Liturgie Vesper. Nicolaïkerk Utrecht. Donderdag 24 januari pastor Karien van Roermund (W.A. Huis) ds. Dirk Neven (Nicolaïkerk)

Transcriptie

1 Liturgie Vesper Donderdag 24 januari 2013 Voorgangers Organist m.m.v. pastor Karien van Roermund (W.A. Huis) ds. Dirk Neven (Nicolaïkerk) Ko Zwanenburg leden van de Nicolaïcantorij Nicolaïkerk Utrecht

2 In deze vesper zal de Heilige Doop worden bediend aan: Wendy Huiding en Bob Kouwen Afbeelding voorkant: De Doop M. van der Kruijt

3 We zitten in het koor van de kerk Aansteken kaarsen Stilte Inleidende muziek Zingen Refrein 2x (allen) Psalm 63-1 (uit GvL) t. I. Gerhardt, M. van der Zeyde m. W. Vogel 1. (cantorij) God, mijn God, naar U blijf ik zoeken, mijn ziel dorst van verlangen naar U; al wat ik ben smacht naar U in een troosteloos dor land zonder water. Refrein 2x (allen) God, mijn God, naar U blijf ik zoeken, mijn ziel dorst van verlangen naar U. 2. (cantorij) Hoe zag ik in de tempel op U, om uw macht te ontwaren, uw grootheid: uw genade gaat boven dit leven. En mijn lippen spraken uw lof. Refrein 2x (allen) God, mijn God, naar U blijf ik zoeken, mijn ziel dorst van verlangen naar U. 3. (cantorij) Kon ik zó heel mijn leven U prijzen, uw naam noemen, de handen geheven: kracht vind ik als door kostelijke spijs, jubelend ligt mij uw naam op de lippen

4 Refrein 2x (allen) 4. (cantorij) Waart Gij niet immer mijn hulp? Onder Uwer vleugelen schaduw heb ik mijn jubel gezongen: U zoekt mijn hart U hangt het aan. Uw hand zal mij vast blijven houden. U zoekt mijn hart U hangt het aan. (allen) Welkom V: Vandaag, laat op deze middag, zijn wij bij elkaar gekomen om te vieren, om te zingen en te bidden, rondom twee mensen die deze dag graag gedoopt willen worden. Vandaar dat we deze keer speciaal welkom heten aan jullie beiden: Wendy Huiding en Bob Kouwen. Of volledig gezegd, met jullie doopnamen: Wendy Johanna Wijnanda Huiding en Bob Jakob Cornelis Kouwen - 4 -

5 Dopen doen we in de Goede Geest, De Heilige Geest, ter bescherming tegen het kwade, tegen de duivel. Dat is geen garantie dat het leven nooit meer moeilijk zal zijn, uitdagingen blijven er komen. Maar we weten wel en daar bidden we voor - dat we deze perioden niet alleen zullen gaan: God zelf heeft ons gezegd: Ik zal bij je zijn- waar je ook gaat. Zo luidt zijn Naam. Zo komen wij mensen vanavond hier bijeen om deze belofte van God na te leven, omdat we er willen zijn voor elkaar. Laten we bidden Drempelgebed Zingen Gezang 337: 1, 2 en 3 (LvdK) m. middeleeuws/wittenberg 1533 t. W. Barnard - 5 -

6 3. Tot ondergang zijn wij gedoemd, als God ons niet bij name noemt, maar God-zij-dank, Hij doet ons gaan door 't water van de doodsjordaan. Korte inleiding op de Schriftlezing Schriftlezing Handelingen 8: (vert. NBV) Filippus en de Ethiopiër Een engel van de Heer zei tegen Filippus: Ga tegen de middag naar de verlaten weg van Jeruzalem naar Gaza. Filippus deed wat hem gezegd werd en ging naar die weg toe. Daar kwam hij een Ethiopiër tegen, een eunuch, een hoge ambtenaar van de kandake, de koningin van Ethiopië, die belast was met het beheer van haar schatkist. Hij was in Jeruzalem geweest om daar God te aanbidden en zat nu op de terugweg in zijn reiswagen de profeet Jesaja te lezen. De Geest zei tegen Filippus: Ga naar die man daar in de wagen. Filippus haastte zich naar hem toe en hoorde hem de profeet Jesaja lezen, waarop hij vroeg: Begrijpt u ook wat u leest? De Ethiopiër antwoordde: Hoe zou dat kunnen als niemand mij uitleg geeft? Hij nodigde Filippus uit om in te stappen en bij hem te komen zitten. Dit was het schriftgedeelte dat hij las: Als een schaap werd hij naar de slacht geleid; als een lam dat stil is bij zijn scheerder deed hij zijn mond niet open. Hij werd vernederd en hem werd geen recht gedaan, wie zal van zijn nakomelingen verhalen? Want op aarde leeft hij niet meer

7 De eunuch vroeg aan Filippus: Kunt u me zeggen over wie de profeet het heeft? Over zichzelf of over een ander? Daarop begon Filippus met hem te spreken over het evangelie van Jezus, waarbij hij deze schrifttekst als uitgangspunt nam. Onderweg kwamen ze bij een plaats waar water was, en de eunuch zei: Kijk, water! Waarom zou ik niet gedoopt kunnen worden? Hij liet de wagen stilhouden en beiden liepen het water in, zowel Filippus als de eunuch, waarna Filippus hem doopte. Toen ze uit het water kwamen, greep de Geest van de Heer Filippus en nam hem mee, en de eunuch zag hem niet meer, maar vervolgde zijn weg vol vreugde. Filippus kwam terecht in Azotus; van daar reisde hij verder en verkondigde in alle steden het evangelie, tot hij in Caesarea aankwam. Zingen Gezang 337: 4, 5, 6 en 7 5. Met Noach en zijn regenboog, Mozes die uit Egypte toog en Jona uit het hart der zee, bidt heel uw kerk aanbiddend mee. 6. Naäman, nu niet meer onrein, mag onder uw beminden zijn. Ja, alle volken zijn in tel bij U, o God van Israël! 7. Gij heft de aarde aan het licht door diepte heen en door gericht, eens zal zij bloeien als een roos, een dal van rozen, zondeloos! - 7 -

8 Bediening van de doop aan Wendy en Bob Samen met Wendy en Bob trekken we mee als pelgrims naar het doopvont in de kerk, om daar het water te scheppen in het kleine doopvont, dat we meedragen naar de Koorkerk. Wendy en Bob scheppen het water daar met een kan in het doopvont. Zegen over het water Doopvragen aan Wendy V: Gezegend zijt Gij, Heilige Vader, die het water geschapen hebt om te reinigen en om het leven te scheppen. Zegen dit water met Uw kracht, dat het water zal reinigen, en ons zal maken tot mensen die leven en gelukkig kunnen zijn. Water van de eeuwigheid, levend water. V: Wendy, we willen jou vragen stellen om woorden te geven aan je keuze: Wendy, Geloof jij in de God die Vrede wil, liefde voor mensen, Geloof jij dat God jou nodig heeft om deze wereld waar te maken? Antwoord: Ja, ik geloof. V: Wendy, wil je geloven dat God het is die ons leven geeft? Wil jij je leven - door God gegeven accepteren, om te leven met mensen, voor mensen

9 Doop en handoplegging Geloof jij in de God die leven geeft? Antwoord: Ja, ik geloof. V: Wendy, als jij gelooft in de God die leven geeft aan alle mensen, dan doopt God jou met water dat leven geeft. Water dat schoonmaakt en jouw leven reinigt en opnieuw laat beginnen. V: Wendy Johanna Wijnanda Huiding ik doop je, in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen V: Eeuwige God, moge dit kind van U, Wendy, ervaren dat U wilt, dat het goede zal overwinnen over het kwade onder de hoede van Uw machtige hand. V: Wendy, dit water van de doop zal met jou meegaan, waar je ook gaat, God zal bij jou zijn, als je zoekt naar nieuw leven. En mocht het in je leven nog eens moeilijk gaan, weet dan dat God er is, als Licht en als Mens, Jezus van Nazaret, die jou wil sterken als mens

10 Zingen In de schoot van mijn moeder geweven - 1, 2 en 3 (uit Tussentijds 98) m. Willem Vogel / t. Sytze de Vries Doopvragen aan Bob 2. Lang voor ik van Jouw woorden kon weten, eer de dag nog begon, ging Jij op als de Zon die mijn licht en mijn leven wilt heten. 3. Voordat ik aan het licht ben gekomen was Jij met mij vertrouwd, heb Jij mij al gebouwd en mijn naam op Jouw lippen genomen. V: Bob, we willen ook jou vragen stellen om woorden te geven aan je keuze: Bob, Geloof jij in de God die liefde wil, vrede voor mensen, Geloof jij dat God jou nodig heeft om deze wereld waar te maken? Antwoord: Ja, ik geloof

11 Doop en handoplegging V: Bob, wil je geloven dat God het is die ons leven geeft? Wil jij je leven - door God gegeven accepteren, om te leven met mensen, voor mensen. Geloof jij in de God die leven geeft? Antwoord: Ja, ik geloof. V: Bob, als jij gelooft in de God die Schepper is van hemel en aarde, dan doopt God jou met water dat leven geeft. Water dat schoonmaakt en jouw leven reinigt en opnieuw laat beginnen. V: Bob Jakob Cornelis Kouwen ik doop je, in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen V: Eeuwige God, moge dit kind van U, Bob, ervaren dat U wilt dat het goede zal overwinnen over het kwade, onder de hoede van Uw machtige hand. V: Bob, dit water van de doop zal met jou meegaan, waar je ook gaat, God zal bij jou zijn, als je zoekt naar nieuw leven

12 Weet dat God er is, voor jou, die je ten alle tijden in je gebed kunt aanroepen. Zingen Gezang 487: 1, 2 en 3 (LvdK) m. B.M. Huijbers t. H.G.J.H. Oosterhuis 2. Hij doet met ons, Hij gaat ons in en uit. Heeft in zijn handen onze naam geschreven. De Heer wil ons bewonen als zijn huis, plant als een boom in ons zijn eigen leven, wil met ons spelen, neemt ons tot zijn bruid en wat wij zijn, Hij heeft het ons gegeven. 3. Gij geeft het uw beminden in de slaap, Gij zaait uw naam in onze diepste dromen, Gij hebt ons zelf ontvankelijk gemaakt - zoals de regen neerdaalt in de bomen, zoals de wind, wie weet waarheen hij gaat, zo zult Gij uw beminden overkomen

13 Zegenwens V: Dat wij samen weer verder zullen gaan op onze weg, maar niet alleen: Dat we deze dag zullen herinneren als de dag van de doop, die ons nieuw heeft gemaakt, een nieuw hart en nieuwe ogen heeft meegegeven. Fijn dat u er was: dat wij die gekomen zijn ook weer opnieuw wakker zijn geworden door deze doop, dat we nieuwe hoop hebben gekregen, want: Ook al wordt het aantal kerkgangers misschien steeds minder, het is van alle belang dat we toch steeds Gods aanwezigheid blijven zien in deze wereld. Tekens van hoop God is er maar vraag niet hoe. Laten wij weten dat wij er toe doen, dat God in mensen zichtbaar kan worden. Dat de doop van vandaag ons allen tot Zegen mag zijn: In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen

14 Slotlied De dag, door uwe gunst ontvangen (GvL 583) t. J. Ellerton / vert. J. van der Waals m. C. Scholefield 2. Die dan, als onze beden zwijgen, als hier het daglicht onderduikt, weer nieuwe zangen op doet stijgen, ginds waar de nieuwe dag ontluikt. 3. Zodat de dank, U toegezonden, op aard nooit onderbroken wordt, maar steeds opnieuw door mensenmonden gezongen en gesproken wordt. 4. Voorwaar, de aarde zal getuigen van U, die thans en eeuwig zijt, tot al uw schepselen zich buigen voor uwe liefd en majesteit. Na afloop is iedereen van harte welkom om Wendy en Bob de hand te drukken en te feliciteren, bij een kopje koffie of thee. Opmaak liturgie: Margriet van Dijk-Meijer

15

16