PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Transcriptie

1 Nr juni e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Akkerbouw (PA 6) 2 Productschap Pluimvee en Eieren (PPE 19 en PPE 20) 4 Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA 1) 30

2 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN Productschap Akkerbouw PA 6 Besluit PA aanwijzing PT toezichthouders tuchtrecht 2012 Besluit van de secretaris van het Productschap Akkerbouw, namens het bestuur van het Productschap Tuinbouw, van 7 juni 2012 tot aanwijzing van toezichthouders; De secretaris van het Productschap Akkerbouw; gelet op artikel 1, eerste lid, van het Besluit PT toezichthouders tuchtrecht 2010; gelet op Titel 5.2 en artikel 10:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; Besluit: Artikel 1 Namens het bestuur van het Productschap Tuinbouw worden als toezichthouder aangewezen: De navolgende medewerkers van de Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen (NAK) te Emmeloord: Boons C.C.A. Dijkstra S. Groen P.A. Jager L. Laarakkers P.J.A. Oosterhuis H. Prinse A.A.M. Sprundel C.T.M.M. van De navolgende medewerkers van de Stichting Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw (Naktuinbouw) te Roelofarendsveen: Beers N.M. Brandhof J.J. van den Dijkstra G.G. Ende W. van den Fondse M.J. Goethem M.W.M. van Groof M.A.M. de Halters W.G.M. Helfteren J.J.A. van Hendrix A.P.M. Kanters H.J.M. Kolk A. van de Koning M. Kuijpers R.P.M. Leeuwen L.G.M. van Lemmen H.H.A. Liere W.N. van Loon J.P.A. van Made A.H.S. van der Martens C.A.G. Mellema G.B. Mulder A. Oort A. van Ooyevaar H.H. Pasch S.E. van de Reinhoudt J.J. Sijm D.J.M. Smit J.J.E. Sonnemans M.A.H.M. Starre A.J. 2

3 Suilen Tamerus Thielen Verwoert Voermans M.A.M. A.M. J.J.G.J. G.M.W. J.C.G. Voets Vroom Wit J.W.L.M. M.B.C. A.C. de De navolgende medewerkers van de Stichting Bloembollenkeuringsdienst (BKD) te Lisse: Abbink D. Bergman N.W.H. Blankevoort R.N. Bos P.H.M. Bouwmeester M. Brouwer W.M. Duineveld F. Duivenvoorden M.J. Duivenvoorden W.H.J.M. Frietema-De Jong K.Y. Galiën D. van der Geus P.J. de Goeij A.W. de Groen H.J.J. Haaster J.H.M. van Jacobs P.J.T. Janssens R.P. Jong J.A. de Jorna W. Kampen A.G. van Kampen P.S.M. Kleverlaan C.L.W. Klooster M. van der Klooster M.P. van der Koogie C. Leek J.J.A. Mantel M. Meulen B. van der Molenaar G.J.M. Paarlberg N.J. Ploeg A.A. van der Ras M.J.W. Reus J.F.W. Ruiter H. de Seine A. Spigt J.P.M. Steijn P.C.M. van Steijn W.J.M. van Sterren D.J.T. van der Swart W.J. Visser A.P. de Vriend F.N.A. Vriend R. Wijma B. Zuidhof E.H. De navolgende medewerker van Q-Point B.V. te Naaldwijk: Duijvestijn C.F.A. De navolgende medewerkers van de afdeling handhaving en monitoring, cluster Toezicht en Handhaving van de provincie Limburg te Maastricht: Geuijen Vos Willems M.M.P.I. G.G.M. de J.G. Artikel 2 Het besluit PA aanwijzing PT toezichthouders tuchtrecht 2010 wordt ingetrokken. Den Haag, 7 juni 2012 Voor het bestuur van het Productschap Tuinbouw, M. Elema secretaris 3

4 TOELICHTING In het Besluit PT toezichthouders tuchtrecht 2010 wordt aan de secretaris van het Productschap Akkerbouw mandaat verleend tot het bij schriftelijk besluit aanwijzen van functionarissen van diverse organisaties die belast zijn met het toezicht op de verordeningen welke worden genoemd in voormeld besluit. Den Haag, 7 juni 2012 Voor het Bestuur van het Productschap Tuinbouw, M. Elema secretaris Productschap Pluimvee en Eieren PPE 19 Verordening tegemoetkoming aankoop vaccindoses ter bestrijding van Salmonella (PPE) 2012 Verordening van het Productschap Pluimvee en Eieren van 16 februari 2012 houdende een tegemoetkoming voor de aankoop van vaccindoses ten behoeve van de bestrijding van Salmonella in de pluimveesector (Verordening tegemoetkoming aankoop vaccindoses ter bestrijding van Salmonella (PPE) 2012). Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren; Gelet op artikel 96, tweede lid, sub b. onder 6, en sub d., van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE s; Gelet op de artikelen 96, 97 en 98 van de Wet op de bedrijfsorganisatie; Gezien het Uitvoeringsbesluit van 30 november 2011 tot goedkeuring van de door de lidstaten voor 2012 en volgende jaren ingediende jaarlijkse en meerjarenprogramma s en van de financiële bijdrage van de Unie voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen (2011/807/EU); Gezien de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen in pluimveebedrijven en kuikenbroederijen (PPE) Besluit: Artikel 1 1. Begripsbepalingen Deze verordening neemt de terminologie als omschreven in artikel 1 van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen in pluimveebedrijven en kuikenbroederijen (PPE) 2011 (hierna: de Verordening) over, en verstaat voorts onder: a. vermeerderingsdieren : fokpluimvee of vermeerderingspluimvee; b. geregistreerd vaccin : vaccin dat op grond van de Diergeneesmiddelenwet is geregistreerd voor gebruik bij vermeerderingsdieren of leghennen ter voorkoming van een besmetting met Salmonella; 4

5 c. vaccinatie : toediening van een geregistreerd vaccin bij vermeerderingsdieren of leghennen overeenkomstig de voorwaarden die daaraan bij de registratie van het betreffende vaccin zijn verbonden; d. vaccindoses : hoeveelheden van een geregistreerd vaccin. Artikel 2 2. Algemene voorwaarden voor verlening van de tegemoetkoming 1. De ondernemer die tegen Salmonella Enteritidis of Salmonella Typhimurium gevaccineerde vermeerderingsdieren van een legras of gevaccineerde leghennen koopt, kan op de voet van het bepaalde in artikel 3 en artikel 4 een tegemoetkoming krijgen in de kosten voor de aankoop van vaccindoses. 2. De tegemoetkoming wordt aan de ondernemer verstrekt in de vorm van een korting op de kosten die de leverancier van de gevaccineerde vermeerderingsdieren van een legras of gevaccineerde leghennen aan de ondernemer in rekening brengt voor de aankoop van vaccindoses. 3. De leverancier van de gevaccineerde vermeerderingsdieren van een legras of gevaccineerde leghennen vermeldt het aan de ondernemer in mindering gebrachte bedrag gespecificeerd op de factuur voor de gevaccineerde vermeerderingsdieren van een legras of gevaccineerde leghennen. 4. De hoogte van de korting kan niet meer bedragen dan de hoogte van de in artikel 5, eerste lid, vermelde tegemoetkoming. Artikel 3 De ondernemer komt slechts in aanmerking voor de tegemoetkoming indien het bedrijf van de ondernemer en de vermeerderingsdieren van een legras of de leghennen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft, zijn geregistreerd overeenkomstig de Verordening identificatie en registratie van pluimveebedrijven en levend pluimvee (PPE) Artikel 4 De ondernemer komt slechts in aanmerking voor de tegemoetkoming indien de voorzitter heeft vastgesteld dat de gevaccineerde vermeerderingsdieren van een legras of gevaccineerde leghennen zijn geplaatst op een overeenkomstig de Verordening identificatie en registratie van pluimveebedrijven en levend pluimvee (PPE) 2012 geregistreerd fokbedrijf, vermeerderingsbedrijf of leghennenbedrijf in de periode vanaf 1 januari 2012 tot en met 31 december Artikel 5 3. De aanvraag 1. De leverancier van de gevaccineerde vermeerderingsdieren van een legras of gevaccineerde leghennen dient voor de tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2 een aanvraag in bij het productschap. 2. Voor de aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt gebruik gemaakt van een door het productschap verstrekt formulier dat volledig en naar waarheid door de leverancier van de gevaccineerde vermeerderingsdieren van een legras of gevaccineerde leghennen wordt ingevuld, ondertekend en gedagtekend. 3. De leverancier van de gevaccineerde vermeerderingsdieren van een legras of 5

6 gevaccineerde leghennen die de tegemoetkoming aanvraagt voegt bij het in het tweede lid bedoelde formulier: a. de factuur van de aan de ondernemer geleverde gevaccineerde dieren; b. een bewijs waarmee ten genoegen van het productschap wordt aangetoond dat vaccinatie bij de in artikel 2, eerste en tweede lid, bedoelde vermeerderingsdieren van een legras of leghennen is uitgevoerd; c. indien de vaccinatie van de vermeerderingsdieren van een legras of leghennen in een andere lidstaat van de Europese Unie dan Nederland is uitgevoerd, ten genoegen van het productschap tevens een schriftelijk bewijs dat in de betreffende lidstaat voor het jaar 2012 geen subsidie voor de aankoop van vaccins ten behoeve van de betreffende gevaccineerde vermeerderingsdieren van een legras of gevaccineerde leghennen is of wordt aangevraagd dan wel is of wordt toegekend; d. een bewijs waarmee ten genoegen van het productschap is aangetoond dat aan de in de artikelen 3 en 4 genoemde voorwaarden is voldaan. 4. De aanvraag voor de tegemoetkoming dient door het productschap te zijn ontvangen binnen twee maanden na inwerkingtreding van deze verordening dan wel binnen twee maanden nadat de gevaccineerde vermeerderingsdieren van een legras of leghennen zijn overgeplaatst in overeenstemming met het bepaalde in artikel In afwijking van het vierde lid dient in het geval de gevaccineerde vermeerderingsdieren van een legras of leghennen zijn overgeplaatst in de periode 2 tot en met 31 december 2012, de aanvraag voor de tegemoetkoming uiterlijk 31 januari 2013 door het productschap te zijn ontvangen. Artikel 6 4. Hoogte tegemoetkoming en hoogte plafond 1. De tegemoetkoming bedraagt maximaal 0,14 per gevaccineerde leghen of gevaccineerd vermeerderingsdier van een legras. 2. Het plafond van de tegemoetkoming bedraagt De tegemoetkoming wordt op volgorde van aanvraag verstrekt totdat het subsidieplafond als bedoeld in het tweede lid is bereikt. 4. Indien op dezelfde dag meerdere aanvragen voor een tegemoetkoming door het productschap worden ontvangen, en daardoor het subsidieplafond als bedoeld in het tweede lid zal worden overschreden, wordt de tegemoetkoming voor zover mogelijk verstrekt naar rato van het aangevraagde bedrag. Artikel 7 5. De vaststelling De voorzitter stelt de tegemoetkoming vast aan de hand van de aanvraag en met inachtneming van het bepaalde in artikel 6. Artikel 8 6. Uitvoeringsovereenkomst Ten behoeve van de uitvoering van deze verordening kan de voorzitter een overeenkomst sluiten met de leverancier van de gevaccineerde vermeerderingsdieren van een legras en de gevaccineerde leghennen. 6

7 7. Intrekking en wijziging tegemoetkoming Artikel 9 1. De tegemoetkoming wordt door de voorzitter ingetrokken of ten nadele van de ondernemer gewijzigd indien de ondernemer niet voldoet aan het bepaalde in artikel 3 en artikel 4 of indien de ondernemer niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens de Verordening of indien de ondernemer onjuiste of onvolledige informatie met betrekking tot het bepaalde in artikel 3 en artikel 4 heeft verstrekt aan de leverancier van de gevaccineerde vermeerderingsdieren van een legras of van de leverancier van de gevaccineerde leghennen. 2. Indien de tegemoetkoming door de voorzitter wordt ingetrokken of ten nadele van de ondernemer wordt gewijzigd overeenkomstig artikel 4:48 onderscheidenlijk 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht, kunnen de verstrekte bedragen overeenkomstig artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht worden teruggevorderd en vermeerderd met de wettelijke rente over de periode vanaf de eerste uitbetaling tot aan het moment van algehele voldoening. 3. De te betalen rente is de wettelijke rente zoals deze geldt op de laatste dag van de maand waarin de betaling van de tegemoetkoming aan de leverancier van de gevaccineerde vermeerderingsdieren van een legras of gevaccineerde leghennen heeft plaatsgevonden. 4. Geen wettelijke rente is verschuldigd indien de oorzaak van het onverschuldigd betalen van de tegemoetkoming bij de voorzitter is gelegen. Artikel Slotbepalingen 1. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening tegemoetkoming aankoop vaccindoses ter bestrijding van Salmonella (PPE) Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Zoetermeer, 16 februari 2012 B.J. Krouwel voorzitter B.M. Dellaert secretaris Goedgekeurd door de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie bij beschikking van 8 juni 2012, nr TOELICHTING BIJ DE VERORDENING TEGEMOETKOMING AANKOOP VACCINDOSES TER BESTRIJDING VAN SALMONELLA (PPE) 2012 De Europese Gemeenschap kan op grond van Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied, een financiële bijdrage verlenen voor de bewaking en terugdringing van dierziekten en voor controles ter preventie van zoönosen. 7

8 Nederland heeft voor wat betreft het terugdringen van Salmonellabesmettingen bij pluimvee sinds 2002 jaarlijks een programma ingediend bij de Gemeenschap. De Europese Commissie heeft ook sinds 2002 jaarlijks een financiële bijdrage voor het door Nederland ingediende Salmonellaprogramma beschikbaar gesteld. In de jaren 2002 tot en met 2005 heeft de jaarlijks EU-bijdrage gevarieerd tussen en De bijdrage is steeds gebruikt voor een gedeeltelijke financiering van de schadeloosstelling die wordt verstrekt aan eigenaren van pluimvee dat wordt geruimd of van eieren die worden vernietigd of verwerkt. In de jaren 2006 tot en met 2011 heeft de Europese Commissie een jaarlijkse bijdrage beschikbaar gesteld variërend tussen en Dat gaf de mogelijkheid om niet alleen schadeloosstellingen voor geruimd pluimvee of vernietigde of verwerkte eieren aan de betrokken eigenaren te geven, maar om ook een tegemoetkoming te verstrekken in de aankoopkosten van vaccins ter preventie van Salmonella en een subsidie te verlenen in de kosten van uit te voeren bacteriologisch onderzoek. Ook voor het jaar 2012 heeft Nederland bij de Gemeenschap een programma ingediend voor de bewaking en terugdringing van Salmonellabesmettingen van pluimvee en pluimveeproducten. Het programma richt zich onder andere op het regelmatig uitvoeren van onderzoek naar Salmonellabesmettingen bij fok- en vermeerderingspluimvee, vleeskuikens en leghennen en op het ruimen van stalkoppels fok- en vermeerderingspluimvee, opfokleghennen en leghennen die besmet zijn met bepaalde typen Salmonella. De Europese Commissie heeft in haar Uitvoeringsbesluit van 30 november 2011 tot goedkeuring van de door de lidstaten voor 2012 en volgende jaren ingediende jaarlijkse en meerjarenprogramma s en van de financiële bijdrage van de Unie voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen (2011/807/EU) het door Nederland ingediende programma goedgekeurd en heeft tevens een bijdrage van 50% beschikbaar gesteld in de kosten die gemoeid zijn met de uitvoering van bacteriologische en serotyperingstesten in het kader van een officiële bemonstering, de schadeloosstelling van eigenaren van pluimvee dat wordt geruimd of van eieren die worden verwerkt of vernietigd en voor de aankoop van vaccindoses en de laboratoriumtesten met een maximum van Onderhavige verordening regelt de mogelijkheden om voor de aankoop van vaccins een tegemoetkoming te verstrekken. Deze tegemoetkoming behoort ingevolge het EG-recht tot één van de categorieën steunmaatregelen van artikel 87, tweede lid EG-verdrag. De Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft de mogelijkheid om steun te verlenen voor de aanschaf van vaccins op 7 september 2009 goedgekeurd met steunmaatregel N351/2009. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1 Hier zijn, grotendeels door verwijzing naar de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen in pluimveebedrijven en kuikenbroederijen (PPE) 2011, de relevante begripsbepalingen weergegeven. Hier is ook vastgelegd dat alleen vaccins die in Nederland overeenkomstig de Diergeneesmiddelenwet zijn geregistreerd voor de betreffende diercategorieën en voor het beoogde doel, in aanmerking komen voor een tegemoetkoming. Voorts dienen de vaccins te zijn toegediend overeenkomstig de eisen die in de registratie zijn vastgelegd. Dit betekent dat in geval van toediening van een combinatie van vaccins, tenminste één van de vaccins moet zijn toegediend overeenkomstig de in de registratie vastgestelde eisen. 8

9 Artikel 2 Ondernemers die tegen Salmonella gevaccineerde vermeerderingsdieren van een legras of leghennen kopen, kunnen in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de aankoopkosten van de toegediende vaccindoses. Deze tegemoetkoming wordt door de leverancier van de gevaccineerde dieren aan de ondernemer verstrekt in de vorm van een korting op de aanschafprijs van de gevaccineerde dieren. De leverancier vermeldt het aan de ondernemer in mindering gebrachte bedrag gespecificeerd op de factuur. Het spreekt voor zich dat voor hetzelfde stalkoppel vermeerderingsdieren van een legras of leghennen niet tweemaal een tegemoetkoming voor de aankoop van vaccindoses wordt toegekend. Indien de ondernemer vermeerderingsdieren van een legras of leghennen heeft gekocht waaraan nog niet alle vaccindoses zijn toegediend, komt hij slechts in aanmerking voor de tegemoetkoming indien de resterende vaccindoses alsnog aantoonbaar op het fokbedrijf, vermeerderingsbedrijf of leghennenbedrijf aan de dieren worden toegediend, zodat de vaccinatie volledig is uitgevoerd. Artikel 3 Dit artikel bepaalt dat een ondernemer alleen recht heeft op een tegemoetkoming in de aankoop van vaccindoses als het betreffende pluimveebedrijf van de ondernemer en de betreffende vermeerderingsdieren van een legras en leghennen geregistreerd zijn overeenkomstig de Verordening identificatie en registratie van pluimveebedrijven en levend pluimvee (PPE) Op basis van genoemde verordening moeten alle ondernemers die een pluimveebedrijf in Nederland uitoefenen zich bij het productschap laten registreren. Ook alle bedrijfsmatig gehouden pluimvee op in Nederland gevestigde bedrijven moet volgens genoemde verordening bij het productschap worden geregistreerd. Artikel 4 Er wordt alleen een tegemoetkoming in de aankoopkosten van vaccindoses verstrekt als de vaccindoses zijn toegediend aan vermeerderingsdieren van een legras en leghennen en deze vermeerderingsdieren en leghennen in het jaar 2012 zijn geplaatst op een geregistreerd fokbedrijf, vermeerderingsbedrijf of leghennenbedrijf. Artikel 5 In dit artikel wordt geregeld op welke wijze de leverancier van de gevaccineerde vermeerderingsdieren van een legras of gevaccineerde leghennen een aanvraag voor de tegemoetkoming ten behoeve van de ondernemer moet indienen en welke bewijsstukken daarbij moeten worden gevoegd. Artikel 6 De hoogte van de tegemoetkoming is maximaal 0,14 per gevaccineerde leghen of vermeerderingsdier van een legras. Het plafond van de tegemoetkoming bedraagt De tegemoetkomingen worden verstrekt tot dit plafond is bereikt. Artikel 7 De voorzitter stelt de tegemoetkoming vast op basis van de aanvraag. Hij neemt daarbij het gestelde subsidieplafond in acht. Artikel 8 Ten behoeve van de uitvoering van deze verordening kan de voorzitter een overeenkomst sluiten met de leverancier van de gevaccineerde vermeerderingsdieren 9

10 van een legras en de gevaccineerde leghennen. In deze overeenkomst wordt onder meer vastgelegd aan welke eisen de leverancier moet voldoen om de door hem aan de ondernemer verstrekte tegemoetkoming bij het productschap te declareren. Artikel 9 Indien de tegemoetkoming onverschuldigd is verstrekt omdat de ondernemer niet voldoet aan het bepaalde in de artikelen 3 en 4, aan hetgeen bij of krachtens de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen in pluimveebedrijven en kuikenbroederijen (PPE) 2011 is bepaald, of indien de ondernemer onjuiste of onvolledige informatie omtrent het bepaalde in de artikelen 3 en 4 heeft verstrekt aan de leverancier van de gevaccineerde vermeerderingsdieren van een legras of de gevaccineerde leghennen, wordt deze teruggevorderd overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht ziet op de intrekking dan wel wijziging van de tegemoetkoming ten nadele van de ontvanger. Dit betekent dus in concreto dat de korting ongedaan wordt gemaakt en dat de ondernemer het voordeel dat hij door de korting heeft genoten moet terugbetalen, vermeerderd met rente. Voorts wordt de wijze aangegeven waarop wordt bepaald wat de hoogte van de te betalen rente is en wordt bepaald dat geen rente is verschuldigd als de oorzaak van het onverschuldigd verstrekken van de tegemoetkoming bij de voorzitter is gelegen. Artikel 10 Dit artikel bevat de gebruikelijke bepalingen inzake de inwerkingtreding en publicatie van deze verordening. Zoetermeer, 16 februari 2012 B.J. Krouwel voorzitter B.M. Dellaert secretaris PPE 20 Verordening subsidieverlening terugdringing Salmonella (PPE) 2012 Verordening van het Productschap Pluimvee en Eieren van 16 februari 2012 houdende een subsidieregeling gericht op het terugdringen van Salmonella in de pluimveesector (Verordening subsidieverlening terugdringing Salmonella (PPE) 2012). Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren; Gelet op artikel 96, tweede lid, sub b. onder 5, en sub d., van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE s; Gelet op de artikelen 96, 97 en 98 van de Wet op de bedrijfsorganisatie; Gezien het Uitvoeringsbesluit van 30 november 2011 tot goedkeuring van de door de lidstaten voor 2012 en volgende jaren ingediende jaarlijkse en meerjarenprogramma s en van de financiële bijdrage van de Unie voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen (2011/807/EU); Gezien de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen in pluimveebedrijven en kuikenbroederijen (PPE)

11 Besluit: 1. Begripsbepalingen Artikel 1 Deze verordening neemt de terminologie als omschreven in artikel 1 van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen in pluimveebedrijven en kuikenbroederijen (PPE) 2011 (hierna: de Verordening) over, en verstaat voorts onder: a. Vermeerderingsdieren : fokpluimvee of vermeerderingspluimvee; b. Landbouwregeling : regeling, bedoeld in artikel 27 van de Wet op de omzetbelasting 1968; c. geregistreerd vaccin : vaccin dat op grond van de Diergeneesmiddelenwet is geregistreerd voor gebruik bij leghennen of opfokleghennen; d. Vaccinatie : toediening van een geregistreerd vaccin bij leghennen of opfokleghennen overeenkomstig de voorwaarden die daaraan bij de registratie van het betreffende vaccin zijn verbonden; e. stalkoppels eendagskuikens : stalkoppels bestaande uit pluimvee dat nog geen 72 uur oud is. Artikel 2 2. Algemene voorwaarde voor verlening van subsidie Het bedrijf van de ondernemer die subsidie aanvraagt en de vermeerderingsdieren, de leghennen dan wel de opfokleghennen waarop de aanvraag betrekking heeft, zijn geregistreerd overeenkomstig de Verordening identificatie en registratie van pluimveebedrijven en levend pluimvee (PPE) Artikel 3 3. Verlening van subsidie voor ruiming van een besmet stalkoppel en vernietiging of verwerking van broedeieren 1. De voorzitter verleent op aanvraag van de ondernemer een subsidie aan de ondernemer die overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens artikel 5, derde lid,,respectievelijk artikel 8, tweede lid, van de Verordening een met Salmonella Enteritidis, Salmonella Typhimurium, Salmonella Hadar, Salmonella Infantis, Salmonella Virchow of Salmonella Java besmet stalstalkoppel vermeerderingsdieren laat ruimen, en de broedeieren van een met Salmonella Enteritidis, Salmonella Typhimurium, Salmonella Hadar, Salmonella Infantis, Salmonella Virchow of Salmonella Java besmet stalkoppel vermeerderingsdieren laat verwerken of vernietigen. 2. De subsidie bedraagt: a. voor vermeerderingspluimvee van een legras voor een geruimd dier niet ouder dan 70 weken, het met de leeftijd van het dier corresponderende bedrag, genoemd in bijlage I; b. voor vermeerderingspluimvee van een vleesras voor een geruimd dier niet ouder dan 65 weken, het met de leeftijd van het dier corresponderende bedrag, genoemd in bijlage II; 11

12 c. voor fokpluimvee van een legras per geruimd dier niet ouder dan 65 weken, het met de leeftijd van het dier corresponderende bedrag, genoemd in bijlage III; d. voor fokpluimvee van een vleesras per geruimd dier niet ouder dan 60 weken, het met de leeftijd van het dier corresponderende bedrag, genoemd in bijlage IV; e. per verwerkt of vernietigd broedei van vermeerderingspluimvee: het bedrag dat overeenkomt met de op het moment van vaststelling van de besmetting geldende marktwaarde van het broedei; f. per verwerkt of vernietigd broedei van fokpluimvee: 1,05; 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt geen subsidie verleend indien het betreft vermeerderingsdieren dan wel broedeieren waaruit vermeerderingsdieren voortkomen, die zijn geïmporteerd uit een land dat niet lid is van de Europese Unie en waarbij het in artikel 4, eerste lid, van de Verordening bedoelde onderzoek van stalkoppels eendagskuikens bij de aankomst op het bedrijf, de aanwezigheid van Salmonella Hadar, Salmonella Infantis, Salmonella Virchow of Salmonella Java heeft aangetoond. Artikel 4 1. De voorzitter verleent op aanvraag van de ondernemer een subsidie aan de ondernemer die een stalkoppel leghennen of opfokleghennen laat ruimen, waarbij overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens artikel 11, tweede lid, van de Verordening een besmetting met Salmonella Enteritidis of Salmonella Typhimurium is vastgesteld. 2. De subsidie bedraagt: a. voor opfokleghennen het met de leeftijd en het huisvestingssysteem van het dier corresponderende bedrag genoemd in Bijlage V, VI en VII, met een maximum van 4,40 per geruimd dier; b. voor leghennen niet ouder dan 43 weken het met de leeftijd en het huisvestingssysteem van het dier corresponderende bedrag genoemd in Bijlage V, VI en VII, met een maximum van 4,40 per geruimd dier. Artikel 5 1. De subsidie als bedoeld in artikel 3 en artikel 4 wordt slechts verleend ter dekking van de kosten voor ruiming van een besmet stalkoppel en vernietiging of verwerking van broedeieren daarvan, die zijn ontstaan als gevolg van een besmetting die in de periode vanaf 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 is vastgesteld overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Verordening, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: a. het besmette stalkoppel vermeerderingsdieren wordt geruimd dan wel de broedeieren daarvan worden verwerkt of vernietigd op grond van artikel 5, derde lid, respectievelijk artikel 8, tweede lid, van de Verordening; b. het besmette stalkoppel leghennen of opfokleghennen wordt geruimd op grond van artikel 11, derde lid, van de Verordening; c. degene die toezicht houdt op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Verordening blijkens schriftelijke rapportage het aantal geruimde dieren en verwerkte of vernietigde broedeieren heeft vastgesteld en op de daadwerkelijke ruiming van de vermeerderingsdieren, leghennen of opfokleghennen dan wel de verwerking of de vernietiging van de broedeieren heeft toegezien; d. de ondernemer ten gunste van het productschap afstand doet van de slachtopbrengst van de vermeerderingsdieren, leghennen of opfokleghennen of de opbrengst van de broedeieren; e. de voorzitter de ondernemer schriftelijk heeft gemeld dat het stalkoppel vermeerderingsdieren, leghennen of opfokleghennen of de broedeieren besmet zijn met Salmonella; 12

13 f. de aanvraag voor subsidie door het productschap is ontvangen binnen een maand nadat de voorzitter de onder e. bedoelde mededeling heeft gedaan dan wel binnen twee maanden na inwerkingtreding van deze Verordening; g. de leeftijd van het besmette stalkoppel leghennen niet hoger is dan 43 weken; h. het besmette stalkoppel leghennen is gevaccineerd tegen Salmonella Enteritidis; i. de ondernemer binnen vijf werkdagen na dagtekening van de melding als bedoeld onder e. de voorzitter schriftelijk heeft verzocht om een besmet stalkoppel leghennen of opfokleghennen te laten ruimen. 2. Voor de vaststelling van de leeftijd van het besmette stalkoppel vermeerderingsdieren, leghennen of opfokleghennen geldt als peildatum de datum van de vaststelling van de besmetting nadat het verificatieonderzoek bedoeld in artikel 4, vierde lid, artikel 7, vierde lid, en artikel 10, vierde lid, van de Verordening, is uitgevoerd. 3. Voor ondernemers die gebruik maken van de Landbouwregeling worden de bedragen, bedoeld in artikel 3, derde lid, en artikel 4, tweede lid, verminderd met 5,1 procent. Voor ondernemers die geen gebruik maken van de Landbouwregeling worden de bedragen, bedoeld in artikel 3, derde lid, en artikel 4, tweede lid, onverkort toegekend. Artikel 6 4. De aanvraag 1. Voor de aanvraag van de subsidie als bedoeld in artikel 3 en artikel 4 maakt de ondernemer gebruik van een door het productschap verstrekt formulier dat volledig en naar waarheid, wordt ingevuld, ondertekend en gedagtekend. 2. Indien de ondernemer een ander machtigt om namens hem een aanvraag in te dienen, maakt deze ander gebruik van een daartoe door het productschap verstrekt machtigingsformulier. 3. Indien de ondernemer een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 4 indient, dan dient de ondernemer bij deze aanvraag een bewijs te overleggen waarmee ten genoegen van het productschap wordt aangetoond welke vaccinaties aan de leghennen of opfokleghennen zijn toegediend. Artikel 7 5. Subsidieplafond 1. Het plafond van de subsidie voor de ruiming van een besmet stalkoppel vermeerderingsdieren en de vernietiging of verwerking van de broedeieren daarvan bedraagt Het plafond van de subsidie voor de ruiming van een besmet stalkoppel leghennen of opfokleghennen bedraagt De subsidie wordt op volgorde van aanvraag verleend totdat het subsidieplafond als bedoeld in het eerste lid dan wel tweede lid, is bereikt. 13

14 4. Indien op dezelfde dag meerdere subsidieaanvragen door het productschap worden ontvangen, en daardoor het in het eerste lid dan wel tweede lid bedoelde subsidieplafond zal worden overschreden, wordt de subsidie voor zover mogelijk, aan de betrokken ondernemer verleend naar rato van het aangevraagde bedrag. Artikel 8 6. De vaststelling De voorzitter stelt de subsidie vast aan de hand van de aanvraag en, in voorkomend geval, het in artikel 9, tweede lid, bedoelde rapport van bevindingen en met inachtneming van de in artikel 7 genoemde subsidieplafonds. Artikel 9 7. Controle 1. De controle op de in deze verordening gestelde voorwaarden wordt namens het productschap uitgeoefend door personen in dienst van een door de voorzitter aangewezen controle-instantie. 2. De controle bedoeld in het eerste lid wordt na ontvangst van de aanvraag uitgevoerd bij de ondernemer en dient ter verificatie van de door de ondernemer verstrekte gegevens teneinde vast te stellen of de ondernemer voldoet aan de in deze verordening gestelde voorwaarden voor verlening van subsidie. 3. Van de controle bedoeld in het eerste lid wordt een rapport van bevindingen opgemaakt dat aan de voorzitter ter hand wordt gesteld. Artikel De ondernemer is verplicht de met de uitvoering van deze verordening belaste personen alsmede de in artikel 9 bedoelde personen alle medewerking te verlenen die zij nodig achten voor de vervulling van hun taken. 2. De ondernemer is verplicht alle gegevens te verstrekken waaruit blijkt dat aan het bepaalde in artikel 5 en artikel 7 is voldaan. Artikel Intrekking en wijziging subsidie 1. De subsidie wordt door de voorzitter ingetrokken indien de ondernemer niet voldoet aan het bepaalde in artikel 5, artikel 7 en artikel 10 of indien de ondernemer niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens de Verordening. 2. Indien de subsidie door de voorzitter wordt ingetrokken of ten nadele van de ondernemer wordt gewijzigd overeenkomstig artikel 4:48 onderscheidenlijk 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht, kunnen de verstrekte bedragen overeenkomstig artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht worden teruggevorderd en vermeerderd met de wettelijke rente over de periode vanaf de eerste uitbetaling tot aan het moment van algehele voldoening. 3. De te betalen rente is de wettelijke rente zoals deze geldt op de laatste dag van de maand waarin de betaling van de subsidie heeft plaatsgevonden. 14

15 4. Geen wettelijke rente is verschuldigd indien de oorzaak van het onverschuldigd betalen bij de voorzitter is gelegen. Artikel Slotbepalingen 1. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening subsidieverlening terugdringing Salmonella (PPE) Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Zoetermeer, 16 februari 2012 B.J. Krouwel voorzitter B.M. Dellaert secretaris Goedgekeurd door de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie bij beschikking van 14 juni 2012, nr TOELICHTING BIJ DE VERORDENING SUBSIDIEVERLENING TERUGDRINGING SALMONELLA (PPE) 2012 De Europese Gemeenschap kan op grond van Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied, een financiële bijdrage verlenen voor de bewaking en terugdringing van dierziekten en voor controles ter preventie van zoönosen. Voor de jaren 2010 en 2011 heeft de Europese Commissie bijdragen van beschikbaar gesteld. Dat gaf de mogelijkheid om niet alleen schadeloosstellingen voor geruimd pluimvee of vernietigde of verwerkte eieren aan de betrokken eigenaren te geven, maar om ook een tegemoetkoming te verstrekken in de aanschafkosten van vaccins ter preventie van Salmonella en een subsidie te verlenen in de kosten van uit te voeren bacteriologisch onderzoek. Ook voor het jaar 2012 heeft Nederland bij de Gemeenschap een programma ingediend voor de bewaking en terugdringing van Salmonellabesmettingen van pluimvee en pluimveeproducten. Het programma richt zich onder andere op het regelmatig uitvoeren van onderzoek naar Salmonellabesmettingen bij fok- en vermeerderingspluimvee, vleeskuikens en leghennen en op het ruimen van stalkoppels fok- en vermeerderingspluimvee, opfokleghennen en (jonge) leghennen die besmet zijn met bepaalde typen Salmonella. De Europese Commissie heeft in haar Uitvoeringsbesluit van 30 november 2011 tot goedkeuring van de door de lidstaten voor 2012 en volgende jaren ingediende jaarlijkse en meerjarenprogramma s en van de financiële bijdrage van de Unie voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen (2011/807/EU) het door Nederland ingediende programma goedgekeurd en heeft tevens een bijdrage van 50% beschikbaar gesteld in de kosten die gemoeid zijn met de uitvoering van bacteriologische en serotyperingstests in het kader van een officiële bemonstering, de schadeloosstelling van eigenaren van pluimvee dat wordt geruimd of van eieren die worden verwerkt of vernietigd en voor de aankoop van vaccindoses en de laboratoriumtests met een maximum van

16 Onderhavige verordening regelt de mogelijkheden om voor de schadeloosstelling van eigenaren van pluimvee dat wordt geruimd of van broedeieren die worden verwerkt of vernietigd, subsidie te verlenen. De subsidie die op grond van de onderhavige verordening wordt verstrekt, behoort ingevolge het EG-recht tot één van de categorieën steunmaatregelen van artikel 87, tweede lid EG-verdrag. De Europese Commissie heeft de financiering van deze subsidie alsmede het doel van de uitgaven (ruiming van besmette dieren en vernietiging van de eieren van deze dieren) op grond van artikel 87, derde lid EG-Verdrag goedgekeurd. De steunmaatregel is bekend onder nummer N528/2002. Met steunmaatregel N351/2009 van 7 september 2009 heeft de Europese Commissie steunmaatregel N528/2002 verruimd. Hierdoor bestaat tevens de mogelijkheid om subsidie te verlenen voor de ruiming van leghennen. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1 Hier zijn grotendeels door verwijzing naar de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen in pluimveebedrijven en kuikenbroederijen (PPE) 2011 de relevante begripsbepalingen gegeven. Artikel 2 Dit artikel bepaalt dat alleen subsidie wordt verleend als het betreffende pluimveebedrijf van de ondernemer die subsidie aanvraagt en de betreffende vermeerderingsdieren, leghennen en opfokleghennen geregistreerd zijn overeenkomstig de Verordening identificatie en registratie van pluimveebedrijven en levend pluimvee (PPE) Op basis van genoemde verordening moeten alle ondernemers die een pluimveebedrijf in Nederland uitoefenen zich bij het productschap laten registreren. Ook al het bedrijfsmatig gehouden pluimvee op in Nederland gevestigde bedrijven moet volgens genoemde verordening bij het productschap worden geregistreerd. Artikel 3 In dit artikel is vastgelegd dat een ondernemer voor een subsidie in aanmerking komt als op basis van het bepaalde bij of krachtens artikel 5, derde lid,,respectievelijk artikel 8, tweede lid, van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen in pluimveebedrijven en kuikenbroederijen (PPE) 2011 vermeerderingsdieren wegens een besmetting met Salmonella Enteritidis, Salmonella Typhimurium, Salmonella Hadar, Salmonella Infantis, Salmonella Virchow of Salmonella Java moeten worden geruimd en broedeieren van deze vermeerderingsdieren moeten worden verwerkt of vernietigd. Alleen de broedeieren van het besmette stalkoppel vermeerderingsdieren komen voor subsidie in aanmerking. Indien de kuikenbroederij de broedeieren van een besmet stalkoppel vermeerderingsdieren niet meer kan traceren, bijvoorbeeld omdat eieren van meerdere stalkoppels door elkaar zijn ingelegd, moeten weliswaar alle eieren uit de betreffende kast worden vernietigd, maar kan alleen voor het aantal broedeieren dat van het besmette stalkoppel vermeerderingsdieren afkomstig is subsidie worden verleend. De hoogte van de subsidie dient gekoppeld te zijn aan de marktwaarde. Aangezien voor vermeerderingsdieren die koppeling er niet is, stelt het LEI op basis van eigen onderzoek periodiek zogenaamde waardetabellen vast. De hoogte van de subsidie voor het ruimen van vermeerderingsdieren wordt derhalve bepaald aan de hand van deze waardetabellen, die in de bijlagen I tot en met IV zijn opgenomen. Voor verwerkte of vernietigde broedeieren van vermeerderingspluimvee wordt de subsidie gebaseerd op de marktwaarde (bijvoorbeeld een marktnotering indien beschikbaar). Voor broedeieren 16

17 van fokpluimvee bestaat geen marktwaarde; derhalve wordt de subsidie als een vast bedrag per ei verstrekt. In het derde lid is vastgelegd dat geen subsidie wordt toegekend bij ruiming van een stalkoppel vermeerderingsdieren dat is geïmporteerd uit een derde land en dat bij aankomst op het Nederlandse pluimveebedrijf besmet blijkt te zijn met Salmonella Hadar, Salmonella Infantis, Salmonella Virchow of Salmonella Java. Dat geldt ook als het betreft een partij uit een derde land geïmporteerde broedeieren, waarbij de eendagskuikens na uitkomst besmet blijken te zijn met genoemde serotypen. Artikel 4 In dit artikel is vastgelegd dat een ondernemer voor een subsidie in aanmerking komt indien hij een stalkoppel opfokleghennen of leghennen heeft laten ruimen, waarbij overeenkomstig artikel 11, tweede lid, van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen in pluimveebedrijven en kuikenbroederijen (PPE) 2011 een besmetting met Salmonella Enteritidis of Salmonella Typhimurium is vastgesteld. Tevens wordt voorgeschreven dat de hoogte van de subsidie voor het ruimen van opfokleghennen en leghennen wordt bepaald aan de hand van waardetabellen die als bijlagen zijn opgenomen. De maximumbijdrage per geruimd dier bedraagt 4,40. De waarde van de leghennen en opfokleghennen is afhankelijk van de leeftijd, de toegediende vaccinaties en het huisvestingssysteem zoals dat in het KIP-systeem is vastgelegd. De subsidie wordt alleen toegekend als de leeftijd van de leghennen niet hoger is dan 43 weken. Peildatum daarvoor is het moment dat (na verificatieonderzoek) de besmetting is vastgesteld. Artikel 5 Dit artikel bepaalt onder welke voorwaarden de subsidie voor ruiming van een besmet stalkoppel en vernietiging of verwerking van broedeieren door de voorzitter wordt vastgesteld. Aanvragen voor subsidie moeten uiterlijk binnen een maand nadat de voorzitter de ondernemer schriftelijk heeft gemeld dat de vermeerderingsdieren of broedeieren zijn besmet met Salmonella, door het productschap zijn ontvangen, dan wel binnen twee maanden na inwerkingtreding van de verordening. Subsidieaanvragen worden op volgorde van ontvangst door het productschap behandeld. Zodra het totaal toegekende subsidiebedrag het subsidieplafond bereikt, wordt geen subsidie meer verleend. In het eerste lid onder c. wordt bepaald dat de toezichthouder daadwerkelijk heeft toegezien op de ruiming van de dieren dan wel verwerking of vernietiging van de broedeieren. In uitzonderingsgevallen, als de fysieke aanwezigheid van de toezichthouder niet mogelijk is, kan ook met schriftelijke bewijsmiddelen worden volstaan. Artikel 6 In dit artikel is geregeld op welke wijze de ondernemer een aanvraag moet indienen, welke bewijsstukken dienen te worden overlegd en op welke wijze een ander namens de ondernemer een aanvraag kan indienen. Artikel 7 Het bestuur stelt een plafond in voor de subsidie die aan de ondernemer kan worden verstrekt voor ruiming van een besmet stalkoppel en vernietiging of verwerking van broedeieren. Indien het subsidieplafond bijna is bereikt en de subsidieaanvragen die op eenzelfde dag door het productschap worden ontvangen, gezamenlijk op een hoger subsidiebedrag betrekking hebben dan nog beschikbaar is, zal het nog beschikbare subsidiebedrag naar rato de hoogte van de verschillende aanvragen toegekend worden aan de ondernemers van wie op die dag aanvragen zijn ontvangen. 17

18 Artikel 8 De voorzitter bepaalt de hoogte van de toe te kennen subsidie op basis van de aanvraag en de controle daarop. Hij neemt daarbij het gestelde subsidieplafond in acht. Artikel 9 Naar aanleiding van de aanvraag kan een controle worden uitgevoerd die vervolgens een rapport van bevindingen oplevert. Dit rapport wordt aan de voorzitter ter hand gesteld. De controle wordt namens het productschap uitgeoefend door personen in dienst van een door de voorzitter aangewezen controle-instantie. Artikel 10 In dit artikel zijn de verplichting tot het verlenen van medewerking alsmede de verplichting tot het verstrekken van de benodigde gegevens opgenomen. Artikel 11 Indien de controleurs bij de uitvoering van hun taak niet de benodigde medewerking krijgen van de ondernemer, wordt de subsidie ingetrokken. De subsidie kan ook worden ingetrokken als blijkt dat de ondernemer zich niet heeft gehouden aan de voorwaarden neergelegd in de artikelen 5 en 7, of aan het bepaalde bij of krachtens de verordening. Indien de subsidie onverschuldigd is betaald, wordt deze teruggevorderd overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht ziet op de intrekking dan wel wijziging van de subsidie ten nadele van de ontvanger. Voorts wordt de wijze aangegeven waarop wordt bepaald wat de hoogte van de te betalen rente is en wordt bepaald dat geen rente is verschuldigd als de oorzaak van het onverschuldigd betalen bij de voorzitter is gelegen. Artikel 12 Dit artikel bevat de gebruikelijke bepalingen inzake de inwerkingtreding en publicatie van deze verordening. Zoetermeer, 16 februari 2012 B.J. Krouwel voorzitter B.M. Dellaert secretaris 18

19 Bijlage I. Waardetabel ouderdieren legrassen (januari 2011) * (1) Leeftijd in weken Waarde ( per dier) 0 6,70 1 7,09 2 7,33 3 7,58 4 7,81 5 8,04 6 8,28 7 8,49 8 8,69 9 8, , , , , , , , , ,67 / 12,51 [2] 19 11,94 / 12,67 [2] 20 12,23 / 12,84 [2] 21 13, , , , , , , , , , , , , , , , , , ,63 19

20 Leeftijd in weken Waarde ( per dier) 40 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,28 20

21 Bijlage II. Waardetabel ouderdieren vleesrassen (januari 2011) * (1) Leeftijd in weken Waarde ( per dier) 0 3,22 1 3,92 2 4,22 3 4,51 4 4,80 5 5,09 6 5,39 7 5,64 8 5,94 9 6, , , , , , , , , ,98 / 10,40 * [2] 19 9,33 / 10,58 * [2] 20 9,70 / 10,77 * [2] 21 11, , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,97 21

22 Leeftijd in weken Waarde ( per dier) 41 7, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,43 22

23 Bijlage III. Waardetabel grootouderdieren legrassen (januari 2011) * (1) Leeftijd in weken Waarde ( per dier) 0 56, , , , , , , , , , , , , , , , , , ,68 / 68,10 * [2] 19 66,26 / 68,57 * [2] 20 66,86 / 69,04 * [2] 21 69, , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,87 23

24 Leeftijd in weken Waarde ( per dier) 41 46, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,28 Bijlage IV. Waardetabel grootouderdieren vleesrassen (januari 2011) * (1) Leeftijd in weken Waarde ( per dier) 0 30, , , , , , , , , , , , ,34 24

25 Leeftijd in weken Waarde ( per dier) 13 36, , , , , ,90 / 41,65 * [2] 19 40,55 / 42,22 * [2] 20 41,32 / 42,78 * [2] 21 43, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,97 25

26 Leeftijd in weken Waarde ( per dier) 55 8, , , , , ,43 Bijlage V. Waardetabel (opfok) leghennen kooi (maart 2011) * (3) Leeftijd in weken Waarde ( per dier) 0 0,65 1 0,88 2 1,01 3 1,15 4 1,30 5 1,46 6 1,63 7 1,75 8 1,86 9 1, , , , , , , , ,04/ 3,33 * (4) / 3,67 * (4) 19 3,36 / 3,96 * (4) 20 3,53 / 4,11 * (4) 21 3,70 / 4,21 * (4) 22 3,88 / 4,29 * (4) 23 4, , , , , , , ,56 26

27 Leeftijd in weken Waarde ( per dier) 31 3, , , , , , , , , , , , ,19 Bijlage VI. Waardetabel (opfok) leghennen scharrel (binnen gehouden én met buitenloop) (maart 2011) * (3) Leeftijd in weken Waarde ( per dier) 0 0,65 1 0,98 2 1,14 3 1,31 4 1,48 5 1,67 6 1,87 7 2,00 8 2,13 9 2, , , , , , , , ,46 / 3,76 * (4) 18 3,64 / 4,10 * (4) 19 3,81 / 4,40 * (4) / 4,54 * (4) 21 4,18 / 4,65 * (4) 22 4,38 / 4,73 * (4) 27

28 Leeftijd in weken Waarde ( per dier) 23 4, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,42 Bijlage VII. Waardetabel (opfok) leghennen biologisch (mei 2011) * (3) Leeftijd in weken Waarde ( per dier) 0 0,66 1 1,35 2 1,63 3 1,92 4 2,23 5 2,55 6 2,88 7 3,17 8 3,44 9 3, , , , , , , ,85 28

29 Leeftijd in weken Waarde ( per dier) 17 6,18 / 6,47 * (4) 18 6,52 / 7,33 * (4) 19 6,87 / 8,07 * (4) 20 7,24 / 8,44 * (4) 21 7,61 / 8,70 * (4) 22 7,99 / 8,92 * (4) 23 8, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,87 Voetnoten *(1) Bedragen zijn excl. BTW. De waarde is inclusief toegediende vaccinaties. *(2) Rond week 18 worden de dieren getransporteerd van het opfokbedrijf naar het productiebedrijf. De hogere vergoeding waarin wordt voorzien in week 18 geldt slechts wanneer de dieren reeds zijn verplaatst. Het verschil in waarde tussen reeds verplaatste stalkoppels en stalkoppels die nog aanwezig zijn op het opfokbedrijf neemt vervolgens in drie weken af tot 0. *(3) Bedragen zijn excl. BTW. De waarde is inclusief het basispakket vaccinaties, maar exclusief alle injectievaccinaties. Deze laatsten worden apart vergoed volgens de waardetabel injectie entingen (opfok)leghennen. Vanaf 23 weken leeftijd wordt de waarde van de entingen verminderd met 2% per week. *(4) Rond week 17 worden de dieren getransporteerd van het opfokbedrijf naar het legbedrijf. De hogere vergoeding waarin wordt voorzien in week 17 geldt slechts wanneer de dieren reeds zijn verplaatst. Het verschil in waarde tussen reeds verplaatste stalkoppels en stalkoppels die nog aanwezig zijn op het opfokbedrijf neemt vervolgens in enkele weken af tot 0. 29

30 Hoofdbedrijfschap Ambachten HBA 1 Besluit beheersregels archiefbescheiden HBA Besluit van het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten van 6 juni 2012, houdende regels terzake van het beheer van de archiefbescheiden van het Hoofdbedrijfschap Ambachten (Besluit beheersregels archiefbescheiden HBA). Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten; Gelet op artikel 14 van het Archiefbesluit 1995; Besluit: 1 BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder: a. bestuur: het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten; b. dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten; c. voorzitter: de voorzitter van het Hoofdbedrijfschap Ambachten; d. secretaris: de secretaris van het Hoofdbedrijfschap Ambachten; e. verantwoordelijk hoofd: het hoofd afdeling financiën, personeel en algemene zaken; f. archiefbescheiden: 1) bescheiden, ongeacht hun vorm, door het Hoofdbedrijfschap Ambachten ontvangen of opgemaakt en naar hun aard bestemd daaronder te berusten, 2) bescheiden, ongeacht hun vorm, met overeenkomstige bestemming, ontvangen of opgemaakt door instellingen of personen wier rechten of functies op het Hoofdbedrijfschap Ambachten zijn overgegaan, 3) reproducties, ongeacht hun vorm, welke bij of krachtens de wet in plaats zijn gesteld van de onder 1) of 2) bedoelde archiefbescheiden of welke op grond van het bepaalde in artikel 7 van de Archiefwet 1995 zijn vervaardigd; g. zorg: de algemene bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het beheer van archiefbescheiden en voor die zaken die noodzakelijk zijn om efficiënt en effectief archiefbeheer mogelijk te maken, zoals huisvesting, personeel en financiële middelen; h. beheer: het verrichten of doen verrichten van de feitelijke werkzaamheden die nodig zijn voor een goede bewaring, ordening, selectie, toegankelijkheid, vernietiging en overbrenging naar een archiefbewaarplaats van archiefbescheiden; i. archiefbewaarplaats: bewaarplaats die is aangewezen voor de blijvende bewaring van archiefbescheiden; j. archiefruimte: ruimte die door het Hoofdbedrijfschap Ambachten wordt gebruikt voor de bewaring van archiefbescheiden die op termijn voor vernietiging in aanmerking komen, in afwachting van hun overbrenging naar een archiefbewaarplaats; k. uitvoeringsregeling: een besluit als bedoeld in artikel VERANTWOORDELIJKHEDEN EN BEVOEGDHEDEN Artikel 2 Het dagelijks bestuur draagt zorg voor het beheer van de archiefbescheiden. Artikel 3 Het verantwoordelijk hoofd is belast met het beheer van de archiefbescheiden en ambtelijk eindverantwoordelijk voor de uitvoering van het archiefbeheer. 30