Nederlandse norm. NEN EN (nl) Vervangt NEN EN :2008. ICS oktober 2017

Transcriptie

1 Dit document mag slechts op een stand-alone PC worden geinstalleerd. Gebruik op een netwerk is alleen. toestaan als een aanvullende licentieovereenkomst voor netwerkgebruik met NEN is afgesloten. This document may only be used on a stand-alone PC. Use in a network is only permitted when a supplementary license agreement for us in a network with NEN has been concluded. Nederlandse norm NEN EN (nl) Speeltoestellen en bodemoppervlakken van speelplaatsen Deel 1: Algemene veiligheidseisen en beproevingsmethoden Playground equipment and surfacing Part 1: General safety requirements and test methods Vervangt NEN EN :2008 ICS oktober 2017

2 NEN EN :2017 Dit document bevat de vertaling in het Nederlands van de Europese norm EN :2017. De Europese norm EN :2017 heeft de status van Nederlandse norm. Normcommissie 'Sport, speeltoestellen en andere recreatieve voorzieningen' THIS PUBLICATION IS COPYRIGHT PROTECTED DEZE PUBLICATIE IS AUTEURSRECHTELIJK BESCHERMD Apart from exceptions provided by the law, nothing from this publication may be duplicated and/or published by means of photocopy, microfilm, storage in computer files or otherwise, which also applies to full or partial processing, without the written consent of the Royal Netherlands Standardization Institute. The Royal Netherlands Standardization Institute shall, with the exclusion of any other beneficiary, collect payments owed by third parties for duplication and/or act in and out of law, where this authority is not transferred or falls by right to the Reproduction Rights Foundation. Auteursrecht voorbehouden. Behoudens uitzondering door de wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van het Koninklijk Nederlands Normalisatie instituut niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van fotokopie, microfilm, opslag in computerbestanden of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op gehele of gedeeltelijke bewerking. Het Koninklijk Nederlands Normalisatie instituut is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor verveelvoudiging te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden, voor zover deze bevoegdheid niet is overgedragen c.q. rechtens toekomt aan de Stichting Reprorecht. Although the utmost care has been taken with this publication, errors and omissions cannot be entirely excluded. The Royal Netherlands Standardization Institute and/or the members of the committees therefore accept no liability, not even for direct or indirect damage, occurring due to or in relation with the application of publications issued by the Royal Netherlands Standardization Institute. Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kunnen fouten en onvolledigheden niet geheel worden uitgesloten. Het Koninklijk Nederlands Normalisatie instituut en/of de leden van de commissies aanvaarden derhalve geen enkele aansprakelijkheid, ook niet voor directe of indirecte schade, ontstaan door of verband houdend met toepassing van door het Koninklijk Nederlands Normalisatie instituut gepubliceerde uitgaven Koninklijk Nederlands Normalisatie instituut Postbus 5059, 2600 GB Delft Telefoon (015) , Fax (015)

3 NEN EN :2017 Nederlands voorwoord Dit Nederlandse voorwoord is een informatief gedeelte, waarin aanbevelingen staan voor de toepassing van NEN EN :2017 in de Nederlandse praktijk. De normsubcommissie 'Speeltoestellen' heeft namens Nederland in de verschillende stadia van de ontwikkeling van deze norm commentaar geleverd. Veel van het Nederlandse commentaar is overgenomen, waardoor de Europese norm de Nederlandse praktijk benadert. Echter, een aantal commentaren is niet meegenomen. Daardoor is er voor de Nederlandse situatie een toelichting en/of regionale invulling op enkele paragrafen van de norm van toepassing. In dit Nederlandse voorwoord worden de toelichtingen en invullingen die gelden voor de Nederlandse situatie gegeven. Toelichtingen Toelichting bij 3.25 Gemakkelijk toegankelijk (easily accessible) Figuur 1 en van gemakkelijke toegankelijkheid

4 Figuur 2 en van niet gemakkelijke toegankelijkheid Toelichting bij Bescherming tegen vallen Een balustrade van ten minste 1,3 m hoog, zonder 'opstappunten', tussen 0 en 1,3 m hoog, wordt beschouwd als niet overklimbaar. De toepassing van een dergelijke balustrade betekent dat de ondergronden geen valdempende eigenschappen hoeven te hebben. Toelichting bij Balustrades Volgens moet een balustrade ten minste 700 mm hoog zijn, en mogen er geen opstappunten aanwezig zijn. In de praktijk betekent dit dat de hoogte ten minste 700 mm boven een eventueel opstappunt behoort te zijn. Een onderdeel is geen opstappunt als de diepte van dit onderdeel waarop de voet steun kan vinden maximaal 20 mm bedraagt of wanneer het steunvlak is afgeschuind tot ten minste 45º. Dergelijke onderdelen kunnen bijvoorbeeld voorkomen onder raampjes of als tegen de wand geplaatste latten. De in figuur 10 'Ingangs en uitgangsopeningen in balustrades voor steile speelelementen' genoemde maximale openingen in balustrades in de figuren a) en b) gelden niet voor trappen, bruggen en hellingbanen. Als een opening wordt gemaakt zonder reling (in figuur 10 a)), dan bedraagt de maximale breedte 500 mm. Openingen breder dan 500 mm moeten voorzien zijn van een reling (zie figuur 10 b)). De maximale breedte bedraagt dan 1,2 m (zie figuur 10 c)).

5 Toelichting bij Beknelling van hoofd en nek In figuur 12 'Hangbrug' wordt een middellijn van 230 mm aangegeven, die overeenkomt met de middellijn van beproevingslichaam D (groot hoofd). Het is de bedoeling dat niet alleen de maat van 230 mm wordt geverifieerd, maar dat ook de proef met het bedoelde beproevingslichaam D wordt uitgevoerd, dat immers ook een dikte heeft, hetgeen van doorslaggevende betekenis kan zijn. Toelichting bij Beknelling van kleding/haar De toggle proef wordt alleen toegepast bij gedwongen beweging en bij daken. Vallen wordt door NEN EN :2017 niet beschouwd als gedwongen beweging en de toggle proef is dan niet aan de orde. Toelichting bij Beknelling van vingers Onder veranderlijke spleten in b) vallen ook netten naast glijbanen, waarbij dus geen vinger of koordjesverstrikking mag optreden. Toelichting bij Bepaling van de vrije valhoogte De hoogte van speeltoestellen is niet begrensd; de vrije valhoogte is echter wel begrensd. Piramidevormige constructies kunnen tot grote hoogten worden gebouwd, mits de maximale vrije valhoogten, intern en extern, niet worden overschreden. In de praktijk blijkt dat veel daken op speeltoestellen kunnen worden beklommen. In die gevallen waarbij dat ook de bedoeling is, geldt de bovenkant van het dak als bepalend voor de vrije valhoogte. Daken zijn echter niet altijd bedoeld voor beklimmen. Dan geldt in eerste instantie een valhoogte die wordt bepaald door het vlak voor bedoelde lichaamsondersteuning. Een aantal parameters beïnvloedt de beklimbaarheid, zoals de helling van het dak, de frictie van de dakvlakken, de aanwezigheid van hand en voetondersteuning in de omgeving. Voor wat betreft de hand en voetondersteuning zijn bijvoorbeeld punten waarop de gebruiker, in balans, kan blijven staan, en grijppunten, waarnaar de gebruiker kan reiken van belang. Als er geen voet en handondersteuningen zijn om hoger te klimmen, dan wordt er niet bijgedragen aan een uitnodiging tot klimmen. Maar ook het vergroten van een dakoverstek ten opzichte van een wand of balustrade maakt het beklimmen van een dak moeilijker. Doorgaande verticale delen die het mogelijk maken om op kleine horizontale vlakken in balans te blijven en daardoor hoger te komen, vergroten bijvoorbeeld weer de beklimbaarheid. Toelichting bij Bescherming tegen letsel in de valruimte NEN EN :2017 schrijft voor dat de opvangzone obstakelvrij moet zijn. (Zwaar) letsel door vallen op obstakels in de opvangzone mag niet mogelijk zijn. Obstakels in de opvangzone kunnen worden bekleed met valdempend materiaal, bijvoorbeeld rubber of kunststof, om het gevaar van letsel te verminderen. Binnen speeltoestellen is een vrije valhoogte op lager gelegen onderdelen (obstakels) van maximaal 600 mm toegestaan. Platformen mogen maximaal mm lager liggen dan andere ondersteunende onderdelen, tenzij valdempende maatregelen worden genomen. Voor ruimtelijke netconstructies gelden, gelet op hun specifieke vorm en materiaalgebruik, andere eisen. Toelichting bij Aangrenzende platformen Opeenvolgende platformen zijn platformen die op verschillende hoogtes liggen, waarbij ze één lijn (projectie) gemeenschappelijk hebben. Als de projectie van de begrenzing (zijkant) van de platformen samenvalt, dan is er sprake van opeenvolgende platformen.

6 Regionale invullingen Invulling bij Bescherming tegen vallen Figuur 8 geeft geen eisen voor toestellen met een hoogte boven 3 m. Het wordt aanbevolen om toestellen met een valhoogte boven de 3 m en minder dan 5 m te voorzien van een nietoverklimbare balustrade, dan wel een geheel omsloten (kooi)constructie. Bij een valhoogte boven de 5 m wordt een geheel gesloten (kooi)constructie aanbevolen. Invulling bij Balustrades Bruggen zijn niet apart gedefinieerd in NEN EN In dit verband worden bruggen gezien als verbindende elementen tussen platformen. Deze bieden een even gelijkwaardige valbescherming als trappen, hellingbanen of zelfs de aanliggende platformen. Invulling bij Bescherming tegen letsel in de valruimte Bij een val op het vlak van een platform van het toestel, als een aangrenzend deel van het speeltoestel met een verschil in vrije valhoogte van minder dan 1 m hoeft dit platform niet over valdempende eigenschappen te beschikken. Dit geldt dus niet alleen bij geschakelde platformen, maar ook bij een val vanaf andere delen. Als het platform de vallende gebruiker slechts ten dele ondersteunt, geldt voor deze rand van het platform onverkort Invulling bij Speeltoestellen met een vrije valhoogte van meer dan 600 mm of met gedwongen beweging Opmerking 2 geeft aan dat regionale verschillen kunnen plaatsvinden. De in tabel 4 'en van algemeen toegepaste schokabsorberende materialen, diepten en overeenkomstige maximale vrije valhoogten' genoemde valhoogte op gras wordt voor de Nederlandse situatie gewijzigd van mm naar mm, ondersteund door proefresultaten. Hiermee wordt een goedgewortelde grasmat bedoeld. In de meeste gevallen is gras als valondergrond dus tot een valhoogte van mm toegestaan, zonder het verrichten van een proef. De vereiste HIC waarde ( 1000) blijft de geldende waarde. In extreme gevallen, zoals bij uitgedroogde zware kleigronden, kan nader onderzoek nodig zijn. Overigens is de valdempende kwaliteit van gras vooral te danken aan het wortelgestel. Het zichtbare gras speelt minder een rol. Tabel 4 geeft verschillende laagdiktes aan voor losse materialen bij een valhoogte van 2 m en van 3 m. Voor tussenliggende waarden kan rechtlijnig worden geïnterpoleerd. In tabel 4 is sprake van verhakseld of versnipperd hout. Dat hout moet vrij zijn van verf, conservering en lijmresten. Onbehandeld pallethout is wel mogelijk. Verhakseld en versnipperd hout dat gecertificeerd is, is ook mogelijk. Invulling bij D.3.1 Apparatuur In figuur D.7 Proefinstrument staan in figuur a Geheel Proefinstrument bij de hoogte van de voet twee maten: 20 mm en 10 mm. De maat is 15 mm met een toegestane afwijking van maximaal 5 mm. Invulling voor duikelrekken Duikelrekken worden niet specifiek genoemd in NEN EN :2017. Gebruikers zullen nauwelijks zijwaarts kunnen vallen. Mocht zijwaarts worden gevallen, dan zal dit plaatsvinden vanuit hangende of zittende positie vlak naast het speeltoestel. Duikelen wordt niet beschouwd als een gedwongen beweging.

7 In afwijking van de gangbare mm (tot een hoogte van mm) en analoog aan de obstakelvrije opvangzone bij schommels, wordt een obstakelvrije opvangzone naast de ondersteunende constructie aanbevolen van 500 mm. Bij aanbouwduikelrekken geldt de genoemde maat van 500 mm voor de vrije zijde van het duikelrek. Deze maat van 500 mm is niet van toepassing als de ondersteunende constructie beschouwd kan worden als een vlak voor lichaamsondersteuning (zonder gebruik van handen in balans blijven). Invulling voor zandbakken Zandbakken worden niet specifiek genoemd in NEN EN :2017. Zandbakken zonder verhoogde rand hebben geen obstakelvrije opvangzone nodig. Bij zandbakken met een verhoogde rand is een obstakelvrije opvangzone wel nodig. Plaatsing direct tegen of zeer nabij een hoog object (bijvoorbeeld een gesloten vlakke gevel, boom, paal) kan echter een veilige situatie opleveren. De essentie is dat niet op, maar tegen het object wordt gevallen. Zandbakken behoren een voorziening te hebben die de graafdiepte van de zandbak beperkt tot een duidelijk maximum (de adviesdiepte is, afhankelijk van doelgroep, ergens tussen 30 cm en 60 cm). Deze bodemachtige voorziening moet voorkomen dat de gebruiker zo diep kan doorgraven dat hij bedolven kan worden onder instortende wanden en mogelijk stikt. Voor de in deze norm vermelde normatieve verwijzingen bestaan in Nederland de volgende equivalenten: vermelde norm Nederlandse norm titel EN 335:2013 NEN EN 335:2013 Duurzaamheid van hout en op hout gebaseerde producten Gebruiksklassen: Definities, toepassing op massief hout en op houtachtige plaatmaterialen EN 350:2016 NEN EN 350:2016 Duurzaamheid van hout en houtachtige producten Beproeving en classificatie van de weerstand tegen biologische agentia, de doorlaatbaarheid van water en de prestaties van hout en houtachtige materialen EN 351 1:2007 NEN EN 351 1:2007 Duurzaamheid van hout en op hout gebaseerde producten Met verduurzamingsmiddelen behandeld massief hout Deel 1: Classificatie van de indringing en retentie van verduurzamingsmiddelen EN 636:2012+A1:2015 NEN EN 636:2012+A1:2015 Triplex Specificaties EN 818 2:1996+A1:2008 NEN EN 818 2:1996+A1:2008 Kortschalmige kettingen voor hijsdoeleinden Veiligheid Deel 2: Kettingen met middelmatige tolerantie voor kettingsamenstellen Klasse 8 EN 818 3:1999+A1:2008 NEN EN 818 3:1999+A1:2008 Kortschalmige kettingen voor hijsdoeleinden Veiligheid Deel 3: Kettingen met middelmatige tolerantie voor kettingsamenstellen Kwaliteitsklasse 4 EN 1177 NEN EN 1177 Schokabsorberende bodemoppervlakken van speelplaatsen Bepaling van de kritische valhoogte EN :2002 NEN EN C1:2011 Eurocode 1: Belastingen op constructies Deel 1 2: Algemene belastingen Belasting bij brand EN :2003 NEN EN C1:2011 Eurocode 1: Belastingen op constructies Deel 1 3: Algemene belastingen Sneeuwbelasting EN :2005 NEN EN A1+C2:2011 Eurocode 1: Belastingen op constructies Deel 1 4: Algemene belastingen Windbelasting EN :2004+A1:2008 NEN EN :2004+A1:2008 Eindverbindingen voor staalkabels Veiligheid Deel 3: Persklemmen en aanpersen van persklemmen EN ISO 2307 NEN EN ISO 2307:2005 Touwen Bepaling van fysische en mechanische eigenschappen EN ISO NEN EN ISO :2013 Kunststoffen Methoden van blootstelling aan laboratoriumlichtbronnen Deel 3: Fluorescerende UV lampen EN ISO 9554 NEN EN ISO 9554:2005 Touwen Algemene specificatie EN ISO NEN EN ISO :1999 Textiel Trekeigenschappen van weefsels Deel 1: Bepaling van de maximale trekkracht en de rek bij de maximale kracht met gebruik van de stripmethode

8 NEN EN :2017 nl Inhoud Europees voorwoord Inleiding Onderwerp en toepassingsgebied Normatieve verwijzingen Termen en definities Veiligheidseisen Materialen Algemeen Brandbaarheid Hout en aanverwante producten Metalen Synthetische materialen Gevaarlijke stoffen Ontwerp en fabricage Algemeen Constructieve stabiliteit Toegankelijkheid voor volwassenen Bescherming tegen vallen Afwerking van het speeltoestel Bewegende delen Bescherming tegen beknelling Bescherming tegen letsel tijdens bewegen en vallen Toegangsmiddelen Verbindingen Slijtdelen Touwen Kettingen Funderingen Zware hangende onbuigzame balken Springtoestellen Verificatie van naleving en rapporten Algemeen Het afdoende niveau van schokabsorptie na het installeren van schokabsorberende oppervlakteafwerking bevestigen Informatie die door de fabrikant/leverancier moet worden verstrekt Informatie die door de fabrikant/leverancier van speeltoestellen moet worden verstrekt Algemene productinformatie Informatie vooraf Informatie over de installatie Informatie voor inspectie en onderhoud Informatie die door de fabrikant/leverancier van schokabsorberende oppervlakteafwerking moet worden verstrekt Informatie vooraf voor schokabsorberende oppervlakteafwerking Informatie over de installatie van schokabsorberende oppervlakteafwerking Informatie voor inspectie en onderhoud van schokabsorberende oppervlakteafwerking

9 NEN EN : Identificatie van schokabsorberende oppervlakteafwerking Markering Identificatie van het speeltoestel Markering basisniveau Bijlage A (normatief) Belastingen Bijlage B (normatief) Methode voor berekening van constructieve stabiliteit Bijlage C (normatief) Fysische beproeving van constructie stabiliteit Bijlage D (normatief) Beproevingsmethoden voor beknelling Bijlage E (informatief) Overzicht van mogelijke beknellingen Bijlage F (informatief) Illustraties van het berekenen van vrije valhoogte (VVH) Bijlage G (informatief) Toelichting van zeefproef Bijlage H (normatief) Procedure voor het bevestigen van het afdoende niveau van schokabsorptie na het installeren van schokabsorberende oppervlakteafwerking Bijlage I (informatief) A afwijkingen

10 NEN EN :2017 nl Europees voorwoord Dit document (EN :2017) werd opgesteld door Technische Commissie CEN/TC 136 Sports, playground and other recreational facilities and equipment, waarvan het secretariaat door de DIN wordt gevoerd. Dit document vervangt EN :2008. Dit document is deel van een reeks normen die speeltoestellen en bodemoppervlakken behandelen. EN 1176 Playground equipment and surfacing bestaat uit de volgende delen: Part 1: General safety requirements and test methods; Part 2: Additional specific safety requirements and test methods for swings; Part 3: Additional specific safety requirements and test methods for slides; Part 4: Additional specific safety requirements and test methods for cableways; Part 5: Additional specific safety requirements and test methods for carousels; Part 6: Additional specific safety requirements and test methods for rocking equipment; Part 7: Guidance on installation, inspection, maintenance and operation; Part 10: Additional specific safety requirements and test methods for fully enclosed play equipment; Part 11: Additional specific safety requirements and test methods for spatial network. Dit deel van EN 1176 behoort te worden gebruikt in samenhang met: EN 1177, Impact attenuating playground surfacing Determination of critical fall height; CEN/TR 16467:2013, Playground equipment accessible for all children; CEN/TR 16598:2014, Collection of rationales for EN 1176 Requirements; CEN/TR 16396:2012, Playground equipment for children, replies to requests for interpretation of EN 1176:2008 and its parts; CEN/TR 16879:2016, Siting of playground and other recreational facilities Advice on methods for positioning and separation. Voor opblaasbare speeltoestellen zie: EN 14960, Inflatable play equipment Safety requirements and test methods. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de vorige editie van deze norm zijn: a) verwijzing naar CEN/TR 16467:2013, CEN/TR 16598:2014, CEN/TR 16396:2012, CEN/TR 16879:2016 toegevoegd; b) onderwerp en toepassingsgebied uitgebreid met verwijzing naar permanent geïnstalleerd, ook een verwijzing naar elektriciteit, water en UV toegevoegd; 10

11 NEN EN :2017 c) hoofdstuk 3.25 definitie van gemakkelijk toegankelijk verbeterd; d) nieuwe definities toegevoegd voor schokabsorberende oppervlakteafwerking, afdoende niveau van schokabsorptie, gedwongen beweging, springtoestel, stuiterbed, speeltoestel met één staander, inspectie na installatie, brandweerpaal en tunnel; e) hoofdstuk afgestemd op figuur 8; f) hoofdstuk en detail over het meten van een opening van 500 mm toegevoegd; g) hoofdstuk nieuwe zin waarmee een verwijzing naar hoofdstuk wordt toegevoegd; h) figuur 13 aangepast zodat de bewegingsrichting zichtbaar is; i) hoofdstuk kruisverwijzing naar tabel 2 toegevoegd; j) tabel 2 aangepast ter verduidelijking van onderscheid tussen klim en hangvalhoogten; k) figuur 14 aangepast en uitgebreid met twee typen netconstructies in voorbeelden van valhoogten; l) hoofdstuk uitleg overlappende valhoogten toegevoegd; m) hoofdstuk en tabel 4 herzien overeenkomstig veranderingen in EN 1177; n) hoofdstuk grootschalige herziening met het oog op het verbeteren van eisen voor gemakkelijk toegankelijke speeltoestellen; o) hoofdstuk opname van verwijzing naar het gebruik van beproevingslichaam E; p) nieuw hoofdstuk met eisen voor springtoestellen; q) hoofdstukken 5.2 en bijlage H met betrekking tot schokabsorberende oppervlakteafwerking toegevoegd; r) hoofdstukken 6.2 aangepast om meer informatie te geven over schokabsorberende oppervlakteafwerking; s) A.2.2, opmerkingen 1 en 2 nu opgenomen als onderdeel van eisen; t) D.4.2, laatste alinea bevat nu een aanvullende beproevingseis voor openingen achter openingen; u) nieuwe beproeving (D.5) en figuur (D.13) voor het beproeven van kettingopeningen toegevoegd; v) nieuwe figuur (D.12) met de toepassing van beproevingsvingers in beproevingssituaties; w) nieuwe beproeving (D.6) voor springtoestellen; x) nieuwe bijlage F met illustraties van vrije valhoogte; y) nieuwe bijlage G met een illustratie van zeefproefresultaat en curve; z) nieuwe bijlage H Procedure voor het bevestigen van het afdoende niveau van schokabsorptie na het installeren van schokabsorberende oppervlakteafwerking ; aa) annex I A afwijkingen is aangepast. 11

12 NEN EN :2017 nl Volgens de CEN/CENELEC Internal Regulations zijn de volgende nationale normalisatie instituten gebonden aan de implementatie van deze Europese norm: Oostenrijk, België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finaland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, IJsland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Servië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Tsjechië, Turkije, Verenigd Koninkrijk, Voormalige Joegoslavische Republiek van Macedonië, Zweden en Zwitserland. 12

13 NEN EN :2017 Inleiding Voor optimale leesbaarheid en begrijpelijkheid van deze norm worden de volgende bewoordingen gebruikt: moeten = eis; behoren = aanbeveling; mogen = toestemming; kunnen = mogelijkheid. De eisen in deze norm hebben niet tot doel de bijdrage van speeltoestellen aan de ontwikkeling en/of het speelplezier van kinderen te verminderen, hetgeen van belang is vanuit pedagogisch oogpunt. In deze norm wordt erkend dat beoordeling van veiligheidsaspecten enkel aan de hand van leeftijdscriteria bezwaren met zich meebrengt, aangezien het vermogen met een risico om te gaan afhankelijk is van het vaardigheidsniveau van de individuele gebruiker, en niet de leeftijd. Bovendien zullen de speeltoestellen vrijwel zeker ook worden gebruikt door gebruikers uit andere dan de beoogde leeftijdsgroepen. Het nemen van risico's is onlosmakelijk verbonden met het bieden van speelgelegenheid en met omgevingen waar kinderen hun tijd spelend doorbrengen. Speelgelegenheden bieden kinderen de kans aanvaardbare risico's aan te gaan als onderdeel van een stimulerende, uitdagende en gecontroleerde leeromgeving. Het bieden van speelgelegenheid behoort te zijn gericht op het beheer van de balans tussen de behoefte aan risico's en de noodzaak kinderen te vrijwaren van ernstig letsel. De beginselen van veiligheidsmanagement zijn van toepassing op zowel werkomgevingen in het algemeen als op speelgelegenheden. Deze twee omgevingen zullen echter verschillende eisen stellen aan de balans tussen veiligheid en voordelen. Bij de speelgelegenheid kan blootstelling aan een bepaald risiconiveau gewenst zijn, omdat het voldoet aan een menselijke basisbehoefte en kinderen de kans geeft te leren omgaan met risico's en gevolgen in een gecontroleerde omgeving. Erkenning van de kenmerken van het kinderspel en de manier waarop kinderen zich ontwikkelen door te spelen op een speelplaats, houdt in dat kinderen moeten leren met risico's om te gaan, en dat kan leiden tot builen, blauwe plekken en zelfs in uitzonderlijke gevallen een botbreuk. Deze norm heeft in de eerste plaats tot doel ongevallen te voorkomen die leiden tot blijvend letsel of overlijden, en in de tweede plaats ernstige gevolgen te verminderen als gevolg van ongevallen die zich onvermijdelijk zullen voordoen wanneer kinderen hun vaardigheden ontwikkelen, zowel op sociaal, mentaal als lichamelijk gebied. Ontzegging van toegang als veiligheidsvoorzorg problematisch is, bijvoorbeeld omdat dit belemmerend kan werken voor toezicht of hulp door leeftijdsgenoten. Belangrijke eisen, zoals eisen met betrekking tot beknelling van hoofd en nek en bescherming tegen onbedoeld vallen, zijn opgesteld vanuit dit perspectief. Daarbij wordt ook erkend dat er een toenemende behoefte is aan speelgelegenheid die toegankelijk is voor gehandicapte gebruikers. Vanzelfsprekend vereist dit van speelgebieden dat een balans wordt gevonden tussen veiligheid en het gewenste niveau van uitdaging en stimulering voor alle mogelijke gebruikersgroepen. Met betrekking tot bescherming tegen beknelling van hoofd en nek, wordt in deze norm echter geen rekening gehouden met afwijkende hoofdmaten bij kinderen (bijvoorbeeld als gevolg van hydrocephalus of Downsyndroom) en het dragen van helmen. 13

14 NEN EN :2017 nl Voor verdere informatie over het voor minder vaardige gebruikers geschikt maken van speelgelegenheden is er een technisch rapport van CEN beschikbaar dat ingaat op de uitdagingen van deze gelegenheden en de mogelijke oplossingen die ontwerpers in overweging kunnen nemen. Zie het Europese voorwoord voor details betreffende dit document. In aanvulling op de korte termijnrisico's die in verband worden gebracht met een speelplaats is er een risico dat het spelende kind overmatig wordt blootgesteld aan de ultraviolette straling van de zon. Te veel ultraviolette straling en zonverbranding tijdens de jeugd verhoogt het risico op huidkanker op latere leeftijd. Daarom behoren de speeltuinen zo te worden opgezet dat rekening wordt gehouden met de beschikbaarheid van schaduw, en een deel van de speeltoestellen en recreatiezones zich geheel of deels in de schaduw bevindt. 14

15 NEN EN :2017 Speeltoestellen en bodemoppervlakken van speelplaatsen Deel 1: Algemene veiligheidseisen en beproevingsmethoden 1 Onderwerp en toepassingsgebied Dit deel van EN 1176 specificeert algemene veiligheidseisen voor permanent geïnstalleerde speeltoestellen en bodemoppervlakken van publieke speelplaatsen. In navolgende delen van deze norm zijn aanvullende veiligheidseisen voor specifieke speeltoestellen opgenomen. Dit deel van EN 1176 behandelt speeltoestellen voor alle kinderen. Het is opgesteld beseffende dat jonge kinderen, kinderen met beperkte vaardigheden en kinderen met een lichamelijke of geestelijke beperking supervisie nodig hebben. Dit deel van EN 1176 heeft tot doel voor een passend niveau van veiligheid te zorgen bij het spelen op of in de nabijheid van speeltoestellen, en tegelijkertijd activiteiten en kenmerken te stimuleren waarvan bekend is dat deze bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van het kind, omdat ze waardevolle ervaringen bieden die hen in staat stellen om te gaan met situaties buiten de speelplaats. Dit deel van EN 1176 is van toepassing op speeltoestellen die bedoeld zijn voor individueel en gezamenlijk gebruik door kinderen. Het document is ook van toepassing op toestellen en eenheden die als speeltoestellen voor kinderen zijn geïnstalleerd, hoewel ze niet voor dat doel werden gefabriceerd. Uitgezonderd zijn toestellen die in EN 71 en de Toys Safety Directive als speelgoed zijn gedefinieerd. Dit normdeel is niet van toepassing op avontuurlijke speeltuinen met uitzondering van de elementen die via de handel zijn ingekocht. OPMERKING Met avontuurlijke speeltuinen wordt bedoeld omheinde, beveiligde speelplaatsen, die worden beheerd en met inzet van personeel worden geëxploiteerd, overeenkomstig algemeen erkende beginselen die stimulerend zijn voor de ontwikkeling van het kind, en waarbij vaak zelfgebouwde speeltoestellen worden gebruikt. Dit deel van EN 1176 specificeert de eisen die kinderen zullen beschermen tegen gevaren die zij mogelijk niet kunnen voorzien tijdens beoogd gebruik van het speeltoestel, of bij een gebruikswijze die redelijkerwijs kan worden voorzien. Het gebruik van elektriciteit in speeltoestellen, hetzij als spelactiviteit of als aandrijfkracht, valt buiten het onderwerp en toepassingsgebied van deze norm. Gebruikers worden gewezen op Europese en lokale nationale normen en regelgeving die moeten worden opgevolgd als er gebruik wordt gemaakt van elektriciteit. In het water geplaatste speeltoestellen en speeltoestellen waarbij water kan worden beschouwd als schokabsorberende oppervlakteafwerking worden niet geheel afgedekt door deze norm en er gaan aanvullende risico's gepaard met een natte omgeving. Het risico van blootstelling aan overmatige niveaus van UV straling wordt in deze norm niet behandeld. 2 Normatieve verwijzingen Naar de volgende documenten wordt in de tekst zo verwezen dat de bepalingen ervan geheel of gedeeltelijk ook voor dit document gelden. Bij gedateerde verwijzingen is alleen de aangehaalde editie van toepassing. Bij ongedateerde verwijzingen is de laatste editie van het document (met inbegrip van eventuele wijzigingsbladen en correctiebladen) waarnaar is verwezen van toepassing. 15

16 Bestelformulier Stuur naar: NEN Standards Products & Services t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer WB Delft NEN Standards Products & Services Postbus GB Delft Vlinderweg AX Delft Ja, ik bestel ex. NEN-EN :2017 nl Speeltoestellen en bodemoppervlakken van speelplaatsen - Deel 1: Algemene veiligheidseisen en beproevingsmethoden T (015) F (015) Wilt u deze norm in PDF-formaat? Deze bestelt u eenvoudig via Gratis nieuwsbrieven Wilt u op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen op het gebied van normen, normalisatie en regelgeving? Neem dan een gratis abonnement op een van onze nieuwsbrieven. Gegevens Bedrijf / Instelling T.a.v. O M O V Klantnummer NEN Uw ordernummer BTW nummer Postbus / Adres Postcode Plaats Telefoon Fax Factuuradres (indien dit afwijkt van bovenstaand adres) Postbus / Adres Postcode Plaats Datum Handtekening Retourneren Fax: klantenservice@nen.nl Post: NEN Standards Products & Services, t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 10214, 2600 WB Delft (geen postzegel nodig). Voorwaarden De prijzen zijn geldig tot 31 december 2018, tenzij anders aangegeven. Alle prijzen zijn excl. btw, verzend- en handelingskosten en onder voorbehoud bij o.m. ISO- en IEC-normen. Bestelt u via de normshop een pdf, dan betaalt u geen handeling en verzendkosten. Meer informatie: telefoon , dagelijks van 8.30 tot uur. Wijzigingen en typefouten in teksten en prijsinformatie voorbehouden. U kunt onze algemene voorwaarden terugvinden op: LEREN, WERKEN EN GROEIEN MET NEN preview