ontstaan uit een fusie van 16 verschillende paardensportbonden en paardensportorganisaties, die elk op hun eigen manier voor hun eigen doelgroep de paardensport vertegenwoordigden en er voor zorgden dat de paardensporters hun sport zo goed mogelijk konden beoefenen. Na een ruim vijf jaar durend proces werd de fusie, die tot één landelijke paardensportbond leidde, gerealiseerd. Door deze krachtenbundeling kunnen de belangen van de paardensporters en hun paarden beter worden gewaarborgd. De KNHS is op dit moment met ruim leden één van de grootste sportbonden van Nederland. De KNHS behartigt de belangen van de aangesloten organisaties en haar paardensporters, zodat zij de paardensport zo goed mogelijk kunnen beoefenen zowel recreatief als prestatief. Bij de KNHS zijn acht paardensportdisciplines aangesloten: dressuur, springen, eventing, endurance, mennen, aangespannen sport, voltige en reining. De polosport en de draf- en rensport zijn niet bij de KNHS aangesloten. Deze twee takken van de paardensport zijn ondergebracht in een eigen vereniging. De KNHS richt zich naast de sport in wedstrijdverband, ook op de recreatieve paardensport. Recreatie betekent het beoefenen van de paardensport zonder dat daarbij sprake is van enig wedstrijdelement. Binnen de KNHS wordt met duizenden vrijwilligers in het land en circa 100 medewerkers op het KNHS-centrum in Ermelo gewerkt aan de organisatie, ontwikkeling, belangenbehartiging en promotie van de paardensport. De overheid kent geen specifieke sportregels en laat dit over aan de desbetreffende sportorganisatie. Dit neemt niet weg dat de sport zich moet houden aan algemeen geldende wet- en regelgeving, waaronder de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. De KNHS stelt zelf reglementen op voor de bij haar aangesloten disciplines. Deze reglementen zijn in lijn met de regels van de internationale paardensportbond (Federation Equestre International - FEI). In deze reglementen spelen dierenwelzijn, fair play en good horsemanship een belangrijke rol. Dit uit zich onder andere in: een strenge promotie- en degradatieregeling; leeftijdseisen voor deelnemer en paard/pony; de opbouw van de wedstrijd; de wijze waarop en het materiaal waarvan de eventuele hindernissen worden gebouwd; bij meerdere disciplines vastgestelde controlemomenten door een wedstrijddierenarts. Niet alleen in Nederland is er aandacht voor het welzijn van dieren. Ook internationaal wordt regelmatig overlegd over dierenwelzijn, dit zowel op Europees als mondiaal niveau. In Nederland 8

9 is de KNHS als sportbond aangesloten bij NOC*NSF en internationaal bij de FEI. De FEI hanteert sinds de eerste Wereldruiterspelen in Stockholm in 1990 een speciale Code of Conduct voor de omgang met paarden, die wordt opgenomen in alle vraagprogramma s voor internationale evenementen. De KNHS kent de gedragscode Welzijn voor het Paard, welke in lijn is met de Code of Conduct van de FEI. Het Tuchtreglement van KNHS is onder andere bedoeld om sancties op te leggen aan degenen, die de welzijnsregels overtreden. 2.2 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwwd) Sinds 23 september 1992 is de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren in werking getreden. Deze wet regelt de bescherming van het welzijn en de gezondheid van gehouden dieren. De bepalingen richten zich onder andere op het verrichten van lichamelijke ingrepen, de huisvesting, het fokken van dieren, het verloten en verkopen van dieren, het vervoer en het gebruik van dieren bij wedstrijden. Verder zijn er regels in de wet opgenomen over het verrichten van biotechnologische handelingen met dieren en zijn er regels vastgelegd over onder meer de export van dieren en de wijze van toezicht en opsporing. In de Gwwd is tevens het verbod op dierenmishandeling opgenomen. Dit verbod houdt in dat het niet is toegestaan om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen dat ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen. Overtreding van het verbod op dierenmishandeling kan worden bestraft met een gevangenisstraf van maximaal drie jaar. In het Wetboek van Strafrecht is daarnaast het beschadigen en doden van een dier strafbaar gesteld met een maximum gevangenisstraf van twee jaren. Daarnaast is het op grond van artikel 37 van de Gwwd ook verboden om een dier de nodige verzorging te onthouden. De Gwwd gaat uit van de intrinsieke waarde van het dier. Dat houdt in dat een dier wordt bekeken op basis van zijn eigen waarde en niet op de waarde die mensen het dier toekennen op grond van het nut dat het heeft voor de mens. De Gwwd is een kaderwet. Aan de hand van deze wet worden concrete voorschriften opgesteld, die de verschillende bepalingen verder uitwerken. Inmiddels zijn er Algemene Maatregelen van Bestuur opgesteld voor een aantal diersoorten, zoals het Varkensbesluit en het Ingrepenbesluit. 2.3 Wat is welzijn? Een wetenschappelijke definitie van welzijn is moeilijk te geven. Er is uitgebreid onderzoek naar gedaan en vele boeken zijn erover geschreven. Een volledig sluitende definitie is echter nog niet gevonden. Wat wel heel duidelijk is, is dat alleen fysiek welzijn in de vorm van fysiek welbevinden en reproductie (natuurlijke voortplanting) niet voldoende is om welzijn te beschrijven. Men is het erover eens dat het begrip welzijn zowel een fysiologisch als een mentaal aspect heeft. Een duidelijke omschrijving is te vinden in de Europese Richtlijn voor Proefdieren. Daarin wordt met betrekking tot het begrip welzijn gezegd dat: 9

10 de mate waarin een dier in zijn fysiologische en ethologische behoefte kan voorzien zomin mogelijk beperkt moet zijn. Met dierenwelzijn wordt de lichamelijke en geestelijke gezondheid van een dier bedoeld. Elk dier dat niet in zijn natuurlijke omgeving leeft, probeert zich aan te passen aan zijn leefomgeving. Een dier voelt zich het best in een omgeving waarin hij zijn natuurlijk gedrag kan vertonen en die hem geen chronische stress, pijn of angst bezorgt. Elk diersoort heeft zijn eigen natuurlijk gedrag. Kippen willen scharrelen, koeien moeten de rust hebben om te herkauwen, varkens hebben ruimte en een stabiele groep nodig, honden houden van regelmaat in hun leven en papegaaien houden van gezelschap. Voeding, verzorging, huisvesting en behandeling zijn van invloed op het welzijn van gehouden dieren. Om te analyseren of sprake is van welzijnsschending kunnen de vijf vrijheden, zoals gedefinieerd door het Britse dierenwelzijnscomité Brambell (1965), als kader worden genomen. Als aan een van de vrijheden niet of onvoldoende wordt voldaan, kunnen welzijnsproblemen optreden. Deze vijf vrijheden dienen momenteel als leidraad voor het Europese beleid ten aanzien van paarden om hun welzijn te waarborgen en zijn ook opgenomen in het beleidsvoornemen van het Ministerie van LNV 1 : De mate van welzijn van een dier kan worden beoordeeld aan de hand van de zogenaamde vijf vrijheden. Een dier moet zijn: 1. vrij van honger, dorst en onjuiste voeding, door toegang tot vers water en een gezond dieet; 2. vrij van discomfort, door een geschikte omgeving met schuilplaats en een comfortabele rustplek; 3. vrij van pijn, verwondingen en ziekte, door preventie of snelle behandeling; 4. vrij om natuurlijk gedrag te vertonen, door voldoende ruimte en faciliteiten en gezelschap van soortgenoten; 5. vrij van angst en chronische stress, door omstandigheden en behandeling die mentaal lijden voorkomen. Deze vijf criteria worden als zodanig ook genoemd in de Nota Dierenwelzijn van de Minister van LNV. De criteria en voorwaarden bieden belangrijke handvatten in het oordeel over dierenwelzijn. Als aan één of meer van deze vrijheden niet wordt voldaan, kan het welzijn van een dier in het geding zijn. Het betekent overigens niet dat wanneer een dier een keer pijn of een ziekte onder de leden 1 Houden van dieren, Beleidsvoornemen dierenwelzijn van het Ministerie van LNV van oktober

11 heeft, er volgens betreffende Europese en nationale uitgangspunten meteen sprake is van een slecht dierenwelzijn. Het zijn negatieve ervaringen en prikkels waar ook dieren in de natuur niet altijd van gevrijwaard zijn. Het gaat in deze steeds om de frequentie, de duur en de intensiteit als gevolg van het menselijk ingrijpen en handelen. 2.4 Evaluatie welzijnsnota Welzijn moet er wel zijn uit Ondernomen acties In de nota Welzijn moet er wel zijn uit 2004 is een groot aantal aanbevelingen gedaan om het welzijn in de paardensport te verbeteren. Het is echter niet mogelijk gebleken om al deze maatregelen in een relatief kort tijdsbestek te implementeren en te effectueren. Bovendien is gebleken dat niet alle aanbevelingen - mede door voortschrijdend inzicht - wenselijk zijn. De KNHS heeft op veel punten uitvoering gegeven aan de nota Welzijn moet er wel zijn uit De afgelopen jaren is een aantal belangrijke maatregelen genomen om de veiligheid en het dierenwelzijn zo goed mogelijk te waarborgen. Dit komt onder meer tot uiting in regels ter bescherming van het jonge (sport)paard, de wijze waarop een wedstrijd(onderdeel) wordt ingericht, de wijze waarop de hindernissen worden gebouwd en vastgestelde controlemomenten door een wedstrijddierenarts. Ook zijn KNHS-verenigingen per 1 januari 2008 verplicht hun activiteiten in een accommodatie met een veiligheidscertificaat te houden. Bovendien is aandacht besteed aan het gebruik van hulpmiddelen waardoor het gebruik van ongewenste hulpmiddelen is afgenomen. Daarnaast heeft de KNHS in een landelijke verkeersveiligheidscampagne aandacht gevraagd van de weggebruikers voor de veiligheid van paarden en ruiters in het verkeer. Ongelukken zijn echter, in geen enkele tak van sport en hoe vervelend ook, helemaal uit te sluiten. Voor het imago van de paardensport is het van het grootste belang dat welzijn van paarden in de sport wordt gewaarborgd. Naast reglementering gebeurt dit vanuit de KNHS door middel van voorlichting en de inzet van dierenartsen en gekwalificeerde officials tijdens wedstrijden. Mede naar aanleiding van de KNHS Welzijnsnota uit 2004 zijn er extra elementen opgenomen in zowel de instructeurscursussen als de opleiding tot official en wordt er meer aandacht besteed aan bijscholingsbijeenkomsten. In de opleidingen wordt bijvoorbeeld aandacht besteed aan de onderwerpen didactiek en pedagogiek, veiligheid en kennis van de ruiter. De KNHS heeft een cursus ontwikkeld en een tweetal boeken uitgegeven, te weten (van) paarden houden (2005) en EHBO-paard (2007). Deze boeken zijn geschreven voor beginnende en ervaren paardensporters met als doel mensen te leren verantwoord om te gaan met paarden. Daarnaast vindt er informatieuitwisseling plaats. Zo wordt door de KNHS bijvoorbeeld voorlichting gegeven op scholen Vervolgacties Zoals reeds is aangegeven is het niet mogelijk gebleken gehoor te geven aan alle aanbevelingen uit de KNHS-nota Welzijn moet er wel zijn van Deze aanbevelingen zijn opnieuw bezien en waar nodig verwerkt in deze onderliggende nota. 11

12 3 Het houden van paarden 3.1 Inleiding De artikelen 35, 38, en 45 van de Gwwd vormen de basis om regels te stellen omtrent de wijze waarop dieren mogen worden gehouden, de verzorging, het voeden, de drenking, de behandeling, het africhten van dieren en tenslotte met betrekking tot de huisvesting van dieren. Op grond van artikel 45 van deze wet kunnen deze regels ondermeer betrekking hebben op: de afmetingen en uitvoeringen van kooien, hokken en stallen alsmede hun vormgeving; de aard van de wanden en van het vloer- en grondoppervlak van kooien, hokken en stallen, in het bijzonder de daarvoor te gebruiken materialen; de inrichting van kooien, hokken en stallen, in het bijzonder de daarin aan te brengen voeder- en drinkwatervoorzieningen alsook voorzieningen die het voor de dieren mogelijk maken om soorteigen gedrag te ontplooien; de verlichting, luchtverversing en verwarming van kooien, hokken en stallen; de aanwezigheid en de aard van afrasteringen; de voorzieningen binnen huisvestingssystemen. Alhoewel voor andere sectoren op grond van artikel 45 van de Gwwd nadere regels zijn gesteld, geldt dat niet voor de paardenhouderij. Vooropgesteld dient te worden dat de KNHS zich aansluit bij het oordeel van de Minister - zoals ook in de nota Dierenwelzijn is verwoord - dat het een gegeven is dat de mens dieren houdt en deze in de loop der tijd heeft gedomesticeerd. Dit betekent dat ten aanzien van de gehouden dieren een teruggang naar de situatie waarbij dieren in vrijheid in de natuur rondlopen en als voedsel door de mens worden bejaagd, met het bijbehorend natuurlijk gedrag, niet meer mogelijk is. Domesticatie betekent echter niet dat het dier alle aspecten van zijn natuurlijk gedrag verloren heeft. Het paard als gedomesticeerd dier dient zodanig te worden gehouden dat het natuurlijk soortspecifiek gedrag, een goede gezondheid en welzijn gewaarborgd blijven en de eigenaar/houder over voldoende kennis omtrent het houden, huisvesten en verzorgen van paarden beschikt. Zoals boven toegelicht is het in de huidige paardenhouderij moeilijk om volledig tegemoet te komen aan de behoefte van het paard om zijn natuurlijk gedrag te vertonen. De KNHS is van oordeel dat altijd aan een aantal kernvoorwaarden dient te worden voldaan. Derhalve zullen achtereenvolgens de volgende onderwerpen worden besproken: - de afmeting van de stallen; - de bodembedekking; - de voorzieningen die het voor de dieren mogelijk maken om soorteigen gedrag te ontplooien; - de verlichting en luchtverversing; - de aanwezigheid en de aard van afrasteringen; 12

13 - de schuilstal; - de bestrijding van insecten. Vervolgens zullen ook de onderwerpen voeding en esthetische aspecten worden besproken. In deze paragrafen zal - gelet op het feit dat er reeds veel onderzoek is gedaan naar de verschillende soorten huisvestingssystemen - niet worden ingegaan op de technische details. Voor meer informatie over de verschillende huisvestingsvormen wordt verwezen naar het Handboek Huisvesting Paarden, een uitgave van het Praktijkonderzoek Rundvee, Schapen en Paarden (PR) te Lelystad uit 1998, ISBN In dit handboek van Albert Pieters wordt onder meer aandacht besteed aan: het bouwproces, klimaatbeheersing, verlichting, verschillende huisvestingsvormen, wandconstructies, verzorgingsruimtes, opslag voor voer, inrichting rijhal, bodemsoorten, buitenmaneges, trainingsmolens en erfverharding. 3.2 Huisvesting Afmeting van de stallen In Nederland komen verschillende huisvestingssystemen voor, zoals groepshuisvesting, individuele stalling en inloopstallen. Groepshuisvesting is met name geschikt voor jonge(re) paarden. Sportpaarden worden doorgaans individueel in een box gestald. Dit betekent dat paarden in beginsel worden beperkt in de mogelijkheid natuurlijk gedrag te vertonen. Het is echter aan de eigenaar van een paard om ervoor zorg te dragen dat - door een goede balans tussen de natuurlijke behoeftes van het dier en rekening houdend met de beperkingen die het paard worden opgelegd - het welzijn van het paard niet in het geding komt. De stal dient een plaats te zijn waar een paard zonder problemen kan eten, drinken, rusten, mesten, sociaal gedrag vertonen en worden verzorgd. Onder het vertonen van sociaal contact wordt in ieder geval verstaan dat paarden elkaar moeten kunnen zien - en indien mogelijk - elkaar ook via tralies of een zogeheten snuffelgat kunnen aanraken. Als het om hengsten gaat, is de aanwezigheid van een snuffelgat niet aan te bevelen. Dit om verwondingen te verkomen. Kennis over de optimale huisvestingsomstandigheden, de bestaande systemen en de toepassing ervan, zijn belangrijke vereisten voor alle paardenhouders. Zo dient bijvoorbeeld de afmeting van de stal in verhouding te zijn met de grootte van het paard. In Nederland zijn er geen wettelijke afmetingen voor een paardenstal. Meestal wordt uitgegaan van een vloeroppervlak van tenminste tweemaal de schofthoogte van het paard in het kwadraat. De stal dient in ieder geval zo groot te zijn dat een pony of paard zich rondom ruim kan bewegen, op een normale manier in de stal kan liggen zonder bekneld te raken en gemakkelijk weer kan opstaan. Deze norm is opgesteld met de gedachte dat het paard voldoende ruimte moet hebben om te bewegen. Het voorgaande betekent dan ook niet dat voor elk paard een stal met een verschillende staloppervlakte dient te worden gerealiseerd, mits het paard voldoende ruimte heeft om zich te bewegen. Dit betekent ook dat de lengte en de breedte van de stal in redelijke 13

14 verhouding tot elkaar dienen te staan. De afmeting van de stal is ook mede afhankelijk van het aantal uren dat een paard zich op stal bevindt. De KNHS wijst bijvoorbeeld stalling in stands dan ook niet af, mits paarden daarnaast ook voldoende vrije beweging krijgen Bodembedekking Er zijn verschillende soorten bodembedekking voor boxen die allemaal hun voor- en nadelen hebben. Naast het feit, dat een stal(bodem) zo min mogelijk stof, ammoniak en vocht dient te bevatten, is (afhankelijk van het individuele paard) ook de eetbaarheid van het strooisel van belang. Daarnaast is er natuurlijk nog het kostenaspect en de manier van afvoeren. De afgelopen jaren is er dan ook veel onderzoek gedaan naar de verschillende soorten bodembedekking. Het is derhalve de verantwoordelijkheid van de houder van het paard om een keuze te maken uit de verschillende mogelijkheden. De KNHS is van oordeel dat een paard in de gelegenheid dient te zijn om altijd vrij te kunnen beschikken over een droge ligplaats, zowel in de stal als in de wei Voorzieningen die het voor de dieren mogelijk maken om soorteigen gedrag te ontplooien Een paard dient per dag voldoende (vrij) te kunnen bewegen. Dit bij voorkeur in een wei. Echter, er kan niet voorbij worden gegaan aan het feit dat het in de wei zetten van paarden ook een kans op blessures met zich meebrengt. Derhalve dient eventueel op een andere wijze aan deze behoefte te worden voldaan, bijvoorbeeld door het paard vrij te laten lopen in een (binnen)bak. Indien het voorgaande niet mogelijk is, dan is een (goed) alternatief om een paard gedurende een bepaalde periode aan de hand te laten weiden. Het hebben van sociaal contact is noodzakelijk. Daarbij dient te worden opgemerkt dat groepshuisvesting niet de enige methode is om dit te bereiken. Ook binnen de andere huisvestingsvormen, bijvoorbeeld individuele stalling, kan aan deze behoefte worden voldaan, bijvoorbeeld indien paarden elkaar kunnen zien en/of aanraken. Er is wetenschappelijk onderzocht en aangetoond dat groepshuisvesting een positieve bijdrage kan leveren aan de mogelijkheid om natuurlijk gedrag te vertonen. Deze vorm van huisvesting is met name geschikt voor jonge paarden en - zeker vanwege het risico op verwondingen - minder geschikt voor sportpaarden, mede omdat deze vaak op hoefijzers staan en elkaar kunnen verwonden De verlichting en luchtverversing Het is van groot belang om - in het kader van het welzijn van het paard - zorg te dragen voor een goede ventilatie. Slechte ventilatie kan gezondheidsproblemen veroorzaken. Door middel van natuurlijke of mechanische ventilatie is een goed stalklimaat relatief eenvoudig te bereiken. Voor de gezondheid van het paard is het aan te raden om het stalklimaat fris - ongeveer tussen de vijf en zeventien graden Celsius - te houden. Het voorgaande betekent overigens niet dat de KNHS van oordeel is dat in elke stal van additionele koeling dient te worden voorzien. Daarnaast 14

15 is de aanwezigheid van voldoende (dag)licht minstens even belangrijk. De gewenste hoeveelheid en sterkte van licht is van invloed op de fertiliteit, de verharing, de gemoedstoestand en de algehele gesteldheid van het paard De aanwezigheid en de aard van afrasteringen De omheining, waarbinnen paarden worden gehouden, dient vooral veilig en passend bij het paard te zijn. Dit betekent in de praktijk dat de omheining van materiaal dient te zijn gemaakt waaraan paarden zich niet - of zo min mogelijk - kunnen beschadigen. Het voorgaande betekent bijvoorbeeld dat een afrastering in beginsel niet mag zijn gemaakt van prikkeldraad. Ook gaas met grote mazen is niet geschikt als afrastering, omdat het gevaar bestaat dat het paard erin vast komt te zitten. Tenslotte dient de omheining voldoende hoog en stevig te zijn zodat de mogelijkheid van ontsnapping zoveel mogelijk wordt beperkt. Volledigheidshalve dient te worden opgemerkt dat het voorgaande niet betekent dat - indien de omheining gemaakt is van minder geschikt materiaal - het dan maar helemaal niet buitenzetten van het paard de voorkeur verdient. Het is aan de eigenaar of houder om - indien dit het geval is - een goede en verantwoorde afweging te maken. Overigens is de KNHS van oordeel dat deze normen niet alleen voor omheining van een wei moeten gelden, maar ook voor de afzetting van ruiterroutes. Dit ligt echter op het terrein van de overheid Schuilstal Er bestaat nog steeds discussie over de vraag of een schuilstal al dan niet noodzakelijk is. De ervaring leert dat een paard van nature uitstekend gewapend is tegen slecht weer. Slechts omwille van een (droge) ligplaats of vanwege bescherming tegen de zon zoeken paarden kortstondig beschutting. Uit onderzoek 2 is bovendien gebleken dat paarden, zelfs bij nat, koud en winderig weer het liefst buiten blijven en niet binnen op stal. Deze drang wordt nog versterkt als er buiten andere paarden aanwezig zijn. In de zomerperiode kan een schuilstal worden gebruikt om - met name indien weinig of geen bomen of struikgewas aanwezig zijn - bescherming te bieden tegen de zon Insecten en parasieten Paarden kunnen hinder ondervinden van insecten. Dit kan de gezondheid en daarmede ook het welzijn van een paard nadelig beïnvloeden. De KNHS is dan ook van oordeel dat een eigenaar de verantwoordelijkheid draagt om zijn of haar paard(en) zoveel mogelijk te beschermen tegen insecten. Daarbij kan worden gedacht aan het gebruik van vliegwerende middelen, het op een andere tijd in de wei zetten van het paard of het gebruik van een vliegendeken. Wellicht ten overvloede dient te worden opgemerkt dat het ene paard meer last van insecten ondervindt dan 2 Houden van dieren, Beleidsvoornemen dierenwelzijn van het Ministerie van LNV van oktober

16 het andere. Daarnaast dienen paarden regelmatig worden ontwormd. Elk paard heeft wormen. Bij een geringe besmetting leidt dit bijna nooit tot problemen. Bij een zware besmetting wordt de conditie en de gezondheid van het paard aangetast. De houder van paarden moet in overleg met zijn dierenarts een passende keuze voor de bestrijding van worminfecties maken Voeding Voor het welzijn van een paard is een goede voeding van grote betekenis. Onder de Nederlandse omstandigheden is overmatige voeding een groter gevaar dan ondervoeding. Veel paarden zijn (veel) te dik. Onder goede voeding voor een paard moet in ieder geval worden verstaan een rantsoen met voldoende goede kwaliteit ruwvoer. Het paard heeft een grote ruwvoerbehoefte en is onder natuurlijke omstandigheden uur per dag bezig zijn rantsoen bij elkaar te scharrelen. Dit knabbelen is essentieel voor zijn welbevinden en heeft een positief effect op het voorkomen van stalondeugden. Het toepassen van stro als bodembedekking verdient dan ook altijd de voorkeur, tenzij dit om andere redenen, zoals stofallergie of gevoeligheid voor verstoppingen, niet mogelijk is. Daarnaast dient een goede kwaliteit hooi of kuilvoer verstrekt te worden (tenminste 4-6 kg droge stof voor een paard, dat 500 kg weegt). Onder goede kwaliteit wordt onder meer verstaan vrij van overmatig stof en schimmels en vrij van giftige planten (bijvoorbeeld Jacobskruiskruid). De overheid kan geen verantwoordelijkheid dragen voor de verspreiding van het Jacobskruiskruid en de daardoor veroorzaakte ziekte bij dieren. De Minister van LNV heeft daarbij gewezen op de verantwoordelijkheid van grond- en diereneigenaren. De KNHS is echter enerzijds van oordeel dat het wel degelijk een taak is van de overheid om de verspreiding van het Jacobskruiskruid beheersbaar te houden en ter zake te handhaven. Dit bijvoorbeeld door ervoor zorg te dragen deze plant niet meer (structureel) in de bij de in de overheid in beheer zijnde gronden, waaronder bermen wordt ingezaaid. Anderzijds is de KNHS van oordeel dat zij een taak heeft om zorg te dragen voor een goede voorlichting aan haar leden. Bij een wat mindere kwaliteit of wat ouder ruwvoer, is het bijvoeren met een beperkte hoeveelheid goede kwaliteit krachtvoer (1-2 kg voor een 500 kg-paard) noodzakelijk om te zorgen dat de vitamine- en mineralenvoorziening voldoende is. Een paard in training zal een grotere energiebehoefte hebben en dus meer krachtvoer nodig hebben, maar dit mag niet ten koste gaan van een voldoende aanbod van ruwvoer, omdat dit laatste van essentieel belang is voor het welzijn van het paard. Daarbij dient de hoeveelheid en het soort voer in verhouding te staan tot de behoefte die het paard nodig heeft voor het leveren van de gevraagde arbeid of prestatie Cosmetische verzorging Voor het gebruik in de sport is het gebruikelijk het paard te toiletteren. In beginsel komt deze extra verzorging en aandacht het paard ten goede. Echter, sommige handelingen kunnen - al dan niet veroorzaakt door een gebrek aan kennis en ervaring - van invloed zijn op het welzijn van het paard. De KNHS is van oordeel dat (de afwezigheid van) cosmetische verzorging niet ten 16

17 koste mag gaan van het welzijn van het paard. Het afscheren van tastharen op de neus of rond de ogen, het uitscheren van de oren en het scheren van de vetlok zijn voorbeelden van cosmetische verzorging. Er bestaat binnen de paardensport discussie over de vraag of deze vormen van verzorging mogelijk positieve of negatieve effecten hebben op het welzijn. Zo vormen de tastharen ( tactile hairs, whiskers ) rond de mond en de ogen enerzijds voor het paard een hulpmiddel om stoten en verwonden te voorkomen. Anderzijds wordt ook gesteld dat een paard hinder van de tastharen kan ondervinden, bijvoorbeeld wanneer deze (verstrengeld) zitten onder het hoofdstel. Aangezien hier relatief weinig onderzoek naar is gedaan, dient - alvorens de KNHS hier een standpunt over kan innemen - de effecten van het verwijderen van tastharen eerst te worden onderzocht. De KNHS is van oordeel dat de haren aan de binnenzijde van de oorschelp niet moeten worden afgeschoren, omdat deze de uitwendige gehoorgang beschermen. Het is echter geen probleem als overmatig uitstekende haren worden afgeknipt. Scheren is voor veel paarden, die ook het in winterseizoen actief bewegen, noodzakelijk omdat zij anders veel te lang bezweet blijven. Het is echter van belang het scheerpatroon zorgvuldig te kiezen. Zo zullen sportpaarden vaak helemaal geschoren worden, maar is het verstandig bij paarden die veel in het terrein lopen de (onder)benen en eventueel het hoofd niet te scheren. Ook moet tevoren goed overdacht worden of de haren onder het zadel wel of niet geschoren moeten worden. Sommige paarden zijn na scheren veel gevoeliger voor het ontstaan van drukkingen. Bij zulke dieren is het verstandiger de zadelplaats niet mee te scheren. Het puntje van de vetlok dient, met name bij paarden die ook veelvuldig buiten lopen, niet te worden afgeschoren om ervoor zorg te dragen dat het regenwater goed kan aflopen en de kootholte voldoende wordt beschermd. Verondersteld wordt dat niet alle sportbeoefenaars beschikken over voldoende kennis en ervaring. Instructeurs zijn van essentieel belang om hun kennis en kunde over een goede en verantwoorde cosmetische verzorging over te dragen. Derhalve is dit onderwerp sinds drie jaren opgenomen in de lesstof van de instructeursopleidingen. 17

18 4 Het gebruik van paarden - algemeen 4.1 Inleiding Een van de kernpunten van de paardensport is, dat prestaties worden gevraagd van het paard. Hiermee is zoals ook de minister van LNV aangeeft niets mis. Het paard is immers een bewegingsdier. Bovendien kan verantwoorde beweging de mentale en fysieke gesteldheid van het paard optimaliseren. In het algemeen kan worden gesteld dat verantwoorde kracht en conditionele training van belang zijn om prestaties te verbeteren en blessures te voorkomen. Daarbij is het van groot belang dat de paardensporter voldoende kennis op een verantwoorde manier met het dier en de sport kan omgaan. In dit hoofdstuk zullen derhalve de volgende onderwerpen worden besproken: - Bevordering van kennis binnen de paardensport; - Adviezen bij de aankoop van een paard; - Couperen van staarten; - Fysieke gesteldheid van de ruiter; - Het gebruik van ongeoorloofde middelen; - Paarden in het verkeer; - Transport; - Voorlichting, bewustwording en kennisoverdracht. 4.2 Bevordering van kennis binnen de paardensport In het algemeen kan worden vastgesteld dat personen die, op welke wijze dan ook, de paardensport beoefenen dienen te beschikken over basiskennis betreffende het paard. Als een paard moet worden gereden, is kennis van trainingsleer bijvoorbeeld een vereiste. Middelen die absoluut paardonvriendelijk zijn, beginnen doorgaans waar de kennis en kunde ophouden. In een aantal gevallen worden problemen bijvoorbeeld niet door de onvolkomenheden en tekortkomingen van het paard maar door die van de paardensporter veroorzaakt. Gewerkt moet worden aan de verantwoordelijkheid van de individuele beoefenaar. Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat het voorgaande niet alleen geldt voor de paardensporter in wedstrijdverband maar ook voor diegene die de paardensport op een recreatieve wijze beoefent. Ook voor het maken van een buitenrit is het noodzakelijk om over basiskennis te beschikken, bijvoorbeeld op het gebied van kreupelheid, belasting van het paard, harnachement en (verantwoorde) opbouw van een rit. Wel moet een onderscheid worden gemaakt tussen het kennisniveau in de recreatiesport en de breedtesport en in de topsport. Topsporters zijn professioneel met hun sport bezig. Hun kennisniveau is in veel gevallen, mede door alle begeleiding, hoger dan het kennisniveau van de gemiddelde breedtesporter. Topsporters staan open voor verbeteringen in training en voeding, die het prestatieniveau kunnen verbeteren. Echter, de belangen in de topsport zijn ook veel groter. Door middel van humane en veterinaire controles op het gebruik van ongeoorloofde middelen en de inzet van dierenartsen en officials worden excessen voorkomen en bestreden. 18

19 De kennis van zaken rond trainingsmethoden groeit, maar dient meer aandacht te krijgen. De begeleiding tijdens topevenementen (zoals Europese en Wereldkampioenschappen en Olympische Spelen) wordt steeds verder geperfectioneerd en de controles geïntensiveerd omdat juist hier heel veel van het paard en de paardensporter wordt gevergd. De KNHS stelt vast dat niet iedere (actieve) paardensporter in Nederland beschikt over de benodigde fundamentele kennis op het gebied van paarden. Daarbij dient te worden opgemerkt dat het onwenselijk is dat het paard wordt gehumaniseerd. Een paard heeft nu eenmaal andere behoeften dan mensen en moet niet worden behandeld als een knuffeldier of mens. De KNHS is van oordeel dat een ieder die actief de paardensport beoefent over voldoende basiskennis dient te beschikken. De KNHS onderzoekt op welke wijze een systeem in de sport kan worden geïmplementeerd, waardoor de minimale kennis ten aanzien van de wijze van gebruik van het paard gewaarborgd wordt en waardoor de veiligheid van de paardensport en het welzijn van de paarden kunnen worden verbeterd. 4.3 Adviezen bij de aankoop van een paard Geconstateerd dient te worden dat niet alleen de paardensporter is veranderd maar het paard zelf ook een verandering heeft ondergaan in vergelijking tot enkele decennia geleden. Het is van groot belang om alvorens tot de aankoop van een pony of paard over te gaan eerst te bedenken voor welk doel het dier (voor recreatieve doeleinden of ten behoeve van de wedstrijdsport) wordt aangeschaft. De KNHS heeft een lijst met adviezen ontwikkeld, die als hulpmiddel bij de aanschaf van een paard kan worden gebruikt. On- en minder ervaren eigenaren doen er verstandig aan om zich bij de aankoop van een nieuw paard te laten bijstaan door een gediplomeerd instructeur en/of hun dierenarts. De KNHS zal een lijst met door haar opgeleide instructeurs toegankelijk maken voor de leden zodat een onafhankelijk advies eenvoudiger kan worden verkregen. De Groep Geneeskunde van het Paard heeft een lijst van Keuringsdierenartsen. 4.4 Couperen van staarten De Minister van LNV heeft in de Nota Dierenwelzijn de sector gevraagd haar verantwoordelijkheid te nemen en het couperen van paardenstaarten te beëindigen. De KNHS zal ervoor zorgdragen dat paarden, welke na 2004 zijn geboren en waarvan de staart is gecoupeerd, niet meer worden toegelaten in de wedstrijdsport tenzij er voor deze ingreep een diergeneeskundige noodzaak bestond. 4.5 Fysieke gesteldheid van de ruiter Overgewicht is een wereldwijd probleem. Ook in Nederland groeit het aantal mensen met overgewicht onrustbarend snel. Bijna de helft van de Nederlanders (twee keer zo veel als 25 jaar geleden) is te zwaar volgens recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek en dat aantal groeit nog steeds. Ook de KNHS erkent dat er sprake is van een maatschappelijk probleem, wat ook zijn uitwerking kan hebben in de paardensport. Er is echter nog niet wetenschappelijk aangetoond dat overgewicht (sec) invloed heeft op het welzijn van het paard. Wel is 19

20 in zijn algemeenheid aanvaard dat de grootte van het paard in verhouding moet staat tot de grootte en het gewicht van de berijder. De KNHS is wel van oordeel dat een beoefenaar van de paardensport in beginsel dient te beschikken over een basisconditie. Het begrip lichamelijke fitheid is een algemeen begrip en kan worden onderverdeeld in de volgende 5 onderdelen, te weten: uithoudingsvermogen, kracht, (reactie)snelheid, coördinatie en lenigheid. Met name in de hogere wedstrijdklassen, maar ook in diverse uithoudingsproeven wordt veel van de fysieke gesteldheid van de paarden geëist. In strijd hiermee is het accepteren van een remmende en dus welzijnsonvriendelijke factor voor het paard, in casu een slechte lichamelijke conditie van de ruiter/menner. Er bestaat een relatie tussen het welzijn van het paard en de conditie van de sportbeoefenaar. Gebrek aan coördinatie, flexibiliteit en meegaandheid van de ruiter (of een te groot gewicht ten opzichte van het paard) tijdens het gebruik van het paard kan tot ongewenste situaties leiden. Wanneer een ruiter bijvoorbeeld niet in staat is behoorlijk mee te gaan in een sprong, kan dat een klap in de rug van het paard tot gevolg hebben. Een oplossing dient te worden gezocht in het geven van waarschuwingen, en bij herhaling in het opleggen van een startverbod totdat is aangetoond dat het probleem is verholpen. De KNHS neemt dit op in haar opleidingen van instructeurs en officials. 4.6 Het gebruik van ongeoorloofde middelen De controle op ongeoorloofde middelen is een onderdeel van het welzijnsbeleid van de KNHS, met als doel de paardensport zuiver te houden, het welzijn van de paarden die worden uitgebracht op KNHS-wedstrijden te waarborgen en eerlijke concurrentie te bevorderen. Tijdens alle wedstrijden van de KNHS kunnen paarden op ongeoorloofde middelen worden gecontroleerd. Dit betekent dat iedere deelnemer aan een wedstrijd, ongeacht discipline of niveau, hiermee te maken kan krijgen. Natuurlijk moet wel een onderscheid worden gemaakt tussen humane doping en veterinaire doping. Humane doping wordt in het kader van deze nota echter niet behandeld. De lijst met ongeoorloofde middelen is in de paardensport vastgelegd in het Reglement Ongeoorloofde Middelen voor het Paard. De controle op ongeoorloofde middelen is een onderdeel van het welzijnsbeleid van de KNHS. De KNHS conformeert zich wat dit betreft aan de FEI, die een lijst met ongeoorloofde middelen heeft samengesteld en bijhoudt. De ongeoorloofde middelen zijn verdeeld in drie groepen, te weten: 1. Doping Hieronder vallen alle stoffen die het prestatievermogen van een paard kunnen beïnvloeden; maskerende stoffen; stoffen zonder algemeen erkende medicinale werking; stoffen die gewoon- 20

21 lijk worden voorgeschreven voor gebruik bij mensen, dan wel bij andere diersoorten dan het paard, en stoffen die het lichaam of delen daarvan over- of ongevoelig kunnen maken. 2. Medicatie Klasse A Hieronder van alle stoffen die het prestatievermogen van een paard mogelijk kunnen beïnvloeden (zoals pijnstillers, sedativa en stoffen die fysiologische of gedragsmatige effecten hebben). 3. Medicatie Klasse B Hieronder vallen alle stoffen die een beperkt prestatieverhogend effect kunnen hebben en/of stoffen waaraan het paard ongewild is blootgesteld, inclusief verontreinigingen afkomstig uit het rantsoen. Daarbij dient te worden opgemerkt dat de stoffen in de categorieën 2 en 3 doorgaans door het Bureau Diergeneesmiddelen van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen zijn goedgekeurd. Paarden, die een dergelijk middel toegediend hebben gekregen, mogen alleen tijdelijk niet worden uitgebracht op KNHS-wedstrijden. Voor de KNHS is het evident dat een goede veterinaire verzorging in het kader van het welzijn van het paard voorop staat. Wanneer sprake is van een definitieve positieve uitslag van een controle op ongeoorloofde middelen wordt door de KNHS opgave gedaan bij de Aanklager van de KNHS, die aangifte doet bij het KNHS Tuchtcollege. De controle op ongeoorloofde middelen is een significant onderdeel van het actieve welzijnsbeleid van de KNHS. Bij overtreding van het reglement wordt daarom niet voor een schikking of administratieve afhandeling gekozen, maar volgt altijd een tuchtrechtelijke procedure met in de meeste gevallen een mondelinge behandeling door een tuchtrechtelijk college. Op dit moment is het echter alleen mogelijk om aan de deelnemer een straf op te leggen. De KNHS neemt maatregelen om - in het kader van het welzijn van het paard en om de sport zuiver te houden - ook het paard gedurende een nader te noemen periode uit te sluiten van wedstrijden. Doelstelling is om het paard, nadat een positieve uitslag is verkregen, het paard evenals de deelnemer per direct voor een periode uit te sluiten van het deelnemen aan KNHSwedstrijden. Niet precies is vast te stellen op welke schaal er in Nederland ongeoorloofde middelen bij paarden worden gebruikt. Er wordt gemiddeld tweehonderd keer per jaar op het gebruik van ongeoorloofde middelen gecontroleerd, waarvan een klein percentage positief wordt bevonden. Daarbij is er met name sprake van een overtreding van categorie 2 of 3. Geconstateerd moet worden dat het Reglement Ongeoorloofde Middelen voor het Paard in de praktijk goed functioneert. De KNHS is echter van oordeel dat - ten behoeve van een adequate uitvoering van het beleid - het aantal controles dient te worden geïntensiveerd. Uit de wetsgeschiedenis van de Gwwd blijkt dat het de bedoeling van de wetgever was om de wedstrijden zo eerlijk mogelijk te laten verlopen. Gelet op deze doelstelling en gegeven het feit dat de overheid ook dopingcontroles in andere sectoren subsidieert, zou het wenselijk zijn als de overheid ook in de paardensport 21

22 bijdraagt in de kosten die deze verhoging van het aantal controles met zich meebrengt. Wellicht ten overvloede dient te worden opgemerkt dat de KNHS alleen bevoegd is om controles uit te voeren op officiële KNHS-wedstrijden. Dit geldt ook voor de controle op de naleving van het wedstrijdreglement. Door de KNHS kan geen toezicht worden gehouden op en dus ook geen verantwoordelijkheid worden aanvaard voor de zogenaamde wilde wedstrijden. Dit geldt overigens evenzo voor de veiligheidsaspecten op deze wedstrijden. De gemeenten dienen door de overheid erop te worden geattendeerd dit aspect bij een eventuele vergunningsaanvraag in de beoordeling te betrekken en zo mogelijk wilde wedstrijden te verbieden. 4.7 Paarden in het verkeer Ruiters en koetsiers, die zich op de openbare weg begeven, dienen zich te houden aan de geldende (verkeers)regels. Volgens artikel 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990) zijn ruiters en koetsiers bestuurders, net als bijvoorbeeld automobilisten, fietsers en vrachtwagenchauffeurs. Dit betekent dat zij gebruik moeten maken van de openbare weg en dezelfde rechten en plichten hebben als alle andere bestuurders. Ingevolge artikel 8 van het RVV 1990 behoren ruiters gebruik te maken van het ruiterpad. Zij gebruiken de berm of de rijbaan indien een ruiterpad ontbreekt. Veel ruiterpaden zijn niet gelegen langs de openbare weg. Dit houdt automatisch in dat wanneer de berm ontbreekt, de ruiter zich op de rijbaan moet begeven. In de praktijk kan dit gevaarlijke situaties opleveren. De afgelopen jaren is echter door de KNHS erin geïnvesteerd de overige weggebruikers te informeren over de wijze waarop zij met paarden in het verkeer om dienen te gaan. Zo is de KNHS in 2005 gestart met de verkeerscampagne Weet wat je doet als je een paard ontmoet. Met deze campagne heeft de KNHS alle weggebruikers bewust willen maken van het gedrag van paarden in het verkeer en heeft tips gegeven hoe te reageren als ze een paard tegenkomen op de openbare weg. Daarnaast heeft de KNHS in samenwerking met Veilig Verkeer Nederland een brochure ontwikkeld over paarden in het verkeer. In de brochure staat kort uitgelegd waarom andere weggebruikers rekening moeten houden met paarden en hoe ze dat kunnen doen. Echter, de KNHS is van oordeel dat het - om de veiligheid van de verkeersdeelnemers te vergroten - wenselijk zou zijn dat de ruiter en zijn paard en mogelijkerwijs ook de koetsier en zijn aanspanning waar mogelijk gebruik mogen maken van de fietspaden en/of voetpaden 3. Het bovenstaande houdt niet persé in dat de ruiter een status aparte in het verkeer moet krijgen. De veiligheid wordt voldoende gegarandeerd wanneer de ruiter zich mag begeven op paden waarvan het weggebruik nu exclusief is voorbehouden aan voetgangers en fietsers. 3 Hier kan een vergelijking worden gemaakt met het verkeersrecht in België. Daar mogen voetgangers, fietsers en ruiters op bepaalde wegen de ganse breedte van de weg gebruiken zolang ze het overige verkeer niet nodeloos belemmeren. Tevens zijn bepaalde wegen voorbehouden aan voetgangers, fietsers en ruiters. 22

Informatie controle middelen paard KNHS

Informatie controle middelen paard KNHS Informatie controle middelen paard KNHS 1 april 2009 Controle op aanwezigheid verboden middelen bij pony s/paarden tijdens KNHS-wedstrijden Op KNHS-wedstrijden in de diverse disciplines en op alle niveaus

Nadere informatie

Vastgesteld door de Ledenraad op 3 april 2014 inwerkingtreding op 23 mei 2014 Versie: 23 mei 2014

Vastgesteld door de Ledenraad op 3 april 2014 inwerkingtreding op 23 mei 2014 Versie: 23 mei 2014 Begripsbepalingen Vastgesteld door de Ledenraad op 3 april 2014 inwerkingtreding op 23 mei 2014 Versie: 23 mei 2014 Aangespannen sport Het in wedstrijdverband uitbrengen van Tuigpaarden, Hackneys en Tuigpaarden

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter, Directie Landbouw De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum DL. 2009/481 6 maart 2009 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag S-K-U dec. 07. Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Kamervragen 1 1 november 2007

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag S-K-U dec. 07. Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Kamervragen 1 1 november 2007 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag S-K-U-2819649 21

Nadere informatie

Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie

Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie Instructies Veterinaire Keuring Eventingwedstrijden (versie 2018) De veterinaire keuring bij eventingwedstrijden heeft tot doel de bescherming van het paard/de

Nadere informatie

DIERGENEESKUNDIGE VERKLARING

DIERGENEESKUNDIGE VERKLARING DIERGENEESKUNDIGE VERKLARING Op...dag...20..., omstreeks...uur, werd door mij: Naam dierenarts : Praktijkadres : Vestigingsplaats : Bent u de behandelend dierenarts van dit dier? - Ja - Nee Onderstaande

Nadere informatie

Controle wedstrijddocumenten Kennissheet

Controle wedstrijddocumenten Kennissheet Controle wedstrijddocumenten Kennissheet Update: maart 2014 Door: KNHS Accountmanagement i.s.m. KNHS Handhaving Startpas, Paardenpaspoort (vaccinaties en ponymetingen) Tijdens wedstrijden wordt gecontroleerd

Nadere informatie

Ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie t.a.v. Staatssecretaris H. Bleker Postbus 20401 2500 EK Den Haag. Geachte heer Bleker,

Ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie t.a.v. Staatssecretaris H. Bleker Postbus 20401 2500 EK Den Haag. Geachte heer Bleker, Retour: 3850CA125 Ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie t.a.v. Staatssecretaris H. Bleker Postbus 20401 2500 EK Den Haag Contact 06-19780475 info@sectorraadpaarden.nl Geachte heer Bleker, Graag

Nadere informatie

Toelichting op het paardenbesluit Januari 2011

Toelichting op het paardenbesluit Januari 2011 Toelichting op het paardenbesluit Januari 2011 Toelichting Algemeen: De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit heeft eind 2007 aangegeven wetgeving te overwegen als de paardensector niet

Nadere informatie

Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie

Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie Instructies veterinaire keuring samengestelde wedstrijden Knhs/GN Jan 2010 Pagina 1 van 7 INSTRUCTIES VETERINAIRE KEURING VAN PAARDEN EN PONY S BIJ EVENTING

Nadere informatie

Wijzigingen 2015 (Vet en onderstreept is nieuw, doorgehaalde tekst komt te vervallen)

Wijzigingen 2015 (Vet en onderstreept is nieuw, doorgehaalde tekst komt te vervallen) Wijzigingen 2015 (Vet en onderstreept is nieuw, doorgehaalde tekst komt te vervallen) Inleiding Om de sport zo goed en eerlijk mogelijk te laten verlopen hebben we met elkaar spelregels opgesteld. De KNHS

Nadere informatie

*PDOC01/206186* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

*PDOC01/206186* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Prins Clauslaan 8 Postbus 20401 2500 EK Den Haag www.rijksoverheid.nl/eleni

Nadere informatie

Aangepaste Paardensport

Aangepaste Paardensport Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie Aangepaste Paardensport Prima in te passen! Mogelijkheden voor paardensporters met een beperking Inhoudsopgave Onderwerp pagina Inleiding 5 1. Voor wie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 147 Besluit van 3 maart 2005, houdende wijziging van het Besluit biotechnologie bij dieren (Handelingen met betrekking tot dieren waar geen vergunning

Nadere informatie

in 2010 Voortgangsrapportage Plan van Aanpak Welzijn in de sector Paardenhouderij

in 2010 Voortgangsrapportage Plan van Aanpak Welzijn in de sector Paardenhouderij Voortgangsrapportage Plan van Aanpak Welzijn in de sector Paardenhouderij in 2010 Voortgangsrapportage Plan van Aanpak Welzijn in de sector Paardenhouderij 1 Inhoudsopgave INLEIDING... 3 HUISVESTING...

Nadere informatie

Dierenwelzijn. Overzicht maatregelen en sancties

Dierenwelzijn. Overzicht maatregelen en sancties Dierenwelzijn Overzicht maatregelen en sancties In deze tabel leest u enkele overtredingen die kunnen voorkomen op het gebied van dierenwelzijn en de maatregelen en sancties die wij daarop kunnen inzetten

Nadere informatie

Dierenwelzijn. Overzicht maatregelen en sancties

Dierenwelzijn. Overzicht maatregelen en sancties Dierenwelzijn Overzicht maatregelen en sancties In deze tabel leest u enkele overtredingen die kunnen voorkomen op het gebied van dierenwelzijn en de maatregelen en sancties die wij daarop kunnen inzetten

Nadere informatie

BESLUIT HOUDERS VAN DIEREN

BESLUIT HOUDERS VAN DIEREN BESLUIT HOUDERS VAN DIEREN (nieuwe wetgeving per 22 augustus 2014, die het honden en kattenbesluit van 1999 vervangt). Let op: dit is een persoonlijke opsomming en bewoording van het besluit, beperkt tot

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Agro en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

NBS Voorjaarsdag 2018 Besluit Houders Van Dieren & Welzijn. NBS voorjaarsdag , Besluit Houders Van Dieren

NBS Voorjaarsdag 2018 Besluit Houders Van Dieren & Welzijn. NBS voorjaarsdag , Besluit Houders Van Dieren NBS Voorjaarsdag 2018 Besluit Houders Van Dieren & Welzijn Nut en Urgentie Waarom een presentatie over dit besluit? Het op een verantwoorde manier omgaan met het houden en fokken en tentoonstellen van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 500 Wet van 12 september 1996 tot wijziging van de Wet op de dierproeven Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van

Nadere informatie

ADVIES OVERSTEEKPLAATSEN DEN HAAG

ADVIES OVERSTEEKPLAATSEN DEN HAAG ADVIES OVERSTEEKPLAATSEN DEN HAAG Den Haag, december 2009 Voorall Van Diemenstraat 196 2518 VH Den Haag 070 365 52 88 info@voorall.nl www.voorall.nl Inleiding Voor een groot deel van de bevolking kan het

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5289 6 april 2010 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 26 maart 2010, nr. 115877, houdende

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2006 2007 A 31 026 Protocol van wijziging van de Europese Overeenkomst inzake de bescherming van landbouwhuisdieren; Straatsburg, 6 februari 1992 (Trb. 2006, 253) Nr. 1

Nadere informatie

Regeling agressieve dieren

Regeling agressieve dieren Regeling agressieve dieren De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Gelet op artikel 73 en artikel 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Stb. 1992, 585); (zie onderaan

Nadere informatie

Veelgestelde vragen Dichterbij de Paardensporter April 2014

Veelgestelde vragen Dichterbij de Paardensporter April 2014 1. Wat houdt het project Dichterbij de Paardensporter in? Wij willen als paardensportbond toegankelijker zijn voor onze leden. Door het reduceren van een flink aantal commissies en het instellen van discipline

Nadere informatie

Wijzen op welzijn. Het belang van objectiveren van welzijnsrisico s door erfelijke aandoeningen en/of schadelijke raskenmerken

Wijzen op welzijn. Het belang van objectiveren van welzijnsrisico s door erfelijke aandoeningen en/of schadelijke raskenmerken Wijzen op welzijn Het belang van objectiveren van welzijnsrisico s door erfelijke aandoeningen en/of schadelijke raskenmerken Dr. Marjan AE van Hagen & Dr. Claudia M. Vinke Richtlijn Veterinair handelen

Nadere informatie

Voorstel: Type voorstel: [X] Kaderstellend G Controlerend D Rest

Voorstel: Type voorstel: [X] Kaderstellend G Controlerend D Rest Gemeente eente 1 j] /l Eergen Berc op Zoom --......,,!«! muf (HU RVB07-0048 Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Programmanaam en nummer : Initiatiefvoorstel D66-fractie Voorkomen van aantasting van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 12 Besluit van 14 december 2009, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding en van het Warenwetbesluit bestuurlijke

Nadere informatie

(PAARDEN-) ASIELEN, IN BESLAGNAME EN OPVANG IN VLAANDEREN: REGELGEVING KARLIEN DE PAEPE - DIENST DIERENWELZIJN

(PAARDEN-) ASIELEN, IN BESLAGNAME EN OPVANG IN VLAANDEREN: REGELGEVING KARLIEN DE PAEPE - DIENST DIERENWELZIJN (PAARDEN-) ASIELEN, IN BESLAGNAME EN OPVANG IN VLAANDEREN: REGELGEVING KARLIEN DE PAEPE - DIENST DIERENWELZIJN 2 (Paarden-) asielen, in beslagname en opvang in Vlaanderen: Regelgeving Karlien De Paepe

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Integraal dierenwelzijnsbeleid

gemeente Eindhoven Integraal dierenwelzijnsbeleid gemeente Eindhoven Mens & Maatschappij, Staf Inboeknummer 11bst00449 Beslisdatum B&W 12 april 2011 Dossiernummer 11.15.552 Raadsvoorstel Integraal dierenwelzijnsbeleid Inleiding Wethouder Scholten heeft

Nadere informatie

Overdracht College-Raad. Voorgesteld besluit raad

Overdracht College-Raad. Voorgesteld besluit raad Overdracht College-Raad Datum 9 november 2017 onderwerp Beantwoording motie fracties GroenLinks, D66 en CDA Zwolle over roofvogelshows in Zwolle portefeuillehouder Michiel van Willigen informant Zee, Iris

Nadere informatie

KNHS Kampioenschappen Samengesteld L,M,Z Paarden 2011

KNHS Kampioenschappen Samengesteld L,M,Z Paarden 2011 Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie Vraagprogramma KNHS Kampioenschappen Samengesteld L,M,Z Paarden 2011 Data: vrijdag 28 en zaterdag 29 oktober 2011 Plaats: Barchem Organisatie: Stichting

Nadere informatie

Paard. Equus caballus. www.licg.nl. Serie zoogdieren

Paard. Equus caballus. www.licg.nl. Serie zoogdieren Serie zoogdieren Paard Equus caballus Er zijn meer dan 200 paarden- en ponyrassen, die verschillen in karakter, lichaamsbouw, kleur en (sport)mogelijkheden. Grofweg zijn de rassen te verdelen in pony s

Nadere informatie

Het GLB en dierenwelzijn: hoge normen in de EU

Het GLB en dierenwelzijn: hoge normen in de EU Het GLB en dierenwelzijn: hoge normen in de EU De Europese Unie mikt hoog Europese Commissie Landbouw en plattelandsontwikkeling Bijdrage van het landbouwbeleid Het GLB biedt landbouwers een aantal stimuli

Nadere informatie

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : PRI 381 Houden van runderen (behalve vetmesten kalveren), schapen en geiten, gekweekt tweehoevig wild en

Nadere informatie

Algemeen Wedstrijdreglement 2015

Algemeen Wedstrijdreglement 2015 Algemeen Wedstrijdreglement 2015 Versie 2011, met wijzigingen 2012, 2013, 2014 en 2015 verwerkt Ingangsdatum 1 april 2015 Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie De Beek 125, 3852 PL Ermelo Postbus

Nadere informatie

KNHS ZEELAND AMBITIE, FOCUS, PRAKTIJK, BEWAKEN EN COMMUNICATIE VAN 2014-2017

KNHS ZEELAND AMBITIE, FOCUS, PRAKTIJK, BEWAKEN EN COMMUNICATIE VAN 2014-2017 KNHS ZEELAND AMBITIE, FOCUS, PRAKTIJK, BEWAKEN EN COMMUNICATIE VAN 2014-2017 Thuis in Zeeland Aktieve, brede paardensport beoefening De KNHS heeft op nationaal niveau 2 jaar gewerkt aan haar herstructurering

Nadere informatie

PRI 3078 Houden van kalveren (vetmesten) - Dierenwelzijn [3078] v2

PRI 3078 Houden van kalveren (vetmesten) - Dierenwelzijn [3078] v2 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : PRI 378 Houden van kalveren (vetmesten) - Dierenwelzijn [378] v2 C : conform NC : niet-conform NA : niet

Nadere informatie

ECGR/U200901131 Lbr. 09/081

ECGR/U200901131 Lbr. 09/081 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 Betreft Gemeentelijk optreden bij incidenten met honden naar aanleiding intrekking RAD uw kenmerk ons kenmerk ECGR/U200901131

Nadere informatie

Interne gedragscode voor patiënten- en gehandicaptenorganisaties

Interne gedragscode voor patiënten- en gehandicaptenorganisaties Interne gedragscode voor patiënten- en gehandicaptenorganisaties Wat is een interne gedragscode? Een gedragscode beschrijft expliciet de gedragsnormen en regels voor medewerkers (inclusief vrijwilligers

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.707/3 van 18 januari 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 12 maart 1999

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 487 Besluit van 1 december 2014, houdende wijziging van het Besluit medische hulpmiddelen in verband met een verbod op de toepassing van permanente

Nadere informatie

DPA 2098 BESCHERMING EN WELZIJN VAN KALVEREN IN KALVERHOUDERIJEN [2098] v5

DPA 2098 BESCHERMING EN WELZIJN VAN KALVEREN IN KALVERHOUDERIJEN [2098] v5 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator : Adres :... N uniek......... DPA 2098 BESCHERMING EN WELZIJN VAN KALVEREN IN KALVERHOUDERIJEN [2098] v5 C : conform

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 224 Wet van 11 mei 2007, houdende wijziging van de voorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten Wij Beatrix,

Nadere informatie

Statuut van Onafhankelijkheid

Statuut van Onafhankelijkheid Statuut van Onafhankelijkheid Zoals laatstelijk gewijzigd en vastgesteld door het bestuur van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs ingevolge artikel 6 lid 2 en artikel 12 lid 3 van de statuten van

Nadere informatie

Niveau s van de sportlessen

Niveau s van de sportlessen Niveau s van de sportlessen De indeling van de sportlessen gebeurt op de volgende manier. Op het einde van het seizoen komt er dan een beoordeling van de lesgevers om te zien naar welk niveau je kan overgaan.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 411 esluit van 9 oktober 2013, houdende wijziging van diverse besluiten betreffende veterinaire aangelegenheden 0 Wij Willem-lexander, bij de

Nadere informatie

Staat van het Dier. Drs. Henny van Rij

Staat van het Dier. Drs. Henny van Rij Staat van het Dier Drs. Henny van Rij Inhoud presentatie 1.Morele status van het dier 2.Nota Dierenwelzijn 3.Staat van het dier 4.Toekomst 3 Morele status van het dier: t/m 17e eeuw Dieren moreel niet

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT RIJVERENIGING NIENOORD. Inhoudsopgave. Artikel 1 : Algemene bepalingen

HUISHOUDELIJK REGLEMENT RIJVERENIGING NIENOORD. Inhoudsopgave. Artikel 1 : Algemene bepalingen HUISHOUDELIJK REGLEMENT RIJVERENIGING NIENOORD Inhoudsopgave Artikel 1 : Algemene bepalingen Artikel 2 : Aanmelding en toelating tot het lidmaatschap Artikel 3 : Categorieën van leden Artikel 4 : Categorieën

Nadere informatie

CURSUS PAARDENVERZORGING

CURSUS PAARDENVERZORGING CURSUS PAARDENVERZORGING WWW.I-LEARNING.BE HUISVESTING Paarden in het wild trekken heel hun leven rond opzoek naar voedsel. Gedomesticeerde paarden kunnen dit niet. Ze staan ofwel op stal, ofwel op een

Nadere informatie

BIJLAGE IIIb: VOORSCHRIFTEN LEGEINDBEDRIJVEN, KOOIHUISVESTING (BEHORENDE BIJ BIJLAGE 1 VOORSCHRIFTEN IKB EI)

BIJLAGE IIIb: VOORSCHRIFTEN LEGEINDBEDRIJVEN, KOOIHUISVESTING (BEHORENDE BIJ BIJLAGE 1 VOORSCHRIFTEN IKB EI) BIJLAGE IIIb: VOORSCHRIFTEN LEGEINBERIJVEN, KOOIHUISVESTING (BEHORENE BIJ BIJLAGE 1 VOORSCHRIFTEN IKB EI) Geldend voor bedrijven met kooihuisvesting Inhoud Wilt u direct naar een bepaald onderdeel van

Nadere informatie

Degene die het project en de dierproef opzet. Wet van 12 januari 1977, houdende regelen met betrekking tot het verrichten van proeven op dieren

Degene die het project en de dierproef opzet. Wet van 12 januari 1977, houdende regelen met betrekking tot het verrichten van proeven op dieren Degene die het project en de dierproef opzet Wet van 12 januari 1977, houdende regelen met betrekking tot het verrichten van proeven op dieren 3. Dierproeven en projecten Artikel 9 Het is verboden een

Nadere informatie

KNSB Toetsplan schaatsleider niveau 2

KNSB Toetsplan schaatsleider niveau 2 KNSB Toetsplan schaatsleider niveau 2 Dit toetsplan en de bijbehorende PVB-beschrijvingen zijn vastgesteld door de toetsingscommissie op 15 juni 2012. Af te leggen proeven van bekwaamheid (PVB) om voor

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet houdende de wijziging van artikel 19 van de Wet

Nadere informatie

. LANDELIJKE RUITER EN PONYCLUB "RHOON & OMSTREKEN" Het betreden van het terrein geschiedt geheel op eigen risico.

. LANDELIJKE RUITER EN PONYCLUB RHOON & OMSTREKEN Het betreden van het terrein geschiedt geheel op eigen risico. . LANDELIJKE RUITER EN PONYCLUB "RHOON & OMSTREKEN" OPGERICHT 1972 AANGESLOTEN BIJ DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE HIPPISCHE SPORTFEDERATIE Algemene bepalingen van LR & PC Rhoon en Omstreken Artikel 1.Terrein

Nadere informatie

53e IICH Groningen Zuidbroek

53e IICH Groningen Zuidbroek ZUIDBROEK Stichting Ruitersport Noord Nederland (V30156) 21-12-2014-10-1-2015 Fred Schutter VP0054694 06-15514706 Status: Goedgekeurd info@iichgroningen.nl Datum goedgekeurd: 14-10-2014 www.iichgroningen.nl

Nadere informatie

Verordening Handhaving Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Krimpen aan den IJssel 2017

Verordening Handhaving Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Krimpen aan den IJssel 2017 Verordening Handhaving Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Krimpen aan den IJssel 2017 De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Verwilderde paarden, zoals we die ook nu nog kennen, vormen kleine hiërarchische groepen. Hier zien we drie soorten in:

Verwilderde paarden, zoals we die ook nu nog kennen, vormen kleine hiërarchische groepen. Hier zien we drie soorten in: Lezing Machteld van Dierendonck Op dinsdagavond 25 oktober 2016 gaf klinisch etholoog Machteld van Dierendonck een hele interessante lezing over gedrag en welzijn op De Paardenkamp. Hieronder een verslag.

Nadere informatie

Het ontwapenen van kippen

Het ontwapenen van kippen Het ontwapenen van kippen Voorzorgsprincipe dierenwelzijn Wouter Wytynck Boerenbond Dierenwelzijn Dierenwelzijn wordt getoetst aan vijf vrijheden: - Vrij van honger en dorst - Vrij van ongemak - Vrij van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 973 Wijziging van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 (verhoging maximaal bedrag tuchtrechtelijke boete en wijziging samenstellingseisen

Nadere informatie

Verslag bevindingen (intern) onderzoek Endurance (schending paardenwelzijn, reglementen)

Verslag bevindingen (intern) onderzoek Endurance (schending paardenwelzijn, reglementen) Verslag bevindingen (intern) onderzoek Endurance (schending paardenwelzijn, reglementen) Datum: 6 mei 2015 Van: mr. Angela Coppelmans (Aanklager Tuchtcollege KNHS), in samenwerking met de heer A. J. van

Nadere informatie

Bijlage 3. Toelichting en procedures sanctiemiddelen

Bijlage 3. Toelichting en procedures sanctiemiddelen Bijlage 3 Toelichting en procedures sanctiemiddelen 1. Aanwijzing Grond : het niet voldoen aan de voorschriften van hoofdstuk 3, paragrafen 2 en 3 van de Wet Kinderopvang. Wettelijke basis : artikel 65,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 497 Besluit van 20 augustus 2004, houdende wijziging van het Besluit bescherming tegen Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet houdende de wijziging van artikel 19 van de Wet

Nadere informatie

Reglement Licenties Hippische Instructie en Officials

Reglement Licenties Hippische Instructie en Officials Reglement Licenties Hippische Instructie en Officials Inleiding De Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (KNHS) hanteert een licentiesysteem voor instructeurs en officials in de paardensport.

Nadere informatie

Welzijn:the animal point of view. Winny Weinbeck, Tinley gedragstherapeute voor papegaai

Welzijn:the animal point of view. Winny Weinbeck, Tinley gedragstherapeute voor papegaai Welzijn:the animal point of view Winny Weinbeck, Tinley gedragstherapeute voor papegaai Welzijn Dierenwelzijn is een complex begrip dat zowel het fysieke welzijn als het geestelijk welzijn omvat (Brambell

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 429 Besluit van 23 september 1999, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen en van het Warenwetbesluit

Nadere informatie

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN Tekst zoals deze geldt op 22 januari 2010 WET van 15 januari 1970, houdende regelen met betrekking tot medische hulpmiddelen WIJ JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Huisvestingssystemen

Huisvestingssystemen Huisvestingssystemen Joyce de Hoogh Studente Hogeschool HAS Den Bosch Geschiedenis van het paard Paarden zijn van oorsprong steppedieren, die leven in groepsverband. Van nature zijn zij in staat lage temperaturen

Nadere informatie

ZIJN HUISDIEREN HET KIND VAN DE REKENING?

ZIJN HUISDIEREN HET KIND VAN DE REKENING? Symposium PVH, 6 april 2013 ZIJN HUISDIEREN HET KIND VAN DE REKENING? Léon Ripmeester, juridisch beleidsmedewerker INHOUD 1. Huisdierbezit niet vrijblijvend 2. Positie dierenartsen 3. Dier als eigendom

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Onderwijs Gezondheidszorg Paard Practicum Diergeneeskunde

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Onderwijs Gezondheidszorg Paard Practicum Diergeneeskunde Niet-technische samenvatting 2016386 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Praktisch onderwijs paard t.b.v. studenten Diergeneeskunde 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 5

Nadere informatie

Voorwaarden Topsportverenigingen

Voorwaarden Topsportverenigingen Voorwaarden Topsportverenigingen Inleiding Reeds in het Meerjarenplan 2009-2012 Kiezen voor de toekomst wordt de loopbaan naar topschutter beschreven. Bij de wedstrijdschutter met topsportambitie en de

Nadere informatie

Algemene voorwaarden KWPN-aanlegonderzoek. Definities

Algemene voorwaarden KWPN-aanlegonderzoek. Definities Algemene voorwaarden KWPN-aanlegonderzoek Definities 1. KWPN: Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek Nederland te Ermelo aan de Beek 119, verder te noemen KWPN. 2. Opdrachtgever: De natuurlijke personen,

Nadere informatie

Welzijn en Veiligheid Paard principes en praktijk

Welzijn en Veiligheid Paard principes en praktijk Equus Research & Therapy Welzijn en Veiligheid Paard principes en praktijk Dr. Machteld van Dierendonck gem DW 2009 1 Dr. Machteld van Dierendonck Klinisch Etholoog Expert in gedrag paardachtigen (half)

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Agro Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

Statusreglement Topsporters

Statusreglement Topsporters Statusreglement Topsporters - Vastgesteld in de Algemene Vergadering van NOC*NSF d.d. 9 mei 2016 - Inwerkingtreding op 1 januari 2017 Considerans In dit reglement worden de procedure en criteria beschreven

Nadere informatie

Standpuntbepaling inzake de duurzame aankoop van eieren

Standpuntbepaling inzake de duurzame aankoop van eieren Standpuntbepaling inzake de duurzame aankoop van eieren Inhoudstabel 1. Onze visie...3 2. Ons doel...4 3. Ons standpunt...5 3.1. Verantwoordelijke assortimentssamenstelling 5 3.2. Herkomst, transparantie

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2. Trainers

HOOFDSTUK 2. Trainers HOOFDSTUK 2. Trainers 1. Definitie. Wordt als trainer aanzien, hij die van de Jockey Club de toelating gekregen heeft om de training van galoprenpaarden te leiden. 2. Algemene voorschriften. a. Alle paarden

Nadere informatie

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Paragraaf 1 Algemene bepalingen Reglement Alcohol bij Korfbalvereniging Groen- Geel Preambule In overweging nemende dat: - sportverenigingen op basis van de Drank- en Horecawet dienen te beschikken over een bestuursreglement; - in dit

Nadere informatie

Algemeen Wedstrijdreglement

Algemeen Wedstrijdreglement Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie Algemeen Wedstrijdreglement Versie 2011 met wijzigingen 2012 verwerkt. Ingangsdatum 1 april 2012 Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie De Beek

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7796 20 maart 2015 Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 17 maart 2015, nr. IenM/BSK-2015/51943, houdende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 286 Dierenwelzijn Nr. 3 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, NATUUR- BEHEER EN VISSERIJ Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25

23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25 23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25 VERORDENING (EU) Nr. 284/2011 VAN DE COMMISSIE van 22 maart 2011 tot vaststelling van specifieke voorwaarden en gedetailleerde procedures voor de invoer

Nadere informatie

OPEN NEDERLANDS KAMPIOENSCHAP REINING 2015

OPEN NEDERLANDS KAMPIOENSCHAP REINING 2015 OPEN NEDERLANDS KAMPIOENSCHAP REINING 2015 Wedstrijdbepalingen (vraagprogramma) SCHIJNDEL 13 JUNI 2015 1 Algemene informatie 1.1 Type evenement Open Nederlands Kampioenschap Reining 2015 1.2 Wedstrijd

Nadere informatie

Reglementen: REGLEMENT Q, BEROEPSCODE (september 2013)

Reglementen: REGLEMENT Q, BEROEPSCODE (september 2013) Colofon Dit reglement is een uitgave van: Koninklijke Nederlandse Zwembond Coltbaan 1-19 3439 NG Nieuwegein Voor meer informatie kunt u terecht bij: Website: www.knzb.nl Telefoon: 088-1348600 Email: reglementen@knzb.nl

Nadere informatie

onderzoeksopzet handhaving

onderzoeksopzet handhaving onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10925 14 juli 2010 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 8 juli 2010, nr. 142107, houdende

Nadere informatie

Reglement Alcohol in sportkantines december 2011

Reglement Alcohol in sportkantines december 2011 Reglement Alcohol in sportkantines december 2011 Preambule In overweging nemende dat: sportverenigingen op basis van de Drank- en Horecawet dienen te beschikken over een alcoholreglement; in dit verband

Nadere informatie

4204 REGELING INCIDENTEN KREDIETINSTELLINGEN EN VERZEKERAARS NEDERLANDSE STAATSCOURANT VAN 23 DECEMBER 2003 NR 248

4204 REGELING INCIDENTEN KREDIETINSTELLINGEN EN VERZEKERAARS NEDERLANDSE STAATSCOURANT VAN 23 DECEMBER 2003 NR 248 4204 REGELING INCIDENTEN KREDIETINSTELLINGEN EN VERZEKERAARS NEDERLANDSE STAATSCOURANT VAN 23 DECEMBER 2003 NR 248 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. en de Pensioen- & Verzekeringskamer ingevolge

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 533 Besluit van 30 november 2009, houdende wijziging van het Warenwetbesluit algemene chemische produktveiligheid in verband met verordening

Nadere informatie

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, HANDELENDE IN OVEREENSTEMMING MET DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, HANDELENDE IN OVEREENSTEMMING MET DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 16 december 2009, nr. 99604, houdende wijziging van de Regeling tijdelijke maatregelen

Nadere informatie

Aanvragen startpassen (in 2016)

Aanvragen startpassen (in 2016) Met ingang van 1 januari 2016 kunnen ruiters die via een FNRS-manege lid zijn van de KNHS een startpas aanvragen. Hiermee biedt u uw ruiters de mogelijkheid om deel te nemen aan de KNHS-wedstrijdsport

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 230 Besluit van 18 mei 2009, houdende wijziging van het Besluit afbreking zwangerschap (vaststelling duur zwangerschap) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 18 juli 2013 houdende regels over de aanleg, het beheer en het onderhoud van spoorwegen en de daarbij behorende infrastructuur, alsmede over

Nadere informatie

MANEGENIEUWS. In dit nummer: Ponyweekend

MANEGENIEUWS. In dit nummer: Ponyweekend Manege De Eilandruiters 1 oktober 2017 Editie 1, Nr. 3 MANEGENIEUWS Ponyweekend 22/23/24 September was het ponyweekend met dit jaar circus als thema. Er waren een speurtocht en buitenrit georganiseerd,

Nadere informatie

gearchiveerd op 04/07/2008

gearchiveerd op 04/07/2008 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :...... DPA 221 Dierenwelzijn: legkippen in batterij [221] v4 C : conform NC : niet-conform NA

Nadere informatie

Stuknummer: AM 2.07041. GSMfcfcNTE DEN HELDER in :- i

Stuknummer: AM 2.07041. GSMfcfcNTE DEN HELDER in :- i Stuknummer: AM 2.07041 voor GSMfcfcNTE DEN HELDER in :- J U 2 2 i Gemeente Den Helder T.a.v. Gemeenteraad Postbus 36 1780 AA Den Helder WERKGROEP ë Purmerend, 24 juli 2012 Betreft: kamelenrace tijdens

Nadere informatie