VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
|
|
- Bert Brouwer
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, COM(2014) 337 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de toepassing van de afwijking van artikel 8, lid 6 bis, van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad (12-dagenregel) NL NL
2 VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de toepassing van de afwijking van artikel 8, lid 6 bis, van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad (12-dagenregel) 1. INLEIDING De Europese Unie (EU) heeft een kader van sociale voorschriften voor het wegvervoer van goederen en passagiers ingesteld om concurrentieverstoring te voorkomen, de verkeersveiligheid te verbeteren en de gezondheid en veiligheid van mobiele werknemers in het wegvervoer te verzekeren. Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad ("Verordening (EG) nr. 561/2006") 1 voorziet in een gemeenschappelijke reeks minimumvoorschriften van de EU voor, onder andere, rijtijden, onderbrekingen en rusttijden. Deze regels zijn, onder voorbehoud van specifieke uitzonderingen en nationale afwijkingen, van toepassing op alle professionele bestuurders, zowel werknemers als zelfstandigen, die personen of goederen vervoeren. In de regel bepaalt artikel 8 van Verordening (EG) nr. 561/2006 dat een wekelijkse rusttijd van een bestuurder niet later mag beginnen dan aan het einde van zes perioden van 24 uur, te rekenen vanaf het einde van de vorige wekelijkse rusttijd. Bij Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 (herschikking) 2 is echter een afwijking van deze bepaling ingevoerd. Volgens het nieuwe artikel 8, lid 6 bis, mag een bestuurder die een eenmalige ongeregelde vervoersdienst bestaande uit het internationale vervoer van passagiers verricht, de wekelijkse rusttijd voor maximaal 12 opeenvolgende perioden van 24 uur na een eerdere normale wekelijkse rusttijd uitstellen, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan (hierna de "12-dagenregel" genoemd). Om tegemoet te komen aan bepaalde bezwaren die zijn geuit bij de vaststelling van artikel 8, lid 6 bis, van Verordening (EG) nr. 561/2006, is in dat artikel bepaald dat de Commissie nauwlettend moet volgen hoe deze afwijking wordt gebruikt en een verslag moet opstellen waarin de gevolgen voor de verkeersveiligheid en de sociale aspecten worden geëvalueerd. Als de Commissie dit aangewezen acht, doet zij een voorstel tot wijziging van deze verordening. In dit verslag geeft de Commissie dan ook een overzicht van het gebruik van de 12-dagenregel in de lidstaten en van de veronderstelde effecten in het licht van de belangrijkste doelstellingen van de verordening. 1 2 PB L 102 van , blz. 1. PB L 300 van , blz
3 2. ACHTERGROND De 12-dagenregel werd het eerst ingevoerd door Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer 3. In artikel 6, lid 1, van deze verordening is het volgende bepaald: (...) De bestuurder dient na een maximum van zes van deze dagelijkse rijtijden een wekelijkse rusttijd in acht te nemen zoals bepaald in artikel 8, lid 3. De wekelijkse rusttijd kan naar het einde van de zesde dag worden verschoven, indien de totale rijtijd tijdens de zes dagen niet meer bedraagt dan het maximum dat overeenkomt met zes dagelijkse rijtijden. In het geval van het internationaal personenvervoer op andere dan geregelde diensten, wordt in de tweede en derde alinea "zes" respectievelijk "zesde" vervangen door "twaalf" respectievelijk "twaalfde". De lidstaten kunnen de vorige alinea ook toepassen op het nationale personenvervoer op hun grondgebied op andere dan geregelde diensten. Deze verordening werd ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 561/2006, waarin dergelijke bepaling niet voorkwam. Daarom was vanaf 11 april 2007, de dag waarop Verordening (EG) nr. 561/2006 in werking trad, de 12-dagenregel niet langer van toepassing. Deze aanpassing leidde tot uitvoerige discussies tussen de verschillende belanghebbenden. De Europese sector voor touringcartoerisme beschouwde dit als een negatieve ontwikkeling en streefde systematisch naar een overeenkomst tussen de sociale partners om de 12-dagenregel te herstellen. De uitdaging was om tegemoet te komen aan de bezorgdheid van de sector over de efficiënte en kosteneffectieve organisatie van toeristische reizen per touringcar en tegelijkertijd de verkeersveiligheid en het welzijn van de bestuurders niet in gevaar te brengen. Er werden twee studies uitgevoerd waarin deze kwestie en de desbetreffende argumenten uitvoerig werden behandeld. In de studie "The New Regulation on Driving and Rest Times: The Impact of the Abolition of the 12 Days Exception for Buses" 4, uitgevoerd in opdracht van het Europees Parlement, werden de gevolgen van de afschaffing van de 12-dagenregel in het internationale personenvervoer over de weg beoordeeld, met name de economische, sociale en veiligheidseffecten. In het kort voerde het onderzoek aan dat de afschaffing van de 12-dagenregel sterke nadelen had voor de economie en geen voordelen van betekenis had voor de veiligheid of sociale aspecten. De aanbevolen beleidsoptie was om de afwijking opnieuw in te voeren, met bepaalde begeleidende maatregelen voor de veiligheid onderweg en voor de arbeidsomstandigheden van de bestuurders. De voorgestelde begeleidende maatregelen hadden onder meer betrekking op het effectieve gebruik van de digitale 3 4 PB L 370 van , blz
4 tachograaf, het beurtelings rijden voor bestuurders op internationale reizen om overbelasting te voorkomen, de handhaving van Richtlijn 2003/59/EG betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen 5 en, uitsluitend voor voertuigen met een digitale tachograaf, de gedeeltelijke herinvoering van de 12-dagenregel voor vervoersondernemingen die voldoen aan specifieke kwaliteitsparameters. Naar aanleiding van deze studie keurde het Europees Parlement een "eigen initiatiefverslag" goed om de 12-dagenafwijking opnieuw in te voeren. In de "Study of passenger transport by coach" 6, die daarna in opdracht van de Europese Commissie werd uitgevoerd, werd de bovengenoemde studie kritisch beoordeeld. De conclusie was dat in de studie van Europees Parlement de economische gevolgen van de afschaffing van de 12-urenregel aanzienlijk waren overschat en de sociale effecten mogelijkerwijs onderschat. Volgens de tweede studie waren de sociale en ecologische gevolgen van de intrekking van de 12-dagenregel gering, waarbij er een zekere twijfel bestond of het netto-effect positief of negatief zou zijn. De twee studies waren het er wel over eens dat, hoewel het effect moeilijk kon worden gekwantificeerd, de gevolgen voor de verkeersveiligheid vrij klein waren, omdat reizen met touringcars al relatief veilig is. De algemene discussie leidde tot de herinvoering van de 12-dagenregel, met bepaalde aanvullende vereisten. Artikel 29 van Verordening (EG) nr. 1073/2009 luidt als volgt: In artikel 8 van Verordening (EG) nr. 561/2006 wordt het volgende lid ingevoegd: "6 bis. In afwijking van lid 6 van dit artikel mag een bestuurder die een eenmalige ongeregelde vervoersdienst bestaande uit het internationale vervoer van passagiers verricht, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten, de wekelijkse rusttijd voor maximaal 12 opeenvolgende perioden van 24 uur na een eerdere normale wekelijkse rusttijd uitstellen, mits a) de dienst ten minste aaneensluitend 24 uur omvat in een andere lidstaat of een ander derde land waarop deze verordening van toepassing is, dan het land waar de vervoerdienst begon; b) de bestuurder na gebruikmaking van de afwijking: i) hetzij twee normale wekelijkse rusttijden neemt, ii) hetzij één normale wekelijkse rusttijd en één verkorte wekelijkse rusttijd van ten minste 24 uur. De verkorting moet evenwel worden gecompenseerd door een equivalente ononderbroken periode van rust die voor het einde van de derde week na het einde van de afwijkende periode moet worden genomen; 5 6 PB L 226 van , blz
5 c) na 1 januari 2014, het betreffende voertuig is uitgerust met controleapparatuur die voldoet aan de eisen die worden genoemd in bijlage I B van Verordening (EEG) nr. 3821/85; en d) na 1 januari 2014 het betreffende voertuig, indien de rit wordt afgelegd tussen en 6.00 uur, dubbel bemand is, of de in artikel 7 bedoelde rijperiode beperkt is tot drie uur. De Commissie volgt nauwlettend welk gebruik van deze afwijking wordt gemaakt om ervoor te zorgen dat de zeer strikte voorwaarden inzake verkeersveiligheid in acht worden genomen, in het bijzonder door te controleren dat de totale bij elkaar opgetelde rijtijd gedurende de periode die onder de afwijking valt, niet buitensporig is. Uiterlijk op 4 december 2012 stelt de Commissie een verslag op waarin de gevolgen van de afwijking voor de verkeersveiligheid alsmede de sociale aspecten ervan worden geëvalueerd. Als de Commissie dit aangewezen acht, doet zij een voorstel tot desbetreffende wijziging van deze verordening." De 12-dagenregel werd in zijn huidige vorm van toepassing op 4 juni Sindsdien is er gediscussieerd over de eisen op grond waarvan deze bepaling kan worden toegepast, met name de eis dat de bestuurder internationaal vervoer moet verrichten. Tijdens de recente herziening van Verordening (EEG) nr. 3821/85 7 heeft het Europees Parlement voorgesteld de regel ook voor binnenlandse reizen toe te passen, omdat de gevolgen voor de verkeersveiligheid geen verband houden met de internationale aard van het vervoer. Tijdens het wetgevingsproces vonden de lidstaten het niet gepast om deze wijziging in te voeren en de bepaling van artikel 8, lid 6 bis, bleef onveranderd. In hetzelfde verband vroeg IJsland tijdens zijn toetredingsonderhandelingen een afwijking van deze bepaling om de regel ook voor binnenlands vervoer te kunnen toepassen. Het wees daarbij op de geografische situatie van het land, dat ver van het Europese vasteland ligt, de uitzonderlijk lage bevolkingsdichtheid en het belang van de toeristische sector voor de IJslandse economie. De Commissie wees dit verzoek af met het argument dat een dergelijke afwijking niet van toepassing is op andere lidstaten en dat ondanks de geografische bijzonderheden het binnenlandse vervoer in IJsland zodanig kan worden georganiseerd dat de verplichte rusttijd na zes perioden van 24 uur wordt gerespecteerd. Bovendien heeft de bepaling geen gevolgen voor het IJslandse toerisme, aangezien dat nauwelijks is blootgesteld aan internationale concurrentie. 3. VERZAMELING VAN GEGEVENS In juli 2012 stuurde de Commissie de lidstaten een vragenlijst om de nodige gegevens te verzamelen. Dezelfde vragenlijst werd ook bezorgd aan de Europese sociale partners in het wegvervoer, namelijk de Internationale Wegvervoerorganisatie (IRU) voor de werkgevers en 7 Ingetrokken bij Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014, PB L 60 van , blz. 1. 5
6 de Europese Federatie van Vervoerswerknemers (ETF) als vertegenwoordiger van de werknemers. Aan de hand van een aantal onderwerpen moesten de mogelijke effecten van de afwijking worden beoordeeld wat betreft de punten die zijn genoemd in Verordening (EG) nr. 561/2006. Elke vraag werd zo geformuleerd dat zowel kwantificeerbare als beschrijvende antwoorden konden worden gegeven en dat de lidstaten en sociale partners de gelegenheid hadden om naar wens te reageren. De eerste twee vragen gingen over het toezicht door de lidstaten op het gebruik van de afwijking door het bijhouden van statistische gegevens of via andere bronnen. De derde vraag was gewijd aan de gevolgen van de afwijking voor de verkeersveiligheid. Vraag vier behandelde de bevordering van het toerisme en het gebruik van milieuvriendelijke vervoermiddelen, terwijl vraag vijf zich toespitste op het effect van de afwijking op de eerlijke concurrentie in de wegvervoersector. Het welzijn van de bestuurders moest worden beoordeeld in vraag zes. In de twee laatste vragen werden de lidstaten en sociale partners verzocht om een algemene indruk van de betrokken bepaling te geven, alsook eventuele aanvullende opmerkingen of voorstellen te formuleren. Eind 2013 ontving de Commissie de antwoorden van 23 lidstaten en de genoemde werkgevers- en werknemersorganisaties. Daarna heeft zij ondanks herinneringen geen verdere informatie ontvangen. Een geaggregeerde tabel met de antwoorden is opgenomen in bijlage II bij dit verslag. Er moet worden opgemerkt dat Roemenië antwoorden bezorgde van de Roemeense wegvervoersautoriteit (ARR) en de dienst voor wegvervoercontrole (ISCTR). Sinds de toepassing van de regel kregen beide instellingen controleverantwoordelijkheid (ARR tot 4 december 2011 en ISCTR vanaf die datum). 4. ANALYSE VAN DE GEGEVENS Van de 23 lidstaten die de vragenlijst hebben beantwoord, gaven er acht geen cijfers voor de vragen 2 tot en met 7, omdat zij geen gegevens hadden die een kwantificeerbaar antwoord toelieten. Door de beperkte hoeveelheid kwantificeerbare gegevens (in 15 gevallen) kan geen diepgaande statistische analyse worden gemaakt. Op basis van de antwoorden en in samenhang met de beschrijvende delen van de vragenlijst, kunnen echter verschillende conclusies worden getrokken. De onderstaande analyse volgt de structuur van de vragenlijst en de elementen van elke vraag Beschikbaarheid van gegevens - gebruiksfrequentie van de afwijking Geen van de lidstaten die de vragenlijst hebben beantwoord, bewaart statistische gegevens over de toepassing van de 12-dagenregel of over de naleving van rijtijdbeperkingen tijdens de looptijd van de afwijking. De lidstaten zijn dat wettelijk niet verplicht. Doordat de bevoegde nationale autoriteiten geen toezicht houden, hebben de lidstaten geen volledig overzicht van de huidige situatie. Hoewel ze niet verplicht zijn om systematisch toezicht te houden op het gebruik van de afwijking, hebben sommige lidstaten toch cijfers bezorgd. Daaruit blijkt dat in de meeste gevallen de afwijking niet vaak wordt toegepast. In vijf lidstaten (EE, LT, LV, LU, 6
7 SE) wordt een gemiddeld gebruik van de afwijking aangegeven (3 op een schaal van 0 tot 5), terwijl in alle andere gevallen de gerapporteerde cijfers wijzen op een minder intensief gebruik van de bepaling. Als redenen voor dat beperkte gebruik worden het beperkende karakter van de bepaling gegeven (internationale enkele reis en lange rusttijd achteraf) en het gebrek aan kennis van de bepaling bij de exploitanten/bestuurders Effect op de verkeersveiligheid De meeste lidstaten die gekwantificeerde antwoorden op deze vraag hebben gegeven, vinden dat de bepaling geen negatieve gevolgen voor de verkeersveiligheid heeft. Anderzijds wezen twee lidstaten (BE, LT) op een sterk negatief effect (4 op een schaal van 0 tot 5). Dat is echter niet gebaseerd op ongevallenstatistieken, maar op de veronderstelling dat 12 dagen onafgebroken rijden een rechtstreeks effect kan hebben op de vermoeidheid van de bestuurder, waardoor de verkeersveiligheid in het gedrang komt. De ETF volgde dezelfde redenering en gaf een nog sterker negatief effect aan op basis van de veronderstelde vermoeidheid van de bestuurder. In de andere antwoorden was sprake van een minimaal nadelig gevolg, telkens gebaseerd op een veronderstelling en niet op feitelijke gegevens over ongevallen. Volgens de IRU waren er helemaal geen gevolgen voor de verkeersveiligheid. Zij beklemtoonde dat op dergelijke reizen de reële dagelijkse rijtijd vrij kort is Stimulans voor het toerisme en milieuvriendelijke vervoermiddelen Terwijl sommige lidstaten (AT, BE, DK, ES, NL, PL) en de ETF geen gevolgen voor het toerisme en het milieu zien, wijzen andere lidstaten die gekwantificeerde antwoorden op deze vraag hebben gegeven op een positief effect. Drie lidstaten (LU, RO, SE) gaven op een zeer sterk positief effect aan (4-5 op een schaal van 0 tot 5) omdat de regel zorgt voor lagere kosten voor de passagiers, een betere organisatie van de reizen en een betere kwaliteit van de bussen die voor dergelijke reizen worden gebruikt. Om soortgelijke redenen hadden nog eens vier lidstaten (BG, EE, LV, SI) het over een belangrijk positief effect (3 op een schaal van 0 tot 5). De IRU wees op een gering positief effect door het restrictieve karakter van de afwijking, waardoor die voor vervoersondernemingen niet erg aantrekkelijk is Gevolgen voor de concurrentie De meeste lidstaten en de IRU blijven hierover neutraal. Eén lidstaat (BG) wees op een veeleer negatief gevolg in termen van verstoring van de concurrentie, omdat de afwijking alleen van toepassing is op ongeregelde internationale activiteiten en niet op geregelde, wat discriminatie inhoudt. Vijf andere lidstaten (HU, LT, LV, LU, SE) zijn veel positiever en zeggen dat de flexibiliteit van de afwijking de ondernemingen meer mogelijkheden biedt om activiteiten uit te oefenen zonder inbreuk te maken op de regels. Kleine ondernemingen halen er evenzeer voordeel uit Effect op het welzijn van de bestuurders De werknemers namen hier een zeer negatief standpunt in. Door de afwijking zijn lange reizen mogelijk en dat heeft een rechtstreekse invloed op de gezondheid van de bestuurders, 7
8 voornamelijk door toenemende vermoeidheid. Ook drie lidstaten (AT, BE, RO 8 ) rapporteerden een negatief effect, maar in veel mindere mate. Een aantal lidstaten (EE, LU, RO 9, SE) bekeek de kwestie vanuit een andere hoek en zei dat de bestuurders dankzij de bepaling langere, ononderbroken rusttijden kunnen nemen, die ze gewoonlijk thuis bij hun gezin doorbrengen. Volgens de werkgevers betekenen de lange compensatierusttijden na toepassing van de afwijking dan weer inkomstenverlies voor de bestuurders, met name tijdens het korte toeristische seizoen. Zij geven de voorkeur aan de afwijking in haar vorige vorm Algemene indruk van de bepaling Uit de antwoorden op de individuele aspecten van de vragenlijst blijkt dat de meerderheid van de lidstaten die gekwantificeerde antwoorden gaven op deze vraag, een positieve algemene indruk heeft van de bepaling en in sommige gevallen zelfs een uitgesproken positieve indruk (HU, LU, SE, LV, EE). De IRU is minder positief, omdat de huidige afwijking door het te restrictieve karakter minder aantrekkelijk is dan de vorige. De lidstaten met een negatieve opinie zijn voornamelijk bezorgd over de verkeersveiligheid (AT, BE, LT). De ETF ziet de meerwaarde van deze afwijking niet en pleit voor een beperkte toepassing om de negatieve gevolgen onder controle te houden. Meer flexibiliteit vindt de Federatie niet wenselijk Aanvullende opmerkingen/voorstellen In dit deel van de vragenlijst konden de lidstaten vrij opmerkingen maken over en voorstellen doen voor de afwijking. Desondanks werden niet veel antwoorden gegeven. Hoewel zij niet noodzakelijkerwijs dezelfde doelstellingen hebben, staan een aantal lidstaten (BG, DE, LU, UK) open voor flexibelere criteria en een bepaalde uitbreiding van de afwijking tot binnenlandse reizen of geregelde internationale diensten. Eén lidstaat (ES) meent dat de afwijking moet worden toegepast voor het goederenvervoer. Een onderneming zou veel efficiënter kunnen werken omdat de voertuigen veel eerder terug zijn en de arbeidsomstandigheden zouden verbeteren omdat bestuurders hun wekelijkse rusttijd thuis kunnen nemen. Andere lidstaten zijn daar tegen (AT) of menen dat de bepaling moet worden gewijzigd in overeenstemming met het goederenvervoer (LT). Andere punten die aan de orde zijn gesteld, zijn praktische problemen in verband met de verkeersveiligheid (BE) en de verenigbaarheid met de sociale regels van de EU en de regels van de Europese Overeenkomst nopens de arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van motorrijtuigen in het internationale vervoer over de weg (AETR) (FI). De ETF is sterk gekant tegen afzonderlijke sociale bepalingen voor personenvervoer. Zij wijst erop dat een dergelijke ontwikkeling zou leiden tot complexere regelingen en massale handhavingsproblemen en afbreuk zou doen aan de algemene doelstellingen van de regels voor rij- en rusttijden. Anderzijds voert de IRU aan dat de sector dringend behoefte heeft aan praktischere regelingen en meer flexibiliteit voor alle soorten nationale en internationale diensten, en zij steunt de uitbreiding van de werkingssfeer van de afwijking tot binnenlandse activiteiten. 8 9 Staatsinspectiedienst voor controle van het wegvervoer (ISCTR). Roemeense wegvervoerautoriteit (ARR). 8
9 5. CONCLUSIES Ondanks het genoemde gebrek aan feitelijke gegevens kunnen bepaalde conclusies worden getrokken over de gevolgen van het gebruik van de afwijking op de verkeersveiligheid en de arbeidsomstandigheden in het internationaal vervoer. Volgens de meeste lidstaten en de werkgevers zijn er geen echt negatieve gevolgen voor de verkeersveiligheid merkbaar. Volgens de werknemers leiden 12 opeenvolgende dagelijkse rijtijden wel tot verhoogde en buitensporige vermoeidheid bij de bestuurder. Er waren echter geen feitelijke bewijzen voor een verslechterde verkeersveiligheid als gevolg van het gebruik van de afwijking. Anderzijds menen de werkgevers dat tijdens dit soort reizen de dagelijkse rijtijd gewoonlijk korter is dan de in de wetgeving vastgestelde maxima. De specifieke aard van internationale touringcarreizen was het belangrijkste uitgangspunt voor de invoering van de afwijking. Wat de andere punten betreft (toerisme, milieu, concurrentieverstoring en het welzijn van de bestuurders) waren er zowel negatieve als positieve geluiden. Daarbij overheersten de positieve antwoorden, behalve wat betreft de levenskwaliteit van de bestuurders. Beide partijen uit de sector hadden het over negatieve gevolgen voor het welzijn van de bestuurder, maar om verschillende redenen en op verschillende niveaus. De werknemers wezen op de grotere vermoeidheid als gevolg van het uitstellen van de wekelijkse rusttijd. De werknemers wezen er dan weer op dat een bestuurder beperktere mogelijkheden heeft om meer te verdienen, omdat als compensatie voor het gebruik van de afwijking de wekelijkse rusttijd moet worden verlengd. De positieve aspecten van de afwijking zijn onder meer de lagere kosten voor toeristen, het gebruik van betere voertuigen voor lange, internationale reizen, meer mogelijkheden voor (kleine) ondernemingen en een betere organisatie van de rusttijden, waardoor bestuurders meer thuis kunnen zijn. De meeste kritiek betrof het beperkende karakter van de 12-dagenregel, hoewel de afwijking op zich als waardevol wordt erkend. Vermeldenswaardig is ook de tegenstrijdige antwoorden op de meeste vragen, waaruit blijkt dat de maatregel op verschillende manieren wordt geïnterpreteerd. Een uitstekend voorbeeld zijn de standpunten van beide sectororganisaties die aan de enquête deelnamen. Terwijl de vertegenwoordigers van de werkgevers de aanvullende eisen van de afwijking beschouwen als de belangrijkste hinderpaal voor een goede uitvoering, vinden de vertegenwoordigers van de bestuurders elke poging om de bepalingen of een uitbreiding van het toepassingsgebied van de afwijking af te zwakken, onaanvaardbaar. Na een analyse van de standpunten van de lidstaten en de sociale partners en gezien de behoeften van de markt, zoals een vereenvoudiging van de regels en een kosteneffectieve handhaving, acht de Commissie het niet wenselijk om een wijziging van de toepasselijke wetgeving voor te stellen. De huidige regeling werd vastgesteld na lange besprekingen, lijkt zonder veel problemen te werken en is algemeen bekend bij de belanghebbenden. De Commissie zal haar inspanningen voortzetten om, in samenwerking met de lidstaten, de naleving van de bestaande regels verder te versterken, in het bijzonder met betrekking tot de correcte toepassing van de afwijkingen. 9
10 De Commissie nodigt de lidstaten en de sociale partners uit om te blijven toezien op de uitvoering en de gevolgen voor de verkeersveiligheid en de arbeidsomstandigheden van de 12-dagenregel. Als dat nodig zou blijken, zal zij dit punt weer opnemen. 10
Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. aan de Commissie vervoer en toerisme
Europees Parlement 2014-2019 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 2017/ 0122(COD) 8.12.2017 ONTWERPADVIES van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken aan de Commissie vervoer en toerisme over
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 12.1.2009 COM(2008) 913 definitief 2007/0097 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea,
Nadere informatieRij- en rusttijden voor het wegvervoer
Rij- en rusttijden voor het wegvervoer Sedert 11 april 2007 zijn nieuwe regels van toepassing m.b.t. de rij- en rusttijden voor het wegvervoer (Koninklijk besluit van 9 april 2007 houdende uitvoering van
Nadere informatieNL In verscheidenheid verenigd NL A8-0206/645. Amendement 645 Kosma Złotowski, Roberts Zīle namens de ECR-Fractie
22.3.2019 A8-0206/645 645 Voorstel tot verwerping Het Europees Parlement verwerpt het voorstel van de Commissie. 22.3.2019 A8-0206/646 646 Overweging 1 bis (nieuw) (1 bis) Deze richtlijn heeft ten doel
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.5.2019 COM(2019) 221 final 2019/0107 (COD) Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot machtiging van Duitsland om zijn huidige bilaterale overeenkomst
Nadere informatieBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 22.6.2011
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.6.2011 C(2011) 3964 definitief BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 22.6.2011 waarbij België wordt gemachtigd een uitzondering toe te staan op de toepassing van artikel 8 van Verordening
Nadere informatieAdvies nr. 7/2014. Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van
Advies nr. 7/2014 (uitgebracht krachtens artikel 287, lid 4, tweede alinea, en artikel 322, lid 2, VWEU) over een voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr.
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER
EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER Brussel, 19 januari 2018 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK EN EU-REGELS OP HET GEBIED VAN HET WEGVERVOER
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT
NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2009 COM(2008)897 definitief 2006/0008 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede
Nadere informatiePublicatieblad van de Europese Unie L 29/45 RICHTLIJNEN
31.1.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 29/45 RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2009/5/EG VAN DE COMMISSIE van 30 januari 2009 tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.8.2016 COM(2016) 541 final 2016/0258 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de deskundigengroep
Nadere informatieBIJLAGE. bij het voorstel voor een. Besluit van de Raad
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.3.2016 COM(2016) 156 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt met betrekking tot
Nadere informatieNIEUWE VERORDENING 561/2006
NIEUWE VERORDENING 561/2006 Op 11 april 2007 treden de bepalingen van verordening (EG) 561/2006 inzake de rij- en rusttijden in het wegvervoer in werking. De bepalingen inzake rij- en rusttijden van deze
Nadere informatieVoorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Voorstel voor een Brussel, 6.10.2010 COM(2010) 544 definitief 2010/0272 (COD) C7-0316/10 VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van Verordening (EG)
Nadere informatieBESLUIT VAN DE COMMISSIE
27.4.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 115/27 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen voor het spoorwegsysteem (Kennisgeving
Nadere informatieNL In verscheidenheid verenigd NL A8-0205/129. Amendement. Marita Ulvskog namens de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken
21.3.2019 A8-0205/129 129 Overweging 11 ter (nieuw) (11 ter) Het gebruik van lichte bedrijfsvoertuigen voor het vervoer van goederen is toegenomen, wat geresulteerd heeft in oneerlijke concurrentie en
Nadere informatieDit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
2012D0226 NL 13.12.2013 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende
Nadere informatieMEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.11.2013 COM(2013) 816 final 2011/0196 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking
Nadere informatiePUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 maart 2010 (17.03) (OR. en) 6792/10. Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) LIMITE
Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 maart 2010 (17.03) (OR. en) PUBLIC Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) 6792/10 LIMITE JUSTCIV 34 CODEC 142 NOTA van: het secretariaat-generaal
Nadere informatieVoorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2016 COM(2016) 818 final 2016/0411 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1008/2008 inzake gemeenschappelijke
Nadere informatieNOTA "A"-PUNT het Comité van permanente vertegenwoordigers
Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 juni 2002 (07.06) (OR. fr,en,de) 9628/02 PUBLIC LIMITE ELARG 201 NOTA "A"-PUNT van: het Comité van permanente vertegenwoordigers aan: de Raad Betreft: UITBREIDING
Nadere informatieVoorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.8.2017 COM(2017) 421 final 2017/0188 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/797/EU waarbij de Republiek Estland wordt
Nadere informatiePublicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)
19.3.2002 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 76/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 484/2002 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
Nadere informatie2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:
Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.1.2004 COM(2004) 853 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij Spanje wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.12.2006 COM(2006) 802 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij Estland, Slovenië, Zweden en het Verenigd Koninkrijk worden gemachtigd
Nadere informatieADDENDUM BIJ HET VERSLAG het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)
Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 juni 2004 (08.06) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2003/0255 (COD) 9836/04 ADD 1 PUBLIC LIMITE TRANS 207 SOC 278 CODEC 767 ADDENDUM BIJ HET VERSLAG
Nadere informatieVoorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied
Nadere informatieSOCIALE WETGEVING VOOR HET WEGVERVOER Verordening (EG) nr. 561/2006, Richtlijn 2006/22/EG, Verordening (EU) nr. 165/2014
RICHTSNOER 7 Onderwerp: De betekenis van "elke periode van 2ur" Artikel: artikel 8, leden 2 en 5, van Verordening (EG) nr. 561/2006 Te volgen aanpak: Overeenkomstig artikel 8, lid 2, van de verordening
Nadere informatieBESLUIT VAN DE COMMISSIE
22.7.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 189/19 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 19 juli 2010 inzake gemeenschappelijke veiligheidsdoelen, zoals vermeld in artikel 7 van Richtlijn 2004/49/EG van het
Nadere informatie(Voor de EER relevante tekst)
10.4.2014 L 107/39 VERORDENING (EU) Nr. 361/2014 VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad aangaande de
Nadere informatieEUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken
EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 2003/0255(COD) 18 februari 2004 ADVIES van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken aan de Commissie regionaal beleid, vervoer
Nadere informatieVoorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 12.11.2014 COM(2014) 704 final 2014/0332 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van Besluit
Nadere informatieWERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij
EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 8.3.2016 SWD(2016) 53 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD
NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 24.11.2009 COM(2009)641 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij de Portugese Republiek wordt gemachtigd een maatregel toe
Nadere informatieUITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE
13.12.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 334/37 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 11 december 2013 tot wijziging van Besluit 2012/226/EU betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen
Nadere informatiePUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 17 oktober 2006 (25.10) (OR. en) 13773/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0162 (C S) LIMITE
Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 17 oktober 2006 (25.10) (OR. en) PUBLIC 13773/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0162 (C S) LIMITE AGRIORG 80 AGRIFI 81 VERSLAG van: de Groep dierlijke producten
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 februari 2013 (20.02) (OR en) 5826/13. Interinstitutioneel dossier: 2012/0284 (NLE) TRANS 30
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 februari 2013 (20.02) (OR en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0284 (NLE) 5826/13 TRANS 30 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Coreper/de
Nadere informatie***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING
EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie vervoer en toerisme 21.11.2013 2011/0196(COD) ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING betreffende het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 18/09/2015
Datum van inontvangstneming : 18/09/2015 Vertaling C-245/15-1 Datum van indiening: 28 mei 2015 Verwijzende rechter: Zaak C-245/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Judecătoria Balş (Roemenië) Datum
Nadere informatieWERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2017 SWD(2017) 479 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement
Nadere informatieBIJLAGE. bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 25.10.2016 COM(2016) 710 final ANNEX 2 BIJLAGE bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.11.2017 COM(2017) 640 final 2017/0282 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt
Nadere informatieEUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken PE v01-00
EUROPEES PARLEMENT 2004 ««««««««««««2009 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 5.4.2005 PE 357.512v01-00 COMPROMISAMENDEMENTEN A-G Ontwerpverslag (PE 353.651v01-00) Alejandro Cercas Voorstel voor
Nadere informatieHierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2005) 526 definitief.
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 oktober 2005 (25.10) 13693/05 Interinstitutioneel dossier: 1992/0449 (COD) SOC 414 CODEC 938 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens
Nadere informatieVoorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.9.2018 COM(2018) 652 final 2018/0334 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij het Verenigd Koninkrijk wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 29.11.2007 COM(2007) 761 definitief 2007/0266 (ACC) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het standpunt van de Gemeenschap in het Gemengd Comité EG-Faeröer
Nadere informatieRaad van de Europese Unie Brussel, 11 augustus 2017 (OR. en)
Raad van de Europese Unie Brussel, 11 augustus 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0188 (NLE) 11653/17 FISC 173 VOORSTEL van: ingekomen: 9 augustus 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.3.2015 COM(2015) 103 final 2015/0062 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Arabische
Nadere informatieA D V I E S Nr. 1.661 ------------------------------ Zitting van woensdag 5 november 2008 ------------------------------------------------------
A D V I E S Nr. 1.661 ------------------------------ Zitting van woensdag 5 november 2008 ------------------------------------------------------ Mobiele werknemers die interoperabele grensoverschrijdende
Nadere informatieVoorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.5.2018 COM(2018) 261 final 2018/0124 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijnen 2006/112/EG en 2008/118/EG wat betreft de opname van de Italiaanse
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.4.2018 COM(2018) 207 final 2018/0102 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt
Nadere informatieVoorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.10.2016 COM(2016) 665 final 2016/0326 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Beschikking 2009/790/EG waarbij Polen wordt gemachtigd een
Nadere informatieMEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT. Liechtenstein: Sectorale Aanpassingen - Evaluatie
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.8.2015 COM(2015) 411 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT Liechtenstein: Sectorale Aanpassingen - Evaluatie NL NL 1. INLEIDING In protocol
Nadere informatieVoorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.6.2017 COM(2017) 318 final 2017/0131 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Polen wordt gemachtigd met de Republiek Oekraïne een overeenkomst
Nadere informatie11.4.2006 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 102/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)
11.4.2006 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 102/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) nr. 561/2006 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING
NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 15.10.2008 SEC(2008) 2631 definitief WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING Voorstel voor een richtlijn
Nadere informatieA8-0062/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie vervoer en toerisme. Verslag
8.2.2019 A8-0062/ 001-017 AMENDEMENTEN 001-017 ingediend door de Commissie vervoer en toerisme Verslag Pavel Telička A8-0062/2019 Gemeenschappelijke regels ter waarborging van basisconnectiviteit in het
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.10.2016 COM(2016) 694 final 2016/0343 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de sluiting, namens de Europese Unie, van een overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2005 (02.09) (OR. fr) 11843/05 FISC 96
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 augustus 2005 (02.09) (OR. fr) 11843/05 FISC 96 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 29 augustus 2005 Betreft: Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.12.1999 COM(1999) 703 definitief 1999/0272 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG betreffende het gemeenschappelijk
Nadere informatieWEGVERVOER: HARMONISATIE VAN DE WETGEVING
WEGVERVOER: HARMONISATIE VAN DE WETGEVING De totstandkoming van één Europese vervoermarkt is niet mogelijk zonder harmonisatie van de in de lidstaten geldende wetgeving. De door de Europese Unie genomen
Nadere informatieVoorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.9.2013 COM(2013) 621 final 2013/0303 (COD) C7-0265/13 Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 718/1999
Nadere informatieVERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.10.2018 COM(2018) 698 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de uitvoering in 2015-2016 van Verordening (EG) nr. 561/2006 tot harmonisatie
Nadere informatieVoorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.11.2011 COM(2011) 710 definitief 2011/0327 (COD) C7-0400/11 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2006/126/EG van
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de sluiting van de Internationale Overeenkomst van 2015 voor olijfolie en tafelolijven
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.6.2017 COM(2017) 264 final 2017/0107 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de Internationale Overeenkomst van 2015 voor olijfolie en tafelolijven
Nadere informatie17019/11 lep/rts/rv 1 DG G 2B
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 november 2011 (23.11) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2011/0152 (COD) 17019/11 SOC 1001 CODEC 2059 VERSLAG van: het voorzitterschap aan: het Comité van permanente
Nadere informatieDit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
2006R0561 NL 04.06.2010 001.003 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) nr. 561/2006 VAN HET EUROPEES PARLEMENT
Nadere informatieGEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 31.10.2014 C(2014) 7993 final GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE van 31.10.2014 tot wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2014/32/EU wat betreft het debietsbereik
Nadere informatieVoorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.7.2010 COM(2010)381 definitief 2010/0205 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD houdende wijziging van Richtlijn 2008/9/EG tot vaststelling van nadere voorschriften
Nadere informatieVoorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.9.2017 COM(2017) 543 final 2017/0233 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2012/232/EU waarbij Roemenië wordt gemachtigd
Nadere informatieVoorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.8.2018 COM(2018) 567 final 2018/0298 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 391/2009 wat betreft
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 25.9.2003 COM(2003) 566 definitief 2003/222 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD houdende wijziging van Verordening
Nadere informatieHierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 juni 2008 (13.06) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2008/0110 (COD) 10637/08 ADD 2 AGRILEG 104 CODEC 769 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.5.2018 COM(2018) 333 final 2018/0167 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194 VERSLAG van: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) aan: de Raad EPSCO Nr. vorig doc.: 9081/08
Nadere informatieToetsmatrijs Personeelsmanagement
In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen. Opgesteld door: CB divisie CCV Categoriecode: Toetsvorm: Totaal aantal vragen:
Nadere informatieRICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD
7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het
Nadere informatieVoorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.8.2016 COM(2016) 497 final 2016/0245 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Polen wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen
Nadere informatieVoorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.12.2017 COM(2017) 783 final 2017/0349 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.4.2019 COM(2019) 207 final 2019/0100 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Samenwerkingscomité
Nadere informatieHandhavingsvoorschriften en specifieke regels voor het detacheren van bestuurders in de sector van het wegvervoer
28.6.2018 A8-0206/ 001-104 AMENDEMENTEN 001-104 ingediend door de Commissie vervoer en toerisme Verslag Merja Kyllönen A8-0206/2018 Handhavingsvoorschriften en specifieke regels voor het detacheren van
Nadere informatieA8-0206/161. Door de Commissie voorgestelde tekst
27.6.2018 A8-0206/161 161 Overweging 12 (12) Dergelijke evenwichtige criteria moeten gebaseerd zijn op het concept van voldoende verbondenheid van een bestuurders met het grondgebied van een gastlidstaat.
Nadere informatieVoorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.1.2017 COM(2017) 23 final 2017/0010 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de
Nadere informatieVoorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.12.2017 COM(2017) 769 final 2017/0347 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van Verordening (EU) nr. 256/2014 van het Europees
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING. INTERPRETATIENOTA Nr. 2015-01
EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING Directoraat I. Landbouwwetgeving en procedures I.1. Landbouwwetgeving; vereenvoudiging Datum van verspreiding 8.7.2015 INTERPRETATIENOTA
Nadere informatiePUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2004 (22.09) (OR. en) 12294/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0252 (COD) LIMITE
Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 september 2004 (22.09) (OR. en) 12294/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0252 (COD) LIMITE PUBLIC TRANS 282 CODEC 989 VERSLAG van: het secretariaat-generaal
Nadere informatieVoorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.2.2017 COM(2017) 61 final 2017/0018 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Estland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD
NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 21.1.2009 COM(2009) 12 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD betreffende het voorlopig verbod op het gebruik en de verkoop in Hongarije
Nadere informatieNL In verscheidenheid verenigd NL A8-0206/324. Amendement
21.3.2019 A8-0206/324 324 Artikel 2 ter (nieuw) Artikel 2 ter De lidstaten voorzien in sancties tegen verzenders, expediteurs, contractanten en subcontractanten wegens niet-naleving van artikel 2 van deze
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.12.2009 COM(2009)668 definitief Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Litouwen wordt gemachtigd een maatregel te blijven
Nadere informatiePan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid
Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid Representatieve resultaten in de 2 lidstaten van de Europese Unie Pakket bevat de resultaten van de EU2 én van België Ontwerp Opiniepeiling
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.6.2016 COM(2016) 413 final 2016/0192 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 juni 2011 (14.06) (OR. en) 10641/11 Interinstitutioneel dossier: 2010/0380 (COD) SOC 437 CODEC 895
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 juni 2011 (14.06) (OR. en) 10641/11 Interinstitutioneel dossier: 2010/0380 (COD) SOC 437 CODEC 895 VERSLAG van: de Groep sociale vraagstukken aan: het Comité van permanente
Nadere informatieVoorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.3.2012 COM(2012) 90 final 2012/0040 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 92/65/EEG van de Raad wat betreft de
Nadere informatieNL Publicatieblad van de Europese Unie L 102/35
11.4.2006 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 102/35 RICHTLIJN 2006/22/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15 maart 2006 inzake minimumvoorwaarden voor de uitvoering van de Verordeningen
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.7.2004 COM(2004) 468 definitief 2003/0091 (CNS) Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG wat betreft
Nadere informatie8 maart 2013: Internationale Vrouwendag: Ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in de context van de crisis
Directoraat-generaal voorlichting AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE Brussel, 26 februari 2013 8 maart 2013: Internationale Vrouwendag: Ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in de context van de
Nadere informatieVoorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.6.2013 COM(2013) 418 final 2013/0192 (COD) C7-0176/13 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van bepaalde richtlijnen op het gebied
Nadere informatieVoorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.1.2017 COM(2017) 2 final 2017/0006 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij Frankrijk wordt gemachtigd met Zwitserland een overeenkomst te sluiten waarin
Nadere informatie