ROUNDTABLE STRAFRECHT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ROUNDTABLE STRAFRECHT"

Transcriptie

1 ROUNDTABLE STRAFRECHT SPREKERS MR. F.H.H. SIJBERS, WLADIMIROFF ADVOCATEN N.V. MR. H. DE KROON, SHIODA ADVOCATEN MR. S. BRINKHOFF, UNIVERSITAIR DOCENT STRAF(PROCES)RECHT RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN 15 DECEMBER :30 16:30 UUR

2 Inhoudsopgave Mr. F.H.H. Sijbers, mr. H. de Kroon & mr. S. Brinkhoff Jurisprudentie Hoge Raad 10 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3263 p. 3 Uit de bewijsvoering kan niet zonder meer worden afgeleid dat verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van de boot in die mate is tekortgeschoten in zijn onderzoeksplicht dat hij met de voor schuldheling vereiste aanmerkelijke onvoorzichtigheid heeft gehandeld. Hoge Raad 23 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1694 p. 7 Voor een veroordeling ter zake van schuldheling is vereist dat ten tijde van het verwerven en het voorhanden krijgen van het bewuste goed sprake is van schuld ten aanzien van de omstandigheid dat het desbetreffende goed door misdrijf is verkregen. Hoge Raad 30 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1772 p. 12 In deze zaak had verdachte zeven keer de toegestane hoeveelheid alcohol had gedronken, minstens 147 km/u had gereden op een weg waar 100 km/u was toegestaan en geen enkele ervaring met besturing van het type auto waarin hij reed. Hoge Raad 16 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1656 p. 19 De Hoge Raad laat zich uit over het begrip roekeloosheid. Roekeloosheid vereist een zeer ernstig gebrek aan zorgvuldigheid. Gerechtshof Amsterdam 27 februari 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:631 p. 27 Klimop zaak, vastgoedfraude : in het bijzonder media aandacht meewegen in strafmaat, positie benadeelde partijen. Gerechtshof Den Haag 30 juni 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1752 p. 66 Youp vd Nieuwenhuyzen, faillissementsfraude --> toetsing van het bewijs Hoge Raad 29 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1359 p. 133 Nemo Tenetur Hoge Raad 6 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:4 p. 138 In deze zaak is op grond van art. 55 Sv een machtiging tot binnentreden van de woning ter aanhouding van de verdachte afgegeven. Hoge Raad 22 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2775 p. 143 In deze zaak wordt in een lopend onderzoek naar verdovende middelen aan de latere verdachte een stopteken gegeven. Hoge Raad 6 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:2956 p. 148 In deze zaak betoogt de verdediging dat in strijd met de Ambtsinstructie is gehandeld door het gebruik van het vuurwapen bij de aanhouding.

3 ECLI:NL:HR:2015:3263 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05266 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2021, Gevolgd Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Cassatie Inhoudsindicatie Slagende bewijsklachten schuldheling bij aanschaf motorboot via marktplaats. Uit de bewijsvoering kan niet zonder meer worden afgeleid dat verdachte t.t.v. het voorhanden krijgen van de boot in die mate is tekortgeschoten in zijn onderzoeksplicht dat hij met de voor schuldheling vereiste aanmerkelijke onvoorzichtigheid heeft gehandeld. Het Hof heeft niets overwogen omtrent de redelijkerwijs van verdachte als koper te vergen controle van de herkomst van de boot, de staat van de boot in relatie tot de betaalde koopprijs en de marktwaarde van de boot t.t.v. het voorhanden krijgen daarvan. De enkele omstandigheid dat het Hof de (desalniettemin voor het bewijs gebezigde) verklaring van verdachte m.b.t. de periode van aankoop van de boot ongeloofwaardig heeft geacht, maakt nog niet duidelijk dat verdachte had moeten vermoeden dat de boot van misdrijf afkomstig was, mede in het licht van hetgeen de verdediging heeft aangevoerd. Vindplaatsen Rechtspraak.nl SR-Updates.nl RvdW 2015/1257 Uitspraak 10 november 2015 Strafkamer nr. S 14/05266 EC/MD Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 22 april 2014, nummer 23/ , in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] Geding in cassatie Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R. Hörchner, 3

4 advocaat te Breda, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan. 2 Beoordeling van de middelen 2.1. De beide middelen, die zich voor gezamenlijke bespreking lenen, klagen over de motivering van de bewezenverklaring, voor zover inhoudende dat de verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen redelijkerwijs moest vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij: "in de periode van 14 oktober 2009 tot en met 12 april 2011 te [plaats] uit winstbejag een door misdrijf verkregen motorboot, type Interboat 19, registratienummer [001], voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen redelijkerwijs moest vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof." Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen: "1. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer van 12 april 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] (doorgenummerde pag. 7-8). Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven: Op 12 april 2011 werd ik gebeld door een man welke zich voorstelde als zijnde genaamd [betrokkene 1]. [betrokkene 1] verklaarde dat hij op 12 april 2011 naar het adres [a-straat] te [plaats] was geweest. Hij had interesse in een vaartuig van het merk Interboat type 19. Dit vaartuig werd aangeboden op Marktplaats.nl voor ,00 euro. [betrokkene 1] verklaarde dat hij had gezien dat in de achterbank van het vaartuig de naam " [betrokkene 2] " was gekrast. [betrokkene 1] gaf mij het volgende CIN op: [002]. [betrokkene 1] verklaarde dat hij het CIN had nagevraagd bij de fabrikant en dat hem door een medewerker werd medegedeeld dat dit vaartuig in oktober 2009 was ontvreemd. [betrokkene 1] verklaarde geen goed gevoel bij de aanbieder en zijn vaartuig te hebben. Ik heb in het politiesysteem een proces-verbaal van aangifte van diefstal van een vaartuig gevonden. Daarin stond dat op 14 oktober 2009 aangifte was gedaan door een man genaamd: [betrokkene 2], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] [betrokkene 2] verklaart dat zijn vaartuig, een Interboat type 19 voorzien van CIN [002] tussen 13 en 14 oktober 2009 was weggenomen te [plaats]. Door mij is middels het GBA het adres [a-straat] te [plaats] bekeken en vastgesteld dat daar woonachtig is in een woonschip de navolgende persoon genaamd: [verdachte], geboren op [geboortedatum]

5 2. Een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer van 14 april 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 3] (doorgenummerde pag ). Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven: U vraagt mij hoe ik de boot heb gekocht. Ik heb de advertentie via Marktplaats gevonden. De adverteerder vroeg er niet veel geld voor. Ik heb de boot eind augustus/begin september 2009 gekocht. Ik heb geen proefvaart gemaakt, omdat het goed voelde. Ik heb euro voor de boot betaald. In contanten. Ik verkoop via mijn eigen naam ' [verdachte] '. Ik koop en verkoop veel via Marktplaats. Dat is min of meer mijn bron van inkomsten. Een Interboat 19 is nu ongeveer tussen de en euro. Dat is zo ongeveer de marktwaarde voor deze boten. De waarde van een Interboat 19 hangt ook af van de betimmering en uitvoering als motorvermogen. De vraagprijs bij aankoop was euro. Het was inderdaad een koopje. U vraagt mij wat ik doe om te voorkomen dat ik een gestolen boot koop. Bij bootjes zeg ik u dat ik er niets aan doe. Ik ben te goeder trouw geweest en misschien een beetje te impulsief. Ik had er geen flauw idee van. U vraagt mij of ik weet dat er gestolen spullen worden verkocht op Marktplaats. Ja, de hele wereld is verrot en dat weet ook Marktplaats. 3. Een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer van 16 juni 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4] en [verbalisant 2] (doorgenummerde pag ). Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven: Ik moet eerlijk bekennen dat ik nooit in de jachthaven van [plaats] ben geweest. Ik heb die man, [betrokkene 3], alleen aan de telefoon gehad. Hij heeft de sloep naar mij toe gevaren. Ik moet zeggen dat ik daar niet eerlijk over ben geweest, omdat ik niet tegen [betrokkene 4] wilde liegen. Ik wilde [betrokkene 4] het gevoel geven dat het wel goed zat, dat ik de sloep uit een gerenommeerde jachthaven had gehaald. 4. Een geschrift, zijnde een factuur van Interboat motorsloepen aan [betrokkene 2] d.d. 19 oktober Dit geschrift houdt onder meer in, zakelijk weergegeven: Aankoop Interboat 19 met 25 pk Vestus diesel. Totaal: F ,00." Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring voorts het volgende overwogen: "De raadsman heeft vrijspraak bepleit en heeft zich onder verwijzing naar de uitspraak van de Hoge Raad van 25 mei 2010 (LJN: BL5625) op het standpunt gesteld dat op grond van de feiten en omstandigheden zoals deze uit het dossier naar voren zijn gekomen niet zonder meer volgt dat de verdachte redelijkerwijs moest vermoeden dat de boot van misdrijf afkomstig was. De raadsman is van mening dat de prijs die de verdachte voor de boot heeft betaald gangbaar is en dat de verkoper een plausibele verklaring heeft gegeven waarom hij van de boot af moest. De boot was beschadigd en de prijs was niet exorbitant hoog. Daarnaast kwam de verkoper als betrouwbare man over die in een goede indruk heeft gemaakt op de verdachte. Hieruit volgt naar de mening van de raadsman 5

6 dat geen sprake is geweest van grove nalatigheid. Het hof verwerpt het verweer. De verklaring van de verdachte dat hij de boot in augustus/september 2009 heeft gekocht strookt niet met de verklaring van de aangever dat de boot op 13 oktober 2009 is gestolen. Het hof acht reeds daarom de verklaring van de verdachte dat hij de boot eind augustus/begin september 2009 via Marktplaats heeft gekocht ongeloofwaardig. Het hof wordt in dit oordeel nog gesterkt door de omstandigheid dat de verdachte geen enkele concrete aanwijzing heeft kunnen geven over de persoon die de boot aan hem zou hebben verkocht of de herkomst van de boot." 2.3. Uit de bewijsvoering kan niet zonder meer kan worden afgeleid dat de verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van de boot in die mate is tekortgeschoten in zijn onderzoeksplicht dat hij met de voor schuldheling vereiste aanmerkelijke onvoorzichtigheid heeft gehandeld. Daarbij wordt mede het volgende in aanmerking genomen. Het Hof heeft niets overwogen omtrent de in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van de verdachte als koper te vergen controle van de herkomst van de boot, bijvoorbeeld aan de hand van het (in het hiervoor in onder 1. opgenomen bewijsmiddel vermelde) Craft Identification Number (CIN). Over de staat van de boot in relatie tot de betaalde koopprijs en de marktwaarde van de boot ten tijde van het voorhanden krijgen daarvan heeft het Hof niets naders overwogen, terwijl de enkele omstandigheid dat het Hof de - desniettemin voor het bewijs gebezigde - verklaring van de verdachte met betrekking tot de periode van aankoop van de boot ongeloofwaardig heeft geacht, nog niet duidelijk maakt dat de verdachte had moeten vermoeden dat de boot van misdrijf afkomstig was, mede in het licht van hetgeen de verdediging heeft aangevoerd, te weten dat de verdachte de boot heeft gekocht voor een prijs die gangbaar was, dat de verkoper een plausibele verklaring voor de verkoop had gegeven en dat de boot beschadigd was. De bewezenverklaring is dus niet naar de eis der wet met redenen omkleed De middelen zijn terecht voorgesteld. 3 Slotsom Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist. 4 Beslissing De Hoge Raad: vernietigt de bestreden uitspraak; wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan. Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 november

7 ECLI:NL:HR:2015:1694 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/01540 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:948, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:938, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Cassatie Inhoudsindicatie Slagende bewijsklacht schuldheling. Vindplaatsen Rechtspraak.nl SR-Updates.nl RvdW 2015/838 Uitspraak 23 juni 2015 Strafkamer nr. 14/01540 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 17 maart 2014, nummer 22/ , in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] Geding in cassatie Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M. Bouman, advocaat te Delft, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Den Haag teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan. 2 Beoordeling van het middel 7

8 2.1. Het middel klaagt dat de bewezenverklaring niet toereikend is gemotiveerd in het licht van hetgeen door en namens de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep is aangevoerd Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat: "hij op 31 januari 2012 te Delft en in Nederland, een motorblok (van een brom/snorfiets) heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat motorblok redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof." Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen: "1. Een proces-verbaal relaas d.d. 26 februari 2012 van de politie Haaglanden met nr. PL Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (doorgenummerd proces-verbaal blz. 2 en 3): als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar: Op 31 januari 2012 werden wij, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2], gestuurd naar de Elzenlaan te Delft. Ter plaatse bleek de tenaamgestelde van een snorfiets te staan. Tevens bleek een persoon genaamd [betrokkene 1] (het hof leest: [betrokkene 1]), geboren op [geboortedatum] 1974, bij de snorfiets te staan. Deze persoon overhandigde een aangifte (hof: doorgenummerd procesverbaal blz. 6 en 7) en deelde ons verbalisanten mede dat dit de snorfiets is waarvan hij (het hof leest: zij) aangifte van diefstal heeft gedaan op 13 november 2011 met registratienummer De tenaamgestelde overhandigde desgevraagd een kentekenbewijs dat overeen kwam met de kentekenplaat bevestigd aan de snorfiets. De tenaamgestelde was niet in staat het framenummer behoorlijk te laten zien. Hierop heb ik, verbalisant [verbalisant 1], de snorfiets voor technisch onderzoek meegenomen naar het politiebureau te Delft. 2. Een proces-verbaal d.d. 6 februari 2012 van de politie Haaglanden met nr. 3412/2012. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (doorgenummerd proces-verbaal blz. 9 tot en met 11): als relaas van de betreffende opsporingsambtenaren: Op 2 februari 2012 hebben wij, verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4], het hierna genoemde voertuig onderzocht: Soort: Bromfiets Merk: Tomos Type: A35-HDA Op dat moment voorzien van het kenteken [AA-00-BB] Bevraging van het Kentekenregister van de Rijksdienst voor het Wegverkeer leverde op dat dit kenteken op naam is gesteld van: [verdachte]. Dit kenteken is afgegeven voor het volgende voertuig: Soort: Bromfiets Merk: Tomos Type: A35-HDA 8

9 Voertuigidentificatienummer: [001] ONDERZOEK VOERTUIG: Het is ons ambtshalve bekend, dat het voertuigidentificatienummer (nader te noemen V.I.N.) door de fabrikant bij dit merk en type voertuig, op drie plaatsen zichtbaar werd aangebracht. Na onderzoek op deze drie plaatsen werd op het balhoofd het goedkeuringsnummer [ ] en een zeer slecht leesbaar V.I.N. aangetroffen. Ter plaatse is door ons vervolgens een etsbehandeling met de daartoe bestemde chemisch werkzame vloeistoffen toegepast. Tijdens deze behandeling werd het door de fabrikant aangebrachte V.I.N. wel zichtbaar. Hier aangetroffen nummer luidt: *[001]* Dit nummer is door de fabrikant aangebracht. In het nummer hebben wij geen veranderingen geconstateerd. Het behoort bij het onderzochte voertuig. Wij zagen verder dat het frame kennelijk van zijn originele verflaag was ontdaan, mogelijk door middel van zandstralen. Hierna werd het voertuig kennelijk van een laag grijze grondverf voorzien, waarna deze matzwart werd overgespoten. Wij zagen dat de bromfiets was voorzien van enkele zilvergrijze opzetstukken. Onderzoek motorblok Bij onderzoek aan het in het onderzochte voertuig aangebrachte motorblok bleek dat dit voorzien was van het motornummer *[002]*. Dit nummer is door de fabrikant aangebracht. In het nummer werden door ons geen veranderingen geconstateerd. Uit navraag bij de importeur van dit merk bromfiets bleek, dat de motor met het motornummer *[002]* door de fabrikant oorspronkelijk werd geplaatst in een tweewielig motorvoertuig merk Tomos, kleur zilvergrijs, bouwjaar 2002, voorzien van het volgende voertuigidentificatienummer: [003]. Bevraging van het kentekenregister van de Rijksdienst voor het Wegverkeer leverde op dat voor het motorvoertuig met het voertuigidentificatienummer: [003] op 18 mei 2006 het kenteken [CC-00-DD] is afgegeven, voor een bromfiets van het merk Tomos, type A35-HDA. Dit voertuig staat sinds 13 november 2011 als ontvreemd gesignaleerd, onder vermelding van het proces-verbaalnummer PLl Conclusie: Het aangebrachte voertuigidentificatienummer is origineel en behoort bij het onderzochte voertuig. Het onderzochte voertuig was voorzien van een motorblok dat van fabriekswege werd geplaatst in een bromfiets die thans als ontvreemd staat gesignaleerd. 3. De verklaring van de verdachte. De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 3 maart 2014 verklaard - zakelijk weergegeven -: Ik heb op 31 januari 2012 te Delft een bromfiets van het merk Tomos, gekentekend [AA-00-BB] voorhanden gehad. Ik heb op internet gezocht. Het frame van de Tomos had ik via Marktplaats bij iemand in Rotterdam gekocht. Het motorblok van deze Tomos had ik via Marktplaats en vervolgens via Whatsapp van iemand in Rijswijk gekocht. Van de verkoper had ik geen woonadres doorgekregen maar het adres van een flatgebouw bij de Bogaard in Rijswijk. Toen ik bij het flatgebouw aankwam om het motorblok te kopen, stond de man daar al op straat op mij te wachten."

10 Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring voorts het volgende overwogen: "De verdachte heeft over het verwerven van het motorblok verklaard dat hij deze via Marktplaats en Whatsapp van een man heeft gekocht, op straat bij een flat bij het winkelcentrum In de Bogaard in Rijswijk. Met deze hem onbekende man, van wie de verdachte ook geen naam en geen (adres)gegevens wist, had de verdachte daar afgesproken. Onder deze omstandigheden waarin de verdachte het motorblok heeft aangeschaft, had de verdachte naar het oordeel van het hof redelijkerwijs moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof." Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep hebben de verdachte onderscheidenlijk diens raadsman aldaar het volgende aangevoerd: "Ik heb op 31 januari 2012 te Delft een bromfiets van het merk Tomos, gekentekend [AA-00-BB]voorhanden gehad. Ik heb op internet gezocht. Het frame van de Tomos had ik via Marktplaats bij iemand in Rotterdam gekocht. Het motorblok van deze Tomos had ik via Marktplaats en vervolgens via Whatsapp van iemand in Rijswijk gekocht. Van het door mij gekochte frame en het motorblok heb ik de Tomos gemaakt. Ik had juist bewust een duurder motorblok gekocht omdat ik eerder al eens daarmee in de fout ben gegaan. De bromfiets die ik toen kocht, bleek toen achteraf te zijn gestolen. Op het frame stond een nummer vermeld dat ik heb nagetrokken. Het nummer op het motorblok heb ik niet nagetrokken. Op het motorblok zaten geen krasjes. Het frame heb ik overgespoten omdat het helemaal verroest was. Op het frame stond het nummer duidelijk vermeld. Als je de verflaag van het framenummer verwijdert, kun je het nummer zo lezen. Bij het monteren van het motorblok aan het frame heb ik hulp gekregen van iemand anders. Het spuiten van het frame heb ik zelf gedaan. U vraagt mij of ik aan de verkoper van het motorblok heb gevraagd of het eerlijke handel was. De verkoper heeft aan mij verteld dat hij een aanrijding had gehad met zijn brommer, waardoor zijn voorvork kapot was. Hij heeft toen zijn motorblok van de brommer verwijderd en dit te koop gezet. De verkoper had ook nog andere onderdelen van de brommer te koop. De verkoper was een man van ongeveer 30 jaar oud. Hij zag er betrouwbaar uit. Mijn raadsman vraagt mij of ik het adres nog weet van de man van wie ik het motorblok heb gekocht. Ik had het motorblok via Marktplaats gevonden. Van de verkoper had ik geen woonadres doorgekregen maar het adres van een flatgebouw bij de Bogaard in Rijswijk. Toen ik bij het flatgebouw aankwam om het motorblok te kopen, stond de man daar al op straat op mij te wachten. De naam van de man weet ik niet. De brommer is in één dag opgebouwd. Het motorblok had ik toen al een paar maanden. De exacte datum van het opbouwen van de brommer weet ik niet meer. (...) De raadsman voert het woord tot verdediging en bepleit vrijspraak van zijn cliënt van het ten laste gelegde. Daartoe voert de raadsman aan dat zijn cliënt een frame en een motorblok heeft gekocht via Marktplaats en dat daarmee helemaal niets mis is. Is dan het feit dat je niet een precies adres afspreekt al reden om te denken dat dat niet goed is? De politie had onderzoek moeten doen bij de importeur om de identiteit van het motorblok te achterhalen. Cliënt heeft een 10

11 normale prijs betaald voor het blok." 2.3. Mede gelet op hetgeen door en namens de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep is aangevoerd is de bewezenverklaring, voor zover inhoudende dat de verdachte "ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat motorblok redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof", niet naar de eis der wet met redenen omkleed Het middel is terecht voorgesteld. 3 Slotsom Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist. 4 Beslissing De Hoge Raad: vernietigt de bestreden uitspraak; wijst de zaak terug de zaak naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 juni Mr. Van de Griend is buiten staat dit arrest te ondertekenen. 11

12 ECLI:NL:HR:2015:1772 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/01590 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:980, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:253, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Cassatie Inhoudsindicatie Roekeloosheid, art. 6 jo. art. 175 WVW HR herhaalt ECLI:NL:HR:2013:960, NJ 2014/25. De bewijsvoering van het Hof schiet tekort. De door het Hof blijkens de nadere bwo in aanmerking genomen omst. (drinken van 7x de toegestane hoeveelheid alcohol, rijden met een snelheid van minstens 147 km/uur waar 100 km/uur was toegestaan en geen enkele ervaring met besturing van het type auto waarin verdachte reed) zouden toereikend zijn voor het oordeel dat de verdachte, zoals eveneens is tenlastegelegd, zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend heeft gereden onder de in art WVW 1994 tot strafverhoging leidende omst., maar zijn niet zonder meer toereikend voor s Hofs oordeel dat verdachte roekeloos i.d.z.v. art. 6 jo WVW 1994 heeft gereden. Wetsverwijzingen Wegenverkeerswet 1994 Wegenverkeerswet Wegenverkeerswet Wegenverkeerswet Vindplaatsen Rechtspraak.nl SR-Updates.nl NJB 2015/1349 RvdW 2015/844 NBSTRAF 2015/187 JWR 2015/49 met annotatie van C.J. van Eekelen Uitspraak 30 juni 2015 Strafkamer nr. S 14/01590 IV/CB Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 11 12

13 februari 2014, nummer 22/ , in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] Geding in cassatie Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak voor zover het betreft de beslissingen ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde feit en de opgelegde straf, en in zoverre tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan en tot verwerping van het beroep voor het overige. 2 Bewezenverklaring en bewijsvoering 2.1. Overeenkomstig de tenlastelegging is ten laste van de verdachte onder 1 bewezenverklaard dat: "hij op 16 oktober 2011 te Den Hoorn, gemeente Midden-Delfland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, (de Rijksweg A4), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, als volgt te handelen: - hij heeft aldaar gereden terwijl hij onder invloed van alcohol was en - hij heeft met een (minimale) snelheid van 147 kilometer per uur gereden en vervolgens - heeft hij zijn motorrijtuig niet voldoende onder controle gehad ten gevolge waarvan dat motorrijtuig in een slip is geraakt en meerdere malen tegen de vangrail is gebotst, waardoor [betrokkene 1] zwaar lichamelijk letsel, te weten schedel en hersenletsel en een acetabulum fractuur werd toegebracht, terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994." 2.2. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen: "1. De verklaring van de verdachte. De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 28 januari 2014 verklaard - zakelijk weergegeven -: Op 16 oktober 2011 te Den Hoorn heb ik als bestuurder onder invloed van een aanzienlijke hoeveelheid alcoholhoudende drank een auto bestuurd. Ik heb ook harder gereden dan de ter plaatse toegestane snelheid. Het zou best kunnen kloppen dat ik meer dan zeven keer de toegestane hoeveelheid alcohol had gedronken. Ook zou het kunnen kloppen dat ik met een minimale snelheid van 147 kilometer per uur heb gereden. Ik heb er niet bij stilgestaan dat het - gezien mijn alcoholgebruik - wellicht beter zou zijn om niet te gaan rijden. Ik heb wel eens eerder in een BMW gereden, maar die had niet zo'n grote motor als de BMW van [betrokkene 1]. Bovendien 13

14 had ik nog nooit met zulke hoge snelheden gereden. Het was een kort voor het ongeluk door [betrokkene 1] aangeschafte BMW. Ik heb geprobeerd de auto recht te houden. De auto begon echter te spinnen. Ik heb geprobeerd de auto tot stilstand te brengen en ben tegen een vangrail gereden. 2. Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 16 oktober 2011 van Politie Haaglanden met nr. PL15A Dit proces-verbaal houdt onder meer in: als de op 16 oktober 2011 afgelegde verklaring - zakelijk weergegeven - van de verdachte: Ik ben achter het stuur gaan zitten. Achter mij zat [betrokkene 1]. Ik reed de snelweg op. We reden ter hoogte van Rijswijk op de rechter rijstrook. Er reed een auto voor mij. Ik wilde deze auto inhalen en ging naar de middelste rijstrook. Vervolgens zag ik dat die auto richting aangaf naar links. Ik dacht dat hij wel zou wachten, maar ik zag dat hij toch naar links kwam. Ik schrok hiervan en ging naar links. Ik heb vervolgens de koppeling ingedrukt. Er lag daar een hobbeltje in de weg. Ik voelde dat de auto lichter werd. Ik heb toen kort geremd. Ik zag dat de auto die ik eerder had ingehaald mij weer voorbij was. Ik ben toen weer naar de middelste rijstrook gegaan. Ik heb toen weer geremd en de koppeling ingedrukt. Ik weet niet meer of ik de auto ook in zijn vrij heb gezet. Ik voelde vervolgens dat de auto ging slippen. We zijn aan de rechterzijde van de weg tegen de vangrail aan gekomen. Twee tot drie minuten voor het ongeluk ben ik meer gas gaan geven. 3. Een proces-verbaal van aanrijding misdrijf d.d. 21 juli 2012 van Politie Haaglanden met nr. PL15A Dit proces-verbaal houdt onder meer in: als relaas - zakelijk weergegeven - van de betreffende opsporingsambtenaar: Op 16 oktober 2011 kreeg ik, verbalisant, kennis van een verkeersongeval op de voor het openbaar verkeer openstaande weg A4 te Den Hoorn, gemeente Midden- Delfland. Er waren meerdere slip, kras- en driftsporen op de weg. Op het voertuig bevonden zich meerdere krassen en deuken die erop wezen dat het voertuig meerdere keren tegen de vangrail aan is gereden. Ter plaatse zag ik, verbalisant, aan de rechterkant van de snelweg dat de vangrail volledig ontzet was. Ik zag allemaal onderdelen van een auto over alle twee rijstroken en de vluchtstrook liggen. Ongeveer 200 meter verder zag ik het voertuig gaan. Het bleek te gaan om een personenauto van het merk BMW. Ik zag op 100 meter afstand van de eerste schade aan de vangrail op rijstrook 1 een persoon liggen, die later genaamd bleek te zijn, [betrokkene 1]. 4. Een proces-verbaal Verkeersongevalsanalyse d.d. 22 juni 2012 van Politie Haaglanden met nr Dit proces-verbaal houdt onder meer in: als relaas - zakelijk weergegeven - van de betreffende opsporingsambtenaren: Wij, verbalisanten, stelden op 16 oktober 2011 een onderzoek in naar de toedracht van een verkeersongeval. Het ongeval heeft plaatsgevonden op de voor het verkeer openstaande weg, de Rijksweg A4 ter hoogte van hectometerpaal 54,4 rechts gelegen buiten de bebouwde kom ter hoogte van Den Hoorn in de gemeente Midden-Delftland. Tijdens het houden van rijtesten bleek dat er een soort glooiing in de weg aanwezig was. Naarmate de snelheid van de rijtesten werden opgevoerd ging het voertuig steeds meer inveren om direct daarna weer uit te veren. Hierdoor kan de stabiliteit van het voertuig en het stuurgedrag nadelig beïnvloed worden. De glooiing zat net voor de eerste afbakening van de sporen. Uit onderzoek is gebleken dat de bestuurder van de BMW rijdend op rijstrook 1 de controle over het voertuig verliest (mogelijk bij de genoemde glooiing). 14

15 Vervolgens raakt de BMW in een slip naar de rechterkant van de rijbaan en raakt de aldaar geplaatste vangrail. De voorzijde van de BMW komt als eerst met de vangrail in aanraking. Vervolgens roteert de BMW rechtsom en komt dan met de achterkant in aanraking met de vangrail. Hierna schuift/rijdt de BMW al roterend de Rijksweg A4 over in de richting van de linker vangrail. Tijdens deze actie verliest de BMW het gehavende linker voorwiel met ophanging. Gekomen bij de linker vangrail komt het linker achterportier/zijde van de BMW tegen de vangrail. Hierdoor schiet waarschijnlijk het portier uit zijn slot waardoor de passagier via het geopende portier het voertuig verlaat en op het wegdek terecht komt. 5. Een proces-verbaal van aanhouding d.d. 16 oktober 2011 van Politie Haaglanden met nr. PL Dit proces-verbaal houdt onder meer in: als relaas - zakelijk weergegeven - van de betreffende opsporingsambtenaren: Op 16 oktober 2011 omstreeks 04:25 uur troffen wij, verbalisanten, op de A4 ter hoogte van de afrit Den Hoorn een persoon liggend op de linker rijbaan aan. Ik, verbalisant [verbalisant 1], heb zijn vitale functies gecontroleerd. Ik zag, voelde en hoorde dat deze persoon een reutelende ademhaling had. Ik zag dat hij een grote hoofdwond aan de linkerzijde van zijn achterhoofd had en dat zijn hersenen zichtbaar waren en er donker hersenvocht uit zijn oor stroomde. De medewerkers van de ambulancedienst hebben de zorg voor het slachtoffer overgenomen. 6. Een geschrift, zijnde een brief d.d. 7 december 2011 opgesteld door S. Vermeulen, AIOS Anesthesiologie intensivist, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven -: Van 16 oktober 2011 tot ontslag op 24 november 2011 was opgenomen op de afdeling IC van ons ziekenhuis [betrokkene 1], geboren [geboortedatum] Reden opname: neurotrauma. Op 16 oktober was patiënt slachtoffer van een hoogenergetisch trauma (uit auto geslingerd). Conclusie: 19 jarige man opgenomen na hoog energetisch trauma: Cerebral: diffuus axonal injury met verhoogde intracraniële druk; Achterste schedelbasisfractuur; Acetabulum fractuur links. Op 24 november werd de patiënt overgeplaatst naar afdeling Neurochirurgie voor verder herstel. 7. Een geschrift, zijnde een brief van het Revalidatiecentrum Leijpark d.d. 22 maart 2012, welke brief is ondertekend door L. de Letter-Van der Heide, revalidatiearts kinderen/jongeren, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven -: [betrokkene 1] is op 30 november 2011 opgenomen in revalidatiecentrum Leijpark bij status na een hoog-energetisch trauma d.d. 16 oktober 2011 met als gevolg onder meer ernstig schedelhersenletsel en een persisterende toestand van verminderd bewustzijn ten behoeve van het behandelprogramma Vroege Intensieve Neurorevalidatie. Omschrijving van het letsel Er is middels MRI-onderzoek bevestigd dat er fors letsel in de hersenen is (bloeding en diffuus axonale schade). In overdracht wordt tevens een acetabulumfractuur links vermeld. Beschrijving of volledig herstel mogelijk is Ten aanzien van het neurotrauma zal zeker geen volledig herstel plaatsvinden. 15

16 Vooruitzichten met betrekking tot letsel en beperkingen Patiënt is volledig zorgafhankelijk met incontinentie voor mictie en defecatie, tevens volledig rolstoelafhankelijk (passieve rolstoel). Er is sprake van zeer forse motorische beperkingen met spontane beweeglijkheid rechterarm en -been, waarbij soms gerichte activiteit met rechterarm/hand. Links zowel in arm als been vrijwel geen spontane activiteit, geen functionele mogelijkheden. Tracheacanule in situ, waarvoor gespecialiseerde medische zorg noodzakelijk is. Verhoogde sputumproductie met verhoogd risico op longontstekingen. Communicatie vooralsnog met name eenzijdig: patiënt kan vrijwel niet adequaat reageren (geen spraak, ook geen inhoudelijk juiste ja/nee communicatie). Voeding middels een PEG-sonde, omdat slikken onveilig is (grote kans op verslikken en daarmee longontsteking). Hoewel er nog enig herstel kan plaatsvinden, is het niet de verwachting dat de zorgbehoefte hierdoor zal veranderen. Ons inziens blijft de patiënt in volledige of zeer uitgebreide mate zorgafhankelijk. 8. Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 16 oktober 2011 van Politie Haaglanden met nr. PL Dit proces-verbaal houdt onder meer in: als de op 16 oktober 2011 afgelegde verklaring - zakelijk weergegeven - van [getuige]: Op 16 oktober 2011 omstreeks uur reed ik op de Rijksweg A4. Toen ik mij tussen de afrit Wateringen en de afrit Den Hoorn/Schipluiden/De Lier bevond, hoorde ik een harde klap. Ik keek gelijk in mijn achteruitkijkspiegel. Ik zag dat een personenauto tegen de rechter vangrail knalde. Vervolgens zag ik dat de personenauto naar de linker vangrail gleed, ik zag dat er vele vonken van de personenauto afkwamen. Ik hoorde dat de auto tegen de linker vangrail klapte. Nadat de auto hier tegenaan klapte, zag ik dat de personen auto naar de rechter vangrail gleed, hier kwam de personenauto met een harde klap tot stilstand. 9. Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 16 oktober 2011 van Politie Haaglanden met nr. PL Dit proces-verbaal houdt onder meer in: als de op 16 oktober 2011 afgelegde verklaring - zakelijk weergegeven - van de verdachte: Ik erken na het nuttigen van alcoholhoudende drank als bestuurder te zijn opgetreden op 16 oktober Mijn alcoholgebruik over de laatste 24 uur, voorafgaande aan het gepleegde feit, bedroeg: 8 glazen whisky-cola." 2.3. Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring voorts het volgende overwogen: "Het hof stelt op grond van de gebezigde bewijsmiddelen vast dat de verdachte de keuze heeft gemaakt om een motorrijtuig te besturen terwijl hij meer dan zeven keer de toegestane hoeveelheid alcohol had gedronken. Daar komt bij dat hij ook de keuze heeft gemaakt om met een aanzienlijk hogere snelheid te rijden dan op de weg was toegestaan. Die snelheid was minstens 147 km per uur waar de maximum snelheid 100 km per uur was. Onder deze omstandigheden was de verdachte niet in staat om de personenauto - met de besturing waarvan hij overigens geen enkele ervaring had omdat deze vlak voor het incident was aangeschaft door het slachtoffer en verdachte zelf geen ervaren BMW-rijder was - onder controle te houden. Het hof is - met de rechtbank - van oordeel dat de verdachte aldus roekeloos heeft gehandeld." 3 16

17 Beoordeling van het middel 3.1. Het middel richt zich tegen het oordeel van het Hof dat sprake is van schuld in de zin van roekeloosheid Het onder 1 tenlastegelegde is toegesneden op art. 6 in verbinding met art. 175 WVW De in de tenlastelegging en bewezenverklaring voorkomende term "roekeloos" moet derhalve geacht worden aldaar te zijn gebezigd in dezelfde betekenis als daaraan toekomt in art. 175, tweede lid aanhef en onder a, WVW Ingevolge bestendige rechtspraak kan in cassatie slechts worden onderzocht of de schuld aan een verkeersongeval in de zin van art. 6 WVW 1994 uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid. Daarbij komt het aan op het geheel van de gedragingen van de verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. Voorts verdient opmerking dat niet reeds uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag dat in strijd is met één of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer, kan worden afgeleid dat sprake is van schuld in vorenbedoelde zin. Voor de schuldvorm "roekeloosheid" geldt op zichzelf hetzelfde, zij het dat daarbij moet worden betrokken dat deze roekeloosheid in de wetsgeschiedenis als "de zwaarste vorm van het culpose delict" wordt aangemerkt die tot onder meer een verdubbeling van het maximum van de op te leggen vrijheidsstraf heeft geleid. Mede met het oog op het strafverhogende effect van dit bestanddeel moeten daarom aan de vaststelling dat sprake is van roekeloosheid, dus de zwaarste vorm van schuld, bepaaldelijk eisen worden gesteld en dient de rechter in voorkomende gevallen daaraan in zijn motivering van de bewezenverklaring nadere aandacht te geven. Dat geldt ook in de gevallen waarin de roekeloosheid in de kern bestaat uit de in art. 175, derde lid, WVW 1994 omschreven gedragingen, nu die gedragingen grond vormen voor een verdere verhoging van het ingevolge het tweede lid van dat artikel voor roekeloosheid geldende strafmaximum. Het voorgaande brengt mee dat de vraag of in een concreet geval sprake is van roekeloosheid in de zin van art. 175, tweede lid, WVW 1994 een beoordeling vergt van de specifieke omstandigheden van dat geval. Bij de toetsing in cassatie van beslissingen in concrete gevallen kan een rol spelen of de rechter zijn oordeel dat sprake is van roekeloosheid in de zin van art. 175, tweede lid, WVW 1994, heeft voorzien van een nadere motivering die recht doet aan het bijzondere karakter van roekeloosheid. Van roekeloosheid als zwaarste, aan opzet grenzende, schuldvorm zal immers slechts in uitzonderlijke gevallen sprake zijn. Daarbij verdient opmerking dat "roekeloosheid" in de zin van de wet een specifieke betekenis heeft die niet noodzakelijkerwijs samenvalt met wat in het normale spraakgebruik onder "roekeloos" - in de betekenis van "onberaden" - wordt verstaan. Om tot het oordeel te kunnen komen dat in een concreet geval sprake is van roekeloosheid in de zin van art. 175, tweede lid, WVW 1994, zal de rechter zodanige feiten en omstandigheden moeten vaststellen dat daaruit is af te leiden dat door de buitengewoon onvoorzichtige gedraging van de verdachte een zeer ernstig gevaar in het leven is geroepen, alsmede dat de verdachte zich daarvan bewust was, althans had moeten zijn. Uit hetgeen hiervoor is overwogen vloeit voort dat in dit verband doorgaans niet 17

18 volstaat de enkele vaststelling dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan een of meer in art. 175, derde lid, WVW 1994 genoemde, zelfstandig tot verhoging van het wettelijk strafmaximum leidende gedragingen. (Vgl. HR 15 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:960, NJ 2014/25.) 3.4. In het licht van het voorafgaande schiet de bewijsvoering van het Hof tekort. De door het Hof blijkens de nadere bewijsoverweging in het bijzonder in aanmerking genomen omstandigheden - kort gezegd dat de verdachte een personenauto heeft bestuurd, terwijl hij zeven keer de toegestane hoeveelheid alcohol had gedronken en met een snelheid van minstens 147 kilometer per uur heeft gereden waar 100 kilometer per uur was toegestaan, terwijl hij met de besturing van een auto van een type waarmee hij geen enkele ervaring had - zouden toereikend kunnen zijn voor het oordeel dat de verdachte, zoals onder 1 eveneens is tenlastegelegd, "zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend", heeft gereden onder de in art. 175, derde lid, WVW 1994 tot strafverhoging leidende omstandigheden, maar zij zijn niet zonder meer toereikend voor het oordeel van het Hof dat de verdachte "roekeloos" in de zin van art. 6 in verbinding met art. 175, tweede lid, WVW 1994 heeft gereden Het middel is gegrond. 4 Slotsom Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist. 5 Beslissing De Hoge Raad: vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 1 tenlastegelegde en de strafoplegging; wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan; verwerpt het beroep voor het overige. Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 juni

19 ECLI:NL:HR:2015:1656 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/03230 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:924 In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2013:9658 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Cassatie Inhoudsindicatie Filefuik-zaak. 1. Roekeloosheid, art. 6 jo. art. 175 WVW Klacht over toewijzing door de bp-en gevorderde kosten voor rechtsbijstand, art. 592a Sv. Ad 1. HR herhaalt toepasselijke overwegingen uit ECLI:NL:HR:2013:960. V.zv. het middel klaagt dat s Hofs motivering tekortschiet nu de door het Hof vastgestelde omstandigheden niet z.m. toereikend zijn voor het oordeel dat verdachte roekeloos i.d.z.v. art. 6 jo. art. 175 WVW 1994 heeft gereden, faalt het. Daarbij neemt de HR in aanmerking dat uit de bewijsvoering kan worden afgeleid dat het Hof acht heeft geslagen op het samenstel van gedragingen van verdachte, welk samenstel eruit bestaat dat verdachte, kort gezegd, als bestuurder van een motorrijtuig, terwijl hij aan verschillende achtervolgende politieauto s probeerde te ontkomen, zonder voldoende aandacht voor het overige verkeer over een afstand van ruim 25 km met snelheden variërend tussen 120 en 160 km/u en daarmee met aanmerkelijke overschrijding van de ter plaatse geldende maximumsnelheden heeft gereden, waarbij hij links en rechts slingerend andere weggebruikers heeft ingehaald, meerdere achtervolgende politieauto s heeft geramd en uiteindelijk met hoge snelheid tegen de auto van het so. is aangereden terwijl verdachte niet beschikte (en ook nooit heeft beschikt) over een rijbewijs en hij verkeerde onder invloed van het gebruik van cannabis. Aldus heeft het Hof toereikend in zijn bewijsvoering tot uitdrukking gebracht dat zich hier een uitzonderlijk geval a.b.i. ECLI:NL:HR:2013:960, rov. 4.4 voordoet. Ad 2. HR herhaalt toepasselijke overwegingen uit ECLI:NL:HR:2000:ZD1786 en HR 22 mei 1935, NJ 1936/1064. Op deze overwegingen stuit de klacht af. Ambtshalve: strafvermindering wegens overschrijding redelijke termijn in cassatie. Wetsverwijzingen Wetboek van Strafvordering Wetboek van Strafvordering 51a Wetboek van Strafvordering 361 Wetboek van Strafvordering 592a Burgerlijk Wetboek Boek 6 Burgerlijk Wetboek Boek 6 96 Wegenverkeerswet 1994 Wegenverkeerswet Wegenverkeerswet Wegenverkeerswet Vindplaatsen Rechtspraak.nl SR-Updates.nl

20 NJB 2015/1266 RvdW 2015/786 NJ 2015/301 NBSTRAF 2015/184 JWR 2015/50 Uitspraak 16 juni 2015 Strafkamer nr. 14/03230 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem- Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 18 december 2013, nummer 21/ , in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] Geding in cassatie Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. S.J. van der Woude, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. Namens de benadeelde partijen [betrokkene 1], [betrokkene 2], [betrokkene 3], [betrokkene 4], [betrokkene 5] en [betrokkene 6] heeft mr. J.S. Pen, advocaat te Amstelveen, een verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest voor zover het de strafoplegging en de toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen betreft, tot vermindering van de opgelegde gevangenisstraf, tot afwijzing van de door de benadeelde partijen gevorderde vergoeding van de kosten van rechtsbijstand, en tot verwerping van het beroep voor het overige. De raadsman van de verdachte heeft daarop schriftelijk gereageerd. 2 Beoordeling van het tweede middel 2.1. Het middel richt zich tegen de bewezenverklaring van feit 2, voor zover inhoudende dat sprake is van schuld in de zin van roekeloosheid Overeenkomstig de tenlastelegging is ten laste van de verdachte onder 2 bewezenverklaard dat: "hij op 22 oktober 2011 te gemeente De Ronde Venen, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto) daarmee rijdende over de (snel)weg A2, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos 20

21 - terwijl hij niet in het bezit was van een rijbewijs; en - terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof (cannabinoïden) waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het gebruik daarvan de rijvaardigheid kan verminderen; en - na een achtervolging op de snelweg door meerdere politieauto's waarbij meerdere aanrijdingen hadden plaatsgevonden tussen de auto waarin verdachte reed en een aantal van de politievoertuigen; en - met in ernstige mate overschrijding van de op dat moment ter plaatse geldende maximumsnelheid; en - de door hem bestuurde personenauto niet tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en/of waarover deze vrij was, waardoor verdachte (hard) is ingereden op een aldaar langzaam rijdende, dan wel stilstaande auto, waardoor de inzittende van die auto, te weten [slachtoffer], is komen te overlijden; terwijl verdachte verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste lid Wegenverkeerswet 1994 (namelijk terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten cannabinoiden, waarvan hij redelijkerwijs wist of moest vermoeden dat het gebruik daarvan de rijvaardigheid kan verminderen en het feit (mede) is veroorzaakt doordat verdachte een krachtens deze wet vastgestelde maximumsnelheid in ernstige mate heeft overschreden." Deze bewezenverklaring steunt op de in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 3.3 samengevatte bewijsmiddelen Het Hof heeft ten aanzien van deze bewezenverklaring, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, voorts het volgende overwogen: "Schuld Voor de beantwoording van de vraag of verdachte schuld heeft aan het verkeersongeval in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 en zo ja, of deze schuld bestaat in roekeloosheid, moet het gedrag van verdachte worden afgemeten aan dat wat van een automobilist in het algemeen en gemiddeld genomen mag worden verwacht. Het hof acht de wijze waarop verdachte over de A2 heeft gereden, met aanmerkelijke overschrijding van de maximaal toegestane snelheid, slingerend links en rechts inhalend, botsend met politieauto's op zichzelf reeds zeer onvoorzichtig. Verdachte reed daarbij met snelheden tussen de 120 en 160 km/u (na hectometerpaal 73,9 was tot de plaats van het ongeval de maximumsnelheid 100 km/u of lager). Verdachte heeft hiermee de bijzondere zorgplicht om zich te houden aan de maximumsnelheid zeer veronachtzaamd. Met betrekking tot de ten laste gelegde roekeloosheid stelt het hof voorop dat met roekeloosheid wordt gedoeld op de zwaarste vorm van schuld, die volgens de wet aanleiding geeft voor strafverhoging. Het gaat dan in het algemeen om gevallen waarin sprake is van zeer onvoorzichtig gedrag waarbij welbewust onaanvaardbare risico's zijn genomen. Roekeloosheid vereist een zeer ernstig gebrek aan zorgvuldigheid. Het hof acht bewezen dat verdachte over een afstand van ruim 25 kilometer heeft geprobeerd aan de politie te ontkomen. Daartoe heeft hij met hoge snelheden, variërend tussen de 120 en 160 km/u gereden en verschillende politieauto's geramd of aangereden. 21

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:948, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:938, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:948, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:938, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen ECLI:NL:HR:2015:1694 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 23-06-2015 Zaaknummer 14/01540 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:948,

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483 ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak.

ECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak. ECLI:NL:HR:2013:1157 Uitspraak 12 november 2013 Strafkamer nr. 11/04366 P Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2015:3021. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05204

ECLI:NL:HR:2015:3021. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05204 ECLI:NL:HR:2015:3021 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-10-2015 Datum publicatie 14-10-2015 Zaaknummer 14/05204 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2082,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,

Nadere informatie

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 21 juni 2013, nummer 22/ , in de strafzaak tegen:

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 21 juni 2013, nummer 22/ , in de strafzaak tegen: ECLI:NL:HR:2014:1592 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 02-07-2014 Zaaknummer 13/03174 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:654,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2012:BT8778

ECLI:NL:HR:2012:BT8778 ECLI:NL:HR:2012:BT8778 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-01-2012 Datum publicatie 10-01-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/02260 P Conclusie:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472

ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472 ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 01-02-2008 Datum publicatie 12-03-2008 Zaaknummer 16-604030-07 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2015:3247. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:1937, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2015:3247. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:1937, Gevolgd ECLI:NL:HR:2015:3247 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-11-2015 Datum publicatie 12-11-2015 Zaaknummer 14/04603 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:1937,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:1714

ECLI:NL:RBDHA:2017:1714 ECLI:NL:RBDHA:2017:1714 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 24-02-2017 Zaaknummer 09/797150-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:5187

ECLI:NL:RBOVE:2016:5187 ECLI:NL:RBOVE:2016:5187 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 29-12-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 08/955001-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak Datum uitspraak: 29 maart 2016 Strafkamer

Uitspraak Datum uitspraak: 29 maart 2016 Strafkamer ECLI:NL:HR:2016:529 Instantie: Hoge Raad Datum uitspraak: 29-03-2016 Datum publicatie: 30-03-2016 Zaaknummer: 14/06384 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Cassatie Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2015:955. Uitspraak

ECLI:NL:HR:2015:955. Uitspraak ECLI:NL:HR:2015:955 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-04-2015 Datum publicatie 15-04-2015 Zaaknummer 13/04058 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:437, Gevolgd Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:479. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/01158

ECLI:NL:HR:2017:479. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/01158 ECLI:NL:HR:2017:479 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 21-03-2017 Zaaknummer 16/01158 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:167,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:738

ECLI:NL:GHSHE:2015:738 ECLI:NL:GHSHE:2015:738 Instantie Datum uitspraak 09-03-2015 Datum publicatie 09-03-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003525-14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5287

ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5287 ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5287 Instantie Datum uitspraak 16-10-2009 Datum publicatie 03-12-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-001900-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:898. 1 Geding in cassatie. 2. Beoordeling van het eerste middel. Uitspraak. 8 oktober 2013. Strafkamer. nr.

ECLI:NL:HR:2013:898. 1 Geding in cassatie. 2. Beoordeling van het eerste middel. Uitspraak. 8 oktober 2013. Strafkamer. nr. ECLI:NL:HR:2013:898 Uitspraak 8 oktober 2013 Strafkamer nr. 11/04842 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 september 2011,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2006:AV4834

ECLI:NL:HR:2006:AV4834 ECLI:NL:HR:2006:AV4834 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-06-2006 Datum publicatie 07-06-2006 Zaaknummer 01395/05 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AV4834

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:959. Wetboek van Strafvordering 51f

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:959. Wetboek van Strafvordering 51f ECLI:NL:HR:2017:221 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-02-2017 Datum publicatie 14-02-2017 Zaaknummer 14/03452 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:629

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHARL:2017:2188 ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BV9367

ECLI:NL:GHARN:2011:BV9367 ECLI:NL:GHARN:2011:BV9367 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 09-12-2011 Datum publicatie 20-03-2012 Zaaknummer 21-002592-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2006:AW3559

ECLI:NL:HR:2006:AW3559 ECLI:NL:HR:2006:AW3559 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-10-2006 Datum publicatie 02-07-2008 Zaaknummer 01447/05 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AW3559

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA0056

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA0056 ECLI:NL:RBGEL:2013:CA0056 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 07-05-2013 Datum publicatie 14-05-2013 Zaaknummer 06-880059-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2005:AU4843

ECLI:NL:HR:2005:AU4843 ECLI:NL:HR:2005:AU4843 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 29-11-2005 Datum publicatie 29-11-2005 Zaaknummer 03589/04 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2005:AU4843

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:1173. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 11/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1169, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2013:1173. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 11/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1169, Gevolgd ECLI:NL:HR:2013:1173 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 13-11-2013 Zaaknummer 11/05589 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1169,

Nadere informatie

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016. ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2012:BX7606

ECLI:NL:RBARN:2012:BX7606 ECLI:NL:RBARN:2012:BX7606 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 19-09-2012 Datum publicatie 19-09-2012 Zaaknummer 05/700235-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2016:6592

ECLI:NL:RBOBR:2016:6592 ECLI:NL:RBOBR:2016:6592 Instantie Datum uitspraak 28-11-2016 Datum publicatie 28-11-2016 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/860388-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2015:84 ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 31 januari 2014, nummer 22/ , in de strafzaak tegen:

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 31 januari 2014, nummer 22/ , in de strafzaak tegen: ECLI:NL:HR:2016:11 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 05-01-2016 Datum publicatie 05-01-2016 Zaaknummer 14/03084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2471,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis ECLI:NL:GHARL:2016:10657 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 15-05-2017 Zaaknummer 21-002071-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:789, Niet ontvankelijk

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2010:BM1472

ECLI:NL:RBZUT:2010:BM1472 ECLI:NL:RBZUT:2010:BM1472 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 16-04-2010 Datum publicatie 16-04-2010 Zaaknummer 06/550256-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2010:BN0043

ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 Instantie Datum uitspraak 16-11-2010 Datum publicatie 16-11-2010 Zaaknummer 09/03684 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 01971/07

ECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 01971/07 ECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 17-02-2009 Datum publicatie 17-02-2009 Zaaknummer 01971/07 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2005:AU8189

ECLI:NL:RBBRE:2005:AU8189 ECLI:NL:RBBRE:2005:AU8189 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 15-12-2005 Datum publicatie 15-12-2005 Zaaknummer 02/801139-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2016:2910. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1278, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2016:2910. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1278, Gevolgd ECLI:NL:HR:2016:2910 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 20-12-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 15/03236 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1279,

Nadere informatie

3.3. Aan de bewezenverklaring van de feiten heeft het hof nog een nadere bewijsoverweging toegevoegd met de volgende inhoud:

3.3. Aan de bewezenverklaring van de feiten heeft het hof nog een nadere bewijsoverweging toegevoegd met de volgende inhoud: ECLI:NL:PHR:2016:1206 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 25-10-2016 Datum publicatie 07-12-2016 Zaaknummer 15/03261 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2016:2769, Gevolgd Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2006:AU8286

ECLI:NL:HR:2006:AU8286 ECLI:NL:HR:2006:AU8286 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 17-10-2006 Datum publicatie 17-10-2006 Zaaknummer 01599/05 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AU8286

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis ECLI:NL:GHARL:2015:10200 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 01-12-2015 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer 21-001318-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:3394, Niet ontvankelijk

Nadere informatie

2. Mr. G.J. Woodrow, advocaat te Tilburg, heeft cassatie ingesteld en namens de verdachte bij schriftuur twee middelen van cassatie voorgesteld.

2. Mr. G.J. Woodrow, advocaat te Tilburg, heeft cassatie ingesteld en namens de verdachte bij schriftuur twee middelen van cassatie voorgesteld. ECLI:NL:PHR:2012:BU6926 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 22-05-2012 Datum publicatie 22-05-2012 Zaaknummer 10/02229 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2012:BU6926 Rechtsgebieden

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHARN:2012:BY0009, Bekrachtiging/bevestiging Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1539, Gevolgd

In cassatie op : ECLI:NL:GHARN:2012:BY0009, Bekrachtiging/bevestiging Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1539, Gevolgd ECLI:NL:HR:2013:1554 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-12-2013 Datum publicatie 04-12-2013 Zaaknummer 12/05232 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

3.2. De bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen, zoals opgenomen in de aanvulling op het verkort arrest:

3.2. De bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen, zoals opgenomen in de aanvulling op het verkort arrest: ECLI:NL:PHR:2017:634 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 20-06-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer 15/04687 Formele relaties Rechtsgebieden Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2017:1314,

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 10-10-2001 Datum publicatie 10-10-2001 Zaaknummer 05.096060-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

2. Mr. N. van Schaik, advocaat te Utrecht, heeft cassatie ingesteld en namens de verdachte bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld.

2. Mr. N. van Schaik, advocaat te Utrecht, heeft cassatie ingesteld en namens de verdachte bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. ECLI:NL:PHR:2010:BO2909 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 14-12-2010 Datum publicatie 14-12-2010 Zaaknummer 09/02518 J Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2010:BO2909 Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-09-2016 Datum publicatie 12-09-2016 Zaaknummer 23-004422-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1187

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1187 ECLI:NL:GHARL:2013:CA1187 Instantie Datum uitspraak 29-03-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 24-001133-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:602, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2014:6178, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:602, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2014:6178, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen ECLI:NL:HR:2016:1318 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 05-07-2016 Datum publicatie 07-07-2016 Zaaknummer 15/01573 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:602,

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2017:1898 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-02-2017 Datum publicatie 24-05-2017 Zaaknummer 23-002215-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2014:5141

ECLI:NL:RBOBR:2014:5141 ECLI:NL:RBOBR:2014:5141 Instantie Datum uitspraak 27-08-2014 Datum publicatie 27-08-2014 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/860096-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042 ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 11-11-2008 Datum publicatie 12-11-2008 Zaaknummer 21-001909-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2008:BC1367

ECLI:NL:HR:2008:BC1367 ECLI:NL:HR:2008:BC1367 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 11-03-2008 Datum publicatie 13-03-2008 Zaaknummer 03194/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2008:BC1367

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:7216

ECLI:NL:GHARL:2013:7216 ECLI:NL:GHARL:2013:7216 Instantie Datum uitspraak 26-09-2013 Datum publicatie 28-02-2014 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer WAHV 200.110.573 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:7862

ECLI:NL:GHARL:2016:7862 ECLI:NL:GHARL:2016:7862 Instantie Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 04-10-2016 Zaaknummer 21-005167-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2011:BP2613

ECLI:NL:GHSHE:2011:BP2613 ECLI:NL:GHSHE:2011:BP2613 Instantie Datum uitspraak 01 02 2011 Datum publicatie 01 02 2011 Zaaknummer 20 003547 09 Rechtsgebieden Gerechtshof 's Hertogenbosch Strafrecht Bijzondere kenmerkenhoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 10-04-2017 Zaaknummer 23-000918-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:5317

ECLI:NL:GHARL:2016:5317 ECLI:NL:GHARL:2016:5317 Instantie Datum uitspraak 30-06-2016 Datum publicatie 30-06-2016 Zaaknummer 21-002575-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 Instantie Datum uitspraak 13-11-2015 Datum publicatie 17-03-2016 Zaaknummer 18.720178-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

ECLI:NL:GHAMS:2014:264 ECLI:NL:GHAMS:2014:264 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-01-2014 Datum publicatie 22-04-2014 Zaaknummer 23-003557-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:1302. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:626, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2017:1302. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:626, Gevolgd ECLI:NL:HR:2017:1302 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 11-07-2017 Datum publicatie 11-07-2017 Zaaknummer 16/01462 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:626,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:4588

ECLI:NL:RBROT:2017:4588 ECLI:NL:RBROT:2017:4588 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23-05-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 10/740469-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 26-05-2011 Datum publicatie 29-06-2011 Zaaknummer 16-504228-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2012:BX4448

ECLI:NL:HR:2012:BX4448 ECLI:NL:HR:2012:BX4448 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 11-09-2012 Datum publicatie 11-09-2012 Zaaknummer 10/02743 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2012:BX4448

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:3495

ECLI:NL:GHDHA:2016:3495 ECLI:NL:GHDHA:2016:3495 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-12-2016 Datum publicatie 08-03-2017 Zaaknummer 200.179.055 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1055, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:1429, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1055, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:1429, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen ECLI:NL:HR:2016:2490 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 02-11-2016 Zaaknummer 15/00954 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1055,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:BZ5374

ECLI:NL:HR:2013:BZ5374 ECLI:NL:HR:2013:BZ5374 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 26-03-2013 Datum publicatie 26-03-2013 Zaaknummer 11/00173 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5374

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2007:208

ECLI:NL:GHARN:2007:208 ECLI:NL:GHARN:2007:208 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 25-05-2007 Datum publicatie 11-04-2016 Zaaknummer 21-004591-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-12-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 23-000433-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie