Gebruikershandleiding Cardioman. Inleiding

Transcriptie

1 Inleiding Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop van uw Cardioman, het eerste waarschuwingsapparaat voor elektrische, magnetische en elektromagnetische velden speciaal bedoeld voor pacemakeren ICD-patiënten. De Cardioman is met meerdere moderne detectoren uitgerust voor een optimale herkenning van de verschillende velden. Hij waarschuwt u door middel van optische en akoestische signalen voor velden die tot storingen van uw pacemaker of ICD kunnen leiden. De gevoeligheid van de detectoren is zo ingesteld, dat u gewaarschuwd wordt voordat de kritische veldsterkte wordt bereikt. Op deze manier weet u altijd tijdig welke gebieden of voorwerpen u moet vermijden. Deze handleiding moet u de bediening en de controlelampjes van uw Cardioman verduidelijken. Bovendien geven wij u enige tips voor het onderhoud van uw waarschuwingsapparaat alsmede een aantal veiligheidsaanwijzingen. De Cardioman verhoogt uw zekerheid in het dagelijkse leven. Wij wensen dat u zich nu weer zo vrij kunt bewegen zoals u graag zou willen. 1

2 Bediening In- en Uitschakelen Om de waarschuwingsfunctie te activeren moet u de Cardioman inschakelen. Wanneer u hem niet gebruikt kunt u hem weer uitschakelen om stroom te besparen. Opladen De Aan-/Uitschakelaar bevindt zich aan de rechterzijde. In de positie 1 is de Cardioman ingeschakeld. Dit kunt u zien doordat het display getallen laat zien. De Cardioman is met een moderne li-ion batterij uitgerust. Het symbool geeft aan dat de batterij bijna leeg is. Zodra het begint op te lichten kunt u de Cardioman nog ongeveer 3 tot 5 uur gebruiken. Daarna moet de batterij opgeladen worden. Het is echter geen probleem wanneer de batterij volledig ontladen wordt. Om de batterij op te laden steekt u de stekker van de meegeleverde oplader in de aansluiting aan de rechterzijde van de Cardioman. Tijdens het opladen brandt het controlelampje. De batterij is voor drie vierde deel opgeladen zodra het controlelampje dooft. Een lege batterij is na ongeveer 3 uur volledig opgeladen. 2

3 Een volledig opgeladen batterij voorziet de Cardioman ongeveer 1,5 dag van stroom. Het heeft een positief effect op de levensduur van de batterij wanneer u de batterij in volledige cycli (van volledig leeg tot volledig vol) oplaadt. Een bijna volledig opgeladen batterij moet u nooit opnieuw opladen. Aanwijzingen: Gebruikt u a.u.b. alleen de meegeleverde oplader om de batterij op te laden. Het opladen van de batterij is alleen mogelijk in een temperatuursbereik van 10 C tot 35 C. De oplader kan bij langer gebruik warm worden. Dit is normaal en ongevaarlijk. De controlelampjes in een oogopslag In de volgende afbeelding ziet u de symbolen aan de voorzijde van de Cardioman. Aansluitend verduidelijken we u de symbolen afzonderlijk. Indicator voor verafgelegen storingsbronnen Gevarenindicator Oplaadindicator Indicator voor dichtbij gelegen storingsbronnen Batterijstatus 3

4 Betekenis van de controlelampjes aan de voorzijde LED-indicator: Weergave van het gevarenniveau Deze LED s branden wanneer u een gevaarlijke veldsterkte nadert. Hoe dichter de gemeten veldsterkte in de buurt komt van de waarschuwingsgrens hoe meer LED s er gaan branden. Wanneer de derde LED begint te branden heeft u de waarschuwingsgrens overschreden. Hiervoor wordt u ook door middel van piep tonen gewaarschuwd. De afkorting LED staat overigens voor Light Emitting Diode. Batterijsymbool: Batterijstatus Zodra dit controlelampje brandt moet u de batterij binnen drie tot vijf uur opnieuw opladen. Gebuikt u voor het opladen a.u.b. alleen de meegeleverde oplader (zie hoofdstuk opladen). Stekkersymbool: Oplaadindicator Deze LED licht groen op tijdens het opladen van de batterij. De LED dooft weer zodra de batterij voor drie vierde deel is opgeladen. Het volledig opladen van de 4

5 batterij duurt (onafhankelijk van het oplichten van de LED) ongeveer drie uur. Antenne- en huissymbool: Indicators voor het onderscheiden van de verschillende velden Door middel van het antenne- en het huissymbool wordt aangegeven of het om velden met een grote ( brandt) of een kleine ( brandt) reikwijdte gaat. Deze functie wordt in het hoofdstuk Afhankelijkheid van de afstand op pagina 8 uitvoeriger beschreven. Display: Weergave van de veldsterkte Op het display wordt op ieder moment de actuele meetwaarde getoond. De meetwaarde geeft hierbij niet de fysische grootte van de veldsterkte aan, maar een waarde relatief ten opzichte van de waarschuwingsgrens. De reden hiervoor is dat de kritische veldsterkte bij verschillende frequenties een verschillende grootte heeft. De waarschuwingsgrens wordt bij het getal 100 overschreden. De hoogste waarde ligt ongeveer bij 200. (Bij deze waarde wordt de normgrens bereikt.) Hoe hoger de getalswaarde des te dichter komt u in de buurt van gevaarlijke veldsterkten. Vanwege de zekerheidsmarge tussen de waarschuwingsgrens en de normgrens betekenen waarden tot 200 nog geen gevaar. 5

6 De Cardioman meet in alle relevante frequentiebereiken. Weliswaar wordt altijd de waarde getoond van de veldsterkte in het frequentiebereik waarbij de veldsterkte de waarschuwingsgrens het sterkste nadert. In het algemeen toont het display zeer lage waarden (bij voorbeeld 004) omdat u zich meestal in ongevaarlijke gebieden bevindt. Het display reageert echter vroeger als de hierboven beschreven LED-indicator. Op deze manier kunt u hiermee ook bij ongevaarlijke veldsterkten een inschatting maken van bij - voorbeeld huishoudelijk apparaten. Geluidssignalen Bij het overschrijden van de waarschuwingsgrens wordt u naast lichtsignalen ook gewaarschuwd door pieptonen. De piep tonen volgen elkaar sneller op bij een toenemende veldsterkte. Deze waarschuwing door middel van pieptonen stelt u in staat de Cardioman te allen tijde beschut bij u te dragen zonder dat u de controlelampjes in de gaten hoeft te houden. Aanwijzing: Bij het inschakelen geeft de Cardioman een pieptoon die niets te maken heeft met de waarschuwingsfunctie. 6

7 Waar moet u de Cardioman dragen? Omdat de storingsinvloed op uw pacemaker of ICD afhangt van de afstand tot de storingsbron, moet u de Cardioman het liefst direct boven uw pacemaker of ICD dragen. Bijvoorbeeld in het borstzakje van uw overhemd of blouse. Om speciale apparaten te testen kunt u de Cardioman ook met een gestrekte arm gebruiken. Aanwijzing: Let u er a.u.b. op dat magnetiseerbare voorwerpen zoals een pen, die u in uw borstzakje draagt een valse meetwaarde kunnen geven. Daarom adviseren wij u de Cardioman uit de buurt van metalen voorwerpen te houden. Afhankelijkheid van de afstand De reikwijdte van elektromagnetische velden is verschillend bij verschillende bronnen. Een voorbeeld is radiogolven. Men kan radiogolven nog tot ver buiten de landsgrenzen ontvangen terwijl dit met UHF-golven (Ultra High Frequency) vrijwel uitgesloten is. Het verschil tussen radiogolven en UHF-golven is hun frequentie, en de reikwijdte van elektromagnetische velden hangt af van hun frequentie. 7

8 Veiligheidsaanwijzingen (1) De Cardioman kan niet gebruikt worden voor de detectie van gevaar door stroomschokken of voor de beïnvloeding door trillingen. (2) De Cardioman kan alleen velden detecteren die reeds aanwezig zijn. Bij het inschakelen van een apparaat kan een gevaar ontstaan zonder dat er voor gewaarschuwd wordt. (3) De behuizing is niet spatwaterdicht. Let u a.u.b. erop dat de Cardioman niet vochtig wordt. (4) Het toelaatbare temperatuursbereik ligt tussen +5 C en +50 C. Let u er a.u.b. op dat bij lagere temperaturen foutieve meetwaarden kunnen optreden. Indien de Cardioman per ongeluk aan een te lage temperatuur is blootgesteld dan kunnen bij het opwarmen sprongen in de aangeduide waarde optreden. De waarschuwingsfunctie blijft in deze periode volledig behouden. Na enkele minuten worden de waarden weer normaal weergegeven. (5) Het display is gevoelig voor vingerafdrukken. Raak daarom tijdens een meting het display niet aan. (6) Let u a.u.b. erop dat de Cardioman een gevoelig elektronisch meetinstrument is. Door het aanraken of het in contact komen met andere voorwerpen kunnen veld vervormingen ontstaan die tot foutieve meetwaarden kunnen leiden. Ook het draaien of anders vastpakken van het appa- 8

9 raat kan er toe leiden dat de waarden variëren. Het kan dus voorkomen dat verschillende personen ongelijke waarden meten in dezelfde omgeving. Dit effect kent u misschien van radio s. Hierbij kunt u ook de ontvangsteigenschappen beïnvloeden door het vastpakken van de antenne. We heb - ben de waarschuwingsgrens zodanig gekozen dat u on - danks dit effect ruimschoots op tijd wordt gewaarschuwd voordat u zich blootstelt aan gevaarlijke veldsterktes. (7) Sterke magneetvelden kunnen leiden tot een foutieve meting, wanneer deze zich zeer dicht bij het apparaat bevinden. In zulke gevallen kan de meetwaarde zonder duidelijke reden veranderen. Laat u zich daardoor a.u.b. niet irriteren. Zodra de Cardioman u op een magneet attent heeft gemaakt moet u ver van deze magneet ver - wijderd blijven, ook als het waarschuwingssignaal afgenomen of opgehouden is. (8) Gebruikt u voor het opladen a.u.b. alleen de meegeleverde oplader. (9) De Cardioman mag in geen geval geopend worden. Elke verandering van het apparaat is niet toegestaan. (10)De Cardioman bevat een batterij en andere milieubelastende bestanddelen. Neemt u a.u.b. bij het weggooien van het apparaat de plaatselijke wettelijke bepalingen in acht. 9