Onbeperkt eten Ontmoetingsdienst 17 december heilig Avondmaal Evangelist Jan Verkerk

Transcriptie

1 Liederen Gezang 285: 2 - Geef vrede, Heer, geef vrede Wij wachten op de Koning Luisterlied: Hemelse gave (Sela) Eindlied: Gezang 456: 1, 2 en 3 - Zegen ons Algoede Nieuwe Testament, Marcus 8: Toen er op een keer weer een grote menigte bijeen was, en ze niets meer te eten hadden, riep Jezus de leerlingen bij zich en zei tegen hen: 2 Ik heb medelijden met al die mensen, want ze zijn nu al drie dagen bij me en hebben niets meer te eten. 3 Als ik hen met een lege maag naar huis stuur, zullen ze onderweg bezwijken; sommigen zijn immers van ver gekomen. 4 Zijn leerlingen antwoordden: Maar hoe zou iemand hen hier, in deze verlatenheid, van genoeg brood kunnen voorzien? 5 Hij vroeg hun: Hoeveel broden hebben jullie? Zeven, antwoordden ze. 6 Hij zei tegen de mensen dat ze op de grond moesten gaan zitten; hij nam de zeven broden, sprak het dankgebed uit, brak de broden en gaf ze aan de leerlingen om ze aan de mensen uit te delen, en dat deden ze. 7 Ze hadden ook een paar kleine vissen bij zich; hij sprak er het zegengebed over uit en zei dat ze ook de vissen moesten uitdelen. 8 De mensen aten tot ze verzadigd waren; de leerlingen haalden op wat er van het eten overschoot: zeven manden vol. 9 Er waren ongeveer vierduizend mensen. Toen stuurde hij hen weg. 10 Meteen daarna stapte hij met zijn leerlingen in de boot en voer naar het gebied van Dalmanuta. 11 Daar kwamen de farizeeën op hem af, en ze begonnen met hem te discussiëren. Om hem op de proef te stellen, verlangden ze van hem een teken uit de hemel. 12 Jezus slaakte een diepe zucht en zei: Waarom verlangt uw soort mensen een teken? Ik verzeker u: aan mensen als u zal zeker geen teken gegeven worden! 13 Hij liet hen staan waar ze stonden, stapte weer in de boot en voer naar de overkant. 14 De leerlingen waren vergeten genoeg brood mee te nemen; ze hadden maar één brood bij zich in de boot. 15 Hij waarschuwde hen: Pas op, hoed je voor de zuurdesem van de farizeeën en voor de zuurdesem van Herodes. 16 Ze hadden het er met elkaar over dat ze geen brood hadden. 17 Toen hij dit merkte, zei hij: Waarom praten jullie erover dat je geen brood hebt? Begrijpen jullie het dan nog niet, en ontbreekt het jullie aan inzicht? Zijn jullie dan zo hardleers? 18 Jullie hebben ogen, maar zien niet? Jullie hebben oren, maar horen niet? Weten jullie dan niet meer 19 hoeveel manden vol stukken brood jullie hebben opgehaald toen ik vijf broden brak voor vijfduizend mensen? Twaalf, antwoordden ze. 20 En toen ik zeven broden brak voor vierduizend mensen, hoeveel manden vol stukken brood hebben jullie toen opgehaald? Zeven, antwoordden ze. 21 Toen zei hij: Begrijpen jullie het dan nog niet? Begrijp je het eigenlijk wel? 1

2 Begrijpen wíj waar het om gaat? Ben je blind? Je hebt ogen en je ziet het niet? Jullie hebben oren, maar horen niet? Ben je zo hardleers? De vragen van Jezus hakken er wel even in! Daar zit je dan in de boot, met Jezus. Maar ja, als ik eerlijk ben, snap ik het soms ook niet. Ik snap soms niet wie Jezus is, wat God doet en wie ikzelf ben als gelovige. Ik geloof hartstochtelijk in Jezus, maar vraag mij niet om alles te begrijpen en te zien. Ik heb oren, maar soms hoor ik niet wat Jezus bedoelt. Begrijp jij iets van Jezus als je situatie hopeloos is? Als je huilt om het gebroken bestaan? De angst voor wat op je afkomt, weer een brief van een deurwaarder, weer naar het ziekenhuis, weer die pijn, weer depressief, weer tekort. Misschien herken jij je in die leerlingen, je hebt maar één broodje, altijd weer te weinig. Waarom nou eens niet overvloed aan blijdschap, geluk, geld, liefde, werk, gezondheid?! Of je kan het maar niet geloven. Het lukt niet. Je bent er, je zoekt, je stelt je vragen, maar Jezus geloven en geloven dat Hij bij je is? Lastig hoor. Waar is Jezus te zien, te vinden in ons gebroken bestaan? Misschien lijk je wel op die leerlingen van Jezus! Die leerlingen hebben ogen, maar Jezus vraagt: Zien jullie het wel? Ze hebben oren, maar Jezus vraagt: Horen jullie Mij wel? In de boot zeggen de leerlingen: We hebben maar één brood, veel te weinig voor ons. Een uur geleden zeiden ze: We hebben maar 7 broden voor 4000 mensen, veel te weinig, onmogelijk. Zien jullie het niet, begrijpen jullie het dan nog niet? Wat niet? Wat zien de leerlingen over het hoofd? Ze zien niet wie Jezus is. Lijken wij ook niet op de leerlingen? Ik denk het wel, maar is dat erg? Wat is een leerling van Jezus? Dat is iemand die zoekt. Leerlingen zitten in een klas en die luisteren naar een meester, een docent. Leerlingen moeten leren en tot inzicht komen. Leerlingen leren hun leven lang. Als jij op de leerlingen lijkt, hoe ongelovig ook, ben je een gelukkig mens. Als je leerling bent, zit je in de boot bij Jezus. Wij zijn hier, wij zitten bij Jezus in de klas. 2

3 Wij zijn leerlingen, zoekers. Hoe gaat Jezus met leerlingen om? Hij stelt vragen. Hij zegt niet: Nou moet je het maar eens geloven en aannemen dat het zo is. Of: Ik zal het eens even haarfijn uitleggen hoe het precies zit. Hoewel Jezus soms moe wordt van het ongeloof zijn het geen verwijtende vragen, de vragen die Jezus stelt, zijn helpende vragen. Zo moeten de leerlingen er zelf achter komen wie Jezus is. Dat kost inspanning, tijd, nadenken, discipline. Het is advent. Dat is wachten. Het is niet zomaar Kerst. Advent is nadenken, uitzien, hopen. We hebben tijd om na te denken wie dat kind is in de kribbe. Jezus zegt van zichzelf: Ik ben het levende brood dat uit de hemel neergedaald is. Wat betekenen deze woorden van Jezus? We hebben tijd om na te denken, het is Advent. Wat betekenen deze woorden in een gebroken wereld van dreiging, terrorisme en honger? Stel je vragen en laten we elkaar helpen antwoorden te vinden. Jezus stelt vragen aan de leerlingen. Door zijn vragen helpt hij om na te denken en antwoorden te vinden. Jezus vraagt wat er gebeurt is. Hoeveel manden vol stukken brood jullie hebben opgehaald toen ik vijf broden brak voor vijfduizend mensen? Twaalf, antwoordden ze. En toen ik zeven broden brak voor vierduizend mensen, hoeveel manden vol stukken brood hebben jullie toen opgehaald? Zeven, antwoordden ze. Begrijpen jullie het nu? En wij? Wat heeft Jezus in jouw leven gedaan? Denk eens na over die vraag, al vind je het zelf misschien de moeite om te vertellen niet waard. Wat heb je gehoord van Jezus, misschien wel gezien van Hem? Wat deed en doet Jezus voor jou? Jij bent een leerling, wij zijn leerlingen en meester Jezus helpt ons tot inzicht te komen wie Hij is. Daarom gaan we nu naar het begin van het verhaal. Vers 1: Jezus roept zijn leerlingen bij zich. Jezus roept jou er bij, deze ochtend. Laat je bemoedigen, laat je vanochtend troosten, laat Jezus vanochtend iets tegen jou mogen zeggen. Als je angst hebt, als je je ongelovig voelt, als je pijn hebt, als je bang bent dat dat je angstdromen uitkomen, als je vragen hebt, als je het gewoon niet begrijpt. 3

4 Jezus zegt: Ik heb medelijden. Vierduizend mensen hebben drie dagen lang onderwijs van Jezus gekregen. Het zijn allemaal leerlingen van Jezus, zoekers, net zoals wij. Jezus heeft medelijden. Hoe voelt het als iemand medelijden heeft met jou? Je kunt dat afweren en vooral sterk zijn en je eigen boontjes doppen en je kiezen op elkaar of je kunt medelijden binnen laten komen. Bij God hoef je niet met droge ogen te leven. Bij God mag je kwetsbaar zijn, bij God mag je ongelovig zijn, bij God mag je vragen hebben. Geloof het of niet, er is niemand die jou zo goed kent als God. God begrijpt jou, Hij denkt aan jou, Hij ziet jou. Dat is de kern. Niet wíj zien God en niet wíj begrijpen God. God ziet óns en óns begrijpt Hij. Hij ziet veel meer in óns dan wij in Hem zien. Wij staan veel meer bij God in het middelpunt van zijn aandacht, dan dat God bij ons in het middelpunt staat. Er is aandacht van God voor jou. God denkt aan mij. Goddank. Anders had het leven geen zin en zou alles hopeloos en verloren zijn. Hoe zie je nou dat God aan ons denkt? Dat is zo n vraag zoals Jezus die zou kunnen stellen. Laat ik de kribbe er maar bij pakken. God heeft je lief en komt in Jezus naar de aarde en legt zijn Zoon in de kribbe. Weet je nog wat Jezus daar zelf van gezegd heeft? Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Als je eens goed wil zien wie Jezus is, kan dat alleen maar geknield. Jezus is alleen laag bij de grond te vinden. Als je knielt, kom je dichter bij Jezus. Nog een vraag. Waarom kwam Jezus als baby en niet in één keer als grote sterke man naar de aarde? Omdat Jezus precies wilde worden zoals jij en ik. Kwetsbaar, klein, huilend, moe, koud, angstig, gestrest, eenzaam. Jezus heeft dezelfde weg door het leven afgelegd als wij nu afleggen. Hij weet wat het is om mens te zijn. Hij kan zich in jou verplaatsen, met al je gevoelens en vragen die je hebt. Daarom lijdt Hij met ons mee. Hij kent de wereld waarin wij moeten leven. Hij weet wat het is om zijn vader te verliezen, zijn moeder te verliezen, verlaten te zijn, Hij was een vluchteling. Hij weet wat het is om een lege maag te hebben. Begrijp je het? Zie je het? 4

5 Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald; wanneer iemand dit brood eet zal hij eeuwig leven. Ik geef mij. Wij hoeven onszelf niet aan Jezus te geven, Hij geeft zich aan óns. Hoe doet Hij dat? Door neer te dalen en te sterven. Moet je het bij de geboorte van het kindje in de kribbe, over de dood hebben dan? De dood van Jezus zit al in dit verhaal. Kijk eens in vers 6: Jezus sprak het dankgebed uit en brak de broden en gaf ze aan de leerlingen. Jezus breekt het brood en deelt het uit. Jezus zegt: Het brood dat ik zal geven voor het leven van de wereld, is mijn lichaam. Niets van Jezus blijft heel. Hij geeft zijn leven in handen van mensen. Eerst ligt Hij in de handen van Jozef en Maria. Zij leggen hem in een voerbak. Die is gemaakt van hout, net zoals een kruis gemaakt is van hout. Je ziet het op het plaatje, het kruis is vanaf het beging aanwezig in het leven van Jezus. Vanaf nu wordt het een lijdensweg voor Jezus. Aan het eind van zijn jonge leven wordt Jezus in de handen gegeven van moordenaars. Hij wordt gekruisigd, het brood breekt om uitgedeeld te worden en iedereen die het brood aanneemt, is gered van de dood. Als die 4000 mensen in het verhaal het brood niet hadden aangenomen, waren ze bezweken, zegt Jezus. Begrijp je wat Jezus doet en bedoelt? Als je het gevoel hebt dat je maar één broodje hebt, altijd weer te weinig, kijk eens wie er voor jou in de kribbe is gelegd. Hij is ook voor jou gekomen. Zijn leven is ook voor jóu gebroken. Je kunt het aannemen of van je af houden en bezwijken. Er worden 4000 mensen gevoed met het brood dat Jezus breekt en uitdeelt. En er blijven 7 manden vol over. Dat zijn zulke manden! Er is over, heel veel over zelfs. Dat betekent dat er nog iets gaat komen. Wij hebben Jezus niet alleen in dít leven met ons, Hij blijft bij je en gaat met je mee, de dood door het eeuwige leven tegemoet. Er zijn nog 7 manden. We gaan naar het feest. Begrijp je het? 5