Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden"

Transcriptie

1 Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang Wet van 23 januari 2003, houdende regels met betrekking tot het LSOP Politie onderwijs- en kenniscentrum, de landelijke werving, de selectie, het onderwijs voor de politie, alsmede het overdragen van kennis aan de politie (Wet op het LSOP en het politieonderwijs) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een Wet op het LSOP en het politieonderwijs vast te stellen ter vervanging van de LSOP-wet in verband met de evaluatie van de LSOP-wet, de aanpassing aan de Aanwijzingen voor de regelgeving inzake de zelfstandige bestuursorganen, de concentratie van beheersbevoegdheden op rijksniveau met betrekking tot de regionale politiekorpsen bij Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de wijziging van de bestuursstructuur en het financieringsstelsel van het LSOP, alsmede de vernieuwing van het politieonderwijs; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. LSOP: het Landelijk selectie- en opleidingsinstituut politie, Politie onderwijs- en kenniscentrum; b. Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; c. initiële opleidingen: de door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Justitie aangewezen opleidingen voor ambtenaren van politie, gericht op de voorbereiding van de uitoefening van algemene politietaken, waarvoor in het kader van de landelijke kwalificatiestructuur, bedoeld in artikel 14, competentiegerichte eindtermen zijn vastgesteld; d. postinitiële opleidingen: de door Onze Minister, en voor zover het vervolgopleidingen betreft op het terrein van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde dan wel de taken ten dienste van justitie de door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Justitie, aangewezen opleidingen voor ambtenaren van politie of andere door Staatsblad

2 Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Justitie aan te wijzen categorieën van personen, gericht op de voorbereiding van de uitoefening van specialistische en leidinggevende politietaken, waarvoor in het kader van de landelijke kwalificatiestructuur, bedoeld in artikel 14, competentiegerichte eindtermen zijn vastgesteld; e. college van bestuur: het college van bestuur, bedoeld in artikel 5; f. raad van toezicht: de raad van toezicht, bedoeld in artikel 7; g. praktisch opleidingsdeel: de periode of perioden waarin de studenten de politietaak bij een regionaal politiekorps of bij het Korps landelijke politiediensten uitoefenen in het kader van de initiële en postinitiële opleidingen; h. politieonderwijsraad: het advies- en afstemmingsorgaan, bedoeld in artikel 19; i. competentiegerichte eindtermen: als zodanig omschreven kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht, vaardigheden, houding en ervaring waarover degene die de opleiding voltooit, met het oog op het maatschappelijk en beroepsmatig functioneren dient te beschikken, en die in voorkomende gevallen betekenis hebben voor de doorstroming naar vervolgonderwijs; j. deelkwalificatie: een combinatie van competentiegerichte eindtermen, vastgesteld voor een initiële of postinitiële opleiding, die in het licht van de uitoefening van de politietaak waarop de opleiding is gericht een zelfstandige betekenis heeft. Artikel 2 1. Er is een Landelijk selectie- en opleidingsinstituut politie, Politie onderwijs- en kenniscentrum, belast met de in artikel 3, eerste lid, bedoelde taak. 2. Het LSOP bezit rechtspersoonlijkheid. HOOFDSTUK II. TAKEN VAN HET LSOP Artikel 3 1. Het LSOP heeft tot taak: a. het ondersteunen van de landelijke werving en het uitvoeren van de selectie van de studenten voor de initiële opleidingen; b. het ontwikkelen en het verzorgen van de initiële opleidingen; c. het ontwikkelen en het verzorgen van de postinitiële opleidingen; d. het examineren van de studenten die de initiële en postinitiële opleidingen hebben gevolgd; e. het overdragen van kennis aan de Nederlandse politie en het bijdragen aan de ontwikkeling van de uitoefening van de politietaak waarop het onderwijs is gericht, onder meer door het verrichten van onderzoek, en f. het ontwikkelen of het verzorgen van andere dan de in het eerste lid, onderdelen b en c, bedoelde opleidingen van een door Onze Minister of Onze Minister van Justitie na overleg met Onze andere Minister aan te wijzen categorie van personen. 2. Het LSOP kan andere werkzaamheden uitvoeren, dan die welke rechtstreeks voortvloeien uit de in het eerste lid bedoelde taken, mits die werkzaamheden: a. samenhangen met de in het eerste lid bedoelde taken; b. niet leiden tot concurrentievervalsing ten opzichte van private aanbieders van vergelijkbare diensten, en c. tegen ten minste kostendekkende prijzen worden verricht. 3. Bij regeling van Onze Minister worden nadere regels over de uit te voeren andere werkzaamheden, bedoeld in het tweede lid, gesteld. Staatsblad

3 HOOFDSTUK III. DE ORGANEN VAN HET LSOP Artikel 4 De organen van het LSOP zijn het college van bestuur en de raad van toezicht. Artikel 5 1. Het college van bestuur is belast met het bestuur en het beheer van het LSOP. Daartoe oefent het college van bestuur de taken en bevoegdheden uit die niet zijn voorbehouden aan de raad van toezicht. 2. Het college van bestuur vertegenwoordigt het LSOP in en buiten rechte. 3. Het college van bestuur stelt een bestuursreglement vast. In het bestuursreglement worden ten minste vastgelegd: a. de werkwijze van het college van bestuur, b. de samenstelling en de werkwijze van de leiding van de instellingen en vestigingen van het LSOP, c. de wijze waarop het college van bestuur de uitoefening van zijn taken en bevoegdheden afstemt met die van de raad van toezicht, en d. de wijze waarop de leden van het college van bestuur en van de raad van toezicht het voornemen tot het aanvaarden van een nevenfunctie anders dan uit hoofde van hun functie aan Onze Minister melden. 4. Het bestuursreglement, alsmede de wijzigingen daarvan behoeven de instemming van Onze Minister. Het college van bestuur legt daartoe het bestuursreglement en een document waaruit de opvatting van de raad van toezicht hierover blijkt, voor aan Onze Minister. 5. Het bestuursreglement, alsmede de wijzigingen daarvan worden bekendgemaakt in de Staatscourant. 6. Het college van bestuur verstrekt de raad van toezicht tijdig de voor de uitoefening van diens taak benodigde inlichtingen en andere gegevens. Artikel 6 1. Het college van bestuur bestaat uit drie leden, onder wie de voorzitter. 2. De leden worden benoemd, herbenoemd, geschorst en ontslagen bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Justitie. Een voordracht wordt niet gedaan dan nadat de raad van toezicht in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze hierover kenbaar te maken. 3. Bij de samenstelling van het college van bestuur wordt ervoor zorg gedragen dat ten minste één lid ambtenaar is als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de Politiewet 1993, en dat onderwijskundige expertise wordt gewaarborgd. 4. De leden worden benoemd voor een periode van zes jaar. Zij kunnen eenmaal worden herbenoemd. 5. Zolang in een vacature van het college van bestuur niet is voorzien, vormen de overblijvende leden het college, met de bevoegdheid van het voltallige college, met dien verstande dat rechtsgeldige besluiten slechts kunnen worden genomen door ten minste twee leden. Artikel 7 1. De raad van toezicht is belast met: a. het bewaken van de doelstelling en de strategie van het LSOP, en b. het toezien op de taakuitoefening door het college van bestuur. 2. Onverminderd artikel 26, behoeven de volgende besluiten van het college van bestuur de instemming van de raad van toezicht: Staatsblad

4 a. besluiten inzake fusie, splitsing, reorganisatie, sluiting of opheffing van instellingen of vestigingen van het LSOP, en b. besluiten inzake het aankopen, bezwaren of vervreemden van onroerende zaken. 3. De raad van toezicht geeft gevraagd en ongevraagd het college van bestuur zijn zienswijze over de taakuitoefening door het college van bestuur. Artikel 8 1. De raad van toezicht bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste zeven leden, onder wie de voorzitter. 2. De functie van lid van de raad van toezicht is niet verenigbaar met de functie van lid van het college van bestuur. 3. In de raad van toezicht worden geen ambtenaren benoemd voor wie Onze Minister of Onze Minister van Justitie het bevoegd gezag is. 4. De raad van toezicht stelt regels vast omtrent zijn werkwijze. Deze regels behoeven de instemming van Onze Minister. 5. Het college van bestuur draagt zorg voor de ondersteuning van de raad van toezicht. 6. Onze Minister kent de leden van de raad van toezicht, ten laste van het LSOP, een vergoeding toe voor hun werkzaamheden. De leden hebben aanspraak op vergoeding door het LSOP van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte reis- en verblijfkosten. Artikel 9 1. De leden van de raad van toezicht worden benoemd, herbenoemd, geschorst en ontslagen bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Justitie. 2. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar. Zij kunnen eenmaal worden herbenoemd. 3. Zolang in een vacature van de raad van toezicht niet is voorzien, vormen de overblijvende leden de raad, met de bevoegdheid van de voltallige raad. HOOFDSTUK IV. HET PERSONEEL Artikel Tot het personeel van het LSOP worden in ieder geval gerekend: a. de leden van het college van bestuur, b. de ambtenaren in dienst van het LSOP, en c. de bij het LSOP anders dan met het oog op het ontvangen van onderwijs gedetacheerde ambtenaren van politie. 2. Het personeel van het LSOP, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt benoemd, geschorst en ontslagen door het college van bestuur, voor zover bij of krachtens deze wet niet anders is bepaald. 3. Bij algemene maatregel van bestuur op voordracht van Onze Minister kunnen ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, worden aangewezen, die worden benoemd, geschorst en ontslagen bij koninklijk besluit op voordracht van Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Justitie. 4. Ambtenaren van politie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, worden door de korpsbeheerder van het regionale politiekorps of van het Korps landelijke politiediensten op verzoek van het college van bestuur bij het LSOP gedetacheerd. Bijzondere ambtenaren van politie worden door Onze Minister van Justitie op verzoek van het college van bestuur bij het LSOP gedetacheerd. Staatsblad

5 5. Voor zover bij of krachtens deze wet niet anders is bepaald, zijn de bij of krachtens artikel 50, eerste lid, van de Politiewet 1993 gestelde regels van overeenkomstige toepassing op het personeel van het LSOP. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen op voordracht van Onze Minister nadere regels worden gegeven, indien dit in verband met enige andere bepaling uit deze wet is vereist. De Wet veiligheidsonderzoeken is van overeenkomstige toepassing op het personeel van het LSOP. HOOFDSTUK V. ONDERWIJS Artikel 11 Het politieonderwijs is gericht op de verwerving van kennis, inzicht, vaardigheden, houding en ervaring, nodig voor de uitoefening van de politietaak. Het politieonderwijs bevordert tevens de algemene vorming en de persoonlijke ontplooiing van de studenten en draagt bij tot hun maatschappelijk functioneren. Artikel 12 Het politieonderwijs draagt bij aan de ontwikkeling van de studenten met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoals die leven in de Nederlandse samenleving en met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid van die waarden. Artikel Het LSOP biedt in samenwerking met de politiekorpsen, met de regionale opleidingencentra, bedoeld in artikel van de Wet educatie en beroepsonderwijs, en met de instellingen voor hoger onderwijs, bedoeld in artikel 1.1 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, het onderwijs aan in de vorm van initiële en postinitiële opleidingen. 2. De niveaus waarop de initiële opleidingen, genoemd in de onderdelen a tot en met c van het derde lid, zich richten, komen overeen met de opeenvolgende niveaus van beroepsuitoefening, als bedoeld in artikel van de Wet educatie en beroepsonderwijs. De niveaus waarop de initiële opleidingen, genoemd in de onderdelen d en e van het derde lid, zich richten, komen overeen met de niveaus van de opleidingen die op grond van artikel 7:21 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek recht geven op het voeren van de titels bachelor respectievelijk master. 3. De initiële opleidingen richten zich op de volgende niveaus waarop de politietaak kan worden uitgeoefend: a. assistent politiemedewerker (niveau 2), b. politiemedewerker (niveau 3), c. allround politiemedewerker (niveau 4), d. politiekundige (niveau 5), e. politiekundige (niveau 6). 4. Aan de initiële opleidingen kunnen ten behoeve van individuele studenten voorbereidende of ondersteunende activiteiten worden toegevoegd ter bevordering van de toelating tot en het met gunstig gevolg voltooien van de opleiding. Deze activiteiten maken geen deel uit van de opleiding. Voorbereidende en ondersteunende activiteiten zijn bestemd voor studenten wier vooropleiding naar het oordeel van het college van bestuur zonder deze activiteiten onvoldoende uitzicht biedt op het voldoen aan de competentiegerichte eindtermen binnen redelijke tijd. Staatsblad

6 5. Het college van bestuur is belast met de beoordeling van eerder verworven kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht, vaardigheden, houding en ervaring, al dan niet blijkend uit eerder behaalde kwalificaties, met het oog op het verlenen van vrijstellingen. 6. De studielast van de initiële opleidingen bedraagt voor de onderscheiden in het derde lid, onderdelen a tot en met e, bedoelde initiële opleidingen ten minste: a studiebelastinguren, b studiebelastinguren, c studiebelastinguren, d studiebelastinguren, en e studiebelastinguren. Van de studielast kan overeenkomstig artikel 14, vijfde lid, worden afgeweken. 7. Van elke opleiding maakt een praktisch opleidingsdeel deel uit. 8. Het praktische opleidingsdeel bedraagt voor de initiële opleidingen ten minste 40 % van de studielast, bedoeld in het zesde lid. 9. Het praktische opleidingsdeel wordt verzorgd op grondslag van een standaard onderwijsovereenkomst, gesloten door het college van bestuur en de korpsbeheerder van het regionale politiekorps waarbij de student is aangesteld, of door het college van bestuur en de korpsbeheerder van het Korps landelijke politiediensten. De afspraken in de onderwijsovereenkomst betreffen: de precieze omvang van de periode van het praktische opleidingsdeel, de begeleiding van de student, dat deel van de competentiegerichte eindtermen dat de student tijdens het praktische opleidingsdeel dient te realiseren, en de beoordeling van de student tijdens het praktische opleidingsdeel. Artikel Onze Minister, en voor zover het opleidingen betreft op het terrein van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde dan wel de taken ten dienste van de justitie Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Justitie, wijst de initiële en postinitiële opleidingen aan die voor bekostiging ingevolge artikel 27 in aanmerking komen, en draagt met het oog op de totstandkoming van een landelijke kwalificatiestructuur zorg voor het vaststellen en onderhouden van een samenhangend en gedifferentieerd geheel van competentiegerichte eindtermen, indien mogelijk onderverdeeld in deelkwalificaties, voor de initiële en postinitiële opleidingen. 2. Op voorstel van de politieonderwijsraad, worden daartoe, indien noodzakelijk, jaarlijks voor 1 september bij ministeriële regeling per aangewezen opleiding de beroepsprofielen, de competentiegerichte eindtermen en indien mogelijk de indeling daarvan in deelkwalificaties alsmede de examenverplichting vastgesteld. 3. Uit het voorstel dient te blijken dat de politieonderwijsraad voldoende acht heeft geslagen op de aansluiting van door het LSOP verzorgde opleidingen bij de opleidingen voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, de beroepsopleidingen, de opleidingen voor hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs. 4. Indien ten aanzien van bepaalde uitvoerende functies of taken bij of krachtens de wet vereisten zijn vastgesteld met betrekking tot de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht, vaardigheden, houding, ervaring of persoonlijke eigenschappen waarover degenen die die functie of taak gaan vervullen, moeten beschikken, neemt Onze Minister, en voor zover het opleidingen betreft op het terrein van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde dan wel de taken ten dienste van de justitie Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Justitie, deze vereisten in acht bij de vaststelling van de competentiegerichte eindtermen. Staatsblad

7 5. Op voorstel van de politieonderwijsraad stelt Onze Minister, en voor zover het opleidingen betreft op het terrein van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde dan wel de taken ten dienste van de justitie Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Justitie, met inachtneming van artikel 13, zesde lid, per opleiding de studieduur en de studielast vast. De studieduur of de studielast kan verschillen voor onderscheiden studenten of groepen van studenten, zo nodig in afwijking van de in artikel 13, zesde lid, genoemde studieduur of studielast. 6. Het college van bestuur draagt er zorg voor dat de opleidingen zodanig zijn ingericht dat de studenten de competentiegerichte eindtermen binnen de vastgestelde studielast kunnen bereiken. Het college van bestuur draagt zorg voor de aanleg, het beheer en de bekendmaking van een centraal register politieopleidingen waarin de competentiegerichte eindtermen van de onderscheiden opleidingen zijn opgenomen. Artikel Het college van bestuur stelt tijdig, ten behoeve van de studenten, voor elke door Onze Minister respectievelijk Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Justitie aangewezen opleiding een onderwijs- en examenregeling vast. De onderwijs- en examenregeling omvat ten minste: a. de competentiegerichte eindtermen, b. de uitwerking van de competentiegerichte eindtermen in de inhoud en inrichting van de opleiding, met inbegrip van de inhoud en inrichting van het praktische opleidingsdeel, c. de inhoud, en in voorkomende gevallen, de indeling in onderdelen van het examen, d. de overeenkomstig artikel 14, vijfde lid, vastgestelde studieduur en studielast van de opleiding, e. de volgorde waarin, de tijdvakken waarbinnen en het aantal malen dat gelegenheid wordt geboden tot het afleggen van het examen of onderdelen daarvan, f. de wijze waarop het examen of onderdelen daarvan worden afgenomen, g. de termijn waarbinnen de uitslag van een examen of examenonderdeel wordt bekendgemaakt en de wijze waarop en de termijn waarbinnen de student inzage verkrijgt in zijn beoordeelde examen of examenonderdeel. 2. De onderwijs- en examenregeling wordt door het college van bestuur tijdig voor de aanvang van het studiejaar bekendgemaakt, zodanig dat de aanstaande student zich een adequaat beeld kan vormen van de inhoud en inrichting van het onderwijs en de examens. Artikel 16 Elke opleiding wordt afgesloten met een examen dat door het LSOP wordt afgenomen. Het examen omvat een onafhankelijk onderzoek naar de competenties waarover de student bij voltooiing van de opleiding dient te beschikken. Artikel Het college van bestuur geeft de studenten de gelegenheid een examen af te leggen en draagt zorg voor de uitvoering van het examen. 2. Ten bewijze dat een examenonderdeel met goed gevolg is afgelegd, wordt een bewijsstuk uitgereikt. Indien het examenonderdeel een deelkwalificatie betreft, wordt een certificaat uitgereikt. Ten bewijze dat een examen met goed gevolg is afgelegd wordt een diploma uitgereikt. Staatsblad

8 Het examen van een opleiding is eerst dan met goed gevolg afgesloten indien zowel het duale opleidingsdeel als het overige deel van het onderricht met goed gevolg is afgesloten. 3. Het college van bestuur stelt ten minste een examencommissie in ten behoeve van de organisatie en het afnemen van de examens voor elke door het LSOP verzorgde opleiding of groepen van opleidingen. 4. Het college van bestuur benoemt de leden van de examencommissie. 5. Ten behoeve van het afnemen van het examen wijst de examencommissie examinatoren aan. Het college van bestuur kan in afwijking van de eerste volzin bepalen dat een of meer examens worden afgenomen door andere examinatoren dan bedoeld in die volzin. Artikel Het college van bestuur stelt ten minste een commissie van beroep voor de examens in. 2. Beslissingen van het college van bestuur ter uitvoering van de artikelen 13, zevende lid juncto negende lid, of 17, of beslissingen van de degenen die het examenonderdeel of het examen hebben samengesteld of afgenomen, kunnen worden onderworpen aan het oordeel van de commissie. 3. De commissie bestaat uit een oneven aantal leden, onder wie de voorzitter. De leden worden benoemd, herbenoemd, geschorst en ontslagen door het college van bestuur. De leden maken geen deel uit van het college van bestuur, en hebben niet het examenonderdeel of het examen samengesteld of afgenomen dat aan het oordeel van de commissie is onderworpen. 4. In afwijking van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht bedraagt de termijn voor het indienen van het beroepschrift zes dagen. In afwijking van artikel 7:24, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht beslist de commissie binnen vier weken na ontvangst van het beroepschrift tenzij zij deze termijn heeft verlengd met ten hoogste twee weken. 5. De commissie stelt een onderzoek in alvorens te beslissen. Zij stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de student in de gelegenheid zal worden gesteld het examen of het examenonderdeel alsnog of opnieuw af te leggen. De beslissing van de commissie wordt bekendgemaakt aan de student, de leiding van de desbetreffende instelling van het LSOP alsmede aan de korpsbeheerder in wiens regio door de student het praktische opleidingsdeel wordt gevolgd. 6. Indien de commissie het beroep gegrond acht, vernietigt zij de beslissing geheel of gedeeltelijk. In afwijking van artikel 7:25 van de Algemene wet bestuursrecht, is de commissie niet bevoegd in de plaats van het geheel of gedeeltelijk vernietigde besluit een nieuw besluit te nemen. Zij kan bepalen dat opnieuw of, indien de beslissing is geweigerd, alsnog in de zaak wordt beslist, dan wel dat het examenonderdeel of het examen opnieuw wordt afgenomen onder door de commissie te stellen voorwaarden. Het college van bestuur of degene die het examenonderdeel of het examen heeft samengesteld of afgenomen, van wie de beslissing is vernietigd, voorziet voor zover nodig opnieuw in de zaak met inachtneming van de uitspraak van de commissie. De commissie kan daarvoor in haar uitspraak een termijn stellen. 7. In zaken waarin het belang van de appellant een onverwijlde voorziening bij voorraad vordert, kan deze bij met redenen omkleed verzoekschrift, in afwachting van de uitspraak in de hoofdzaak, aan de voorzitter van de commissie van beroep voor de examens een voorlopige voorziening vragen. De voorzitter beslist op dat verzoek na de desbetreffende examinator te hebben gehoord, althans te hebben opgeroepen. 8. Herziening van een uitspraak van de commissie kan op verzoek van elk van beide partijen plaatsvinden op grond van nader gebleken feiten of Staatsblad

9 omstandigheden die indien deze eerder bekend waren geweest tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden. Artikel Er is een politieonderwijsraad. 2. De politieonderwijsraad bestaat uit dertien leden, onder wie de onafhankelijke voorzitter. 3. De leden van de politieonderwijsraad wijzen uit hun midden een plaatsvervangend voorzitter aan. 4. De leden van de politieonderwijsraad worden bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Justitie, benoemd, herbenoemd, geschorst en ontslagen. 5. De leden van de politieonderwijsraad worden benoemd voor een periode van vier jaren. Zij kunnen ten hoogste eenmaal worden herbenoemd. 6. In de politieonderwijsraad hebben, naast de voorzitter, als lid zitting: a. een korpsbeheerder, b. drie hoofdcommissarissen, c. een lid van het openbaar ministerie, d. twee vertegenwoordigers vanuit de politievakorganisaties, e. een vertegenwoordiger van het beroepsonderwijs, f. een vertegenwoordiger van het hoger onderwijs, g. twee leden vanuit het LSOP, en h. een onafhankelijk lid dat deskundig is op het terrein van het beroepsonderwijs. 7. Tevens kunnen zoveel adviserende leden of waarnemers worden benoemd als Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Justitie dienstig oordeelt. Artikel De politieonderwijsraad draagt bij aan het ontwikkelen en onderhouden van een landelijke kwalificatiestructuur, gericht op de aansluiting en afstemming tussen het aanbod van politieonderwijs en de behoefte daaraan, mede in het licht van de arbeidsmarktperspectieven voor afgestudeerden, en mede gelet op van belang zijnde ontwikkelingen in internationaal verband. 2. De politieonderwijsraad draagt zorg voor het ontwikkelen van voorstellen welke opleidingen voor bekostiging door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in aanmerking komen mede in het licht van een doelmatige en doelgerichte inzet van overheidsmiddelen. 3. De politieonderwijsraad adviseert Onze Minister, en voor zover het opleidingen betreft op het terrein van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde dan wel de taken ten dienste van de justitie Onze Minister en Onze Minister van Justitie, omtrent de eisen die moeten worden gesteld aan de plaatsen waar het praktische opleidingsdeel wordt uitgevoerd, en omtrent het aantal plaatsen in de regionale politiekorpsen en het Korps landelijke politiediensten waar het praktische opleidingsdeel wordt uitgevoerd. 4. De politieonderwijsraad heeft tot taak toe te zien op de aansluiting van het politieonderwijs op de kwalificatiestructuur van het beroepsonderwijs zoals neergelegd in de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. 5. De politieonderwijsraad geeft Onze Minister, en voor zover het opleidingen betreft op het terrein van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde dan wel de taken ten dienste van de justitie Onze Minister en Onze Minister van Justitie, desgevraagd of uit eigen beweging zijn zienswijze. Staatsblad

10 Artikel 21 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent de organisatie, de werkwijze en de bekostiging van de politieonderwijsraad. HOOFDSTUK VI. BEHEER, PLANNING EN BEKOSTIGING Artikel Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gegeven over het beheer van het LSOP. 2. Onze Minister houdt toezicht op het financiële beheer van het LSOP. De artikelen 203, 205 tot en met 211 van de Gemeentewet zijn daarbij van overeenkomstige toepassing. Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, worden over deze toepassing nadere, zo nodig afwijkende regels gegeven. 3. Het college van bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van het LSOP, voor zover deze niet zijn overgebracht naar het Algemeen Rijksarchief. Onze Minister kan bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, regels geven over de zorg voor en de bewaring van de archiefbescheiden van het LSOP. 4. Het oprichten of mede-oprichten van privaatrechtelijke rechtspersonen door het LSOP is slechts toegestaan met instemming van Onze Minister. Artikel 23 Bij ministeriële regeling van Onze Minister, en voor zover het opleidingen betreft op het terrein van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde dan wel de taken ten dienste van de justitie van Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Justitie, worden criteria vastgesteld aan de hand waarvan het college van bestuur na overleg met de politiekorpsen de studenten verdeelt over de instellingen en de vestigingen van het LSOP. Artikel 24 In het beleidsplan, bedoeld in artikel 43a van de Politiewet 1993, worden door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Justitie tevens de hoofdzaken van het beleid op rijksniveau met betrekking tot de werving, selectie en opleiding van ambtenaren van politie en van andere door Onze Minister of door Onze Minister van Justitie aan te wijzen categorieën van personen aangegeven. Artikel 25 Onze Minister en Onze Minister van Justitie voeren jaarlijks overleg met het college van bestuur over de taken, bedoeld in artikel 3, eerste lid. Artikel Het college van bestuur stelt, met inachtneming van het in artikel 24 bedoelde beleidsplan, ten minste eenmaal in de vier jaar een beleidsplan vast. 2. Het college van bestuur stelt jaarlijks een begroting voor het volgende kalenderjaar en een meerjarenraming voor de daarop volgende drie jaren vast, alsmede een jaarplan, de organisatie en de formatie voor Staatsblad

11 het volgende kalenderjaar. Het jaarplan en de begroting bevatten een nadere uitwerking van het beleidsplan, bedoeld in het eerste lid. 3. De door het college van bestuur vastgestelde stukken, bedoeld in het eerste en tweede lid, behoeven de instemming van de raad van toezicht. Indien de raad van toezicht zijn instemming aan een of meer van deze stukken onthoudt, legt het college van bestuur deze stukken en een document waaruit de zienswijze van de raad van toezicht hierover blijkt, voor aan Onze Minister die alsdan een besluit neemt. 4. De stukken, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden na de vaststelling ervan door het college van bestuur vóór 15 november aan Onze Minister en in afschrift aan Onze Minister van Justitie gezonden. De stukken worden algemeen verkrijgbaar gesteld. Artikel Onze Minister stelt jaarlijks ten laste van de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan het LSOP bijdragen ter beschikking. 2. Onverminderd het eerste lid, kan het LSOP geldmiddelen verwerven door het aanvaarden van geldmiddelen van derden in de vorm van schenkingen en legaten, door het aangaan van geldleningen, door inkomsten uit eigen beheer, en uit andere hoofde. 3. Onze Minister en Onze Minister van Justitie kunnen regels stellen omtrent de doorberekening van een deel van de opleidingskosten door het LSOP aan de politiekorpsen waarbij de studenten die de initiële opleidingen of de aangewezen postinitiële opleidingen volgen, zijn aangesteld. 4. Het LSOP gebruikt de geldmiddelen, bedoeld in het eerste tot en met het derde lid, uitsluitend ter vervulling van de taken, voortvloeiend uit artikel Indien blijkt dat de geldmiddelen voor het LSOP aanmerkelijk tekort zullen schieten om in de noodzakelijke behoeften te voorzien, kan door Onze Minister aan het LSOP een aanvullende bijdrage beschikbaar worden gesteld. 6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur op voordracht van Onze Minister worden regels gegeven betreffende de omvang en de bestemming van het vermogen van het LSOP. Indien het LSOP niet voldoet aan deze regels kan Onze Minister besluiten tot aanpassing van de hoogte van de bijdragen die aan het LSOP beschikbaar worden gesteld. 7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur op voordracht van Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Financiën kunnen regels worden gegeven over de wijze waarop dit artikel wordt uitgevoerd. 8. Het sluiten van geldleningen, bedoeld in het tweede lid, kan onder voorwaarden geschieden bij Onze Minister van Financiën ten laste van de begroting van Nationale Schuld. 9. Het LSOP houdt zijn liquide middelen rentedragend aan in s Rijks schatkist. 10. Het sluiten van huur-, verkoop- en lease-overeenkomsten door het LSOP met een waarde gelijk aan of meer dan het bedrag zoals vastgesteld in de nadere voorschriften gesteld krachtens artikel 34 van de Comptabiliteitswet, dan wel voor een periode langer dan tien jaar, geschiedt na verkregen instemming van Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Financiën. Artikel 28 Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Justitie, stelt jaarlijks, nadat de korpsbeheerders, de korpschefs en de hoofdofficieren Staatsblad

12 van justitie in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze kenbaar te maken, en gelet op het advies terzake van de politieonderwijsraad, de voor de taakuitvoering van het LSOP benodigde bijdragen, als bedoeld in artikel 27, eerste lid, vast. Artikel Het college van bestuur stelt jaarlijks een jaarverslag vast van de werkzaamheden van het LSOP, het gevoerde beleid in het algemeen en de doelmatigheid en doeltreffendheid van zijn werkwijze in het bijzonder in het afgelopen kalenderjaar, alsmede een jaarrekening. Het college van bestuur stelt de raad van toezicht in de gelegenheid zijn zienswijze over het jaarverslag en de jaarrekening kenbaar te maken. 2. De jaarrekening behoeft de instemming van Onze Minister. 3. De stukken, bedoeld in het eerste lid, worden, vergezeld van een document waaruit de zienswijze van de raad van toezicht over de stukken blijkt, na de vaststelling ervan door het college van bestuur vóór 1 april aan Onze Minister en in afschrift aan Onze Minister van Justitie gezonden. De stukken worden algemeen verkrijgbaar gesteld. 4. Onverminderd het eerste lid, zijn de artikelen 361 tot en met 391 en 405 tot en met 414 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de bepalingen die betrekking hebben op het in aandelen verdeeld zijn van het kapitaal van een vennootschap. 5. Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 27, zevende lid, kunnen regels worden gegeven over het te voeren financieel beheer en de verantwoording daarover. Artikel De jaarrekening gaat vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid en een beoordeling van de rechtmatigheid, afgegeven door een door de raad van toezicht aangewezen accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. 2. De verklaring, bedoeld in het eerste lid, heeft mede betrekking op de rechtmatige besteding van de middelen van het LSOP. De accountant voegt bij de verklaring tevens een verslag van zijn bevindingen of het beheer en de organisatie van het LSOP voldoen aan eisen van doelmatigheid. 3. Artikel 393, derde tot en met zevende lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is op het in te stellen onderzoek van overeenkomstige toepassing. 4. Onze Minister kan de accountantsdienst van zijn ministerie belasten met een onderzoek naar controlewerkzaamheden van de accountant, bedoeld in het eerste lid. Onze Minister kan de departementale accountantsdienst tevens belasten met een onderzoek naar de doelmatigheid van het beheer, de organisatie en het beleid van het LSOP. Aan de departementale accountantsdienst wordt desgevraagd inzage gegeven in de boeken en bescheiden en worden alle inlichtingen verstrekt die hij voor de uitvoering van zijn taak nodig oordeelt. HOOFDSTUK VII. INSPECTIEFUNCTIE EN KWALITEITSZORG Artikel 31 Onze Minister heeft de bevoegdheid tot het toetsen van de wijze waarop het college van bestuur voorziet in de kwaliteit van de taakuitvoering, de resultaten en het beheer van het LSOP. Onze Minister kan aan het college van bestuur aanwijzingen van algemene aard geven met het oog op de Staatsblad

13 goede uitoefening van zijn taak. De werkzaamheden die in het kader van het toetsen bedoeld in de eerste volzin worden uitgevoerd, worden jaarlijks door Onze Minister, en voor zover het werkzaamheden betreft op het terrein van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde dan wel de taken ten dienste van de justitie door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Justitie, vastgesteld. Artikel Het toezicht op de kwaliteit van de opleidingen, met uitzondering van de opleidingen van de politie ten behoeve van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en de taken ten dienste van de justitie, alsmede op de examinering, is opgedragen aan Onze Minister. Het wordt onder zijn gezag uitgeoefend door of namens de Inspectie voor de politie. 2. Het toezicht op de kwaliteit van de opleidingen van de politie ten behoeve van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en de taken ten dienste van de justitie alsmede op de examinering, is opgedragen aan Onze Minister die het toezicht uitoefent in overeenstemming met Onze Minister van Justitie. Het wordt onder hun gezag uitgeoefend door of namens de Inspectie voor de politie. Artikel 33 De artikelen 53a tot en met 53c van de Politiewet 1993 zijn van overeenkomstige toepassing. Artikel 34 Het college van bestuur verstrekt desgevraagd of uit eigen beweging aan Onze Minister of aan Onze Minister van Justitie de voor de uitoefening van diens taak benodigde inlichtingen. Onze in de eerste volzin bedoelde Minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is. Artikel 35 Indien de taken van het LSOP, voortvloeiend uit artikel 3, naar het oordeel van Onze Minister worden verwaarloosd, kan deze al die maatregelen nemen die hij met het oog op de continuïteit van de werkzaamheden of beperking van de schade noodzakelijk acht. Onze Minister doet hiervan terstond mededeling aan de Staten-Generaal. HOOFDSTUK VIII. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 36 A De Politiewet wordt als volgt gewijzigd: Artikel 49a komt als volgt te luiden: Artikel 49a De opleidingen voor ambtenaren van politie worden verzorgd door het Landelijk selectie- en opleidingsinstituut politie, Politie onderwijs- en kenniscentrum. Staatsblad

14 B In artikel 53a, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. De punt aan het slot van onderdeel d wordt vervangen door een puntkomma. 2. Toegevoegd wordt een nieuw onderdeel, luidende: e. het toezicht op de kwaliteit van de politieopleidingen en de examinering. Artikel 37 Degenen die op het tijdstip voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet de leden zijn van de bestuursraad en de directie van het LSOP, bedoeld in de artikelen 5, tweede lid, en 6, tweede lid, van de LSOP-wet, zijn voor de resterende duur van hun benoeming als zodanig met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet de leden van de raad van toezicht onderscheidenlijk het college van bestuur. Artikel 38 De LSOP-wet 2 wordt ingetrokken. Artikel 39 Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal: Kamerstukken II 2001/2002, Handelingen II 2001/2002, blz ; ; Kamerstukken I 2001/2002, (407); 2002/2003, (29, 29a). Handelingen I 2002/2003, blz Stb. 1994, 145, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 september 2002, Stb Stb. 1994, 780 Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Artikel 40 Deze wet wordt aangehaald als: Wet op het LSOP en het politieonderwijs. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven te s-gravenhage, 23 januari 2003 Beatrix De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. Remkes De Minister van Justitie, J. P. H. Donner Uitgegeven de achttiende februari 2003 De Minister van Justitie, J. P. H. Donner STB7694 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2003 Staatsblad

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 378 Wet van 3 juli 1996, houdende algemene regels over de advisering in zaken van algemeen verbindende voorschriften of te voeren beleid van

Nadere informatie

Concept-wetsvoorstel versterking samenwerking en gemeenschappelijk functioneren politie, VERSIE VOOR CONSULTATIE, JULI 2009

Concept-wetsvoorstel versterking samenwerking en gemeenschappelijk functioneren politie, VERSIE VOOR CONSULTATIE, JULI 2009 Hieronder de tekst van het concept-wetsvoorstel met memorie van toelichting over versterking van de samenwerking en het gemeenschappelijk functioneren bij de politie. Deze versie is medio juli voor consultatie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 194 Wet van 29 april 2010 tot vaststelling van regels over referentieniveaus voor de taal- en rekenvaardigheden van leerlingen (Wet referentieniveaus

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 070 Wijziging van de wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 in verband met de invoering van een nieuw stelsel voor bewaking en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 203 Wet van 25 mei 2016 tot wijziging van de Politiewet 2012 in verband met de inbedding van de Politieacademie in het nieuwe politiebestel 0

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 279 26 287 Wijziging Wet Luchtverkeer (implementatie LVB-evaluatie) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 24 juni 1999 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 556 Wet van 13 oktober 2004, houdende bepalingen in verband met de fusie van De Nederlandsche Bank N.V. en de Stichting Pensioen- & Verzekeringskamer

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1 RMC-wet 2001 636 Wet van 6 december 2001 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de invoering van de verplichting

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 56 Wet van 21 januari 2015 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het bevorderen van een arbeidsmarktrelevant

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 08-06-2005) Wet van 6 maart 2003, houdende bepalingen met betrekking tot het toezicht op collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten (Wet toezicht collectieve beheersorganisaties

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 93 Wet van 29 januari 2009 tot instelling van een College voor examens, alsmede houdende wijziging van de Wet op het onderwijstoezicht en de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 980 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling over samenhangende besluiten (Wet samenhangende besluiten Awb) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 54 Wet van 24 januari 2002 tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met de samenvoeging

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten op het terrein van accountantsorganisaties en het accountantsberoep (Wet aanvullende maatregelen accountantsorganisaties)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 411 Bepalingen in verband met de fusie van De Nederlandsche Bank N.V. en de Stichting Pensioen- & Verzekeringskamer Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 43 Wet van 25 januari 2017 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake aanscherping van de eisen met betrekking tot

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 14 Wet van 6 juli 2004 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer vereenvoudiging van de bekostigingsbepalingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 352 Wet van 5 juli 2001 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 123 Wet van 26 februari 2011 tot wijziging van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek en de Woningwet in verband met het plegen van onderhoud door

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 390 Wet van 14 oktober 2015 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het regelen van keuzedelen waarop

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 515 Wet van 26 september 2002 tot wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband met de advies- en meldpunten kindermishandeling Wij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 95 Wet van 9 februari 2006, houdende regels inzake de openbaarmaking van beloningen bij rechtspersonen of organisaties die deel uit maken van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 159 Wet van 30 maart 1995 tot wijziging van de Huisvestingswet (voorziening in de huisvesting van bepaalde categorieën verblijfsgerechtigden)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 376 Wet van 5 oktober 2016, houdende wijziging van de Wet wegvervoer goederen in verband met omvorming van de Stichting NIWO tot publiekrechtelijk

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 222 Wet van 28 april 2005, houdende tijdelijke regels betreffende experimenten in het hoger onderwijs op het gebied van vooropleidingseisen aan

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 219 Wijziging van de Kernenergiewet in verband met de instelling van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming A GEWIJZIGD

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 476 Wet van 6 september 2006 tot wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met het vervallen van de Organisatie ter verbetering van de binnenvisserij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 035 Wijziging van de Comptabiliteitswet houdende bepalingen inzake het beheer van liquide middelen van rechtspersonen die collectieve middelen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 695 Wet van 20 december 2001, houdende wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige andere wetten in verband

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 425 Wet van 14 september 2006 tot uitvoering van verordening (EG) Nr. 1435/2003 van de Raad van de Europese Unie van 22 juli 2003 betreffende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 165 Wet van 19 maart 2009, houdende tijdelijke regels voor experimenten met een gebiedsgerichte bestemmingsheffing ten behoeve van aanvullende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 553 Wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 in verband met de verbetering van de mogelijkheden van de inlichtingen-

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 573 Wet van 22 december 1999 tot wijziging van de Mediawet in verband met nieuwe regels omtrent de financiering van de publieke omroep (afschaffing

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2009 2010 31 926 Uitvoering van verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 juli 2006 betreffende een

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 225 Wet van 18 april 2002 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek alsmede enige andere wetten in verband met de openbaarmaking van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 208 Wet van 26 april 2012, houdende tijdelijke bepalingen over de ambulancezorg (Tijdelijke wet ambulancezorg) 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Wet van 11 september 1997 tot verzelfstandiging van Staatsbosbeheer (Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer)

Wet van 11 september 1997 tot verzelfstandiging van Staatsbosbeheer (Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer) (Tekst geldend op: 15-03-2011) Wet van 11 september 1997 tot verzelfstandiging van Staatsbosbeheer (Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses

Nadere informatie

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 206 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 172 Wet van 25 januari 1996 tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de toevoeging van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 660 Wijziging van de Comptabiliteitswet 2001 houdende bepalingen betreffende het toezicht op en de controle van derden die collectieve middelen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 993 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de integratie van het leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs

Nadere informatie

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,. Artikel PM1 A.4 Bijlage 4 De Wet veiligheidsregio s wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van het artikel door een puntkomma, toegevoegd korpschef:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 16 Wet van 17 december 2003 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 222 Rijkswet van 18 april 2002 tot aanpassing van enige onderdelen van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Rijkswet van 21 december

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 50 Wet van 14 februari 2018 tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES vanwege met name

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 841 Wijziging van de Wet veiligheidsregio s in verband met de oprichting van het Instituut Fysieke Veiligheid en in verband met de volledige

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 157 Wet van 8 maart 2012 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 240 Wet van 25 april 2002, houdende regels voor de bewaring, het beheer en de verstrekking van gegevens van donoren bij kunstmatige donorbevruchting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 991 Wijziging van de Mediawet in verband met het bevorderen van een gezamenlijke strategie en duidelijke regie met betrekking tot de programmering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 990 Wijziging van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst in verband met de Kaderwet dienstplicht Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Wijziging van de bepalingen inzake beroep in de Kieswet en de Wet Europese verkiezingen NADER GEWIJZIGD ONTWERP VAN WET Wij eatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 187 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs ter aanpassing van de profielen in de tweede fase van het vwo en het havo (aanpassing profielen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 251 Wet van 27 april 2006 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs ter aanpassing van de profielen in de tweede fase van het vwo

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 334 Wet van 6 juli 2004, houdende regeling van het conflictenrecht met betrekking tot het geregistreerd partnerschap (Wet conflictenrecht geregistreerd

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 383 Wet van 27 september 2000, houdende nieuwe regels voor de financiering van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 999 Wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen en enige andere wetten in verband met de aanpassing van de in

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 948 Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het bevorderen van een arbeidsmarktrelevant en doelmatig opleidingenaanbod

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 661 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs ES, de Wet college voor toetsen en examens alsmede de Wet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 281 Wet van 14 mei 1998, houdende voorschriften betreffende onder meer instelling van voortgezette kunstopleidingen op het gebied van de met

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 146 Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake voortgezet algemeen volwassenenonderwijs en overige educatie Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 612 Wijziging van de Wet waardering onroerende zaken en van enige andere wetten (meer doelmatige uitvoering van de Wet waardering onroerende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 461 Wet van 28 oktober 1999, houdende uitbreiding van de kring van verzekerden ingevolge de Ziekenfondswet met zelfstandigen voor wie, gelet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 288 Wet van 9 juli 2014 tot wijziging van onder meer de Wet participatiebudget en de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake het invoeren van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 129 Wijziging van de Politiewet 2012 in verband met de inbedding van de Politieacademie in het nieuwe politiebestel Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 283 Wet van 22 juni 2000 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de herziening van het preventief toezicht bij oprichting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 380 Regels inzake het gebruik van het burgerservicenummer in de zorg (Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij

Nadere informatie

Wetsartikelen ter toelichting van de OER

Wetsartikelen ter toelichting van de OER Wetsartikelen ter toelichting van de OER 2010-2011 Erasmus MC, Rotterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 683 Wijziging van onder meer de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 815 Wijziging van de Wet inzake bloedvoorziening in verband met risicobeheersing binnen de Bloedvoorzieningsorganisatie A GEWIJZIGD VOORSTEL

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 430 Wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet inburgering en enkele andere wetten in verband met de versterking van de eigen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 257 Wet van 17 mei 1999, houdende regeling van de subsidiëring van politieke partijen (Wet subsidiëring politieke partijen) Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 384 Wet van 18 juni 2009 tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet openbaarheid van bestuur en enkele andere wetten in verband

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 397 27 844 Regels inzake de veiligheid en kwaliteit van lichaamsmateriaal dat kan worden gebruikt bij een geneeskundige behandeling (Wet veiligheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 523 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele aanverwante wetten naar aanleiding van de evaluatie van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 569 Wijziging van de Wet op het notarisambt en enkele andere wetten in verband met onder meer een gewijzigde regeling van de legalisatie van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 285 Wijziging van de Wet voorkeursrecht gemeenten (vereenvoudiging bekendmaking en aanbiedingsprocedure) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 857 Wet van 3 december 2009 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2011-2012 33 086 Wijziging van de Wet inburgering en enkele andere wetten in verband met de versterking van de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 33 Wet van 22 januari 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot verbetering van de regeling van de positie van de deskundige

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 98 Wet van 5 maart 2007 tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de invoering van bestuursrechtelijke handhaving

Nadere informatie

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS ROC A12 (Onderdeel van de Christelijke Onderwijs Groep Vallei & Gelderland Midden) 2014 Vastgesteld door het College van Bestuur op 4 juli 2014 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten Consultatieversie Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en het nieuwe nadeelcompensatierecht VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 691 Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES vanwege met name de wettelijke verankering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 313 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met wijzigingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 561 Wet van 7 november 2011 tot wijziging van de lgemene Wet ijzondere Ziektekosten en enkele andere wetten, in verband met de instelling van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 935 Tijdelijke bepalingen in verband met de instelling van een deelfonds sociaal domein (Tijdelijke wet deelfonds sociaal domein) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 418 Wet van 7 september 2006, houdende regeling van de tijdelijke vervanging van leden van de Tweede Kamer en Eerste Kamer der Staten-Generaal,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2006 2007 30 541 Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met de beëindiging van de bekostigingsrelatie

Nadere informatie

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van 01-01-2013 t/m heden Wet van 29 mei 2006 tot vaststelling van regels met betrekking tot de bijzondere opsporingsdiensten en de instelling van het functioneel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 300 Wet van 24 juni 2004 tot wijziging en aanvulling van de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafrecht, de lgemene wet bestuursrecht,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 262 Wet van 22 juni 2016 tot wijziging van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek in verband met de herpositionering van zelfstandige

Nadere informatie

wijziging van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES

wijziging van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES wijziging van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES VOORSTEL VAN WET (ambtelijk concept 4 juli 2018) Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 725 Wet van 22 december 2005 tot wijziging van de Gemeentewet in verband met het afschaffen van het gebruikersdeel van de onroerendezaakbelasting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 436 Wijziging van de Wet op de rechtsbijstand houdende herijking van de verlening van rechtsbijstand door de raden voor rechtsbijstand en de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 29 863 Regeling van een onafhankelijke uitoefening van risicobeoordeling door de Voedsel en Waren Autoriteit (Wet onafhankelijke risicobeoordeling

Nadere informatie