Schoolveiligheidsplan Januari en september 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Schoolveiligheidsplan Januari en september 2015"

Transcriptie

1 Schoolveiligheidsplan Januari en september 2015 Inhoudsopgave Ons schoolveiligheidsbeleid 1. Inleiding en begripsbepaling 2. Sociale veiligheid 2.1. Inleiding 2.2. Preventief beleid 2.3. Curatief beleid 2.4. Instrumenten 2.5. Schoolgebouw en schoolomgeving 2.6. Veiligheid: een voortdurende zorg 3. Fysieke veiligheid 4. Wie is waarvoor verantwoordelijk? 5. Belangrijke adressen (nog in bewerking) Bijlagen 1. Duidelijke gedragsnormen 2. Anti-agressie protocol 3. Anti-Pestprotocol 4. De stop-methode (nog niet bijgevoegd) 5. Formulier Incidentenregistratie (nog niet bijgevoegd) 6. Protocol ongewenst bezoek in en om school (nog niet bijgevoegd) 7. De tweejaarlijkse monitoren van ITS en LAKS (apart in te zien) 8. Veiligheid bij buitenschoolse activiteiten (nog niet bijgevoegd) 9. Mediation (nog niet bijgevoegd) 10. Meldcode (huiselijk geweld, mishandeling en verwaarlozing, seksueel misbruik en loverboys) (apart bijgevoegd) Overige documenten in het kader van een veilige school 1. Leerlingenstatuut met de rechten en plichten van de leerlingen (vademecum 9.01) 2. Gedragscode ict-gebruik (bijlage bij leerlingstatuut) 3. Duidelijke huisregels (schoolgids en hoofdstuk van het vademecum) 4. Leren in veiligheid (diverse paragrafen in schoolplan ) 5. Projecten in het kader van de gezonde en veilige school (hoofdstuk 8 van schoolplan ) 6. Stevige zorgstructuur (vademecum 9.1.) 7. Risico- inventarisatie en evaluatie 8. Calamiteitenplan 9. Ontruimingsplannen 10. BHV-plannen 1

2 Ons schoolveiligheidsbeleid 1. Inleiding en begripsbepaling Wij zijn een scholengemeenschap met een gemoedelijke, in het algemeen rustige sfeer en plezierige omgangsvormen en dat willen we zo houden en liefst verbeteren. Maar ook wij merken dat die plezierige omgangsvormen soms onder druk komen door korte lontjes en dat de taal van de straat probeert door te dringen tot binnen onze school. Duidelijk is dat de grote meerderheid van leerlingen en ouders en uiteraard alle medewerkers daar niet van gediend zijn, maar dat het soms ook moeilijk is om daar het juiste antwoord op te vinden en voor iedereen optimale veiligheid binnen de school te creëren. Daarnaast willen we natuurlijk dat ook de fysieke veiligheid voldoende gewaarborgd is. Volgens de wet en volgens de CAO zijn wij verplicht om aandacht te besteden aan veiligheid. Zo bevat artikel 24a van de wet op het voortgezet onderwijs (wvo) de verplichting dat in de schoolgids het beleid met betrekking tot veiligheid moet zijn opgenomen. Op grond van artikel 3 van de Arbo-wet moeten scholen beschikken over een veiligheidsplan waarin de afspraken zijn opgenomen over preventieve maatregelen, scholing van werknemers, schoolregels, protocollen enz.. En volgens artikel 18.2 van de CAO moet er beleid zijn in het kader van een gezonde en veilige leer- en werkomgeving. Wat betreft veiligheid dienen daarbij expliciet afspraken te worden gemaakt over: - het bewerkstelligen van sociale en fysieke veiligheid - het voorkomen van seksuele intimidatie, racisme, agressie en geweld - de scholing en begeleiding van werknemers die nodig is met het oog op het realiseren van bovenstaande. In ons schoolplan beschrijven we in meer algemene zin hoe we in onze school een positief leef- en leerklimaat willen creëren. Kern daarvan is leren in veiligheid, een activerende didactiek en positieve en ambitieuze verwachtingen naar leerlingen en de nadruk op goede onderlinge relaties. In dit veiligheidsplan gaat het meer om veiligheid in engere zin. Volgens het Centrum school en veiligheid ( vallen onder veiligheidsbeleid enerzijds de voorzieningen om de fysieke veiligheid van leden van de schoolgemeenschap te waarborgen en anderzijds maatregelen om leerlingen en personeel te beschermen tegen sociale onveiligheid. Dit wordt als volgt uitgewerkt: Fysieke veiligheid: risico-inventarsiatie op gebouw(en) en technische voorzieningen, ontruimingsplan, bedrijfshulpverlening, cameratoezicht et cetera. Sociale veiligheid: beleid tegen agressie en geweld, anti-pest protocol, omgangsregels voor personeel en leerlingen, regels voor gebruik van internet en telefoon, sociale competenties, incidentenregistratie, klachtencommissie, et cetera. Met dit veiligheidsplan willen we dan ook deze twee doelen bereiken: 1. Sociale veiligheid: iedereen binnen onze school moet zich veilig en op zijn/haar gemak kunnen voelen 2. Fysieke veiligheid: iedereen is binnen onze school fysiek veilig en de kans op een ongeluk met fysiek letsel moet minimaal zijn. 2

3 2. Sociale veiligheid 2.1. Inleiding Wij vinden het van het grootste belang dat iedereen die op onze school leert en werkt dat met een veilig gevoel kan doen. Dat zien wij als de belangrijkste voorwaarde voor een goed leeren werkklimaat waarin zowel leerlingen als medewerkers tot de beste resultaten kunnen komen. Wij verwachten van iedereen dat hij of zij bijdraagt aan een veilige leer- en werkomgeving. Gedrag dat de sfeer op school verpest en zorgt voor onveiligheid, accepteren we niet. Met name agressief en gewelddadig gedrag zijn een bedreiging voor een veilig leeren werkklimaat. Onder agressie en geweld moeten volgens de ARBO-wet van januari 2007 verstaan worden de voorvallen waarbij een werknemer psychosociale arbeidsbelasting ervaart. Daarbij kan het gaan om seksuele intimidatie, agressie, geweld, pesten en werkdruk. Deze wetsbepaling heeft niet alleen betrekking op werknemers maar ook op andere personen, in ons geval dus de leerlingen. Te denken valt aan de volgende uitingsvormen. 1. Fysiek geweld, gericht op het lichaam van werknemers, leerlingen of anderen, zoals schoppen, slaan, verwonden, vastgrijpen. 2. Psychisch geweld, zoals lastig vallen, bedreigingen met geweld, chantage, onder druk zetten, irriteren, achtervolgen. 3. Seksueel geweld, zoals seksistische opmerkingen, seksuele toespelingen, ongewenste intimiteiten. 4. Discriminatie in woord of gedrag. 5. Verbaal geweld, zoals schelden en beledigen 6. Vernieling van objecten 7. Vormen van geweld tegen de school waardoor medewerkers, leerlingen of anderen zich onveilig of bedreigd voelen. 8. Vormen van geweld in de omgeving van de school waardoor medewerkers, leerlingen of anderen zich bedreigd voelen. Dat willen wij op onze school dus niet zien. Om daarvoor te zorgen, hebben we afspraken gemaakt om een veilig leer- en werkklimaat te waarborgen ( preventief) en over te nemen maatregelen als toch sprake is van normschendend gedrag Preventief beleid We hebben de volgende afspraken gemaakt om een veilig leer- en werkklimaat te waarborgen: 1. We geven prioriteit aan de ontwikkeling van een schoolcultuur gebaseerd op veiligheid, respect en tolerantie 2. We hanteren duidelijke veiligheidsnormen 3. Het bestuur en de schoolleiding garanderen dat geen enkele vorm van geweld wordt getolereerd 4. Iedere medewerker en iedere leerling spant zich in om grensoverschrijdend gedrag zoals omschreven in de vorige paragraaf te voorkomen 5. Iedere medewerker en leerling zorgt er voor dat binnen de school geen normschendende affiches, tekeningen, artikelen in bladen (o.a. de schoolkrant), , berichten in sociale media worden opgehangen of gebruikt die kwetsend kunnen zijn voor een bepaalde groep of individu. Dit geldt ook voor de leermiddelen Curatief beleid 3

4 Als het ondanks alle preventieve maatregelen toch mis is gegaan (dat wil zeggen: een of meer medewerkers cq leerlingen schenden de norm) beschikken we over een aantal afspraken en instrumenten om daarmee om te gaan. Ook hier geldt dat we sommige instrumenten al langer hebben en andere niet en ook die worden als bijlage bij deze notitie gevoegd. Sommige instrumenten worden natuurlijk zowel preventief als curatief gebruikt. Met name dient het bestaan van curatieve instrumenten natuurlijk vooral om te voorkomen dat ze daadwerkelijk gebruikt moeten worden. Afspraken a. Meldplicht: elke medewerker heeft een meldplicht bij het vermoeden of de wetenschap dat een medewerker of vrijwilliger zich schuldig heeft gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag jegens leerlingen. Zij moeten dit direct melden bij hun leidinggevende. De leidinggevende geeft dit door aan de schoolleiding. Als het gaat om (vermoeden of kennis van een zedenmisdrijf) moet de vertrouwensinspecteur worden geïnformeerd (artikel 3 wvo). We hebben het dan met name over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, fysiek geweld, psychisch geweld, discriminatie en radicalisering. b. Het bestuur cq de schoolleiding doet in geval van strafbare feiten aangifte bij de politie c. Het is duidelijk wat er gebeurt bij grensoverschrijdend gedrag Instrumenten We beschikken over een aantal instrumenten om er voor te zorgen dat we ons ook allemaal houden aan de afspraken. Sommige instrumenten en documenten zijn expliciet preventief, andere zijn expliciet curatief, meestal hebben ze zowel preventieve als curatieve aspecten. Instrumenten - Anti-agressie protocol (bijlage 2) - Pestprotocol (bijlage 3) - Stopmethode (bijlage 4) - Incidentenregistratie ( bijlage 5) - Protocol ongewenst bezoek in en om school (bijlage 6) - De tweejaarlijkse monitoren van ITS en LAKS (apart in te zien) - Veiligheid bij buitenschoolse activiteiten (bijlage 8) - Mediation (bijlage 9) - De meldcode (bijlage 10) 2.5. Schoolgebouw en schoolomgeving Onze school heeft twee schoolgebouwen. Het gebouw aan de Lijsterbesstraat is gemakkelijk toegankelijk. Het gebouw aan de Stationsstraat kan aan de achterzijde afgesloten worden met een hek, maar is aan de voorzijde ook zonder verdere belemmering toegankelijk. In beide gebouwen is bij de ingang een receptie waar één van onze medewerkers leerlingen en bezoekers ontvangt. Leerlingen kunnen vrij in- en uitlopen. Bezoekers (ook oud-leerlingen) melden zich allereerst bij de receptie (staat bij de ingang duidelijk aangegeven) en worden van daaruit opgehaald door de persoon met wie de bezoeker een afspraak heeft. Oud-leerlingen worden alleen toegelaten als ze een afspraak met een medewerker hebben. Vanuit de recepties in de beide gebouwen kan het terrein rond de ingang en een deel van de hal binnen, goed in de gaten worden gehouden. Vanuit de receptie in gebouw Lijsterbesstraat kan met behulp van camera s ook toezicht gehouden worden in de fietsenstalling en de rest van het gebouw 4

5 We onderzoeken of het mogelijk en zinvol is om ook i n gebouw Stationsstraat camera s te plaatsen Veiligheid: een voortdurende zorg Om met regelmaat een veiligheidsthermometer in de school te houden, maar ook om voortdurend te zoeken naar mogelijkheden om deze verder te verbeteren, wordt er een schoolveiligheidsgroep geformeerd, bestaande uit de rector, twee afdelingsleiders, de veiligheidscoördinator (komt nog) en een vertegenwoordiger van elke afdeling. Deze groep bespreekt minstens twee keer per jaar de volgende onderwerpen: 1. De algemene sfeer in school en afdeling: is er voldoende saamhorigheid en veiligheid voor docenten en medewerkers? 2. Wat kan er gedaan worden om de veiligheid te verbeteren? 3. De resultaten van de LAKS- en ITS monitor en wat daarmee gedaan moet worden. 5

6 3. Fysieke veiligheid Hier In dit hoofdstuk globale beschrijving van de maatregelen die we genomen hebben om de fysieke veiligheid te waarborgen. Instrumenten - Risico-inventarisatie en evaluatie (bestaand document, apart opgeslagen, ook een stukje sociale veiligheid) - Ontruimingsplannen van de twee locaties - Bedrijfshulpverlening (n.b. tekst verder aanvullen) 6

7 4. Wie is waarvoor verantwoordelijk? Voor een effectief veiligheidsbeleid is het van groot belang dat er duidelijke afspraken zijn over wie waar verantwoordelijk voor is en dat daarover goed gecommuniceerd wordt met alle betrokkenen. Schoolbestuur Het schoolbestuur heeft de eindverantwoordelijkheid om de veiligheid van iedereen binnen de school te waarborgen. Het schoolbestuur ziet er op toe dat de school voldoet aan alle eisen op het gebied van veiligheid die volgen uit de wet en regelgeving en de afspraken in de cao zoals hiervoor genoemd in hoofdstukken 1 en 2. Schoolleiding De schoolleiding heeft een gedelegeerde verantwoordelijkheid voor de veiligheid binnen de school. In de praktijk betekent dit dat de beide locatiedirecteuren de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor veiligheid in hun schoolgebouwen uitvoeren. De rector coördineert dit en is spreekbuis voor de media. Veiligheidscoördinator Volgens het Centrum voor School en Veiligheid is het van groot belang dat scholen een veiligheidscoördinator hebben. Deze zou dan de volgende taken moeten hebben. - het organiseren van inspecties - het opstellen en oefenen van het ontruimingsplan - het opstellen van een veiligheidsverslag - inventariseren van de veiligheidsbeleving in de school - het maken van een stappenplan naar (sociale) veiligheid - opstellen en naleven van regels voor het sociale verkeer op school - terugdringen van agressie en wapengeweld op school - afsluiten van veiligheidsconvenanten - het voeren van incidentenregistratie Op onze school hebben de locatiedirecteuren tevens de functie van veiligheidscoördinator. In gebouw Lijsterbesstraat heeft de locatiedirecteur een aantal taken van de veiligheidscoördinator gedelegeerd aan de locatiebeheerder. De afdelingsleiders zijn verantwoordelijk voor de sociale veiligheid in hun afdeling. De zorgcoördinator De zorgcoördinator speelt een overkoepelende rol in het signaleren van en omgaan met leerlingen die zodanig gedrag vertonen dat er een risico voor de veiligheid kan ontstaan. Alle medewerkers Uiteraard hebben alle medewerkers ook een verantwoordelijkheid en wordt van iedereen verwacht dat hij of zij alert is op mogelijke veiligheidsrisico s rondom leerlingen. De medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad heeft binnen de school een controlerende en signalerende functie inzake het schoolveiligheidsbeleid. Tevens speelt de medezeggenschapsraad na incidenten een rol richting onderwijsinspectie en arbeidsinspectie. Politie De politie heeft de verantwoordelijkheid om de openbare orde en veiligheid in de publieke ruimte te bewaren. Zodra een strafbaar feit dreigt of begaan wordt, kan de politie deze taak ook in de school uitvoeren. De politie voert landelijk het beleid dat met scholen goede 7

8 afspraken gemaakt moeten worden over de veiligheid in en om de school. Onze school heeft daartoe samen met CSG Eekeringe een convenant gesloten met gemeente en politie. De burgemeester De burgemeester heeft de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de openbare orde en veiligheid en daarmee dus over de politie. Zodra zich calamiteiten voordoen of dreigen voor te doen kan de burgemeester in het kader van rampenbestrijding en crisismanagement de hulpverlening aansturen. Ook zal de burgemeester de communicatie op zich nemen. Dit is overigens niet alleen het geval bij omvangrijke fysieke incidenten, maar bijvoorbeeld ook wanneer in de gemeente een ernstige zedenzaak speelt. 8

9 5. Belangrijke adressen 112 Politie Arts: Instanties CJG Hulpverleners: (sociale kaart) Interne vertrouwenspersonen Externe vertrouwenspersonen 9

10 Bijlage 1 Duidelijke gedragsnormen 1. Inleiding 2. Eén op één contacten medewerkers leerlingen 2. Fysieke contacten 2. Aan- uit- en omkleden 2. Eerste hulp 2. Buitenschoolse activiteiten 2.1. Inleiding Onze gedragsnormen zijn gericht op omgaan met elkaar in de meest brede zin. Dat wil zeggen dat het zowel gaat om communicatie (verbaal, fysiek en digitaal) en persoonlijke hygiëne en kleding. Wat we graag zien is dat leerlingen en medewerkers zich zowel onderling als tegenover elkaar positief opstellen en elkaar respecteren. Dat betekent geen grof, beledigend, kwetsend, intimiderend, discriminerend of seksistisch taalgebruik, grappen of gedragingen noch in woord noch in gebaar of andere uitingswijzen. Overbodig om te zeggen dat fysieke agressie in geen enkel opzicht en om geen enkele reden geaccepteerd wordt. Zowel docenten als leerlingen hebben een inspanningsverplichting om het onderwijs zo goed mogelijk te laten verlopen en anderen de ruimte te geven zich daarin optimaal te ontwikkelen Eén op één contacten medewerkers leerlingen Bijzondere aandacht vragen de één op één contacten. Deze moeten zo veel mogelijk worden voorkomen. Wanneer een leerling bijvoorbeeld moet nablijven, probeert de leerkracht het zo te regelen dat er meerdere leerlingen aanwezig zijn, dat één of meer collega s op de hoogte worden gesteld en/of dat goed zichtbaar is wat er gebeurt (bijvoorbeeld door deur open te laten). Het is niet toegestaan om individuele leerlingen bij een medewerker thuis uit te nodigen, laat staan dat een medewerker een andere dan professionele relatie met een leerling kan hebben Fysieke contacten Fysieke contacten tussen medewerkers en leerlingen zijn uitsluitend toegestaan als het voor de omgeving duidelijk is dat deze maatschappelijk acceptabel en voor het onderwijs functioneel zijn (bijvoorbeeld in de les lichamelijke opvoeding) Aan- uit en omkleden Jongens en meisje worden gescheiden bij het aan- uit- en omkleden. De docent komt uitsluitend in de kleedkamer na een vooraf duidelijk gegeven teken. Leerlingen worden niet geholpen bij het aan- en uitkleden. Jongens en meisjes maken gebruik van gescheiden douches Eerste hulp Indien er hulp geboden moet worden bij ongevallen, ziek worden/zijn enz. waarbij het schaamtegevoel van de leerling een rol kan spelen, proberen we dit zoveel mogelijk te laten doen door iemand van gelijke sekse. Noodzakelijke hulpverlening wordt direct geboden. De hulpverlener vraagt, indien mogelijk, hulp van een collega en als dat niet kan, wordt daarvan melding gemaakt aan de ouders. Bij ongevallen wordt dit ook vastgelegd in de incidentenregistratie. 10

11 2.6. Buitenschoolse activiteiten. Bij buitenschoolse activiteiten gelden dezelfde gedragsregels als in de schoolsituatie. Tijdens kampen of meerdaagse werkweken slapen jongens en meisjes gescheiden. De leiding slaapt op een andere plaats dan de leerlingen. Toezicht bij slaapkamers/-zalen geschiedt ook steeds in tweetallen. De kamers worden door de begeleiders betreden nadat vooraf een duidelijk teken is gegeven. Voor het organiseren en uitvoeren van buitenschoolse activiteiten, zoals een klassenfeest, is toestemming van de afdelingsleider vereist. Deze is ook verantwoordelijk voor het goed verloop van de activiteit. 11

12 Bijlage 2 Anti agressie protocol 1. Doelstelling 2. Verantwoordelijkheden 3. Het anti agressie protocol 4. Hulpmiddelen 1. Doelstelling Zoals we in de inleiding bij het schoolveiligheidsbeleidsplan schreven, is de RSG Tromp Meesters nog steeds een school met een gemoedelijke, in het algemeen rustige sfeer en plezierige omgangsvormen. Ook wij merken echter de druk van de korte lontjes en de taal van de straat die tot in de klaslokalen probeert door te dringen. en ook bij ons komt het voor dat ouders en leerlingen hun eisen op een onredelijke manier met dreigend of agressief gedrag kracht bij willen zetten. Vóórdat dit echt een probleem voor onze school gaat worden, willen wij tegen deze ontwikkeling een dam opwerpen vanuit de verantwoordelijkheid die we allemaal hebben voor de veiligheid en gezondheid van onze collega s. Misschien is één van de problemen met het steeds groter worden van dit probleem dat we met halfwassen oplossingen achter de problemen aan lopen in plaats van ze met robuust beleid vóór zijn. Uitgangspunt voor ons anti-agressie beleid is dat gedrag dat collega s uit balans brengt, niet mag worden getolereerd. Daarbij richten we ons op alle omstandigheden die verband houden met de uitoefening van de functie, dus ook na schooltijd. Met dit protocol willen we tevens duidelijk maken dat enerzijds van belang is dat we enerzijds incidenten proberen te voorkomen en anderzijds volstrekt duidelijk te hebben wat er moet gebeuren als zich toch een incident voordoet. Dit protocol heeft betrekking op agressief gedrag tegen medewerkers van de school. Het zal duidelijk zijn dat dit protocol alleen maar zin heeft als de medewerkers van onze school zich er van bewust zijn dat ze zelf op het gebied van waarden en normen en met name het respectvol omgaan met anderen en de spullen van anderen, rolmodel zijn en dat ook nadrukkelijk in hun voorbeeldig functioneren laten zien. 2. Verantwoordelijkheden (zie ook par. 1.4 van document) Bestuur en schoolleiding moeten naar vermogen zorg dragen voor de veiligheid en gezondheid van de medewerkers en moeten pal achter hen staan als ze daarin bedreigd worden. Onze medewerkers hebben niet alleen een voorbeeldfunctie, maar moeten ter voorkoming van incidenten zorg dragen voor de eigen veiligheid en gezondheid en die van de collega s. Daarbij horen ook het volgen van de aangeboden voorlichting en trainingen en het naleven van dit protocol en de andere afspraken die in het schoolveiligheidsbeleids-plan zijn opgenomen. Leerlingen, ouders, verzorgers en derden dienen medewerkers van onze school, het gebouw en de voorzieningen van onze school op een respectvolle manier tegemoet te treden. 3. Het anti agressie protocol Het protocol bevat: 1. Wat we verstaan onder agressie 2. Hoe we agressie en geweld kunnen voorkomen 3. Wat te doen als er toch een incident plaats heeft? 4. Opvang, afhandeling en nazorg 5. Hulpmiddelen 12

13 Het protocol is ook van toepassing op incidenten die buiten schooltijd gebeuren Wat verstaan we onder agressie en geweld? Onder agressie en geweld verstaan we het opzettelijk aanbrengen van schade aan materialen of personen of het daarmee dreigen. Het kan gaan om persoonsgerichte dreiging, daadwerkelijk (fysieke) agressie en om het schade toe brengen aan gebouwen of inventaris van de school. In het hierna volgende schema proberen we het verschijnsel agressie en geweld nader te analyseren, met de bedoeling er beter vat op te krijgen. a. (non) Verbale agressie zoals beledigen, vernederen, smaad, treiteren, discrimineren, seksuele intimidatie Hierbij kun je denken aan schelden, beledigen, middelvinger opsteken, dreigende opmerkingen maken, kwetsen, aanhoudend grieven, krenken, aanhoudend kleineren, zwart maken, aantasten in goede naam of eer, aanhoudend plagen, pesten of sarren, discrimineren (naar herkomst, seksuele geaardheid, religie of fysieke kenmerken), ongewenste seksuele aandacht. Ook uitingen via telefoon, wblog, hyves, msn, blog, brief, fax, facebook, whatsapp of twitter vallen hieronder. b. Persoonsgerichte bedreiging zoals: dreigen door houding, gebaar of andersoortig gedrag. bemoeilijken, onmogelijk maken of juist dwingen, lokaalvredebreuk, pogingen tot schoppen, slaan of verwonden, stalken Hierbij kun je denken aan op de persoon (of directe naasten) gerichte bedreiging waarbij het aannemelijk is dat de dreiging zal worden uitgevoerd, het openlijk dragen van een wapen (pistool, mes, gevaarlijke hond e.d.), dwingen tot uitvoeren of juist nalaten van taken, opzettelijk bemoeilijken en/of onmogelijk maken van uitvoeren van take,; lokaalvredebreuk (door zonder toestemming de school binnen te komen), schennis van goede zeden, dreigen (met schoppen, slaan en stompen), stelselmatig hinderen, stelselmatig volgen, stelselmatig bedreigen. Ook dreigingen via telefoon, wblog, hyves, msn, blog, brief, fax, facebook, whatsapp of twitter vallen hieronder. c. Fysieke agressie zoals mishandeling, verwonden, pijn veroorzaken, aanranden, beetpakken, duwen, trekken, slaan, gericht gooien, spugen, wapengebruik. Hierbij kun je denken aan mishandeling, verwonden, schoppen, aanranden, beetpakken, duwen, slaan, trekken, spugen en gericht gooien met voorwerpen, krabben, ongewenst aanklampen, seksuele handtastelijkheden, het fysiek verhinderen dat iemand het vertrek kan verlaten, het fysiek hinderen van werkzaamheden, duwen, trekken en grijpen, stompen en schoppen, een kopstoot geven. d. Agressie op objecten, vernieling Hierbij kun je denken aan het vernielen van meubels, het gooien met voorwerpen, vernielingen aan schoolgebouw en/of inventaris, terrein en onze groenvoorzieningen Wat we kunnen doen om agressie en geweld te voorkomen Algemeen Uitgangspunt is dat wij geen enkele vorm van agressie zoals omschreven in de vorige paragraaf, accepteren. Dat betekent dat wij leerlingen of ouders altijd aanspreken op agressief gedrag. Collega s moeten elkaar daarbij ook ondersteunen en samen op een leerling of ouder die zich schuldig maakt aan agressie en/of geweld (durven) afstappen of er voor zorgen dat snel een lid van de schoolleiding ter plaatse is die dat overneemt. We gaan er van uit dat hoe sneller we een mogelijk incident opmerken, des te groter de kans dat een incident voorkomen kan worden. Alle medewerkers moeten in deze vaardigheden getraind worden. 13

14 Vaak gaat het bij een spanningsvolle situatie van kwaad naar erger. Tussenbeide komen is in de eerste fase van zo n situatie veel kansrijker dan in een latere fase. Het gaat er dan dus om te voorkomen dat het verder escaleert en daarom is het van groot belang dat we allemaal kunnen de-escaleren Stappen om incidenten te voorkomen ofwel: de-escaleren (zie ook par ) We onderscheiden de volgende stappen. Eigen veiligheid eerst Wanneer iemand in een spanningsvolle situatie terecht komt, zal hij of zij zelf moeten bepalen of het veilig genoeg is om handelend op te treden. Wie het gevoel heeft dat dat niet zo is of dat hij/zij de situatie niet aankan, moet altijd proberen zo snel mogelijk een lid van de schoolleiding te (laten) waarschuwen. Dat betekent dus dat iedereen zelf moet bepalen of hij/zij - het gesprek aan kan gaan of niet; - hulp laat inroepen en zelf bij de situatie kan blijven om te proberen deze daarmee nog zo veel mogelijk te stabiliseren; - moet weggaan en alarm moet slaan. Neem in ieder geval nooit risico s die de eigen veiligheid in gevaar brengen. Kalmeren Probeer (als dat dus verantwoord is) de ander te kalmeren. Dit kan het beste door de strijd/spanning te negeren, contact te maken en actief te luisteren. Neem de ander daarbij vooral serieus. Vaak heeft deze aanpak een kalmerend effect. Soms is bemoeienis van een collega nodig. Laat dan dan ook toe. Grens aangeven Indien de ander toch doorgaat, vraag hem of haar dan om te luisteren en te stoppen met dat gedrag. Consequenties aangeven Gaat de ander toch door met het agressieve gedrag? Geef dan aan dat hij of zij kan kiezen tussen een oplossing zoeken of het gesprek staken. Geef duidelijk aan welk gedrag wel acceptabel is en wat niet. Voorzorgsmaatregelen bij gesprek Bij risicovolle situaties is van belang dat: - het gesprek plaats vindt op een geschikte ruimte in de school of desnoods buiten school; geschikt betekent ondermeer dat je in geval van nood snel weg kunt en dat anderen zichtbaar/hoorbaar in de buurt zijn. - het gesprek door minimaal twee mensen gevoerd wordt, onder wie een lid van de schoolleiding 3.3. Wat we doen als er toch een incident plaats heeft Algemeen Nog eens moet benadrukt worden dat we agressie of geweld tegen collega s onder geen enkele voorwaarde accepteren. Wanneer dat gebeurt wordt altijd een maatregel getroffen. Hieronder geven we bij elke vorm van agressie of geweld een voorbeeld-stappenplan aan. Hiervan wordt altijd verslag gedaan aan de directie (voor zover die niet zelf bij de uitvoering betrokken is) die zorgt voor opname in de incidentenregistratie (zie Een goede maatregel heeft drie kenmerken: 14

15 - duidelijkheid naar alle betrokkenen - een leereffect voor de dader - een passende sanctie voor de dader (non) Verbale agressie en persoonsgerichte dreiging Als een leerling zich hieraan schuldig maakt gebeurt het volgende. a. tijdens de les: belangrijk is dat de betreffende leerling zo snel mogelijk geïsoleerd wordt van de andere leerlingen; dat betekent dat de leerling, zonder verdere discussie uit de les gestuurd wordt en zich direct bij de afdelingsleider of zijn of haar vervanger melden (eventueel de locatiedirecteur); als de leerling weigert de les te verlaten, gaat de docent naar het naastliggende lokaal en vraagt de daar aanwezige collega om het dichtstbijzijnde lid van de schoolleiding er bij te halen. (n.b. duidelijk moet zijn dat het er hier niet om gaat of de leerling gelijk heeft of niet, dat is iets van later zorg; de leerling dient de aanwijzing om het lokaal te verlaten gewoon op te volgen en kan over een onrechtvaardige behandeling later zijn/haar beklag doen) b. tijdens pauze of andere buitenlesituatie : zonder verdere discussie tegen de leerling zeggen dat deze zich onmiddellijk meldt bij de afdelingsleider of zijn of haar plaatsvervanger (eventueel de locatiedirecteur); als de leerling weigert, de dichtstbijzijnde collega vragen om een lid van de schoolleiding er bij te halen. c. de afdelingsleider spreekt met leerling en medewerker (apart van elkaar) en beoordeelt of het verstandig is om met beiden gezamenlijk in gesprek te gaan of niet. Zo niet, dan neemt de afdelingsleider een maatregel en communiceert daarover met betrokken medewerker en de mentor van de leerling. Zo wel, dan volgt eerst het gesprek en bepaalt de afdelingsleider vervolgens in overleg met betrokkene en mentor de maatregel d. het contact met de leerling in deze fase heeft tot doel dat de leerling zich bewust wordt van zijn/haar gedrag en de afdelingsleider kan beoordelen welke maatregel het meeste recht doet aan wat is gebeurd en het meeste leereffect heeft voor de leerling. e. de afdelingsleider neemt de maatregel, informeert de directie en ouders (voor zover dat niet al gebeurd is) en zorgt voor opname in het incidentenregister; passende maatregel kan variëren van nakomen, schorsen, verwijderprocedure opstarten, doorverwijzen naar externe hulpverlening, melden of aangifte bij politie. Van strafbare feiten wordt altijd melding/aangifte gedaan. Indien een leerling op school blijft, kan daar uitsluitend sprake van zijn als de relatie voldoende hersteld is, de leerling duidelijk laat blijken zich verantwoordelijk te voelen voor wat er gebeurd is en gewetensontwikkeling laat zien (zie over herstelrecht In plaats van schorsen van Hans Oostrik). Daarnaast zal hij/zij om het recht van terugkeer te verwerven, een anti-agressietraining moeten volgen en moeten aantonen dat hij of zij daarvan zodanig veel geleerd heeft, dat herhaling niet meer zal voorkomen. Als een ouder zich hieraan schuldig maakt, gebeurt het volgende. De medewerker beëindigt na één keer waarschuwen het contact, verlaat de ruimte en informeert onmiddellijk het dichtstbijzijnde lid van de schoolleiding. Deze zal beoordelen of er een normaal gesprek gevoerd kan worden en afhankelijk daarvan in overleg met de directie (voor zover die er nog niet bij betrokken was) beoordelen welke verdere maatregel genomen moet worden. Die kan variëren van brief met waarschuwing tot ontzegging van de toegang tot de school. Indien het gesprek niet op een normale manier voortgezet kan worden, verzoekt het betreffende lid van de schoolleiding de ouder(s) de school te verlaten. Als dat niet lukt, wordt de politie ingeschakeld. Daarna is er uitsluitend schriftelijk contact met de ouders, totdat de directie oordeelt dat normaal contact weer zonder risico mogelijk is. 15

16 Wanneer de betreffende ouder na de waarschuwing stopt met het gedrag, moet daarvan toch melding gemaakt worden aan de schoolleiding die vervolgens de ouder ontbiedt voor een gesprek om nadere afspraken te maken om iets dergelijks te voorkomen. In alle gevallen zorgt de afdelingsleider/schoolleiding voor voldoende aandacht/nazorg voor het slachtoffer en informeert hij/zij zowel het slachtoffer als de mentor over het verdere verloop Fysieke agressie en vernieling aan gebouw of inventaris De medewerker die dat overkomt of waarneemt, beoordeelt of de situatie veilig genoeg is om in te grijpen. Zo niet, dan waarschuwt hij/zij het dichtstbijzijnde lid van de schoolleiding. Deze probeert de agressie/vernieling te stoppen en stuurt de betreffende leerling(en) naar de directie die de zaak verder afhandelt. Schade wordt altijd verhaald op degene die de schade veroorzaakt Afhandeling, opvang en nazorg Melden en registeren Het is belangrijk dat we inzicht krijgen in de aard en omvang van incidenten waarbij agressie en geweld een rol speelt. Incidenten moeten daarom altijd worden gemeld. Daarvoor gebruiken we het incidentenregistratiesysteem voor het voortgezet onderwijs van de VO-raad. Een adequate incidentenregistratie draagt bij aan het veiligheidsbeleid en de veiligheid op school. Het helpt ons om beter zicht te krijgen in de eigen veiligheidssituatie en om in de toekomst doeltreffend te handelen bij incidenten en ze mogelijk te voorkomen (toelichting op website vo-raad). In dit systeem worden de incidenten geregistreerd en het helpt ons ook om incidenten en ongevallen te analyseren en evalueren en het beleid zo nodig aan te passen (formulier opgenomen in bijlage 3) Procedure - De locatiedirecteuren zien er op toe dat alle uitingen van agressie of dreigingen met geweld in het incidentenregistratiesysteem worden geregistreerd. Daarbij gaat het om ernstig fysiek en verbaal geweld, grove pesterij, fraude, vernieling en gebruik of bezit van wapens, drugs, alcohol. - In het overleg van de afdeling wordt het betreffende incident besproken. - Na iedere melding vindt terugkoppeling over het incident plaats door het betreffende lid van de schoolleiding naar de medewerkers; vuistregel hierbij: ieder incident wordt vóór het weekeinde afgehandeld, zodat het weekeinde gebruikt kan worden waarvoor het bedoeld is: rust en geen onrust. - De veiligheidscoördinator (veiligheidscoördinator/locatiedirecteur) monitort de geregistreerde incidenten en verzorgt ieder kwartaal een rapportage aan de brede schoolleiding. In bijlage 5 zijn de items van het in te vullen scherm opgenomen (hetzelfde scherm wordt gebruikt voor ARBO-incidenten) Opvang en nazorg Opvang Direct na een incident wordt de veiligheid hersteld en de betrokken collega( s) gesteund. Hiervoor is de afdelingsleider verantwoordelijk. Procedure eerste opvang na incident (zie hiervoor ook het aparte hulpmiddel: tips voor opvang en nazorg) 16

17 - Afdelingsleider en medewerker gaan zo snel mogelijk na het incident met elkaar in gesprek - Afdelingsleider zorgt er voor (in overleg met locatiedirecteur) dat het werk van de betreffende collega wordt opgevangen - Afdelingsleider zorgt voor herstel van veiligheid van de betrokken collega. desnoods door er voor te zorgen dat hij/zij naar huis gebracht wordt of dat zelf te doen. - Indien nodig wordt de collega begeleid naar EHBO, arts of ziekenhuis. Bij zeer heftige gebeurtenissen wordt traumaopvang gestart. - De afdelingsleider zorgt in overleg met de locatiedirecteur voor informatie naar betrokkenen en voorkomt dat verhalen gaan rondzingen. - Afdelingsleider zorgt er voor, zo mogelijk in overleg met de betroken collega dat incident wordt opgenomen in incidentenregister. Nazorg Het is niet altijd goed te voorspellen wat de gevolgen zijn voor iemand die met agressie of geweld te maken krijgt. De afdelingsleider houdt regelmatig contact, informeert over de afwikkeling van het incident, bespreekt of hij/zij wel of niet kan werken en of deskundige hulp nodig is (zie ook de Tips voor opvang en nazorg) Omgaan met de pers Uiteraard bestaat de kans dat we benaderd worden door de pers. In dat geval zijn de volgende richtlijnen van toepassing - De rector of één van de locatiedirecteuren is aanspreekpunt voor de pers; medewerkers staan journalisten niet te woord, maar verwijzen altijd naar de directie. - Potentieel mediagevoelige zaken melden medewerkers altijd bij de directie, ook al is men (nog) niet benaderd door de pers. 4. Hulpmiddelen 1. Het voeren van een slecht nieuwsgesprek 2. De-escalerend optreden 3. Drie voorbeeldbrieven bij ernstig grensoverschrijdend gedrag 4. Tips voor opvang en nazorg na agressie incident 4.1. Het slecht nieuwsgesprek Soms moet je tijdens je werk een gesprek voeren waarin je slecht nieuws brengt. Juist bij deze gesprekken kunnen emoties hoog oplopen en ontaarden in agressie. Je communicatieve vaardigheden worden dan op de proef gesteld. Daarom moet je deze gesprekken zorgvuldig voorbereiden. Leerlingen/ouders/verzorgers kunnen als volgt reageren op een slecht nieuwsgesprek: Hij/zij ervaart het nieuws als tegenwerking. Hij/zij voelt zich aangetast in zijn zelfrespect en eigenwaarde. Hij/zij vindt dat hij/zij gehinderd wordt bij het bereiken van persoonlijke doelen of belangrijke zaken. Hij/zij ziet zich voor problemen geplaatst. Hoe meer impact het nieuws heeft, des te groter de gevoelens van machteloosheid, spanning en frustratie zullen zijn. Zulke gevoelens kunnen leiden tot agressief gedrag. Aandachtspunten 17

18 Of een leerling/ouder/verzorger zich erg gefrustreerd voelt, hangt af van enkele zaken voor en tijdens het gesprek, zoals: Is het gesprek aangekondigd? Hoe voorspelbaar is het slechte nieuws? Is het nieuws verklaarbaar? Hoe volledig is de informatie? Hoeveel onmacht of juist controle voelt de leerling/ouder/verzorger? Houd rekening met deze factoren. Bereid de leerling/ouder/verzorger voor op een slecht nieuwsgesprek door er samen naar toe te werken. Geef de feiten, maar bied ook alternatieven. Het gesprek in vier stappen Bij het voorbereiden en voeren van het slecht nieuwsgesprek onderscheiden we de volgende stappen: Inhoudelijke voorbereiding Probeer de leerling/ouder/verzorger niet te overvallen met een negatief bericht. Werk naar belangrijke momenten toe door de cliënt voor te bereiden, goed te informeren en zaken begrijpelijk te presenteren. Kijk hoe je zaken hanteerbaar kunt maken. Organisatie Ga na welke andere personen een zinvolle bijdrage aan het gesprek kunnen leveren. Plan voldoende tijd in, reserveer een rustige ruimte en kies een goed tijdstip. Maak een inschatting van de reacties van de leerling/ouder/verzorger en overweeg eventuele veiligheidsmaatregelen. Ken de feiten Verzamel relevante informatie over de leerling/ouder/verzorger. Wat is de huidige situatie en hoe is in eerdere situaties gereageerd? Wees voorbereid op deze reacties. Voeren van het gesprek Zorg dat je op tijd aanwezig bent en mentaal voorbereid. Leid het gesprek kort in. Stel de leerling/ouder/verzorger op zijn/haar gemak en maak eventuele onrust bespreekbaar. Wacht niet te lang met het brengen van de boodschap. Breng deze kort en duidelijk. Kijk hoe de leerling/ouder/verzorger de informatie verwerkt. Geef eventueel ruimte voor emotie. Ga in op vragen en geef tips om met deze situatie om te gaan. Rond het gesprek af De-escalerend optreden Als een leerling/ouder/verzorger agressief lijkt te worden, is de-escalerend optreden nodig: ervoor zorgen dat de agressie minder wordt. Agressief gedrag zien aankomen Je kunt agressief gedrag vaak zien aankomen door te letten op stemmingswisselingen. De persoon die het betreft gaat dan bijvoorbeeld de volgende fasen door: Vijandige stemming: angst, afwijzing, strijd zoeken, plagen, geïrriteerd zijn. Innerlijke onrust: gebalde vuisten, starende blik, kettingroken. Overgangsfase: van emotie naar actie. De onrust neemt zichtbare vormen aan, de persoon loopt heen en weer. Verminderde zelfcontrole: wisselingen in gedrag, gedrag dat niet past bij uitspraken. Verbale dreigingen: uitingen van onmacht, kleinerende opmerkingen. 18

19 Gewelddadige gebaren en beschadigen van voorwerpen, zoals hard op de tafel slaan. Falende aanspreekbaarheid en toenemende vijandigheid, de persoon kan niet meer terug. Tip! Bepaal al vóór het gesprek je reactie op de verschillende fasen. In welke fase zou je beginnen met de-escaleren? Wanneer zou je het gesprek beëindigen? Wanneer sla je alarm? 19

20 Besluit u om in te grijpen, ga je in vier stappen te werk. Kalmeren Het werkt vaak kalmerend als je de strijd negeert, contact maakt en actief luistert. Toon respect door goed te luisteren en je gesprekspartner serieus te nemen. Vraag naar emoties en de feiten. Toon begrip en geef eventueel informatie. Probeer deze fase positief af te sluiten. Grens stellen Vraag de persoon om ook naar jou te luisteren en te stoppen met het agressieve gedrag. Consequenties aangeven Als de persoon toch doorgaat met zijn/haar agressieve gedrag, moet je hem ook vertellen wat daarvan de consequentie is: Als u doorgaat met dit gedrag, moet ik het gesprek beëindigen. Geef aan welk gedrag je wel en niet accepteert zodat je de ander een keuze laat. Gebruik hierbij ik-boodschappen. Let op de reactie van de ander en op eventuele spanningen. Als de spanning stijgt: veer mee door bijvoorbeeld te zeggen: Ik begrijp dat u het moeilijk vindt. Gesprek beëindigen Als dit allemaal niet helpt, beëindig dan het gesprek, ga weg en/of sla alarm. Je bepaalt zelf op welk moment dat gebeurt. Maar hanteer in elk geval als grens dat u het gesprek onmiddellijk beëindigt als iemand u persoonlijk bedreigt. Goed voorbereiden en nabespreken Om goed sturing te kunnen geven aan een de-escalerend gesprek is veel oefening nodig. Ook is het belangrijk om een lastig gesprek goed voor te bereiden en voorzorgsmaatregelen te nemen. Spreek bijvoorbeeld het gesprek vooral met een collega door. Ook kan het heel leerzaam zijn om moeilijke gesprekken met een collega na te bespreken. Ten slotte is het volgen van een anti-agressietraining uitermate nuttig. De schoolleiding ziet er op toe dat dergelijke trainingen regelmatig gegeven worden.. 20

21 4.3. Drie voorbeeldbrieven Voorbeeldbrief bij agressief/gewelddadig gedrag van ouders/verzorgers Aangetekend versturen Geachte.. Op.. (datum/tijdstip) heeft u zich (dreigend/beledigend/onbehoorlijk/ander gedrag) opgesteld naar één van onze medewerkers. Wij verwachten van medewerkers, leerlingen en ouders/verzorgers dat zij goed samenwerken. Ik begrijp dat uw specifieke situatie veel emoties met zich meebrengt, maar dat betekent niet dat u zich op deze wijze kunt gedragen. U dient zich ten opzichte van onze medewerkers correct op te stellen en zeker niet te. Ik ontzeg u daarom de toegang tot de school totdat met u een gesprek heeft plaats gevonden. Naar aanleiding van dat gesprek zal ik bepalen of we daarna weer met elkaar verder kunnen of dat dat niet kan en andere maatregelen genomen moeten worden. Ik nodig u daarvoor uit (datum/tijd/plaats). Het gesprek zal gevoerd worden door.. en.. Tenslotte wil ik u nog wijzen op het volgende. Indien u een klacht heeft over gedragingen, beslissingen of het nalaten daarvan door één van onze medewerkers, kunt u gebruik maken van de klachtenregeling. Deze kunt u vinden op onze website (rubriek ouders ). Hoogachtend, 21

22 Voorbeeldbrief bij dreigen met agressief/gewelddadig gedrag door leerling Aangetekend versturen Aan de ouders/verzorgers van Aan (de leerling zelf) Geachte.. Beste, Op.. (datum/tijdstip) heeft.zich (dreigend/beledigend/onbehoorlijk/ander gedrag) opgesteld naar één van onze medewerkers. Wij verwachten van dat hij/zij zich correct gedraagt naar onze medewerkers, ook als er iets gebeurt wat hem/haar niet bevalt of waar hij/zij het niet mee eens is. Ik heb daarom besloten om. met onmiddellijke ingang te schorsen totdat met u en een gesprek heeft plaats gevonden. Naar aanleiding van dat gesprek zal ik bepalen welke verdere maatregel we zullen nemen. Gedurende de schorsing heeft geen toegang tot de terreinen en gebouwen van de school. Het gesprek zal plaats hebben (datum/tijd/plaats) en gevoerd worden door.. en.. Ik verzoek u mij, indien u verhinderd bent, dit te laten weten aan en daarbij aan te geven op welke tijdstippen u wel kunt. Hoogachtend, N.B. Regeling schorsen en verwijderen bijgevoegd 22

23 Voorbeeldbrief bij agressief/gewelddadig gedrag door leerling Aangetekend versturen Aan de ouders/verzorgers van Aan (de leerling zelf) Geachte.. Beste, Op.. (datum/tijdstip) heeft zich agressief gedragen. - korte beschrijving van wat gebeurd is - Wij hebben hiervan ook melding gemaakt bij de politie. Ik heb daarom besloten om. met onmiddellijke ingang te schorsen en de verwijderprocedure te starten. Ik nodig u en. uit voor een gesprek op (datum/tijdstip) met. en. Tijdens dat gesprek heeft u de gelegenheid om zienswijze te geven en met name aan te geven welke ontlastende omstandigheden aangevoerd kunnen worden om niet tot verwijdering over te gaan. Ik verzoek u mij, indien u verhinderd bent, dit te laten weten aan en daarbij aan te geven op welke tijdstippen u wel kunt. Vanaf heden heeft geen toegang meer tot de terreinen en gebouwen van de school. Indien hij daar toch aangetroffen wordt, zullen wij onmiddellijk, zonder voorafgaande waarschuwing, de politie inschakelen. Hoogachtend, 23

24 4.4. Tips voor opvang en nazorg na agressie-incident Als medewerkers slachtoffer zijn van agressie, is het belangrijk dat zij zo snel mogelijk opvang en nazorg krijgen. Wat houdt deze opvang en nazorg in? Direct na het incident: eerst opvang Direct na het incident gaat het erom de veiligheid te herstellen en steun te bieden aan het slachtoffer. Die verantwoordelijkheid ligt bij de teamleider. Omdat deze niet altijd meteen aanwezig is, zal de eerste opvang in de praktijd vaak door collega`s worden verzorgd. Ook in dat geval blijft de verantwoordelijkheid echter bij de kernteamleider liggen. De taken bij de eerste opvang zijn: Zorg voor herstel van de veiligheid van betrokken medewerker(s), leerlingen, ouders/verzorgers. Zorg ervoor dat medewerkers, indien nodig, worden begeleid naar EHBO, arts of ziekenhuis en zorg dat in geval van heftige gebeurtenissen ook de traumaopvang start. Streef ernaar dat de werkvloer niet onderbezet raakt bij de verzorging van het slachtoffer. Zorg dat de medewerkers, indien nodig, begeleid worden bij het doen van aangifte. Zorg ervoor dat de huisregels en sanctievoorschriften worden toegepast Vraag de medewerkers het incident te registreren. Vraag na afloop aan het slachtoffer of u nog wat kunt doen Organiseer eventueel overname van taken. Ga na of er nog andere medewerkers zijn die steun nodig hebben, bijvoorbeeld omdat ze getuige zijn geweest van het incident. Zorg voor een (minimale) briefing van de betrokken partijen. Ga na of ook andere partijen moeten worden geïnformeerd. Voorkom dat verhalen in de organisatie gaan rondzingen. Binnen 72 uur: de nazorg De psychologische nasleep van een incident duurt ongeveer één tot zes weken. Daarna kan iemand weer redelijk functioneren, zonder dat de gebeurtenissen constant op de voorgrond staan. Het is belangrijk om de medewerkers gedurende die periode te ondersteunen. Dat is op de eerste plaats een taak van de leidinggevende. Traject met leidinggevende De leidinggevende volgt gedurende een periode van drie maanden het herstelproces van de medewerker(s) en signaleert knelpunten in het herstel. Als de medewerker dit wenst, kan de leidinggevende ook nazorg verlenen. De nazorg bestaat uit maximaal drie gesprekken, Het eerste gesprek vindt binnen 72 uur na het incident plaats. Tijdens deze gesprekken komen globaal de volgende onderwerpen aan de orde: Het incident reconstrueren en vragen wat er gebeurd is. Voorlichting geven over het verwerkingsproces. Vragen hoe het thuis gaat. De mogelijke steun uit eigen omgeving bespreken. Informeren naar reacties uit de omgeving De manier waarop de betrokkene het voorval verwerkt en bespreekt. 24

25 Traject met vertrouwenspersoon Indien de medewerker dit wenst, kan de nazorg worden uitgevoerd door een onafhankelijk persoon. In dat geval kan het slachtoffer een beroep doen op de vertrouwenspersoon. Traject met arbodeskundige/bedrijfsarts Deze geeft adviezen over het verbeteren van arbeidsomstandigheden en een zorgvuldige begeleiding van zieke werknemers. Indien nodig, verwijst de arbodeskundige door naar de bedrijfsarts. Traject met traumadeskundige Specialistische traumahulp wordt ingeschakeld na een diagnose door de bedrijfsarts. Medewerkers kunnen een dergelijke diagnose aanvragen op eigen initiatief, op advies van de leidinggevende of op advies van de vertrouwenspersoon. Tip: Agressie: praktijkboek voor hulpverleners, begeleiders, leerkrachten- E. van Tilburg (2004) Hoofdstuk zes: Opvang na een als schokkend, traumatisch ervaren agressie-incident (Ook online beschikbaar: 25

26 Bijlage 3 ANTI-PESTPROTOCOL RSG TROMP MEESTERS

27 27

28 DOCUMENTBEHEER ALGEMEEN Naam Pestprotocol RSG Tromp Meesters 2013 Omschrijving inhoud Nieuw pestbeleid n.a.v. studiedag januari 2013 en de media aandacht voor pestdoden in het schooljaar Soort document Beleid Auteur Zie versiebeheer Documentbeheer I:\School info\vademecum\ _pestprotocol RSG Tromp Meesters 2013.doc VERSIEBEHEER Versie Datum Auteur Omschrijving 0.1 Joukje Initieel document Harmannij Rina Dekker Update Rina Dekker Update na opmerkingen teams Rina Dekker Initieel Erwin Keun Opmaak en pestprotocol leerlingen (bijlage IV) VERZENDLIJST Versie Datum Aan Personeel RSG Tromp Meesters via teamvergaderingen Publicatie in Vademecum en op de website 28

29 INHOUDSOPGAVE Documentbeheer Algemeen Versiebeheer Verzendlijst Inleiding Pesten Wat is pesten? Hoe wordt er gepest? De gepeste leerling De pester De meelopers en andere leerlingen Het aanpakken van pesten De aanpak van pesten Uitgangspunten De vijfsporenaanpak Spoor 1: de algemene verantwoordelijkheid van de school Spoor 2: het bieden van steun aan de jongere die gepest wordt Spoor 3: het bieden van steun aan de pester Spoor 4: het betrekken van de middengroep bij het probleem Spoor 5: het bieden van steun aan de ouders Preventie Schorsing Schoolverwijdering Het stappenplan bij een melding van pesten De taak van vakdocenten De mentor De afdelingsleider De mediator De zorgcoördinator Digitaal pesten Wat is Cyberpesten? Hoe wordt er gepest? Het stappenplan na een melding van cyberpesten Bijlagen Bijlage I Leidraad voor een gesprek met de gepeste leerling Bijlage II Leidraad voor een gesprek met een leerling die pest Bijlage III Tips voor leerlingen Bijlage IV Pestprotocol leerlingen Bijlage V Pestthermometer Bijlage VI Links voor bruikbare adressen bij cyberpesten

30 1 INLEIDING Dit is het pestprotocol van RSG Tromp Meesters. Enerzijds bevat het richtlijnen bij geconstateerd pestgedrag, anderzijds staan er ook voorwaarden en activiteiten in die pesten kunnen voorkomen. Veel van wat er in dit boekje staat, wordt al meerdere jaren toegepast op onze school. In die jaren hebben we opnieuw gemerkt, dat alles wat we willen doen voor onze leerlingen valt of staat bij de signalering en/of melding van pestgedrag. En die signalering en melding schieten nog te vaak tekort, zodat de leerling met zijn probleem alleen blijft staan. Dit boekje is erop gericht om alle volwassenen (het schoolpersoneel en de ouders) en liefst ook jongeren op de hoogte te brengen, van alles wat de school wil doen om een zo veilig mogelijk schoolklimaat te scheppen. Het heeft als belangrijkste doel om het vertrouwen van allen te winnen op een gebied waar nog te vaak wantrouwen overheerst. De acties die we ondernemen zijn niet statisch. Afhankelijk van alle andere ontwikkelingen binnen de school, zal ook het handelen rond pesten zich verder ontwikkelen. In dat geval zal dit protocol aangepast worden. Voor de tekst van dit protocol is gedeeltelijk gebruik gemaakt van het pestprotocol van het Don Bosco College, die weer gebruik hebben gemaakt van pestprotocollen van andere scholen. De aanpak van pesten heeft echter een duidelijk eigen karakter. Pestprotocol RSG Tromp Meesters P a g i n a 30

31 2 PESTEN 2.1 WAT IS PESTEN? We spreken van pestgedrag als dezelfde leerling regelmatig en systematisch bedreigd en geïntimideerd wordt. Pesten is een vorm van geweld en daarmee grensoverschrijdend en zeer bedreigend. Over de redenen waarom mensen zich agressief gedragen, bestaan allerlei theorieën. Volgens de ene theorie is geweld een onontkoombaar verschijnsel, dat op zijn best op een acceptabele wijze kan worden gekanaliseerd, volgens een andere theorie komt geweld voort uit frustratie en kan dit worden voorkomen door ontevredenheid weg te nemen, de agressie opwekkende omgeving om te vormen en reflectie op het gedrag te stimuleren. Een klimaat waarin gepest wordt, tast iedereen aan. In een klas waar gepest wordt, kunnen alle leerlingen slachtoffer worden. Pestgedrag moet dan ook door iedereen serieus worden genomen. Het lastige is dat veel pestgedrag zich in het verborgene afspeelt, zodat het moeilijk is om er greep op te krijgen. En zelfs als het pestgedrag wordt opgemerkt, weten docenten en anderen niet altijd hoe ze ermee om kunnen gaan. Docenten en onderwijsondersteunend personeel hebben echter een taak (samen met de ouders en de leerlingen zelf) bij het tegengaan van pesten. Leerlingen moeten weten dat ze hulp kunnen krijgen van volwassenen in de school en hierom durven vragen. Volwassenen dienen oog te hebben voor de signalen van leerlingen. Ze dienen interesse te tonen en te luisteren naar wat de leerlingen te vertellen hebben. Voor mentoren betekent het dat ze groepsgesprekken houden, aandacht hebben voor de groepssfeer en het functioneren van individuele leerlingen in de groep. Ze maken afspraken met de klas en zorgen ervoor dat deze afspraken nagekomen worden. 2.2 HOE WORDT ER GEPEST? De volgende vormen van pesten kan worden onderscheiden: Met woorden: vernederen, belachelijk maken, schelden, dreigen, met bijnamen aanspreken, gemene briefjes, mailtjes, sms-jes schrijven Lichamelijk: trekken aan kleding, duwen en sjorren, schoppen en slaan, krabben en aan haren trekken, wapens gebruiken Achtervolgen: opjagen en achterna lopen, in de val laten lopen, klem zetten of rijden, opsluiten Uitsluiting: doodzwijgen en negeren, uitsluiten van feestjes, bij groepsopdrachten Stelen en vernielen: afpakken van kledingstukken, schooltas, schoolspullen, kliederen op boeken, banden lek prikken, fiets beschadigen Afpersing: dwingen om geld of spullen af te geven, het afdwingen om iets voor de pestende leerling te doen. Digitaal pesten: Zie hoofdstuk 5. Pestprotocol RSG Tromp Meesters P a g i n a 31

32 2.3 DE GEPESTE LEERLING Sommige leerlingen lopen meer kans gepest te worden dan anderen. Dat kan met hun uiterlijk, gedrag, gevoelens en sociale uitingsvormen te maken hebben. Bovendien worden kinderen pas gepest in situaties, waarin pesters de kans krijgen om een slachtoffer te pakken te nemen, dus in onveilige situaties. Leerlingen die gepest worden doen vaak andere dingen of hebben iets wat anders is dan de meeste van hun leeftijdgenoten: ze bespelen een ander instrument, doen een andere sport, zijn heel goed in bepaalde vakken of juist niet of ze spreken dialect Een kind dat wordt gepest, praat er thuis niet altijd over. Redenen hiervoor kunnen zijn: schaamte angst dat de ouders met de school of met de pester gaan praten en dat het pesten dan nog erger wordt het probleem lijkt onoplosbaar het idee dat het niet mag klikken Mogelijke signalen van gepest worden (ook van belang voor ouders) Niet meer naar school willen Niet meer over school vertellen thuis Nooit meer andere kinderen mee naar huis nemen of bij anderen gevraagd worden Slechtere resultaten op school dan vroeger Regelmatig spullen kwijt zijn of met kapotte spullen thuiskomen Regelmatig hoofdpijn of buikpijn hebben Blauwe plekken hebben op ongewone plaatsen Niet willen slapen, vaker wakker worden, bedplassen, nachtmerries hebben De verjaardag niet willen vieren Niet buiten willen spelen Niet alleen een boodschap durven doen Niet meer naar een bepaalde club of vereniging willen gaan Bepaalde kleren niet meer willen dragen Thuis prikkelbaar, boos of verdrietig zijn Zelf blessures scheppen om niet naar school te hoeven 2.4 DE PESTER Pesters zijn vaak de sterkeren in hun groep. Zij zijn of lijken populair maar zijn dat uiteindelijk niet. Ze dwingen hun populariteit af door stoer en onkwetsbaar gedrag. Van binnen zijn ze vaak onzeker en ze proberen zichzelf groter te maken door een ander kleiner te maken. Pesters krijgen vaak andere kinderen mee, want wie meedoet, loopt zelf de minste kans om slachtoffer te worden. Doorgaans voelen pesters zich niet schuldig want het slachtoffer vraagt er immers om gepest te worden. Pestgedrag kan een aantal dieper liggende oorzaken hebben: Een problematische thuissituatie Een vaak gevoelde anonimiteit (ik besta niet); als een pester zich verloren voelt binnen een grote groep, kan hij zich belangrijker maken door een ander omlaag te drukken. Het moeten spelen van een niet-passende rol. Een voortdurende strijd om de macht in de klas Een niet-democratisch leefmilieu binnen de school; een docent is autoritair en laat op een onprettige wijze blijken dat hij de baas is. Dergelijke spanningen kunnen op een zondebok worden afgereageerd. Een gevoel van incompetentie op school (slechte cijfers of een laag niveau) Een zwak gevoel van autonomie (te weinig zelfstandigheid en verantwoordelijkheid) Pestprotocol RSG Tromp Meesters P a g i n a 32

33 2.5 DE MEELOPERS EN ANDERE LEERLINGEN Meelopers zijn leerlingen die incidenteel meedoen met het pesten. Dit gebeurt meestal uit angst om zelf in de slachtofferrol terecht te komen, maar het kan ook zo zijn dat meelopers stoer gedrag wel interessant vinden en dat ze denken in populariteit mee te liften met de pester. Verder kunnen leerlingen meelopen uit angst vrienden of vriendinnen te verliezen. De meeste leerlingen houden zich afzijdig als er wordt gepest. Ze voelen zich wel vaak schuldig over het feit dat ze niet in de bres springen voor het slachtoffer of hulp inschakelen. 2.6 HET aanpakken VAN PESTEN Pesten is onacceptabel en vraagt om een duidelijke en krachtige reactie vanuit de school. De grote vraag is hoe dat het beste kan en vooral ook hoe we dat als team het beste kunnen aanpakken. Pestprotocol RSG Tromp Meesters P a g i n a 33

34 3 DE AANPAK VAN PESTEN Het pestprotocol vormt de verklaring van de vertegenwoordiging van de school en de ouders waarin is vastgelegd dat we pestgedrag op school niet accepteren en volgens een vooraf bepaalde handelwijze gaan aanpakken. 3.1 UITGANGSPUNTEN Een dergelijk protocol kan alleen functioneren als aan bepaalde voorwaarden is voldaan: 1. Pesten moet als een probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen; leerkrachten, onderwijsondersteunend personeel, ouders en leerlingen. Met het ondertekenen van het Nationaal onderwijsprotocol laten alle betrokken partijen zien, dat zij bereid zijn tot samenwerking om de problemen rond pesten aan te pakken. 2. De school is actief in het scheppen van een veilig, pedagogisch klimaat waarbinnen pesten als onacceptabel gedrag wordt ervaren. 3. Docenten en onderwijsondersteunend personeel moeten pesten kunnen signaleren en vervolgens duidelijk stelling nemen tegen het pesten. 4. De school dient te beschikken over een directe aanpak wanneer het pesten de kop opsteekt (het pestprotocol). 5. De school ontplooit preventieve (les)activiteiten. 3.2 DE VIJFSPORENAANPAK Door het ondertekenen van het Nationaal onderwijsprotocol heeft de school zich verbonden aan de vijfsporenaanpak. Dit houdt in: SPOOR 1: DE ALGEMENE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE SCHOOL De school zorgt dat de directie, de mentoren en de docenten voldoende informatie hebben over het pesten in het algemeen en het aanpakken van pesten De school werkt aan een goed beleid rond pesten, zodat de veiligheid van leerlingen binnen de school zo optimaal mogelijk is SPOOR 2: HET BIEDEN VAN STEUN AAN DE JONGERE DIE GEPEST WORDT Het probleem wordt serieus genomen Er wordt uitgezocht wat er precies gebeurd Er wordt overlegd over mogelijke oplossingen Het aanbieden van hulp door de counselor Pestprotocol RSG Tromp Meesters P a g i n a 34

35 SPOOR 3: HET BIEDEN VAN STEUN AAN DE PESTER Het confronteren van de jongere met zijn gedrag en de gevolgen hiervan voor de pester De achterliggende oorzaken boven tafel proberen te krijgen Wijzen op gebrek aan empathisch vermogen dat zichtbaar wordt in het gedrag Het aanbieden van hulp door de counselor SPOOR 4: HET BETREKKEN VAN DE MIDDENGROEP BIJ HET PROBLEEM De mentor bespreekt met de klas het pesten en benoemt de rol van alle leerlingen hierin. Er wordt gesproken over mogelijke oplossingen en wat de klas kan bijdragen aan een verbetering van de situatie. De mentor komt hier in de toekomst op terug. SPOOR 5: HET BIEDEN VAN STEUN AAN DE OUDERS Ouders die zich zorgen maken over pesten worden serieus genomen De school werkt samen met de ouders om het pesten aan te pakken De school geeft adviezen aan de ouders in het omgaan met hun gepeste of pestende kind De school verwijst de ouders zo nodig naar deskundige hulpverleners De ouders van leerlingen die gepest worden, hebben er soms moeite mee, dat hun kind aan zichzelf zou moeten werken. Hun kind wordt gepest en dat moet gewoon stoppen. Dat klopt, het pesten moet stoppen. Echter een gepest kind wil zich niet alleen veilig voelen op school; het wil ook geaccepteerd worden. Het verlangt ernaar om zich prettig en zelfverzekerder te voelen. Daar kan begeleiding of een training aan bijdragen. 3.3 PREVENTIE De mentor bespreekt aan het begin van het schooljaar de algemene afspraken en regels in de klas. Het onderling plagen en pesten wordt hierbij genoemd en onderscheiden. Tevens bespreekt de mentor in de onderbouw het pestprotocol. Ook wordt duidelijk gesteld dat pesten altijd gemeld moet worden en niet als klikken maar als hulp bieden of vragen wordt beschouwd. Verder geldt: 1. De leerlingen ondertekenen in de eerste, de tweede klas en de derde klas het pestprotocol (zie bijlage IV) 2. In de bovenbouw besteedt elke mentor aan het begin van het schooljaar aandacht aan de omgangsregels binnen de school. 3. Indien een mentor of docent daartoe aanleiding ziet, besteedt hij expliciet aandacht 4. aan pestgedrag in een groepsgesprek. Hierbij worden de rol van de pester, het slachtoffer, de meelopers en de stille getuigen benoemd. 5. Van de gesprekken rond pesten worden aantekeningen gemaakt in magister van zowel de pester als het slachtoffer. 6. Twee keer per jaar wordt in alle (onderbouw)klassen aandacht besteed aan pesten door middel van de pestthermometer. ( zie bijlage) Hierdoor wordt regelmatig aandacht besteed aan hoe wij op onze school met elkaar om willen gaan. Afhankelijk van de uitkomst hiervan maakt de mentor en/of leerlingbegeleider pesten weer bespreekbaar. 7. Alle LO docenten worden getraind in de methode Rots en Water zodat ook tijdens deze lessen aandacht kan worden besteed aan hoe wij met elkaar om willen gaan op onze school. 8. In alle teams wordt aandacht besteed aan elementen van mediation. 9. Nieuwe leerlingen krijgen een foldertje waarin staat waar ze terecht kunnen. NB Nadenken over onopvallend info op verschillende plekken in de school waar leerlingen (in school) terecht kunnen in geval van pesten (telefoonnummer zorgcoördinator / kamernummer, enz). Pestprotocol RSG Tromp Meesters P a g i n a 35

36 3.4 SCHORSING Wanneer de gesprekken, mediation en andere professionele hulp geen blijvende vruchten afwerpt en de pester gaat door dan volgt een schorsing van een dag. Als ook dit niet helpt, krijgt de pestende leerling een langere schorsing. 3.5 SCHOOLVERWIJDERING Wanneer de leerling ondanks alle inspanningen van de betrokken partijen koppig blijft volharden in het ongewenste pestgedrag liggen er geen perspectieven meer tot verandering. De school kan en wil geen verantwoordelijkheid meer nemen voor de veiligheid van de overige leerlingen. Er rest de school niets anders dan schoolverwijdering. Pestprotocol RSG Tromp Meesters P a g i n a 36

37 4 HET STAPPENPLAN BIJ EEN MELDING VAN PESTEN De melding van pesten kan gedaan worden bij de mentor, de afdelingsleider, de zorg coördinator of bij de receptie: anoniem op papier of mondeling. Ook via de website kan gemeld worden. Alle signalen (van alle personeelsleden) worden gemeld bij de zorgcoördinator. 4.1 DE TAAK VAN VAKDOCENTEN De vakdocenten hebben vooral een signalerende rol. Wanneer zij pesten waarnemen of redenen hebben om pesten te vermoeden, wordt er van hen verwacht dat zij hierop adequaat reageren en een melding doen om hulp en overleg in gang te zetten. 4.2 DE MENTOR 1. Wanneer het pesten plaatsvindt in klassenverband, praat de mentor eerst met de gepeste en later met de pester apart. Een leidraad voor deze gesprekkennis te vinden in bijlage I en II. Vervolgens organiseert de mentor een gesprek tussen beide leerlingen en probeert tot goede afspraken te komen. 2. De mentor bespreekt direct het vervolgtraject indien het pesten zich herhaalt. 3. De mentor praat met de klas. Dit is belangrijk in verband met de het herstellen van de groepssfeer en om te benadrukken welke verantwoordelijkheid ieder groepslid heeft. 4. Indien het probleem zich herhaalt, meldt de mentor het gedrag aan de afdelingsleider van de leerling(en). Hij overhandigt de afdelingsleider het dossier met daarin de gebeurtenissen en de afspraken die zijn gemaakt. 4.3 DE AFDELINGSLEIDER 1. De afdelingsleider neemt de rol van de mentor over, bij herhaling van het pestgedrag en wanneer het pesten, het klassenverband overstijgt. 2. Hij heeft zo nodig een gesprek met de gepeste en de pester apart of organiseert direct een gesprek tussen beiden. 3. In het contact met de pester is het doel drieledig, namelijk: a. confronteren (zie bijlage II) b. mogelijke achterliggende problematiek op tafel krijgen c. helderheid geven over het vervolgtraject bij herhaling van pesten 4. In het contact met de gepeste wordt gekeken of hij sociaal gedrag vertoont, waardoor hij een gemakkelijk doelwit vormt voor pesters. 5. Hij verwijst zo nodig door naar, voor zowel de pester als de gepeste, mediation of andere professionele hulp 6. Hij stelt alle betrokken ouders op de hoogte wanneer er sprake is van recidief gedrag, verzoekt hen om met hun kind te praten en stelt hen op de hoogte van het vervolgtraject. 7. Hij bespreekt de mogelijkheden tot hulp met de ouders. 8. Hij koppelt alle informatie weer terug naar de mentor. Pestprotocol RSG Tromp Meesters P a g i n a 37

38 4.4 DE MEDIATOR. 4.5 DE ZORGCOÖRDINATOR 1. Zij ondersteunt waar nodig mentoren en afdelingsleiders tijdens de verschillende fasen in het proces 2. Zij biedt op vrijwillige basis individuele begeleiding aan de pester en de gepeste. 3. Zij biedt een sociaal-emotionele training aan voor het eerste en tweede leerjaar. 4. Zij kan waar nodig een inbreng hebben tijdens de mentorlessen. 5. Zij biedt kleinere trainingen aan bij specifieke hulpvragen, zoals bijvoorbeeld een assertiviteitstraining (hooguit vier keer). 6. Zij vraagt regelmatig aandacht voor de problematiek via de nieuwsbrief aan de ouders en via de schoolkrant. Pestprotocol RSG Tromp Meesters P a g i n a 38

39 5 DIGITAAL PESTEN 5.1 WAT IS CYBERPESTEN? Cyberpesten (of digitaal pesten) is het pesten of misbruiken via het internet en via mobiele telefoon. Cyberpesten kan nog veel harder zijn dan pesten in het gewone, dagelijkse leven. Dit komt doordat de daders gemakkelijk anoniem kunnen blijven en de reikwijdte van het internet veel groter is. Tegelijkertijd komen kinderen er op steeds jongere leeftijd mee in aanraking. 'Toen Ik een halfjaar geleden op een woensdagmiddag op MSN ging, werd ik in tien minuten, veertien keer met de dood bedreigd, vertelt Janna (13). De dagen daarna stroomde mijn mailbox vol met berichten van een adres dat ik niet kende: "We komen je halen. Laat het licht maar aan 's nachts". Er ging een mijn klas langs met een foto waarop mijn hoofd op het lichaam van een pornomeisje was geplakt, daaronder stond: Deze hoer gaat sterven". (1/07/07 uit mijn Pers) 5.2 HOE WORDT ER GEPEST? pest-mail (schelden, beschuldigen, roddelen, beledigen) stalking: het stelselmatig lastig vallen van iemand door het blijven sturen van hat of het dreigen met geweld in chatrooms. het tegenkomen van ongewenst materiaal zoals: porno en kinderporno, gewelddadig materiaal etc. ongewenst contact met vreemden webcam-seks: beelden die ontvangen worden kunnen opgeslagen worden en te zijner tijd misbruikt worden hacken: gegevens stelen of instellingen aanpassen. Ook het uit naam van een ander versturen van pest-mail. 5.3 HET STAPPENPLAN NA EEN MELDING VAN CYBERPESTEN 1. Bewaar de berichten. Probeer de berichten waarin het pestgedrag voorkomt te bewaren. Vertel leerlingen hoe ze dat kunnen doen (afdrukken, selecteren en kopiëren, MSN-gesprekken opslaan). 2. Blokkeren van de afzender. Leg de leerling zo nodig uit hoe hij/zij de pest-mail kan blokkeren. 3. Probeer de dader op te sporen. Soms is de dader te achterhalen door uit te zoeken van welke computer op school het bericht is verzonden. Neem contact op met de ICT-coördinator of de systeembeheerder. Het is mogelijk om van het IP adres van de af te leiden van welke computer het bericht is verzonden. Ook is er van alles mogelijk via de helpdesk. 4. Neem contact op met de ouders van de gepeste leerling. Geef de ouders voorlichting over welke maatregelen zij thuis kunnen nemen. 5. Verwijs de ouders zo nodig door. Er zijn twee telefoonnummers die ouders kunnen bellen met vragen, namelijk: a : de onderwijstelefoon b : de vertrouwensinspectie 6. Adviseer aangifte. In het geval dat een leerling stelselmatig wordt belaagd is er sprake van stalking en dan kunnen de ouders aangifte doen. Ook wanneer het slachtoffer lichamelijk letsel of materiële schade is toegebracht, kan de politie worden ingeschakeld. Zo nodig kun je verwijzen naar Bureau Slachtofferhulp ( tel: ) 7. De counselor. Verwijs de pester en/of de gepeste door naar de counselor wanneer verdere begeleiding nodig is. Pestprotocol RSG Tromp Meesters P a g i n a 39

40 Pestprotocol RSG Tromp Meesters P a g i n a 40

41 BIJLAGEN BIJLAGE I LEIDRAAD VOOR EEN GESPREK MET DE GEPESTE LEERLING Feiten Klopt het datje gepest wordt? (h)erkenning van het probleem Door wie wordt je gepest? (doorvragen: zijn er nog meer?) Waar word je gepest? (doorvragen: zijn er nog meer plekken?) Hoe vaak wordt je gepest? Hoe lang speelt het pesten al? Weten je ouders of andere personen dat je gepest wordt? Wat heb je zelf tot nu toe aan het pesten proberen te doen? Zijn er jongeren die jou wel eens proberen te helpen? Wat wil je dat er nu gebeurd; wat wil je bereiken? Aanpak Bespreek samen met de leerling wat hij/zij kan doen tegen het pesten en bekijk waar de leerling aan wil werken om de situatie te verbeteren. Let daarbij op de volgende aspecten: Hoe communiceert de leerling met anderen? Welke lichaamstaal speelt een rol? Hoe gaat de leerling om met zijn gevoelens en hoe maakt hij deze kenbaar aan anderen? Heeft de leerling genoeg vaardigheden om weerbaarder gedrag te tonen naar de pester? Gepeste jongeren lopen vaak rond met het gevoel dat er iets mis is met ze. Daardoor hebben ze moeite om voor zichzelf op te komen. Ergens is er iets in zichzelf dat de pester gelijk geeft. Besteed hier aandacht aan want niemand kan een ander klein maken zonder diens toestemming. Pestprotocol RSG Tromp Meesters P a g i n a 41

42 BIJLAGE II LEIDRAAD VOOR EEN GESPREK MET EEN LEERLING DIE PEST Het doel van dit gesprek is drieledig: de leerling confronteren met zijn gedrag en de pijnlijke gevolgen hiervan Achterliggende oorzaken boven tafel proberen te krijgen Het schetsen van de stappen die volgen wanneer het pestgedrag niet stopt Confronteren Confronteren en kritiek geven is niet hetzelfde. Confronteren is: probleemgericht en richt zich op gedrag wat waar te nemen is. Zodra we interpretaties gaan geven aan gedrag, wordt het persoonsgericht, bijvoorbeeld: je hebt cola in de tas van Piet laten lopen. Dat doe je zeker omdat je graag de lolligste bent! Zodra we gaan interpreteren reageren we een gevoel van frustratie op die ander af en zijn we gestopt met confronteren en begonnen met kritiseren. relatiegericht. Je bent heel duidelijk op de inhoud, in wat je wilt en niet wilt maar met behoud van de relatie, bijvoorbeeld. Ik vind datje heel erg gemeen doet tegen haar en ik wil datje daarmee ophoudt. Zeg nooit: Je bent heel gemeen. Je wilt duidelijk verder met de jongere. Kritiek op de persoon voelt als een beschuldiging/afwijzing. Eigenlijk zeg je daarmee dat de pester een waardeloos mens is. specifiek blijven. Je benoemt de situatie waar het over gaat en vermijdt woorden als altijd, vaak en meestal. Kritiek wordt vaak algemeen. veranderingsgericht. Je stelt zaken vast en gaat vervolgens inventariseren hoe het anders kan. Achterliggende oorzaken Nadat het probleem benoemt is, richt jij je op het waarom? Hoe komt het datje dit gedrag nodig hebt? Wat levert het jou op? Wat reageer je af op die ander? Etc. Maak duidelijk dat er een tekort aan empatisch vermogen zichtbaar wordt in dit gedrag. Wat ga je daaraan doen? Biedt zo nodig hulp aan van de counselor (op vrijwillige basis). Het pestgedrag moet stoppen Wees duidelijk over de stappen die volgen, wanneer het pestgedrag niet stopt (zie richtlijnen pesten). Pestprotocol RSG Tromp Meesters P a g i n a 42

43 BIJLAGE III TIPS VOOR LEERLINGEN Wat kun je doen om digitaal pesten en misbruikte voorkomen? Bedenk dat niet alles waar is, watje op het internet tegenkomt. Gebruik een apart hotmail adres om jezelf te registreren op websites. Kies een adres dat nietje eigen voor- en achternaam volledig weergeeft. Gebruik altijd een bijnaam als chat. Zorg datje wachtwoorden geheim blijven en niet makkelijk te raden zijn. Als anderen wel binnen zijn gekomen, neem dan contact op met de beheerder van de site. Als je een vervelend gevoel hebt over iets wat je hebt gezien of meegemaakt, vertrouw dan op je gevoel en vertel het aan iemand die je vertrouwt. Blijf zelf respectvol naar anderen, scheld niet terug. Ga weg uit de chatroom als er iets vervelends gebeurt. Verwijder onbekende mensen uitje MSN contactlijst. Bel of mail niet zomaar met personen die je alleen van internet kent, spreek niet met ze af zonder dat je ouders dit weten. Verstuur zelf geen flauwe grappen, dreigmail of haatmail Geef geen persoonlijke informatie aan mensen die je alleen van chatten kent. Let vooral op bij foto's van jezelf. Als je een foto op internet zet, kan deze gemakkelijk gekopieerd en op een andere website geplaatst worden. Zo kan hij jarenlang terug te vinden zijn. Foto's kunnen ook bewerkt worden. Wees zeer voorzichtig met het gebruik van je webcam. Jouw beelden kunnen worden opgeslagen en gebruikt worden om ze aan andere personen te laten zien of voor doeleinden gebruikt worden die jij niet wilt. Wat kun je tegen cyberpesten en misbruik doen? Niet persoonlijk opvatten als het van mensen komt die je niet kent. De anonimiteit van internet maakt dat mensen makkelijker gaan schelden. Reageer niet op pestmails of andere digitale pesterijen. Verwijder de zo mogelijk zonder hem te openen. Als je niet reageert, gaan pesters vaak op zoek naar iemand anders om te pesten. Blokkeer de afzender. Als het gaat öm smsjes op de mobiele telefoon, dan heb je soms de mogelijkheid om nummers te blokkeren. Bewaar de bewijzen. Maak een print of sla ze op. Van het IP adres van de kan soms worden afgeleid, van welke computer de verzonden is. Een provider heeft vaak een helpdesk die klachten over nare mail aan kan nemen. Men heeft daar ook de technische mogelijkheden om na te gaan wie de mail heeft verstuurd. Bel de helpdesk op. Ga naar je mentor of afdelingsleider toe op school. Deze zal je verder helpen om het pestgedrag te stoppen. Bij stalken kun je aangifte doen bij de politie. Het is strafbaar. Voor meer informatie over aangifte doen: Pestprotocol RSG Tromp Meesters P a g i n a 43

44 BIJLAGE IV PESTPROTOCOL LEERLINGEN Ik doe niets bij een andere leerling wat ik zelf niet prettig vind Ik doe niet mee aan pesten, uitlachen, roddelen en spreek nooit lelijk over een ander Ik sluit niemand buiten de groep en we noemen elkaar bij de voornaam Niemand heeft het recht om elkaar uit te schelden, te schoppen, te slaan of te spugen Als er iets gebeurt dat ik niet leuk vind, dan probeer ik het eerst samen uit te praten Word ik, of een andere leerling, gepest dan praat ik er thuis en op school over: ik houd het niet geheim Kom ik er niet uit dan ga ik naar mijn mentor, afdelingsleider of ouders Deze regels gelden op school en daarbuiten NB In een apart document is deze bijlag in een aansprekende opmaak voor leerlingen vormgegeven: 44

45 45

Schoolveiligheidsplan

Schoolveiligheidsplan Schoolveiligheidsplan Definitief vastgesteld door de directie in mei 2016 Definitief goedgekeurd door MR in vergadering 7 juli 2016 Geldig vanaf mei 2016 RSG Tromp Meesters Veiligheidsplan Pagina 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

GEDRAGSCODE AGRESSIE, GEWELD EN SEKSUELE INTIMIDATIE

GEDRAGSCODE AGRESSIE, GEWELD EN SEKSUELE INTIMIDATIE GEDRAGSCODE AGRESSIE, GEWELD EN SEKSUELE INTIMIDATIE Wat te doen op scholen bij incidenten waarbij agressie een rol speelt? Aanleiding In de afgelopen jaren hebben zich diverse incidenten voorgedaan op

Nadere informatie

6.13 Agressieprotocol Versiedatum Juli 2013 Vervaldatum/revisiedatum Juli 2014. Goedgekeurd Directeur/Adjunct-directeur

6.13 Agressieprotocol Versiedatum Juli 2013 Vervaldatum/revisiedatum Juli 2014. Goedgekeurd Directeur/Adjunct-directeur 6.13 Agressieprotocol Versiedatum Juli 2013 Vervaldatum/revisiedatum Juli 2014 Status MR Eigenaar Goedgekeurd Goedgekeurd Directeur/Adjunct-directeur 1 Inhoud Algemeen -context-... 3 1. Inleiding... 4

Nadere informatie

Anti-agressieprotocol Het Perron. CSV School voor VMBO en praktijkonderwijs ROC A12 mbo

Anti-agressieprotocol Het Perron. CSV School voor VMBO en praktijkonderwijs ROC A12 mbo Anti-agressieprotocol Het Perron CSV School voor VMBO en praktijkonderwijs ROC A12 mbo Inhoud Voorwoord... 3 1.0 Inleiding... 4 1.1 Doelstelling anti-agressieprotocol... 4 1.2 Rollen, taken en verantwoordelijkheden...

Nadere informatie

KLACHTENREGELING BERG EN BOSCHSCHOOL

KLACHTENREGELING BERG EN BOSCHSCHOOL KLACHTENREGELING BERG EN BOSCHSCHOOL Klachtenregeling Berg en Boschschool - april 2015 1 1 Inleiding In artikel 3 van de Arbowet is opgenomen dat het bevoegd gezag beleid betreffende preventie en bestrijding

Nadere informatie

Protocol veilig klimaat

Protocol veilig klimaat Protocol veilig klimaat Onze school wil een veilige school zijn voor iedereen. Kernwoorden hierbij zijn respect voor en acceptatie van elkaar. Een goede samenwerking tussen personeel, ouders/verzorgers

Nadere informatie

Eigen Regie Friesland

Eigen Regie Friesland Protocol Agressie en Geweld Belang van dit protocol. Medewerkers van Eigen Regie Friesland kunnen doordat zij werken met een kwetsbare doelgroep in aanraking komen met gevoelens van onmacht welke bij deelnemers

Nadere informatie

SCHOOLVEILIGHEIDSPLAN MONTESSORISCHOOL ELZENEIND

SCHOOLVEILIGHEIDSPLAN MONTESSORISCHOOL ELZENEIND SCHOOLVEILIGHEIDSPLAN MONTESSORISCHOOL ELZENEIND Inhoudsopgave Inleiding Onderzoek Visie schoolveiligheidsplan Montessorischool Elzeneind Doelstelling beleidsplan Preventief beleid Curatief beleid Registratie

Nadere informatie

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang Grensoverschrijdend gedrag Klik Kinderopvang wijst alle vormen van grensoverschrijdend gedrag af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang grensoverschrijdend gedrag voorkomen

Nadere informatie

PROTOCOL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG

PROTOCOL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG PROTOCOL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG Op de Lidwinaschool gelden algemene gedragsregels voor leerlingen, leerkrachten, ouders, schoolleiding en andere medewerkers. Die staan beschreven in een gedragscode.

Nadere informatie

d. Noteer de 7 W s voor eventuele aangifte bij de politie. Zie bijlage 2.

d. Noteer de 7 W s voor eventuele aangifte bij de politie. Zie bijlage 2. Doel: Het creëren van een veilige werkomgeving. Onder agressie verstaan wij elke vorm van ongewenst gedrag zowel verbaal als ook fysiek. Zie bijlage 1. Handelwijze bij telefonisch ongewenst gedrag: 1.

Nadere informatie

Protocol Hulp aan leerling en personeel

Protocol Hulp aan leerling en personeel Protocol Hulp aan leerling en personeel IV PROTOCOL Agressie, geweld, seksuele intimidatie, discriminatie en pesten binnen de school (Dit protocol is gebaseerd op het beleidsplan in bijlage I) Hieronder

Nadere informatie

Anti-agressieprotocol Fioretti College School voor MAVO, VMBO en praktijkonderwijs

Anti-agressieprotocol Fioretti College School voor MAVO, VMBO en praktijkonderwijs Anti-agressieprotocol Fioretti College School voor MAVO, VMBO en praktijkonderwijs Plaats, datum Breda, november 2012 Auteur STRIGO Training, Coaching en Advies Voorwoord Het Fioretti College is een relatief

Nadere informatie

Agressieprotocol«1» 1. Vooraf

Agressieprotocol«1» 1. Vooraf Agressieprotocol«1» 1. Vooraf 1.1. Definities Onder agressie wordt verstaan het gehele scala van voorvallen of situaties waarbij een werknemer psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen

Nadere informatie

protocol over het handelen tegen agressie en geweld

protocol over het handelen tegen agressie en geweld Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoogeveen protocol over het handelen tegen agressie en geweld voorlopig vastgesteld directeur-bestuurder 22 maart 2012 instemming GMR 19 april 2012 definitief vastgesteld

Nadere informatie

PROCEDURE M.B.T. HET HANDELEN TEGEN AGRESSIE EN GEWELD. 1. Inleiding Deze procedure is een onderdeel van het ARBO-beleid van het Esdal College.

PROCEDURE M.B.T. HET HANDELEN TEGEN AGRESSIE EN GEWELD. 1. Inleiding Deze procedure is een onderdeel van het ARBO-beleid van het Esdal College. PROCEDURE M.B.T. HET HANDELEN TEGEN AGRESSIE EN GEWELD 1. Inleiding Deze procedure is een onderdeel van het ARBO-beleid van het Esdal College. Het Esdal College is een veilige school. Dit betekent dat

Nadere informatie

Protocol machtsmisbruik / meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Protocol machtsmisbruik / meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling geweld en kindermishandeling Doelgroep: Directies, leerkrachten en interne contactpersonen in primair onderwijs In deze protocollen beperken we ons tot een korte beschrijving van de taken die de interne

Nadere informatie

Gedragsregels - voor patiënten en bezoekers

Gedragsregels - voor patiënten en bezoekers Gedragsregels - voor patiënten en bezoekers De Sint Maartenskliniek verwacht van u dat u zich gedraagt als gast en dat u respectvol en vriendelijk met elkaar omgaat. Behandel de ander zoals u zelf behandeld

Nadere informatie

Agressie, geweld en ongewenst gedrag

Agressie, geweld en ongewenst gedrag Agressie, geweld en ongewenst gedrag Inleiding Iedereen heeft belang bij een goede behandel- en leefsfeer. Voorwaarde voor een goede behandelsfeer is de bejegening. Revant heeft daarom een beleidsnotitie

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE: 1. Voorwoord 2 3. Wat verstaan wij onder agressie 3 4. Agressiebeleid: 4 Bijlage I; Introductiebrief 5

INHOUDSOPGAVE: 1. Voorwoord 2 3. Wat verstaan wij onder agressie 3 4. Agressiebeleid: 4 Bijlage I; Introductiebrief 5 Agressieprotocol Omnia Wonen INHOUDSOPGAVE: Hfd.stuk Paginanr. 1. Voorwoord 2 3. Wat verstaan wij onder agressie 3 4. Agressiebeleid: 4 Bijlage I; Introductiebrief 5 2 1. VOORWOORD Van tijd tot tijd is

Nadere informatie

Melding ongewenst gedrag

Melding ongewenst gedrag Melding ongewenst gedrag Wat zijn agressie en geweld? De definitie van agressie en geweld, zoals die door Veilige Publieke Taak gehanteerd wordt, luidt: Het welbewust verbaal uiten, gebruiken van fysieke

Nadere informatie

Protocollen, regelingen en afspraken

Protocollen, regelingen en afspraken STICHTING OPENBAAR PRIMAIR EN SPECIAAL ONDERWIJS LEIDEN Protocollen, regelingen en afspraken 4F A protocol tegen pesten jan. 2011 4F PROTOCOL TEGEN PESTEN Pesten is het (systematisch) uitoefenen van psychisch,

Nadere informatie

We onderscheiden 5 betrokkenen en gaan daarom uit van de vijf-sporen-aanpak.

We onderscheiden 5 betrokkenen en gaan daarom uit van de vijf-sporen-aanpak. Het Pestprotocol Inleiding Op onze school proberen we voor de kinderen een veilig klimaat te scheppen. De kinderen moeten zich geborgen weten op onze school. Toch komt pesten regelmatig voor, ook bij kinderen

Nadere informatie

Protocol grensoverschrijdend gedrag

Protocol grensoverschrijdend gedrag Protocol grensoverschrijdend gedrag voorlopige vaststelling 03/10/2016 Proces/document Ghita Kolker directeur-bestuurder eigenaar MR 22/11/2016 Versienummer 1.0 - PMR instemming / advisering/ ter informatie

Nadere informatie

Volleybalvereniging Woudenberg. Functie- en taakomschrijving vertrouwenspersoon. Beleid vertrouwenspersoon Volleybalvereniging Woudenberg

Volleybalvereniging Woudenberg. Functie- en taakomschrijving vertrouwenspersoon. Beleid vertrouwenspersoon Volleybalvereniging Woudenberg Volleybalvereniging Woudenberg Functie- en taakomschrijving vertrouwenspersoon 1 1 Inleiding Binnen de Volleybalvereniging Woudenberg vinden we dat we met respect met elkaar moeten omgaan. Stelregel is:

Nadere informatie

1. Aanleiding beleid bij ongewenste omgangsvormen

1. Aanleiding beleid bij ongewenste omgangsvormen Beleid ongewenste omgangsvormen en de vertrouwenspersoon 1. Aanleiding beleid bij ongewenste omgangsvormen Helaas vinden er soms ongewenste situaties op of rondom het voetbalveld plaats die betiteld kunnen

Nadere informatie

GEDRAGSCODE VOOR OUDERS/VERZORGERS*

GEDRAGSCODE VOOR OUDERS/VERZORGERS* GEDRAGSCODE VOOR OUDERS/VERZORGERS* Een school kan niet zonder afspraken. Leerlingen, ouders en personeel zijn gebaat bij goede samenwerking. Daarvoor zijn duidelijke regels nodig. Daarom hebben wij een

Nadere informatie

Pestprotocol Aloysiusschool

Pestprotocol Aloysiusschool Pestprotocol Aloysiusschool Inleiding Op onze school proberen we voor de kinderen een veilig klimaat te scheppen De kinderen moeten zich geborgen weten op onze school Toch komt pesten regelmatig voor,

Nadere informatie

Gedragscode. Toepassing door:

Gedragscode. Toepassing door: Parochiebureau: Dorpsstraat 26 2712 AL Zoetermeer Telefoon: 079 316 30 Gedragscode Toepassing door: alle beroepskrachten, vrijwilligers en stagiaires die werkzaamheden en activiteiten verrichten binnen

Nadere informatie

GEDRAGSCODE voor patiënten en bezoekers

GEDRAGSCODE voor patiënten en bezoekers GEDRAGSCODE voor patiënten en bezoekers de regels, de toelichting, de actie bij overtreding juni 2010 Bergen op Zoom, juni 2010 Het Lievensberg ziekenhuis wil graag een gastvrij ziekenhuis voor zijn patiënten

Nadere informatie

Omgaan met ongewenst gedrag in de thuiszorg

Omgaan met ongewenst gedrag in de thuiszorg Inleiding: Ongewenst gedrag, zoals in dit document beschreven wordt, is een veel voorkomend verschijnsel geworden in onze samenleving. Het veroorzaakt in het algemeen gevoelens van onveiligheid en machteloosheid.

Nadere informatie

Functie en taakomschrijving vertrouwenspersoon

Functie en taakomschrijving vertrouwenspersoon Functie en taakomschrijving vertrouwenspersoon VEILIG SPORTKLIMAAT Budovereniging Asahi Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Doel van aanstelling van een vertrouwenscontactpersoon 2 3 Taken en bevoegdheden van

Nadere informatie

Vragenlijst monitor VPT Provincie Zeeland. Nulme&ng

Vragenlijst monitor VPT Provincie Zeeland. Nulme&ng Vragenlijst monitor VPT Provincie Zeeland Nulme&ng Nulme7ng. In het landelijk programma Veilige Publieke Taak worden er door het ministerie van Binnenlandse Zaken acht maatregelen genoemd die belangrijk

Nadere informatie

De gedragscode voor patiënten/cliënten, bezoekers, klanten en derden

De gedragscode voor patiënten/cliënten, bezoekers, klanten en derden De gedragscode voor patiënten/cliënten, bezoekers, klanten en derden In het onderstaande kader staan de gedragsregels in het kort samengevat en omschreven. Op de volgende pagina s staan de regels een voor

Nadere informatie

Protocol Ongewenste Omgangsvormen

Protocol Ongewenste Omgangsvormen Protocol Ongewenste Omgangsvormen 1. Uitgangspunten Om een veilig sociaal sportklimaat te waarborgen wordt van ieder lid, trainer, vrijwilliger, ouder of gast bij de vereniging (nader samenvattend genoemd:

Nadere informatie

Toolboxmeeting Agressie & Geweld

Toolboxmeeting Agressie & Geweld Agressie en geweld, seksuele intimidatie en pesten op het werk vormen een aanzienlijk probleem. Uit onderzoek blijkt dat het ziekteverzuim onder slachtoffers van seksuele intimidatie en agressie en geweld

Nadere informatie

STICHTING SCHOLENGROEP PRIMATO

STICHTING SCHOLENGROEP PRIMATO STICHTING SCHOLENGROEP PRIMATO OPENBAAR PRIMAIR ONDERWIJS HENGELO OV. PROTOCOL AGRESSIE EN GEWELD (TUSSEN OUDERS EN SCHOOL) Indien er sprake is van een calamiteit in de zin van geweld op school kan het

Nadere informatie

PESTPROTOCOL. Zaanlands Lyceum

PESTPROTOCOL. Zaanlands Lyceum PESTPROTOCOL Zaanlands Lyceum Zaandam, 2013 Inhoud 1. Inleiding 2. Pesten 2.1 Wat is pesten? 2.2 Hoe wordt er gepest? 2.3 De gepeste leerling 2.4 De pester 2.5 De meelopers en andere leerlingen 2.6 Het

Nadere informatie

Pestprotocol. Simon Smitweg GA Leiderdorp

Pestprotocol. Simon Smitweg GA Leiderdorp Pestprotocol Simon Smitweg 7 2353 GA Leiderdorp 071-5899260 Inleiding Pesten is een stelselmatige vorm van agressie waarbij één of meer personen proberen een andere persoon fysiek, verbaal of psychologisch

Nadere informatie

TOT HIER EN NIET VERDER! OVER ONGEWENSTE OMGANGSVORMEN OP HET WERK EN WAT JE ER TEGEN KUNT DOEN DE KLACHTENREGELING VAN WSD (VEREENVOUDIGDE VERSIE)

TOT HIER EN NIET VERDER! OVER ONGEWENSTE OMGANGSVORMEN OP HET WERK EN WAT JE ER TEGEN KUNT DOEN DE KLACHTENREGELING VAN WSD (VEREENVOUDIGDE VERSIE) TOT HIER EN NIET VERDER! OVER ONGEWENSTE OMGANGSVORMEN OP HET WERK EN WAT JE ER TEGEN KUNT DOEN DE KLACHTENREGELING VAN WSD (VEREENVOUDIGDE VERSIE) Inhoud Algemeen 2 Seksuele intimidatie 4 Agressie en

Nadere informatie

RESPECTVOL OMGAAN MET ELKAAR. Sint-Janslyceum s-hertogenbosch

RESPECTVOL OMGAAN MET ELKAAR. Sint-Janslyceum s-hertogenbosch RESPECTVOL OMGAAN MET ELKAAR Sint-Janslyceum s-hertogenbosch 1: Vooraf Op het Sint-Janslyceum zien we graag dat mensen respectvol met elkaar omgaan. Dat betekent: - mensen in hun waarde laten - mensen

Nadere informatie

Sociaal Veiligheidsbeleid PrO Hardenberg Korte versie (Voor volledige tekst zie digitale versie)

Sociaal Veiligheidsbeleid PrO Hardenberg Korte versie (Voor volledige tekst zie digitale versie) Sociaal Veiligheidsbeleid PrO Hardenberg 2017 Korte versie (Voor volledige tekst zie digitale versie) 1 Wat is pesten? Vormen van Pesten De gepeste leerling De pestende leerling Blz.3 Blz.3/4 Blz.4 Blz.4

Nadere informatie

Functie en taakomschrijving vertrouwenspersoon VEILIG SPORTKLIMAAT

Functie en taakomschrijving vertrouwenspersoon VEILIG SPORTKLIMAAT Functie en taakomschrijving vertrouwenspersoon VEILIG SPORTKLIMAAT Taak/ functiebeschrijving vertrouwenspersoon versie 01 datum 22-01-2016 Pagina 1 of 8 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Doel van aanstelling

Nadere informatie

Protocol Sociale Veiligheid. Onderwerp: agressie & geweld

Protocol Sociale Veiligheid. Onderwerp: agressie & geweld Versie 2010-11-29 Protocol Sociale Veiligheid Onderwerp: agressie & geweld Aanvullend op het handboek van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Op 2 maart 2010 is het Handboek agressie en

Nadere informatie

GEDRAGSCODE AGRESSIE EN ONVEILIGHEID

GEDRAGSCODE AGRESSIE EN ONVEILIGHEID GEDRAGSCODE AGRESSIE EN ONVEILIGHEID In deze gedragscode is vastgelegd wat de uitgangspunten zijn van Cavent op het gebied van bejegening en het omgaan met elkaar. Datum vaststelling : 1 juni 2005 Vastgesteld

Nadere informatie

Pestprotocol. De Triangel

Pestprotocol. De Triangel Pestprotocol De Triangel 1 Inleiding Pesten is een groot probleem, dat op alle scholen voorkomt. Ook op de Triangel krijgen we te maken met pestsituaties. In dit protocol staat beschreven wat wij doen

Nadere informatie

Protocol agressie en geweld

Protocol agressie en geweld Protocol agressie en geweld Inleiding Elke school dient te beschikken over een protocol met betrekking tot Agressie en Geweld. Voor iedereen, betrokken bij de school, is dit protocol een handvat bij bovenstaande

Nadere informatie

Protocol Agressie en Geweld

Protocol Agressie en Geweld Protocol Agressie en Geweld Bestuur scholengemeenschap voor vmbo havo atheneum gymnasium school voor praktijkonderwijs Dit is het van de Stichting Voortgezet Onderwijs Ubbo Emmius, statutair gevestigd

Nadere informatie

Inleiding. IKC De Regenboog Gedragsprotocol 1

Inleiding. IKC De Regenboog Gedragsprotocol 1 Inleiding Gedragsregels geven duidelijkheid aan alle betrokkenen, welk gedrag op school op prijs wordt gesteld en welke niet. De gedragsregels die we met elkaar hebben besproken over agressie en geweld,

Nadere informatie

Protocol voor melding (dreigen met) agressie en/of geweld (verbaal en fysiek) of seksuele intimidatie

Protocol voor melding (dreigen met) agressie en/of geweld (verbaal en fysiek) of seksuele intimidatie Molenstraat 25 8331 HP Steenwijk Tel/fax 0521-512820 directie@clemensschool.nl Protocol voor melding (dreigen met) agressie en/of geweld (verbaal en fysiek) of seksuele intimidatie Sint Clemensschool School

Nadere informatie

Protocol Grensoverschrijdend gedrag

Protocol Grensoverschrijdend gedrag Protocol Grensoverschrijdend gedrag Wat is Grensoverschrijdend gedrag: Lichamelijk geweld en verwaarlozing (fysieke agressie zoals slaan, schoppen, krabben, bijten of te weinig voeding, aandacht of verzorging)

Nadere informatie

Anti-pestprotocol Angelaschool Boxtel

Anti-pestprotocol Angelaschool Boxtel Anti-pestprotocol Angelaschool Boxtel Juni 2018 Waarom dit protocol? Pesten komt helaas overal voor. Ook op school worden kinderen gepest om uiteenlopende redenen. Binnen de Angelaschool wordt pesten niet

Nadere informatie

Veiligheid in het primair onderwijs

Veiligheid in het primair onderwijs Veiligheid in het primair onderwijs 1 april 2009 Maarssen 8 april 2009 Amsterdam 9 april 2009 Den Haag 21 april 2009 Eindhoven 22 april 2009 Assen Marij Bosdriesz, Cecile Godefrooy, Marina Moerkens Programma

Nadere informatie

Draaiboek Pesten RSG SLINGERBOS LEVANT

Draaiboek Pesten RSG SLINGERBOS LEVANT Draaiboek Pesten RSG SLINGERBOS LEVANT 2013 Inhoud Vooraf... 2 Wat is pesten... 3 Het draaiboek... 4 De vijfsporenaanpak... 4 Het stappenplan... 5 Betrokken medewerkers... 6 Vooraf Een klimaat waarin gepest

Nadere informatie

Functie en taakomschrijving Vertrouwenspersoon

Functie en taakomschrijving Vertrouwenspersoon Functie en taakomschrijving Vertrouwenspersoon TV Beekhuizen Sabine Gobardhan 06-41 37 47 14 vertrouwenspersoon@tvbeekhuizen.nl Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Doel van aanstelling van een vertrouwenscontactpersoon

Nadere informatie

IN VEILIGE HANDEN. IVN-afdeling Vecht en Plassengebied

IN VEILIGE HANDEN. IVN-afdeling Vecht en Plassengebied IN VEILIGE HANDEN Beleid ter voorkoming van seksueel misbruik en ander ongewenst gedrag IVN-afdeling Vecht en Plassengebied Inleiding IVN-afdeling Vecht en Plassengebied wil de vrijwilligers en de deelnemers

Nadere informatie

Pestprotocol De Leemstee. Inleiding

Pestprotocol De Leemstee. Inleiding Pestprotocol De Leemstee Inleiding Op onze school proberen we voor de kinderen een veilig klimaat te scheppen. Een veilig klimaat waarin kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Pesten vormt een bedreiging

Nadere informatie

Waar ligt voor jou de grens?

Waar ligt voor jou de grens? Veilig werken in de huisartsenzorg Persoonlijk Paspoort Waar ligt voor jou de grens? Bij je werk in de huisartsenpraktijk of post lopen de emoties wel eens op, maar soms gaat een patiënt (of familie daarvan)

Nadere informatie

Protocol Agressie, Geweld en Diefstal RK Bs De Duinsprong

Protocol Agressie, Geweld en Diefstal RK Bs De Duinsprong Protocol Agressie, Geweld en Diefstal RK Bs De Duinsprong Agressie En Geweld... 2 Richtlijn... 2 Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid... 3 Stappenplan bij agressief gedrag van:... 3 De medewerker...

Nadere informatie

ANTI-PESTPROTOCOL ISW IRENESTRAAT

ANTI-PESTPROTOCOL ISW IRENESTRAAT ANTI-PESTPROTOCOL ISW IRENESTRAAT POELDIJK, 2014 Inhoud 1. Inleiding 2. Pesten 2.1 Wat is pesten? 2.2 Hoe wordt er gepest? 2.3 De gepeste leerling 2.4 De pester 2.5 De meelopers en andere leerlingen 2.6

Nadere informatie

Sociale veiligheid op school

Sociale veiligheid op school Sociale veiligheid op school 1 Inleiding In dit document staat omschreven welk beleid en welke protocollen gehanteerd worden op t Kofschip met betrekking tot de sociale veiligheid. Het is een weerslag

Nadere informatie

Algemene klachtenregeling Onderwijs

Algemene klachtenregeling Onderwijs Algemene klachtenregeling Onderwijs Juridisch kader De Wet op het primair onderwijs behandelt in artikel 14 de klachtenregeling. Ouders dan wel verzorgers, en personeelsleden kunnen bij de klachtencommissie,

Nadere informatie

Pestprotocol Christelijk Gymnasium Utrecht Versie 15 oktober 2014

Pestprotocol Christelijk Gymnasium Utrecht Versie 15 oktober 2014 Pestprotocol Christelijk Gymnasium Utrecht Versie 15 oktober 2014 Het pestprotocol vormt de verklaring van de vertegenwoordiging van de school en de ouders waarin is vastgelegd dat we pestgedrag op school

Nadere informatie

Gedragsprotocol Omnisport2b versie: 01/09/2012

Gedragsprotocol Omnisport2b versie: 01/09/2012 Gedragsprotocol Omnisport2b versie: 01/09/2012 Gedragsprotocol, betreffende leden, instructeurs(trices), vrijwilligers en ouders/verzorgers van leden van sportvereniging Omnisport2b We gaan ervan uit dat

Nadere informatie

Protocol. (On)Gewenst Gedrag MCO

Protocol. (On)Gewenst Gedrag MCO Protocol (On)Gewenst Gedrag MCO INHOUD 1. Uitgangspunten MCO 3 1.1. Intentieverklaring 3 1.2. Begripsbepalingen 3 1.3. Werkklimaat 3 1.4. MCO beleid 4 2. Wettelijk kader 4 2.1. Algemeen 4 2.2. Toetsingscriteria

Nadere informatie

Grensoverschrijdend gedrag

Grensoverschrijdend gedrag Grensoverschrijdend gedrag Inleiding De maatschappij krijgt steeds meer te maken met vormen van grensoverschrijdend gedrag. Ook binnen de kinderopvang wordt grensoverschrijdend gedrag door kinderen, ouders

Nadere informatie

Omdat wij veiligheid en respect voor elkaar zo belangrijk vinden

Omdat wij veiligheid en respect voor elkaar zo belangrijk vinden Omdat wij veiligheid en respect voor elkaar zo belangrijk vinden 1. Wij gaan heel zorgvuldig met elkaar om Alle geledingen binnen de school worden geacht respectvol met elkaar om te gaan. Als team hebben

Nadere informatie

Molenstraat 25 8331 HP Steenwijk Tel/fax 0521-512820 directie@clemensschool.nl. Protocol voor opvang bij ernstige incidenten. Sint Clemensschool

Molenstraat 25 8331 HP Steenwijk Tel/fax 0521-512820 directie@clemensschool.nl. Protocol voor opvang bij ernstige incidenten. Sint Clemensschool Molenstraat 25 8331 HP Steenwijk Tel/fax 0521-512820 directie@clemensschool.nl Protocol voor opvang bij ernstige incidenten Sint Clemensschool School Sint Clemensschool Bevoegd gezag Stichting Catent Bestuursnummer

Nadere informatie

Gedragsprotocol Mgr. Zwijsenschool juli Gedragsprotocol Mgr. Zwijsenschool Kampen

Gedragsprotocol Mgr. Zwijsenschool juli Gedragsprotocol Mgr. Zwijsenschool Kampen Gedragsprotocol Mgr. Zwijsenschool Kampen 1 Inhoudsopgave 1 Wat is een protocol?... 3 2 Gedragsregels... 3 3 Gedragscode... 4 3.1 Ter voorkoming van agressie en (fysiek) geweld... 4 3.2 Ter voorkoming

Nadere informatie

Pestprotocol. Montessori Lyceum Groningen

Pestprotocol. Montessori Lyceum Groningen Pestprotocol Montessori Lyceum Groningen Inhoudsopgave Algemeen... 3 De vijfsporenaanpak... 3 Visie van de school over pesten en verantwoordelijkheid... 4 Preventieve (les)activiteiten... 4 Stappenplan...

Nadere informatie

1. Inleiding 2. Elementen van sociale veiligheid: A. Inzicht:

1. Inleiding 2. Elementen van sociale veiligheid: A. Inzicht: 1. Inleiding Dit beleidsplan is een integraal beleidsplan voor sociale veiligheid. Dit wil zeggen dat het beleidsplan zich richt op alle vormen van agressie, geweld, seksuele intimidatie, discriminatie

Nadere informatie

Bepaal samen wanneer iemand over de grens gaat en wat je dan doet.

Bepaal samen wanneer iemand over de grens gaat en wat je dan doet. Veilig werken in de huisartsenzorg Team Paspoort Bepaal samen wanneer iemand over de grens gaat en wat je dan doet. Bij je werk in de huisartsenpraktijk of post lopen de emoties wel eens op, maar soms

Nadere informatie

Protocol 2: het vermoeden van seksuele intimidatie tussen kinderen onderling in de schoolsituatie.

Protocol 2: het vermoeden van seksuele intimidatie tussen kinderen onderling in de schoolsituatie. Pagina 1 van 7 2.2.10. PROTOCOL PREVENTIE MACHTSMISBRUIK Bron:: JGZ protocol PMM - concept 4 GGD Hart voor Brabant Moet iedereen het weten? Draaiboek bij crisissituaties seksuele intimidatie in het primair

Nadere informatie

Klachten als gevolg van ongewenst gedrag

Klachten als gevolg van ongewenst gedrag Klachten als gevolg van ongewenst gedrag 1. Inleiding In deze nota zal ongewenst gedrag op het gebied van seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en discriminatie aangeduid worden als ongewenst

Nadere informatie

Pestprotocol 2016 januari 2016

Pestprotocol 2016 januari 2016 Pestprotocol 2016 januari 2016 Inhoudsopgave Pagina Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2 Pesten 4 2.1 Verschil tussen plagen en pesten 4 2.2 Signalen van pestgedrag 4 2.3 Cyberpesten 5 Hoofdstuk 3 Aanpak

Nadere informatie

OPVANG LEERLINGEN BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE

OPVANG LEERLINGEN BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE OPVANG LEERLINGEN BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE Apeldoorn, 1 december 2006 Auteur M.H. Luikinga Afdeling Personeel & Organisatie December 2006 INHOUD blz. 1 Inleiding...

Nadere informatie

Gedragscode basisschool Beppino Sarto

Gedragscode basisschool Beppino Sarto Gedragscode basisschool Beppino Sarto 2018-2019 Onze school wil een gemeenschap zijn, waar alle deelnemers zich prettig voelen. Dit betekent dat je samen moet zorgen voor een goede sfeer. Deze sfeer wordt

Nadere informatie

Wij gaan er vanuit dat betrokkenen van onze school klachten en verschillen van inzicht altijd eerst

Wij gaan er vanuit dat betrokkenen van onze school klachten en verschillen van inzicht altijd eerst Klachtenregeling Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in eerste instantie in goed overleg tussen leerlingen, ouders, leerkrachten (en/of overig personeel) en

Nadere informatie

B.N.M.H.C. Zwart- Wit. Vertrouwenspersoon. Functie- en taakomschrijving

B.N.M.H.C. Zwart- Wit. Vertrouwenspersoon. Functie- en taakomschrijving B.N.M.H.C. Zwart- Wit Vertrouwenspersoon Functie- en taakomschrijving Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Doel van aanstelling van een vertrouwenspersoon... 2 3. Taken en bevoegdheden van de vertrouwenspersoon...

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Agressieprotocol Politieke ambtsdragers. Inhoud. Inleiding. Definities

GEMEENTEBLAD. Nr Agressieprotocol Politieke ambtsdragers. Inhoud. Inleiding. Definities GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Krimpenerwaard Nr. 229101 22 december 2017 Agressieprotocol Politieke ambtsdragers Inhoud Inleiding Definities. Politieke ambtsdragers. Collega s. Grensoverschrijdend

Nadere informatie

Anti-Protocol Edudelta College Barendrecht

Anti-Protocol Edudelta College Barendrecht Anti-Protocol Edudelta College Barendrecht Versie 0.2 2 Documentinformatie Versiegeschiedenis Versie* Datum Status ** Samenvatting van de aanpassing 0.1 31 okt. 2016 Concept Eerste opzet o.b.v. pestprotocol

Nadere informatie

Dit document is als volgt opgebouwd: 1. Afbakening 2. Beleid 3. Preventie 4. Hantering 5. Melden 6. Werkwijze 7. Relatie met andere documenten

Dit document is als volgt opgebouwd: 1. Afbakening 2. Beleid 3. Preventie 4. Hantering 5. Melden 6. Werkwijze 7. Relatie met andere documenten Inleiding Binnen Heliomare kunnen cliënten en medewerkers worden geconfronteerd met agressie en ander ongewenst gedrag. Dit beleidsdocument beschrijft het beleid van Heliomare met betrekking tot het voorkomen

Nadere informatie

Protocol anti-pesten

Protocol anti-pesten Protocol anti-pesten Voorwoord Binnen Aeres VMBO vinden we pesten onacceptabel. Pesten vraagt om een duidelijke en krachtige reactie vanuit de school. Een klimaat waarin gepest wordt, tast iedereen aan.

Nadere informatie

Gedragsprotocol. Sint Gerardusschool. Splitting 145. Gedragsprotocol

Gedragsprotocol. Sint Gerardusschool. Splitting 145. Gedragsprotocol 2018-2019 Sint Gerardusschool Splitting 145 Sint Gerardusschool, de veilige school Afspraken m.b.t. omgaan met elkaar op de Sint Gerardusschool Goede leerprestaties kunnen bereikt worden als leerlingen

Nadere informatie

Stroomschema: klachtenroutes bij Ongewenste Omgangsvormen

Stroomschema: klachtenroutes bij Ongewenste Omgangsvormen Stroomschema: klachtenroutes bij Ongewenste Omgangsvormen De Wet schrijft voor dat elke school een klachtenregeling heeft. Iedereen binnen de school (leerlingen, ouders, docenten, leidinggevenden, overige

Nadere informatie

PESTPROTOCOL Onderstaande tekst is ontleend aan paragraaf 4.1 van het Schoolveiligheidsplan van het St.

PESTPROTOCOL Onderstaande tekst is ontleend aan paragraaf 4.1 van het Schoolveiligheidsplan van het St. PESTPROTOCOL Onderstaande tekst is ontleend aan paragraaf 4.1 van het Schoolveiligheidsplan 2012-2013 van het St. Bonifatiuscollege HET PESTPROTOCOL Het pestprotocol vormt de verklaring van de vertegenwoordiging

Nadere informatie

Plan Sociale Veiligheid

Plan Sociale Veiligheid Plan Sociale Veiligheid OPENBAAR ONDERWIJS AAN DE AMSTEL 15 e montessorischool Maas en Waal 1 Voorwoord Volgens de Arbeidsomstandighedenwet is iedere instelling in Nederland - en dus ook elke school -

Nadere informatie

Pestprotocol ICBS de Tweemaster, Naarden

Pestprotocol ICBS de Tweemaster, Naarden Inleiding: Hoe gaan we om met pesten en agressief gedrag? Wij beseffen dat het klimaat van de school grote invloed heeft op de ontwikkeling van het kind. Wij stellen daarom een vriendelijk en veilig klimaat

Nadere informatie

INLEIDING Wat verstaan we onder ongewenst gedrag en seksueel misbruik?

INLEIDING Wat verstaan we onder ongewenst gedrag en seksueel misbruik? In Veilige Handen - Het voorkómen van seksueel misbruik en ander ongewenst gedrag INLEIDING IVN-activiteiten worden door beroepskrachten en vrijwilligers uitgevoerd. Natuurlijk moet dat in een plezierige

Nadere informatie

Protocol omgangsvormen klanten

Protocol omgangsvormen klanten Inleiding Agressief gedrag in de vorm van intimidatie en fysiek geweld is een veel voorkomend verschijnsel geworden in onze samenleving. Vanuit het oogpunt van de Arbowet heeft Patrimonium als werkgever

Nadere informatie

Gedragscode ter voorkoming van ongewenst gedrag

Gedragscode ter voorkoming van ongewenst gedrag , verder te noemen organisatie, hanteert deze voor zowel kinderopvang als peuterspeelzalen. Inleiding De organisatie wil met deze gedragscode waarborgen scheppen voor een goed en stimulerend werkklimaat

Nadere informatie

4. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak. (Zie verderop in dit protocol)

4. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak. (Zie verderop in dit protocol) ANTI PEST PROTOCOL Er gelden drie uitgangspunten: n 1. Wij gaan met respect met elkaar om. 2. Wij pesten niet. 3. Wij accepteren niet dat er gepest wordt. Pesten op school. Hoe gaan we hier mee om? Pesten

Nadere informatie

Protocol ongewenste omgangsvormen

Protocol ongewenste omgangsvormen Protocol ongewenste omgangsvormen Versiebeheer: revisienummer datum omschrijving verandering 4-03-2013 Vaststelling in bestuursvergadering 4 maart 2013, met ingang van 1 maart 2013 Protocol ongewenste

Nadere informatie

12 mei 2009, c.q. 18 mei 2009 (per mail)

12 mei 2009, c.q. 18 mei 2009 (per mail) Naam document: Schoolreglement Versie 4 Voorstel van AD d.d. 12-02-2009 (versie 3) Behandeling in directieoverleg d.d. 24-02-2009 (versie 3) Aangeboden aan GMR of MR: GMR Aangeboden d.d.: 10-03-2009 Gehele

Nadere informatie

Protocol Incidentenregistratie

Protocol Incidentenregistratie Protocol Incidentenregistratie Internetversie Vastgesteld 14 juni 2012 Inhoud 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 DEFINITIES... 3 3 ACHTERGROND... 3 4 UITVOERING... 3 4.1 Doorgeven en melden incidenten decentraal...

Nadere informatie

Gedragsprotocol t Karregat. versie: september 2018

Gedragsprotocol t Karregat. versie: september 2018 Gedragsprotocol t Karregat versie: september 2018 Inleiding School waar je leert samenleven! De leerkrachten van t Karregat bevorderen het scheppen van een veilig klimaat in en om de school en een sfeer

Nadere informatie

Er is geen slachtoffer en dader; beide partijen zijn even sterk. Plagen kan de sociale weerstand van kinderen vergroten. Vaak speelt humor een rol.

Er is geen slachtoffer en dader; beide partijen zijn even sterk. Plagen kan de sociale weerstand van kinderen vergroten. Vaak speelt humor een rol. PESTPROTOCOL Doel Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen en volwassenen,

Nadere informatie

Vragenlijst: Omgaan met agressie en geweld in het werk

Vragenlijst: Omgaan met agressie en geweld in het werk Vragenlijst: mgaan met agressie en geweld in het werk Als. willen wij graag meer inzicht krijgen in de mate waarin onze medewerkers met agressie en geweld in aanraking komen en de manier waarop hiermee

Nadere informatie

Korte handreiking melden en registreren agressie-incident binnen huisartsenzorg

Korte handreiking melden en registreren agressie-incident binnen huisartsenzorg Korte handreiking melden en registreren agressie-incident binnen huisartsenzorg Gezond, veilig en met plezier werken SSFH staat voor je klaar www.ssfh.nl Na het melden van een incident door een medewerker

Nadere informatie