Doorkiesnummer (040) / (0570)

Transcriptie

1 B08590 CfasvKi+e 1 nu?b!0 Gemeente Lingewaard Afd. Bouwen en wonen T.a.v. mevrouw G.M. Brandsma Postbus AA BEMMEL Datum 26 oktober 2010 Ons kenmerk TOLTO 10.B Revisie 1 Doorkiesnummer (040) / (0570) Uw kenmerk Asset Tracébeheer Oost Postbus AD Deventer Zutphenseweg of Postbus AH Eindhoven Larixplein 5-6 T (0570) of (040) F (0570) of (040) j.j.j.kemper@gasunie.nl BTW NL B01 Handelsregister Groningen Dossiernummer Onderwerp Plaatsgebonden risicoberekening gastransportleidingen in de nabijheid van het bouwplan voor woningen nabij de Zahnstraat te Angeren en de invloed ervan op het groepsrisico. Geachte mevrouw Brandsma, n antwoord op uw brief van 16 juni 2010 m.b.t. het bouwplan voor woningen in het plangebied nabij de Zahnstraat te Angeren deel ik u het volgende mee: Minimumbebouwingsafstand conform Circulaire VROM uit 1984 "zonering langs hoge druk aardgastransportleidingen": n onderstaande tabel staan volgens onze interpretatie de toetsingsafstand en de minimum bebouwingsafstanden voor de betrokken hoge druk aardgastransportleidingen aangegeven: Diameter Ontwerpfactor Toetsingsafstand Gebiedsklasse 1 (incidentele bebouwing) Gebiedsklasse 2 (bijzondere objecten categorie ) Gebiedsklasse 3 (Woonwijken, recreatie- en industrieterreinen) Gebiedsklasse 4 (Flatgebouwen en bijzondere objecten categorie A " 0, A "/42" 0,65/0,65 11/ 130 meter 11/ 130 meter 11/ 130 meter A " 0, meter 50 meter 50 meter Blad 1 van 1

2 Crasun+e Datum: 26 oktober 2010 Ons kenmerk:tolto 10.B.1551 Revisie 1 Het ministerie van VROM heeft nieuwe regelgeving m.b.t. zonering rondom hoge druk aardgastransportleidingen in voorbereiding. Deze circulaire zal waarschijnlijk o.a. inhouden dat voor alle nieuw ontstane situaties (nieuwe leidingen of nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare bestemmingen) ter plaatse van de bebouwing het plaatsgebonden risico de waarde van 10" 6 per jaar niet mag overstijgen. Plaatsgebonden risico: Onderstaand stuur ik u de 10" 6 per jaar plaatsgebonden risicocontour voor de gastransportleiding A-505. A-507 en A-663 ten behoeve van het bouwplan voor woningen nabij de Zahnstraat te Angeren. De berekening van de risicocontour is conform CPR-18E [1] uitgevoerd met PPESAFE, een door de overheid goedgekeurd softwarepakket voor het uitvoeren van risicoberekeningen aan aardgastransportleidingen [2]. Uitgangspunten bij de berekening risicocontouren De risicocontour is berekend op basis van actuele leidingparameters. Deze parameters kunnen langs de leiding variëren (zie Tabel 1), waardoor ook de 10" 6 per jaar plaatsgebonden risicoafstand langs de leiding varieert. Tabel 1 Parameterwaarden van de leidingen Parameter A-505 A-507 A-663 Diameter [mm] 36" (914 mm) Ontwerpdruk [barg] 66,2 bar * van de in figuur 1 zichtbare leidingdelen 42" (1067 mm) 66,2 bar 48" (1219 mm) 79,9 bar Bij de berekening zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd [3]: De faalfrequentie is gebaseerd op schade door derden. Falen door corrosie wordt voldoende ondervangen in het zorgsysteem van Gasunie en de inspectie daarop door de overheid; in overleg met het ministerie van VROM wordt falen door corrosie daarom niet meegenomen bij de bepaling van de faalfrequentie van de leidingen; De faalfrequentie als gevolg van schade door derden is gecorrigeerd met de volgende reductiefactoren: o 2,5 als gevolg van de wettelijke grondroerdersregeling (WON); o 1,2 voor recent ingevoerde maatregelen bij de afhandeling van KLC meldingen; o 2,8 als gevolg van een dalende trend in leidingbreuken; n de risicoberekening is rekening gehouden met directe ontsteking (75%) en ontsteking na 120 seconden (25%); n de risicoberekening is rekening gehouden met de uit casuïstiek verkregen ontstekingskansen die diameter- en druk afhankelijk zijn, waarbij een opslag van 10% voor indirecte ontsteking bij RTL leidingen is toegepast. Blad 2 van 2

3 ge5vh*h Datum: 26 oktober 2010 Ons kenmerk:tolto 10.B.1551Revisie 1 Risicocontour De 10" 6 per jaar plaatsgebonden risicocontour [bij parallelle leidingen: "van de leiding met de grootste PR-contour"] is afgebeeld in Figuur 1. Op locaties waar geen contour rondom de leiding zichtbaar is, ligt de 10" 6 per jaar plaatsgebonden risicoafstand op 0 meter van de leiding. n die gevallen is de minimaal aan te houden afstand van bouwwerken tot de leiding. Opmerking: Voor de nieuwe leiding A663 staat de PR-contour van 10 e -6/jaar nog niet in figuur 1 aangegeven. Echter ik kan u meedelen dat deze leiding zodanig is geconstrueerd, dat de PRcontour voor deze leiding overal 0 meter bedraagt, oftewel de aan te houden minimum afstand voor bouwwerken is voor deze leiding. Figuur 1. Plaatsgebonden risicocontour voor de A-505 en A-507 HTL leiding (66,2-80 bar) RTL leiding (25-40 bar) Contour waar PR > 10" 6 en PR < 10" 5 b ry*&/ Blad 3van 3

4 gasunie Datum: 26 oktober 2010 Ons kenmerk:tolto 10.B.1551 Revisie 1 Referenties [1] Committee for the Prevention of Disasters, Guidelines for Quantitative Risk Assessment, CPR18E, 1999 [2] Toepasbaarheid van PPESAFE voor risicoberekeningen van aardgastransportleidingen, ministerie van VROM,VROM DGM/SVS/ , 10 juli 2000 [3] RVM rapport: /2008 "Achtergronden bij de vervanging van zoneringsafstanden hoge druk aardgasleidingen van de " Groepsrisico: De zone (inventarisatiezone) waarbinnen door toename van het aantal kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten het groepsrisico zal toenemen is voor de bestaande hoge druk aardgastransportleidingen (A-505 en A-507) als een grijze band (1% letaliteitgrens) in figuur 1 aangegeven. De gele band is de 100% letaliteitgrens. Het bouwplan voor de woningen nabij de Zahnstraat te Angeren valt net buiten de 1% letaliteitgrens van de bestaande leidingen. Echter de inventarisatiezone (1% letaliteitgrens) voor de nieuwe hoge druk aardgastransportleiding bedraagt 580 meter. De 100% letaliteitgrens voor deze leiding is 220 meter. Het bouwplan voor de woningen nabij de Zahnstraat te Angeren ligt ongeveer op een afstand van 500 meter tot deze hoge druk aardgastransportleiding. Dit is ruim buiten de 100% letaliteitgrens, maar nog net binnen de 1% letaliteitgrens. Om de volgende redenen zal het groepsrisico nauwelijks toenemen en is ons inziens een groepsrisicoberekening niet noodzakelijk: Het bouwplan ligt ver buiten de 100% letaliteitgrens en net binnen de 1% letaliteitgrens. Het bouwplan omvat slechts 9 woningen De nieuwe hoge druk aardgastransportleiding wordt of is daar binnen de inventariseringzone met een gestuurde boring aangelegd, waardoor deze leiding op een aanzienlijke diepte ligt. Aangezien de gemeente als bevoegd gezag verantwoording moet afleggen voor het groepsrisico, ligt de beslissing voor het maken van een groepsrisicoberekening bij de gemeente. Mocht u daarom toch een groepsrisicoberekening willen laten uitvoeren, dan zullen wij deze voor u uitvoeren, nadat wij van u daartoe de benodigde omgevingsdata hebben ontvangen. Deze data dienen volledig en exact in de lay-out worden aangeleverd, zoals is aangegeven in het bijgaande document "Eisen omgevingsdata in het kader van groepsrisicoberekeningen bij ruimtelijke ontwikkeling, revisie 4". Nadat de data door ons zijn ontvangen en akkoord bevonden is de doorlooptijd voor een dergelijke berekening 6 weken. Blad 4 van 4

5 gasvki+e Datum: 26 oktober 2010 Ons kenmerk:tolto 10.B. 1551Revisie 1 Mocht u naar aanleiding van deze brief nog vragen hebben, dan verzoeken wij u onder vermelding van bovengenoemd kenmerk kontact op te nemen met ondergetekende. Hoogachten ïmper Tracébeheerder gebied Maas en Waal Afd. Asset Tracébeheer Oost Bijlage: Eisen omgevingsdata in het kader van groepsrisicoberekeningen bij ruimtelijke ontwikkeling, revisie 4 Blad 5 van 5

6 Cf t5un+ Datum Ons kenmerk Doorkiesnummer (050) 521 Uw kenmerk Postbus MA Groningen Concourslaan 17 T(050) F (050) E communicatie@gasunie.nl BTW NL B01 Handelsregister Groningen Onderwerp Eisen omgevingsdata in het kader van groepsrisicoberekeningen bij ruimtelijke ontwikkeling, revisie 4 LS., Door het ministerie van VROM wordt momenteel gewerkt aan een nieuwe zoneringregeling, ter vervanging van de thans vigerende circulaire "Zonering langs hoge druk aardgastransportleidingen" uit De in de circulaire opgenomen deterministische afstanden worden in de nieuwe regeling vervangen door een risicobeleid. Hierin zal met name het plaatsgebonden risico een prominente rol gaan spelen, in die zin dat (beperkt) kwetsbare objecten (in beginsel) niet worden toegelaten binnen het 10" 6 per jaar PR niveau. Echter, naast het plaatsgebonden risico zal ook het groepsrisico in de nabije toekomst meer aandacht gaan krijgen, temeer daar het bevoegd gezag een verantwoordingsplicht zal gaan krijgen met betrekking tot het groepsrisico. Deze aandacht is nu reeds zichtbaar door het toenemend aantal vragen met betrekking tot het groepsrisico die door het bevoegd gezag aan Gasunie worden gesteld. Het betreft in die gevallen vaak toekomstige RO plannen, waarbij het verzoek wordt gedaan deze plannen in het kader van externe veiligheid door te rekenen. n tegenstelling tot een berekening van het plaatsgebonden risico, dat enkel een eigenschap is van de leiding, is het groepsrisico juist een eigenschap van de leiding én de omgeving van die leiding. Daarmee wordt van het bevoegd gezag inzicht gevraagd in de daadwerkelijke plannen in termen van aantal aanwezigen in de omgeving van de leiding. De ervaring leert dat RO plannen vaak nog niet in voldoende detail bekend zijn, zodat de geleverde gegevens in veel gevallen onvoldoende zijn om een groepsrisicoberekening te kunnen maken. Door middel van deze brief wil Gasunie duidelijkheid verschaffen omtrent welke omgevingsdata, in welk formaat, noodzakelijk is om het groepsrisico op een gedegen manier in kaart te brengen. Het is noodzakelijk dat de gemeente inzichtelijk maakt welke gebouwen er in de omgeving van het tracé staan, wat de aard der bebouwing is (woningen, industrie, recreatie, zorginstelling, onderwijsinstelling,...) en hoeveel personen in die gebouwen aanwezig kunnen zijn. Tevens dient er onderscheid te worden gemaakt in bestaande bebouwing en toekomstige bebouwing. De bandbreedte ter inventarisatie van bebouwing voor verschillende leidingen is weergegeven in navolgende tabel. n deze tabel staan de in het Nederlandse gastransportsysteem voorkomende leidingdiameters, en voor elke diameter en druk Blad 1 van 5

7 (jasijnte Datum: Ons kenmerk: Onderwerp: Eisen omgevingsdata in het kader van groepsrisicoberekeningen bij ruimtelijke ontwikkeling, revisie 4 combinatie is een afstand opgenomen. Een strook ter breedte van deze afstand aan weerszijden van het tracé moet worden geïnventariseerd op bebouwing. Tabel 1 Diameter en druk afhankelijke afstand ter inventarisatie bebouwing bij een bepaald tracé Diameter [inch] Diameter (nominaal) DN100 DN150 DN200 DN250 DN300 DN350 DN400 DN450 DN500 DN600 DN750 DN900 DN1050 DN1200 nventarisatieafstand (A) [m] 40 bar bar bar Ook de lengte van de strook die moet worden geïnventariseerd is van belang. Bij de ruimtelijke plannen moet de bestaande bebouwing worden geïnventariseerd tot 2 maal de in Tabel 1 opgenomen afstand (A) vermeerderd met 1 km, aan weerszijden van het nieuwbouwplan. Een en ander is gevisualiseerd in Figuur 1. Het blauwe gebied betreft het nieuwbouwplan. De rode strook moet worden geïnventariseerd op aanwezigheid van mensen. Blad 2 van 5

8 gasu j "H Datum: Ons kenmerk: Onderwerp: Eisen omgevingsdata in het kader van groepsrisicoberekeningen bij ruimtelijke ontwikkeling, revisie 4 c + d =1km a + b =1 km Figuur 1 Gedefinieerde strook ter inventarisatie omgeving van tracé Er worden twee eisen gesteld aan de gegevens omtrent de omgeving van een tracé die nodig zijn om een groepsrisicoberekening te kunnen uitvoeren. 1. Het bevoegd gezag dient de omgeving van het tracé binnen een gebied ter breedte van de in Tabel 1 opgenomen afstand aan weerszijden van het tracé en ter lengte van het nieuwbouwplan inclusief 2 maal de in Tabel 1 opgenomen afstand vermeerderd met 1 km, aan weerszijden van het plan (zie Figuur 1) te visualiseren op een digitale achtergrondkaart, waarvan de Rijksdriehoek coördinaten op tenminste twee punten van die kaart moeten zijn gespecificeerd. Het voorkeursformaat van de digitale achtergrondkaart is (een al dan niet gezipte) bitmap. Ook de formaten.jp(e)g,.dxf en.tif volstaan. 2. Voor alle geïnventariseerde objecten moet worden aangegeven of het bestaande objecten zijn of nieuw te ontwikkelen objecten, wat het totale aantal aanwezigen is gedurende de dagperiode en wat het totale aantal aanwezigen is gedurende de nachtperiode. Een voorbeeld is uitgewerkt in de bijlage bij deze brief. ndien bij een aanvraag voor een groepsrisicoberekening de omgevingsdata niet volledig, correct en in het gewenste formaat wordt aangeleverd, is Gasunie niet in staat om op korte termijn een groepsrisicoberekening uit te voeren. Er zal in dat geval veel tijd verloren gaan met het achterhalen van de juiste gegevens. Als nog onvoldoende bekend is over het aantal bewoners en/of de aanwezigheid van personen gedurende de dagdelen, dan kan eventueel gebruik worden gemaakt van de volgende uitgangspunten: Blad 3 van 5

9 gasvfhe Datum: Ons kenmerk: Onderwerp: Eisen omgevingsdata in het kader van groepsrisicoberekeningen bij ruimtelijke ontwikkeling, revisie 4 ndien enkel het aantal bewoners bekend is bij een bepaalde woonwijk of een appartementencomplex, zijn er in de richtlijnen voor het uitvoeren van kwantitatieve risicoanalyses ("Guidelines for Quantitative Risk Assessment", CPR 18E) standaard aanwezigheidsfracties opgenomen: 70% van de bewoners is overdag aanwezig en 100% van de bewoners is 's nachts aanwezig. ndien enkel het aantal woningen bekend is bij een bepaalde woonwijk of een appartementencomplex, is er in de richtlijnen voor het uitvoeren van kwantitatieve risicoanalyses een standaard aantal bewoners per woning opgenomen. Dit aantal is gelijk aan 2,4 mensen per woning. n het zogenaamde Groene Boek "Methods for the determination of possible damage to people and objects resulting from releases of hazardous materials", CPR 16E, is een hoofdstuk opgenomen omtrent populatie data en wordt uitgebreider stilgestaan bij aannames die gemaakt zouden kunnen worden omtrent aantallen aanwezigen gedurende bepaalde perioden. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat het ministerie van VROM momenteel bezig is met het opzetten van een geüniformeerd populatiebestand, dat in de loop van 2008 beschikbaar moet komen. Tot de oplevering hiervan stelt RVM eventueel populatiegegevens voor bestaande situaties beschikbaar voor het bevoegd gezag. Zie daarvoor de website van het RVM: Er kan sprake zijn van objecten zoals gebedshuizen, gemeenschapshuizen, theatergebouwen, recreatiegebieden, etc, waar gedurende een relatief korte periode een groot aantal mensen aanwezig is. n eerste instantie moet dit grote aantal aanwezigen worden ingedeeld in een dag- of een nachtperiode. Dit geeft een overschatting van de berekende FN-curve als representant van het groepsrisico. Deze FN-curve kan - indien noodzakelijk - worden genuanceerd door meer in detail te kijken naar de periode-indeling en de aantallen aanwezigen in bepaalde periodes. Dit vergt echter onderling overleg tussen Gasunie en bevoegd gezag. We hopen u hiermee voldoende informatie te hebben verstrekt om zo de response tijden op door u gedane aanvragen verder te optimaliseren. n het geval er naar aanleiding van dit schrijven vragen overgebleven zijn kunt u zich wenden tot één van de twee bij u bekend zijnde regio's. Regio Oost is te bereiken via telefoonnummer , regio West is te bereiken via telefoonnummer i Hoogachtend, Blad 4 van 5

10 CraSvFÏ+e Datum: Ons kenmerk: Onderwerp: Eisen omgevingsdata in het kader van groepsrisicoberekeningen bij ruimtelijke ontwikkeling, revisie 4 Bijlage bij brief Onderstaand de omgeving van de leiding, die rood is ingetekend. Een tweetal coördinaten is weergeven in de figuur. De aantallen aanwezigen gedurende de dag- en nachtperiode zijn voor de verschillende objecten weergegeven in onderstaande tabel: Blok Type Bestaand of nieuw Aantal aanwezig overdag Aantal aanwezig 's nachts 1 Appartementen Bestaand Appartementen Nieuw Appartementen Bestaand Appartementen Bestaand Basisschool Zorginstelling Nieuw Nieuw ndustrie Bestaand Recreatie Bestaand Blad 5van 5