omgevingsdienst HAAGLANDEN

Transcriptie

1 Bezoekadres Zuid-Hollandplein AW Den Haag Postadres Postbus GB Den Haag T (070) E vergunningen@odh.nl I Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Bescliil^king ODH NOV Wet natuurbesclierming Natura 2000-gebieden Onderwerp Op 16 februari 2017 hebben wij een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming ontvangen. De aanvraag betreft het uitvoeren van fase 1 herontwikkeling Deltaplein te Kijkduin, gemeente Den Haag. De herontwikkeling bestaat uit de realisatie van 215 appartementen, een ondergrondse parkeergarage onder het noordoostelijke deel van het Deltaplein en het verwerken van maximaal circa m^ zand in de kuststrook voor het Deltaplein. Besluit Wij besluiten: I. de aangevraagde vergunning te verlenen; II. III. IV. de voorschriften 1. tot en met 11. te verbinden aan deze vergunning; de aanvraag van 16 februari 2017 en de aanvullingen van 26 april, 17 mei en 20 juni 2017 onderdeel te laten zijn van deze vergunning; het volgende document onderdeel te laten zijn van deze vergunning: - AERIUS bijlage bij besluit van 12 September 2017 met kenmerk S3LrnGHF6uN8 (ODH Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen. ing. L. Hodman Hoofd Tossing & Vergunningverlening Milieu van de Omgevingsdienst Haaglanden Bijlage 1. AERIUS bijlage bij besluit van 12 September 2017 met kenmerk S3LrnGHF6uN8 (ODH )

2 Rechtsmiddelen Voor de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden tegen deze beschikking wijzen wij op de desbetreffende tekst in het begeleidende schrijven. 2/12

3 VOORSCHRIFTEN Algemeen 1. Bij wijzigingen van omstandigheden waaronder deze vergunning is afgegeven, dient de Omgevingsdienst Haaglanden, Afdeling Toetsing en Vergunningverlening Milieu, Postbus 14060, 2501 GB Den Haag, hiervan terstond schriftelijk in kennis te worden gesteld. 2. De vergunninghouder dient: a. de start van de werkzaamheden en eventuele wijzigingen gedurende de uitvoering schriftelijk te melden aan de Afdeling Toezicht en Handhaving, Team Groen van de Omgevingsdienst Zuid- Holland Zuid, Postbus 550, 3300 AN te Dordrecht, telefoonnummer , adres (o.v.v. Natura 2000); b. uiterlijk een week na het beeindigen van de werkzaamheden de afdeling Toezicht en Handhaving, Team Groen van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid hiervan schriftelijk in kennis te stellen. 3. De vergunninghouder dient zijn personeel of derden welke betrokken zijn bij de uitvoering van het project, te informeren dat in verband met de bescherming van natuurwaarden (instandhoudingsdoelstellingen) van de Natura 2000-gebieden Westduinpark & Wapendal of Meijendel & Berkheide, de gebieden met uitzondering van de verharde paden, niet mag worden betreden. Voorschriften ten aanzien van bebouwing/inriciitingsmaatregelen 4. Het vrijkomende zand dient te worden verwerkt conform het bij de aanvraag gevoegde inpassingsplan en mag niet ter plaatse van kwalificerende habitattypen worden gedeponeerd. 5. Alle materialen en/of afval dienen op een zodanige wijze opgeslagen te worden dat ze niet door verwaaiing of op andere wijze in de Natura 2000-gebieden Westduinpark & Wapendal of Meijendel & Berkheide terecht kunnen komen. Eenmalige werkzaamheden 6. Na afronding van de werkzaamheden dienen de gebruikte en bewerkte locaties in ordelijke toestand te worden achtergelaten, hetgeen wil zeggen dat ten behoeve van de werkzaamheden gebruikte en/of vrijgekomen materialen en afval worden opgeruimd en op de juiste wijze uit het Natura gebied worden afgevoerd. 7. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient zoveel mogelijk gebruik te worden gemaakt van bestaande infrastructuur. Beschadiging van de bodem dient te worden voorkomen door het gebruik van licht materieel, het niet berijden van afgewerkte stukken en het gebruik van rijplaten. De rijplaten dienen na afloop van de werkzaamheden te worden verwijderd. Beschadigingen die ondanks de genomen voorzorgsmaatregelen optreden, dienen te worden hersteld binnen de vergunningperiode. 8. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden wordt uitsluitend gebruik gemaakt van voertuigen die (tenminste) voldoen aan de emissienorm Stage IV. 9. Materiaal en materieel mogen, anders dan voor het kunnen uitvoeren van de werkzaamheden noodzakelijk is, niet in het beschermde natuurgebied worden geplaatst, tenzij er speciale opstellocaties voor aftank- en opstelplaatsen worden gerealiseerd op een egaal stuk grond waar geen beschermde natuurwaarden aanwezig zijn. De juiste plek wordt in overieg met de aannemer bepaald. 10. Een opstelplaats, zoals in voorschrift 9 genoemd, dient zo te zijn ingericht dat alle materieel wordt opgesteld op een constructie met olie-absorberend materiaal. Gemorste vloeibare of vaste verontreinigende stoffen moeten zo snel mogelijk worden opgeruimd. Hiertoe dient absorberend materiaal en doelmatig gereedschap aanwezig te zijn. 11. Voor de omgang met materieel in het Natura 2000-gebied worden de volgende voorzieningen en/of maatregelen voorgeschreven ter bescherming van de bodem en het grondwater: 3/12

4 a. Aftank- en opstelplaatsen dienen zodanig te worden ingericht dat al het materieel en de tanks worden opgesteld op een olie-absorberend doekconstructie (alleen waterdoorlatend), zodat wordt voorkomen dat schadeiijke vloeistoffen in de bodem terecht kunnen komen; b. Het binnen het Natura 2000-gebied in bedrijf zijnde materieel moet zodanig zijn uitgerust en te worden gebruikt dat olie- en/of brandstofverontreiniging van het bodem en het grondwater niet kan optreden; c. Bij de aftank- en opstelplaatsen dient een brandblusinstallatie en voldoende absorptiemateriaal direct beschikbaar te zijn; d. Een enkel- of dubbelwandige tank dient voorzien te zijn van een lekbak, zodat vioeistof bij eventuele lekkage wordt opgevangen. Deze lekbak dient afgeschermd te zijn voor regenwater. De inhoud van de lekbak dient minimaal gelijk te zijn aan de opslagcapaciteit van de tank; e. De tanks, lekbakken of andere opvangvoorzieningen dienen horizontaal te worden geplaatst op de onder a genoemde constructie, zodat de bodem bij lekkage wordt beschermd; f. De opvangvoorziening moet altijd droog blijven en afgeschermd voor regenwater. Wanneer vioeistof in de lekbak aanwezig is, dient dit op de voorgeschreven wijze als gevaariijk afval te worden afgevoerd. Dit mag nooit in de bodem worden geloosd; g. Indien er gevaar bestaat voor aanrijding van de tanks, dienen er maatregelen genomen te worden om beschadiging van de tanks te voorkomen (bijv. aanbrengen vangrail); h. De opstelplaatsen moeten voorzien zijn van een goed afsluitbaar hek rondom, zodat onbevoegden het terrein niet kunnen betreden. i. Het plegen van onderhoud en olie verversen is in het Natura 2000-gebied niet toegestaan, j. Het bevoorraden van de tanks en het aftanken van materieel vanuit de tanks moet plaatsvinden boven de constructie, zoals genoemd onder a, zodat olie- en/of brandstofverontreiniging van de bodem en het grondwater niet kan optreden. k. Buiten werktijden dient het materieel boven de constructie, zoals genoemd onder voorschrift a, te worden opgesteld. 4/12

5 OVERWEGINGEN Aanleiding Op 16 februari 2017 hebben wij een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming (Wnb) ontvangen. De aanvraag betreft het uitvoeren van fase 1 herontwikkeling Deltaplein te Kijkduin, gemeente Den Haag. De herontwikkeling bestaat uit de realisatie van 215 appartementen, een ondergrondse parkeergarage onder het noordoostelijke deel van het Deltaplein en het verwerken van maximaal circa m^ zand in de kuststrook voor het Deltaplein. Bij de aanvraag zijn de volgende stukken gevoegd: Quick scan natuurwetgeving Kijkduin Bad project Deltaplein, opgesteld door Arcadis Nederland B.V. d.d. 15 februari 2017; AERIUS berekening van de beoogde situatie met kenmerk S5bwrGVa4tHU d.d. 16 november 2016; AERIUS berekening van de uitvoeringsfase (fase 1, nieuw materieel) met kenmerk S3j7aA8TN6wC d.d. 15 november 2016; AERIUS berekening van de uitvoeringsfase (fase 1, oud materieel) met kenmerk RQHFER9aavya d.d. 15 november 2016; AERIUS berekening van de uitvoeringsfase (fase 1, 2 en 3, nieuw materieel) met kenmerk RPdLszPt7yhA d.d. 16 november 2016; AERIUS berekening van de uitvoeringsfase (fase 1, 2, en 3, oud materieel) met kenmerk RvfqpWNIPxoY d.d. 15 november 2016; Exceldocument emissieberekeningen ter onderbouwing van de AERIUS berekeningen; Deltaplein Kijkduin. Verkeersadvies ontwikkeling Al-locatie. Opgesteld door Royal HaskoningDHV d.d. augustus 2014; AERIUS berekening van de beoogde situatie met kenmerk RdavQd7BeyqS d.d, 13 februari 2017; Afbeelding fasering en programma Kijkduin (niet gedateerd); Memo parkeergarages Kijkduin, opgesteld door Royal HaskoningDHV d.d. 10 augustus 2016; Memo Bijlage onderbouwing verkeersintensiteiten gebruiksfase: huidige situatie en beoogde situatie, opgesteld door Arcadis Nederland B.V. d.d. 15 februari 2017; Machtiging tot indienen aanvraag Wet natuurbescherming; Uittreksels KvK van FRED developers en BAMA Holding. Op 26 april, 17 mei en 20 juni 2017 hebben wij de volgende aanvullende gegevens ontvangen: Memo Verzoek aanvullingen Wet natuurbescherming Natura 2000-gebieden Kijkduin aan het Deltaplein. Opgesteld door Arcadis Nederland B.V., d.d. 26 april 2017; AERIUS berekening van de beoogde situatie (fase 1) met kenmerk S3LrnGHF6uN8, d.d. 26 april 2017; Schetsontwerp inpassing vrijkomend zand Kijkduin-Bad winkelgebied Deltaplein, fase 1. FRED Developers Kijkduin. Opgesteld door Arcadis Nederland B.V., d.d. 17 mei 2017; AERIUS berekening voor het verwerken van het zand met kenmerk RiBqOhWmUCzo d.d. 13 juni 2017; Memo Uitgangspunten N-depositieberekeningen Kijkduin. Opgesteld door Arcadis Nederland B.V. d.d. 13 juni Procedure De uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5.1 van de Wnb toegepast op deze beschikking. Doordat de aangeleverde gegevens onvolledig waren, is de procedure op 21 maart 2017 opgeschort en is verzocht om aanvullende gegevens. 5/12

6 De procedure is op 17 mei 2017 hervat. Verlenging Met toepassing van artikel 5.1, tweede lid, Wnb hebben wij op 21 februari 2017 de termijn voor de afhandeling van de aanvraag met zeven weken veriengd. Bevoegd gezag De gevraagde activiteit wordt (hoofdzakelijk) gerealiseerd dan wel verricht binnen de provincie Zuid-Holland. Gelet op de bepalingen in artikel 1.3 van de Wnb zijn wij bevoegd gezag voor de beoordeling van deze aanvraag. Zienswijzen De ontwerpbeschikking heeft vanaf 28 September 2017 gedurende een periode van 6 weken ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen ingebracht. Wijziging ten opzichte van ontwerpbeschikking Ten opzichte van de ontwerpbeschikking zijn de volgende wijzigingen aangebracht: - De hoeveelheid in de kuststrook te verwerken zand is aangepast naar maximaal ca m^. Uit nadere berekeningen is gebleken dat de hoeveelheid vrijkomend zand groter is dan aanvankelijk is aangenomen ( m^). In het inpassingsplan was reeds voorzien in maximaal ca m^ zand. Het aanpassen van de hoeveelheid heeft dan ook geen effect op de toetsing en geen (extra) gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen. Toetsingskader en grondslag beschikking De aanvraag is getoetst aan: - de artikelen 2.7 t/m 2.9 Wnb; hoofdstuk 2, titel 2.1 en 2.2 Besluit natuurbescherming; hoofdstuk 2, titel 2.1 en 2.2 Regeling natuurbescherming; Beleidsregel uitvoering Wet natuurbescherming Zuid-Holland (verder: de beleidsregel); Beheerplan Westduinpark & Wapendal, vastgesteld op 13 augustus 2012 door Provincie Zuid- Holland; Beheerplan Solleveld & Kapittelduinen, vastgesteld op 23 april 2013 door Provincie Zuid-Holland; Aanwijzingsbesluit Natura 2000-gebied Westduinpark & Wapendal, Ministerie van EL&I, 2011 (indusief de gebiedendatabase'' voor dit gebied) en - Aanwijzingsbesluit Natura 2000-gebied Solleveld & Kapittelduinen, Ministerie van EL&I, 2011 en Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Solleveld & Kapittelduinen, Ministerie van Economische Zaken, 2017 (indusief de gebiedendatabase^ voor dit gebied). Beoordeling Aangevraagde activiteit De initiatiefnemer heeft een aanvraag om vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb ingediend voor het uitvoeren van fase 1 herontwikkeling Deltaplein te Kijkduin, Den Haag. De ^ 6/12

7 herontwikkeling bestaat uit de realisatie van 215 appartementen, een ondergrondse parkeergarage onder het noordoostelijke deel van het Deltaplein en het verwerken van maximaal ca m^ zand in de kuststrook voor het Deltaplein. De gevraagde activiteit vindt plaats nabij de Natura 2000-gebieden Westduinpark & Wapendal en Solleveld & Kapittelduinen. Een deel van de activiteit (verwerken zand) vindt binnen de begrenzing van de Natura 2000-gebieden plaats. Het projectgebied bestaat uit het huidige winkelgebied, parkeerterrein en een deel van het Deltaplein. In de huidige situatie bestaat het projectgebied uit lage bebouwing (maximaal twee woonlagen) en bestrating. Op het Deltaplein is een metalen scheepsmast aanwezig (Kraaiennest). Het project bestaat uit drie fasen. Iedere fase heeft een duur van ongeveer 1,5 jaar. De totale realisatiefase van het project heeft een doorlooptijd van 4,5 jaar. In vooriiggende aanvraaq gaat het alleen om fase 1. De verschillende fasen kunnen onafhankelijk van elkaar worden uitgevoerd, en kunnen daarmee beschouwd worden als verschillende projecten voor de Wnb. De planning is om in de loop van 2017 met de ontwikkeling van het Deltaplein in Den Haag Kijkduin te starten. De werkzaamheden in fase 1 zijn als volgt samen te vatten: - verwijderen bestaande verharding; - realisatie collectieve parkeergarage onder (verhoogd) maaiveld van het gehele projectgebied, de totale beoogde capaciteit (fase 1 t/m 3) van de parkeergarage is circa 620 parkeerplaatsen. Om de parkeergarage te kunnen realiseren, wordt in totaal gefaseerd circa m^ zand afgegraven. De parkeergarage wordt onder het (nieuwe) maaiveld (+ 12,50 m NAP) gerealiseerd. De vloer van het parkeerdek heeft dus een maximale diepte van + 9,50 m NAP; - een deel van de vrijgekomen grond wordt toegepast in de inrichting van de openbare ruimte van Kijkduin-Bad (dit onderdeel valt niet onder het deelproject Deltaplein, maar onder het deelproject van de gemeente Den Haag, zie onderstaande afbakening). Een ander deel van de vrijkomende grond wordt (gefaseerd) toegepast in het voor de badplaats gelegen duin, voor optimalisatie van de duinen en de natuurwaarden. Het gaat hier in fase 1 om circa m^ (zie figuur 3 op pagina 6 van de Quickscan natuurwetgeving Kijkduin Bad project Deltaplein, opgesteld door Arcadis Nederland B.V. d.d. 15 februari 2017); - realisatie middelhoge (3-5 bouwiagen) en accenten aan hoge bebouwing (6-7 bouwiagen, maximaal 22 meter boven maaiveld). Deze bebouwing biedt in totaal (fase 1 t/m 3) ruimte aan 215 woningen en m2 aan voorzieningen. De aangevraagde activiteit is een 'project' in de zin van de Wnb, dat niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van het Natura 2000-gebied en dat afzonderiijk of in combinatie met andere plannen, of projecten, significante gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied. Dit betekent dat de artikelen 2.7, derde lid, sub a en artikel 2.8, met uitzondering van het negende lid, van de Wnb, van toepassing zijn op deze aanvraag en een passende beoordeling is vereist waarbij rekening is gehouden met de instandhoudingsdoelstellingen voor dat gebied. Bij de aanvraag zijn stukken gevoegd die gezamenlijk als een passende beoordeling worden beschouwd. Indien en voor zover noodzakelijk hebben wij de informatie uit dit document bij onze besluitvorming betrokken. Effecten De beoordeling van deze aanvraag heeft, gelet op de aard, duur en afstand van de gevraagde activiteit ten opzichte van de Naiura 2000-yebiedeM Westduinpark & Wapendal en Solleveld & Kapittelduinen, betrekking op verzuring en vermesting als gevolg van stikstofdepositie (aanlegfase en gebruiksfase), ruimtebeslag, mechanische effecten, verandering van dynamiek substraat (verwerken zand) en verdroging (aanieg parkeergarage). Overige effecten treden niet op, of de habitattypen en habitatrichtlijnsoorten waarvoor de betreffende gebieden zijn aangewezen zijn hiervoor niet gevoelig. 7/12

8 Orize beoordeling van de aangevraagde activiteit is gebaseerd op de Quick scan natuurwetgeving Kijkduin Bad project Deltaplein (verder: de natuurtoets), de memo Verzoek aanvullingen Wet natuurbescherming Natura 2000-gebieden Kijkduin aan het Deltaplein (verder: de aanvullingen), het Schetsontwerp inpassing vrijkomend zand Kijkduin-Bad winkelgebied Deltaplein, fase 1 (verder: het inpassingsplan) en de beheerplannen voor Westduinpark & Wapendal en Solleveld & Kapittelduinen. De beoordeling van de aanvraag ziet eerst op de beoordeling ten aanzien van stikstofdepositie en vervolgens op de beoordeling van overige effecten. Beoordeling aanvraag ten aanzien van stikstofdepositie In het kader van de Wnb is voor de gevraagde activiteit niet eerder een vergunning verleend. Of er sprake is van een vergunningplicht op grond van de Wnb dient beoordeeld te worden aan de hand van de beoogde situatie^. Op basis van de AERIUS bijlage van het besluit hebben wij vastgesteld dat sprake is van een vergunningplicht voor de gevraagde activiteit. Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) Algemeen Voor elk project (of andere handeling) dat zonder vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb in het verleden is gerealiseerd en niet is vrijgesteld van de vergunningplicht (artikel 2.9, vijfde lid, van de Wnb en artikel 2.12 van het Besluit natuurbescherming), moet het bevoegd gezag alsnog beoordelen of een vergunning kan worden verleend. Dit geldt ook voor een uitbreiding van een bestaande activiteit. Indien het gaat om een project of andere handeling die stikstofdepositie veroorzaakt op een Natura 2000-gebied, waarin een of meerdere habitattypen voorkomen waarvoor de KDW wordt overschreden, is de Programmatische Aanpak Stikstof (verder: PAS) die per 1 juli 2015 in werking is getreden, van belang. De PAS is thans geregeld in de Wnb, het Besluit natuurbescherming, de Regeling natuurbescherming en het programma Programmatische Aanpak Stikstof (verder: Programma). Aan het Programma ligt een passende beoordeling als bedoeld in artikel 2.8 van de Wnb ten grondslag. Op 14 april 2015 hebben wij ingestemd met zowel het Programma als met de daaraan ten grondslag liggende passende beoordeling. Bij het verlenen van de vergunning kan gebruik worden gemaakt van deze passende beoordeling. Het Programma is partieel herzien op 17 maart Het Besluit natuurbescherming voorziet in titel 2.1 in continuering van het Programma zoals deze was opgenomen in de voormalige Natuurbeschermingswet Het thans geldende Programma behoeft gelet op het overgangsrecht in artikel 9.3, derde lid, van de Wnb niet opnieuw te worden vastgesteld. Passende beoordeling PAS Het Programma is een instrument om Natura 2000-doelstellingen te realiseren en tegelijk ruimte te scheppen voor bestaande en nieuwe economische ontwikkelingen. In de passende beoordeling is getoetst of de uitvoering van het programma geen risico vormt voor de instandhoudingsdoelstellingen van individuele Natura 2000-gebieden, binnen de PAS.'' De passende beoordeling bestaat uit een generiek deel (bronmaatregelen, monitoring, etc.) en uit gebiedsanalyses die de ecologische onderbouwing vormen dat met het Programma de stikstofgevoelige Natura 2000-doelstellingen (op termijn) gerealiseerd kunnen worden en er ontwikkelingsruimte beschikbaar kan worden gesteld voor economische ontwikkelingen. In de gebiedsanalyse per Natura 2000-gebied is verzekerd dat door de uitvoering van een gebalanceerd en robuust pakket aan herstelmaatregelen, er in de eerste programmaperiode geen verslechtering optreedt van ^ Op grond van artikel 2.4, negende lid, van de Regeling natuurbescherming mag voor het aantal verkeersbewegingen in de referentiesituatie rekening getiouden worden met de autonome ontwikkeling. Zie hiervoor kaart 1,1, 8/12

9 alle stikstofgevoelige habitattypen en habitats van soorten. Bij deze beoordeling is uitgegaan van de achtergrondwaarde van In deze achtergrondwaarde zijn alle voot" de aanvang van het Programma feitelijke emissies verdisconteerd, zoals blijkt uit de grootschalige concentratie en depositiekaarten Nederland (GCN en GDN). Deze emissies hebben al voor de aanvang van het Programma plaatsgevonden en hebben als uitgangspunt gediend voor de passende beoordeling. Voor de depositie als gevolg van deze emissies is derhalve geen ontwikkelingsruimte nodig. Daarnaast is voor elk Natura 2000-gebied een bepaalde hoeveelheid ontwikkelingsruimte vastgesteld, zodat ook nieuwe initiatieven waaronder ook uitbreidingen van bestaande activiteiten, gerealiseerd kunnen worden. De ontwikkelingsruimte kan op grond van artikel 2.7, eerste lid, van het Besluit natuurbescherming worden toegedeeld aan projecten en andere handelingen bij toestemmingsbesluiten, zoals een vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb of een omgevingsvergunning. De conclusie van de passende beoordeling van het Programma is dat wanneer bestaande activiteiten worden voortgezet en daarnaast ook nog nieuwe activiteiten worden gerealiseerd, kan worden uitgesloten dat de natuurlijke kenmerken van de in het Programma opgenomen Natura 2000-gebieden worden aangetast. Met onze instemming met het Programma hebben wij ingestemd met de conclusie van de passende beoordeling dat met het Programma kan worden uitgesloten dat de natuurlijke kenmerken van de in het Programma opgenomen Natura 2000-gebieden worden aangetast. Voorwaarde hierbij is dat er niet meer ontwikkelingsruimte wordt toebedeeld dan beschikbaar is. Vaststellen benodigde ontwikkelingsruimte Voor de gevraagde activiteiten is niet eerder een vergunning op grond van de Wnb verleend. Voor de gehele gevraagde activiteit, en de toename van het aantal verkeersbewegingen als gevolg daarvan, dient te worden beoordeeld of en zo ja hoeveel ontwikkelingsruimte nodig is. Daarbij dient voorts beoordeeld te worden of de benodigde ruimte aanwezig is en of voldaan wordt aan de beleidsregel. Uit de AERIUS bijlage bij het besluit blijkt dat er voor de beoogde situatie ontwikkelingsruimte benodigd en beschikbaar is. Voorts past de benodigde ontwikkelingsruimte binnen de beleidsregel. Registratie en toekenning ontwikkelingsruimte De aanvraag is geregistreerd in AERIUS Register. Voor de gevraagde uitbreiding is de benodigde ontwikkelingsruimte, Realisatie uitbreiding activiteit Op grond van artikel 2.7, vierde lid, van het Besluit natuurbescherming en artikel 2.2, tweede lid van onze beleidsregel kunnen wij deze vergunning (al dan niet gedeeltelijk) intrekken of wijzigen indien het project of de andere handeling waarvoor ontwikkelingsruimte is toegedeeld niet binnen twee jaar, na het onherroepelijk worden van het toestemmingsbesluit waarbij de ontwikkelingsruimte is toegedeeld, is gerealiseerd. Conclusie ten aanzien van stikstofdepositie Op grond van het vorenstaande kan worden geconcludeerd dat de gevraagde ontwikkelingsruimte kan worden toebedeeld en dat een vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb kan worden verleend. Beoordeling aanvraag ten aanzien van overige effecten Op basis van de aanvraag, de natuurtoets, de aanvullingen en het inpassingsplan hebben wij vastgesteld dat de gevraagde activiteit vergunningplichtig is voor de Natura 2000-gebieden Westduinpark & Wapendal en Solleveld & Kapittelduinen. 9/12

10 Instandhoudingsdoelstellingen Het Natura 2000-gebied Westduinpark & Wapendal is aangewezen voor habitattypen en het Natura gebied Solleveld & Kapittelduinen is aangewezen voor habitattypen en habitatsoorten. Voor deze habitattypen en - soorten geldt een instandhoudingsdoelstelling. De instandhoudingsdoelen zijn weergegeven in onderstaande tabel. Instandhoudlngsdoslstslllngsn Natura 2000-gsblsd Wsstduinpark & Wapsndal Habitattypen Oppervlakte Kwaliteit H2120,Witte duinen behoud behoud H2130A, Grijze duinen, kalkrijk uitbreiding verbetering H2130B, Grijze duinen, kalkarm behoud behoud H2150, Duinheiden met struikhei behoud behoud H2160, Duindoornstruwelen behoud behoud H2180A, Duinbossen, droog behoud verbetering H2180C, Duinbossen, binnenduinrand behoud verbetering Instandhoudlngsdoslstslllngsn Natura 2000-gsblsd Sollsvsld & Kaplttsldulnsn Habitattypen Oppervlakte Kwaliteit H2110, Embryonale duinen behoud behoud H2120,Witte duinen behoud verbetering H2130A, Grijze duinen, kalkrijk behoud verbetering H2130B, Grijze duinen, kalkarm behoud verbetering H2150, Duinheiden metstruikhei behoud verbetering H2160, Duindoornstruwelen behoud behoud H21 BOA, Duinbossen, droog behoud verbetering H2180C, Duinbossen, binnenduinrand behoud verbetering H2190B, Vochtige duinvalleien, kalkrijk uitbreiding verbetering H2190D, Vochtige duinvalleien, hoge moerasplanten behoud behoud Habitatsoorten Omvang Kwaliteit leefgebied Groenknolorchis ontviflkkeling biotoop Nauwe korfslak behoud behoud Effecten van gevraagde activiteit De gevraagde activiteit kan leiden tot verschillende effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van de Natura 2000-gebieden Westduinpark & Wapendal en Solleveld & Kapittelduinen. Deze effecten worden hieronder kort toegelicht. Effecten van stikstofdepositie worden hier buiten beschouwing gelaten, deze zijn hiervoor al beoordeeld. Verwerken zand: Het verwerken van zand binnen de Natura 2000-gebieden kan leiden tot ruimtebeslag op habitattypen, mechanische effecten door grondverwerking en verandering van dynamiek substraat door het aanbrengen van zand. Deze effecten zijn relevant voor de habitattypen die ter plaatse voorkomen: duindoornstruweel, witte duinen, grijze duinen en mogelijk embryonale duinen. 10/12

11 Permanente effecten: De aanieg van een ondergrondse parkeergarage kan leiden effecten op de grondwaterstand in de nabijgelegen Natura 2000-gebieden. Relevant zijn grondwaterafhankelijke habitattypen en leefgebieden van soorten (groenknolorchis). Overige effecten kunnen op basis van de bij de aanvraag gevoegde stukken worden uitgesloten. Beoordeling effecten van gevraagde activiteit op habitattypen en/of soorten Bij de beoordeling van de effecten als gevolg van het gevraagde initiatief hebben wij rekening gehouden met de specifieke milieukenmerken en omstandigheden van het gebied. Hieronder vallen o.a. de huidige kwaliteit van de betreffende (sub)habitattypen en natuurbeheer. Verwerken zand: Voor het realiseren van de ondergrondse parkeergarage wordt een flinke hoeveelheid zand vergraven uit de primaire waterkering. Uit de meest recente berekening blijkt dat het gaat om m^ zand dat vrijkomt. Vanuit veiligheidsoogpunt eist het waterschap dat dit zand elders in de waterkering wordt teruggeplaatst, binnen de raaien waarin het project wordt uitgevoerd. In dit geval gaat het om de kuststrook direct voor het Deltaplein. Deze gehele strook maakt onderdeel uit van de Natura 2000-gebieden Westduinpark & Wapendal en Solleveld & Kapittelduinen. Negatieve effecten op habitattypen die ter plaatse voorkomen zijn dan ook niet bij voorbaat uit te sluiten. Tijdens een inventarisatie en een daarop volgend veldbezoek is vastgesteld dat in het piangebied witte duinen, grijze duinen en duindoornstruweel voorkomen. Deze zijn in de huidige situatie slecht tot matig ontwikkeld. Vervolgens is een inpassingsplan opgesteld, waarbij rekening is gehouden met het voorkomen van deze habitattypen (ter plaatse wordt geen zand verwerkt). Daarnaast wordt het natuurlijke relief in het gebied hersteld en wordt niet verontreinigd zand met weinig organische stof en van een geschikte samenstelling en korrelgrootte gebruikt. Hierdoor treden geen effecten op van verontreiniging en kan het nieuwe zand wellicht ook wat gaan verstuiven. Mechanische effecten worden voorkomen door het opnemen van voorschrift 7, waarin is opgenomen dat rijplaten gebruikt moeten worden, en door te werken zoals beschreven in het inpassingsplan. Door alleen zand te verwerken op plaatsen waar geen habitattypen voorkomen en dit conform het inpassingsplan uit te voeren worden negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen voorkomen. Permanente effecten: De ondergrondse parkeergarage komt 3 m onder het nieuwe, opgehoogde maaiveld te liggen, op ca. 9,5 +NAP. De aanieg van ondergrondse bouwwerken kan leiden tot wijzigingen in grondwaterstromingen en daardoor tot vernatting of verdroging. Uit de aanvullingen blijkt dat de lokale grondwaterstand zich op grotere diepte (globaal tussen 1 en 2 m +NAP) bevindt dan de bodem van de parkeergarage. Onder het duin zal het grondwater iets opbollen, maar zeker niet tot 9,5 m +NAP. Het gevraagde initiatief heeft geen gevolgen voor de infiltratie van regenwater in de Natura 2000-gebieden. Negatieve effecten op habitattypen of leefgebieden van soorten als gevolg van veranderingen in de grondwaterstand kunnen worden uitgesloten. Cumulatie In de duinstrook waar zand gedeponeerd worden, zouden mogelijk negatieve effecten kunnen optreden. In geval van negatieve effecten, moet ook gekeken worden naar cumulatieve effecten in samenhang met andere plannen en projecten. Bij het bevoegd gezag zijn geen ander plannen of projecten bekend die ter plaatse voor negatieve effecten zouden kunnen zorgen. Cumulatie is daarmee niet aan de orde. Cumulatieve effecten van stikstofdepositie zijn ondervangen in de systematiek van de PAS en hoeven niet verder uitgewerkt te worden. Conclusie ten aanzien van overige effecten Op grond van bovenstaande concluderen wij dat de gevraagde activiteit geen belemmering vormt voor het behalen van de instandhoudingsdoelstellingen. De natuurlijke kenmerken van de Natura 2000-gebieden 11/12

12 Westduinpark & Wapendal en Solleveld & Kapittelduinen worden door de aangevraagde activiteit niet aangetast. Samenhangende besluiten Er kunnen nog andere bepalingen van kracht zijn, op grond waarvan vergunningen, toestemmingen, ontheffingen of meldingen benodigd zijn om de gevraagde activiteit te kunnen uitvoeren. Die mogelijkheid geldt bijvoorbeeid voor de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet milieubeheer. Hiervoor is de gemeente Den Haag bevoegd gezag. Conclusie Op grond van het vorenstaande kan worden geconcludeerd dat de gevraagde ontwikkelingsruimte kan worden, dat de gevraagde activiteit geen belemmering vormt voor het behalen van de instandhoudingsdoelstellingen en dat een vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb kan worden verleend. 12/12

13 RIUSB REGISTER Dit document is een bijloge bij het toestemmingsbes(u/t als bedoeld in artikel 2.7 eerste lid, van het Besluit notuurbescherming. Bijlage, Vergunningaanvraag Kennnerken Samenvatting ennissies Depositieresultaten Gedetailleerde emissiegegevens Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een bijbehorende leeswijzer. Deze leesw/ijzer en overige documentatie is te raadplegen via: en pas.natura2000.nl. S3LrnGHF6uN8 (I25eptember20i7) pagina 1/9

14 AERIUSP REGISTER Contact Rechtspersoon Inrichtingslocatie Bas van der Peet Deltaplein, 2554 Den Haag Activiteit Omschrijving AERIUS kenmerk Bevoegd gezag Kijkduin S3LrnGHF6uN8 Provincie Zuid-Holland Datum berekening Rekenjaar 12 September 2017,07: Sector Deelsector Wegverkeer Binnen bebouwde kom Totale emissie Situatie 1 Situatie 2 Verschil NOx 56,73 kg/j 121,32 kg/j 64,58 kg/j NH3 4,42 kg/j 5.85 kg/j 1.43 kg/j Resultaten Hectare met hoogste versctiil (mol/ha/j) Natuurgebied Solleveld b Kapittelduinen Verschil + 1,20 Toelichting Gebruiksfase verkeer, incl. middelzwaar vrachtverkeer Kijkduin S3LrnGHF6uN8 (12 September 2017) pagina 2/9

15 AERIUSB REGISTER Ontv/ikkelingsruimte Locatie huidige situatie Emissie huidige situatie Bron Sector Emissie NH3 Emissie NOx 0 Deltaplein Wegverkeer Binnen bebouwde kom < 1 kg/j 8,42 kg/j 0 Kijkduinsestraat Wegverkeer Binnen bebouwde kom 3.76 kg/j 48,31 kg/j 53LrnGHF6uN8 (i2 September 2017) pagina 3/9

16 AERIUSB REGISTER Locatie Gebruiksfase Emissie Gebruiksfase Bron Sector Emissie NH3 :rpis5ie MOx 8 Deltaplein Wegverkeer Binnen bebouwde kom 1.57 kg/j kg/j Kijkduinsestraat Wegverkeer Binnen bebouwde kom 4.28 kg/j 88,68 kg/j Kijkduin S3LrnGHF5uN8 {12 September 2017) pagina 4/9

17 AERIUSB REGISTER Resultaten PASgebieden (mol/ha/j) Natuurgebied Solleveld b Kapittelduinen Hertare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * 1, ,20 beschikbaar? Westduinpark & Wapendal 1,02 1,34 0,32 ^ Q beschikbaar Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar Als de hoogste depositietoename plaatsvindt op een hexagoon waar geen sprake is van een (naderende) stikstofoverbelasting, dan is de iioogste toename op een hexagoon met wel een (naderende) stikstofoverbelasting tussen haakjes aangegeven. Kijkduin S3LrnGHF6uN8 (12 September 2017) pagina 5/9

18 AERIUSB REGISTER Resultaten per habitattype (mol/ha/j) Solleveld b Kapittelduinen Habitattype Hertare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * beschikbaar? H2i6o Duindoornstruwelen ,29 + 1,20 H2130A Grijze duinen (kalkrijk) 1,09 2,29 + 1,20 H2120 Witte duinen 0,68 1,34 +0,66 H2110 Embryonale duinen 0,04 0,08 + 0,04 Westduinpark 7 Wapendal Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * Ontwikkelingsbeschikbaar? H2120 Witte duinen 1,02 1,34 +0,32 H2160 Duindoornstruwelen 1,02 1,34 +0,32 H2180C Duinbossen (binnenduinrand) 1,02 1,34 +0,32 H2130A Grijze duinen (kalkrijk) 0,20 0,24 + 0,04 H2130B Grijze duinen (kalkarm) 0,08 0,11 + 0,02 H2i8oAbe Duinbossen (droog), berken- 0,08 o,n eikenbos + 0,02 ^ Q beschikbaar Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar * Als de hoogste depositietoename plaatsvindt op een hexagoon waar geen sprake is van een (naderende) stikstofoverbelasting, dan is de hoogste toename op een hexagoon met wel een (naderende) stikstofoverbelasting tussen haakjes aangegeven. Kijkduin 53LrnGHF6uN8 (12 September 2017) pagina 6/9

19 AERIUSB REGISTER Emissie (per bron) huidige situatie Deltaplein 74886, ,42 kg/j < 1 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 133,0 NOx NH kg/j < 1 kg/j Kijkduinsestraat 75160, ,31 kg/j 3,76 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 814,0 NOx NH kg/j 3.76 kg/j Kijkduin S3LrnGHF6uN8 (12 September 2017)

20 AERIUSB REGISTER Emissie (per bron) Gebruiksfase Deltaplein 74885, ,63 kg/j 1,57 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Ucht verkeer 256,0 NOx kg/j NH kg/j Standaard Middelzwaar 14,0 NOx i2,8o kg/j vrachtverkeer NH3 < 1 kg/j Naam Locatie (X,Y) NOx NH3 Kijkduinsestraat 75175, ,68 kg/j 4,28 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 1.571,0 NOx kg/j NH kg/j Standaard Middelzwaar 86,0 NOx 34,80 kg/j vrachtverkeer NH3 <i kg/j JntwikKeiingsruimte tcegekend Kijkduin S3LrnGHF6uN8 (12 September 2017) sag'na 3/g

21 AERIUSB REGISTER Z 5C.2. C ' De initiatiefnemei IS 'elf verantwoordeiiik voor de kwjnteit van cle proiecfinvoer en de aanvraag wordt getoetst door het OevoegO gezag. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van de door de gebruiker aangeboden informatie. AERIUS is een geregistreerd handelsmerk in Europa. Alle rechten die niet expliciet worden verleend, zijn voorbehouden. Reken basis ^^^^ berekening is tot stand gekomen op basis van: AERIUS versie 20i6L_20i70907_447ffob73d Database versie 20i6L_20i7o828_C3fo58foof Voor meer informatie over de gebruikte methodiek en data zie: Kijkduin S3LrnGHF6uN8 (12 September 2017) )ag!n;j n/n