Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814."

Transcriptie

1 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Nr september 2013 Advies Raad van State betreffende besluit van... houdende aanpassing van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand, het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 en het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders in verband met aanpassingen van de eigen bijdrage voor de rechtzoekende in geval van verlening van gesubsidieerde rechtsbijstand en de vergoeding van rechtsbijstandverleners (Besluit aanpassingen eigen bijdrage rechtzoekenden en vergoeding rechtsbijstandverleners) Nader Rapport 4 september 2013 Nr Directie Wetgeving en Juridische Zaken Aan de Koning Nader rapport inzake het ontwerpbesluit aanpassingen eigen bijdrage rechtzoekenden en vergoeding rechtsbijstandverleners Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 7 mei 2013, no , machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde ontwerp van een algemene maatregel van bestuur rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 28 juni 2013, nr. W /II, bied ik u hierbij aan. Het ontwerp geeft de Afdeling advisering aanleiding tot het maken van opmerkingen met betrekking tot het ontbreken van een context met betrekking tot de plaats van de in het besluit geregelde maatregelen in relatie tot het recht op de toegang tot de rechter alsmede specifieke onderdelen van het ontwerpbesluit en de cumulatie van deze maatregelen. De door de Afdeling advisering genoemde specifieke onderdelen zien op: de verhoging van de generieke eigen bijdrage; de verhoging van de eigen bijdrage bij echtscheiding; het vervallen van de anticumulatieregeling, en de verlaging van de vergoeding bij kennelijke dicta. Het advies van de Afdeling advisering heeft geleid tot aanpassing van het algemeen deel van de nota van toelichting bij het ontwerpbesluit. Hieronder wordt kort aangegeven waar deze wijzigingen op zien. Ontbreken van een context De opmerkingen van de Afdeling advisering over het plaatsen van de maatregelen binnen een context, hebben hun beslag gekregen in de inleidende paragraaf van het algemeen deel van de nota van toelichting. De maatregelen uit het ontwerpbesluit worden in de context geplaatst van de belangrijkste ontwikkelingen die zich sinds de inwerkingtreding van de Wet op de rechtsbijstand en de op grond van deze wet gestelde regels hebben voorgedaan. Tevens is daarin het kader beschreven waarbinnen de maatregelen zijn geplaatst. Samenvattend komt dit kader er op neer dat in het licht van de noodzaak om de kosten van gesubsidieerde rechtsbijstand beheersbaar te houden, een toenemend belang wordt toegekend aan de bevordering van het eigen probleemoplossend vermogen van rechtzoekenden, het actief aanzetten van rechtzoekenden tot het maken van de afweging tussen enerzijds de noodzaak om te procederen en anderzijds de kosten die met een procedure zijn gemoeid, alsmede het versterkt inzetten op alternatieve manieren van geschillenbeslechting. Hiermee wordt beoogd te komen tot een stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand, waarin zoveel mogelijk alleen in die zaken waarin de noodzaak tot procederen vaststaat en er geen alternatieven voorhanden zijn, gesubsidieerde rechtsbijstand wordt geboden. De voorgestelde maatregelen stimuleren rechtzoekenden tot het maken van een afweging en een bewuste keuze, alvorens een beroep te doen op het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. De in het besluit opgenomen maatregelen versoberen het 1 Staatscourant 2013 nr september 2013

2 beroep dat gedaan kan worden op het stelsel van de gesubsidieerde rechtsbijstand ten opzichte van de situatie in het verleden, maar daarmee wordt de toegang tot het recht nog niet belemmerd. In de aangepaste toelichting wordt, naar aanleiding van daartoe strekkende opmerkingen van de Afdeling advisering, ook meer aandacht besteed aan de gevolgen van het voorstel in relatie tot andere maatregelen. In de paragraaf van de toelichting die ziet op de toegang tot het recht, wordt ingegaan op mijn brief aan de Tweede Kamer van 1 maart inzake de Quick scan volume-effecten gesubsidieerde rechtsbijstand en de aanstaande verhoging van de griffierechten. Daarnaast is van belang dat ook in de toekomst goed acht wordt geslagen op de effecten die deze en nog te nemen maatregelen zullen hebben op het beroep op rechtsbijstand. In vervolg op de uitgevoerde quick scan zullen daarom de volume-effecten van de genomen maatregelen worden gemonitord. De Tweede Kamer der Staten-Generaal zal over deze effecten worden geïnformeerd. Naar aanleiding van het advies van de Afdeling advisering om in het ontwerpbesluit in te gaan op de aangekondigde vernieuwing van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand en deze in samenhang met de gecumuleerde effecten van alle maatregelen te bezien, wordt het volgende opgemerkt. Op 12 juli 2013 heb ik een brief aan de Tweede Kamer gezonden, waarin mijn voornemens kenbaar worden gemaakt tot nadere aanpassingen in het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand 2. Zoals uit de genoemde brief blijkt, zijn de definitieve keuzes voor wat betreft de vormgeving van alle daarin genoemde maatregelen nog niet gemaakt. Zo worden er nog enkele pilots opgezet die zien op de (versterkte) poortwachtersfunctie. De uiteindelijke vormgeving van diverse maatregelen is mede afhankelijk van de uitkomsten van die pilots en nadere uitwerking van de genoemde maatregelen. Mede om die reden is het voorliggend ontwerpbesluit niet de aangewezen plaats om in te gaan op het gecumuleerde effect van alle maatregelen op het terrein van de gesubsidieerde rechtsbijstand. De verhoging van de generieke eigen bijdrage Ten aanzien van de algemene verhoging van de eigen bijdrage wijst de Afdeling advisering er op dat er voor de rechtzoekenden in de laagste inkomenscategorieën, zeker in combinatie met de overige maatregelen, een grotere kans bestaat op schending van de toegang tot het recht. Als een rechtzoekende zelf niet in staat is om zijn juridisch geschil op te lossen, ook de alternatieve wijzen van geschilbeslechting hem daarbij niet hebben kunnen helpen, en de noodzaak bestaat dat rechtsbijstand wordt geboden, zal hij na de inwerkingtreding van dit ontwerpbesluit een hogere eigen bijdrage verschuldigd zijn dan voorheen. Deze hogere eigen bijdrage is verschuldigd als de rechtzoekende niet voor één van de mitigerende wettelijke bepalingen in aanmerking komt. Hoewel erkend moet worden dat deze verhoging feitelijk leidt tot een versobering van het beroep op gesubsidieerde rechtsbijstand voor bepaalde groepen rechtzoekenden, wil dat nog niet zeggen dat daarmee een zodanige situatie ontstaat dat gesproken kan worden van onvoldoende toegang tot de rechter voor deze groepen. In de nota van toelichting wordt al ingegaan op de verdragsrechtelijke aspecten van deze maatregelen, in het bijzonder in het licht van het recht op toegang tot de rechter. Kortheidshalve zij daarnaar verwezen. Gelet op de noodzaak tot het beheersbaar houden van het systeem van gesubsidieerde rechtsbijstand, met name in tijden van economische teruggang, teneinde het systeem als zodanig toegankelijk te houden voor de personen en zaken die daadwerkelijk belang hebben bij een dergelijk stelsel, en het feit dat de in dit besluit opgenomen maatregelen er met name toe strekken onnodig (door)procederen te voorkomen alsmede het stimuleren van rechtsbijstandverleners tot het actief voorkomen van procedures, bestaat de overtuiging dat ook na de invoering van dit besluit voldoende evenwicht bestaat tussen enerzijds het nakomen van de grondwettelijke en verdragsrechtelijke verplichtingen en anderzijds het betaalbaar houden van het systeem. Hierdoor blijft de effectieve toegang tot de rechter ook in de toekomst voldoende gewaarborgd. De verhoging eigen bijdrage bij echtscheiding Naar het oordeel van de Afdeling advisering is de motivering van de verhoging van de eigen bijdrage voor uitsluitend scheidingszaken onvoldoende. De Afdeling merkt in dat verband op zichzelf terecht op dat er in het besluit op dit punt geen onderscheid wordt gemaakt tussen een rechtzoekende die zelf een procedure wil beginnen en een rechtzoekende die partij is in een procedure die door een ander is gestart. Daarmee wijkt het besluit echter niet af van andere rechtsgebieden waarin zich geschillen kunnen voordoen waarvoor een toevoeging kan worden aangevraagd. De vraag of de verzoeker om een toevoeging eisende of gedaagde partij is, is bijvoorbeeld ook geen onderscheidend criterium ten opzichte van andere procedures tussen bijvoorbeeld een werkgever en een werknemer inzake een 1 Kamerstukken II 2013/14, , nr Zie brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 12 juli 2013, kenmerk Staatscourant 2013 nr september 2013

3 ontslagaanvraag of tussen buren inzake een bouwvergunning. Voorts stelt de Afdeling dat de wederzijdse afhankelijkheid van de bereidheid van de ander om alternatieve wegen te bewandelen, groot is. Ook hiervoor geldt dat deze situatie op zichzelf niet uniek is. Ook in bijvoorbeeld ontslagzaken is de medewerking van beide partijen nodig om het bijvoorbeeld tot mediation of arbitrage te laten aankomen. Echtscheidingszaken zijn in die zin onderscheidend ten opzichte van andere verbintenissen, dat er veelal een sterkere emotionele component aanwezig is. Mede om die reden en vanwege de wederzijdse afhankelijkheid, is voor dit type geschillen een aantal hulpmiddelen ter beschikking gesteld die ervoor zorgen dat partijen zich vooraf op vrij eenvoudige wijze kunnen voorbereiden. In zowel het algemeen deel van de nota van toelichting als in de artikelsgewijze toelichting op deze maatregel wordt uitgebreid ingegaan op de hulpmiddelen en alternatieve wijzen van geschiloplossing (met name mediation). Tevens is daarbij gewezen op de bestaande praktijk van de raad voor rechtsbijstand dat aanvragen om een toevoeging die worden gedaan binnen een jaar na de aanvraag om een toevoeging met het oog op de verbreking van een relatie onder het bereik van laatstgenoemde toevoeging vallen, mits de aanvragen samenhangen met de verbreking van de relatie. De rechtzoekende is dan slechts eenmaal de eigen bijdrage verschuldigd. Tot slot voorziet het ontwerpbesluit in een hardheidsclausule die de mogelijkheid biedt om, ingeval van verbreking van de huwelijkse of niet-huwelijkse samenleving en daarmee samenhangende verzoeken, een lagere eigen bijdrage op te leggen in gevallen waarin dit gezien de financiële situatie, redelijk is. Het vervallen van de anticumulatieregeling Naar het oordeel van de Afdeling advisering is de motivering dat het opnemen van een aangepaste regeling te complex zou worden ontoereikend is om de gehele afschaffing van de anticumulatieregeling te onderbouwen. Terecht vraagt de Afdeling om een betere onderbouwing van deze keuze. Daarom is in de nota van toelichting de onderbouwing van bedoelde maatregel aangescherpt. De voor invoering van dit besluit geldende anticumulatieregeling houdt in dat, indien binnen een half jaar na verlening van een toevoeging aan een rechtzoekende waarbij een eigen bijdrage wordt opgelegd, opnieuw één of meer toevoegingen worden verleend, de eigen bijdrage voor de tweede tot en met de vierde toevoeging de helft bedraagt van de eerst opgelegde eigen bijdrage. De anticumulatieregeling is bedoeld om te voorkomen dat door cumulatie van eigen bijdragen voor rechtzoekenden een te hoge drempel wordt opgeworpen om te procederen. De afschaffing van de anticumulatieregeling heeft als achtergrond de gedachte om rechtzoekenden te stimuleren zoveel mogelijk eerst zelf te proberen de eigen problemen op te lossen of alternatieve geschil oplossende routes te bewandelen alvorens een beroep te doen op het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. Om die reden werd in mijn brief van 31 oktober 2011 aan de Tweede Kamer 3 een aanpassing van de anticumulatieregeling voorgesteld die inhield dat een rechtzoekende, aan wie meer dan 4 toevoegingen in één jaar tijd werden verleend, de normale eigen bijdrage verschuldigd zou zijn voor de eerste toevoeging, de helft van de normale eigen bijdrage verschuldigd zou zijn bij de tweede tot en met de vierde toevoeging en vanaf de vijfde toevoeging anderhalf keer de eerst opgelegde eigen bijdrage zou moeten betalen. Daarbij zou voorts gelden dat de rechtzoekende pas weer in aanmerking zou komen voor toepassing van de anticumulatieregeling, als hij gedurende twaalf maanden geen toevoegingen had aangevraagd. Bij de uitwerking bleek de regeling niet alleen complex te zijn, maar ook tot onredelijke uitkomsten voor rechtzoekenden te kunnen leiden. Dit werd veroorzaakt door de introductie van een afwijkende hogere eigen bijdrage ingeval van verbreking van de huwelijkse of niet-huwelijkse samenleving en daarmee samenhangende verzoeken. Indien de rechtzoekende voor de eerste toevoeging deze hogere eigen bijdrage verschuldigd zou zijn in verband met een echtscheidingsverzoek, zou in geval van toepassing van de in eerste instantie voorgestelde anticumulatieregeling die hogere eigen bijdrage bij elke latere toevoeging het uitgangspunt zijn voor de op te leggen eigen bijdrage. De laagste eigen bijdrage voor de vijfde en latere toevoegingen binnen het jaar zou dan 502,50 bedragen. In het andere geval, als de rechtzoekende een eerste toevoeging zou hebben ontvangen waarvoor hij een normale eigen bijdrage verschuldigd zou zijn, zou de rechtzoekende bij een vijfde of latere toevoeging, ook als deze op een verzoek tot echtscheiding zou zien, de laagste eigen bijdrage 289,50 verschuldigd zijn. De mogelijke verschillende uitkomsten, die afhankelijk zijn van de eerste toevoeging, alsmede het feit dat de anticumulatieregeling oorspronkelijk bedoeld is te voorkomen dat door cumulatie van eigen bijdragen voor rechtzoekenden een te hoge drempel wordt opgeworpen om te procederen, hebben doen besluiten tot afschaffing van de anticumulatieregeling. Andere varianten van een anticumulatieregeling zouden leiden tot vergelijkbare ingewikkelde regelingen die tot uitvoeringstechnische problemen zouden leiden of niet binnen de ratio achter de regeling zouden passen. Na inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit wordt evenals vóór introductie van de 3 Kamerstukken II 2011/ 12, , nr Staatscourant 2013 nr september 2013

4 anticumulatieregeling, per aanvraag en onder toepassing van de geldende mitigerende maatregelen, bepaald welke eigen bijdrage rechtzoekende verschuldigd is. De verlaging van de vergoeding bij kennelijke dicta De Afdeling advisering geeft in haar advies aan begrip te hebben voor de gemaakte keuze om voor wat betreft de dicta kennelijk niet -ontvankelijk en kennelijk niet bevoegd een geringere vergoeding toe te kennen aan de rechtsbijstandverlener. De Afdeling toont dit begrip niet voor het toekennen van een lagere vergoeding voor wat betreft de dicta kennelijk (on)gegrond. De Afdeling wijst bij de dicta kennelijk (on)gegrond op de door de rechtsbijstandverlener uit te voeren inhoudelijke analyse en het feit dat er goede redenen aan ten grondslag hebben kunnen liggen om in beroep te gaan. Met de regeling in het wijzigingsbesluit wordt niet ontkend dat zaken die uiteindelijk uitmonden in de dicta kennelijk (on)gegrond een inhoudelijke analyse door de rechtsbijstandverlener vergen. Bovendien kunnen er voor het instellen van (hoger) beroep inderdaad goede gronden bestaan. Aan de andere kant valt het ook niet uit te sluiten dat óók in zaken die uiteindelijk eindigen in de dicta kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk niet bevoegd voor rechtsbijstandverleners de noodzaak bestond om een inhoudelijke analyse te verrichten en er goede redenen waren om in beroep te gaan. De nota van toelichting is op dit punt aangescherpt. Voor wat betreft de toekenning van een lagere vergoeding aan de rechtsbijstandverlener in geval van kennelijke dicta is van belang de in de toelichting op het ontwerpbesluit uiteengezette omstandigheid dat de vergoeding van de rechtsbijstandverlener gebaseerd is op een forfaitair systeem. Per zaaktype geldt een vaste vergoeding die is afgestemd op de gemiddelde tijdsbesteding voor dat soort zaken. Het aantal punten dat aan een zaaktype is toegekend komt overeen met het aantal uren dat gemiddeld aan het daarbij behorende zaaktype wordt besteed. Kern van het forfaitaire vergoedingensysteem vormt de uitmiddeling. Voor wat betreft de kennelijke dicta is binnen dit systeem gekeken naar vergelijkbare dienstverlening. Deze is gevonden in het geven van een eenvoudig rechtskundig advies. Deze zaken kunnen relatief snel door een kwalitatief goed handelend advocaat worden beoordeeld. Natuurlijk zijn er zaken die meer dan de gemiddelde tijdsbesteding in beslag nemen, maar er zijn ook zaken die minder dan de gemiddelde tijd vergen. Per saldo leidt het systeem er toe dat gemiddeld gezien een evenwichtige vergoeding wordt betaald. Tot slot is van de gelegenheid gebruik gemaakt tekstuele verbeteringen aan te brengen en de datum inwerkingtreding van het ontwerpbesluit aan te passen. Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven. 4 Staatscourant 2013 nr september 2013

5 Advies Raad van State s-gravenhage, 28 juni 2013 No. W /II Aan de Koning Bij Kabinetsmissive van 7 mei 2013, no , heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit houdende aanpassing van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand, het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 en het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders in verband met aanpassingen van de eigen bijdrage voor de rechtzoekende in geval van verlening van gesubsidieerde rechtsbijstand en de vergoeding van rechtsbijstandverleners (Besluit aanpassingen eigen bijdrage rechtzoekenden en vergoeding rechtsbijstandverleners), met nota van toelichting. Het ontwerpbesluit behelst een versobering van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. Deze versobering vloeit deels nog voort uit de structurele taakstelling op de gesubsidieerde rechtsbijstand van jaarlijks 50 miljoen die in het regeerakkoord van oktober 2010 was opgenomen. Daarnaast is er een post van 15 miljoen structureel voor additionele kosten vanwege benodigde piketrechtsbijstand naar aanleiding van de uitspraak van het Europese Hof van de Rechten van de Mens (EHRM) in de zaak Salduz. 1 Omdat eerdere maatregelen ontoereikend zijn gebleken, worden in het ontwerpbesluit maatregelen voorgesteld die zien op een generieke verhoging van de eigen bijdrage, een verhoging van de eigen bijdrage bij verbreking van een huwelijkse of niet-huwelijkse relatie, het opnieuw heffen van een eigen bijdrage bij een tweede of volgend deskundigenoordeel, het opnieuw heffen van een eigen bijdrage in bewerkelijke zaken, een lagere vergoeding ingeval van een kennelijke afdoening van een zaak, een wijziging van de anticumulatieregeling en een verlaging van de vergoeding voor rechtsbijstandverleners. 2 De Afdeling advisering van de Raad van State maakt opmerkingen met betrekking tot het ontbreken van een visie op de plaats van de maatregelen in relatie tot het recht op toegang tot de rechter alsmede betreffende de specifieke onderdelen van het ontwerpbesluit en de cumulatie van deze maatregelen. Zij is van oordeel dat in verband daarmee het ontwerpbesluit deels nader dient te worden overwogen. 1. Toegang tot de rechter a. Visie op het stelsel van rechtsbijstand De instandhouding van een toegankelijk stelsel van rechtsbijstand is een wezenskenmerk van een moderne rechtsstaat. Een dergelijk stelsel draagt niet alleen bij aan toegang tot de rechter voor minder draagkrachtigen, maar dient eveneens andere algemene belangen. Zo draagt die toegang bij aan de niet zelden bestaande mogelijkheid dat de rechter de wet uitlegt op een wijze die van belang is voor de samenleving als geheel doordat zij zich ook in andere gevallen dan die welke aan de rechter worden voorgelegd op die uitleg kan instellen. Artikel 18, tweede lid, van de Grondwet verplicht tot het stellen van regels omtrent het verlenen van rechtsbijstand aan minder draagkrachtigen. Het recht op effectieve toegang tot de rechter is verankerd in artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en artikel 47 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie (EU-Handvest). Door zowel het EHRM als het Hof van Justitie van de EU is het standpunt ingenomen dat het recht op toegang tot de rechter niet een absoluut recht betreft, maar dat daarop aangebrachte beperkingen wel een legitiem doel moeten dienen en de daarbij gebruikte middelen in een redelijke verhouding moeten staan tot dat doel, terwijl zij de toegang tot de rechter niet in de praktijk illusoir mogen maken. Bezuinigingen op zichzelf vormen geen legitiem doel in de hier bedoelde zin. 3 Het betaalbaar houden van de rechtshulp is op zichzelf zeker een relevant element bij het goed functioneren van de rechtsbedeling, maar de beperking op de toegang tot de rechter, die daarvan het gevolg is, dient wel aan de hiervoor reeds genoemde voorwaarden te voldoen. Of aan deze voorwaarden is 1 EHRM 27 november 2008, Salduz t. Turkije (36391/02). Volgens de nota van toelichting gaat het in totaal om een bedrag van ruim 31 miljoen, waarvan de resterende 16 miljoen worden gedekt binnen de begroting van het ministerie van Veiligheid en Justitie (Algemeen, Ad 1). 2 Nota van toelichting, Algemeen, Inleiding. 3 EHRM 9 oktober 1979, Airey t. Ierland (6289/73); EHRM 28 mei 1985, Ashingdane t. Verenigd Koninkrijk (8225/78), resp. HvJEU 22 december 2010, DEB t. Bondsrepubliek Duitsland (C-279/09). 5 Staatscourant 2013 nr september 2013

6 voldaan, staat uiteindelijk ter beoordeling van de (nationale en internationale) rechter. Het Hof van Justitie heeft dienaangaande met betrekking tot het recht op gratis rechtsbijstand overwogen dat de rechter bij de evenredigheidsbeoordeling tevens rekening kan houden met de vraag of de hoogte van de proceskosten mogelijk een onoverkomelijk obstakel voor de toegang tot de rechter vormt. 4 De nota van toelichting vermeldt dat de financiële druk op het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand blijft toenemen. 5 De oorzaak van deze toename van de kosten ligt niet alleen in het toenemende beroep op rechtsbescherming, maar ook in de noodzaak in verband met de jurisprudentie van het EHRM deze rechtsbescherming uit te breiden. Aan deze oorzaken en aan de gevolgen van het voorstel in de context van andere maatregelen wordt verder weinig aandacht besteed, 6 terwijl de verhogingen van de eigen bijdragen en overige maatregelen die nu worden voorgesteld korte tijd na eerdere verhogingen volgen. 7 Voorts is ook nog een verhoging van de griffierechten aangekondigd. 8 Bij dit alles komt dat het geheel van deze bezuinigingsmaatregelen vooruit loopt op de in de brief van 17 mei 2013 van de minister en staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan de voorzitter van de Tweede Kamer 9 toegezegde uitwerking van een nieuw stelsel van rechtsbijstand. In het licht van het recht op toegang tot de rechter en het daarbij behorende belang van een toegankelijk stelsel van rechtsbijstand voor minder draagkrachtigen acht de Afdeling het van groot belang dat de effecten van de cumulatie van de reeds plaatsgevonden hebbende bezuinigingsmaatregelen op het terrein van de rechtsbijstand met de onderhavige maatregelen inzichtelijk worden gemaakt. Voorts acht de Afdeling het van groot belang dat het geheel van deze maatregelen wordt bezien in het licht van de aangekondigde vernieuwing van het stelsel van rechtsbijstand. Eerst dan kan beoordeeld worden in hoeverre het recht op toegang tot de rechter als gevolg van alle maatregelen tezamen genomen in het gedrang kan komen. De Afdeling adviseert in de toelichting in te gaan op de aangekondigde vernieuwing van het stelsel van rechtsbijstand en deze in samenhang met de gecumuleerde effecten van alle maatregelen op dit terrein te bezien. b. Gevolgen van het onderhavige ontwerpbesluit De toelichting stelt dat hoewel de in het ontwerpbesluit voorgestelde maatregelen leiden tot een versobering van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand, geenszins sprake is van een belemmering van de toegang tot het recht in zijn algemeenheid. 10 De Afdeling is evenwel van oordeel dat het risico van een zodanige belemmering wel aanwezig is. De rechtzoekenden dienen door de hogere eigen bijdrage een belangenafweging te maken die hen in een positie kan brengen waardoor zij per saldo niet anders kunnen dan afzien van de gang naar de rechter. Dit geldt te meer in situaties waarin zich een cumulatie van de voorgestelde maatregelen voordoet. Ter illustratie 11 van de verhoging van de kosten bij het inschakelen van een rechtsbijstandverlener wijst de Afdeling op de situatie van de stopzetting van de bijstandsuitkering van een alleenstaande. Indien daartegen bezwaar wordt gemaakt dient een eigen bijdrage van 193,00 te worden betaald (of 141,00 bij toepassing van de korting van 52,00 na een bezoek aan het juridisch loket) een verhoging van 64,00 ten opzichte van de bestaande situatie. Een persoon met een maandelijks bruto maandinkomen van 1.500,00 die wil scheiden van zijn/haar partner die daaraan geen medewerking verleent, moet een eigen bijdrage van 335,00 betalen ( 283,00 na een bezoek aan het juridisch loket; een verhoging van 206,00 ten opzichte van de bestaande situatie). Verder kunnen door het afschaffen van de cumulatieregeling de meerkosten van rechtsbijstand ten opzichte van de huidige situatie fors oplopen, bij voorbeeld met 1.265,50 12 bij de derde inkomenscategorie (een jaarinkomen tussen ,00 en ,00 voor alleenstaanden en tussen de ,00 en ,00 in andere gevallen) ingeval sprake is van vier toevoegingen achter elkaar binnen zes maanden. In totaal 4 HvJEU 22 december 2010, DEB t. Bondsrepubliek Duitsland. 5 Nota van toelichting, Algemeen, Financiële gevolgen. 6 Ook de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) en de Raad voor de Rechtspraak vragen hiervoor aandacht in hun adviezen. 7 Besluit van 22 juni 2011, houdende aanpassing van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand en het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000, onder meer in verband met het stimuleren van de verlening van rechtshulp door een voorziening als bedoeld in artikel 7, tweede lid, of artikel 8, tweede lid, van de Wet op de rechtsbijstand; Stb. 2011, 322. De Afdeling heeft hierover geadviseerd op 21 april 2011 (W /II). 8 Voormelde brief van 17 mei Nadere uitwerking van de budgettaire opgave Veiligheid en Justitie ; kenmerk , blz Nota van toelichting, Algemeen, De toegang tot het recht. 11 In aansluiting op de door de Vereniging sociale advocatuur Nederland (VSAN) genoemde voorbeelden. 12 Het gaat dan op basis van het ontwerpbesluit om een eigen bijdrage van 507 die vier keer volledig moet worden betaald (in totaal 2.028). Op basis van artikel 5, eerste lid, van het geldende besluit betreft het een eigen bijdrage van 305, die eenmaal volledig moet worden betaald en de daarop volgende drie keren voor 50% (in totaal 762,50). 6 Staatscourant 2013 nr september 2013

7 zou de rechtszoekende dan 2.028,00 zelf moeten betalen ( 1.820,00 bij toepassing van de korting van 52,00). Zowel in absolute zin als ten opzichte van de bestaande situatie is sprake van substantiële bedragen, die voor rechtzoekenden een onder omstandigheden moeilijk te nemen drempel kunnen opwerpen voor de toegang tot de rechter. In de in de brief van 1 maart 2013 van de staatssecretaris aan de voorzitter van de Tweede Kamer opgenomen quickscan wordt de inschatting gegeven dat de verhoging van de eigen bijdrage zoals voorzien in het ontwerpbesluit zal leiden tot een afname van het beroep op gesubsidieerde rechtsbijstand bovenop de effecten van de eerdere verhogingen van de eigen bijdrage van circa 5%. 13 Hieruit volgt dat de effecten op de toegang tot de rechter aanzienlijk kunnen zijn. Daarnaast kunnen de maatregelen die een lagere vergoeding voor de rechtsbijstandverlener realiseren, tot gevolg hebben dat er een beperkter aantal rechtsbijstandverleners beschikbaar zal zijn. De Afdeling adviseert in de toelichting nader in te gaan op de effecten die het ontwerpbesluit kan hebben voor het recht op toegang tot de rechter en meer in het bijzonder op de vraag of de voorgestelde maatregelen nog in redelijke verhouding staan tot de doelstellingen en zo nodig het voorstel aan te passen. 2. Specifieke maatregelen a. Verhoging generieke bijdrage Het ontwerpbesluit voorziet in de verhoging van de eigen bijdrage in artikel 2 van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand. In de laagste inkomenscategorie (voor alleenstaanden een jaarinkomen lager dan en voor gehuwden, samenwonenden of éénoudergezinnen met minderjarig(e) kind(eren) een jaarinkomen lager dan ) 14 stijgt het bedrag van 129 naar 193. De categorie daarboven gaat van 188 naar 355, de derde van 305 naar 507. In de vierde categorie is sprake van een verhoging van 516 naar 659 en in de vijfde van 796 naar 811. In de toelichting 15 staat vermeld dat de grootste verhoging van de bedragen voor de eigen bijdrage voor de laagste inkomenscategorieën noodzakelijk is, omdat de minst draagkrachtigen ruim 80% van het gebruik van gesubsidieerde rechtshulp voor hun rekening nemen. Dat bij de hoogste inkomenscategorie het bedrag het minst wordt verhoogd, is omdat aan de rechtzoekende geen eigen bijdrage gevraagd kan worden die hoger is dan de vergoeding die de rechtsbijstandverlener van de overheid ontvangt. De vergoeding was in 2011 gemiddeld 852 per zaak, aldus de toelichting. Daarbij bestaan er volgens de toelichting voldoende mitigerende maatregelen om de eigen bijdrage betaalbaar te houden. Daarvoor wordt onder meer verwezen naar de korting die wordt verkregen ( 52) bij een bezoek aan het juridisch loket (dit wordt gestimuleerd vanwege de filterfunctie) en een korting in geval een proces van mediation is doorlopen. Verder wordt in de toelichting gewezen op de hardheidsclausule in het in het ontwerp opgenomen artikel 2, zesde lid, van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand, en op de mogelijkheden van reductie/nihilstelling uit de artikelen 4 en 6 van dat besluit en artikel 34c van de Wet op de rechtsbijstand. De Afdeling merkt op dat voornoemde verhogingen in de eerste inkomenscategorie een verhoging van ongeveer 50% betreffen, en in de tweede en derde categorie zelfs aanzienlijk meer dan dat. Dat binnen deze categorie de grootste besparing te behalen valt, doet er niet aan af dat de voorgestelde bedragen betaalbaar moeten zijn voor rechtzoekenden binnen die categorieën, ook als gebruik gemaakt wordt van de genoemde mitigerende maatregelen. 16 De kortingen die worden verkregen bij een bezoek aan het juridisch loket en in geval mediation is doorlopen, worden thans ook al toegepast, zodat dit per saldo geen verschil maakt voor de effecten van de verhoging van de eigen bijdrage. Verder ziet de in het ontwerpbesluit in artikel 2, zesde lid, opgenomen hardheidsclausule alleen op de eigen bijdrage bij echtscheiding, die kan worden gereduceerd naar het reguliere tarief. Ten slotte betreffen de mogelijkheden van reductie/nihilstelling uit de artikelen 4 en 6 van het besluit en art 34c van de Wet op de rechtsbijstand afgebakende categorieën van gevallen. 17 Alle genoemde mitigerende maatregelen zijn dus dermate beperkt naar bedrag of naar situatie dat de vraag daarmee blijft of de toegang tot de rechter van de reguliere rechtzoekenden in de laagste 13 TK , , nr Artikel 2, eerste lid, van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand ziet op gevallen waarin uitsluitend het inkomen of vermogen van een natuurlijk persoon in aanmerking wordt genomen en artikel 2, tweede lid, ziet op andere gevallen. 15 Nota van toelichting, Artikelsgewijs, Artikel I, onderdeel B, onder In hun adviezen stellen de NOvA en VFAS dat de groep minst draagkrachtigen door deze extra verhoging direct en hard geraakt wordt in de toegang tot het recht. 17 Artikel 4 van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand ziet op faillissement/schuldsanering en artikel 6 op onder meer personen die in de Regeling opvang asielzoekers zitten en gevangenen. Artikel 34c van de wet ziet op gevallen waarin een terugval van het inkomen of het vermogen heeft plaatsgevonden. 7 Staatscourant 2013 nr september 2013

8 inkomenscategorieën hiermee niet te zeer wordt belemmerd. 18 Een zodanig grote verhoging van de vereiste bijdrage biedt, zeker in combinatie met de overige maatregelen, een grotere kans op schending van dit recht. b. Verhoging eigen bijdrage bij scheiding Het ontwerpbesluit voorziet met het nieuwe artikel 2a in het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand in een hogere eigen bijdrage bij verbreking van een huwelijkse of niet-huwelijkse relatie en daarmee samenhangende verzoeken. Volgens de toelichting 19 kan gezien de hoge aantallen vervolgzaken worden geconcludeerd dat afspraken die tussen partijen met het oog op de echtscheiding of verbreking van de relatie zijn gemaakt regelmatig opnieuw ter discussie worden gesteld. Door een extra verhoging van de eigen bijdrage wordt verwacht dat partijen vanaf het begin van de verbreking van de relatie zich meer dan voorheen toeleggen op het realiseren van een duurzame oplossing. Daarbij wordt gewezen op diverse hulpmiddelen, zoals het juridisch loket en diverse websites. 20 Daarnaast vermeldt de toelichting dat de eigen bijdrage voor mediation niet extra wordt verhoogd. De motivering voor de korting in deze groep is naar het oordeel van de Afdeling beperkt. Dat een verhoging van de bijdrage zal leiden tot meer gebruik van alternatieven die tot een adequate oplossing van het geschil kunnen leiden, acht de Afdeling onvoldoende onderbouwd. Daarbij zij opgemerkt dat geen onderscheid wordt gemaakt tussen een rechtzoekende die zelf een procedure wil beginnen en een rechtzoekende die partij is in een procedure die door een ander is gestart. Juist in dit type zaken is de wederzijdse afhankelijkheid van de bereidheid van de ander om alternatieve wegen te bewandelen, groot. c. Vervallen anticumulatieregeling Met het ontwerpbesluit wordt artikel 5 van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand ingetrokken, waarin was opgenomen dat indien binnen een half jaar na verlening van een toevoeging opnieuw een of meer toevoegingen worden verleend, de eigen bijdrage voor de tweede tot en met de vierde toevoeging de helft bedraagt van de eerst opgelegde bijdrage. Blijkens de toelichting 21 is eerder een aangepaste anticumulatieregeling opgesteld, maar bleek bij de uitwerking van deze beleidsmaatregel dat de toepassing ervan bijzonder ingewikkeld zou worden, hetgeen tot hoge uitvoeringskosten zou kunnen leiden. Aldus is ervoor gekozen de anticumulatieregeling geheel af te schaffen. Daarbij wordt opgemerkt dat een belangrijke reden hiervoor is het toekennen van een zogenoemde multitoevoeging. In de brief van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 31 oktober wordt hierover gezegd: De aanpak is primair gericht op het terugbrengen van het aantal toevoegingen, door geschillen die naar hun oorzaak en oplossing als samenhangend kunnen worden beschouwd, onder het bereik van één enkele toevoeging te brengen. Naar het oordeel van de Afdeling is de motivering dat het opnemen van een aangepaste regeling te complex zou worden ontoereikend om de gehele afschaffing daarvan te onderbouwen. Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat de anticumulatieregeling in ongeveer 18% van de zaken wordt toegepast 23 en dus een grote groep rechtzoekenden raakt. Vaak zal sprake zijn van multiproblematiek, waarin meerdere procedures met elkaar samenhangen. 24 Voor zover is beoogd querulanten het procederen te ontmoedigen, is naar het oordeel van de Afdeling niet inzichtelijk gemaakt hoe groot het aandeel van deze groep is in het totaal en in hoeverre met deze regeling juist die groep kan worden geraakt. Hoewel de multitoevoeging wellicht in een deel van de gevallen een oplossing zou kunnen bieden, merkt de Afdeling op dat dit blijkens de brief van de staatssecretaris van 4 mei 2012 aan de voorzitter van de Staten-Generaal 25 een pilot betreft die niet wettelijk is geregeld, zodat daar geen aanspraak aan ontleend kan worden. Daarbij roept de Afdeling in herinnering dat bij de aanpassing van de anticumulatieregeling in 2000 in de nota van toelichting werd opgemerkt dat voorkomen moest worden dat door cumulatie van eigen bijdragen een te hoge drempel wordt 18 Zoals ook de NOvA en Vereniging van Familierecht Advocaten Scheidingsmediators (VFAS) hebben opgemerkt. 19 Nota van toelichting, Algemeen, Inleiding, Ad Zie o.a Nota van toelichting, Algemeen, Inleiding, Ad TK , , nr. 39, blz Nota van toelichting, Algemeen, Financiële gevolgen, Generieke verhoging van de eigen bijdrage. 24 In haar advies geeft de NOvA als voorbeelden een ontslag op staande voet, dat meestal gepaard gaat met een ontbindingsverzoek van de werkgever en afwijzing van de aanvraag om een WW-uitkering alsmede verlies van verblijfsrecht dat leidt tot verlies van recht op arbeid, uitkeringen en toeslagen. 25 Kamerstukken II , , nr Staatscourant 2013 nr september 2013

9 opgeworpen voor het verkrijgen van rechtsbijstand. 26 De Afdeling acht onvoldoende inzichtelijk gemaakt in hoeverre het afschaffen van de anticumulatieregeling niet tot gevolg heeft dat deze drempel alsnog wordt opgeworpen. d. Verlaging vergoeding rechtsbijstand bij kennelijke dicta Het ontwerpbesluit voorziet er door aanpassing van de artikelen 5 en 5a (burgerlijk en bestuursrecht en tuchtrecht) en artikel 19 (strafrecht) van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in dat bij kennelijke dicta nog maar twee punten worden toegekend aan de rechtsbijstandverlener. In de toelichting staat vermeld dat er zaken zijn die meer dan de gemiddelde tijdsbesteding in beslag nemen en zaken die minder dan de gemiddelde tijd vergen. 27 Per saldo leidt het systeem er toe dat gemiddeld gezien een evenwichtige vergoeding wordt betaald, aldus de toelichting. De Afdeling heeft begrip voor de gemaakte keuze wat betreft de dicta kennelijk niet-ontvankelijk en kennelijk onbevoegd, maar niet wat betreft kennelijk (on)gegronde beroepen. Deze zaken zullen vaak toch nog een inhoudelijke analyse door de rechtsbijstandverlener vergen. Daarbij kan met name worden gewezen op het hoger beroep in vreemdelingenzaken bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In die zaken wordt het overgrote deel buiten zitting en dus kennelijk afgedaan. 28 In een wezenlijk aantal zaken gaat het daarbij niettemin om gevallen, waarbij voor het instellen van hoger beroep wel goede grond bestaat. Bovendien geldt dat in bewaringszaken in het vreemdelingenrecht bijstand van een advocaat verplicht is. De Adviescommissie Vreemdelingenzaken van de NOvA concludeert dat door de voorgestelde regeling in het hoger beroep vreemdelingen de facto geen rechtsbijstand meer kan worden verleend. De commissie geeft aan dat een verlaging van het aantal punten in het geval in een zaak geen zitting wordt gehouden niet onaanvaardbaar is, maar dat in de thans voorgestelde regeling van een te ongenuanceerde vermindering sprake is. De Afdeling adviseert in de toelichting nader in te gaan op de voornoemde punten en het besluit zo nodig aan te passen. De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging in dezen geen besluit te nemen dan nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden. De vice-president van de Raad van State, J.P.H. Donner. 26 Stb. 2000, 242, blz Nota van toelichting, Algemeen, Ad In 2012 betrof het van de hoofdzaken, in van de hoofdzaken. Op het totaal aantal afgedane hoofdzaken in 2012 werden er van de buiten/zonder zitting gedaan en in 2011 waren dat er van de ; Jaarverslag Raad van State Staatscourant 2013 nr september 2013

10 Tekst zoals toegezonden aan de Raad van State: Besluit van... houdende aanpassing van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand, het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 en het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders in verband met aanpassingen van de eigen bijdrage voor de rechtzoekende in geval van verlening van gesubsidieerde rechtsbijstand en de vergoeding van rechtsbijstandverleners (Besluit aanpassingen eigen bijdrage rechtzoekenden en vergoeding rechtsbijstandverleners) Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 2 mei 2013, nr ; Gelet op de artikelen 33e, derde lid, en 37 van de Wet op de rechtsbijstand, artikel 21 van de Gerechtsdeurwaarderswet en artikel 434a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van..., nr. W{/II); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van..., nr....; Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1 komt te luiden: B Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder: diagnosedocument: een schriftelijk document, opgesteld in het kader van de verlening van rechtshulp door een voorziening als bedoeld in artikel 7, tweede lid, of artikel 8, tweede lid, van de wet, waarin is opgenomen een analyse van het juridisch probleem en een advies over dat probleem, met zo nodig een verwijzing naar ter zake doende instanties en rechtsbijstandverleners; draagkracht: draagkracht zoals die overeenkomstig de wet wordt berekend; eigen bijdrage: eigen bijdrage, bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de wet; opvolgend deskundigenoordeel: het oordeel van een opvolgend rechtsbijstandverlener als bedoeld in de artikelen 9 en 20 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 over een zaak waarvoor een toevoeging is verleend aan een andere rechtsbijstandverlener die niet werkzaam is in hetzelfde samenwerkingsverband, met als doel de twijfel die de rechtzoekende heeft over het oordeel van die andere rechtsbijstandverlener weg te nemen; wet: Wet op de rechtsbijstand. Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste en tweede lid komen te luiden: 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2a, bedraagt de eigen bijdrage, die een natuurlijk persoon verschuldigd is voor de verlening van rechtsbijstand op basis van een toevoeging in gevallen waarin uitsluitend zijn inkomen of vermogen in aanmerking wordt genomen: a. 193,, indien het inkomen niet hoger is dan , ; b. 355,, indien het inkomen meer dan , en ten hoogste , bedraagt; c. 507,, indien het inkomen meer dan , en ten hoogste , bedraagt; d. 659,, indien het inkomen meer dan , en ten hoogste , bedraagt; en e. 811,, indien het inkomen meer dan , en ten hoogste , bedraagt. 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 2a, bedraagt de eigen bijdrage, die een natuurlijk persoon verschuldigd is voor de verlening van rechtsbijstand op basis van een toevoeging in andere gevallen: a. 193,, indien het inkomen niet hoger is dan , ; 10 Staatscourant 2013 nr september 2013

11 b. 355,, indien het inkomen meer dan , en ten hoogste , bedraagt; c. 507,, indien het inkomen meer dan , en ten hoogste , bedraagt; d. 659,, indien het inkomen meer dan , en ten hoogste , bedraagt; en e. 811,, indien het inkomen meer dan , en ten hoogste , bedraagt. 2. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd: a. In de aanhef wordt tussen tweede lid en bedraagt ingevoegd: en artikel 2a. b. In de onderdelen a en b wordt 1. 39, vervangen door: 76, , telkens vervangen door: , , telkens vervangen door: , , vervangen door: 127, , vervangen door: , , vervangen door: ,. 3. In het vijfde lid wordt 775, vervangen door: 811,. 4. Er wordt een negende lid toegevoegd, luidende: C 9. In de gevallen bedoeld in de artikelen 2b en 2c, vindt de verlaging van de eigen bijdrage, genoemd in het zesde, zevende en achtste lid, geen toepassing. Na artikel 2 worden drie artikelen toegevoegd, luidende: Artikel 2a 1. In afwijking van artikel 2, eerste tot en met derde lid, is een natuurlijk persoon een hogere eigen bijdrage verschuldigd indien de toevoeging ziet op de verlening van rechtsbijstand bij verzoeken die voortkomen uit de verbreking van een huwelijkse of niet-huwelijkse relatie en gegrond zijn op Titel 5A tot en met 10, 14, afdelingen 1 tot en met 3a, 5 en 6, 15 en 17, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. 2. In de gevallen genoemd in het eerste lid, bedraagt de eigen bijdrage die een natuurlijk persoon, verschuldigd is voor de verlening van rechtsbijstand op basis van een toevoeging waarin uitsluitend zijn inkomen of vermogen in aanmerking wordt genomen: a. 335,, indien het inkomen niet hoger is dan , ; b. 406,, indien het inkomen meer dan , en ten hoogste , bedraagt; c. 558,, indien het inkomen meer dan , en ten hoogste , bedraagt; d. 710,, indien het inkomen meer dan , en ten hoogste , bedraagt; en e. 837,, indien het inkomen meer dan , en ten hoogste , bedraagt. 3. In de gevallen genoemd in het eerste lid, bedraagt de eigen bijdrage die een natuurlijk persoon verschuldigd is voor de verlening van rechtsbijstand op basis van een toevoeging in andere gevallen: a. 335,, indien het inkomen niet hoger is dan , ; b. 406,, indien het inkomen meer dan , en ten hoogste , bedraagt; c. 558,, indien het inkomen meer dan , en ten hoogste , bedraagt; d. 710,, indien het inkomen meer dan , en ten hoogste , bedraagt; en e. 837,, indien het inkomen meer dan , en ten hoogste , bedraagt. 4. In afwijking van het tweede onderscheidenlijk derde lid bedraagt de eigen bijdrage, die een natuurlijk persoon verschuldigd is voor de verlening van rechtsbijstand bestaande uit het geven van eenvoudig rechtskundig advies, in gevallen waarin uitsluitend zijn inkomen of vermogen in aanmerking wordt genomen onderscheidenlijk in andere gevallen: a. 106,, indien het inkomen ten hoogste , onderscheidenlijk ten hoogste , bedraagt; en 11 Staatscourant 2013 nr september 2013

12 b. 140,, indien het inkomen meer dan , en ten hoogste , onderscheidenlijk meer dan , en ten hoogste , bedraagt. 5. Het bestuur kan beslissen om de op grond van het tweede of derde lid verschuldigde eigen bijdrage te verlagen naar de eigen bijdrage die verschuldigd is op grond van artikel 2, eerste of tweede lid, indien van de rechtzoekende, gelet op diens financiële situatie, redelijkerwijs niet kan worden verlangd dat de rechtzoekende de hogere eigen bijdrage betaalt voor een toevoeging op grond van het eerste lid. Artikel 2b Met inachtneming van artikel 2, negende lid, is de rechtzoekende ingeval van een opvolgend deskundigenoordeel opnieuw een eigen bijdrage verschuldigd die gelijk is aan de eigen bijdrage die de rechtzoekende verschuldigd is ten behoeve van de toevoeging, tenzij het bestuur op grond van artikel 6, eerste of tweede lid, geen eigen bijdrage heeft opgelegd. In laatstgenoemde gevallen is artikel 6, derde lid van toepassing. Artikel 2c Indien artikel 13 of 22 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 van toepassing is, is de rechtzoekende, met inachtneming van artikel 2, negende lid, opnieuw een eigen bijdrage verschuldigd waarvan de hoogte gelijk is aan de eigen bijdrage die de rechtzoekende verschuldigd is voor de toevoeging, tenzij het bestuur op grond van artikel 6, eerste of tweede lid, geen eigen bijdrage heeft opgelegd. D Artikel 3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. Na artikel 2, eerste tot en met derde lid, wordt ingevoegd: en artikel 2a, tweede tot en met vierde lid,. 2. Tussen artikelen 2 en en 4 wordt ingevoegd:, 2a, tweede tot en met vierde lid,. E Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt na artikel 2, eerste en tweede lid, ingevoegd en artikel 2a, tweede en derde lid, en wordt 125, vervangen door: 193,. 2. Na het derde lid wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende: F 4. In de gevallen bedoeld in de artikelen 2b en 2c, vindt de verlaging bedoeld in het tweede lid geen toepassing. Artikel 5 vervalt. G Aan artikel 6 wordt een derde lid toegevoegd, luidende: 3. Met inachtneming van artikel 2, negende lid, legt in afwijking van het eerste en tweede lid, het bestuur de laagste eigen bijdrage bedoeld in de artikelen 2, eerste en tweede lid, en 2a, tweede en derde lid, op indien een opvolgend deskundigenoordeel wordt gevraagd. ARTIKEL II Het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 3, eerste lid, wordt 106, 99 vervangen door: 104, Staatscourant 2013 nr september 2013

13 B Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd: 1. Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot derde tot en met vijfde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende: 2. In afwijking van het eerste lid worden twee punten toegekend indien de procedure door de in artikel 1, onderdeel b, bedoelde instantie wordt beëindigd door de beslissing kennelijk niet bevoegd, kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk gegrond of kennelijk ongegrond. 2. In het vijfde lid wordt tweede en derde lid vervangen door: derde en vierde lid. C Artikel 5a wordt als volgt gewijzigd: 1. In de aanhef van het eerste lid wordt In afwijking van artikel 5 vervangen door: In afwijking van artikel 5, eerste en derde tot en met vijfde lid,. 2. In het vijfde lid vervalt evenwel en wordt In afwijking van het eerste tot en met vierde lid worden vervangen door: Onverminderd het bepaalde in artikel 5, tweede lid, worden in afwijking van het eerste tot en met vierde lid. 3. In het zesde lid wordt bedoeld artikel 31, eerste lid, vervangen door: bedoeld in artikel 31, eerste lid,. D In artikel 15, vierde lid, wordt na Artikel 19 ingevoegd:, eerste lid,. E Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de tekst wordt de aanduiding 1. geplaatst. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. In afwijking van artikel 14 en met inachtneming van artikel 14a, tweede lid, worden twee punten toegekend aan een strafzaak die wordt beëindigd door de beslissing kennelijk niet bevoegd, kennelijk niet- ontvankelijk, kennelijk gegrond of kennelijk ongegrond. ARTIKEL III In artikel 14, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders, wordt het jaar t-2 vervangen door: het jaar t-2 en het daaraan voorafgaande jaargemiddelde. ARTIKEL IV 1. Het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand zoals dit luidde vóór de inwerkintreding van dit besluit, blijft van toepassing op toevoegingen aangevraagd vóór de inwerkingtreding van dit besluit. 2. Het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 zoals dit luidde vóór de inwerkingtreding van dit besluit, blijft van toepassing op toevoegingen afgegeven vóór de inwerkingtreding van dit besluit. ARTIKEL V Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli ARTIKEL VI Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanpassingen eigen bijdrage rechtzoekenden en vergoeding rechtsbijstandverleners. 13 Staatscourant 2013 nr september 2013

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8219 2 april 2013 Advies Raad van State, betreffende het besluit van... tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 62784 10 november 2017 Advies Raad van State inzake Besluit houdende regeling van de wijze van tenuitvoerlegging van beslissingen

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van..., nr...;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van..., nr...; Besluit van houdende wijziging van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand en het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met de invoering van enige maatregelen in het kader van de stelselvernieuwing

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 269 Besluit van 10 juli 2019 tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met de aanpassing van de indexeringsbepaling

Nadere informatie

Ontwerpbesluit aanpassingen eigen bijdrage rechtzoekenden en vergoeding rechtsbijstandverleners

Ontwerpbesluit aanpassingen eigen bijdrage rechtzoekenden en vergoeding rechtsbijstandverleners - Besluit van, houdende aanpassing van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand, het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 en het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders in verband met

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 10390 14 juli 2009 Besluit van..., houdende nadere regels inzake buitengerechtelijke kosten bij tenuitvoerlegging van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 624 9 januari 2019 Advies Raad van State inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur tot indexatie en verhoging

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 48280 30 december 2015 Advies Raad van State inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur houdende vaststelling

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Ontwerp van een besluit houdende aanpassing van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 en enkele andere besluiten in verband met de herijking van de verlening van rechtsbijstand door de raden voor

Nadere informatie

Aanpassing eigen bijdrage en vergoeding rechtsbijstand per 1.10.2013

Aanpassing eigen bijdrage en vergoeding rechtsbijstand per 1.10.2013 Regelingen en voorzieningen CODE 6.1.2.22 Aanpassing eigen bijdrage en vergoeding rechtsbijstand per 1.10.2013 tekst + toelichting bronnen Staatsblad 2013, 345 Nieuwsbericht Raad voor Rechtsbijstand, 20.9.2013,

Nadere informatie

Datum 17 februari 2014 Onderwerp Beantwoording kamervragen gevolgen van beperken rechtsbijstand voor rechtsbescherming in vreemdelingenzaken

Datum 17 februari 2014 Onderwerp Beantwoording kamervragen gevolgen van beperken rechtsbijstand voor rechtsbescherming in vreemdelingenzaken 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Ontwerpbesluit aanpassing eigen bijdrage rechtzoekenden

Ontwerpbesluit aanpassing eigen bijdrage rechtzoekenden Regelingen en voorzieningen CODE 6.1.2.35 Ontwerpbesluit aanpassing eigen bijdrage rechtzoekenden bronnen www.rijksoverheid.nl, onder documenten en publicaties > kamerstukken> 2012, 22.11.2012 Verslag

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 727 Besluit van 26 oktober 2010, houdende vaststelling van de griffierechten en de bedragen, bedoeld in de artikelen 21, tweede lid, respectievelijk

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 45 Besluit van 8 februari 2010, houdende wijziging van het Besluit van 1 september 1995 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 375 Besluit van 4 september 2009, houdende aanpassing van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht in verband met de indexering

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 67886 28 november 2017 Advies Raad van State inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur houdende verhoging

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 2011, nr. ;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 2011, nr. ; Besluit van, houdende aanpassing van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 en het Besluit toevoeging mediation in verband met een verlaging van de vergoeding van rechtsbijstandverleners en een aanpassing

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13508 13 maart 2017 Voorpublicatie tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met onder

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 753 Rechtsbijstand Nr. 57 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Ontwerp van een besluit houdende regels met betrekking tot de verlening van een to evoeging ten behoeve van mediation, de eigen bijdrage in geval van mediation op basis van een toevoeging, alsmede de vaststelling

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 345 Besluit van 10 september 2013, houdende aanpassing van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand, het Besluit vergoedingen rechtsbijstand

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 84. Nr. 66402 8 december 206 Advies Raad van State inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur Nader rapport verhoging

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van... houdende aanpassing van het Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria en enkele andere besluiten terzake van een aantal onderwerpen van diverse aard (Verzamelbesluit rechtsbijstand 2009)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 769 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Nr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 740 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet tarieven in burgerlijke zaken en enkele andere wetten ter verhoging van de opbrengst

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 31 753 Rechtsbijstand B VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 1 februari 2013 De leden van de vaste commissie voor Veiligheid & Justitie

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Ontwerp van een besluit houdende regels met betrekking tot de eigen bijdrage voor de rechtzoekende in geval van verlening van gesubsidieerde rechtsbijstand alsmede enige nadere regels omtrent de vaststelling

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 46 Besluit van 4 februari 2009, houdende regels met betrekking tot de eigen bijdrage voor de rechtzoekende in geval van verlening van gesubsidieerde

Nadere informatie

Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met de invoering van kostendekkende griffierechten

Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met de invoering van kostendekkende griffierechten Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met de invoering van kostendekkende griffierechten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 35 Besluit van 12 januari 2016, houdende regeling van enkele onderwerpen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van beslissingen van de tuchtrechter

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

C O N C E P T. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

C O N C E P T. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van houdende wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met de verrekeningsbevoegdheid van de raad voor rechtsbijstand bij een proceskostenveroordeling Ingevolge artikel

Nadere informatie

Ministerie van Veiligheid en Justitie T.a.v. de heer mr F. Teeven Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH s Gravenhage

Ministerie van Veiligheid en Justitie T.a.v. de heer mr F. Teeven Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH s Gravenhage Ministerie van Veiligheid en Justitie T.a.v. de heer mr F. Teeven Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH s Gravenhage Den Haag, 20 december 2012 uw kenmerk : ontwerpbesluit aanpassingen

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Recourt en Berndsen-Jansen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vastgesteld door het bestuur van de raad voor rechtsbijstand op 1 juli 2010

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vastgesteld door het bestuur van de raad voor rechtsbijstand op 1 juli 2010 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10659 8 juli 2010 Beleidsregel vergoedingen voor rechtsbijstand in de nieuwe asielprocedure van de raad voor rechtsbijstand

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 757 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet griffierechten burgerlijke zaken en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk

Nadere informatie

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten Consultatieversie Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en het nieuwe nadeelcompensatierecht VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 5 Besluit van 14 december 2011, houdende regels inzake het uit te oefenen toezicht bij voorwaardelijke veroordeling (Uitvoeringsbesluit voorwaardelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 770 Invoering van en aanpassing van wetgeving aan de Vaststellingswet titel 7.10 Burgerlijk Wetboek (arbeidsovereenkomst) (Invoeringswet titel

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Advies Raad van State betreffende onrechtmatigverklaring ontbindingsbesluit

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Advies Raad van State betreffende onrechtmatigverklaring ontbindingsbesluit STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20023 3 april 2017 Advies Raad van State betreffende onrechtmatigverklaring ontbindingsbesluit Nader Rapport 3 april 2017

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 436 Wijziging van de Wet op de rechtsbijstand houdende herijking van de verlening van rechtsbijstand door de raden voor rechtsbijstand en de

Nadere informatie

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (datum), Directie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 282 Wijziging van de Wet toelating en uitzetting BES Nr. 6 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 855 Wijziging van de Algemene nabestaandenwet en de Wet uitkeringen burgeroorlogsslachtoffers 1940 1945 in verband met een technische aanpassing

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 568 Besluit van 14 november 1995 tot wijziging van het Besluit kwaliteitsregels jeugdhulpverlening, het Besluit kwaliteitsregels en taken voogdij-

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Kuiken en Groothuizen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 277 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met de herziening van de definities van gezin en middelen (Wet afschaffing huishoudinkomenstoets)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 321 Besluit van 4 juli 2001 tot wijziging van het Besluit tenuitvoerlegging geldboetevonnissen, het Besluit tenuitvoerlegging ontnemings- en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 929 Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het ongewijzigd laten van het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering tot en

Nadere informatie

Begrote besparing per 2018 (x 1 mln.)

Begrote besparing per 2018 (x 1 mln.) BIJLAGE bij brief aan de Eerste Kamer briefnr. 536442 Overzicht maatregelen stelselvernieuwing De leden van de SP-fractie, van de D66-fractie en van de CDA-fractie hebben verzocht om een overzicht met

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 200 20 32 798 Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met bezuiniging op het kindgebonden budget Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 242 Besluit van 27 juni 2014 tot Wijziging van het bedrag, genoemd in artikel 1, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit koopkrachttegemoetkoming

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 154 Voorstel van wet van de leden Recourt en Van der Steur tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van kinderalimentatie (Wet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 263 Besluit van 22 juni 2015 tot wijziging van het Besluit milieueffectrapportage in verband met de Wet windenergie op zee 0 Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27392 31 mei 2016 Advies Raad van State betreffende het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur, houdende regels

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 650 Besluit van 7 december 2005, houdende wijziging van het Besluit aanbestedingen speciale sectoren en het Besluit aanbestedingsregels voor

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17523 10 november 2010 Besluit van *****, tot vaststelling van de bedragen voor vergoeding voor het door naasten geleden

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Bijgewerkt t/m nr. 13 (Derde nota van wijziging d.d. 1 oktober 2018) 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Kuiken en Groothuizen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 212 Besluit van 22 mei 2017 tot wijziging van het Besluit burgerlijke stand 1994 in verband met de akte als bedoeld in artikel 19i, eerste lid,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 67883 28 november 2017 Advies Raad van State inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur tot wijziging van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 32197 14 november 2014 Advies Raad van State inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur tot wijziging van

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 2010, nr. ;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 2010, nr. ; Besluit van, houdende aanpassing van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand en het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000, onder meer in verband met het stimuleren van de verlening van rechtshulp

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 32622 24 juni 2016 Advies Raad van State inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet opslag duurzame energie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12411 12 juli 2011 Besluit van..., houdende aanpassing van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand en het Besluit vergoedingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 871 Wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855,

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 29 september 2016

No.W /III 's-gravenhage, 29 september 2016 ... No.W12.16.0191/III 's-gravenhage, 29 september 2016 Bij Kabinetsmissive van 14 juli 2016, no.2016001298, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 075 Voorstel van wet van het lid Koşer Kaya tot wijziging van het uitengewoon esluit Arbeidsverhoudingen 1945, het urgerlijk Wetboek en enkele

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 259 Wet van 17 mei 2001 tot wijziging van de Werkloosheidswet en de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten in verband met de invoering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 220 Besluit van 14 juni 2013, houdende wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met de verrekeningsbevoegdheid van

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 90 Wet van 19 februari 2005 tot aanpassing van de Wet op de rechtsbijstand aan richtlijn 2003/8/EG van de Raad van 27 januari 2003 tot verbetering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 33 079 Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de wijziging van het recht op inzage, afschrift of uittreksel van bescheiden

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet

Nadere informatie

Directie Financieel-Economische Zaken

Directie Financieel-Economische Zaken Ministerie van Justitie Directie Financieel-Economische Zaken Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bezoekadres

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 766 Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2018) Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855, 33) en aanpassing van daarmee verband houdende bepalingen in

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 093 Wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 inzake de bijdrage voor maatschappelijke ondersteuning en de beoordeling voor de

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855, 33) en aanpassing van daarmee verband houdende bepalingen in

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 323 Besluit van 22 juni 2011 tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft in verband met de implementatie van titel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 518 Besluit van 11 december 2014, houdende wijziging van het Reïntegratiebesluit in verband met het subsidiëren van interne jobcoaching 0 Wij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 718 Besluit van 18 december 2006 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur betreffende de verlening van een tegemoetkoming aan

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 346 Besluit van 5 augustus 2008, houdende wijziging van het Besluit maatschappelijke ondersteuning, het Besluit zorgaanspraken AWBZ, het Administratiebesluit

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 11 november 2016

No.W /III 's-gravenhage, 11 november 2016 ... No.W12.16.0277/III 's-gravenhage, 11 november 2016 Bij Kabinetsmissive van 19 september 2016, no.2016001567, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 335 Besluit van 30 augustus 2013, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken en het

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 84 Besluit van 22 februari 2012 tot wijziging van het Kansspelenbesluit en het Speelautomatenbesluit 2000 in verband met de instelling van de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 502 Wet van 4 december 2003 tot wijziging van de Wet op de rechtsbijstand naar aanleiding van de evaluatie van de Wet op de rechtsbijstand alsmede

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde de collectieve afwikkeling van massavorderingen verder te vergemakkelijken (Wet tot wijziging van de Wet collectieve

Nadere informatie

Beleidsregel subsidiëring medisch haalbaarheidsonderzoeken in letselschadezaken

Beleidsregel subsidiëring medisch haalbaarheidsonderzoeken in letselschadezaken Beleidsregel subsidiëring medisch haalbaarheidsonderzoeken in letselschadezaken Directie Toegang Rechtsbestel/5362391/05/DTR/12 juli 2005 5362391 Bijlage De Minister van Justitie, Gelet op artikel 4:23,

Nadere informatie

tot wijziging van het Besluit huurprijzen woonruimte (instelling van een landelijke huurcommissie)

tot wijziging van het Besluit huurprijzen woonruimte (instelling van een landelijke huurcommissie) Besluit tot wijziging van het Besluit huurprijzen woonruimte (instelling van een landelijke huurcommissie) Op de voordracht van Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie van..., nr. BJZ2009..., Directie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 047 Goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 431 Besluit van 5 november 2018, houdende wijziging van het Besluit percentages drempelen toetsingsinkomen zorgtoeslag in verband met gewijzigde

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 705 Besluit van 20 september 2010 tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang in verband met

Nadere informatie

Bijlage 2 - geannoteerd concept-besluit

Bijlage 2 - geannoteerd concept-besluit Bijlage 2 - geannoteerd concept-besluit Besluit van... betreffende de proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke zaken op het terrein van de Wet waardering onroerende zaken (Besluit proceskosten WOZzaken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 870 Regels met betrekking tot de begroting en verantwoording van de kosten van het toezicht van de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandsche

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 235 Besluit van 14 juni 2019 tot wijziging van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector, het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 154 Voorstel van wet van de leden Recourt en Van Oosten tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-

Nadere informatie