Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Recreatiecomplex Skiramide te Tilburg. 6 augustus
|
|
- Nathalie van den Broek
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Recreatiecomplex Skiramide te Tilburg 6 augustus
2
3 ISBN Utrecht. Commlssle voor de mil1eueffectrapportage.
4
5 commissie voor de milieu-effectrapportage Gemeenteraad van Tilburg Postbus AS TILBURG uw kenmerk BC/PU onderwerp AdVies voor richuijnen uw brief ons kenmerk d.d. 30 mel 1997 U560-97\Tt \ma\ doorldesnr. Utrecht, (030) auguslus 1997 Met bovengenoemde brief stelde u de Commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.) in de gelegenheid een advies voor richtlijnen uit te brengen voor een milieueffectrapport (MER) ten behoeve van de besluitvorming over de bouw van het Recreatiecomplex Skiramide te TUburg. Overeenkomstig artikel 7.14 van de Wet milieubeheer (Wm) bied ik u hierbij het advies van de Commissie aan. De Commissie hoopt met haar advies een constructieve bijdrage te leveren aan de totstandkoming van de richtlijnen voor het MER. Zij zal gaarne vememen hoe u gebruik maakt van haar aanbevelingen., voorzi ter van de werkgroep m.e.r. Recreatlecomplex Skiramide te Tilburg Secretariaat: Arthur van Schendelstraat 800 Utrecht, tel.: (030) telefax: (030) Correspondentie-adres: Postbus GH UTRECHT
6
7 Advies voor rlchtlijnen voor het milieueffectrapport Recreatiecomplex Skiramide te TIlburg Advies op grond van artikel 7.14 van de Wet mllieubeheer 'Voor het milieueffectrapport over de bouw van het Recreatiecomplex Skiramide te Tilburg, uitgebracht aan de gemeenteraad van Tilburg door de Commissie voor de mllieueffectrapportage; namens deze, de werkgroep m.e.r. Recreatiecomplex Skiramide te Tilburg de secretaris de voorzitter l mr. F. Toot dr. J.T. de Smidt Utrecht, 6 augustus 1997
8 6
9 INHOUDSOPGAVE Pagina Hoofdpunten van het advies Inleiding Motivering, doel en besluitvorming 2.1 Motivering 2.2 Doel 2.3 Besluitvorming Voorgenomen activiteit en alternatieven 3.1 Algemeen 3.2 Alternatieven Alternatief met en zonder aanleg HOV-verbinding Meest milieuvriendelijk alternatief Bestaande milieutoestand, autonome ontwikkeling en milieueffecten 4.1 Algemeen 4.2 Bodem. grond- en oppervlaktewater 4.3 Natuur. landschap en cultuurhistorie 4.4 Energie en materiaalgebruik 4.5 Toekomstwaarde Vergelijking van alternatieven Leemten in informatie Evaluatieprogramma Vorm en presentatie Samenvatting van het MER Bijlagen 1. Briefvan het bevoegd gezag d.d. 30 mei waarin de Commissie in de gelegenheid wordt gesteld om advies uit te brengen 2. Kennisgeving in Staatscourant nr. 104 d.d. 5 juni Projectgegevens 4. Lijst van inspraakreacties en adviezen
10
11 HOOFDPUNTEN VAN BET ADVIES De Commissie voor de miueueffectrapportage adviseert aan de gemeenteraad van TIlburg over de richtlijnen voor het milieueffectrapport Recreatiecomplex Skiramide te TIlburg. PirAmide Nederland Holding BV is de initiatiefnemer. De Skiramide wordt een" multifunctionele accommodatie op het gebied van indoor(wintersport)activiteiten en recreatie, gecombineerd met hotel-, beurs-, congres- en horecafaciliteiten. be Commissie adviseert in het milieueffectrapport de nadruk te leggen op: duurzaam materiaalgebruik; efficient energiegebruik; de uitwerking van een alternatief dat uitgaat van aanleg van de Hoogwaardig Openbaar Vervoer(HOV)-verbinding en een alternatief dat uitgaat van het uitblijven van de aanleg van de HOV-verbinding. -1-9
12
13 1. INLEIDING PirAmide Nederland Holding BV he eft het voornemen om in de gemeente Tilburg een zogenaamde 'Skiramide' te ontwikkelen. Dit is een multifunctionele accommodatie op het gebied van indoor(wintersport)activiteiten en recreatie. gecombineerd met hotel-. beurs-. congres- en horecafaciliteiten. De Skiramide heeft een grondoppervlak van 144 x 144 meter en een hoogte van meter. Gezien het feit dat meer dan bezoekers per jaar worden verwacht. moet op grond van het Besluit milieueffectapportage (m.e.r.) voor dit voornemen een milieueffecrapport (MER) worden opgesteld. Het bevoegd gezag voor de vaststelling van het besluit waarvoor het MER wordt opgeste1d (een bestemmingsplan) is de gemeenteraad van Tilburg. Bij briefvan 30 mei ) is de Commissie voor de m.e.r. in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen over richtlijnen voor het milieueffectrapport. Met de openbare bekendmaking van de startnotitie op 5 juni 1997 in de Staatscourane) is de m.e.r.-procedure formeel gestart. Dit advies is opgesteld door een werkgroep van de Commissie voor de m.e.r. 3 ). De werkgroep treedt op namens de Commissie voor de m.e.r. en wordt verder in dit advies 'de Commissie' genoemd. Het doel van het advies is om aan te geven welke informatie het MER moet bevatten om het mogelijk te maken het milieubelang volwaardig in de besluitvorming mee te wegen. Bij de opstelling van haar advies heeft de Commissie rekening gehouden met de adviezen. commentaren en opmerkingen 4 J. die zij in afschrift van het bevoegd gezag heeft ontvangen. 1 Zie bijlage 1. 2 Zie bijlage 2. 3 De samenstelling hiervan is gegeven in bijlage 3. 4 Bijlage 4 geeft een lijst van deze reacties. -3- I,
14 2. MOTIVERING, noel EN BESLUITVORMING Artikel 7.10, lid 1, onder a van de Wm: Een MER bevat ten minste: "een beschrijving van hetgeen met de voorgenomen activiteit wordt beoogd." Artikel 7.10, lid 1, onder c van de Wm: Een MER bevat ten minste: "een aanduiding van de besluiten bij de voorbereiding waarvan het milieueifectrapport wordtgemaakt, en een overzicht van de eerder genomen besluiten van bestuursorganen. die betrekking hebben op de voorgenomen activiteit en de beschreven altematieven." 2.1 Motivering De aanleiding voor het initiatief moet worden beschreven. Daarbij dient de haalbaarheid van het project te worden gemotiveerd. Aangegeven dient te worden op welke doelgroepen de voorgenomen activiteit is gericht, welke behoefteramingen zijn gehanteerd en hoe dat inzicht heeft geleid tot de keuze voor een locatie in de gemeente Tilburg. 5 1 Tijdens het locatiebezoek is het de Commissie duidelijk geworden dat de initiatiefnemer op meer plaatsen in het land een soortgelijk project wenst te realiseren en een internationale markt ziet voor de te realiseren voorzieningen. Gegeven het bovenlokale karakter van de voorziening en de daarmee samenhangende omvangvan deverkeersstroom van bezoekers dient in het MER de locatiekeuze te worden beargumenteerd om duidelijk te maken dat deze keuze in overeenstemming is met de doelen van het locatiebeleid, zoals dat door de verschillende overheden wordt gevoerd 6 1. Beschrijf daartoe ook de visuele en functlonele relaties van de Skiramide met de omgeving (bijvoorbeeld met het aan te leggen evenemententerrein. de beplantlng en de wegenstructuur). 2.2 Doe! De startnotitie vermeldt als doel van de voorgenomen activiteit: het bieden van geschikte gelegenheden voor geintegreerde sport- en vrijetljdsdoeleinden. als ook voor zakelijke doeleinden in een gebouw met een aantal nader omschreven functles. zoals skipistes. een recreatieve ijsvloer. horecafaciliteiten en een gebouwde parkeervoorziening. Met het oog op het volwaardig meewegen van het milieubelang in de besluitvorming moet aangegeven worden welke ruimte de gestelde doelen laten voor het ontwikkelen van alternatieven op het gebied van efficient energiegebruik. duurzaam materiaalgebruik en verkeersaspecten. Zo is tijdens het locatiebezoek de Commissie gebleken dat het realiseren van het gebouw in piramidevorm uitgangspunt is van de initlatiefnemer. dit kan bij voorbaat inperking van de te ontwikkelen alternatieven gericht op energie- en materiaalgebruik betekenen. Een nadere motivering van dit uitgangspunt dient daarom in het MER te worden gegeven. 5 Zie ook reacties 7 en 8 lbijlage 4). 6 Zie ook reacties 7 en 8 (bijlage 4). -4-
15 Ook is het met het oog op het meewegen van het milieubelang bij de alternatievenontwikkeling voor verkeersaspecten, van belang het doel nader te specificeren en zo mogelijk te kwantificeren aan de hand van de doelgroepen waarop de initiatiefnemer zich wenst te richten. 2.3 Besluitvonning Kort moet worden aangegeven welke randvoorwaarden en uitgangspunten (ruimtelijke beperkingen, grenswaarden emissies, e.d.) gelden bij dit voomemen. Hierbij dient te worden verwezen naar de beleidsnota's, (ontwerp-)plannen en wetten, waarin deze zijn of worden vastgelegd. Aangegeven moet worden of er in (de omgeving van) het studiegebied gebieden liggen, die op grond van milieuaspecten een speciale status in het beleid hebben of krijgen. De consequenties hiervan voor de ontwikkeling van altematieven moeten eveneens worden aangegeven. Tevens moet beschreven worden welke maatstaven voor de afweging van alternatieven 7 ) (bijvoorbeeld grens- en streefwaarden) aan het milieubeleid worden ontleend. In het MER dient ten aanzien van het gemeentelijk beleid, naast de in de startnotitie genoemde plannen, aandacht te worden besteed aan de door de gemeente Tilburg gehanteerde richtlijnen voor energie en duurzaam bouwen (zowel de Gemeentelijke praktijkrichtlijn duurzaam bouwen als de Energie Prestatienormen voor de verschillende te huisvesten functies). Bij de beschrijving van het provinciaal beleid dient in het bijzonder aandacht te worden besteed aan de wijze waarop de locatie van het initiatief binnen dit beleid past en het beleid voor grondwateronttrekking. Het MER dient aan te geven dat het is opgesteld voor de vaststelling van het bestemmingsplan op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Tevens moet worden beschreven volgens welke procedure en welk tijdpad dit geschiedt en welke adviesorganen en instanties daarbij formeel en informeel zijn betrokken. Tot slot moeten de besluiten worden aangegeven die in een later stadium nog moeten worden genomen om de voorgenomen activiteit te realiseren. 7 Zie ook hoofdstuk 5 van dit advies. -5-
16 3. VOORGENOMEN ACTIVITEIT EN ALTERNATIEVEN Artikel 7.10, lid 1, onder b van de Wm: Een MER bevat ten minste: "een beschrijving van de voorgenomen acnviteit en van de wijze waarop zij zal worden uitgevoerd, alsmede van de altematieven daarvoor, die redelijkerwijs in beschouwing dienen te worden genomen." Artikel 7.10, lid 3 van de Wm: "Tot de ingevolge het eerste lid, onder b, te beschrijven altematieven behoort in ieder geval het alternatiejwaarby de nadelige gevolgen voor het milieu worden voorkomen, dan we!, voor zover dat niet mogelijk is, deze met gebruikmaking van de beste bestaande mogelijkheden ter bescherming van het milieu. zoveel mogelyk worden beperkt." 3.1 Algemeen De voorgenomen activiteit en de alternatieven moeten worden beschreven voor zover deze gevolgen hebben voor het milieu. Het kan bij het zoeken naar alternatieven zinvol zijn uit te gaan van een analyse van de voorgenomen activiteit in deelactiviteiten ten einde altematieven te ontwikkelen met betrekking tot energie- en materiaalgebruik en verkeersaspecten. De beschrijving voor de navolgende aspecten dient te worden gebaseerd op een algemene beschrijving die inzicht geeft in de omvang, aard en samenstelling van de gebruikersgroepen waarop de voorzieningen zijn gericht, waarbij de spreiding in de tijd van het verwachte gebruik een essentieel element is. Beschrijf daarbij de volgende fasen: ReaUsatiefase Stedenbouwkundige inpassing inpassing in de buitenruimte (bomen, wallen) en het eventueel verwijderen of verplaatsen van bestaande bomen en beplantingen en de mogelijkheden om deze te handhaven; situering van de Skiramide ten opzichte van relevante andere bestemmingen (scholen, stadion, zwembad en woningen); ontsluitingsstructuur voor verschillende vervoerwijzen; situering, aard en omvang van stallingsvoorzieningen voor fietsen en van parkeervoorzieningen voor bussen en auto's; toename van oppervlakte verharding/bebouwing en de behandeling en/ of buffering van regenwater; be'invloeding van wind, licht en beschaduwing ten opzichte van omliggende bestemmingen; zichtbaarheid van de Skiramide op wijkniveau, buurtniveau, stadsniveau en regionaal niveau (bijvoorbeeld binnen een straal van respectievelijk 500, 1500, 5000 en meter). -6-
17 Aanleg en ontwerp omvang en diepte vergravingen en (gevolgen voor) veranderingen in de waterhuishouding (peilen, kwaliteit, stroomrichtlng)8]; mogelijk hinder veroorzakende actlviteiten (aanleg fundering, trillingen, aanvoer bouwmaterialen, in te zetien materieel, etc.) en de aard en tljdsduur daarvan; bouwwijze en materiaalgebruik in relatle tot duurzaam bouwen en de materiaalkeuze in verband met onderhoud en/sloop of hergebruik; toe te passen materialen en verhouding tot hoeveelheid nuttlge m 2 ; installatles voor energie- en watervoorziening en behandeling van afvalstromen; aanleg van verhardingen, behandeling afvoer regenwater (opvang of hergebruik)9]; het aanbrengen van voorzieningen ter vermindering van windhinder voor fietsers en wandelaars (wallen/beplantlngen, aanpassing routes); potentles voor natuurontwikkeling in groengebieden, oppervlaktewater en oevers. Gebruiksfase Wijze van gebruik energiegebruik (naar soort en hoeveelheid) en verwachte emissies voor het koelen en verwarmen van de verschillende functles; hoeveelheid watergebruik en herkomst van dit water; de noodzakelijke berging van oppervlaktewater bij piekafvoer; prognose van hoeveelheid en soorien afvalwater per jaar en de mogelijkheden voor reiniging en hergebruik van afvalwater; samenloop met (pieken in) bezoek aan andere voorzieningen in de omgeving: en de effecten daarvan op de aan- en afvoer van het verkeer en op het gebruik van de parkeervoorzieningen; aard en omvang van het gebruik van de Skiramide en spreiding in de tijd met het oog op de daaruit voortvloeiende geluidhinder voor de omgeving. Mobiliteit bezoekers verdeling over herkomstgebieden van verwachte bezoekers; relatieve kwaliteit van de bereikbaarheid van de Skiramide vanuit die herkomstgebieden voor verschillende vervoerwijzen met behulp van isochronenkaarien, zoals opgenomen in de handleiding mobiliteit en ruimtelijke plannen van de provincie Noord-Brabant; bijzondere aandacht verdienen daarbij eventuele fluctuatles in de kwaliteit van de bereikbaarheid in de tljd door wisselende frequentles in het aanbod van openbaarvervoersdiensten; de te verwachten verdeling over de verschillende vervoerwijzen (modal-split) op grond van deze gegevens en inzicht in de bezettingsgraden van auto's; een prognose van de veranderingen in de belasting van de verkeers- en vervoersvoorzieningen en daaruit voortvloeiende noodzakelijke maatregelen om een goede afwikkeling van de vervoerstromen te realiseren. 8 Zie ook reactie 9 (bijlage 4). 9 Zie ook reactie 9 (bijlage 4). -7-
18 Organisatie- en beheer wijze van exploitatie en organisatie in relatie tot het ontwikkelen van bedrijfsinterne milieuzorg, groenbeheer en aivalbeheer (inclusief zwerfvuil, watergebruik en energiehuishouding); voornemens met betrekking tot vervoermanagement voor werknemers en bezoekers; aard van het parkeermanagement ter beheersing van de vervoerstromen en voorkoming overlast voor de omgeving bij zowel normale exploitatie als bij pieken in gebruik; meervoudig gebruik van parkeerfaciliteiten in directe en ruimere omgeving (bij pieken). 3.2 Alternatieven De keuze van de alternatieven moet worden gemotiveerd. In het MER zijn vooral de milieuargumenten voor deze keuze van belang. De alternatieven kunnen worden samengesteld uit varianten. De nadruk bij het ontwikkelen van alternatieven dient te liggen op materiaalgebruik, energiegebruik en verkeer en vervoer. Voor onderlinge vergelijking moeten de milieueffecten van de alternatieven volgens dezelfde methode en met hetzelfde detailniveau worden beschreven. De initiatiefnemer doet in de startnotitie op p. 27 voorstellen voor het uitwerken van verschillende varianten. Tijdens het locatiebezoek van de Commissie heeft de initiatiefnemer aangegeven veel belang te hechten aan het realiseren van een 'milieuvriendelijke' Skiramide. De Commissie adviseert me de hierom voor de verschillende op p. 27 genoemde thema's een taakstelling op te nemen, opdat in het MER blijkt wat het ambitieniveau van de initiatiefnemer is met betrekking tot deze thema's. In aanvulling op de op p. 27 van de startnotitie genoemde bouwstenen, die reeds een belangrijke aanzet geven voor de in het MER te onderzoeken varianten, adviseert de Commissie nog met betrekking tot de volgende onderwerpen varianten uit te werken: voor energie en materiaalgebruik: de oppervlakte/inhoud-verhouding (bijvoorbeeld door variatie in de hoeveelheid te huisvesten activiteiten); de keuze van de materialen dient plaats te vinden op basis van een LCA, of een LCA-achtig onderzoek indien mogelijk op gebouwniveau en anders op basis van functionele eenheid 10 ]; het treffen van maatregelen die de vraag naar energie beinvloeden; het al dan niet benutten van koelwarmte voor verwarmingvraag; afstemmen van vraag en aanbod van energie op een hoger schaalniveau van het gebouw (bijvoorbeeld met het zwembad en de ijsbaan). 10 zie de Nota Produkt en Milieu (1993) van VROM. -8- I
19 voor verkeer en vervoer: de omvang van de parkeervoorzieningen;. de vorm en kwaliteit van het openbaar vervoer (bijvoorbeeld contractvervoer). voor de verkeersveiligheid: de situering en uitvoering van het gebouw (gericht op licht- en windhinder en afleidende werking als gevolg van de vormgeving)llj Alternatief met en zonder aanleg HOV-verbinding In het MER dienen in ieder geval de volgende alternatieven te worden beschreyen: een alternatief dat uitgaat van aanleg van de H OV -verbinding, met een halte in de directe nabijheid of onder de Skiramide; een alternatief dat uitgaat van het uitblijven van de aanleg van de HOVverbinding Meest milieuvriendelijk alternatief Het me est milieuvriendelijke alternatief (mma) moet in het MER worden beschreven. Het mma moet: realistisch zijn, dat wil zeggen het moet voldoen aan de doelstellingen van de initiatiefnemer, alsmede binnen zijn of haar competentie liggen; uitgaan van de beste bestaande mogelijkheden ter bescherming en/ of verbetering van het milieu. De Commissie adviseert bij het ontwikkelen van het mma een 'actieve' aanpak te volgen. Hiermee wordt bedoeld, dat toepassing van de beste bestaande mogelijkheden voor milieubescherming en -verbetering bij de ontwikkeling van dit alternatief als uitgangspunt worden genom en. Dit dient plaats te vinden op basis van optimaal efficient energiegebruik, duurzaam materiaalgebruik en optimaal openbaar vervoer en vervoer per fiets. De Commissie beveelt aan hierbij uit te gaan van onder andere de volgende taakstellingen: zelfvoorziening uit duurzame energie (oak te realiseren door een balanssituatie over het jaar, waarbij in bepaalde perioden energie aan het openbaar net wordt teruggeleverd en in andere periode wordt onttrokken); maximalisering van het aantal bezoekers dat met het openbaar vervoer en de fiets de Skiramide bezoekt (bijvoorbeeld 40% van het totaal of 10% meer dan de prognoses voor de voorgenomen activiteit). 11 Zie ook reactie 7 (bijlage 4). -9-
20 BESTAANDE MILIEUTOESTAND, AUTONOME ONTWIKKELING EN MILIEUEFFECTEN Algemeen Artikel 7.10, lid 1, onder d van de Wm: Een MER bevat ten minste: "een beschrgving van de bestaande toestand van het milieu. voor zover de voorgenomen activiteit of de beschreven altematieven daarvoor gevolgen kunnen hebben, alsmede van de te venvachten ontwikkeling van dat milieu, indien de activiteit noch de altematieven worden ondernomen. " Artikel 7.10, lid 1, onder e van de Wm: Een MER bevat ten minste: "een beschryving van de gevolgen voor het milieu. die de voorgenomen activiteit. onderscheidenlyk de altematieven kunnen hebben, alsmede een motivering van de wyze waarop deze gevolgen zyn bepaald en beschreven." Bestaande toestand en autonome ontwikkeling De bestaande toestand van het milieu in het studiegebied, inclusief de autonome ontwikkeling hiervan, moet worden beschreven als referentie voor de te verwachten milieueffecten. Daarbij wordt onder de autonome ontwikkeling verstaan: de toekomstige ontwikkeling van het milieu, zonder dat de voorgenomen activiteit of een van de alternatieven wordt gerealiseerd. Bij deze beschrijving moet het MER uitgaan van ontwikkelingen van de huidige activiteiten in het studiegebied en van reeds genomen besluiten over nieuwe activiteiten. Hierbij kan gedacht worden aan de ijshal en mogelijke woon- en bedrijfsbestemmingen aan de zuidzijde van de A58. In het MER dient bij de beschrijving van de autonome ontwikkeling het vigerend bestemmingsplan als uitgangspunt te worden genomen en niet (zoals in de startnotitie staat aangegeven) de toekomstige be stemming "leisure and activities,,12]. Milieugevolgen van alternatieven moeten concreet worden gemaakt door vergelijking met de autonome ontwikkeling. Studiegebied Het studiegebied moet op kaart worden aangegeven en omvat de locatie en haar omgeving, voor zover daar effecten van de voorgenomen activiteit kunnen gaan optreden. Per milieuaspect (geluid, bodem, water, enz.) kan de omvang van het studiegebied verschillen. De begrenzing van de studiegebieden moet worden gemotiveerd en op kaart worden aangegeven. Tevens moet op kaart een overzicht worden gegeven van de in het studiegebied gelegen gevoelige gebieden en objecten zoals de onderwijsinstellingen. Type milieu-informatie Bij de beschrijving van de milieugevolgen dienen de volgende algemene richtlijnen in acht te worden genomen: bij de beschrijving van de gevolgen voor het milieu moet, waar nodig, de ernst worden bepaald in termen van aard, omvang, reikwijdte, mitigeerbaarheid en compenseerbaarheid; 12 Zie ook reacties 2 en 7 (bijlage 4). -10-
21 expliciet dient te worden ingegaan op cumulatie van geluidseffecten op de onderwij sinstellingen; bij onzekerheden over het wei of niet optreden van effecten (bijvoorbeeld windeffecten) moet een betrouwbaarheidsanalyse worden uitgevoerd of een 'worst case scenario' worden gebruikt; onzekerheden en onnauwkeurigheden in de voorspellingsmethoden en in gebruikte gegevens moeten worden vermeld; de manier waarop milieugevolgen zijn bepaald dient inzichtelijk en controleerbaar te zijn door het opnemen van basisgegevens in bijlagen of expliciete verwijzing naar geraadpleegd achtergrondmateriaal; vooral aandacht moet besteed worden aan die effecten die per altematief verschillen of die welke de gestelde normen (bijna) overschrijden; minder gangbare voorspellingsmethoden moeten worden gemotiveerd. Naast de in hoofdstuk 6 van de startnotitie gegeven aandacht voor diverse (milieu)aspecten zal bij de beschrijving van de bestaande milieutoestand en de milieueffecten nog aandacht geschonken moeten worden aan de in de volgende paragrafen vermelde aspecten: 4.2 Bodem, grond- en oppeivlaktewater peilen en kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater; gebruik van diep grondwater voor proceswater; bergingsmogelijkheden (zeker bij pieken) voor oppervlaktewater als gevolg van de toenemende verharding; beschrijving van de kwalitatieve en kwantitatieve veranderingen in het hydrologisch en waterhuishoudkundig systeem 13 ]. 4.3 Natuur, landschap en cultuurhistorie aanwezigheid van waardevolle flora en fauna: aanduiding van de soort en de situering daarvan en (potentiele) ecologische betekenis; aanwezigheid van cultuurhistorisch belangrijke elementen en relaties. De Commissie beveelt aan een archeologisch vooronderzoek uft te voeren 14 ]; orientatie in het plangebied op de omgeving/zichtlijnen, etc.; geef een beschrijving van de invloed van het voornemen, inclusief de bijbehorende infrastructurele voorzieningen, op de beeld- en belevingswaarde van de naaste en verdere omgeving (onder andere de zichtbaarheid op diverse afstanden, vgl. paragraaf 3. 1 het laatste punt onder stedenbouwkundige inpassing). Beschrijf de invloed op de bestaande beplantingen. 13 Zie ook reactie 8 (bijlage 4). 14 Zie ook reactie 1 (bijlage 4) Iq
22 4.4 Energie en materiaalgebruik inzicht in het primaire brandstofverbruik, waarbij aan het net teruggeleverde energie in mindering wordt gebracht van de energie die aan het net onttrokken wordt. Hierbij dient eveneens inzicht te worden gegeven in het energiegebruik per functionele eenheid van de diverse activiteiten, uitgedrukt in primair energiegebruik per uur per persoon. 4.5 Toekomstwaarde herbruikbaarheid van het complex voor een ander doel; hergebruik van bouwdelen na sloop / demontage; mate van demontabel en aanpasbaar zijn. 5. VERGELlJKING VAN ALTERNATIEVEN Artikel 7.10, lid I, onderfvan dew: Een MER bevat ten minste: "een vergelyking van de ingevolge onderdeel d beschreven te venvachten ontwtkkeling van het milieu met de beschreven gevolgen voor het milieu van de voorgenomen activiteit. alsmede met de beschreven gevolgen voor het milieu van elk der in beschouwing genomen altematieven. " De milieueffecten van de voorgenomen activiteit en de alternatieven moeten onderling en met de referentie(s) worden vergeleken. Doel van de vergelijking is inzicht te geven in de mate waarin. dan wei de essentiele punten waarop, de positieve en negatieve effecten van de voorgenomen activiteit en de alternatieven verschillen. Vergelijking moet bij voorkeur op grond van kwantitatieve informatie plaatsvinden. Bij de vergelijking moeten de doelstellingen en de grens- en streefwaarden van het milieubeleid worden betrokken. Hoewel dit geen verplicht deel van het MER uitmaakt, beveelt de Commissie aan een indicatie te geven van de kosten van de verschillende alternatieven. -12-
23 6. LEEMTEN IN INFORMATIE Artikel 7.10, lid I, onder g van de W: Een MER bevat ten minste: "een overzicht van de leemten in de onder d en e bedoelde beschrjjvingen [d.w.z. van de bestaande milieutoestand en autonome ontwikkel1ng daarvan, resp. van de milieueffecten) ten gevolge van het ontbreken van de benodigde gegevens." Het MER moet aangeven over welke milieuaspecten geen informatie kan worden opgenomen vanwege gebrek aan gegevens. Deze inventarisatie moet worden toegespitst op die milieuaspecten, die (vermoedelijk) in verdere besluitvorming een belangrijke rol spelen. Op die manier kan worden beoordeeld, wat de consequenties moeten zijn van het gebrek aan milieuinformatie. Beschreven moet worden: welke onzekerheden zijn blijven bestaan en wat hiervan de reden is; in hoeverre op korte termijn zou kunnen worden voorzien in de leemten in informatie; hoe ernstig leemten en onzekerheden zijn voor het te nemen besluit; de consequenties die leemten en onzekerheden hebben voor het besluit. 7. EvALUATIEPROGRAMMA Artikel 7.39 van de W: "Het bevoegd gezag dat een besluit heejt genomen, by de voorbereiding waarvan een milieueifectrapport is gemaakt, onderzoekt de gevolgen van de betrokken activiteit voor het milieu, wanneer zy wordt ondemomen of nadat zy is ondemomen." De gemeenteraad van Tilburg moet bij het besluit aangeven op welke wijze en op welke termijn een evaluatieonderzoek verricht zal worden om de voorspelde effecten met de daadwerkelijk optredende effecten te kunnen vergelijken en zo nodig aanvullende mitigerende maatregelen te treffen. Het verdient aanbeveling, dat burgemeester en wethouders van TUburg in het MER reeds een aanzet tot een programma voor dit onderzoek geven, omdat er een sterke koppeling bestaat tussen onzekerheden in de gebruikte voorspellingsmethoden, de geconstateerde leemten in kennis en het te verrichten evaluatieonderzoek. -13-
24 8. VORM EN PRESENTATIE Bijzondere aandacht verdient de presentatie van de vergelijkende beoordeling van de altematieven. De onderlinge vergelijking dient bij voorkeur te worden gepresenteerd met behulp van tabellen, figuren en kaarten. Voor de presentatie beveelt de Commissie verder aan om: het MER zo beknopt mogelijk te houden, onder andere door achtergrondgegevens (die conclusies, voorspellingen en keuzen onderbouwen) niet in de hoofdtekst zelf te vermelden, maar in een bijlage op te nemen; een verklarende woordenlijst, een lijst van gebruikte afkortingen en een literatuurlijst bij het MER op te nemen; bij gebruik van kaarten recent kaartmateriaal te gebruiken, topografische namen goed leesbaar weer te geven en een duidelijke legenda erbij te voegen; een adequate visualisering van de inpassing van het gebouw in de omgeving te geven met behulp van tekeningen, fotomontages, etc. 9. SAMENVATTING VAN HET MER Artikel lid 1. onder h van de W: Een MER bevat ten minste: "een samenvatting die aan een algemeen publiek voldoende inzicht geeft voor de beoordeling van het milieueffectrapport en van de daarin beschreven gevolgen voor het milieu van de voorgenomen activiteit en van de beschreven altematieven." De samenvatting is het deel van het MER dat vooral wordt gelezen door besluitvormers en insprekers en het verdient daarom bijzondere aandacht. Het moet als zelfstandig document leesbaar zijn en een goede afspiegeling zijn van de inhoud van het MER. Daarbij moeten de belangrijkste zaken zijn weergegeven, zoals: de hoofdpunten voor de besluitvorming; de voorgenomen activiteit en de alternatieven; de belangrijkste effecten voor het milieu bij het uitvoeren van de voorgenomen activiteit en de altematieven; de vergelijking van de altematieven en de argumenten voor de selectie van het mma en het voorkeursaltematief; belangrijke leemten in kennis; het evaluatieprogramma. -14-
25 BIJLAGEN bij het advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Recreatiecomplex Skiramide te Tilburg (bijlagen 1 tim 4)
26
27 BIJLAGE 1 Brief van het bevoegd gezag d.d. 30 mei 1997 waarin de Commissie in de gelegenheid wordt gesteld om advies uit te brengen ingekomsn: nummer xde portage I-=d:.:o.:.: s:;l:.:.:e:..:...r_':'-_=:.l-=--~~';"'::'<=-t--=----l':i kopfe naar : De commlssle voor de Mllleu-effectrapportage Postbus GH Utrecht. ' 0 X) yemeente Tilbury 5tadszaken Seaor Ruimte On5 kenmerk BC/PU Uw kenmerk Datum 30 mei 1997 Geachte mevrouw/heer, Onderwerp Startnotitie Milieueffectrapportage skiramlde Door Plramlde Nederland Holding B.V. Is een startnotitie opgesteld als eerste onderdeel van de procedure die moet lei den tot een milleu effectrap portage ten behoeve van de realisatie van een multlfunctionele accommodatie In Tilburg. Deze multifunctionele accommodatie, de sklrarnlde, heeft betrekktng op het gebied van Indoor(winter)sport en recreatle, gecomblneerd met hotel, beurs-, congres- en horecafaciltteiten. Naar verwachting zullen de activi tel ten van deze skiramlde meer dan bezoekers per jaar aantrekken. Het mer pltchtige beslult Is het op te stellen bestemmlngsplan. De startnotitle zal met ingang van 6 junl gedurende vier weken voo.r een leder ter Inzage worden gelegd. D"ze ter Inzage legging zal op 5 junl worden aangekondlgd In de Staats courant, het Brabants Dagblad en In het plaatseltjke huls-aan-huls-blad. Op 24 Junl1997 zal er een informatleavond worden gehouden. Conform het bepaalde In artikel 7.14 Van de Wet MlIleubeheer stellen wlj u In de gelegenheid advles ult te brengen over het geven van richtlljnen Inzake de Inhoud van het mllieu-effectrapport. Hiertoe hebben wlj In 10-voud de startnotitie bljgevoegd. Hoogachtend, Namens burgemeester en wethouders van Tilburg, de directeur Stadszaken, ~ Bezoekad~s Stadhuisplein 1]0 Postadl'l!s Postbus AS lllburg Telefoon " Doorklesnummer 01] Faxnummer Ol S StadualcM Stadsplannh1g Binnenstld Economic Voorztenlngen Ruimte Intemationale zakcn Bijlage(n): 10 exemplaren startnotltle
28
29 BIJLAGE 2 Kennisgeving van de startnotitie in Staatscourant Dr. 104 d.d. 5 juni 1997 lilburg Star(notilie Skiramide Piramide Nederland Holding B.V. is voornemens om een multifunctione1c accommodatie op het gebied van indoor (winter) sport en r~reatie, gecombineerd met hotel-, beurs-, congres en borecafaciliteiten te realiseren in bet Stappegoorgebied. De accominodatie heeft de vorm van,een piramide en za10rigeveer 145 meter boog worden. De gemeente is voomemens planologiscbe medewerking te verlenen aan dit initiatief. Om dit voornemens te realiseren moet het bestemmingsplan worden berzien.. Naar verwacbting zuben de activiteiten in de muitifunctionele accommodatie meer dan bezoekers per jaar aantrekken. Vanwege dit geraamde bezoekersaantal bestaat op grond van de Wet Milieubeheer en het Besluit Milieu-effectrapportage de verplichting t6t het opstellen van, een rtj.i1ieu-effeetrapport (MER). In het MER zullen de gevolgen van de voorgenomen activiteiten van de mogelijke altetilatieven voor het milieu worden ' beschreven. Hiertoe dient een mer-procedure te worden gevolgd. Het opstel~ len van een startnotitie vormt de eerste stap in deze procedure. Artikel 7.14 van de Wet Milieubeheer scbrijft voor dat'iedereen in de gel.egenheid gesteld moet worden opmerkmgen te maken over de richtlijnen ten behoeve van de milieu-effectrapportage. Vervolgens zal de gemeenteraad richdijnen ten behoeve van de inhoud van het MER vaststellen. Burgemeester en wethouders van Til~ burg maken, ingevolge het bepaalde m art van de Wet Milieubeheer, bekend dat van 6 juni 1997 tot 4 juli 1997 de startnotitie skiramide voor een ieder ter inzage ligt. De startnotitie Iigt ter inzage: in het Gemeentelijk Informatiecentrum aan het Stadhuisplein 132: maandag van tot uur, dinsdag tot en met vrijdag van 9.00 tot uur en zaterdag van tot uur; bij de balie Bouwen, Wonen en Leefomgeving'in stadskantoor I aan het Stadshuisplein 130: maandag tot en met woensdag van 8.30 tot uur; donderdag van 8.30 tot uur en vrijdag van 8.30 tot uur; in het stadskantoor aan de Slimstraat 2 te Udenhout: maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot uur en extra op donderdag van tot \9.00 uur; in het stadskantoor aan de Eikenbosch 47 te Berkel-Enschot: maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot uur en extra op donderdag van tot uur. Opmerkingen over het geven van richtlijnen voor het opstellen van het MER moe ten veer 4 juli 1997 worden gestuurd'aan de raad ~an de gemeente Tilburg, Stadbuisp1ein 130, 5038 TC Tilburg. Informatiebijeenkomst op 24 juni Opmerkingen kunnen ook naar voren worden gebracht tijdens een informatieavond welke zal worden gehouden op 24 juni 1997 om uur in de aula van gebouw B van CBM aan de Stappegoorweg 183. Tilburg, 5 juni Burgemeester en wethouders van Tilburg, Mr. G. PH. Brokx, burgemeesler. Mr. H. mil Oorschot, secretaris.
30
31 BIJLAGE 3 Projectgegevens Initiatiefnemer: piramide Nederland Holding BV Bevoegd gezag: Gemeenteraad van Tilburg Besluit: wijziging van het bestemmingsplan Categorie Besluit m.e.r.: 10.1 Activiteit: het realiseren van een multifunctionele accommodatie op het gebied van indoor(wintersport)-activiteiten en recreatie, gecombineerd met hotel-, beurs-, congres- en horecafaciliteiten. De Skiramide heeft een grondoppervlak van 144 x 144 meter en een hoogte van 136,8 meter. Procedurele gegevens: kennisgeving startnotitie: 5 juni 1997 richtlijnenadvies uitgebracht: 6 augustus 1997 Samenstelling van de werkgroep: ir. F.A.C. de Haas ir P.H.R. Langeweg prof.dr.ir. F.M. Maas dr. J.T. de Smidt (voorzitter) Secretaris van de werkgroep: mr. F. Toot.
32
33 BIJLAGE 4 Lljst van inspraakreacties en adviezen nr. datum persoon of instantie plaats datum van ontvangst Cie. m.e.r. l Rijksdienst voor het Oudheidkundig Amersfoort Bodemonderzoek (ROB) Gemeente Goide Goirle Verslag van inspraakavond Nota van TIlburg Uitgangspunten Startnotitie Skiramide Provinciale Planologische Commissie Den Bosch Noord-Brabant Ministerie van Defensie (DGW&T) Breda Gasunie Eindhoven Directoraat -Generaal Rijkswaterstaat Den Bosch Brabantse Milieufederatie TIlburg Waterschap De Dommel Boxtel
34 J2...
Bioscoop Rustenburg Inverdan Zaandam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Bioscoop Rustenburg Inverdan Zaandam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 september 2004 / rapportnummer 1366-069 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Bioscoop Rustenburg Inverdan Zaandam
Verbetering Waterkering Waalkade Nijmegen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Verbetering Waterkering Waalkade Nijmegen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 13 mei 2005 / rapportnummer 1430-68 College van Gedeputeerde Staten van Gelderland Postbus 9090 6800 GX ARNHEM uw
ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN
ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Het advies...4 3. Wet-
Recreatiegebied Zuidoever Weerwater te Almere Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Recreatiegebied Zuidoever Weerwater te Almere Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 november 2005 / rapportnummer 1442-66 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Recreatiegebied Zuidoever
Oprichting van een inrichting voor varkenshouderij Maatschap Jongen te Maria Hoop Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Oprichting van een inrichting voor varkenshouderij Maatschap Jongen te Maria Hoop Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 7 april 2004 / rapportnummer 1411-21 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Bedrijventerrein Hessenpoort 2 te Zwolle Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Bedrijventerrein Hessenpoort 2 te Zwolle Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 juli 2005 / rapportnummer 1350-104 Gemeenteraad van Zwolle Postbus 10007 8000 GA ZWOLLE uw kenmerk uw brief ons
Megabioscoop en ontwikkelingen NAC-stadion en omgeving
Megabioscoop en ontwikkelingen NAC-stadion en omgeving Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 6 maart 2007 / rapportnummer 1862-46 Gemeenteraad van de gemeente Breda Postbus 3920 4800 DX
STEG-eenheid Moerdijk Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport
STEG-eenheid Moerdijk Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 11 september 2006 / rapportnummer 1782-34 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport STEG-eenheid Moerdijk Advies op
INHOUDSOPGAVE HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES INLEIDING... 3
INHOUDSOPGAVE HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES... 1 1. INLEIDING... 3 2. DOEL EN BESLUITVORMING... 4 2.1 Doel en achtergrond van de voorgenomen activiteit...4 2.2 Locatiekeuze...4 2.3 Besluitvorming...4 3. VOORGENOMEN
Aardgasgestookte STEGcentrale InterGen in Rijnmond te Pernis
Aardgasgestookte STEGcentrale InterGen in Rijnmond te Pernis Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 9 februari 2006 / rapportnummer 1686-15 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport
Hermitage Amsterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Hermitage Amsterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 april 2005 / rapportnummer 1414-68 Het bestuur van het stadsdeel Amsterdam Centrum Postbus 202 1000 AE AMSTERDAM uw kenmerk uw brief
INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES... 1
INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 1 2. HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES... 1 3. DOEL EN BESLUITVORMING... 2 3.1 Doel en achtergrond van de voorgenomen activiteit...2 3.2 Besluitvorming...2 4. VOORGENOMEN ACTIVITEIT
Uitbreiding Land van Ooit Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Uitbreiding Land van Ooit Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 28 april 2005 / rapportnummer 1460-76 Toetsingadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding Land van Ooit Advies op grond van artikel
Pluimveehouderij Maatschap Lichtenberg te Koningsbosch Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop
Pluimveehouderij Maatschap Lichtenberg te Koningsbosch Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 14 juni 2006 / rapportnummer 1482-66 College van Burgemeester en Wethouders
Winning van aardgas in de velden Spijkenisse West, Spijkenisse Oost en Hekelingen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Winning van aardgas in de velden Spijkenisse West, Spijkenisse Oost en Hekelingen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 6 oktober 2004 / rapportnummer 1385-107 de Minister van Economische Zaken
Winning aardgas in blok L09 vanaf satelietplatformen L09-FA-1 en L09-FB-1 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport
Winning aardgas in blok L09 vanaf satelietplatformen L09-FA-1 en L09-FB-1 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 30 mei 2006 / rapportnummer 1714-24 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport
Waterwinning Engelse Werk te Zwolle Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Waterwinning Engelse Werk te Zwolle Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 9 mei 2007 / rapportnummer 1357-88 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Waterwinning Engelse Werk te Zwolle Advies
Wegomlegging Zevenbergen Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport
Wegomlegging Zevenbergen Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 22 maart 2005 / rapportnummer 1495-30 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Wegomlegging Zevenbergen Advies
Oprichting Warmtekrachtcentrale PerGen VOF te Pernis
Oprichting Warmtekrachtcentrale PerGen VOF te Pernis Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 13 juni 2005 / rapportnummer 1392-51 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP DEN HAAG
Bioscoop Rond de Admirant Eindhoven Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop
Bioscoop Rond de Admirant Eindhoven Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 23 februari 2006 / rapportnummer 1448-63 College van burgemeester en wethouders gemeente Eindhoven
Herinrichting kop Jaarbeursterrein Utrecht
Herinrichting kop Jaarbeursterrein Utrecht Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 25 april 2006 / rapportnummer 1715-14 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Herinrichting
Stort Noordelijke Geluidswal te Drachten Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Stort Noordelijke Geluidswal te Drachten Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 april 2004 / rapportnummer 1361-82 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Stort Noordelijke Geluidswal te
Aardgaswinning D12-A Noordzee Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport
Aardgaswinning D12-A Noordzee Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 19 maart 2004 / rapportnummer 1403-30 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Aardgaswinning D12-A Noordzee
Structuurplan Over de Maas Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Structuurplan Over de Maas Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 7 juni 2007 / rapportnummer 1916-33 Advies over het milieueffectrapport Structuurplan Over de Maas Advies over het milieueffectrapport
Uitbreiding Golfbaan Het Rijk van Nijmegen te Groesbeek Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport
Uitbreiding Golfbaan Het Rijk van Nijmegen te Groesbeek Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 16 juni 2005 / rapportnummer 1600-41 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport uitbreiding
Oprichting vleeskuikenhouderij van Heugten-Vrenken te Grathem Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport
Oprichting vleeskuikenhouderij van Heugten-Vrenken te Grathem Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 6 december 2004 / rapportnummer 1475-20 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport
A12 SALTO, gemeenten Bunnik en Houten Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
A12 SALTO, gemeenten Bunnik en Houten Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 23 april 2008 / rapportnummer 1732-86 1. OORDEEL OVER HET MER Het MER is opgesteld voor de besluitvorming over een nieuwe
Aanpak Stationsgebied Utrecht, locatie Holland Casino Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Aanpak Stationsgebied Utrecht, locatie Holland Casino Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 3 mei 2004 / rapportnummer 1307-208 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Aanpak Stationsgebied
Richtlijnen Voor het MER Themapark het Land van Ooit. Vastgesteld door de gemeenteraad van heusden op..
Richtlijnen Voor het MER Themapark het Land van Ooit Vastgesteld door de gemeenteraad van heusden op.. INHOUDSOPGAVE 1. AANLEIDING... 3 2. Hoofdpunten van het MER... 3 3. Inhoud MER...3 4. Beoordelingskader...
Ontwikkeling De Geusselt te Maastricht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Ontwikkeling De Geusselt te Maastricht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 december 2009 / rapportnummer 2131-72 1. OORDEEL OVER HET MER Inleiding Het college van burgemeester en wethouders
Ontwikkeling GETZ Entertainmentcenter, Amsterdam Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport
Ontwikkeling GETZ Entertainmentcenter, Amsterdam Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 25 augustus 2004 / rapportnummer 1438-44 Aan de gemeenteraad van gemeente Amsterdam Postbus 202 1000
Ontwikkeling GETZ Entertainmentcenter Amsterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Ontwikkeling GETZ Entertainmentcenter Amsterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 augustus 2005 / rapportnummer 1438-61 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Ontwikkeling GETZ Entertainmentcenter
Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 augustus 2009 / rapportnummer 2130-60 1. OORDEEL OVER HET MER ENECO heeft het voornemen om een windpark in
Winning van aardgas in blok E18 van het Nederlandse deel van het continentaal plat, vanaf satellietplatform E18-A
Winning van aardgas in blok E18 van het Nederlandse deel van het continentaal plat, vanaf satellietplatform E18-A Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 15 mei 2008 / rapportnummer 2068-29
Aanpassing reactor TU-Delft OYSTER project
Aanpassing reactor TU-Delft OYSTER project Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport 4 juli 2013 / rapportnummer 2791 18 1. Hoofdpunten van het milieueffectrapport (MER) De Technische
gemeente Eindhoven Raads informatiebrief (Sociaal-Economische pijler)
gemeente Eindhoven Raadsnummer os.r6oz.oox inboeknummer oapoo4x4a Ciassificatienummer x.jazz Dossiernummer a4a.6os x4 oktober soos Raads informatiebrief (Sociaal-Economische pijler) Betreft vaststellen
uw kenmerk uw brief ons kenmerk DSB/ mei /Od/mw
Burgemeester en Wethouders van Den Haag d.t.k. Dienst Stadsbeheer, afdeling milieu Postbus 12651 2500 LP Den Haag uw kenmerk uw brief ons kenmerk DSB/2001.12754 22 mei 2001 1172-17/Od/mw onderwerp doorkiesnummer,
Recreatieontwikkelingen Bergse Heide te Bergen op Zoom
Recreatieontwikkelingen Bergse Heide te Bergen op Zoom Aanvullend advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 26 september 2006 / rapportnummer 1555-65 Aanvullend advies voor richtlijnen voor
Pangea Parc te Epe Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Pangea Parc te Epe Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 10 juli 2008 / rapportnummer 1444-70 1. OORDEEL OVER HET MER Zodiac Zoos heeft het voornemen het huidige dierenpark De Wissel binnen de
Uitbreiding varkensbedrijf aan de Servennenstraat in Moergestel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Uitbreiding varkensbedrijf aan de Servennenstraat in Moergestel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 maart 2006 / rapportnummer 1622-48 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding
2 e fase Woningbouwlocatie Steenbrugge te Deventer
2 e fase Woningbouwlocatie Steenbrugge te Deventer Aanvullend advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 24 juni 2004 / rapportnummer 1314-154 Aanvullend advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport
Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort
Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 26 mei 2011 / rapportnummer 2281 83 1. Oordeel over het MER en de aanvulling daarop De gemeente
Actualisatie m.e.r.-beoordeling Binnenstad Nieuwegein Advies ten behoeve van de m.e.r. -beoordeling
Actualisatie m.e.r.-beoordeling Binnenstad Nieuwegein Advies ten behoeve van de m.e.r. -beoordeling 2 mei 2005 / rapportnummer 1086-64 Burgemeester en Wethouders van Nieuwegein Postbus 1 3430 AA NIEUWEGEIN
Holland Casino Utrecht
Holland Casino Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 14 oktober 2011 / rapportnummer 2550 38 1. Oordeel over het MER en de aanvulling daarop De gemeente Utrecht
Extra Capaciteit A15 Papendrecht - Hardinxveld- Giessendam - Gorinchem Aanvullend richtlijnenadvies voor het milieueffectrapport
Extra Capaciteit A15 Papendrecht - Hardinxveld- Giessendam - Gorinchem Aanvullend richtlijnenadvies voor het milieueffectrapport 29 maart 2006 / rapportnummer 1637-46 Aanvullend advies voor richtlijnen
Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 juli 2008 / rapportnummer 1995-62 1. OORDEEL OVER HET MER Maasvlakte Olie Terminal
Woningbouwlocatie "De Draai" Heerhugowaard Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Woningbouwlocatie "De Draai" Heerhugowaard Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 22 maart 2004 / rapportnummer 1360-61 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Woningbouwlocatie "De Draai"
Herinrichting Neherkade Den Haag
Herinrichting Neherkade Den Haag Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 mei 2013 / rapportnummer 2486 66 1. Oordeel over het milieueffectrapport MER De gemeente Den Haag heeft het voornemen de
Uitwerkingsplan Reconstructie Losser Advies over de Strategische Milieubeoordeling (SMB)
Uitwerkingsplan Reconstructie Losser Advies over de Strategische Milieubeoordeling (SMB) 21 december 2006 / rapportnummer 1820-36 Provinciale Staten van Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle uw kenmerk
Containertransferium Alblasserdam
Containertransferium Alblasserdam Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 8 december 2009 / rapportnummer 2329-39 1. HOOFDPUNTEN VAN HET MER Havenbedrijf Rotterdam N.V. heeft het voornemen
Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld
Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 11 april 2016 / projectnummer: 3109 1. Oordeel over het Milieueffectrapport De gemeente Simpelveld heeft
Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Oprichting elektriciteitscentrale in het Sloegebied (Zeeland) 10 september 2002 1272-37
Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Oprichting elektriciteitscentrale in het Sloegebied (Zeeland) 10 september 2002 1272-37 ISBN 90-421-1043-0 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage.
25 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE
ADVIES VOOR RICHTLIJNEN VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT UITBREIDING CHLOORPRODUCTIE AKZO NOBEL TE ROTTERDAM-BOTLEK 25 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES...2 3. PROBLEEMSTELLING,
Dijkversterking De Blocq van Kuffeler-Nijkerkersluis Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Dijkversterking De Blocq van Kuffeler-Nijkerkersluis Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 2 mei 2005 / rapportnummer 1478-40 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Dijkversterking De Blocq
Winning van aardgas in blok M7 gelegen in het Nederlandse deel van het continentaal plat Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport
Winning van aardgas in blok M7 gelegen in het Nederlandse deel van het continentaal plat Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 14 januari 2008 / rapportnummer 2017-19 1. HOOFDPUNTEN VAN
Aanleg haven Papegaaienbek te Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Aanleg haven Papegaaienbek te Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 maart 2007 / rapportnummer 1805-63 College van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam d.t.v. DCMR Milieudienst
Havenkwartier Zeewolde
Havenkwartier Zeewolde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 september 2011 / rapportnummer 2459 60 Oordeel over het MER Voor de aanleg van de woonwijk Polderwijk te Zeewolde is in 2003 de procedure
30 AUGUSTUS 2001 INHOUDSOPGAVE
TOETSINGSADVIES OVER HET MILIEUEFFECTRAPPORT BEDRIJVENTERREIN AALSMEER 30 AUGUSTUS 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. OORDEEL OVER HET MER...2 2.1 Algemeen... 2 2.2 Toelichting op het oordeel en aanbevelingen
Varkenshouderij Knorpolder te Creil Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport
Varkenshouderij Knorpolder te Creil Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 25 mei 2004 / rapportnummer 1431-40 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Varkenshouderij Knorpolder
Bedrijventerrein Europark, Heege-West 2 en 3 te Coevorden Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop
Bedrijventerrein Europark, Heege-West 2 en 3 te Coevorden Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 24 mei 2007 / rapportnummer 1490-82 Gemeenteraad van Coevorden Postbus 2
Bestemmingsplan buitengebied gemeente Kampen
Bestemmingsplan buitengebied gemeente Kampen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 november 2013 / rapportnummer 2844 24 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Kampen wil
Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk
Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 15 mei 2017 / projectnummer: 2732 1. Toetsingsadvies Inleiding De gemeente Moerdijk
Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd
Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 19 juni 2013 / rapportnummer 2787 31 Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Van Deijne Zeeland
Fun City te Bergen op Zoom Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport
Fun City te Bergen op Zoom Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 8 april 2004 / rapportnummer 1413-42 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Fun City te Bergen op Zoom Advies
Stedelijke ontwikkeling Overamstel, Amsterdam
Stedelijke ontwikkeling Overamstel, Amsterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 22 augustus 2013 / rapportnummer 2564 58 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Amsterdam
Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum
Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16-12-2010 / rapportnummer 2302-55 1. Oordeel over het MER Rijkswaterstaat Zuid-Holland heeft het voornemen om
Fibroned BV te Apeldoorn
Pluimveemestverbrandingsinstallatie annex energiecentrale Fibroned BV te Apeldoorn Aanvullend advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 27 juli 2006 / rapportnummer 1763-31 Aanvullend advies
Thermische conversie van stapelbare pluimveemest BMC Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Thermische conversie van stapelbare pluimveemest BMC Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 februari 2007 / rapportnummer 1757-126 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Thermische
Winning van aardolie uit de blokken P8a en P9a/b Nederlands Continentaal Plat door Chevron Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport
Winning van aardolie uit de blokken P8a en P9a/b Nederlands Continentaal Plat door Chevron Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 2 mei 2007 / rapportnummer 1895-20 Ministerie van Economische
Uitbreiding golfbaan De Haar, gemeente Utrecht
Uitbreiding golfbaan De Haar, gemeente Utrecht Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 19 november 2012 / rapportnummer 2019 75 1. Oordeel over het MER De gemeente Utrecht wil Golfclub
Uitbreiding mergelwinning groeve 't Rooth provincie Limburg Beoordeling Milieurapport van de Strategische Milieubeoordeling (SMB)
Uitbreiding mergelwinning groeve 't Rooth provincie Limburg Beoordeling Milieurapport van de Strategische Milieubeoordeling (SMB) 1 juni 2006 / rapportnummer 1730-24 Beoordeling van het Milieurapport
Optimalisatie Waterwinningen Budel, Eindhoven en Nuland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Optimalisatie Waterwinningen Budel, Eindhoven en Nuland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 mei 2009 / rapportnummer 1904-84 1. OORDEEL OVER HET MER Brabant Water heeft het voornemen de bestaande
Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest
Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 september 2014 / rapportnummer 2820 43 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De provincies
Verplaatsingsgebied Goedereede, De Klepperstee Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Verplaatsingsgebied Goedereede, De Klepperstee Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 9 juni 2008 / rapportnummer 1271-79 1. OORDEEL OVER HET MER In het zandwallengebied ten westen van Ouddorp op
Uitbreiding Windturbine Testpark Wieringermeer Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport
Uitbreiding Windturbine Testpark Wieringermeer Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 14 september 2007 / rapportnummer 1953-51 1. HOOFDPUNTEN VOOR HET MER ECN Windenergy Facilities BV heeft
Programma Hoogfrequent Spoorvervoer: 4 - sporigheid Rijswijk - Delft Zuid
Programma Hoogfrequent Spoorvervoer: 4 - sporigheid Rijswijk - Delft Zuid Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport 23 februari 2012 / rapportnummer 2621 14 1. Hoofdpunten van
Uitbreiding en herstructurering recreatiepark Beekse Bergen, Hilvarenbeek
Uitbreiding en herstructurering recreatiepark Beekse Bergen, Hilvarenbeek Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 2 januari 2012 / rapportnummer 1552 62 1. Oordeel over het MER Libéma Exploitatie
Vervangende productiecapaciteit voor de drinkwatervoorziening in de provincie Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Vervangende productiecapaciteit voor de drinkwatervoorziening in de provincie Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 22 maart 2005 / rapportnummer 1186-104 Gedeputeerde Staten van Utrecht
Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop. 3 oktober
Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop 3 oktober 2002 1179-104 ISBN 90-421-1030-9 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage. INHOUDSOPGAVE
Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur
Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 mei 2012 / rapportnummer 2529 60 1. Oordeel over het MER De gemeente Etten-Leur wil het bestemmingsplan voor haar
Oeverpark Badplaats Nesselande Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Oeverpark Badplaats Nesselande Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 april 2009 / rapportnummer 1901-71 OORDEEL OVER HET MER De gemeente Rotterdam heeft het voornemen om aan de zuidoever van
Varkenshouderij De Jong te Tjerkgaast Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Varkenshouderij De Jong te Tjerkgaast Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 12 september 2006 / rapportnummer 1654-55 Gemeenteraad van Skarsterlân Postbus 101 85000 AC Joure uw kenmerk uw brief
Woningbouwlocatie Bangert en Oosterpolder Toetsingsadvies over de Actualisatienota MER Bangert en Oosterpolder
Woningbouwlocatie Bangert en Oosterpolder Toetsingsadvies over de Actualisatienota MER Bangert en Oosterpolder 20 juni 2005 / rapportnummer 1256-135 Toetsingsadvies over de Actualisatienota MER Woningbouwlocatie
27 juli 2010 / rapportnummer 2308-69
Toetsingsadvies over de 2e aanvulling van het geactualiseerde milieueffectrapport Uitbreiding pluimveehouderij maatschap Kersten, Boxmeer en de aanvulling daarop 27 juli 2010 / rapportnummer 2308-69 1.
Bedrijvenpark IBF Heerenveen
Bedrijvenpark IBF Heerenveen Toetsingsadvies over het planmer voor de 2 e partiële herziening van het bestemmingsplan 11 juli 2013 / rapportnummer 2120 110 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER)
Dynamisch Beekdal de Aa Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Dynamisch Beekdal de Aa Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 1 september 2009 / rapportnummer 2156-53 1. OORDEEL OVER HET MER Het waterschap Aa en Maas heeft samen met de gemeenten Sint- Michielsgestel
29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE
TOETSINGSADVIES OVER HET MILIEUEFFECTRAPPORT WARMTE- EN KOUDEOPSLAGINSTALLATIE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN 29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. OORDEEL OVER HET MER EN DE AANVULLING DAAROP...2
Oprichting van een reststoffen energiecentrale (REC) te Harlingen door OMRIN
Oprichting van een reststoffen energiecentrale (REC) te Harlingen door OMRIN Aanvullend toetsingsadvies over de samenvatting van het milieueffectrapport 30 juli 2008 / rapportnummer 1840-230 OORDEEL OVER
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl)
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvullingen wind en geur 16 mei 2017 / projectnummer: 3041 1. Toetsingsadvies
City Theater, Amsterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
City Theater, Amsterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 6 november 2007 / rapportnummer 1942-41 1. OORDEEL OVER HET MER City v.o.f. (initiatiefnemer) heeft het voornemen om het City Theater
Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 januari 2010 / rapportnummer 2147-57 1. OORDEEL OVER HET MER Banken B.V. (dhr. N. van Roessel)
Bedrijventerrein Larserknoop te Lelystad
Bedrijventerrein Larserknoop te Lelystad Aanvullend toetsingsadvies over het milieueffectrapport 19 augustus 2010 / rapportnummer 2274-99 1. Aanvullend oordeel De Commissie voor de m.e.r. heeft op 10
Vrije Universiteit/Vrije Universiteit medisch centrum
Vrije Universiteit/Vrije Universiteit medisch centrum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 september 2011 / rapportnummer 2418 89 1. Oordeel over het MER De Vrije Universiteit (VU) van Amsterdam
Maximabrug Alphen aan den Rijn - Rijnwoude
Maximabrug Alphen aan den Rijn - Rijnwoude Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 februari 2012 / rapportnummer 2557 72 1. Oordeel over het MER De gemeenten Rijnwoude en Alphen aan den Rijn willen
Herinrichting kop Jaarbeursterrein Utrecht. lijnen ME AAN
Herinrichting kop Jaarbeursterrein Utrecht lijnen ME AAN 1 INLEIDING Overeenkomstig het Masterplan Stationsgebied willen Holland Casino, Wolff Cinema Groep en de Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs op de
Bestemmingsplan buitengebied Wageningen
Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 12 augustus 2013 / rapportnummer 2755 40 1. Oordeel over het MER De gemeente Wageningen wil haar bestemmingsplan voor
Aardgaswinning uit de A en B blokken op het Nederlands Continentaal Plat Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Aardgaswinning uit de A en B blokken op het Nederlands Continentaal Plat Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 5 september 2006 / rapportnummer 1474-69 Minister van Economische Zaken p/a Ministerie
Uitbreiding pluimveehouderij maatschap Van der Cruijsen, gemeente Boxmeer Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop
Uitbreiding pluimveehouderij maatschap Van der Cruijsen, gemeente Boxmeer Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 12 oktober 2009 / rapportnummer 1972-18 1. OORDEEL OVER HET
Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Uitbreiden en wijzigen van legkippenbedrijf Van Diermen te Barneveld. 24 januari
Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Uitbreiden en wijzigen van legkippenbedrijf Van Diermen te Barneveld 24 januari 2003 1313-19 ISBN 90-421-1112-7 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage.
Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort
Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 7april 2011 / rapportnummer 2281 61-1- 1. Voorlopig oordeel over het MER De gemeente Amersfoort en woningcorporatie