_Vonderweg 14, 5616 RM Eindhoven T _Wim Duisenbergplantsoen 31, 6221 SE Maastricht T _E I

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "_Vonderweg 14, 5616 RM Eindhoven T _Wim Duisenbergplantsoen 31, 6221 SE Maastricht T _E I"

Transcriptie

1 bestemmingsplan Stedelijk Gebied 2018, Woningbouwlocaties Reusel-De Mierden BIJLAGEN BIJ DE TOELICHTING Gemeente Reusel-De Mierden IMRO idn: NL.IMRO.1667.BPGsted5011-ON01 Status: ontwerp Datum: mei 2018 _Vonderweg 14, 5616 RM Eindhoven T _Wim Duisenbergplantsoen 31, 6221 SE Maastricht T _E info@tonnaer.nl I Kvk Limburg Dossier IBAN NL95 RABO BTW NL

2

3 Inhoudsopgave Bijlagen bij de toelichting 5 Bijlage 1 Flora en fauna Molenakkers 6 Bijlage 2 Flora en fauna Leeuwerik 34 Bijlage 3 Flora en fauna De Hasselt II 61 Bijlage 4 Flora en fauna Kerkekkers 88 Bijlage 5 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Molenakkers 113 Bijlage 6 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai De Leeuwerik 185 Bijlage 7 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai De Hasselt II 231 Bijlage 8 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Kerkekkes 275 Bijlage 9 Waterparagraaf 316 Bijlage 10 Vooroverlegreactie Provincie 333 Bijlage 11 Vooroverlegreactie Waterschap 335 Stedelijk gebied 2018, w oningbouw locaties Reusel-De Mierden 3

4 4 bestemmingsplan (ontw erp)

5 Bijlagen bij de toelichting Stedelijk gebied 2018, w oningbouw locaties Reusel-De Mierden 5

6 Bijlage 1 Flora en fauna Molenakkers 6 bestemmingsplan (ontw erp)

7 Quickscan flora en fauna Molenakkers Reusel

8 documentkenmerk: 1707/027/EB-03a, versie 1 Quickscan flora en fauna in opdracht van Tonnaer Juridische en beleidsadvisering B.V. T.a.v. mevrouw S. Renders Vonderweg RM EINDHOVEN betreffende de locatie Molenakkers Reusel (gemeente Reusel - De Mierden) documentkenmerk 1707/027/EB-03a versie 1 vestiging, datum Nuenen, 4 september 2017 opgesteld door: ing. E.E. Barendregt Junior projectleider ecologie gecontroleerd door: ir. R.A.C. van de Voort Senior projectleider ecologie Dit document is digitaal gegenereerd en derhalve niet voorzien van een handtekening. De inhoud is aantoonbaar gecontroleerd en vrijgegeven. Het document mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Door derden aangebrachte wijzigingen en/of toevoegingen dan wel oneigenlijk gebruik van het document vallen niet onder de verantwoording van Tritium Advies BV. Tritium Advies BV Adviseurs in bouwen, milieu en veiligheid TRITIUM NUENEN» TRITIUM PRINSENBEEK» TRITIUM NEER» TRITIUM ARKEL» Gulberg 35 Groenstraat 27 Steeg 27 Vlietskade TE Nuenen 4841 BA Prinsenbeek 6086 EJ Neer 4241 WH Arkel T T T T E. info@tritium.nl I. K.v.K nr IBAN NL29INGB

9 documentkenmerk: 1707/027/EB-03a, versie 1 Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding 1 2 Bronnenonderzoek Gebieden Soorten 4 3 Veldbezoek 6 4 Resultaten Flora Vogels Grondgebonden zoogdieren Vleermuizen Amfibieën, reptielen en vissen Ongewervelden/ overige soorten 9 5 Conclusies Beschermde gebieden Soorten Zorgplicht Eindconclusie 12 Bijlagen 1. verbeelding plangebied 2. rapportage uit het Natuurloket 3. fotobijlage veldbezoek van 7 augustus 2017

10 documentkenmerk: 1707/027/EB-03a, versie 1 1 Inleiding In opdracht van Tonnaer Juridisch en beleidsadvisering B.V. is een quickscan flora en fauna uitgevoerd ten behoeve van de actualisatie van het vigerend bestemmingsplan voor de locatie aan de Molenakker te Reusel, gelegen in de gemeente Reusel - De Mierden. Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 7606 m 2 en bestaat uit perceelnummers 1251, 1326 en 1341, sectie F, gemeente Reusel - De Mierden. De onderzochte percelen zijn volledig onbebouwd en grotendeels braakliggend. De quickscan flora en fauna wordt uitgevoerd ten behoeve van de herziening van het bestemmingsplan. Er wordt een flexibeler plan opgesteld waarin woningen met tuin mogelijk worden gemaakt binnen het plangebied. Doel van het onderhavige onderzoek is derhalve te bepalen of de wijzigingen binnen het plangebied mogelijk leiden tot overtreding van de Wet natuurbescherming (verder: Wnb). Op 1 januari 2017 is deze wet in werking getreden. De wet vervangt de Flora- en faunawet, Natuurbeschermingswet 1998 en de Boswet. Het is noodzakelijk om voorafgaande aan ruimtelijke ingrepen en inrichting te toetsen of de geplande activiteiten geen negatief effect hebben op beschermde plant- en/of diersoorten en leefgebieden. Op basis van de ecologische waarden van een planlocatie zal uit een verkennend flora- en faunaonderzoek (quickscan) blijken of er een overtreding te verwachten is van de Wnb. Tevens wordt vastgesteld of er meer soortgegevens nodig zijn door middel van inventarisatie en of er een uitgebreide studie noodzakelijk is naar de effecten van een ruimtelijke ingreep. In veel situaties zal het uitvoeren van een verkennend onderzoek echter reeds voldoende zijn om aan te tonen of een plan uitgevoerd kan worden met of zonder enkele eenvoudige maatregelen of aanpassingen om een overtreding van de Wnb te voorkomen. Uit de luchtfoto (figuur 1) kan worden opgemaakt dat het plangebied aan de rand van de bebouwde kom van Reusel is gelegen. Het plangebied betreft feitelijk een uitbreiding van de reeds aanwezige woningbouw aan de locatie Molenakker. In bijlage 1 is de verbeelding van het plangebied weergegeven. In deze verbeelding is te zien dat er maximaal 25 woningen zijn toegestaan in de vijf betreffende woongebieden. pagina 1 van 12

11 documentkenmerk: 1707/027/EB-03a, versie 1 Figuur 1. Luchtfoto van de omgeving van het plangebied (bron: Google maps). pagina 2 van 12

12 documentkenmerk: 1707/027/EB-03a, versie 1 2 Bronnenonderzoek Onderhavig onderzoek richt zich met name op soortenbescherming en in beperktere mate op het gebiedsbeschermingsdeel van de Wnb (Natura 2000). In het uitgevoerde bronnenonderzoek is gekeken naar de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten in het plangebied. Onder andere is hierbij gebruik gemaakt van het Natuurloket, de zoogdierenatlas (Broekhuizen et al., 2016), de Werkatlas amfibieën en reptielen in Noord-Brabant en enkele digitale verspreidingsatlassen. De bevindingen van dit literatuuronderzoek zijn weergegeven in de navolgende twee paragrafen. 2.1 Gebieden In onderstaande figuur 2 is het plangebied met haar ecologisch waardevolle gebieden in highlights weergegeven. De groene highlights betreffen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), in de provincie Noord-Brabant ook wel Natuurnetwerk Brabant (NNB) genoemd. Het Natura 2000-gebied is met de gele kleur aangeduid. Figuur 2. Plangebied en omgeving met relevante natuurgebieden (bron: pagina 3 van 12

13 documentkenmerk: 1707/027/EB-03a, versie 1 Uit figuur 2 kan worden afgeleid dat het plangebied niet in Natura 2000-gebied, EHS (NNB), Nationaal Landschap, Nationaal Park of Wetlands is gelegen. Het dichtstbijzijnde natuurgebied behorende tot het Natuurnetwerk Brabant is op een afstand van circa 300 meter ten noordoosten van het plangebied gelegen. Dit is een op zichzelf staand bosgebied aan het Gildepad met een ven. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied is op een afstand van circa 2 kilometer ten noorden van het plangebied gelegen en betreft waterloop "Reusel". Een deel van deze beek maakt onderdeel uit van Natura 2000-gebied "Kempenland-West". In dit natuurgebied zijn onder andere de landgoederen Wellenseind en De Utrecht gelegen. Het gebied bestaat grotendeels uit bossen en droge heide. Behalve deze twee landschappen komen ook vochtige en natte heidegronden, vennen, laaglandbeken en beekgeleidende bossen voor. In Kempenland-West zijn onder meer de zeldzame drijvende waterweegbree (in waterlopen Beerze en Reusel) en de kleine modderkruiper (in waterloop Reusel) aanwezig. Voor de genoemde habitatsoorten geldt echter dat deze niet verstoord zullen worden door de realisatie van onderhavig planvoornemen. In de navolgende figuur 3 op pagina 5, overgenomen uit de kaart van Natuurbeheerplan provincie Noord-Brabant is wederom het aandachtsgebied omcirkeld. Ook uit deze figuur blijkt dat het plangebied niet in een beschermd gebied ligt. Effecten beschermde gebieden Het plangebied ligt buiten de begrenzing van het Natuurnetwerk Brabant (NNB). De provincie Noord-Brabant hanteert geen externe werking als het gaat om NNB. De afstand tot het meest nabijgelegen Natura 2000-gebied bedraagt circa 2 kilometer. Gezien deze afstand, de aard en beperkte omvang van de beoogde ingreep (uitbreiding c.q. inbreiding van een woonwijk) valt een significant negatief effect uit te sluiten. 2.2 Soorten Via het landsdekkend beeld op Natuurloket.nl is de waarde beschouwd van het betreffende gebied, dat in kilometerhok X:139 / Y:375 is gelegen. Het Natuurloket verstrekt informatie over het voorkomen van soorten per kilometerhok. Binnen het kader van deze quickscan is het niet mogelijk om vast te stellen welke soorten per kilometerhok zijn weergegeven door het Natuurloket. De weergave van het Natuurloket kan dan ook alleen als indicatie voor de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten worden beschouwd. Aangezien het plangebied slechts een klein gedeelte van het kilometerhok beslaat is het bovendien niet zeker dat de geregistreerde soorten ook daadwerkelijk voorkomen binnen het plangebied. In bijlage 2 is de rapportage uit het Natuurloket opgenomen. Uit de rapportage blijkt dat er in de periode tussen 2007 en 2017 in het kilometerhok een relatief beperkt aantal waarnemingen is gedaan van de in de Wet natuurbescherming, de Habitat- of Vogelrichtlijn of op de Rode lijst voorkomende planten en dieren. pagina 4 van 12

14 documentkenmerk: 1707/027/EB-03a, versie 1 Figuur 3. Kaart natuurbeheerplan provincie Noord-Brabant. Het plangebied en directe omgeving is omcirkeld. Naast voornoemde bron zijn onder andere gegevens gebruikt die afkomstig zijn van de Atlas van de Nederlandse zoogdieren en de Werkatlas amfibieën en reptielen in Noord-Brabant. Uit gegevens van de zoogdieren verspreidingsatlas blijkt dat de volgende zoogdieren of sporen van deze soorten (o.a. in braakballen) in de periode van 1989 tot 2012 zijn waargenomen in de directe omgeving van het plangebied: eekhoorn, rosse woelmuis, aardmuis, veldmuis, ondergrondse woelmuis, muskusrat, dwergmuis, bosmuis, huismuis, bruine rat, haas, konijn, egel, mol, tweekleurige bosspitsmuis, dwergspitsmuis, huisspitsmuis, watervleermuis, vos, wezel, bunzing, gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger, gewone grootoorvleermuis, ree en grijze grootoorvleermuis. Uit gegevens van de Werkatlas amfibieën en reptielen blijkt dat enkel de volgende soorten in de periode van 1985 tot en met 2004 zijn waargenomen in de directe omgeving van het plangebied: alpenwatersalamander, vinpootsalamander, kleine watersalamander, gewone pad, rugstreeppad, heikikker, bruine kikker, poelkikker, middelste groene kikker en levendbarende hagedis. pagina 5 van 12

15 documentkenmerk: 1707/027/EB-03a, versie 1 3 Veldbezoek Het plangebied is op 7 augustus 2017 in de ochtend bezocht. Er was sprake van zonnig weer, met windkracht 3 en een temperatuur van circa 19 graden Celsius. Tijdens het terreinbezoek is zoveel mogelijk informatie verzameld met betrekking tot de aanwezigheid of afwezigheid van beschermde soorten. De te verzamelen informatie bestaat onder andere uit zicht- en geluidwaarnemingen, sporenonderzoek naar de aanwezigheid van vraat-, loop- en veegsporen, nesten, holen, uitwerpselen, prooiresten en haren. Op basis van terreinkenmerken is voorts beoordeeld of het plangebied geschikt is voor de in de regio voorkomende beschermde soorten. Het kan voorkomen dat soorten niet worden waargenomen tijdens het veldbezoek aangezien een quickscan een momentopname betreft. Hierdoor kan slechts in beperkte mate uitsluitsel worden gegeven over de aan- of afwezigheid van soorten. Aan de hand van expert-judgement en bekende ecologische principes zal derhalve een inschatting worden gemaakt over het wel of niet voor kunnen komen van beschermde plant- en diersoorten. Verder is de quickscan geen veldinventarisatie. Veldinventarisaties omvatten meerdere opnamerondes die seizoensgebonden zijn en volgens standaardmethoden worden uitgevoerd. In de huidige situatie is het thans onderzochte perceel volledig onbebouwd. De in bijlage 3 opgenomen foto s geven een duidelijk beeld van de huidige situatie van het plangebied. het plangebied is gelegen aan de rand van Reusel. De vijf woongebieden bevinden zich in een woonwijk. Deze woonwijk bestaat voornamelijk uit nieuwbouwwoningen. Aan de noordkant van het gebied is het woongebied begrensd door de weg N269. Aan de andere randen worden de woongebieden begrensd door woonwijken. pagina 6 van 12

16 documentkenmerk: 1707/027/EB-03a, versie 1 4 Resultaten Onderstaand volgen de resultaten en eerste conclusies van het uitgevoerde veldbezoek in relatie tot het planvoornemen. 4.1 Flora Het plangebied is thans braakliggend en met gras begroeid. Er zijn binnen het plangebied geen bomen en struiken aanwezig. Tijdens het veldbezoek zijn geen beschermde wilde planten aangetroffen. Conclusie: er zijn geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot deze soortgroep. 4.2 Vogels Uit de bevindingen van het veldbezoek blijkt dat het plangebied slechts voor een aantal soorten vogels geschikt is als onderdeel van het leefgebied. De rondom het plangebied aanwezige bomen en struiken kunnen dienen als broedgelegenheid. Daarnaast is het gehele gebied geschikt als foerageergebied, echter zullen niet alle vogelsoorten van het gebied gebruik maken. Met name voor vogels die in het "stedelijk" gebied voorkomen zijn binnen en rond het plangebied gunstige biotopen aanwezig. Voor bos-, struweel-, weide- en watervogels zijn geen geschikte biotopen aanwezig. Tijdens het veldbezoek zijn binnen het plangebied enkel individuen van de kauw en boerenzwaluw waargenomen. Er zijn zowel binnen het plangebied als in de directe omgeving van het plangebied geen vogelnesten aangetroffen. Een sporenonderzoek heeft eveneens geen extra informatie opgeleverd. Het verloren gaan van verblijfplaatsen van vogels met jaarrond beschermde nesten zoals de huismus, gierzwaluw, uilen en roofvogels kan worden uitgesloten. Er zijn namelijk geen bomen aanwezig binnen het plangebied. Tevens worden er geen gebouwen gesloopt zodat er ook geen verblijfplaatsen van holtebroeders zoals de huismus en gierzwaluw verloren kunnen gaan. Conclusie: een aantal vogelsoorten benut het plangebied als onderdeel van het leefgebied. Dit vormt echter geen belemmering voor het planvoornemen. Wel wordt bij de voorgenomen bouwwerkzaamheden verwezen naar het in hoofdstuk 5 omschreven protocol. Het plangebied kan bovendien als foerageergebied (woningen met tuin) in gebruik blijven. 4.3 Grondgebonden zoogdieren Tijdens het veldbezoek zijn geen exemplaren of voortplantings- en/ of verblijfplaatsen van soorten aangetroffen die zijn beschermd volgens de Habitatrichtlijn of van soorten die niet zijn vrijgesteld door de provincie. Voor minder algemene soorten (nationaal beschermde soorten die niet zijn vrijgesteld in de Wnb), zoals de das, is een dergelijke locatie niet geschikt om er te verblijven of voort te planten. Ook zijn er geen verblijfplaatsen van de eekhoorn gevonden. De eekhoorn en enkele algemeen voorkomende soorten zoals egel, mol en bepaalde muizen, kunnen bovendien pagina 7 van 12

17 documentkenmerk: 1707/027/EB-03a, versie 1 gebruik blijven maken van zowel het te handhaven als omliggend groen om er te foerageren of te verblijven. Er zijn wel uitwerpselen van konijnen in het gebied gezien. Conclusie: er zijn geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot deze soortgroep. 4.4 Vleermuizen Tijdens het veldbezoek zijn er eveneens geen sporen (o.a. ontlasting) aangetroffen die de aanwezigheid van vleermuizen bevestigen. Met name de ligging op de grens van de bebouwde kom maakt het onderzoeksgebied voor vleermuizen in potentie geschikt als mogelijke verblijfplaats en als onderdeel van het foerageergebied. Boombewonende vleermuizen verblijven in gaten, holen of scheuren van voornamelijk grote bomen. In en rondom het plangebied zijn echter geen bomen aanwezig met voor vleermuizen geschikte gaten, holen of scheuren. Een nader onderzoek naar boombewonende vleermuizen is derhalve niet aan de orde. Aangezien er geen gebouwen worden gesloopt is een onderzoek naar gebouw bewonende vleermuizen eveneens niet aan de orde. Conclusie: er zijn geen vaste verblijf- of voortplantingsplaatsen aanwezig binnen het plangebied. Mogelijk wordt er echter gefoerageerd binnen en nabij het plangebied. Foerageergebied is alleen beschermd wanneer dit gebied noodzakelijk is om de functionaliteit van een vaste verblijfplaats te behouden. In onderhavige situatie zal dit niet aan de orde zijn, aangezien het plangebied slechts beperkt geschikt is. De directe omgeving is geschikter als foerageergebied. Er zijn geen vliegroutes aanwezig binnen het plangebied. Omdat de bouwwerkzaamheden overdag uitgevoerd worden, is een verstorend effect op foeragerende vleermuizen eveneens uit te sluiten. Gezien het vorenstaande zijn er derhalve geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot vleermuizen. 4.5 Amfibieën, reptielen en vissen Er bevindt zich geen oppervlaktewater binnen het plangebied. De aanwezigheid van vissen kan derhalve worden uitgesloten. Rondom het plangebied is wel oppervlaktewater (slootje) aanwezig. Voortplantingswater van amfibieën kan derhalve niet worden uitgesloten. Tijdens het veldbezoek zijn er echter geen strikt beschermde amfibieën, reptielen en vissen waargenomen. Een sporenonderzoek heeft eveneens niets opgeleverd. Bovendien zal het aanwezige oppervlaktewater gewoon behouden blijven. Conclusie: er komen geen beschermde soorten reptielen en amfibieën voor in het plangebied. De eventuele aanwezigheid van niet beschermde soorten reptielen en amfibieën zoals bijvoorbeeld de gewone pad en bruine kikker vormt geen belemmering voor het planvoornemen. Wel dient er in de sloop- en bouwfase voor te worden gezorgd dat bij het inrichten van het bouwterrein wordt voorkomen dat het gebied aantrekkelijk wordt voor de vestiging van de rugstreeppad. pagina 8 van 12

18 documentkenmerk: 1707/027/EB-03a, versie Ongewervelden/ overige soorten Beschermde soorten ongewervelden en overige soorten zijn niet waargenomen en ook niet te verwachten binnen het plangebied. Beschermde soorten stellen specifieke eisen aan een biotoop en gezien de aanwezige beplanting en de afwezigheid van oppervlaktewater is het plangebied voor veel soorten nauwelijks geschikt. Conclusie: er zijn geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot deze soortgroepen. pagina 9 van 12

19 documentkenmerk: 1707/027/EB-03a, versie 1 5 Conclusies Doel van het onderhavige onderzoek is te bepalen of de wijzigingen binnen het plangebied mogelijk leiden tot overtreding van de natuurwetgeving. 5.1 Beschermde gebieden Het plangebied ligt buiten de begrenzing van het Natuurnetwerk Brabant (NNB). De provincie Noord-Brabant hanteert geen externe werking als het gaat om NNB. Het dichtstbijzijnde natuurgebied behorende tot het Natuurnetwerk Brabant is op een afstand van circa 300 meter ten noordoosten van het plangebied gelegen. Het dichtstbijzijnde Natura gebied is op een afstand van circa 2 kilometer ten noorden van het plangebied gelegen en betreft een deel van de waterloop behorende tot het Natura 2000-gebied "Kempenland-West". Gezien de aard en beperkte omvang van de beoogde ingreep (kleine inbreiding c.q. uitbreiding van een woonwijk) valt een significant negatief effect echter uit te sluiten. 5.2 Soorten Er wordt in het kader van de Wnb nagegaan of vaste rust- en verblijfplaatsen door de beoogde ingreep opzettelijk worden aangetast (verwijderd, ongeschikt gemaakt) of dat dieren opzettelijk worden verontrust, verjaagd of gedood. Verder is er gekeken of er invloeden zijn die leiden tot een verminderde geschiktheid als foerageergebied waarbij het een zodanig belang betreft dat bij het wegvallen van deze functie ook vaste rust- en verblijfplaatsen niet langer kunnen functioneren. Flora Er zijn binnen het plangebied geen beschermde wilde soorten aangetroffen. Vogels Er zijn geen (jaarrond beschermde) vogelnesten aangetroffen. Algemeen voorkomende soorten zonder jaarrond beschermd nest kunnen bovendien blijven broeden in de directe omgeving van het plangebied. Indien broedende vogels in de directe omgeving van het plangebied aanwezig zijn, kunnen verstorende werkzaamheden zoals bouwwerkzaamheden mogelijk echter niet plaatsvinden zonder hinder te veroorzaken. Wanneer er geen broedende vogels aanwezig zijn kunnen de werkzaamheden wel plaatsvinden. Indien er op deze manier wordt gehandeld, treden er geen nadelige effecten op ten aanzien van vogels. Wanneer de werkzaamheden in het geheel plaatsvinden in de minst kwetsbare periode (tussen begin oktober en half februari) worden eveneens geen nadelige effecten verwacht op vogels. Dit laatste verdient derhalve aanbeveling. Indien de werkzaamheden worden uitgevoerd op bovenstaande wijze, zullen er geen nadelige effecten optreden ten aanzien van vogels. Grondgebonden zoogdieren Binnen het plangebied zijn geen vaste verblijf- of voortplantingsplaatsen vastgesteld van soorten die zijn beschermd bij de Habitatrichtlijn of van soorten die niet zijn vrijgesteld door de provincie. Algemeen voorkomende soorten zijn door de provincie vrijgesteld van de verbodsbepalingen als het een ruimtelijke ingreep of inrichting betreft. Wel geldt de zorgplicht voor dergelijke soorten. pagina 10 van 12

20 documentkenmerk: 1707/027/EB-03a, versie 1 Zolang de zorgplicht wordt nageleefd zijn er derhalve geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot grondgebonden zoogdieren. Vleermuizen Er zijn geen vaste verblijf- of voortplantingsplaatsen aanwezig binnen het plangebied. Mogelijk wordt er gefoerageerd binnen en nabij het plangebied. Foerageergebied is alleen beschermd wanneer dit gebied noodzakelijk is om de functionaliteit van een vaste verblijfplaats te behouden. In onderhavige situatie zal dit niet aan de orde zijn, aangezien het plangebied slechts beperkt geschikt is. De directe omgeving is geschikter als foerageergebied. Er zijn geen vliegroutes aanwezig binnen het plangebied. Omdat de bouwwerkzaamheden overdag uitgevoerd worden, is een verstorend effect op foeragerende vleermuizen eveneens uit te sluiten. Gezien het vorenstaande zijn er derhalve geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot vleermuizen. Amfibieën, reptielen en vissen Binnen het plangebied zijn geen vaste verblijf- of voortplantingsplaatsen vastgesteld van soorten die zijn beschermd bij de Habitatrichtlijn of van soorten die niet zijn vrijgesteld door de provincie. Algemeen voorkomende soorten zijn door de provincie vrijgesteld van de verbodsbepalingen als het een ruimtelijke ingreep of inrichting betreft. Wel geldt de zorgplicht voor dergelijke soorten. Zolang de zorgplicht en onderstaand omschreven protocol wordt nageleefd zijn er derhalve geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot amfibieën, reptielen en vissen. Wel dient er in de sloop- en bouwfase voor te worden gezorgd dat bij het inrichten van het bouwterrein wordt voorkomen dat het gebied aantrekkelijk wordt voor de vestiging van de rugstreeppad. Ongewervelden/ overige soorten Vaste verblijfplaatsen of exemplaren van Habitatrichtlijnsoorten of van nationaal beschermde soorten zijn niet aangetroffen. Er zijn derhalve geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot deze soortgroep. pagina 11 van 12

21 documentkenmerk: 1707/027/EB-03a, versie Zorgplicht Voor alle soorten geldt een zorgplicht. Deze zorgplicht houdt in dat de initiatiefnemer passende maatregelen neemt om schade aan deze soorten te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het niet verontrusten of verstoren in de kwetsbare perioden zoals de winterslaap, de voortplantingstijd en de periode van afhankelijkheid van de jongen. De kwetsbare perioden zijn niet voor alle verschillende soortgroepen gelijk. Als veilige periode voor alle groepen geldt in het algemeen de periode van half oktober tot eind november, de periode waarin de voortplantingstijd achter de rug is en dieren als de egel en amfibieën nog niet in winterslaap zijn. Bovendien zijn de houtduiven uit het laatste legsel dan ook uitgevlogen. Indien vooraf bekend is dat werkzaamheden moeten worden uitgevoerd binnen de kwetsbare perioden van de betreffende soorten, is het zaak ervoor te zorgen dat het gebied tegen die tijd ongeschikt is als leefgebied voor die soorten. Zo kunnen bijvoorbeeld struiken gedurende het groeiseizoen kort gesnoeid worden, zodat er geen vogels gaan broeden. Indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden beschermde soorten worden waargenomen dienen maatregelen te worden genomen om schade aan deze individuen zo veel mogelijk te beperken (bijvoorbeeld wegvangen en verplaatsen). 5.4 Eindconclusie In onderstaande vier punten wordt de eindconclusie weergegeven: de omschreven werkwijzen (protocollen) met betrekking tot zowel de zorgplicht als ten aanzien van vogels dienen in acht te worden genomen zodat een overtreding van de natuurwetgeving wordt voorkomen; nader onderzoek naar soorten is niet noodzakelijk; een ontheffing in het kader van de Wnb (soorten) is niet noodzakelijk; voor algemeen voorkomende soorten geldt een algemene vrijstelling als het ruimtelijke ingrepen betreft. pagina 12 van 12

22 BIJLAGE 1:

23 Legenda Plangebied plangebied Enkelbestemmingen 2 WG G V Groen Verkeer 3 WG WG Woongebied Gebiedsaanduidingen wetgevingzone - wijzigingsgebied Maatvoeringen 2 maximum aantal wooneenheden Verklaringen ondergrond WG N 8 10 WG 2 Bestemmingsplan: Herziening woningbouwlocaties Reusel-De Mierden WG

24 BIJLAGE 2:

25 Beknopte levering uit de NDFF Disclaimer De Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) is de meest omvangrijke landelijke informatiebron van verspreidingsgegevens en bevat betrouwbare waarnemingen van planten en dieren. Nieuwe gegevens worden dagelijks toegevoegd. Alle gegevens in de NDFF zijn gevalideerd. Nader (veld-)onderzoek kan noodzakelijk zijn om aanwezigheid van een soort te bevestigen of uit te sluiten. Projectnaam Woningbouwlocaties Reusel - de Mierden Doel Quickscan flora en fauna Datum :10 Ordernummer HNL Geselecteerde kilometerhokken , , , Vragen? Neem contact op met het Serviceteam van de NDFF: Telefoon: serviceteamndff@natuurloket.nl

26 vaatplanten mossen korstmossen paddenstoelen vleermuizen landzoogdieren broedvogels wintervogels amfibieen reptielen vissen dagvlinders macronachtvlinders micronachtvlinders libellen Rode-Lijstsoorten sprinkhanen en krekels overige soortgroepen Vogelrichtlijn Habitatrichlijn 1 WNb-andere soorten (PROV) WNB-andere soorten (NL) 7 Aantal soorten %/0% 0%/100% 0%/0% 100%/0% 95%/4% 7%/0% 10%/26% 40%/0% 0%/0% 0%/0% 0%/0% slecht slecht niet onbepaald slecht goed redelijk slecht niet niet niet redelijk slecht niet redelijk niet onbepaald vaatplanten mossen korstmossen paddenstoelen vleermuizen landzoogdieren broedvogels wintervogels amfibieen reptielen vissen dagvlinders macronachtvlinders micronachtvlinders libellen Rode-Lijstsoorten sprinkhanen en krekels overige soortgroepen Vogelrichtlijn Habitatrichlijn 1 2 WNb-andere soorten (PROV) WNB-andere soorten (NL) Aantal soorten %/1% 25%/0% 7%/0% 78%/14% 99%/0% 13%/21% 100%/0% 100%/0% 93%/0% 100%/0% 100%/0% 87%/6% 96%/3% 100%/0% slecht slecht niet niet redelijk slecht goed slecht slecht niet redelijk goed slecht slecht goed onbepaald onbepaald vaatplanten mossen korstmossen paddenstoelen vleermuizen landzoogdieren broedvogels wintervogels amfibieen reptielen vissen dagvlinders macronachtvlinders micronachtvlinders libellen Rode-Lijstsoorten 7 1 sprinkhanen en krekels overige soortgroepen Vogelrichtlijn Habitatrichlijn WNb-andere soorten (PROV) WNB-andere soorten (NL) Aantal soorten Detaillering / Volledigheid onderzoek Onderzoeksperiode Detaillering / Volledigheid onderzoek Onderzoeksperiode Detaillering / Volledigheid onderzoek Onderzoeksperiode 80%/4% 91%/8% 100%/0% 60%/39% 97%/2% 2%/0% 50%/0% 66%/11% 80%/0% 100%/0% slecht redelijk niet onbepaald niet slecht goed slecht slecht niet niet goed niet niet redelijk niet onbepaald Beknopte levering HNL Pagina : 2 / 5

27 vaatplanten mossen korstmossen paddenstoelen vleermuizen landzoogdieren broedvogels wintervogels amfibieen reptielen vissen dagvlinders macronachtvlinders micronachtvlinders libellen Rode-Lijstsoorten sprinkhanen en krekels overige soortgroepen Vogelrichtlijn Habitatrichlijn WNb-andere soorten (PROV) WNB-andere soorten (NL) Aantal soorten Detaillering / Volledigheid onderzoek Onderzoeksperiode 79%/13% 100%/0% 84%/0% 0%/0% 2%/96% 100%/0% 96%/2% 100%/0% 95%/0% 100%/0% slecht niet niet onbepaald niet slecht slecht slecht niet niet slecht goed slecht niet goed onbepaald niet Beknopte levering HNL Pagina : 3 / 5

28 Toelichting op de tabel Soortgroepen In de gehanteerde indeling is Overige soortgroepen een diverse groep met daarin alle wespen, bijen, mieren, netvleugelige, steenvliegen, kevers, vliegen, muggen, haften, wantsen, cicaden, luizen, schorpioenvliegen en overige insecten, spinnen, mijten, hooiwagens, duizendpoten, miljoenpoten, pissebedden, kakkerlakken, oorwormen, weinigpotigen, vlokreeften, lagere kreeftachtigen, weekdieren, slakken, ringwormen, snoerwormen en wormachtigen zoals bloedzuigers. Ook zeeorganismen als hydroidpoliepen, mosdiertjes, mysisgarnalen, ribkwallen, stekelhuidigen, zakpijpen, zeepissebedden, zeepokken, eendenmossels, krabbezakjes, zeespinnen en grote kreeftachtigen (kreeften, krabben en garnalen) en zeezoogdieren vallen in deze verzamelgroep. Rode-Lijstsoorten In de tabel staat voor elk kilometerhok per soortgroep vermeld hoeveel soorten op de Rode Lijst staan. Rode Lijsten worden formeel vastgesteld door de Rijksoverheid. De gehanteerde Rode Lijsten zijn (inclusief link naar website van ministerie van de Rijksoverheid met verwijzing naar pdf van het besluit): vaatplanten Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 mossen Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 korstmossen Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 paddenstoelen Besluit Rode Lijsten 4 september 2009 zoogdieren Besluit Rode Lijsten 4 september 2009 broedvogels Besluit Rode Lijsten 5 november 2004 amfibieën Besluit Rode Lijsten 4 september 2009 reptielen Besluit Rode Lijsten 4 september 2009 vissen Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 dagvlinders Besluit Rode Lijsten 4 september 2009 macronachtvlinders micronachtvlinders geen Rode Lijst geen Rode Lijst libellen Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 sprinkhanen en krekels Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 overige soortgroepen Besluit Rode Lijsten 5 november 2004(1) Wet Natuurbescherming soorten van de Vogelrichtlijn Alle soorten die wettelijke bescherming genieten en vallen onder Wet Natuurbescherming paragraaf 3.1 Wet Natuurbescherming soorten van de Habitatrichtlijn Alle soorten die wettelijke bescherming genieten en vallen onder Wet Natuurbescherming paragraaf 3.2 Wet Natuurbescherming andere beschermde soorten Alle provinciale soorten die wettelijke bescherming genieten en vallen onder Wet Natuurbescherming paragraaf 3.3 Deze soortenlijst is limitatief benoemd in een Bijlage op de wet maar kan op provinciaal niveau worden bijgesteld. Wanneer een hok in meerdere provincies valt wordt de hoogste beschermingscategorie per aangetroffen soort aangehouden. Beknopte levering HNL Pagina : 4 / 5

29 Powered by TCPDF ( Wet Natuurbescherming andere beschermde soorten (landelijke lijst) Alle landelijk benoemde soorten die wettelijke bescherming genieten en vallen onder Wet Natuurbescherming paragraaf 3.3 Deze soortenlijst is limitatief benoemd in een Bijlage op de wet. Aantal soorten Het totaal aantal soorten per soortgroep per kilometerhok in de periode zoals aangegeven. Meegenomen zijn alle waarnemingen: die geheel of gedeeltelijk binnen de selectie liggen; die zijn gevalideerd en daarbij de classificatie betrouwbaar hebben meegekregen; waarvan de bronhouder heeft aangegeven dat ze uitgeleverd mogen worden. Indien er een asterisk (*) in het veld staat betekent dit dat een deel van de waarnemingen pas na expliciete toestemming van de bronhouder mag worden uitgeleverd. Het kan dus zijn dat in de standaardlevering niet alle waarnemingen worden geleverd die optellen tot de beknopte levering. Ook kan het zijn dat deze gegevens later worden geleverd. Volledigheid onderzoek Voor elke soortgroep is een indicatie gegeven hoe volledig een specifiek kilometerhok is onderzocht. Er wordt hierbij gewerkt met een normering in 5 klassen: (1) niet, (2) slecht, (3) redelijk onderzocht, (4) goed onderzocht en (5) onbepaald. De volledigheid van onderzoek wordt geautomatiseerd berekend voor alle soortgroepen, waarbij elk kilometerhok meedraait in een cyclus van berekeningen over geheel Nederland. De doorlooptijd van deze rekencyclus is in de praktijk 2 tot 3 weken voor alle kilometerhokken in Nederland. In de toelichting is per soortgroep aangegeven welke regels hierbij gehanteerd zijn en over welke periode. Download de toelichting Detaillering Voor elke soortgroep is in de oppervlakteklassen km2 en groter dan 1 km2 bepaald welk aandeel de waarnemingen bezetten. De basis voor deze berekening is het aantal waarnemingen: in de beschouwde periode; dat geheel of gedeeltelijk in het kilometerhok valt; waarvan de bronhouder heeft aangegeven dat ze uitgeleverd mogen worden. De resultaten zijn in de drie genoemde klassen achter elkaar geplaatst en gescheiden door een slash- teken (/). Onderzoeksperiode De onderzoeksperiode betreft voor vrijwel alle beschreven soortgroepen de recente 10 afgeronde veldseizoenen. Alleen voor vaatplanten wordt een langere periode gehanteerd. In de loop van het kalenderjaar wordt de beschouwde periode dus steeds iets langer. Beknopte levering HNL Pagina : 5 / 5

30 BIJLAGE 3:

31 Fotobijlage: 1707/027/EB-03, Molenakkers te Reusel Foto 1 Foto 2 Foto 3 pagina 1

32 Fotobijlage: 1707/027/EB-03, Molenakkers te Reusel Foto 4 Foto 5 Foto 6 pagina 2

33 Fotobijlage: 1707/027/EB-03, Molenakkers te Reusel Foto 7 Foto 8 Foto 9 pagina 3

34 Bijlage 2 Flora en fauna Leeuwerik 34 bestemmingsplan (ontw erp)

35 Quickscan flora en fauna Leeuwerik Hooge Mierde

36 documentkenmerk: 1707/027/EB-03b, versie 1 Quickscan flora en fauna in opdracht van Tonnaer Juridische en beleidsadvisering B.V. T.a.v. mevrouw S. Renders Vonderweg RM EINDHOVEN betreffende de locatie Leeuwerik Hooge Mierden (gemeente Reusel - De Mierden) documentkenmerk 1707/027/EB-03b versie 1 vestiging, datum Nuenen, 4 september 2017 opgesteld door: ing. E.E. Barendregt Junior projectleider ecologie gecontroleerd door: ir. R.A.C. van de Voort Senior projectleider ecologie Dit document is digitaal gegenereerd en derhalve niet voorzien van een handtekening. De inhoud is aantoonbaar gecontroleerd en vrijgegeven. Het document mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Door derden aangebrachte wijzigingen en/of toevoegingen dan wel oneigenlijk gebruik van het document vallen niet onder de verantwoording van Tritium Advies BV. Tritium Advies BV Adviseurs in bouwen, milieu en veiligheid TRITIUM NUENEN» TRITIUM PRINSENBEEK» TRITIUM NEER» TRITIUM ARKEL» Gulberg 35 Groenstraat 27 Steeg 27 Vlietskade TE Nuenen 4841 BA Prinsenbeek 6086 EJ Neer 4241 WH Arkel T T T T E. info@tritium.nl I. K.v.K nr IBAN NL29INGB

37 documentkenmerk: 1707/027/EB-03b, versie 1 Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding 1 2 Bronnenonderzoek Gebieden Soorten 4 3 Veldbezoek 6 4 Resultaten Flora Vogels Grondgebonden zoogdieren Vleermuizen Amfibieën, reptielen en vissen Ongewervelden/ overige soorten 9 5 Conclusies Beschermde gebieden Soorten Zorgplicht Eindconclusie 12 Bijlagen 1. verbeelding plangebied 2. rapportage uit het Natuurloket 3. fotobijlage veldbezoek van 7 augustus 2017

38 documentkenmerk: 1707/027/EB-03b, versie 1 1 Inleiding In opdracht van Tonnaer Juridisch en beleidsadvisering B.V. is een quickscan flora en fauna uitgevoerd ten behoeve van de actualisatie van het vigerend bestemmingsplan voor de locatie aan de Leeuwerik te Hooge Mierde, gelegen in de gemeente Reusel - De Mierden. Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 2700 m 2 en bestaat uit perceelnummers 3965, 3966 en 4161, sectie E, gemeente Reusel - De Mierden. Het onderzochte perceel is volledig onbebouwd en grotendeels braakliggend. De quickscan flora en fauna wordt uitgevoerd ten behoeve van de herziening van het bestemmingsplan. Er wordt een flexibeler plan opgesteld waarin woningen met tuin mogelijk worden gemaakt binnen het plangebied. Doel van het onderhavige onderzoek is derhalve te bepalen of de wijzigingen binnen het plangebied mogelijk leiden tot overtreding van de Wet natuurbescherming (verder: Wnb). Op 1 januari 2017 is deze wet in werking getreden. De wet vervangt de Flora- en faunawet, Natuurbeschermingswet 1998 en de Boswet. Het is noodzakelijk om voorafgaande aan ruimtelijke ingrepen en inrichting te toetsen of de geplande activiteiten geen negatief effect hebben op beschermde plant- en/of diersoorten en leefgebieden. Op basis van de ecologische waarden van een planlocatie zal uit een verkennend flora- en faunaonderzoek (quickscan) blijken of er een overtreding te verwachten is van de Wnb. Tevens wordt vastgesteld of er meer soortgegevens nodig zijn door middel van inventarisatie en of er een uitgebreide studie noodzakelijk is naar de effecten van een ruimtelijke ingreep. In veel situaties zal het uitvoeren van een verkennend onderzoek echter reeds voldoende zijn om aan te tonen of een plan uitgevoerd kan worden met of zonder enkele eenvoudige maatregelen of aanpassingen om een overtreding van de Wnb te voorkomen. Uit de luchtfoto (figuur 1) kan worden opgemaakt dat het plangebied aan de rand van de bebouwde kom van Hooge Mierde is gelegen. Het plangebied betreft feitelijk een uitbreiding van de reeds aanwezige woningbouw aan de locatie Leeuwerik. In bijlage 1 is de verbeelding van het plangebied weergegeven. In deze verbeelding is te zien dat er maximaal 15 woningen zijn toegestaan in het woongebied. pagina 1 van 12

39 documentkenmerk: 1707/027/EB-03b, versie 1 Figuur 1. Luchtfoto van de omgeving van het plangebied (bron: Google maps). pagina 2 van 12

40 documentkenmerk: 1707/027/EB-03b, versie 1 2 Bronnenonderzoek Onderhavig onderzoek richt zich met name op soortenbescherming en in beperktere mate op het gebiedsbeschermingsdeel van de Wnb (Natura 2000). In het uitgevoerde bronnenonderzoek is gekeken naar de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten in het plangebied. Onder andere is hierbij gebruik gemaakt van het Natuurloket, de zoogdierenatlas (Broekhuizen et al., 2016), de Werkatlas amfibieën en reptielen in Noord-Brabant en enkele digitale verspreidingsatlassen. De bevindingen van dit literatuuronderzoek zijn weergegeven in de navolgende twee paragrafen. 2.1 Gebieden In onderstaande figuur 2 is het plangebied met haar ecologisch waardevolle gebieden in highlights weergegeven. De groene highlights betreffen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), in de provincie Noord-Brabant ook wel Natuurnetwerk Brabant (NNB) genoemd. Het Natura 2000-gebied is met de gele kleur aangeduid. Figuur 2. Plangebied en omgeving met relevante natuurgebieden (bron: pagina 3 van 12

41 documentkenmerk: 1707/027/EB-03b, versie 1 Uit figuur 2 kan worden afgeleid dat het plangebied niet in Natura 2000-gebied, EHS (NNB), Nationaal Landschap, Nationaal Park of Wetlands is gelegen. Het dichtstbijzijnde natuurgebied behorende tot het Natuurnetwerk Brabant is op een afstand van circa 1000 meter ten westen van het plangebied gelegen. Dit het betreft het gebied de Turnhoutse Heide. De Turnhoutse Heide is een bos- en natuurgebied dat zich ten westen van Hooge Mierde bevindt en in het noorden aansluit op Landgoed De Utrecht. Het gebied heeft een oppervlakte van circa 250 hectare en is eigendom van de gemeente Reusel- De Mierden. Het gebied bestaat voornamelijk uit ontginningsbossen van grove den, met hier en daar landbouwenclaves en heiderestanten. In het bos bevindt zich een grote recreatiecamping en twee vennen. Ten westen van dit natuurgebied ligt de Belgische grens. Aan de overzijde daarvan vindt men eveneens uitgestrekte ontginningsbossen en heide-ontginningen. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied is op een afstand van circa 1,5 kilometer ten oosten van het plangebied gelegen en betreft een deel van waterloop "Reusel". Deze beek maakt onderdeel uit van Natura 2000-gebied "Kempenland-West". In dit natuurgebied zijn onder andere de landgoederen Wellenseind en De Utrecht gelegen. Het gebied bestaat grotendeels uit bossen en droge heide. Behalve deze twee landschappen komen ook vochtige en natte heidegronden, vennen, laaglandbeken en beekgeleidende bossen voor. In Kempenland-West zijn onder meer de zeldzame drijvende waterweegbree (in waterlopen Beerze en Reusel) en de kleine modderkruiper (in waterloop Reusel) aanwezig. Voor de genoemde habitatsoorten geldt echter dat deze niet verstoord zullen worden door de realisatie van onderhavig planvoornemen. In de navolgende figuur 3 op pagina 5, overgenomen uit de kaart van Natuurbeheerplan provincie Noord-Brabant is wederom het aandachtsgebied omcirkeld. Ook uit deze figuur blijkt dat het plangebied niet in een beschermd gebied ligt. Effecten beschermde gebieden Het plangebied ligt buiten de begrenzing van het Natuurnetwerk Brabant (NNB). De provincie Noord-Brabant hanteert geen externe werking als het gaat om NNB. De afstand tot het meest nabijgelegen Natura 2000-gebied bedraagt circa 1,5 kilometer. Gezien deze afstand, de aard en beperkte omvang van de beoogde ingreep (kleine uitbreiding van een woonwijk) valt een significant negatief effect uit te sluiten. 2.2 Soorten Via het landsdekkend beeld op Natuurloket.nl is de waarde beschouwd van het betreffende gebied, dat in kilometerhok X:136 / Y:377 is gelegen. Het Natuurloket verstrekt informatie over het voorkomen van soorten per kilometerhok. Binnen het kader van deze quickscan is het niet mogelijk om vast te stellen welke soorten per kilometerhok zijn weergegeven door het Natuurloket. De weergave van het Natuurloket kan dan ook alleen als indicatie voor de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten worden beschouwd. Aangezien het plangebied slechts een klein gedeelte van het kilometerhok beslaat is het bovendien niet zeker dat de geregistreerde soorten ook daadwerkelijk voorkomen binnen het plangebied. pagina 4 van 12

42 documentkenmerk: 1707/027/EB-03b, versie 1 In bijlage 2 is de rapportage uit het Natuurloket opgenomen. Uit de rapportage blijkt dat er in de periode tussen 2007 en 2017 in het kilometerhok een relatief beperkt aantal waarnemingen is gedaan van de in de Wet natuurbescherming, de Habitat- of Vogelrichtlijn of op de Rode lijst voorkomende planten en dieren. Figuur 3. Kaart natuurbeheerplan provincie Noord-Brabant. Het plangebied en directe omgeving is omcirkeld. Naast voornoemde bron zijn onder andere gegevens gebruikt die afkomstig zijn van de Atlas van de Nederlandse zoogdieren en de Werkatlas amfibieën en reptielen in Noord-Brabant. Uit gegevens van de zoogdieren verspreidingsatlas blijkt dat de volgende zoogdieren of sporen van deze soorten (o.a. in braakballen) in de periode van 1989 tot 2012 zijn waargenomen in de directe omgeving van het plangebied: eekhoorn, rosse woelmuis, aardmuis, veldmuis, ondergrondse woelmuis, muskusrat, dwergmuis, bosmuis, huismuis, bruine rat, haas, konijn, egel, mol, tweekleurige bosspitsmuis, dwergspitsmuis, huisspitsmuis, watervleermuis, gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger, gewone grootoorvleermuis, grijze grootoorvleermuis, vos, wezel, bunzing en ree. Uit gegevens van de Werkatlas amfibieën en reptielen blijkt dat enkel de volgende soorten in de periode van 1985 tot en met 2004 zijn waargenomen in de directe omgeving van het plangebied: alpenwatersalamander, vinpootsalamander, kleine watersalamander, gewone pad, rugstreeppad, heikikker, bruine kikker, poelkikker, middelste groene kikker en levendbarende hagedis. pagina 5 van 12

43 documentkenmerk: 1707/027/EB-03b, versie 1 3 Veldbezoek Het plangebied is op 7 augustus 2017 in de ochtend bezocht. Er was sprake van zonnig weer, met windkracht 3 en een temperatuur van circa 19 graden Celsius. Tijdens het terreinbezoek is zoveel mogelijk informatie verzameld met betrekking tot de aanwezigheid of afwezigheid van beschermde soorten. De te verzamelen informatie bestaat onder andere uit zicht- en geluidwaarnemingen, sporenonderzoek naar de aanwezigheid van vraat-, loop- en veegsporen, nesten, holen, uitwerpselen, prooiresten en haren. Op basis van terreinkenmerken is voorts beoordeeld of het plangebied geschikt is voor de in de regio voorkomende beschermde soorten. Het kan voorkomen dat soorten niet worden waargenomen tijdens het veldbezoek aangezien een quickscan een momentopname betreft. Hierdoor kan slechts in beperkte mate uitsluitsel worden gegeven over de aan- of afwezigheid van soorten. Aan de hand van expert-judgement en bekende ecologische principes zal derhalve een inschatting worden gemaakt over het wel of niet voor kunnen komen van beschermde plant- en diersoorten. Verder is de quickscan geen veldinventarisatie. Veldinventarisaties omvatten meerdere opnamerondes die seizoensgebonden zijn en volgens standaardmethoden worden uitgevoerd. In de huidige situatie is het thans onderzochte perceel volledig onbebouwd. De in bijlage 3 opgenomen foto s geven een duidelijk beeld van de huidige situatie van het plangebied. pagina 6 van 12

44 documentkenmerk: 1707/027/EB-03b, versie 1 4 Resultaten Onderstaand volgen de resultaten en eerste conclusies van het uitgevoerde veldbezoek in relatie tot het planvoornemen. 4.1 Flora Het plangebied is thans braakliggend en met gras begroeid. Er zijn binnen het plangebied geen bomen en struiken aanwezig. Tijdens het veldbezoek zijn geen beschermde wilde planten aangetroffen. Conclusie: er zijn geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot deze soortgroep. 4.2 Vogels Uit de bevindingen van het veldbezoek blijkt dat het plangebied slechts voor een aantal soorten vogels geschikt is als onderdeel van het leefgebied. De rondom het plangebied aanwezige bomen en struiken kunnen dienen als broedgelegenheid. Daarnaast is het gehele gebied geschikt als foerageergebied, echter zullen niet alle vogelsoorten van het gebied gebruik maken. Met name voor vogels die in het "stedelijk" gebied voorkomen zijn binnen en rond het plangebied gunstige biotopen aanwezig. Voor bos-, struweel-, weide- en watervogels zijn geen geschikte biotopen aanwezig. Tijdens het veldbezoek zijn binnen het plangebied enkel individuen van de houtduif, kraai en boerenzwaluw waargenomen. Er zijn zowel binnen het plangebied als in de directe omgeving van het plangebied geen vogelnesten aangetroffen. Een sporenonderzoek heeft eveneens geen extra informatie opgeleverd. Het verloren gaan van verblijfplaatsen van vogels met jaarrond beschermde nesten zoals de huismus, gierzwaluw, uilen en roofvogels kan worden uitgesloten. Er zijn namelijk geen bomen aanwezig binnen het plangebied. Tevens worden er geen gebouwen gesloopt zodat er ook geen verblijfplaatsen van holtebroeders zoals de huismus en gierzwaluw verloren kunnen gaan. Conclusie: een aantal vogelsoorten benut het plangebied als onderdeel van het leefgebied. Dit vormt echter geen belemmering voor het planvoornemen. Wel wordt bij de voorgenomen bouwwerkzaamheden verwezen naar het in hoofdstuk 5 omschreven protocol. Het plangebied kan bovendien als foerageergebied (woningen met tuin) in gebruik blijven. 4.3 Grondgebonden zoogdieren Tijdens het veldbezoek zijn geen exemplaren of voortplantings- en/ of verblijfplaatsen van soorten aangetroffen die zijn beschermd volgens de Habitatrichtlijn of van soorten die niet zijn vrijgesteld door de provincie. Voor minder algemene soorten (nationaal beschermde soorten die niet zijn vrijgesteld in de Wnb), zoals de das, is een dergelijke locatie niet geschikt om er te verblijven of voort te planten. Ook zijn er geen verblijfplaatsen van de eekhoorn gevonden. De eekhoorn en enkele algemeen voorkomende soorten zoals egel, mol en bepaalde muizen, kunnen bovendien pagina 7 van 12

45 documentkenmerk: 1707/027/EB-03b, versie 1 gebruik blijven maken van zowel het te handhaven als omliggend groen om er te foerageren of te verblijven. Er zijn wel uitwerpselen van konijnen in het gebied gezien. Conclusie: er zijn geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot deze soortgroep. 4.4 Vleermuizen Tijdens het veldbezoek zijn er eveneens geen sporen (o.a. ontlasting) aangetroffen die de aanwezigheid van vleermuizen bevestigen. Met name de ligging op de grens van de bebouwde kom maakt het onderzoeksgebied voor vleermuizen in potentie geschikt als mogelijke verblijfplaats en als onderdeel van het foerageergebied. Boombewonende vleermuizen verblijven in gaten, holen of scheuren van voornamelijk grote bomen. In en rondom het plangebied zijn echter geen bomen aanwezig met voor vleermuizen geschikte gaten, holen of scheuren. Een nader onderzoek naar boombewonende vleermuizen is derhalve niet aan de orde. Aangezien er geen gebouwen worden gesloopt is een onderzoek naar gebouw bewonende vleermuizen eveneens niet aan de orde. Conclusie: er zijn geen vaste verblijf- of voortplantingsplaatsen aanwezig binnen het plangebied. Mogelijk wordt er echter gefoerageerd binnen en nabij het plangebied. Foerageergebied is alleen beschermd wanneer dit gebied noodzakelijk is om de functionaliteit van een vaste verblijfplaats te behouden. In onderhavige situatie zal dit niet aan de orde zijn, aangezien het plangebied slechts beperkt geschikt is. De directe omgeving is geschikter als foerageergebied. Er zijn geen vliegroutes aanwezig binnen het plangebied. Omdat de bouwwerkzaamheden overdag uitgevoerd worden, is een verstorend effect op foeragerende vleermuizen eveneens uit te sluiten. Gezien het vorenstaande zijn er derhalve geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot vleermuizen. 4.5 Amfibieën, reptielen en vissen Er is geen oppervlaktewater aanwezig binnen en in de directe nabijheid van het plangebied. De aanwezigheid van vissen en voortplantingswater van amfibieën kan derhalve worden uitgesloten. Het plangebied is voor amfibieën derhalve enkel geschikt als landbiotoop. Tijdens het veldbezoek zijn er geen reptielen en amfibieën waargenomen. Een sporenonderzoek heeft eveneens niets opgeleverd. Voor veel soorten amfibieën en reptielen is het plangebied nauwelijks geschikt als biotoop. Strikt beschermde soorten amfibieën en reptielen kunnen op basis van terreinkenmerken dan ook worden uitgesloten. Conclusie: er komen noch vissen noch beschermde soorten reptielen en amfibieën voor in het plangebied. De eventuele aanwezigheid van niet beschermde soorten reptielen en amfibieën zoals bijvoorbeeld de gewone pad en bruine kikker vormt geen belemmering voor het planvoornemen. pagina 8 van 12

46 documentkenmerk: 1707/027/EB-03b, versie Ongewervelden/ overige soorten Beschermde soorten ongewervelden en overige soorten zijn niet waargenomen en ook niet te verwachten binnen het plangebied. Beschermde soorten stellen specifieke eisen aan een biotoop en gezien de aanwezige beplanting en de afwezigheid van oppervlaktewater is het plangebied voor veel soorten nauwelijks geschikt. Conclusie: er zijn geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot deze soortgroepen. pagina 9 van 12

47 documentkenmerk: 1707/027/EB-03b, versie 1 5 Conclusies Doel van het onderhavige onderzoek is te bepalen of de wijzigingen binnen het plangebied mogelijk leiden tot overtreding van de natuurwetgeving. 5.1 Beschermde gebieden Het plangebied ligt buiten de begrenzing van het Natuurnetwerk Brabant (NNB). De provincie Noord-Brabant hanteert geen externe werking als het gaat om NNB. Het dichtstbijzijnde natuurgebied behorende tot het Natuurnetwerk Brabant is op een afstand van circa 1000 meter ten westen van het plangebied gelegen. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied is op een afstand van circa 1,5 kilometer ten oosten van het plangebied gelegen en betreft een deel van de waterloop behorende tot het Natura 2000-gebied "Kempenland-West". Gezien de aard en beperkte omvang van de beoogde ingreep (kleine uitbreiding van een woonwijk) valt een significant negatief effect echter uit te sluiten. 5.2 Soorten Er wordt in het kader van de Wnb nagegaan of vaste rust- en verblijfplaatsen door de beoogde ingreep opzettelijk worden aangetast (verwijderd, ongeschikt gemaakt) of dat dieren opzettelijk worden verontrust, verjaagd of gedood. Verder is er gekeken of er invloeden zijn die leiden tot een verminderde geschiktheid als foerageergebied waarbij het een zodanig belang betreft dat bij het wegvallen van deze functie ook vaste rust- en verblijfplaatsen niet langer kunnen functioneren. Flora Er zijn binnen het plangebied geen beschermde wilde soorten aangetroffen. Vogels Er zijn geen (jaarrond beschermde) vogelnesten aangetroffen. Algemeen voorkomende soorten zonder jaarrond beschermd nest kunnen bovendien blijven broeden in de directe omgeving van het plangebied. Indien broedende vogels in de directe omgeving van het plangebied aanwezig zijn, kunnen verstorende werkzaamheden zoals bouwwerkzaamheden mogelijk echter niet plaatsvinden zonder hinder te veroorzaken. Wanneer er geen broedende vogels aanwezig zijn kunnen de werkzaamheden wel plaatsvinden. Indien er op deze manier wordt gehandeld, treden er geen nadelige effecten op ten aanzien van vogels. Wanneer de werkzaamheden in het geheel plaatsvinden in de minst kwetsbare periode (tussen begin oktober en half februari) worden eveneens geen nadelige effecten verwacht op vogels. Dit laatste verdient derhalve aanbeveling. Indien de werkzaamheden worden uitgevoerd op bovenstaande wijze, zullen er geen nadelige effecten optreden ten aanzien van vogels. Grondgebonden zoogdieren Binnen het plangebied zijn geen vaste verblijf- of voortplantingsplaatsen vastgesteld van soorten die zijn beschermd bij de Habitatrichtlijn of van soorten die niet zijn vrijgesteld door de provincie. Algemeen voorkomende soorten zijn door de provincie vrijgesteld van de verbodsbepalingen als het een ruimtelijke ingreep of inrichting betreft. Wel geldt de zorgplicht voor dergelijke soorten. pagina 10 van 12

48 documentkenmerk: 1707/027/EB-03b, versie 1 Zolang de zorgplicht wordt nageleefd zijn er derhalve geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot grondgebonden zoogdieren. Vleermuizen Er zijn geen vaste verblijf- of voortplantingsplaatsen aanwezig binnen het plangebied. Mogelijk wordt er gefoerageerd binnen en nabij het plangebied. Foerageergebied is alleen beschermd wanneer dit gebied noodzakelijk is om de functionaliteit van een vaste verblijfplaats te behouden. In onderhavige situatie zal dit niet aan de orde zijn, aangezien het plangebied slechts beperkt geschikt is. De directe omgeving is geschikter als foerageergebied. Er zijn geen vliegroutes aanwezig binnen het plangebied. Omdat de bouwwerkzaamheden overdag uitgevoerd worden, is een verstorend effect op foeragerende vleermuizen eveneens uit te sluiten. Gezien het vorenstaande zijn er derhalve geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot vleermuizen. Amfibieën, reptielen en vissen Binnen het plangebied zijn geen vaste verblijf- of voortplantingsplaatsen vastgesteld van soorten die zijn beschermd bij de Habitatrichtlijn of van soorten die niet zijn vrijgesteld door de provincie. Algemeen voorkomende soorten zijn door de provincie vrijgesteld van de verbodsbepalingen als het een ruimtelijke ingreep of inrichting betreft. Wel geldt de zorgplicht voor dergelijke soorten. Zolang de zorgplicht wordt nageleefd zijn er derhalve geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot amfibieën, reptielen en vissen. Ongewervelden/ overige soorten Vaste verblijfplaatsen of exemplaren van Habitatrichtlijnsoorten of van nationaal beschermde soorten zijn niet aangetroffen. Er zijn derhalve geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot deze soortgroep. 5.3 Zorgplicht Voor alle soorten geldt een zorgplicht. Deze zorgplicht houdt in dat de initiatiefnemer passende maatregelen neemt om schade aan deze soorten te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het niet verontrusten of verstoren in de kwetsbare perioden zoals de winterslaap, de voortplantingstijd en de periode van afhankelijkheid van de jongen. De kwetsbare perioden zijn niet voor alle verschillende soortgroepen gelijk. Als veilige periode voor alle groepen geldt in het algemeen de periode van half oktober tot eind november, de periode waarin de voortplantingstijd achter de rug is en dieren als de egel en amfibieën nog niet in winterslaap zijn. Bovendien zijn de houtduiven uit het laatste legsel dan ook uitgevlogen. Indien vooraf bekend is dat werkzaamheden moeten worden uitgevoerd binnen de kwetsbare perioden van de betreffende soorten, is het zaak ervoor te zorgen dat het gebied tegen die tijd ongeschikt is als leefgebied voor die soorten. Zo kunnen bijvoorbeeld struiken gedurende het groeiseizoen kort gesnoeid worden, zodat er geen vogels gaan broeden. Indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden beschermde soorten worden waargenomen dienen maatregelen te worden genomen om schade aan deze individuen zo veel mogelijk te beperken (bijvoorbeeld wegvangen en verplaatsen). pagina 11 van 12

49 documentkenmerk: 1707/027/EB-03b, versie Eindconclusie In onderstaande vier punten wordt de eindconclusie weergegeven: de omschreven werkwijzen (protocollen) met betrekking tot zowel de zorgplicht als ten aanzien van vogels dienen in acht te worden genomen zodat een overtreding van de natuurwetgeving wordt voorkomen; nader onderzoek naar soorten is niet noodzakelijk; een ontheffing in het kader van de Wnb (soorten) is niet noodzakelijk; voor algemeen voorkomende soorten geldt een algemene vrijstelling als het ruimtelijke ingrepen betreft. pagina 12 van 12

50 BIJLAGE 1:

51 Legenda Plangebied plangebied Enkelbestemmingen G V Groen Verkeer WG Woongebied Gebiedsaanduidingen wetgevingzone - wijzigingsgebied Maatvoeringen 2 maximum aantal wooneenheden Verklaringen ondergrond WG 15 N V Bestemmingsplan: Herziening woningbouwlocaties Reusel-De Mierden

52 BIJLAGE 2:

53 Beknopte levering uit de NDFF Disclaimer De Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) is de meest omvangrijke landelijke informatiebron van verspreidingsgegevens en bevat betrouwbare waarnemingen van planten en dieren. Nieuwe gegevens worden dagelijks toegevoegd. Alle gegevens in de NDFF zijn gevalideerd. Nader (veld-)onderzoek kan noodzakelijk zijn om aanwezigheid van een soort te bevestigen of uit te sluiten. Projectnaam Woningbouwlocaties Reusel - de Mierden Doel Quickscan flora en fauna Datum :10 Ordernummer HNL Geselecteerde kilometerhokken , , , Vragen? Neem contact op met het Serviceteam van de NDFF: Telefoon: serviceteamndff@natuurloket.nl

54 vaatplanten mossen korstmossen paddenstoelen vleermuizen landzoogdieren broedvogels wintervogels amfibieen reptielen vissen dagvlinders macronachtvlinders micronachtvlinders libellen Rode-Lijstsoorten sprinkhanen en krekels overige soortgroepen Vogelrichtlijn Habitatrichlijn 1 WNb-andere soorten (PROV) WNB-andere soorten (NL) 7 Aantal soorten %/0% 0%/100% 0%/0% 100%/0% 95%/4% 7%/0% 10%/26% 40%/0% 0%/0% 0%/0% 0%/0% slecht slecht niet onbepaald slecht goed redelijk slecht niet niet niet redelijk slecht niet redelijk niet onbepaald vaatplanten mossen korstmossen paddenstoelen vleermuizen landzoogdieren broedvogels wintervogels amfibieen reptielen vissen dagvlinders macronachtvlinders micronachtvlinders libellen Rode-Lijstsoorten sprinkhanen en krekels overige soortgroepen Vogelrichtlijn Habitatrichlijn 1 2 WNb-andere soorten (PROV) WNB-andere soorten (NL) Aantal soorten %/1% 25%/0% 7%/0% 78%/14% 99%/0% 13%/21% 100%/0% 100%/0% 93%/0% 100%/0% 100%/0% 87%/6% 96%/3% 100%/0% slecht slecht niet niet redelijk slecht goed slecht slecht niet redelijk goed slecht slecht goed onbepaald onbepaald vaatplanten mossen korstmossen paddenstoelen vleermuizen landzoogdieren broedvogels wintervogels amfibieen reptielen vissen dagvlinders macronachtvlinders micronachtvlinders libellen Rode-Lijstsoorten 7 1 sprinkhanen en krekels overige soortgroepen Vogelrichtlijn Habitatrichlijn WNb-andere soorten (PROV) WNB-andere soorten (NL) Aantal soorten Detaillering / Volledigheid onderzoek Onderzoeksperiode Detaillering / Volledigheid onderzoek Onderzoeksperiode Detaillering / Volledigheid onderzoek Onderzoeksperiode 80%/4% 91%/8% 100%/0% 60%/39% 97%/2% 2%/0% 50%/0% 66%/11% 80%/0% 100%/0% slecht redelijk niet onbepaald niet slecht goed slecht slecht niet niet goed niet niet redelijk niet onbepaald Beknopte levering HNL Pagina : 2 / 5

55 vaatplanten mossen korstmossen paddenstoelen vleermuizen landzoogdieren broedvogels wintervogels amfibieen reptielen vissen dagvlinders macronachtvlinders micronachtvlinders libellen Rode-Lijstsoorten sprinkhanen en krekels overige soortgroepen Vogelrichtlijn Habitatrichlijn WNb-andere soorten (PROV) WNB-andere soorten (NL) Aantal soorten Detaillering / Volledigheid onderzoek Onderzoeksperiode 79%/13% 100%/0% 84%/0% 0%/0% 2%/96% 100%/0% 96%/2% 100%/0% 95%/0% 100%/0% slecht niet niet onbepaald niet slecht slecht slecht niet niet slecht goed slecht niet goed onbepaald niet Beknopte levering HNL Pagina : 3 / 5

56 Toelichting op de tabel Soortgroepen In de gehanteerde indeling is Overige soortgroepen een diverse groep met daarin alle wespen, bijen, mieren, netvleugelige, steenvliegen, kevers, vliegen, muggen, haften, wantsen, cicaden, luizen, schorpioenvliegen en overige insecten, spinnen, mijten, hooiwagens, duizendpoten, miljoenpoten, pissebedden, kakkerlakken, oorwormen, weinigpotigen, vlokreeften, lagere kreeftachtigen, weekdieren, slakken, ringwormen, snoerwormen en wormachtigen zoals bloedzuigers. Ook zeeorganismen als hydroidpoliepen, mosdiertjes, mysisgarnalen, ribkwallen, stekelhuidigen, zakpijpen, zeepissebedden, zeepokken, eendenmossels, krabbezakjes, zeespinnen en grote kreeftachtigen (kreeften, krabben en garnalen) en zeezoogdieren vallen in deze verzamelgroep. Rode-Lijstsoorten In de tabel staat voor elk kilometerhok per soortgroep vermeld hoeveel soorten op de Rode Lijst staan. Rode Lijsten worden formeel vastgesteld door de Rijksoverheid. De gehanteerde Rode Lijsten zijn (inclusief link naar website van ministerie van de Rijksoverheid met verwijzing naar pdf van het besluit): vaatplanten Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 mossen Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 korstmossen Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 paddenstoelen Besluit Rode Lijsten 4 september 2009 zoogdieren Besluit Rode Lijsten 4 september 2009 broedvogels Besluit Rode Lijsten 5 november 2004 amfibieën Besluit Rode Lijsten 4 september 2009 reptielen Besluit Rode Lijsten 4 september 2009 vissen Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 dagvlinders Besluit Rode Lijsten 4 september 2009 macronachtvlinders micronachtvlinders geen Rode Lijst geen Rode Lijst libellen Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 sprinkhanen en krekels Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 overige soortgroepen Besluit Rode Lijsten 5 november 2004(1) Wet Natuurbescherming soorten van de Vogelrichtlijn Alle soorten die wettelijke bescherming genieten en vallen onder Wet Natuurbescherming paragraaf 3.1 Wet Natuurbescherming soorten van de Habitatrichtlijn Alle soorten die wettelijke bescherming genieten en vallen onder Wet Natuurbescherming paragraaf 3.2 Wet Natuurbescherming andere beschermde soorten Alle provinciale soorten die wettelijke bescherming genieten en vallen onder Wet Natuurbescherming paragraaf 3.3 Deze soortenlijst is limitatief benoemd in een Bijlage op de wet maar kan op provinciaal niveau worden bijgesteld. Wanneer een hok in meerdere provincies valt wordt de hoogste beschermingscategorie per aangetroffen soort aangehouden. Beknopte levering HNL Pagina : 4 / 5

57 Powered by TCPDF ( Wet Natuurbescherming andere beschermde soorten (landelijke lijst) Alle landelijk benoemde soorten die wettelijke bescherming genieten en vallen onder Wet Natuurbescherming paragraaf 3.3 Deze soortenlijst is limitatief benoemd in een Bijlage op de wet. Aantal soorten Het totaal aantal soorten per soortgroep per kilometerhok in de periode zoals aangegeven. Meegenomen zijn alle waarnemingen: die geheel of gedeeltelijk binnen de selectie liggen; die zijn gevalideerd en daarbij de classificatie betrouwbaar hebben meegekregen; waarvan de bronhouder heeft aangegeven dat ze uitgeleverd mogen worden. Indien er een asterisk (*) in het veld staat betekent dit dat een deel van de waarnemingen pas na expliciete toestemming van de bronhouder mag worden uitgeleverd. Het kan dus zijn dat in de standaardlevering niet alle waarnemingen worden geleverd die optellen tot de beknopte levering. Ook kan het zijn dat deze gegevens later worden geleverd. Volledigheid onderzoek Voor elke soortgroep is een indicatie gegeven hoe volledig een specifiek kilometerhok is onderzocht. Er wordt hierbij gewerkt met een normering in 5 klassen: (1) niet, (2) slecht, (3) redelijk onderzocht, (4) goed onderzocht en (5) onbepaald. De volledigheid van onderzoek wordt geautomatiseerd berekend voor alle soortgroepen, waarbij elk kilometerhok meedraait in een cyclus van berekeningen over geheel Nederland. De doorlooptijd van deze rekencyclus is in de praktijk 2 tot 3 weken voor alle kilometerhokken in Nederland. In de toelichting is per soortgroep aangegeven welke regels hierbij gehanteerd zijn en over welke periode. Download de toelichting Detaillering Voor elke soortgroep is in de oppervlakteklassen km2 en groter dan 1 km2 bepaald welk aandeel de waarnemingen bezetten. De basis voor deze berekening is het aantal waarnemingen: in de beschouwde periode; dat geheel of gedeeltelijk in het kilometerhok valt; waarvan de bronhouder heeft aangegeven dat ze uitgeleverd mogen worden. De resultaten zijn in de drie genoemde klassen achter elkaar geplaatst en gescheiden door een slash- teken (/). Onderzoeksperiode De onderzoeksperiode betreft voor vrijwel alle beschreven soortgroepen de recente 10 afgeronde veldseizoenen. Alleen voor vaatplanten wordt een langere periode gehanteerd. In de loop van het kalenderjaar wordt de beschouwde periode dus steeds iets langer. Beknopte levering HNL Pagina : 5 / 5

58 BIJLAGE 3:

59 Fotobijlage: 1707/027/EB-03b, Leeuwerik te Hooge Mierde Foto 1 Foto 2 Foto 3 pagina 1

60 Fotobijlage: 1707/027/EB-03b, Leeuwerik te Hooge Mierde Foto 4 Foto 5 pagina 2

61 Bijlage 3 Flora en fauna De Hasselt II Stedelijk gebied 2018, w oningbouw locaties Reusel-De Mierden 61

62 Quickscan flora en fauna De Hasselt II Lage Mierde

63 documentkenmerk: 1707/027/EB-03c, versie 1 Quickscan flora en fauna in opdracht van Tonnaer Juridische en beleidsadvisering B.V. T.a.v. mevrouw S. Renders Vonderweg RM EINDHOVEN betreffende de locatie De Hasselt II Lage Mierden (gemeente Reusel - De Mierden) documentkenmerk 1707/027/EB-03c versie 1 vestiging, datum Nuenen, 4 september 2017 opgesteld door: ing. E.E. Barendregt Junior projectleider ecologie gecontroleerd door: ir. R.A.C. van de Voort Senior projectleider ecologie Dit document is digitaal gegenereerd en derhalve niet voorzien van een handtekening. De inhoud is aantoonbaar gecontroleerd en vrijgegeven. Het document mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Door derden aangebrachte wijzigingen en/of toevoegingen dan wel oneigenlijk gebruik van het document vallen niet onder de verantwoording van Tritium Advies BV. Tritium Advies BV Adviseurs in bouwen, milieu en veiligheid TRITIUM NUENEN» TRITIUM PRINSENBEEK» TRITIUM NEER» TRITIUM ARKEL» Gulberg 35 Groenstraat 27 Steeg 27 Vlietskade TE Nuenen 4841 BA Prinsenbeek 6086 EJ Neer 4241 WH Arkel T T T T E. info@tritium.nl I. K.v.K nr IBAN NL29INGB

64 documentkenmerk: 1707/027/EB-03c, versie 1 Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding 1 2 Bronnenonderzoek Gebieden Soorten 4 3 Veldbezoek 6 4 Resultaten Flora Vogels Grondgebonden zoogdieren Vleermuizen Amfibieën, reptielen en vissen Ongewervelden/ overige soorten 9 5 Conclusies Beschermde gebieden Soorten Zorgplicht Eindconclusie 12 Bijlagen 1. verbeelding plangebied 2. rapportage uit het Natuurloket 3. fotobijlage veldbezoek van 7 augustus 2017

65 documentkenmerk: 1707/027/EB-03c, versie 1 1 Inleiding In opdracht van Tonnaer Juridisch en beleidsadvisering B.V. is een quickscan flora en fauna uitgevoerd ten behoeve van de actualisatie van het vigerend bestemmingsplan voor de locatie aan de Hasselt II te Lage Mierde, gelegen in de gemeente Reusel - De Mierden. Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 5585 m 2 en bestaat uit perceelnummers 2370 en 2377, sectie H, gemeente Reusel - De Mierden. De onderzochte percelen zijn volledig onbebouwd en grotendeels braakliggend. De quickscan flora en fauna wordt uitgevoerd ten behoeve van de herziening van het bestemmingsplan. Er wordt een flexibeler plan opgesteld waarin woningen met tuin mogelijk worden gemaakt binnen het plangebied. Doel van het onderhavige onderzoek is derhalve te bepalen of de wijzigingen binnen het plangebied mogelijk leiden tot overtreding van de Wet natuurbescherming (verder: Wnb). Op 1 januari 2017 is deze wet in werking getreden. De wet vervangt de Flora- en faunawet, Natuurbeschermingswet 1998 en de Boswet. Het is noodzakelijk om voorafgaande aan ruimtelijke ingrepen en inrichting te toetsen of de geplande activiteiten geen negatief effect hebben op beschermde plant- en/of diersoorten en leefgebieden. Op basis van de ecologische waarden van een planlocatie zal uit een verkennend flora- en faunaonderzoek (quickscan) blijken of er een overtreding te verwachten is van de Wnb. Tevens wordt vastgesteld of er meer soortgegevens nodig zijn door middel van inventarisatie en of er een uitgebreide studie noodzakelijk is naar de effecten van een ruimtelijke ingreep. In veel situaties zal het uitvoeren van een verkennend onderzoek echter reeds voldoende zijn om aan te tonen of een plan uitgevoerd kan worden met of zonder enkele eenvoudige maatregelen of aanpassingen om een overtreding van de Wnb te voorkomen. Uit de luchtfoto (figuur 1) kan worden opgemaakt dat het plangebied aan de rand van de bebouwde kom van Lage Mierde is gelegen. Het plangebied betreft feitelijk een uitbreiding van de reeds aanwezige woningbouw aan de locatie de Hasselt. In bijlage 1 is de verbeelding van het plangebied weergegeven. In deze verbeelding is te zien dat er maximaal 24 woningen zijn toegestaan in de betreffende woongebieden. pagina 1 van 12

66 documentkenmerk: 1707/027/EB-03c, versie 1 Figuur 1. Luchtfoto van de omgeving van het plangebied (bron: Google maps). pagina 2 van 12

67 documentkenmerk: 1707/027/EB-03c, versie 1 2 Bronnenonderzoek Onderhavig onderzoek richt zich met name op soortenbescherming en in beperktere mate op het gebiedsbeschermingsdeel van de Wnb (Natura 2000). In het uitgevoerde bronnenonderzoek is gekeken naar de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten in het plangebied. Onder andere is hierbij gebruik gemaakt van het Natuurloket, de zoogdierenatlas (Broekhuizen et al., 2016), de Werkatlas amfibieën en reptielen in Noord-Brabant en enkele digitale verspreidingsatlassen. De bevindingen van dit literatuuronderzoek zijn weergegeven in de navolgende twee paragrafen. 2.1 Gebieden In onderstaande figuur 2 is het plangebied met haar ecologisch waardevolle gebieden in highlights weergegeven. De groene highlights betreffen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), in de provincie Noord-Brabant ook wel Natuurnetwerk Brabant (NNB) genoemd. Het Natura 2000-gebied is met de gele kleur aangeduid. Figuur 2. Plangebied en omgeving met relevante natuurgebieden (bron: pagina 3 van 12

68 documentkenmerk: 1707/027/EB-03c, versie 1 Uit figuur 2 kan worden afgeleid dat het plangebied niet in Natura 2000-gebied, EHS (NNB), Nationaal Landschap, Nationaal Park of Wetlands is gelegen. Het dichtstbijzijnde natuurgebied van enige omvang behorende tot het Natuurnetwerk Brabant is op een afstand van circa 100 meter ten westen van het plangebied gelegen. Dit is het beekdal van de waterloop "Reusel", onderdeel van het Natura 2000-gebied. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied is op een afstand van ruim 100 meter ten westen van het plangebied gelegen en betreft waterloop "Reusel" met omliggend beekdal. Deze beek maakt onderdeel uit van het Natura 2000-gebied "Kempenland-West". In dit Natura 2000-gebied zijn onder andere de landgoederen Wellenseind en De Utrecht gelegen. Het gebied bestaat grotendeels uit bossen en droge heide. Behalve deze twee landschappen komen ook vochtige en natte heidegronden, vennen, laaglandbeken en beekgeleidende bossen voor. In Kempenland-West zijn onder meer de zeldzame drijvende waterweegbree (in waterlopen Beerze en Reusel) en de kleine modderkruiper (in waterloop Reusel) aanwezig. Voor de genoemde habitatsoorten geldt echter dat deze niet verstoord zullen worden door de realisatie van onderhavig planvoornemen. In de navolgende figuur 3 op pagina 5, overgenomen uit de kaart van Natuurbeheerplan provincie Noord-Brabant is wederom het aandachtsgebied omcirkeld. Ook uit deze figuur blijkt dat het plangebied niet in een beschermd gebied ligt. Effecten beschermde gebieden Het plangebied ligt buiten de begrenzing van het Natuurnetwerk Brabant (NNB). De provincie Noord-Brabant hanteert geen externe werking als het gaat om NNB. De afstand tot het meest nabijgelegen Natura 2000-gebied bedraagt circa 200 meter. Gezien de aard en beperkte omvang van de beoogde ingreep (kleine uitbreiding van een woonwijk) valt een significant negatief effect uit te sluiten. 2.2 Soorten Via het landsdekkend beeld op Natuurloket.nl is de waarde beschouwd van het betreffende gebied, dat in kilometerhok X:138 / Y:379 is gelegen. Het Natuurloket verstrekt informatie over het voorkomen van soorten per kilometerhok. Binnen het kader van deze quickscan is het niet mogelijk om vast te stellen welke soorten per kilometerhok zijn weergegeven door het Natuurloket. De weergave van het Natuurloket kan dan ook alleen als indicatie voor de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten worden beschouwd. Aangezien het plangebied slechts een klein gedeelte van het kilometerhok beslaat is het bovendien niet zeker dat de geregistreerde soorten ook daadwerkelijk voorkomen binnen het plangebied. pagina 4 van 12

69 documentkenmerk: 1707/027/EB-03c, versie 1 In bijlage 2 is de rapportage uit het Natuurloket opgenomen. Uit de rapportage blijkt dat er in de periode tussen 2007 en 2017 in het kilometerhok een relatief beperkt aantal waarnemingen is gedaan van de in de Wet natuurbescherming, de Habitat- of Vogelrichtlijn of op de Rode lijst voorkomende planten en dieren. Figuur 3. Kaart natuurbeheerplan provincie Noord-Brabant. Het plangebied en directe omgeving is omcirkeld. Naast voornoemde bron zijn onder andere gegevens gebruikt die afkomstig zijn van de Atlas van de Nederlandse zoogdieren en de Werkatlas amfibieën en reptielen in Noord-Brabant. Uit gegevens van de zoogdieren verspreidingsatlas blijkt dat de volgende zoogdieren of sporen van deze soorten (o.a. in braakballen) in de periode van 1989 tot 2012 zijn waargenomen in de directe omgeving van het plangebied: eekhoorn, rosse woelmuis, aardmuis, veldmuis, ondergrondse woelmuis, muskusrat, dwergmuis, bosmuis, huismuis, bruine rat, haas, konijn, egel, mol, tweekleurige bosspitsmuis, dwergspitsmuis, huisspitsmuis, watervleermuis, laatvlieger, vos, gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis,, gewone grootoorvleermuis, bunzing, wezel, grijze grootoorvleermuis en ree. Uit gegevens van de Werkatlas amfibieën en reptielen blijkt dat enkel de volgende soorten in de periode van 1985 tot en met 2004 zijn waargenomen in de directe omgeving van het plangebied: alpenwatersalamander, vinpootsalamander, kleine watersalamander, gewone pad, rugstreeppad, heikikker, bruine kikker, poelkikker, middelste groene kikker en levendbarende hagedis. pagina 5 van 12

70 documentkenmerk: 1707/027/EB-03c, versie 1 3 Veldbezoek Het plangebied is op 7 augustus 2017 in de ochtend bezocht. Er was sprake van zonnig weer, met windkracht 3 en een temperatuur van circa 19 graden Celsius. Tijdens het terreinbezoek is zoveel mogelijk informatie verzameld met betrekking tot de aanwezigheid of afwezigheid van beschermde soorten. De te verzamelen informatie bestaat onder andere uit zicht- en geluidwaarnemingen, sporenonderzoek naar de aanwezigheid van vraat-, loop- en veegsporen, nesten, holen, uitwerpselen, prooiresten en haren. Op basis van terreinkenmerken is voorts beoordeeld of het plangebied geschikt is voor de in de regio voorkomende beschermde soorten. Het kan voorkomen dat soorten niet worden waargenomen tijdens het veldbezoek aangezien een quickscan een momentopname betreft. Hierdoor kan slechts in beperkte mate uitsluitsel worden gegeven over de aan- of afwezigheid van soorten. Aan de hand van expert-judgement en bekende ecologische principes zal derhalve een inschatting worden gemaakt over het wel of niet voor kunnen komen van beschermde plant- en diersoorten. Verder is de quickscan geen veldinventarisatie. Veldinventarisaties omvatten meerdere opnamerondes die seizoensgebonden zijn en volgens standaardmethoden worden uitgevoerd. In de huidige situatie zijn de onderzochte percelen volledig onbebouwd. De in bijlage 3 opgenomen foto s geven een duidelijk beeld van de huidige situatie van het plangebied. Zoals op foto 5 te zien is ligt er op een deel van het plangebied bouwmateriaal, dit materiaal is afgeschermd met hekken. De andere gebieden zijn begroeid met gras. Het plangebied ligt aan de buitenkant van Lage Mierde en wordt aan de zuidkant begrensd met akkerland. pagina 6 van 12

71 documentkenmerk: 1707/027/EB-03c, versie 1 4 Resultaten Onderstaand volgen de resultaten en eerste conclusies van het uitgevoerde veldbezoek in relatie tot het planvoornemen. 4.1 Flora Het plangebied is thans braakliggend en met gras begroeid. Er zijn binnen het plangebied geen bomen en struiken aanwezig. Tijdens het veldbezoek zijn geen beschermde wilde planten aangetroffen. Conclusie: er zijn geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot deze soortgroep. 4.2 Vogels Uit de bevindingen van het veldbezoek blijkt dat het plangebied slechts voor een aantal soorten vogels geschikt is als onderdeel van het leefgebied. De rondom het plangebied aanwezige bomen en struiken kunnen dienen als broedgelegenheid. Daarnaast is het gehele gebied geschikt als foerageergebied, echter zullen niet alle vogelsoorten van het gebied gebruik maken. Met name voor vogels die in het "stedelijk" gebied voorkomen zijn binnen en rond het plangebied gunstige biotopen aanwezig. Voor bos- en struweelvogels, weide- en watervogels zijn geen geschikte biotopen aanwezig. Tijdens het veldbezoek zijn binnen het plangebied enkel individuen van de houtduif waargenomen. In de directe omgeving van het plangebied is een groep huismussen waargenomen. Er zijn zowel binnen het plangebied als in de directe omgeving van het plangebied geen vogelnesten aangetroffen. Een sporenonderzoek heeft eveneens geen extra informatie opgeleverd. Het verloren gaan van verblijfplaatsen van vogels met jaarrond beschermde nesten zoals de huismus, gierzwaluw, uilen en roofvogels kan worden uitgesloten. Er zijn namelijk geen bomen aanwezig binnen het plangebied. Tevens worden er geen gebouwen gesloopt zodat er ook geen verblijfplaatsen van holtebroeders zoals de huismus en gierzwaluw verloren kunnen gaan. Conclusie: een aantal vogelsoorten benut het plangebied als onderdeel van het leefgebied. Dit vormt echter geen belemmering voor het planvoornemen. Wel wordt bij de voorgenomen bouwwerkzaamheden verwezen naar het in hoofdstuk 5 omschreven protocol. Het plangebied kan bovendien als foerageergebied (woningen met tuin) in gebruik blijven. 4.3 Grondgebonden zoogdieren Tijdens het veldbezoek zijn geen exemplaren of voortplantings- en/ of verblijfplaatsen van soorten aangetroffen die zijn beschermd volgens de Habitatrichtlijn of van soorten die niet zijn vrijgesteld door de provincie. Voor minder algemene soorten (nationaal beschermde soorten die niet zijn vrijgesteld in de Wnb), zoals de das, is een dergelijke locatie niet geschikt om er te verblijven of voort te planten. Ook zijn er geen verblijfplaatsen van de eekhoorn gevonden. De eekhoorn en enkele algemeen voorkomende soorten zoals egel, mol en bepaalde muizen, kunnen bovendien pagina 7 van 12

72 documentkenmerk: 1707/027/EB-03c, versie 1 gebruik blijven maken van zowel het te handhaven als omliggend groen om er te foerageren of te verblijven. Conclusie: er zijn geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot deze soortgroep. 4.4 Vleermuizen Tijdens het veldbezoek zijn er eveneens geen sporen (o.a. ontlasting) aangetroffen die de aanwezigheid van vleermuizen bevestigen. Met name de ligging op de grens van de bebouwde kom maakt het onderzoeksgebied voor vleermuizen in potentie geschikt als mogelijke verblijfplaats en als onderdeel van het foerageergebied. Boombewonende vleermuizen verblijven in gaten, holen of scheuren van voornamelijk grote bomen. In en rondom het plangebied zijn echter geen bomen aanwezig met voor vleermuizen geschikte gaten, holen of scheuren. Een nader onderzoek naar boombewonende vleermuizen is derhalve niet aan de orde. Aangezien er geen gebouwen worden gesloopt is een onderzoek naar gebouw bewonende vleermuizen eveneens niet aan de orde. Conclusie: er zijn geen vaste verblijf- of voortplantingsplaatsen aanwezig binnen het plangebied. Mogelijk wordt er echter gefoerageerd binnen en nabij het plangebied. Foerageergebied is alleen beschermd wanneer dit gebied noodzakelijk is om de functionaliteit van een vaste verblijfplaats te behouden. In onderhavige situatie zal dit niet aan de orde zijn, aangezien het plangebied slechts beperkt geschikt is. De directe omgeving is geschikter als foerageergebied. Er zijn geen vliegroutes aanwezig binnen het plangebied. Omdat de bouwwerkzaamheden overdag uitgevoerd worden, is een verstorend effect op foeragerende vleermuizen eveneens uit te sluiten. Gezien het vorenstaande zijn er derhalve geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot vleermuizen. 4.5 Amfibieën, reptielen en vissen Er is geen oppervlaktewater aanwezig binnen en in de directe nabijheid van het plangebied. De aanwezigheid van vissen en voortplantingswater van amfibieën kan derhalve worden uitgesloten. Het plangebied is voor amfibieën derhalve enkel geschikt als landbiotoop. Tijdens het veldbezoek zijn er geen reptielen en amfibieën waargenomen. Een sporenonderzoek heeft eveneens niets opgeleverd. Voor veel soorten amfibieën en reptielen is het plangebied nauwelijks geschikt als biotoop. Strikt beschermde soorten amfibieën en reptielen kunnen op basis van terreinkenmerken dan ook worden uitgesloten. Conclusie: er komen noch vissen noch beschermde soorten reptielen en amfibieën voor in het plangebied. De eventuele aanwezigheid van niet beschermde soorten reptielen en amfibieën zoals bijvoorbeeld de gewone pad en bruine kikker vormt geen belemmering voor het planvoornemen. pagina 8 van 12

73 documentkenmerk: 1707/027/EB-03c, versie Ongewervelden/ overige soorten Beschermde soorten ongewervelden en overige soorten zijn niet waargenomen en ook niet te verwachten binnen het plangebied. Beschermde soorten stellen specifieke eisen aan een biotoop en gezien de aanwezige beplanting en de afwezigheid van oppervlaktewater is het plangebied voor veel soorten nauwelijks geschikt. Conclusie: er zijn geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot deze soortgroepen. pagina 9 van 12

74 documentkenmerk: 1707/027/EB-03c, versie 1 5 Conclusies Doel van het onderhavige onderzoek is te bepalen of de wijzigingen binnen het plangebied mogelijk leiden tot overtreding van de natuurwetgeving. 5.1 Beschermde gebieden Het plangebied ligt buiten de begrenzing van het Natuurnetwerk Brabant (NNB). De provincie Noord-Brabant hanteert geen externe werking als het gaat om NNB. Het dichtstbijzijnde natuurgebied behorende tot het Natuurnetwerk Brabant is op een afstand van circa 100 meter ten westen van het plangebied gelegen. Dit betreft het omliggende beekdal van waterloop Reusel, onderdeel van Natura 2000-gebied. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied is op een afstand van ruim 100 meter ten westen van het plangebied gelegen en betreft een waterloop behorende tot het Natura 2000-gebied "Kempenland-West". Gezien de aard en beperkte omvang van de beoogde ingreep (kleine uitbreiding van een woonwijk) valt een significant negatief effect echter uit te sluiten. 5.2 Soorten Er wordt in het kader van de Wnb nagegaan of vaste rust- en verblijfplaatsen door de beoogde ingreep opzettelijk worden aangetast (verwijderd, ongeschikt gemaakt) of dat dieren opzettelijk worden verontrust, verjaagd of gedood. Verder is er gekeken of er invloeden zijn die leiden tot een verminderde geschiktheid als foerageergebied waarbij het een zodanig belang betreft dat bij het wegvallen van deze functie ook vaste rust- en verblijfplaatsen niet langer kunnen functioneren. Flora Er zijn binnen het plangebied geen beschermde wilde soorten aangetroffen. Vogels Er zijn geen (jaarrond beschermde) vogelnesten aangetroffen. Algemeen voorkomende soorten zonder jaarrond beschermd nest kunnen bovendien blijven broeden in de directe omgeving van het plangebied. Indien broedende vogels in de directe omgeving van het plangebied aanwezig zijn, kunnen verstorende werkzaamheden zoals bouwwerkzaamheden mogelijk echter niet plaatsvinden zonder hinder te veroorzaken. Wanneer er geen broedende vogels aanwezig zijn kunnen de werkzaamheden wel plaatsvinden. Indien er op deze manier wordt gehandeld, treden er geen nadelige effecten op ten aanzien van vogels. Wanneer de werkzaamheden in het geheel plaatsvinden in de minst kwetsbare periode (tussen begin oktober en half februari) worden eveneens geen nadelige effecten verwacht op vogels. Dit laatste verdient derhalve aanbeveling. Indien de werkzaamheden worden uitgevoerd op bovenstaande wijze, zullen er geen nadelige effecten optreden ten aanzien van vogels. Grondgebonden zoogdieren Binnen het plangebied zijn geen vaste verblijf- of voortplantingsplaatsen vastgesteld van soorten die zijn beschermd bij de Habitatrichtlijn of van soorten die niet zijn vrijgesteld door de provincie. Algemeen voorkomende soorten zijn door de provincie vrijgesteld van de verbodsbepalingen als het een ruimtelijke ingreep of inrichting betreft. Wel geldt de zorgplicht voor dergelijke soorten. pagina 10 van 12

75 documentkenmerk: 1707/027/EB-03c, versie 1 Zolang de zorgplicht wordt nageleefd zijn er derhalve geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot grondgebonden zoogdieren. Vleermuizen Er zijn geen vaste verblijf- of voortplantingsplaatsen aanwezig binnen het plangebied. Mogelijk wordt er gefoerageerd binnen en nabij het plangebied. Foerageergebied is alleen beschermd wanneer dit gebied noodzakelijk is om de functionaliteit van een vaste verblijfplaats te behouden. In onderhavige situatie zal dit niet aan de orde zijn, aangezien het plangebied slechts beperkt geschikt is. De directe omgeving is geschikter als foerageergebied. Er zijn geen vliegroutes aanwezig binnen het plangebied. Omdat de bouwwerkzaamheden overdag uitgevoerd worden, is een verstorend effect op foeragerende vleermuizen eveneens uit te sluiten. Gezien het vorenstaande zijn er derhalve geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot vleermuizen. Amfibieën, reptielen en vissen Binnen het plangebied zijn geen vaste verblijf- of voortplantingsplaatsen vastgesteld van soorten die zijn beschermd bij de Habitatrichtlijn of van soorten die niet zijn vrijgesteld door de provincie. Algemeen voorkomende soorten zijn door de provincie vrijgesteld van de verbodsbepalingen als het een ruimtelijke ingreep of inrichting betreft. Wel geldt de zorgplicht voor dergelijke soorten. Zolang de zorgplicht wordt nageleefd zijn er derhalve geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot amfibieën, reptielen en vissen. Ongewervelden/ overige soorten Vaste verblijfplaatsen of exemplaren van Habitatrichtlijnsoorten of van nationaal beschermde soorten zijn niet aangetroffen. Er zijn derhalve geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot deze soortgroep. 5.3 Zorgplicht Voor alle soorten geldt een zorgplicht. Deze zorgplicht houdt in dat de initiatiefnemer passende maatregelen neemt om schade aan deze soorten te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het niet verontrusten of verstoren in de kwetsbare perioden zoals de winterslaap, de voortplantingstijd en de periode van afhankelijkheid van de jongen. De kwetsbare perioden zijn niet voor alle verschillende soortgroepen gelijk. Als veilige periode voor alle groepen geldt in het algemeen de periode van half oktober tot eind november, de periode waarin de voortplantingstijd achter de rug is en dieren als de egel en amfibieën nog niet in winterslaap zijn. Bovendien zijn de houtduiven uit het laatste legsel dan ook uitgevlogen. Indien vooraf bekend is dat werkzaamheden moeten worden uitgevoerd binnen de kwetsbare perioden van de betreffende soorten, is het zaak ervoor te zorgen dat het gebied tegen die tijd ongeschikt is als leefgebied voor die soorten. Zo kunnen bijvoorbeeld struiken gedurende het groeiseizoen kort gesnoeid worden, zodat er geen vogels gaan broeden. Indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden beschermde soorten worden waargenomen dienen maatregelen te worden genomen om schade aan deze individuen zo veel mogelijk te beperken (bijvoorbeeld wegvangen en verplaatsen). pagina 11 van 12

76 documentkenmerk: 1707/027/EB-03c, versie Eindconclusie In onderstaande vier punten wordt de eindconclusie weergegeven: de omschreven werkwijzen (protocollen) met betrekking tot zowel de zorgplicht als ten aanzien van vogels dienen in acht te worden genomen zodat een overtreding van de natuurwetgeving wordt voorkomen; nader onderzoek naar soorten is niet noodzakelijk; een ontheffing in het kader van de Wnb (soorten) is niet noodzakelijk; voor algemeen voorkomende soorten geldt een algemene vrijstelling als het ruimtelijke ingrepen betreft. pagina 12 van 12

77 BIJLAGE 1:

78 Legenda Plangebied plangebied Enkelbestemmingen V G V Groen Verkeer WG 10 WG Woongebied Gebiedsaanduidingen wetgevingzone - wijzigingsgebied G Maatvoeringen 2 maximum aantal wooneenheden Verklaringen ondergrond N 11 G WG G WG 3 V Bestemmingsplan: Herziening woningbouwlocaties Reusel-De Mierden

79 BIJLAGE 2:

80 Beknopte levering uit de NDFF Disclaimer De Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) is de meest omvangrijke landelijke informatiebron van verspreidingsgegevens en bevat betrouwbare waarnemingen van planten en dieren. Nieuwe gegevens worden dagelijks toegevoegd. Alle gegevens in de NDFF zijn gevalideerd. Nader (veld-)onderzoek kan noodzakelijk zijn om aanwezigheid van een soort te bevestigen of uit te sluiten. Projectnaam Woningbouwlocaties Reusel - de Mierden Doel Quickscan flora en fauna Datum :10 Ordernummer HNL Geselecteerde kilometerhokken , , , Vragen? Neem contact op met het Serviceteam van de NDFF: Telefoon: serviceteamndff@natuurloket.nl

81 vaatplanten mossen korstmossen paddenstoelen vleermuizen landzoogdieren broedvogels wintervogels amfibieen reptielen vissen dagvlinders macronachtvlinders micronachtvlinders libellen Rode-Lijstsoorten sprinkhanen en krekels overige soortgroepen Vogelrichtlijn Habitatrichlijn 1 WNb-andere soorten (PROV) WNB-andere soorten (NL) 7 Aantal soorten %/0% 0%/100% 0%/0% 100%/0% 95%/4% 7%/0% 10%/26% 40%/0% 0%/0% 0%/0% 0%/0% slecht slecht niet onbepaald slecht goed redelijk slecht niet niet niet redelijk slecht niet redelijk niet onbepaald vaatplanten mossen korstmossen paddenstoelen vleermuizen landzoogdieren broedvogels wintervogels amfibieen reptielen vissen dagvlinders macronachtvlinders micronachtvlinders libellen Rode-Lijstsoorten sprinkhanen en krekels overige soortgroepen Vogelrichtlijn Habitatrichlijn 1 2 WNb-andere soorten (PROV) WNB-andere soorten (NL) Aantal soorten %/1% 25%/0% 7%/0% 78%/14% 99%/0% 13%/21% 100%/0% 100%/0% 93%/0% 100%/0% 100%/0% 87%/6% 96%/3% 100%/0% slecht slecht niet niet redelijk slecht goed slecht slecht niet redelijk goed slecht slecht goed onbepaald onbepaald vaatplanten mossen korstmossen paddenstoelen vleermuizen landzoogdieren broedvogels wintervogels amfibieen reptielen vissen dagvlinders macronachtvlinders micronachtvlinders libellen Rode-Lijstsoorten 7 1 sprinkhanen en krekels overige soortgroepen Vogelrichtlijn Habitatrichlijn WNb-andere soorten (PROV) WNB-andere soorten (NL) Aantal soorten Detaillering / Volledigheid onderzoek Onderzoeksperiode Detaillering / Volledigheid onderzoek Onderzoeksperiode Detaillering / Volledigheid onderzoek Onderzoeksperiode 80%/4% 91%/8% 100%/0% 60%/39% 97%/2% 2%/0% 50%/0% 66%/11% 80%/0% 100%/0% slecht redelijk niet onbepaald niet slecht goed slecht slecht niet niet goed niet niet redelijk niet onbepaald Beknopte levering HNL Pagina : 2 / 5

82 vaatplanten mossen korstmossen paddenstoelen vleermuizen landzoogdieren broedvogels wintervogels amfibieen reptielen vissen dagvlinders macronachtvlinders micronachtvlinders libellen Rode-Lijstsoorten sprinkhanen en krekels overige soortgroepen Vogelrichtlijn Habitatrichlijn WNb-andere soorten (PROV) WNB-andere soorten (NL) Aantal soorten Detaillering / Volledigheid onderzoek Onderzoeksperiode 79%/13% 100%/0% 84%/0% 0%/0% 2%/96% 100%/0% 96%/2% 100%/0% 95%/0% 100%/0% slecht niet niet onbepaald niet slecht slecht slecht niet niet slecht goed slecht niet goed onbepaald niet Beknopte levering HNL Pagina : 3 / 5

83 Toelichting op de tabel Soortgroepen In de gehanteerde indeling is Overige soortgroepen een diverse groep met daarin alle wespen, bijen, mieren, netvleugelige, steenvliegen, kevers, vliegen, muggen, haften, wantsen, cicaden, luizen, schorpioenvliegen en overige insecten, spinnen, mijten, hooiwagens, duizendpoten, miljoenpoten, pissebedden, kakkerlakken, oorwormen, weinigpotigen, vlokreeften, lagere kreeftachtigen, weekdieren, slakken, ringwormen, snoerwormen en wormachtigen zoals bloedzuigers. Ook zeeorganismen als hydroidpoliepen, mosdiertjes, mysisgarnalen, ribkwallen, stekelhuidigen, zakpijpen, zeepissebedden, zeepokken, eendenmossels, krabbezakjes, zeespinnen en grote kreeftachtigen (kreeften, krabben en garnalen) en zeezoogdieren vallen in deze verzamelgroep. Rode-Lijstsoorten In de tabel staat voor elk kilometerhok per soortgroep vermeld hoeveel soorten op de Rode Lijst staan. Rode Lijsten worden formeel vastgesteld door de Rijksoverheid. De gehanteerde Rode Lijsten zijn (inclusief link naar website van ministerie van de Rijksoverheid met verwijzing naar pdf van het besluit): vaatplanten Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 mossen Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 korstmossen Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 paddenstoelen Besluit Rode Lijsten 4 september 2009 zoogdieren Besluit Rode Lijsten 4 september 2009 broedvogels Besluit Rode Lijsten 5 november 2004 amfibieën Besluit Rode Lijsten 4 september 2009 reptielen Besluit Rode Lijsten 4 september 2009 vissen Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 dagvlinders Besluit Rode Lijsten 4 september 2009 macronachtvlinders micronachtvlinders geen Rode Lijst geen Rode Lijst libellen Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 sprinkhanen en krekels Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 overige soortgroepen Besluit Rode Lijsten 5 november 2004(1) Wet Natuurbescherming soorten van de Vogelrichtlijn Alle soorten die wettelijke bescherming genieten en vallen onder Wet Natuurbescherming paragraaf 3.1 Wet Natuurbescherming soorten van de Habitatrichtlijn Alle soorten die wettelijke bescherming genieten en vallen onder Wet Natuurbescherming paragraaf 3.2 Wet Natuurbescherming andere beschermde soorten Alle provinciale soorten die wettelijke bescherming genieten en vallen onder Wet Natuurbescherming paragraaf 3.3 Deze soortenlijst is limitatief benoemd in een Bijlage op de wet maar kan op provinciaal niveau worden bijgesteld. Wanneer een hok in meerdere provincies valt wordt de hoogste beschermingscategorie per aangetroffen soort aangehouden. Beknopte levering HNL Pagina : 4 / 5

84 Powered by TCPDF ( Wet Natuurbescherming andere beschermde soorten (landelijke lijst) Alle landelijk benoemde soorten die wettelijke bescherming genieten en vallen onder Wet Natuurbescherming paragraaf 3.3 Deze soortenlijst is limitatief benoemd in een Bijlage op de wet. Aantal soorten Het totaal aantal soorten per soortgroep per kilometerhok in de periode zoals aangegeven. Meegenomen zijn alle waarnemingen: die geheel of gedeeltelijk binnen de selectie liggen; die zijn gevalideerd en daarbij de classificatie betrouwbaar hebben meegekregen; waarvan de bronhouder heeft aangegeven dat ze uitgeleverd mogen worden. Indien er een asterisk (*) in het veld staat betekent dit dat een deel van de waarnemingen pas na expliciete toestemming van de bronhouder mag worden uitgeleverd. Het kan dus zijn dat in de standaardlevering niet alle waarnemingen worden geleverd die optellen tot de beknopte levering. Ook kan het zijn dat deze gegevens later worden geleverd. Volledigheid onderzoek Voor elke soortgroep is een indicatie gegeven hoe volledig een specifiek kilometerhok is onderzocht. Er wordt hierbij gewerkt met een normering in 5 klassen: (1) niet, (2) slecht, (3) redelijk onderzocht, (4) goed onderzocht en (5) onbepaald. De volledigheid van onderzoek wordt geautomatiseerd berekend voor alle soortgroepen, waarbij elk kilometerhok meedraait in een cyclus van berekeningen over geheel Nederland. De doorlooptijd van deze rekencyclus is in de praktijk 2 tot 3 weken voor alle kilometerhokken in Nederland. In de toelichting is per soortgroep aangegeven welke regels hierbij gehanteerd zijn en over welke periode. Download de toelichting Detaillering Voor elke soortgroep is in de oppervlakteklassen km2 en groter dan 1 km2 bepaald welk aandeel de waarnemingen bezetten. De basis voor deze berekening is het aantal waarnemingen: in de beschouwde periode; dat geheel of gedeeltelijk in het kilometerhok valt; waarvan de bronhouder heeft aangegeven dat ze uitgeleverd mogen worden. De resultaten zijn in de drie genoemde klassen achter elkaar geplaatst en gescheiden door een slash- teken (/). Onderzoeksperiode De onderzoeksperiode betreft voor vrijwel alle beschreven soortgroepen de recente 10 afgeronde veldseizoenen. Alleen voor vaatplanten wordt een langere periode gehanteerd. In de loop van het kalenderjaar wordt de beschouwde periode dus steeds iets langer. Beknopte levering HNL Pagina : 5 / 5

85 BIJLAGE 3:

86 Fotobijlage: 1707/027/EB-03c, De Hasselt II te Lage Mierde Foto 1 Foto 2 Foto 3 pagina 1

87 Fotobijlage: 1707/027/EB-03c, De Hasselt II te Lage Mierde Foto 4 Foto 5 Foto 6 pagina 2

88 Bijlage 4 Flora en fauna Kerkekkers 88 bestemmingsplan (ontw erp)

89 Quickscan flora en fauna Kerkekkers Hulsel

90 documentkenmerk: 1707/027/EB-03d, versie 1 Quickscan flora en fauna in opdracht van Tonnaer Juridische en beleidsadvisering B.V. T.a.v. mevrouw S. Renders Vonderweg RM EINDHOVEN betreffende de locatie Kerkekkers Hulsel (gemeente Reusel - De Mierden) documentkenmerk 1707/027/EB-03d versie 1 vestiging, datum Nuenen, 4 september 2017 opgesteld door: ing. E.E. Barendregt Junior projectleider ecologie gecontroleerd door: ir. R.A.C. van de Voort Senior projectleider ecologie Dit document is digitaal gegenereerd en derhalve niet voorzien van een handtekening. De inhoud is aantoonbaar gecontroleerd en vrijgegeven. Het document mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Door derden aangebrachte wijzigingen en/of toevoegingen dan wel oneigenlijk gebruik van het document vallen niet onder de verantwoording van Tritium Advies BV. Tritium Advies BV Adviseurs in bouwen, milieu en veiligheid TRITIUM NUENEN» TRITIUM PRINSENBEEK» TRITIUM NEER» TRITIUM ARKEL» Gulberg 35 Groenstraat 27 Steeg 27 Vlietskade TE Nuenen 4841 BA Prinsenbeek 6086 EJ Neer 4241 WH Arkel T T T T E. info@tritium.nl I. K.v.K nr IBAN NL29INGB

91 documentkenmerk: 1707/027/EB-03d, versie 1 Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding 1 2 Bronnenonderzoek Gebieden Soorten 3 3 Veldbezoek 5 4 Resultaten Flora Vogels Grondgebonden zoogdieren Vleermuizen Amfibieën, reptielen en vissen Ongewervelden/ overige soorten 8 5 Conclusies Beschermde gebieden Soorten Zorgplicht Eindconclusie 11 Bijlagen 1. situatietekening 2. rapportage uit het Natuurloket 3. fotobijlage veldbezoek van 7 augustus 2017

92 documentkenmerk: 1707/027/EB-03d, versie 1 1 Inleiding In opdracht van Tonnaer Juridisch en beleidsadvisering B.V. is een quickscan flora en fauna uitgevoerd ten behoeve van de actualisatie van het vigerend bestemmingsplan voor de locatie aan de Kerkekkers te Hulsel, gelegen in de gemeente Reusel - De Mierden. Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 570 m 2 en bestaat uit perceelnummer 1632, sectie G, gemeente Reusel - De Mierden. Het onderzochte perceel is volledig onbebouwd en grotendeels braakliggend. De quickscan flora en fauna wordt uitgevoerd ten behoeve van de herziening van het bestemmingsplan. Er wordt een flexibeler plan opgesteld waarin woningen met tuin mogelijk worden gemaakt binnen het plangebied. Doel van het onderhavige onderzoek is derhalve te bepalen of de wijzigingen binnen het plangebied mogelijk leiden tot overtreding van de Wet natuurbescherming (verder: Wnb). Op 1 januari 2017 is deze wet in werking getreden. De wet vervangt de Flora- en faunawet, Natuurbeschermingswet 1998 en de Boswet. Het is noodzakelijk om voorafgaande aan ruimtelijke ingrepen en inrichting te toetsen of de geplande activiteiten geen negatief effect hebben op beschermde plant- en/of diersoorten en leefgebieden. Op basis van de ecologische waarden van een planlocatie zal uit een verkennend flora- en faunaonderzoek (quickscan) blijken of er een overtreding te verwachten is van de Wnb. Tevens wordt vastgesteld of er meer soortgegevens nodig zijn door middel van inventarisatie en of er een uitgebreide studie noodzakelijk is naar de effecten van een ruimtelijke ingreep. In veel situaties zal het uitvoeren van een verkennend onderzoek echter reeds voldoende zijn om aan te tonen of een plan uitgevoerd kan worden met of zonder enkele eenvoudige maatregelen of aanpassingen om een overtreding van de Wnb te voorkomen. Uit navolgende luchtfoto (figuur 1) kan worden opgemaakt dat het plangebied aan de noordelijke rand van de bebouwde kom van Hulsel is gelegen. Het plangebied heeft een vierkante vorm en betreft feitelijk een uitbreiding van de reeds aanwezige woningbouw aan de Kerkekkers. In bijlage 1 is de situatietekening van het plangebied weergegeven. Figuur 1. Luchtfoto van de omgeving van het plangebied (bron: Google maps). pagina 1 van 11

93 documentkenmerk: 1707/027/EB-03d, versie 1 2 Bronnenonderzoek Onderhavig onderzoek richt zich met name op soortenbescherming en in beperktere mate op het gebiedsbeschermingsdeel van de Wnb (Natura 2000). In het uitgevoerde bronnenonderzoek is gekeken naar de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten in het plangebied. Onder andere is hierbij gebruik gemaakt van het Natuurloket, de zoogdierenatlas (Broekhuizen et al., 2016), de Werkatlas amfibieën en reptielen in Noord-Brabant en enkele digitale verspreidingsatlassen. De bevindingen van dit literatuuronderzoek zijn weergegeven in de navolgende twee paragrafen. 2.1 Gebieden In onderstaande figuur 2 is het plangebied met haar ecologisch waardevolle gebieden in highlights weergegeven. De groene highlights betreffen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), in de provincie Noord-Brabant ook wel Natuurnetwerk Brabant (NNB) genoemd. Het Natura 2000-gebied is met de gele kleur aangeduid. Figuur 2. Plangebied en omgeving met relevante natuurgebieden (bron: Uit figuur 2 kan worden afgeleid dat het plangebied niet in Natura 2000-gebied, EHS (NNB), Nationaal Landschap, Nationaal Park of Wetlands is gelegen. Het dichtstbijzijnde natuurgebied behorende tot het Natuurnetwerk Brabant is op een afstand van circa 600 meter ten noorden van het plangebied gelegen en betreft een klein op zichzelf staand bosgebied. pagina 2 van 11

94 documentkenmerk: 1707/027/EB-03d, versie 1 Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied is op een afstand van circa 2 kilometer ten westen van het plangebied gelegen en betreft waterloop "Reusel". Deze beek maakt gedeeltelijk onderdeel uit van Natura 2000-gebied "Kempenland-West". In dit Natura 2000-gebied komen verschillende landschappen voor zoals droge, vochtige en natte heidegronden, vennen, laaglandbeken en beekgeleidende bossen. In Kempenland-West zijn onder meer de zeldzame drijvende waterweegbree (in waterlopen Beerze en Reusel) en de kleine modderkruiper (in waterloop Reusel) aanwezig. Voor de genoemde habitatsoorten geldt echter dat deze niet verstoord zullen worden door de realisatie van onderhavig planvoornemen. In de navolgende figuur 3 op pagina 4, overgenomen uit de kaart van Natuurbeheerplan provincie Noord-Brabant is wederom het aandachtsgebied omcirkeld. Ook uit deze figuur blijkt dat het plangebied niet in een beschermd gebied ligt. Effecten beschermde gebieden Het plangebied ligt buiten de begrenzing van het Natuurnetwerk Brabant (NNB). De provincie Noord-Brabant hanteert geen externe werking als het gaat om NNB. De afstand tot het meest nabijgelegen Natura 2000-gebied bedraagt circa twee kilometer. Gezien deze afstand, de aard en beperkte omvang van de beoogde ingreep (kleine inbreiding binnen een woonwijk) valt een significant negatief effect uit te sluiten. 2.2 Soorten Via het landsdekkend beeld op Natuurloket.nl is de waarde beschouwd van het betreffende gebied, dat geheel in kilometerhok X:140 / Y:377 is gelegen. Het Natuurloket verstrekt informatie over het voorkomen van soorten per kilometerhok. Binnen het kader van deze quickscan is het niet mogelijk om vast te stellen welke soorten per kilometerhok zijn weergegeven door het Natuurloket. De weergave van het Natuurloket kan dan ook alleen als indicatie voor de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten worden beschouwd. Aangezien het plangebied slechts een klein gedeelte van het kilometerhok beslaat is het bovendien niet zeker dat de geregistreerde soorten ook daadwerkelijk voorkomen binnen het plangebied. In bijlage 2 is de rapportage uit het Natuurloket opgenomen. Uit de rapportage blijkt dat er in de periode tussen 2007 en 2017 in het kilometerhok een relatief beperkt aantal waarnemingen is gedaan van de in de Wet natuurbescherming, de Habitat- of Vogelrichtlijn of op de Rode lijst voorkomende planten en dieren. pagina 3 van 11

95 documentkenmerk: 1707/027/EB-03d, versie 1 Figuur 3. Kaart natuurbeheerplan provincie Noord-Brabant. Het plangebied en directe omgeving is omcirkeld. Naast voornoemde bron zijn onder andere gegevens gebruikt die afkomstig zijn van de Atlas van de Nederlandse zoogdieren en de Werkatlas amfibieën en reptielen in Noord-Brabant. Uit gegevens van de zoogdieren verspreidingsatlas blijkt dat de volgende zoogdieren of sporen van deze soorten (o.a. in braakballen) in de periode van 1989 tot 2012 zijn waargenomen in de directe omgeving van het plangebied: eekhoorn, rosse woelmuis, aardmuis, veldmuis, ondergrondse woelmuis, muskusrat, dwergmuis, bosmuis, huismuis, bruine rat, haas, konijn, egel, mol, tweekleurige bosspitsmuis, dwergspitsmuis, huisspitsmuis, watervleermuis, gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger, gewone grootoorvleermuis, grijze grootoorvleermuis, vos, wezel, bunzing en ree. Uit gegevens van de Werkatlas amfibieën en reptielen blijkt dat enkel de volgende soorten in de periode van 1985 tot en met 2004 zijn waargenomen in de directe omgeving van het plangebied: alpenwatersalamander, vinpootsalamander, kleine watersalamander, gewone pad, rugstreeppad, heikikker, bruine kikker, poelkikker, middelste groene kikker en levendbarende hagedis. pagina 4 van 11

96 documentkenmerk: 1707/027/EB-03d, versie 1 3 Veldbezoek Het plangebied is op 7 augustus 2017 in de ochtend bezocht. Er was sprake van zonnig weer, met windkracht 3 en een temperatuur van circa 19 graden Celsius. Tijdens het terreinbezoek is zoveel mogelijk informatie verzameld met betrekking tot de aanwezigheid of afwezigheid van beschermde soorten. De te verzamelen informatie bestaat onder andere uit zicht- en geluidwaarnemingen, sporenonderzoek naar de aanwezigheid van vraat-, loop- en veegsporen, nesten, holen, uitwerpselen, prooiresten en haren. Op basis van terreinkenmerken is voorts beoordeeld of het plangebied geschikt is voor de in de regio voorkomende beschermde soorten. Het kan voorkomen dat soorten niet worden waargenomen tijdens het veldbezoek aangezien een quickscan een momentopname betreft. Hierdoor kan slechts in beperkte mate uitsluitsel worden gegeven over de aan- of afwezigheid van soorten. Aan de hand van expert-judgement en bekende ecologische principes zal derhalve een inschatting worden gemaakt over het wel of niet voor kunnen komen van beschermde plant- en diersoorten. Verder is de quickscan geen veldinventarisatie. Veldinventarisaties omvatten meerdere opnamerondes die seizoensgebonden zijn en volgens standaardmethoden worden uitgevoerd. In de huidige situatie is het thans onderzochte perceel volledig onbebouwd. De in bijlage 3 opgenomen foto s geven een duidelijk beeld van de huidige situatie van het plangebied. pagina 5 van 11

97 documentkenmerk: 1707/027/EB-03d, versie 1 4 Resultaten Onderstaand volgen de resultaten en eerste conclusies van het uitgevoerde veldbezoek in relatie tot het planvoornemen. 4.1 Flora Het plangebied is thans braakliggend en met gras begroeid. Er zijn binnen het plangebied geen bomen en struiken aanwezig. Tijdens het veldbezoek zijn geen beschermde wilde planten aangetroffen. Conclusie: er zijn geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot deze soortgroep. 4.2 Vogels Uit de bevindingen van het veldbezoek blijkt dat het plangebied slechts voor een aantal soorten vogels geschikt is als onderdeel van het leefgebied. De rondom het plangebied aanwezige bomen en struiken kunnen dienen als broedgelegenheid. Daarnaast is het gehele gebied geschikt als foerageergebied, echter zullen niet alle vogelsoorten van het gebied gebruik maken. Met name voor vogels die in het "stedelijk" gebied voorkomen zijn binnen en rond het plangebied gunstige biotopen aanwezig. Voor bos- en struweelvogels, weide- en watervogels zijn geen geschikte biotopen aanwezig. Tijdens het veldbezoek zijn enkele vogels waargenomen binnen het plangebied. In de nabije omgeving van het plangebied raven gezien. Er zijn zowel binnen het plangebied als in de directe omgeving van het plangebied geen vogelnesten aangetroffen. Een sporenonderzoek heeft eveneens geen extra informatie opgeleverd. Het verloren gaan van verblijfplaatsen van vogels met jaarrond beschermde nesten zoals de huismus, gierzwaluw, uilen en roofvogels kan worden uitgesloten. Er zijn namelijk geen bomen aanwezig binnen het plangebied. Tevens worden er geen gebouwen gesloopt zodat er ook geen verblijfplaatsen van holtebroeders zoals de huismus en gierzwaluw verloren kunnen gaan. Conclusie: een aantal vogelsoorten benut het plangebied als onderdeel van het leefgebied. Dit vormt echter geen belemmering voor het planvoornemen. Wel wordt bij de voorgenomen bouwwerkzaamheden verwezen naar het in hoofdstuk 5 omschreven protocol. Het plangebied kan bovendien als foerageergebied (woningen met tuin) in gebruik blijven. pagina 6 van 11

98 documentkenmerk: 1707/027/EB-03d, versie Grondgebonden zoogdieren Tijdens het veldbezoek zijn geen exemplaren of voortplantings- en/ of verblijfplaatsen van soorten aangetroffen die zijn beschermd volgens de Habitatrichtlijn of van soorten die niet zijn vrijgesteld door de provincie. Voor minder algemene soorten (nationaal beschermde soorten die niet zijn vrijgesteld in de Wnb), zoals de das, is een dergelijke locatie niet geschikt om er te verblijven of voort te planten. Ook zijn er geen verblijfplaatsen van de eekhoorn gevonden. De eekhoorn en enkele algemeen voorkomende soorten zoals egel, mol en bepaalde muizen, kunnen bovendien gebruik blijven maken van zowel het te handhaven als omliggend groen om er te foerageren of te verblijven. Conclusie: er zijn geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot deze soortgroep. 4.4 Vleermuizen Tijdens het veldbezoek zijn er eveneens geen sporen (o.a. ontlasting) aangetroffen die de aanwezigheid van vleermuizen bevestigen. Met name de ligging op de grens van de bebouwde kom maakt het onderzoeksgebied voor vleermuizen in potentie geschikt als mogelijke verblijfplaats en als onderdeel van het foerageergebied. Boombewonende vleermuizen verblijven in gaten, holen of scheuren van voornamelijk grote bomen. In en rondom het plangebied zijn echter geen bomen aanwezig met voor vleermuizen geschikte gaten, holen of scheuren. Een nader onderzoek naar boombewonende vleermuizen is derhalve niet aan de orde. Aangezien er geen gebouwen worden gesloopt is een onderzoek naar gebouw bewonende vleermuizen eveneens niet aan de orde. Conclusie: er zijn geen vaste verblijf- of voortplantingsplaatsen aanwezig binnen het plangebied. Mogelijk wordt er echter gefoerageerd binnen en nabij het plangebied. Foerageergebied is alleen beschermd wanneer dit gebied noodzakelijk is om de functionaliteit van een vaste verblijfplaats te behouden. In onderhavige situatie zal dit niet aan de orde zijn, aangezien het plangebied slechts beperkt geschikt is. De directe omgeving is geschikter als foerageergebied. Er zijn geen vliegroutes aanwezig binnen het plangebied. Omdat de bouwwerkzaamheden overdag uitgevoerd worden, is een verstorend effect op foeragerende vleermuizen eveneens uit te sluiten. Gezien het vorenstaande zijn er derhalve geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot vleermuizen. pagina 7 van 11

99 documentkenmerk: 1707/027/EB-03d, versie Amfibieën, reptielen en vissen Er is geen oppervlaktewater aanwezig binnen en in de directe nabijheid van het plangebied. De aanwezigheid van vissen en voortplantingswater van amfibieën kan derhalve worden uitgesloten. Het plangebied is voor amfibieën derhalve enkel geschikt als landbiotoop. Tijdens het veldbezoek zijn er geen reptielen en amfibieën waargenomen. Een sporenonderzoek heeft eveneens niets opgeleverd. Voor veel soorten amfibieën en reptielen is het plangebied nauwelijks geschikt als biotoop. Strikt beschermde soorten amfibieën en reptielen kunnen op basis van terreinkenmerken dan ook worden uitgesloten. Conclusie: er komen noch vissen noch beschermde soorten reptielen en amfibieën voor in het plangebied. De eventuele aanwezigheid van niet beschermde soorten reptielen en amfibieën zoals bijvoorbeeld de gewone pad en bruine kikker vormt geen belemmering voor het planvoornemen. 4.6 Ongewervelden/ overige soorten Beschermde soorten ongewervelden en overige soorten zijn niet waargenomen en ook niet te verwachten binnen het plangebied. Beschermde soorten stellen specifieke eisen aan een biotoop en gezien de aanwezige beplanting en de afwezigheid van oppervlaktewater is het plangebied voor veel soorten nauwelijks geschikt. Conclusie: er zijn geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot deze soortgroepen. pagina 8 van 11

100 documentkenmerk: 1707/027/EB-03d, versie 1 5 Conclusies Doel van het onderhavige onderzoek is te bepalen of de wijzigingen binnen het plangebied mogelijk leiden tot overtreding van de natuurwetgeving. 5.1 Beschermde gebieden Het plangebied ligt buiten de begrenzing van het Natuurnetwerk Brabant (NNB). De provincie Noord-Brabant hanteert geen externe werking als het gaat om NNB. Het dichtstbijzijnde natuurgebied behorende tot het Natuurnetwerk Brabant is op een afstand van circa 600 meter ten noorden van het plangebied gelegen en betreft een klein op zichzelf staand bosgebied. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied is op een afstand van circa 2 kilometer ten westen van het plangebied gelegen en betreft een gedeelte van de waterloop van Natura gebied "Kempenland-West". Gezien de aard en beperkte omvang van de beoogde ingreep (kleine inbreiding binnen een woonwijk) valt een significant negatief effect echter uit te sluiten. 5.2 Soorten Er wordt in het kader van de Wnb nagegaan of vaste rust- en verblijfplaatsen door de beoogde ingreep opzettelijk worden aangetast (verwijderd, ongeschikt gemaakt) of dat dieren opzettelijk worden verontrust, verjaagd of gedood. Verder is er gekeken of er invloeden zijn die leiden tot een verminderde geschiktheid als foerageergebied waarbij het een zodanig belang betreft dat bij het wegvallen van deze functie ook vaste rust- en verblijfplaatsen niet langer kunnen functioneren. Flora Er zijn binnen het plangebied geen beschermde wilde soorten aangetroffen. Vogels Er zijn geen (jaarrond beschermde) vogelnesten aangetroffen. Algemeen voorkomende soorten zonder jaarrond beschermd nest kunnen bovendien blijven broeden in de directe omgeving van het plangebied. Indien broedende vogels in de directe omgeving van het plangebied aanwezig zijn, kunnen verstorende werkzaamheden zoals bouwwerkzaamheden mogelijk echter niet plaatsvinden zonder hinder te veroorzaken. Wanneer er geen broedende vogels aanwezig zijn kunnen de werkzaamheden wel plaatsvinden. Indien er op deze manier wordt gehandeld, treden er geen nadelige effecten op ten aanzien van vogels. Wanneer de werkzaamheden in het geheel plaatsvinden in de minst kwetsbare periode (tussen begin oktober en half februari) worden eveneens geen nadelige effecten verwacht op vogels. Dit laatste verdient derhalve aanbeveling. Indien de werkzaamheden worden uitgevoerd op bovenstaande wijze, zullen er geen nadelige effecten optreden ten aanzien van vogels. Grondgebonden zoogdieren Binnen het plangebied zijn geen vaste verblijf- of voortplantingsplaatsen vastgesteld van soorten die zijn beschermd bij de Habitatrichtlijn of van soorten die niet zijn vrijgesteld door de provincie. Algemeen voorkomende soorten zijn door de provincie vrijgesteld van de verbodsbepalingen als het een ruimtelijke ingreep of inrichting betreft. Wel geldt de zorgplicht voor dergelijke soorten. Zolang de zorgplicht wordt nageleefd zijn er derhalve geen negatieve effecten te verwachten met pagina 9 van 11

101 documentkenmerk: 1707/027/EB-03d, versie 1 betrekking tot grondgebonden zoogdieren. Vleermuizen Er zijn geen vaste verblijf- of voortplantingsplaatsen aanwezig binnen het plangebied. Mogelijk wordt er gefoerageerd binnen en nabij het plangebied. Foerageergebied is alleen beschermd wanneer dit gebied noodzakelijk is om de functionaliteit van een vaste verblijfplaats te behouden. In onderhavige situatie zal dit niet aan de orde zijn, aangezien het plangebied slechts beperkt geschikt is. De directe omgeving is geschikter als foerageergebied. Er zijn geen vliegroutes aanwezig binnen het plangebied. Omdat de bouwwerkzaamheden overdag uitgevoerd worden, is een verstorend effect op foeragerende vleermuizen eveneens uit te sluiten. Gezien het vorenstaande zijn er derhalve geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot vleermuizen. Amfibieën, reptielen en vissen Binnen het plangebied zijn geen vaste verblijf- of voortplantingsplaatsen vastgesteld van soorten die zijn beschermd bij de Habitatrichtlijn of van soorten die niet zijn vrijgesteld door de provincie. Algemeen voorkomende soorten zijn door de provincie vrijgesteld van de verbodsbepalingen als het een ruimtelijke ingreep of inrichting betreft. Wel geldt de zorgplicht voor dergelijke soorten. Zolang de zorgplicht wordt nageleefd zijn er derhalve geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot amfibieën, reptielen en vissen. Ongewervelden/ overige soorten Vaste verblijfplaatsen of exemplaren van Habitatrichtlijnsoorten of van nationaal beschermde soorten zijn niet aangetroffen. Er zijn derhalve geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot deze soortgroep. 5.3 Zorgplicht Voor alle soorten geldt een zorgplicht. Deze zorgplicht houdt in dat de initiatiefnemer passende maatregelen neemt om schade aan deze soorten te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het niet verontrusten of verstoren in de kwetsbare perioden zoals de winterslaap, de voortplantingstijd en de periode van afhankelijkheid van de jongen. De kwetsbare perioden zijn niet voor alle verschillende soortgroepen gelijk. Als veilige periode voor alle groepen geldt in het algemeen de periode van half oktober tot eind november, de periode waarin de voortplantingstijd achter de rug is en dieren als de egel en amfibieën nog niet in winterslaap zijn. Bovendien zijn de houtduiven uit het laatste legsel dan ook uitgevlogen. Indien vooraf bekend is dat werkzaamheden moeten worden uitgevoerd binnen de kwetsbare perioden van de betreffende soorten, is het zaak ervoor te zorgen dat het gebied tegen die tijd ongeschikt is als leefgebied voor die soorten. Zo kunnen bijvoorbeeld struiken gedurende het groeiseizoen kort gesnoeid worden, zodat er geen vogels gaan broeden. Indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden beschermde soorten worden waargenomen dienen maatregelen te worden genomen om schade aan deze individuen zo veel mogelijk te beperken (bijvoorbeeld wegvangen en verplaatsen). pagina 10 van 11

102 documentkenmerk: 1707/027/EB-03d, versie Eindconclusie In onderstaande vier punten wordt de eindconclusie weergegeven: de omschreven werkwijzen (protocollen) met betrekking tot zowel de zorgplicht als ten aanzien van vogels dienen in acht te worden genomen zodat een overtreding van de natuurwetgeving wordt voorkomen; nader onderzoek naar soorten is niet noodzakelijk; een ontheffing in het kader van de Wnb (soorten) is niet noodzakelijk; voor algemeen voorkomende soorten geldt een algemene vrijstelling als het ruimtelijke ingrepen betreft. pagina 11 van 11

103 BIJLAGE 1:

104 Legenda Plangebied plangebied Enkelbestemmingen G V Groen Verkeer V WG WG Woongebied Gebiedsaanduidingen wetgevingzone - wijzigingsgebied Maatvoeringen 2 maximum aantal wooneenheden Verklaringen ondergrond 4 N Bestemmingsplan: Herziening woningbouwlocaties Reusel-De Mierden

105 BIJLAGE 2:

106 Beknopte levering uit de NDFF Disclaimer De Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) is de meest omvangrijke landelijke informatiebron van verspreidingsgegevens en bevat betrouwbare waarnemingen van planten en dieren. Nieuwe gegevens worden dagelijks toegevoegd. Alle gegevens in de NDFF zijn gevalideerd. Nader (veld-)onderzoek kan noodzakelijk zijn om aanwezigheid van een soort te bevestigen of uit te sluiten. Projectnaam Woningbouwlocaties Reusel - de Mierden Doel Quickscan flora en fauna Datum :10 Ordernummer HNL Geselecteerde kilometerhokken , , , Vragen? Neem contact op met het Serviceteam van de NDFF: Telefoon: serviceteamndff@natuurloket.nl

107 vaatplanten mossen korstmossen paddenstoelen vleermuizen landzoogdieren broedvogels wintervogels amfibieen reptielen vissen dagvlinders macronachtvlinders micronachtvlinders libellen Rode-Lijstsoorten sprinkhanen en krekels overige soortgroepen Vogelrichtlijn Habitatrichlijn 1 WNb-andere soorten (PROV) WNB-andere soorten (NL) 7 Aantal soorten %/0% 0%/100% 0%/0% 100%/0% 95%/4% 7%/0% 10%/26% 40%/0% 0%/0% 0%/0% 0%/0% slecht slecht niet onbepaald slecht goed redelijk slecht niet niet niet redelijk slecht niet redelijk niet onbepaald vaatplanten mossen korstmossen paddenstoelen vleermuizen landzoogdieren broedvogels wintervogels amfibieen reptielen vissen dagvlinders macronachtvlinders micronachtvlinders libellen Rode-Lijstsoorten sprinkhanen en krekels overige soortgroepen Vogelrichtlijn Habitatrichlijn 1 2 WNb-andere soorten (PROV) WNB-andere soorten (NL) Aantal soorten %/1% 25%/0% 7%/0% 78%/14% 99%/0% 13%/21% 100%/0% 100%/0% 93%/0% 100%/0% 100%/0% 87%/6% 96%/3% 100%/0% slecht slecht niet niet redelijk slecht goed slecht slecht niet redelijk goed slecht slecht goed onbepaald onbepaald vaatplanten mossen korstmossen paddenstoelen vleermuizen landzoogdieren broedvogels wintervogels amfibieen reptielen vissen dagvlinders macronachtvlinders micronachtvlinders libellen Rode-Lijstsoorten 7 1 sprinkhanen en krekels overige soortgroepen Vogelrichtlijn Habitatrichlijn WNb-andere soorten (PROV) WNB-andere soorten (NL) Aantal soorten Detaillering / Volledigheid onderzoek Onderzoeksperiode Detaillering / Volledigheid onderzoek Onderzoeksperiode Detaillering / Volledigheid onderzoek Onderzoeksperiode 80%/4% 91%/8% 100%/0% 60%/39% 97%/2% 2%/0% 50%/0% 66%/11% 80%/0% 100%/0% slecht redelijk niet onbepaald niet slecht goed slecht slecht niet niet goed niet niet redelijk niet onbepaald Beknopte levering HNL Pagina : 2 / 5

108 vaatplanten mossen korstmossen paddenstoelen vleermuizen landzoogdieren broedvogels wintervogels amfibieen reptielen vissen dagvlinders macronachtvlinders micronachtvlinders libellen Rode-Lijstsoorten sprinkhanen en krekels overige soortgroepen Vogelrichtlijn Habitatrichlijn WNb-andere soorten (PROV) WNB-andere soorten (NL) Aantal soorten Detaillering / Volledigheid onderzoek Onderzoeksperiode 79%/13% 100%/0% 84%/0% 0%/0% 2%/96% 100%/0% 96%/2% 100%/0% 95%/0% 100%/0% slecht niet niet onbepaald niet slecht slecht slecht niet niet slecht goed slecht niet goed onbepaald niet Beknopte levering HNL Pagina : 3 / 5

109 Toelichting op de tabel Soortgroepen In de gehanteerde indeling is Overige soortgroepen een diverse groep met daarin alle wespen, bijen, mieren, netvleugelige, steenvliegen, kevers, vliegen, muggen, haften, wantsen, cicaden, luizen, schorpioenvliegen en overige insecten, spinnen, mijten, hooiwagens, duizendpoten, miljoenpoten, pissebedden, kakkerlakken, oorwormen, weinigpotigen, vlokreeften, lagere kreeftachtigen, weekdieren, slakken, ringwormen, snoerwormen en wormachtigen zoals bloedzuigers. Ook zeeorganismen als hydroidpoliepen, mosdiertjes, mysisgarnalen, ribkwallen, stekelhuidigen, zakpijpen, zeepissebedden, zeepokken, eendenmossels, krabbezakjes, zeespinnen en grote kreeftachtigen (kreeften, krabben en garnalen) en zeezoogdieren vallen in deze verzamelgroep. Rode-Lijstsoorten In de tabel staat voor elk kilometerhok per soortgroep vermeld hoeveel soorten op de Rode Lijst staan. Rode Lijsten worden formeel vastgesteld door de Rijksoverheid. De gehanteerde Rode Lijsten zijn (inclusief link naar website van ministerie van de Rijksoverheid met verwijzing naar pdf van het besluit): vaatplanten Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 mossen Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 korstmossen Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 paddenstoelen Besluit Rode Lijsten 4 september 2009 zoogdieren Besluit Rode Lijsten 4 september 2009 broedvogels Besluit Rode Lijsten 5 november 2004 amfibieën Besluit Rode Lijsten 4 september 2009 reptielen Besluit Rode Lijsten 4 september 2009 vissen Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 dagvlinders Besluit Rode Lijsten 4 september 2009 macronachtvlinders micronachtvlinders geen Rode Lijst geen Rode Lijst libellen Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 sprinkhanen en krekels Besluit Rode Lijsten 15 oktober 2015 overige soortgroepen Besluit Rode Lijsten 5 november 2004(1) Wet Natuurbescherming soorten van de Vogelrichtlijn Alle soorten die wettelijke bescherming genieten en vallen onder Wet Natuurbescherming paragraaf 3.1 Wet Natuurbescherming soorten van de Habitatrichtlijn Alle soorten die wettelijke bescherming genieten en vallen onder Wet Natuurbescherming paragraaf 3.2 Wet Natuurbescherming andere beschermde soorten Alle provinciale soorten die wettelijke bescherming genieten en vallen onder Wet Natuurbescherming paragraaf 3.3 Deze soortenlijst is limitatief benoemd in een Bijlage op de wet maar kan op provinciaal niveau worden bijgesteld. Wanneer een hok in meerdere provincies valt wordt de hoogste beschermingscategorie per aangetroffen soort aangehouden. Beknopte levering HNL Pagina : 4 / 5

110 Powered by TCPDF ( Wet Natuurbescherming andere beschermde soorten (landelijke lijst) Alle landelijk benoemde soorten die wettelijke bescherming genieten en vallen onder Wet Natuurbescherming paragraaf 3.3 Deze soortenlijst is limitatief benoemd in een Bijlage op de wet. Aantal soorten Het totaal aantal soorten per soortgroep per kilometerhok in de periode zoals aangegeven. Meegenomen zijn alle waarnemingen: die geheel of gedeeltelijk binnen de selectie liggen; die zijn gevalideerd en daarbij de classificatie betrouwbaar hebben meegekregen; waarvan de bronhouder heeft aangegeven dat ze uitgeleverd mogen worden. Indien er een asterisk (*) in het veld staat betekent dit dat een deel van de waarnemingen pas na expliciete toestemming van de bronhouder mag worden uitgeleverd. Het kan dus zijn dat in de standaardlevering niet alle waarnemingen worden geleverd die optellen tot de beknopte levering. Ook kan het zijn dat deze gegevens later worden geleverd. Volledigheid onderzoek Voor elke soortgroep is een indicatie gegeven hoe volledig een specifiek kilometerhok is onderzocht. Er wordt hierbij gewerkt met een normering in 5 klassen: (1) niet, (2) slecht, (3) redelijk onderzocht, (4) goed onderzocht en (5) onbepaald. De volledigheid van onderzoek wordt geautomatiseerd berekend voor alle soortgroepen, waarbij elk kilometerhok meedraait in een cyclus van berekeningen over geheel Nederland. De doorlooptijd van deze rekencyclus is in de praktijk 2 tot 3 weken voor alle kilometerhokken in Nederland. In de toelichting is per soortgroep aangegeven welke regels hierbij gehanteerd zijn en over welke periode. Download de toelichting Detaillering Voor elke soortgroep is in de oppervlakteklassen km2 en groter dan 1 km2 bepaald welk aandeel de waarnemingen bezetten. De basis voor deze berekening is het aantal waarnemingen: in de beschouwde periode; dat geheel of gedeeltelijk in het kilometerhok valt; waarvan de bronhouder heeft aangegeven dat ze uitgeleverd mogen worden. De resultaten zijn in de drie genoemde klassen achter elkaar geplaatst en gescheiden door een slash- teken (/). Onderzoeksperiode De onderzoeksperiode betreft voor vrijwel alle beschreven soortgroepen de recente 10 afgeronde veldseizoenen. Alleen voor vaatplanten wordt een langere periode gehanteerd. In de loop van het kalenderjaar wordt de beschouwde periode dus steeds iets langer. Beknopte levering HNL Pagina : 5 / 5

111 BIJLAGE 3:

112 Fotobijlage: 1707/027/EB-03, Kerkekkers te Hulsel Foto 1 Foto 2 Foto 3 pagina 1

113 Bijlage 5 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Molenakkers

114

115

116

117

118

119

120

121

122

123

124

125

126

127

128

129

130

131

132 Obstakels 0 m 100 m schaal = 1 : [sba-ggb] 6 [gs] WG WG 2 WG 19 WG Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [1707/027/EB, versie 1 - wegverkeer], Geomilieu V4.30

133

134 Met vriendelijke groet, Adviseur Mobiliteit HaskoningDHV Nederland B.V., onderdeel van Royal HaskoningDHV Kamer van Koophandel nr Postbus 80007, 5600 JZ Eindhoven Larixplein 1, 5616 VB Eindhoven

135 Beste, Van volgende intensiteiten kan voor de betreffende wegvakken uitgegaan worden: bron: berekend obv NSL 2016 (2020/2030) prognosejaar: 2028 wegvak: n269 jaarlijks groeiaantal urenuurgemiddelde totaal dagdeel % Auto dag weekdag ,28% Auto avond weekdag ,29% Auto nacht weekdag ,17% Auto etmaal weekdag ,27% MZ vracht dag weekdag ,38% MZ vracht avond weekdag ,33% MZ vracht nacht weekdag ,22% MZ vracht etmaal weekdag ,44% Zwaar vracht dag weekdag ,08% Zwaar vracht avond weekdag Zwaar vracht nacht weekdag Zwaar vracht etmaal weekdag ,33% ,22% ,96% TOTAAL etmaal 5400 NB: De prognosecijfers zijn gebaseerd op diverse aannames en moeten dan ook slechts als indicatief worden gezien en toegepast.

136 De Gebruiker vrijwaart de Provincie en de Beheerder van alle aanspraken die hij, of derden zouden kunnen doen gelden wegens schade die is veroorzaakt door eventuele onvolledigheden of onjuistheden van De Gegevens of die anderszins voortvloeit uit het gebruik van De Gegevens door de Gebruiker. Hopelijk is dit voldoende informatie. Met vriendelijke groet, Programmaleider Mobiliteitsinformatie voor Sturing en Beleid & projectleider Brabantse Verkeersmodellen cluster Mobiliteit & Infra

137

138

139

140

141

142

143

144

145

146

147

148

149

150

151 Wege Gri s Bo emgebie e Gebouwe Mi iroto es Obstakels 0 m 100 m schaal = 1 : Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [1707/027/EB, versie 1 - wegverkeer], Geomilieu V

152 egen rids Bodemgebieden ebou en inirotondes bstakels 0 m 100 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V

153 egen rids Bodemgebieden ebou en inirotondes bstakels m 80 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

154 egen rids Bodemgebieden ebou en inirotondes bstakels 0 m 60 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

155

156

157 Wege Gri s Bo emgebie e Gebouwe Mi iroto es Obstakels erio e: groe : e e chri ver clusie groe sre ucties 0,0-48,5 B 48,5-56,5 B 56,5-60,5 B 60,5-63,4 B 63,4-99,0 B m 60 m schaal = 1 : Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [1707/027/EB, versie 1 - wegverkeer], Geomilieu V4.30

158 egen rids Bodemgebieden ebou en inirotondes bstakels periode Lden groep De hri ver n lusie groepsredu ties 0,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db m 60 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

159 egen rids Bodemgebieden ebou en inirotondes bstakels periode Lden groep De hri ver n lusie groepsredu ties 0,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db m 60 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

160 egen rids Bodemgebieden ebou en inirotondes bstakels periode Lden groe : e eelma clusie groe sre ucties 0,0-48,5 B 48,5-56,5 B 56,5-60,5 B 60,5-63,4 B 63,4-99,0 B m 60 m schaal = 1 : egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

161 egen rids Bodemgebieden ebou en inirotondes bstakels periode groep Lden De peelman n lusie groepsredu ties 0,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db m 60 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

162 egen rids Bodemgebieden ebou en inirotondes bstakels periode groep Lden De peelman n lusie groepsredu ties 0,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db m 60 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

163 egen rids Bodemgebieden ebou en inirotondes bstakels periode groep Lden Dooleg n lusie groepsredu ties 0,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db m 60 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

164 Wege Gri s Bo emgebie e Gebouwe Mi iroto es Obstakels erio e: groe : e ulselse i k 30 km/uur clusie groe sre ucties 0,0-48,5 B 48,5-56,5 B 56,5-60,5 B 60,5-63,4 B 63,4-99,0 B m 60 m schaal = 1 : Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [1707/027/EB, versie 1 - wegverkeer], Geomilieu V4.30

165 egen rids Bodemgebieden ebou en inirotondes bstakels periode Lden groep Hulselsedi k 0 km uur n lusie groepsredu ties 0,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db m 60 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

166 egen rids Bodemgebieden ebou en inirotondes bstakels periode Lden groep Hulselsedi k 0 km uur n lusie groepsredu ties 0,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db m 60 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

167 egen rids Bodemgebieden ebou en inirotondes bstakels periode groep Lden Hulselsedi k 60 km uur n lusie groepsredu ties 0,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db m 60 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

168 Wege Gri s Bo emgebie e Gebouwe Mi iroto es Obstakels erio e: groe : e Mole akker clusie groe sre ucties 0,0-48,5 B 48,5-56,5 B 56,5-60,5 B 60,5-63,4 B 63,4-99,0 B m 60 m schaal = 1 : Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [1707/027/EB, versie 1 - wegverkeer], Geomilieu V4.30

169 egen rids Bodemgebieden ebou en inirotondes bstakels periode groep Lden ssenkant n lusie groepsredu ties 0,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db m 60 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

170 egen rids Bodemgebieden ebou en inirotondes bstakels periode groep Lden ssenkant n lusie groepsredu ties 0,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db m 60 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

171 egen rids Bodemgebieden ebou en inirotondes bstakels periode groep Lden ssenkant n lusie groepsredu ties 0,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db m 60 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

172 Wege Gri s Bo emgebie e Gebouwe Mi iroto es Obstakels erio e: e groe : 269 clusie groe sre ucties 0,0-48,5 B 48,5-56,5 B 56,5-60,5 B 60,5-63,4 B 63,4-99,0 B m 60 m schaal = 1 : Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [1707/027/EB, versie 1 - wegverkeer], Geomilieu V4.30

173 egen rids Bodemgebieden ebou en inirotondes bstakels periode Lden groep N 6 n lusie groepsredu ties 0,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db m 60 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

174 egen rids Bodemgebieden ebou en inirotondes bstakels periode Lden groep N 6 n lusie groepsredu ties 0,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db m 60 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

175

176 Wege Gri s Bo emgebie e Gebouwe Mi iroto es Obstakels erio e: e 0,0-53,4 B 53,4-58,5 B 58,5-63,4 B 63,4-68,5 B 68,5-99,0 B m 60 m schaal = 1 : Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [1707/027/EB, versie 1 - wegverkeer], Geomilieu V4.30

177 egen rids Bodemgebieden ebou en inirotondes bstakels periode Lden 0,0 5,4 db 5,4 58,5 db 58,5 6,4 db 6,4 68,5 db 68,5,0 db m 60 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

178 egen rids Bodemgebieden ebou en inirotondes bstakels periode Lden 0,0 5,4 db 5,4 58,5 db 58,5 6,4 db 6,4 68,5 db 68,5,0 db m 60 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

179

180 egen rids Bodemgebieden ebou en inirotondes bstakels hermen 0 m 100 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

181

182 Wege Gri s Bo emgebie e Gebouwe Mi iroto es Obstakels cherme erio e: e groe : 269 clusie groe sre ucties 0,0-48,5 B 48,5-56,5 B 56,5-60,5 B 60,5-63,4 B 63,4-99,0 B m 60 m schaal = 1 : Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [1707/027/EB, versie 1 - wegverkeer], Geomilieu V4.30

183 egen rids Bodemgebieden ebou en inirotondes bstakels hermen periode Lden groep N 6 n lusie groepsredu ties 0,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db m 60 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

184 egen rids Bodemgebieden ebou en inirotondes bstakels hermen periode Lden groep N 6 n lusie groepsredu ties 0,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db m 60 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

185 Bijlage 6 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai De Leeuwerik

186

187

188

189

190

191

192

193

194

195

196

197

198

199

200 ,5 7 0 m 100 m schaal = 1 : W [bg] G W [bg] [sba-ah] [sba- ] V G W W [bg] [bg] W G WG sg-bh [bg] sg-bh W hs WG [sba- ] W [bg] [sba- ] Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [1707/027/EB, versie 1 - wegverkeer], Geomilieu V4.30

201

202 Met vriendelijke groet, Adviseur Mobiliteit HaskoningDHV Nederland B.V., onderdeel van Royal HaskoningDHV Kamer van Koophandel nr Postbus 80007, 5600 JZ Eindhoven Larixplein 1, 5616 VB Eindhoven

203

204

205

206

207

208

209

210

211

212

213

214 Wege Gri s Bo emgebie e Gebouwe 0 m 80 m schaal = 1 : Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [1707/027/EB, versie 1 - wegverkeer], Geomilieu V

215 egen rids Bodemgebieden ebou en 0 m 80 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V

216 egen rids Bodemgebieden ebou en 0 m 60 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

217 egen rids Bodemgebieden ebou en m 40 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V

218

219

220 Wege Gri s Bo emgebie e Gebouwe erio e: groe : e e i gel clusie groe sre ucties ,0-48,5 B 48,5-56,5 B 56,5-60,5 B 60,5-63,4 B 63,4-99,0 B 0 m 40 m schaal = 1 : Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [1707/027/EB, versie 1 - wegverkeer], Geomilieu V

221 egen rids Bodemgebieden ebou en periode groep Lden De ingel n lusie groepsredu ties ,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db 0 m 40 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V

222 egen rids Bodemgebieden ebou en periode groep Lden De ingel n lusie groepsredu ties ,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db 0 m 40 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V

223 egen rids Bodemgebieden ebou en periode groep Lden teenakker n lusie groepsredu ties ,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db 0 m 40 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V

224 Wege Gri s Bo emgebie e Gebouwe erio e: groe : e oo va e Bor estraat clusie groe sre ucties ,0-48,5 B 48,5-56,5 B 56,5-60,5 B 60,5-63,4 B 63,4-99,0 B 0 m 40 m schaal = 1 : Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [1707/027/EB, versie 1 - wegverkeer], Geomilieu V

225 egen rids Bodemgebieden ebou en periode groep Lden oon van Den Bornestraat n lusie groepsredu ties ,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db 0 m 40 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V

226 egen rids Bodemgebieden ebou en periode groep Lden oon van Den Bornestraat n lusie groepsredu ties ,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db 0 m 40 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V

227

228 Wege Gri s Bo emgebie e Gebouwe erio e: e ,0-53,4 B 53,4-58,5 B 58,5-63,4 B 63,4-68,5 B 68,5-99,0 B 0 m 40 m schaal = 1 : Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [1707/027/EB, versie 1 - wegverkeer], Geomilieu V

229 egen rids Bodemgebieden ebou en periode Lden ,0 5,4 db 5,4 58,5 db 58,5 6,4 db 6,4 68,5 db 68,5,0 db 0 m 40 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V

230 egen rids Bodemgebieden ebou en periode Lden ,0 5,4 db 5,4 58,5 db 58,5 6,4 db 6,4 68,5 db 68,5,0 db 0 m 40 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V

231 Bijlage 7 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai De Hasselt II

232

233

234

235

236

237

238

239

240

241

242

243

244

245

246 0 m 100 m schaal = 1 : V WG 10 G 9 G WG G WG 4 V Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [1707/027/EB, versie 1 - wegverkeer], Geomilieu V4.30

247

248 Met vriendelijke groet, Adviseur Mobiliteit HaskoningDHV Nederland B.V., onderdeel van Royal HaskoningDHV Kamer van Koophandel nr Postbus 80007, 5600 JZ Eindhoven Larixplein 1, 5616 VB Eindhoven

249

250

251

252

253

254

255

256

257

258

259

260 Wege Gri s Bo emgebie e Gebouwe Obstakels m 100 m schaal = 1 : Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [1707/027/EB, versie 1 - wegverkeer], Geomilieu V4.30

261 egen rids Bodemgebieden ebou en bstakels m 100 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

262 egen rids Bodemgebieden ebou en bstakels 0 m 80 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

263 egen rids Bodemgebieden ebou en bstakels 0 m 50 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

264

265

266 Wege Gri s Bo emgebie e Gebouwe Obstakels erio e: groe : e laverbosch clusie groe sre ucties 0,0-48,5 B 48,5-56,5 B 56,5-60,5 B 60,5-63,4 B 63,4-99,0 B m 50 m schaal = 1 : Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [1707/027/EB, versie 1 - wegverkeer], Geomilieu V4.30

267 egen rids Bodemgebieden ebou en bstakels periode groep Lden Hoogemierdse eg n lusie groepsredu ties 0,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db m 50 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

268 egen rids Bodemgebieden ebou en bstakels periode groep Lden rote Hassel n lusie groepsredu ties 0,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db m 50 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

269 egen rids Bodemgebieden ebou en bstakels periode groep Lden rote Hassel n lusie groepsredu ties 0,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db m 50 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

270 Wege Gri s Bo emgebie e Gebouwe Obstakels erio e: groe : e Grote assel clusie groe sre ucties 0,0-48,5 B 48,5-56,5 B 56,5-60,5 B 60,5-63,4 B 63,4-99,0 B m 50 m schaal = 1 : Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [1707/027/EB, versie 1 - wegverkeer], Geomilieu V4.30

271

272 egen rids Bodemgebieden ebou en bstakels periode Lden 0,0 5,4 db 5,4 58,5 db 58,5 6,4 db 6,4 68,5 db 68,5,0 db m 50 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

273 egen rids Bodemgebieden ebou en bstakels periode Lden 0,0 5,4 db 5,4 58,5 db 58,5 6,4 db 6,4 68,5 db 68,5,0 db m 50 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

274 Wege Gri s Bo emgebie e Gebouwe Obstakels erio e: e 0,0-53,4 B 53,4-58,5 B 58,5-63,4 B 63,4-68,5 B 68,5-99,0 B m 50 m schaal = 1 : Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [1707/027/EB, versie 1 - wegverkeer], Geomilieu V4.30

275 Bijlage 8 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Kerkekkes

276

277

278

279

280

281

282

283

284

285

286

287

288

289 m 40 m s haal V egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

290

291 Met vriendelijke groet, Adviseur Mobiliteit asko i g V e erla B.V., o er eel va Ro al asko i g V amer va oo ha el r ostbus 80007, 5600 Ei hove ari lei 1, 5616 VB Ei hove

292

293

294

295

296

297

298

299

300

301

302

303 Wege Gri s Bo emgebie e Gebouwe 0 m 60 m schaal = 1 : Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [1707/027/EB, versie 1 - wegverkeer], Geomilieu V4.30

304 egen rids Bodemgebieden ebou en 0 m 60 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

305 Wege Gri s Bo emgebie e Gebouwe 0 m 50 m schaal = 1 : Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [1707/027/EB, versie 1 - wegverkeer], Geomilieu V4.30

306 egen rids Bodemgebieden ebou en 0 m 0 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

307

308

309 egen rids Bodemgebieden ebou en periode groep Lden Kerk eg 60 km uur n lusie groepsredu ties 0,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db 0 m 0 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

310 Wege Gri s Bo emgebie e Gebouwe erio e: groe : e erkweg 30 km/uur clusie groe sre ucties 0,0-48,5 B 48,5-56,5 B 56,5-60,5 B 60,5-63,4 B 63,4-99,0 B 0 m 20 m schaal = 1 : Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [1707/027/EB, versie 1 - wegverkeer], Geomilieu V4.30

311 egen rids Bodemgebieden ebou en periode groep Lden Kerkekkers n lusie groepsredu ties 0,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db 0 m 0 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

312 egen rids Bodemgebieden ebou en periode groep Lden i enho n lusie groepsredu ties 0,0 48,5 db 48,5 56,5 db 56,5 60,5 db 60,5 6,4 db 6,4,0 db 0 m 0 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

313

314 Wege Gri s Bo emgebie e Gebouwe erio e: e 0,0-53,4 B 53,4-58,5 B 58,5-63,4 B 63,4-68,5 B 68,5-99,0 B 0 m 20 m schaal = 1 : Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [1707/027/EB, versie 1 - wegverkeer], Geomilieu V4.30

315 egen rids Bodemgebieden ebou en periode groep Lden Kerk eg 60 km uur 0,0 5,4 db 5,4 58,5 db 58,5 6,4 db 6,4 68,5 db 68,5,0 db 0 m 0 m s haal egverkeersla aai R 01, EB, versie 1 egverkeer, eomilieu V4. 0

316 Bijlage 9 Waterparagraaf 316 bestemmingsplan (ontw erp)

317 TRITIUM NUENEN» Gulberg TE Nuenen T Tonnaer juridische en beleidsadvisering B.V. T.a.v. de heer G. Veugen Vonderweg RM EINDHOVEN Per gijs.veugen@tonnaer.nl Vestiging, datum : Nuenen, 2 mei 2018 Ons kenmerk : 1707/027/EB-01.v2 Behandeld door : Eva Barendregt Telefoonnummer : Gecontroleerd door : Robert van de Voort Betreft : Waterparagraaf woningbouwlocaties Reusel-De Mierden TRITIUM PRINSENBEEK» Groenstraat BA Prinsenbeek T TRITIUM NEER» Steeg EJ Neer T TRITIUM ARKEL» Vlietskade WH Arkel T E. info@tritium.nl I. Geachte heer Veugen, In opdracht van Tonnaer Juridische en beleidsadvisering B.V. is het aspect water beschouwd ten behoeve van de bestemmingsplannen voor vier woningbouwlocaties in de gemeente Reusel-De Mierden. De vier woningbouwlocaties betreffen de volgende locaties: Molenakkers te Reusel; Plan Leeuwerik te Hooge Mierden; De Hasselt II te Lage Mierden; Kerkekkers te Hulsel. In onderhavige waterparagraaf worden alle vier de locaties beschouwd. Vanwege zowel de verstrekking van aanvullende informatie als reacties van de gemeente en het waterschap, is versie 1 van dit rapport komen te vervallen. Inleiding Water en ruimtelijke ordening hebben met elkaar te maken. Enerzijds is water een sturende factor in de ruimtelijke ordening en kan daarmee beperkingen opleggen aan het ruimtegebruik. Anderzijds kunnen ontwikkelingen in het ruimtegebruik ongewenste effecten hebben op de waterhuishouding. Een goede afstemming tussen beide is derhalve noodzakelijk om problemen, zoals bijvoorbeeld wateroverlast, slechte waterkwaliteit en verdroging te voorkomen. Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) stelt een watertoets in ruimtelijke plannen verplicht. In deze paragraaf wordt beschreven op welke wijze in het plangebied met water en watergerelateerde aspecten wordt omgegaan. 1707/027/EB-01.v2 pagina 1 van 16

318 Nationaal waterbeleid In de afgelopen decennia heeft Nederland meerdere keren te kampen gehad met wateroverlast. Dit heeft geresulteerd in een omslag in het waterbeleid en het denken over water. Het kabinet heeft in december 2000 voor het Waterbeleid 21 e eeuw drie uitgangspunten opgesteld, te weten anticiperen in plaats van reageren, niet afwentelen van waterproblemen op het volgende stroomgebied, maar handelen volgens de drietrapsstrategie van vasthouden-bergen-afvoeren en meer ruimtelijke maatregelen naast technische ingrepen. Belangrijk onderdeel in het waterbeleid is de watertoets. Nieuwe plannen en projecten moeten worden getoetst aan de effecten op veiligheid, wateroverlast en verdroging. Ruimte die nu beschikbaar is voor de bescherming tegen overstromingen en wateroverlast mag niet sluipenderwijs verloren gaan bij de uitvoering van nieuwe projecten voor infrastructuur, woningbouw, landbouw of bedrijventerreinen. Het Waterbeleid 21 e eeuw richt zich derhalve primair op het voorkomen van wateroverlast door overstroming vanwege veel neerslag in een korte tijd. Hieruit volgen richtlijnen voor de ruimtelijke inrichting van het gebied om wateroverlast tegen te gaan en de mogelijke technische maatregelen die kunnen worden ingezet. De maatregelen kunnen worden ingedeeld in de voorkeursvolgorde van vasthouden, bergen en afvoeren. De doelstelling van deze maatregelen is een afvoer te krijgen die niet groter is dan de landbouwkundige afvoer. Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Een belangrijke verandering na het in werking treden van de Waterwet is de onderverdeling in het bevoegde gezag met betrekking tot directe en indirecte lozingen. Alle indirecte lozingen vallen onder het Wabo bevoegde gezag (gemeente en provincie). Alle directe lozingen vallen onder het bevoegde gezag voor de Waterwet (waterschappen voor de regionale wateren en Rijkswaterstaat voor de Rijkswateren). De directe lozingen vallen onder de Waterwet (Wtw). De indirecte lozingen zijn opgegaan in de Wet milieubeheer (Wm) en vallen inmiddels onder de omgevingsvergunning (Wabo). Beleid waterschap Het plangebied maakt deel uit van het stroomgebied De Dommel. Het waterschap De Dommel is verantwoordelijk voor het waterbeleid in en om onderhavige plangebieden in de gemeente Reusel-De Mierden. Het waterschap zorgt ervoor dat er voldoende water is en dat dit water een goede kwaliteit heeft. Om deze taak goed uit te voeren, zijn wettelijke regels nodig, ook op en langs het water. Deze regels staan in de Keur van het waterschap en gelden voor iedereen die woont of werkt binnen het gebied van waterschap De Dommel. Het waterschap stelt ter concretisering van het waterhuishoudkundig beleid kaartmateriaal vast. Voor wat betreft de aanwijzing van de gebieden waarvoor een vergunning voor het lozen in en afvoeren naar oppervlaktewateren is vereist, is dit ook een taak van het waterschap. Waterbeheerplan Waardevol water Het waterbeheerplan beschrijft de doelen van het Waterschap De Dommel voor de periode Het plan is afgestemd op de ontwikkeling van het Nationaal Waterplan, het Provinciaal Milieu- en Waterplan en het Stroomgebiedsbeheersplan. Meer dan voorheen wil het waterschap inspelen op initiatieven van derden en kansen die zich voordoen in het gebied. 1707/027/EB-01.v2 pagina 2 van 16

319 Ten aanzien van de doelen is een indeling gemaakt in de volgende waterthema s: droge voeten: voorkomen van wateroverlast in het beheersgebied (onder meer door het aanleggen van waterbergingsgebieden en het op orde brengen van regionale keringen); voldoende water: zowel voor de natuur als voor de landbouw is het belangrijk dat er niet te veel en niet te weinig water is. Daarvoor reguleert het waterschap het grond- en oppervlaktewater; natuurlijk water: zorgen voor flora en fauna in en rond beken en sloten door deze waterlopen goed in te richten en te beheren; schoon water: zuiveren van afvalwater en vervuiling van oppervlaktewater aanpakken en voorkomen; mooi water: stimuleren dat mensen de waarde van water beleven, door onder meer recreatief gebruik. Het waterschap staat voor een aantal complexe uitdagingen, die zij in veel gevallen niet alleen kan realiseren. Deze uitdagingen geven invulling aan de verbinding van water met de maatschappelijke ontwikkelingen. Daarom zet het waterschap sterk in op samenwerking. In dit Waterbeheerplan nodigt het waterschap waterpartners, stakeholders, boeren, burgers en bedrijven nadrukkelijk uit om gezamenlijk te werken aan slimme, innovatieve oplossingen voor de complexe wateropgaven. Dit betekent onder meer dat het waterschap de bestaande samenwerking met als de partners in het gebied wil uitbouwen en grenzeloos organiseren vanuit de kracht van ieders rol en verantwoordelijkheid. De belangrijkste uitdagingen voor de komende planperiode: voldoende water voor landbouw en natuur; wateroverlast en hittestress; kringlopen denken; steeds meer ongewenste stoffen in het water, zoals medicijnen; vergroten waterbewustzijn. Binnen de kerntaken die het waterschap de Dommel heeft, kiest zij ervoor om twee onderwerpen met hoge prioriteit aan te pakken: 1. Het voorkómen van wateroverlast. 2. Het herstellen van het watersysteem van Natura 2000-gebieden. De inspanningen worden gericht op het realiseren van de waterbergingsgebieden, waarbij de gebieden ten behoeve van het bebouwd gebied de allerhoogste prioriteit hebben. Het herstel en de bescherming van de leefgebieden voor zeldzame planten- en diersoorten in Natura 2000-gebieden zijn urgent. Daarom geven zij voorrang aan maatregelen in het watersysteem die hieraan bijdragen. Het waterschap streeft naar het samenwerken in integrale gebiedsprojecten en over de grenzen van hun beheergebied heen te kijken, waardoor de doelen kunnen worden bereikt. Hierbij is niet alleen aandacht voor hun doelen, maar ook die van anderen. Door van buiten naar binnen te denken en te werken willen zij samen met medeoverheden en partners de publieke middelen zo efficiënt mogelijk benutten. 1707/027/EB-01.v2 pagina 3 van 16

320 Keur Waterschap de Dommel 2015 De 'Keur Waterschap De Dommel 2015' bevat regels met daarin verboden en verplichtingen ten aanzien van oppervlaktewater en grondwater, die gelden voor iedereen die woont of werkt binnen het gebied van Waterschap De Dommel. Hierin wordt het beheer en het onderhoud van watergangen geregeld (bijvoorbeeld betreffende onderhoudsstroken) en is aangegeven wanneer een vergunning of algemene regels van toepassing zijn voor ingrepen in de waterhuishouding. Verder zijn er beleidsregels voor het beschermingsbeleid van gebieden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beschermde gebieden waterhuishouding, attentiegebieden, beekdalen en overige gebieden. Met deze beleidsregels wordt aangegeven op welke wijze gebiedsgericht wordt omgegaan met vergunningverlening. De Keur van het waterschap is onder andere van toepassing wanneer direct of indirect wordt geloosd naar een oppervlaktelichaam. Beleidsregel Hydrologische uitgangspunten bij de Keurregels voor afvoeren van hemelwater De drie Brabantse waterschappen (Aa en Maas, De Dommel en Brabantse Delta) hanteren sinds 1 maart 2015 dezelfde (beleids)uitgangspunten voor het beoordelen van plannen waarbij het verhard oppervlak toeneemt. Deze (beleids)uitgangspunten zijn geformuleerd in de 'Beleidsregel Hydrologische uitgangspunten bij de Keurregels voor afvoeren van hemelwater, Brabantse waterschappen'. Bij een toename en afkoppeling van het verhard oppervlak geldt het uitgangspunt dat plannen zoveel mogelijk hydrologisch neutraal worden uitgevoerd. De waterschappen maken bij het beoordelen van plannen met een toegenomen verhard oppervlak onderscheid tussen grote en kleine plannen. Hoewel er relatief veel kleine plannen zijn, veroorzaken deze op deelstroomgebiedsniveau nauwelijks een toename van de maatgevende afvoer. Het waterschap maakt grofweg onderscheid in projecten met een toename van verhard oppervlak van maximaal 2000 m², 2000 m² tot m² en meer dan m². Wanneer de toename van het verhard oppervlak minder is dan 2000 m 2 is er vanuit het waterschap geen compensatieverplichting. In deze gevallen is de gemeente het bevoegd gezag. Beleid provincie Noord-Brabant Het provinciaal beleid is onder andere verwoord in het Provinciaal Milieu- en Waterplan Het plan staat voor samenwerken aan Brabant waar iedereen prettig woont, werkt en leeft in een veilige en gezonde leefomgeving. Het document vormt de strategische basis voor het Brabantse waterbeleid en waterbeheer, voor de korte en lange termijn. Het Waterplan houdt rekening met duurzaamheid en klimaatveranderingen. Het is een breed gedragen beleidsplan, omdat het tot stand is gekomen in nauwe samenwerking met veel belanghebbende (water)partijen in Brabant. De plangebieden zijn allen gelegen binnen het gebied dat is aangeduid als water in bebouwd gebied. Vanuit het Provinciaal Milieu- en Waterplan zijn hier geen nadere eisen aan verbonden. De plangebieden zijn niet gelegen in een waterwingebied, grondwaterbeschermingsgebied of een boringsvrije zone. 1707/027/EB-01.v2 pagina 4 van 16

321 Beleid gemeente Reusel-De Mierden Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vgrp, 10 november 2016) De gemeente Reusel-De Mierden en waterpartners streven naar een integrale en duurzame benadering van het watersysteem en de afvalwaterketen. Hierbij wordt nadrukkelijk samenwerking tussen de ketenpartners gezocht. Integraliteit en samenwerking zijn hierbij geen doelen op zich, maar essentiële randvoorwaarden om kosten en kwetsbaarheid te verminderen en de kwaliteit en kennisuitwisseling te verbeteren. In het vgrp zijn de volgende opgaven en aandachtspunten voor de komende planperiode opgesomd: Stedelijk afvalwater beschermen volksgezondheid; voorkomen milieuoverlast; borgen verkeersveiligheid; voorkomen nadelige gevolgen van langdurige lozingsbeperking; het nastreven van de voorkeursvolgorde van afvalwaterverwerking. Hemelwater zoveel mogelijk beperken van wateroverlast; inspelen op klimaatverandering door benutting openbare ruimte; verbeteringsmaatregelen basisrioleringsplan; bij nieuwe initiatieven maximale ontkoppeling van hemelwater; opstellen hemelwaterstructuurplan. Grondwater inzicht verkrijgen in de grondwaterstanden door plaatsen van peilbuizen; loketfunctie; samen met partners zoeken naar oplossingen. Oppervlaktewater uitvoeren onderhoudsplicht; mede invulling geven aan de KRW-doelen, via samenwerkingsverband. Bedrijfsvoering en financiën doelmatige invulling watertaken; kostendekkende rioolheffing; toereikende personele capaciteit gemeentelijke watertaken; samenwerken in de afvalwaterketen; actualiseren en actueel houden gegevensbeheer en monitoringsprogramma. Huishoudelijk afvalwater kan geloosd worden via een vuilwater/gemengd riool naar het rwzi. Voor de verwerking van hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden: 1. (her)gebruik van regenwater; 2. bergen en vertraagd afvoeren naar openbare ruimte (20 mm per m 2 ); 3. afvoeren naar oppervlaktewater (eventueel via een hemelwaterriool); 4. afvoeren naar een gemengd riool (nooit naar een vuilwaterriool). 1707/027/EB-01.v2 pagina 5 van 16

322 Kwalitatief: 1. schoonhouden (voorkomen); 2. scheiden; 3. zuiveren. Voor de compensatieberging bij een toenemend verhard oppervlak minder dan 2000 m 2 hanteert de gemeente Reusel - De Mierden een eis van 20 mm. Reusel - Molenakkers Situatie plangebied Het plangebied is gelegen nabij de Molenakker te Reusel, onder andere aan de Hulselsedijk. Er zijn in totaal vijf gebieden bestemd als woongebied, met maximaal 29 woningen. Naast het plangebied in dezelfde woonwijk is een wadi gelegen. Omdat er ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan 8 woningen zijn bijkomen zijn enkel deze woningen beschouwd bij het vaststellen van de waterbergingsopgave. Het plangebied is volledig braakliggend. Figuur 1. Huidige situatie met links het meest noordelijk gelegen kavel en rechts de meest zuidelijk gelegen kavels Figuur 2. Uitsnede Legger, ligging oppervlaktewater Reusel Molenakkers 1707/027/EB-01.v2 pagina 6 van 16

323 Oppervlaktewateren Aan de noordkant van de percelen is een B-watergang aanwezig. Richting het westen is een A-watergang aanwezig (RS8). Grondwater De gemiddelde hoogste grondwaterstand binnen het plangebied bedraagt tussen de 0,80 tot 1,00 m-mv (bron: Bodematlas Provincie Noord-Brabant). Voor zover bekend vinden in de directe omgeving van de locatie geen grootschalige grondwateronttrekkingen plaats die een directe invloed hebben op de grondwaterstand en grondwaterstroming op de locatie. Riolering Ter hoogte van het plangebied ligt een gescheiden rioleringssysteem. Rondom het plangebied zijn verschillende infiltratievijvers gerealiseerd als centrale hemelwaterberging voor de naastgelegen woongebieden. Invloed planvoornemen Van het bouwplan zijn de gegevens bekend zoals weergegeven in navolgende tabel 1. Het bestemmingsplan krijgt een flexibel karakter waardoor de exacte bouwmassa s niet zijn vastgelegd. Voor de hoofdgebouwen is uitgegaan van een maximale oppervlakte van 120 m 2 (12 meter bij 10 meter). Voor de bijgebouwen is uitgegaan van een maximale oppervlakte van 60 m 2 (bron: bestemmingsplan Kom Reusel ). Tabel 1. Gegevens oppervlakten Reusel - Molenakkers gebruik oppervlak oude situatie nieuwe situatie dakoppervlak bouwvlakken m 2 dakoppervlak bijgebouwen m 2 totaal dakoppervlakten 0 m m 2 terreinverharding nieuw* m 2 totale verharding (dakoppervlak + terreinverharding) 0 m m 2 * Voor de oppervlakte aan terreinverharding wordt 20% van het dakoppervlak aangehouden. Uit het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat het totale verhard oppervlak zal toenemen met maximaal 1728 m 2. Aangezien de toename van het verhard oppervlak minder dan 2000 m 2 bedraagt is de gemeente Reusel-De Mierden het bevoegd gezag. De gemeente Reusel-De Mierden hanteert een bergingseis van 20 mm bij een toename van verhard oppervlak tot 2000 m 2. Dit betekent dat 0,02 x 1728 = 34,6 m 3 geborgen dient te worden, overeenkomend met circa 4,3 m 3 per kavel. De kavels zijn voldoende groot om hierin te voorzien. Er worden geen nieuwe, centrale hemelwatervoorzieningen in het openbare gebied aangelegd. Bovengrondse infiltratie kan door middel van het aanleggen van een vijver al dan niet in combinatie met het gebruik van een regenton. Door bijvoorbeeld een regenton dusdanig te construeren dat deze vanaf een bepaald waterniveau langzaam leegloopt op de erfverharding 1707/027/EB-01.v2 pagina 7 van 16

324 richting de tuin kan namelijk ter plaatse infiltratie van het hemelwater afkomstig van deze daken plaatsvinden. Het water uit de regenton kan bovendien worden gebruikt voor het begieten of besproeien van de tuin in droge periodes (maar ook voor kamerplanten en bepaalde schoonmaakklussen). Overige maatregelen worden omschreven op pagina s 13 en 14. Hooge Mierde - Leeuwerik Situatie plangebied Het plangebied is gelegen aan de Leeuwerik te Hooge Mierde. Het woongebied is bestemd voor maximaal 16 woningen. De oppervlakte van het perceel bedraagt circa 3334 m 2. Het plangebied is volledig braakliggend. Figuur 3. Huidige situatie plangebied Figuur 4. Uitsnede legger, ligging oppervlaktewater Hooge Mierde Leeuwerik Oppervlaktewateren Richting het westen is een A-watergang aanwezig (RS33). Grondwater De gemiddelde hoogste grondwaterstand binnen het plangebied bedraagt tussen de 0,60 tot 1,00 m-mv (bron: Bodematlas Provincie Noord-Brabant). Voor zover bekend vinden in de directe 1707/027/EB-01.v2 pagina 8 van 16

325 omgeving van de locatie geen grootschalige grondwateronttrekkingen plaats die een directe invloed hebben op de grondwaterstand en grondwaterstroming op de locatie. Riolering Ter hoogte van het plangebied ligt een gescheiden rioleringssysteem. Rondom het plangebied is een groot veld met infiltratiekratten gerealiseerd voor de centrale hemelwaterberging voor de naastgelegen woongebieden. Invloed planvoornemen Het bestemmingsplan krijgt een flexibel karakter waardoor de exacte bouwmassa s niet zijn vastgelegd. Voor de hoofdgebouwen is wederom uitgegaan van een maximale oppervlakte van 120 m 2 (12 meter bij 10 meter). Voor de bijgebouwen is uitgegaan van een maximale oppervlakte van 60 m 2 (bron: bestemmingsplan Kom Reusel ). Tabel 2. Gegevens oppervlakten Hooge Mierde - Leeuwerik gebruik oppervlak oude situatie nieuwe situatie Totaal plangebied 3334 m m 2 dakoppervlak bouwvlakken m 2 dakoppervlak bijgebouwen m 2 Totaal dakoppervlakten m 2 terreinverharding nieuw (50% van terrein buiten bouwvlakken) m 2 Totale verharding (dakoppervlak + terreinverharding) 0 m m 2 Totaal onverhard 3334 m m 2 Uit het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat het dakoppervlak zal toenemen met circa 2880 m 2. Het totale verhard oppervlak zal toenemen met circa 3107 m 2. De toename van het verhard oppervlak bedraagt meer dan 2000 m 2. In dat geval is het waterschap bevoegd gezag en dienen compenserende maatregelen genomen te worden. De benodigde compensatie wordt berekend volgens de volgende rekenregel: benodigde compensatie (in m 3 ) = toename verhard oppervlak (in m 2 ) x gevoeligheidsfactor x 0,06 (in m) Op basis van de kaart Algemene regel versnelde afvoer regenwater door verhard oppervlak 2015 verhard oppervlak van waterschap De Dommel geldt een gevoeligheidsfactor van 1 voor deze locatie. Op basis van het toepassen van rekenregel dient circa 186 m 3 geborgen te worden. Dit betekent een infiltratievoorziening van 11,7 m 3 per kavel. De kavels zijn onvoldoende groot om enkel te voorzien in ondergrondse voorzieningen. Conform opgave worden bovendien geen nieuwe, centrale hemelwatervoorzieningen in het openbare gebied aangelegd. 1707/027/EB-01.v2 pagina 9 van 16

326 Bovengrondse infiltratie kan door middel van het aanleggen van een vijver al dan niet in combinatie met het gebruik van een regenton/tank. Door bijvoorbeeld een regenton dusdanig te construeren dat deze vanaf een bepaald waterniveau langzaam leegloopt op de erfverharding richting de tuin kan namelijk ter plaatse infiltratie van het hemelwater afkomstig van deze daken plaatsvinden. Het water uit de regenton kan bovendien worden gebruikt voor het begieten of besproeien van de tuin in droge periodes (maar ook voor kamerplanten en bepaalde schoonmaakklussen). Omdat de kavels niet voldoende ruim zijn om middels ondergrondse voorzieningen aan de compensatie eis te voldoen, kan voor deze locatie gedacht worden aan een waterbergend groen dak. Deze oplossing verlaagt namelijk tevens de bergingseis. Overige maatregelen worden omschreven op pagina s 13 en 14. Lage Mierde - De Hasselt II Situatie plangebied Het plangebied is genaamd De Hasselt II gelegen te Lage Mierde. Er zijn in totaal drie gebieden bestemd als woongebied, met een maximaal aantal van 23 woningen. Het plangebied is momenteel volledig braakliggend. Omdat er ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan 9 woningen bijkomen zijn enkel deze woningen beschouwd bij het vaststellen van de waterbergingsopgave. Figuur 5. Uitsnede legger, ligging oppervlaktewater Lage Mierde De Hasselt II Oppervlaktewateren Aan de zuidkant van de percelen is een B-watergang aanwezig. Richting het westen is een A-watergang aanwezig (RS1). Grondwater De gemiddelde hoogste grondwaterstand binnen het plangebied bedraagt tussen de 0,40 tot 1,00 m-mv (bron: Bodematlas Provincie Noord-Brabant). Voor zover bekend vinden in de directe omgeving van de locatie geen grootschalige grondwateronttrekkingen plaats die een directe invloed hebben op de grondwaterstand en grondwaterstroming op de locatie. 1707/027/EB-01.v2 pagina 10 van 16

327 Riolering Ter plaatse van het plangebied ligt een gescheiden rioleringssysteem. Naast het plangebied is een grote infiltratievijver gerealiseerd die dient voor de centrale hemelwaterberging voor de naastgelegen woongebieden. Invloed planvoornemen Van het bouwplan zijn de gegevens bekend zoals in navolgende tabel 3. Het bestemmingsplan krijgt een flexibel karakter waardoor de exacte bouwmassa s niet zijn vastgelegd. Voor de hoofdgebouwen is uitgegaan van een maximale oppervlakte van 120 m 2 (12 meter bij 10 meter). Voor de bijgebouwen is uitgegaan van een maximale oppervlakte van 60 m 2 (bron: bestemmingsplan Kom Reusel ). Tabel 3. Gegevens oppervlakten Lage Mierde De Hasselt II gebruik oppervlak oude situatie nieuwe situatie dakoppervlak bouwvlakken m 2 dakoppervlak bijgebouwen m 2 Totaal dakoppervlakten m 2 terreinverharding nieuw* m 2 Totale verharding (dakoppervlak + terreinverharding) 0 m m 2 * Voor de oppervlakte aan terreinverharding wordt 20% van het dakoppervlak aangehouden. Uit bovenstaande tabel kan geconcludeerd worden dat het dakoppervlak zal toenemen met maximaal 1620 m 2. Het totale verhard oppervlak zal toenemen met maximaal 1944 m 2. De gemeente Reusel-De Mierden hanteert een bergingseis van 20 mm bij een toename van verhard oppervlak tot 2000 m 2. Dit betekent dat 0,02 x 1944 = 38,9 m 3 geborgen dient te worden, overeenkomend met circa 4,3 m 3 per kavel. De kavels zijn voldoende groot om hierin te voorzien. Er worden geen nieuwe, centrale hemelwatervoorzieningen in het openbare gebied aangelegd. Bovengrondse infiltratie ter plaatse van de kavels kan door middel van het aanleggen van een vijver al dan niet in combinatie met het gebruik van een regenton. Door bijvoorbeeld een regenton dusdanig te construeren dat deze vanaf een bepaald waterniveau langzaam leegloopt op de erfverharding richting de tuin kan namelijk ter plaatse infiltratie van het hemelwater afkomstig van deze daken plaatsvinden. Het water uit de regenton kan bovendien worden gebruikt voor het begieten of besproeien van de tuin in droge periodes (maar ook voor kamerplanten en bepaalde schoonmaakklussen). Overige maatregelen worden omschreven op pagina s 13 en 14. Hulsel - Kerkekkers Situatie plangebied Het plangebied is gelegen aan de Kerkekkers te Hulsel. Het plangebied is bestemd als woongebied met maximaal 4 woningen. De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 830 m 2. Het gebied is volledig braakliggend. 1707/027/EB-01.v2 pagina 11 van 16

328 Figuur 6. Uitsnede legger, ligging oppervlaktewater Hulsel Kerkekkers Oppervlaktewateren Ten oosten van het perceel is een B-watergang aanwezig. Grondwater De gemiddelde hoogste grondwaterstand binnen het plangebied bedraagt tussen de 0,60 tot 0,80 m-mv (bron: Bodematlas Provincie Brabant). Voor zover bekend vinden in de directe omgeving van de locatie geen grootschalige grondwateronttrekkingen plaats die een directe invloed hebben op de grondwaterstand en grondwaterstroming op de locatie. Riolering Ter hoogte van het plangebied ligt een gescheiden rioleringssysteem. Hiernaast zijn voor de centrale berging van de naastgelegen woongebieden retenties (tijdelijke wateropvang bij hevige regenval) en een wadi gerealiseerd. Invloed planvoornemen Van het bouwplan zijn de gegevens bekend zoals weergegeven in navolgende tabel 4. Het bestemmingsplan krijgt een flexibel karakter waardoor de exacte bouwmassa s niet zijn vastgelegd. De kavels zijn relatief klein waardoor voor de bouwmogelijkheden is uitgegaan van een maximale oppervlakte van 120 m 2 (12 meter bij 10 meter). 1707/027/EB-01.v2 pagina 12 van 16

329 Tabel 4. Gegevens oppervlakten Hulsel - Kerkekkers gebruik oppervlak oude situatie nieuwe situatie Totaal plangebied 830 m m 2 dakoppervlak bouwvlakken m 2 Totaal dakoppervlakten m 2 terreinverharding nieuw* m 2 Totale verharding (dakoppervlak + terreinverharding) 0 m m 2 Totaal onverhard 830 m 2 75 m 2 * Voor de oppervlakte aan terreinverharding wordt 20% van het dakoppervlak aangehouden. Uit het tabel 4 kan geconcludeerd worden dat het totale verhard oppervlak zal toenemen met circa 755 m 2. Aangezien de toename van het verhard oppervlak minder dan 2000 m 2 bedraagt is de gemeente Reusel-De Mierden bevoegd gezag. De gemeente Reusel-De Mierden hanteert een bergingseis van 20 mm bij een toename van verhard oppervlak tot 2000 m 2. Dit betekent dat 0,02 x 755 = 15,1 m 3 geborgen dient te worden, overeenkomend met circa 3,8 m 3 per kavel. De kavels zijn voldoende groot om hierin te voorzien. Er worden geen nieuwe, centrale hemelwatervoorzieningen in het openbare gebied aangelegd. Bovengrondse infiltratie ter hoogte van de kavels kan door middel van het aanleggen van een vijver al dan niet in combinatie met het gebruik van een regenton. Door bijvoorbeeld een regenton dusdanig te construeren dat deze vanaf een bepaald waterniveau langzaam leegloopt op de erfverharding richting de tuin kan namelijk ter plaatse infiltratie van het hemelwater afkomstig van deze daken plaatsvinden. Het water uit de regenton kan bovendien worden gebruikt voor het begieten of besproeien van de tuin in droge periodes (maar ook voor kamerplanten en bepaalde schoonmaakklussen). Overige maatregelen worden omschreven op navolgende pagina s. Hemelwaterinfiltratievoorzieningen Dit zijn constructies die hemelwater bergen en vervolgens laten infiltreren in de bodem. Dit kunnen zowel bovengrondse als ondergrondse infiltratiesystemen zijn, of een combinatie daarvan. Bovengrondse infiltratie - waterdoorlatende verharding: door middel van poreuze stenen kan het water infiltreren in de bodem, dit kan ook door middel van het aanleggen van ander doorlatend materiaal zoals grind; - wadi: het water wordt via een regenwaterafvoersysteem naar de wadi gebracht waarna het water wordt geborgen en vervolgens kan infiltreren in de bodem; - regenton: een regenton heeft doorgaans een inhoud van vijftig tot driehonderd liter, en kan hiermee weliswaar een beperkte, maar goedkope oplossing vormen voor het vasthouden van hemelwater. Dit vergroot bovendien tevens het waterbewustzijn van de toekomstige bewoners; - groene daken: groene daken of vegetatiedaken zijn platte of hellende daken met begroeiing. De begroeiing ontwikkelt zich tot een min of meer ecologisch stabiele plantengemeenschap die zichzelf in stand kan houden met een minimum aan onderhoud. Bij een groen dak ontstaat er een buffereffect. Wanneer het hemelwater op het groene dak valt, dringt het in het dakpakket 1707/027/EB-01.v2 pagina 13 van 16

330 en wordt het door de verschillende lagen opgehouden zodat het pas in een later stadium de afvoer bereikt. Bovendien wordt een gedeelte van het vocht opgenomen door de planten. Dit buffereffect laat toe dat het hemelwater helemaal of grotendeels geabsorbeerd wordt en zodoende het regenwaterafvoersysteem ontlast. Bij deze toepassing blijkt over het algemeen impliciet een berging van tenminste 25 mm aanwezig (in het groene dak). Voor groene daken wordt conform het van toepassing zijnde waterbeleid geen aanvullende berging gevraagd voor het deel met groen dak. Ondergrondse infiltratie Een ondergrondse infiltratie dient boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand van het grondwater gerealiseerd worden (GHG). - infiltratiekrat: dit is een krat die in de bodem wordt geplaatst, het water wordt verzameld en kan in de bodem infiltreren; - infiltratieriolering: dit heeft dezelfde werking als een infiltratiekrat maar dan in een rioleringsvorm. Borging voorzieningen Om ervoor te zorgen dat de infiltratievoorzieningen zo optimaal mogelijk worden gebruikt is een aantal dingen van belang: - bij de aanleg van de voorzieningen moet gecontroleerd worden dat dit op de juiste wijze wordt uitgevoerd; - wanneer de voorzieningen volgens richtlijnen zijn aangelegd moeten deze steeds na een bepaalde tijd worden gecontroleerd; - geadviseerd wordt om een kettingbeding te laten opnemen in het koopcontract voor het in stand laten en onderhouden van de hemelwaterberging. Noodoverstortvoorzieningen Doel van een noodoverstortvoorziening is het voorkomen van het bezwijken van de constructie door waterbelasting. Noodoverlopen in gebouwen bestaan in de vorm van: - een dakgoot die over mag lopen; - een gedeeltelijk verlaagde dakrand; - de zogenoemde "brievenbus" of groot rond gat; - een noodafvoersysteem met afvoeren in het dakvlak. Het is van belang dat deze voorzieningen niet op het gemeentelijk rioleringssysteem worden aangesloten, zodat dit systeem niet kan overlopen. Conclusie Zoals eerder vermeld is op basis van de algemene regel van de Keur compensatie vereist wanneer de toename van verhard oppervlak meer dan 2000 m 2 is bedraagt. Dit is enkel op de locatie in Hooge Mierden het geval. Bij de andere gebieden is compensatie op basis van de Keur derhalve niet noodzakelijk, de gemeente is hier bevoegd gezag. De gemeente Reusel-De Mierden hanteert een bergingseis van 20 mm bij een toename van verhard oppervlak tot 2000 m 2. Bij de locatie in Hooge Mierden is de Keur wel van toepassing. De benodigde compensatie is derhalve berekend op basis van de rekenregel uit de Keur. 1707/027/EB-01.v2 pagina 14 van 16

331 De kavels op drie woningbouwlocaties zijn dermate groot dat het regenwater opgevangen kan worden op de kavels zelf. Enkel op de locatie Leeuwerik in Hooge Mierden kunnen de kavels ruimtelijk niet voldoen aan de gesteld compensatie eis. Op deze locatie wordt geadviseerd de waterberging deels te realiseren in de openbare ruimte en deels op de kavels (eventueel ook boven maaiveld). Door het toepassen van groene daken vermindert de compensatie eis. Hierdoor is het bovendien ook mogelijk om niet boven voornoemde grens van 2000 m 2 uit te komen waardoor de bergingseis aanzienlijk lager zal uitvallen. Bij de uitwerking van de bouwplannen worden de bergingsvoorzieningen nader uitgewerkt. Overige aandachtspunten Geadviseerd wordt om het ontwerpen en het aanleggen van een infiltratievoorziening door een op dit gebied ervaren specialist uit te laten voeren. Het opstellen van een nader plan van aanpak (detailtekening en -berekening), het eventueel toepassen van grondverbetering en het realiseren van onderhoudsmogelijkheden maken in de regel onderdeel uit van deze werkzaamheden. Op deze wijze moet voorkomen worden, dat de toekomstige infiltratievoorzieningen onjuist gedimensioneerd zijn, op de verkeerde diepte worden aangelegd, onvoldoende functioneren of dat de infiltratiecapaciteit na verloop van tijd te snel en te veel terugloopt. In het afwateringssysteem van de daken moeten voorzieningen worden aangebracht om vaste bestanddelen als bladeren, zand, ander sediment en dergelijke achter te houden zodat het systeem niet verstopt raakt of dicht gaat slibben in de tijd. Deze voorzieningen moeten goed bereikbaar blijven, om ze regelmatig te kunnen onderhouden en reinigen. De afkoppeling van het hemelwater van het afvalwater maakt dat er in de bebouwing geen materialen gebruikt mogen worden die de grondwaterkwaliteit negatief kunnen beïnvloeden, zoals uitlogende materialen, bijvoorbeeld zink en lood. Het is niet toegestaan chemische bestrijdingsmiddelen toe te passen of agressieve reinigingsmiddelen te gebruiken op de af te koppelen verharde oppervlakken. Het is in beperkte mate toegestaan tijdens gladheid door bevriezing of sneeuwval zout als gladheidbestrijdingsmiddel op de bestrating en parkeerplaatsen e.d. toe te passen. Een alternatief kan bijvoorbeeld zand zijn. 1707/027/EB-01.v2 pagina 15 van 16

332 Wij gaan ervan uit u hiermee op passende wijze van dienst te zijn geweest. Met vriendelijke groet, Tritium Advies B.V. ing. E.E. Barendregt Junior projectleider RO Dit document is digitaal gegenereerd en derhalve niet voorzien van een handtekening. De inhoud is aantoonbaar gecontroleerd en vrijgegeven. Het document mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Door derden aangebrachte wijzigingen en/of toevoegingen dan wel oneigenlijk gebruik van het document vallen niet onder de verantwoording van Tritium Advies BV. 1707/027/EB-01.v2 pagina 16 van 16

333 Bijlage 10 Vooroverlegreactie Provincie Stedelijk gebied 2018, w oningbouw locaties Reusel-De Mierden 333

334 Brabantlaan 1 Postbus MC s-hertogenbosch Gemeente Reusel-De Mierden Postbus AA REUSEL Telefoon (073) Fax (073) IBAN NL86INGB Bereikbaarheid openbaar vervoer en fiets: Onderwerp Voorontwerp-bestemmingsplan Herziening Woningbouwlocaties Reusel-De Mierden Datum 26 januari 2018 Ons kenmerk C / Uw kenmerk - Geacht college, In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op het voorontwerp-bestemmingsplan Herziening Woningbouwlocaties Reusel- De Mierden. Wij hebben ons beperkt tot de vraag hoe het zich verhoudt tot de provinciale belangen die op basis van het provinciaal ruimtelijke beleid relevant zijn. Uw voorontwerp bestemmingsplan geeft ons geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Contactpersoon W. (Wietse) Burger Telefoon (06) wburger@brabant.nl Bijlage(n) - Beleidsveld Ruimte, namens deze, P.M.A. van Beek, afdelingshoofd In verband met geautomatiseerd verwerken is dit document digitaal ondertekend.

335 Bijlage 11 Vooroverlegreactie Waterschap Stedelijk gebied 2018, w oningbouw locaties Reusel-De Mierden 335

336 Gemeente Reusel-De Mierden t.a.v. Dhr. P. van den Akker Postbus AA REUSEL Boxtel : 1 februari 2018 behandeld door : Ruud Koch ons kenmerk : Z48433 / U60577 doorkiesnummer : (0411) uw kenmerk : Uw d.d adres : RKoch@dommel.nl onderwerp : Reactie voorontwerp bestemmingsplan Herziening Woningbouwlocaties Reusel- De Mierden bijlagen : 2 verzonden : 6 februari 2018 Geachte heer van den Akker, Op 16 januari 2018 ontving ik van u per het voorontwerp bestemmingsplan voor de Herziening van de Woningbouwlocaties in Reusel-De Mierden. Hierbij geef ik u mijn reactie op het plan. Reactie Planregels In planregel 5.3.d (Nadere eisen bestemming Wonen) is opgenomen dat Burgemeester en Wethouders nadere eisen kunnen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van een goede waterhuishoudkundige inpassing van nieuwe verharding. Dit stellen wij zeer op prijs. Ik adviseer ook in artikel 4 (Verkeer) en 6.3 (Woongebieden, Nadere eisen) een dergelijk artikel op te nemen. Zeker wanneer de hemelwatervoorzieningen op particulier gebied dienen te worden gerealiseerd is het belangrijk dat dit juridisch afgedwongen kan worden middels een goede borging in de bestemmingsplan regels. Ik adviseer een voorwaardelijke verplichting op te nemen in de planregels die gebruik conform de bestemming alleen toe laat wanneer er voldoende hemelwaterberging is gerealiseerd en in stand wordt gehouden. Reactie Hemelwaterverwerking Omschrijving voorgestelde particuliere hemelwaterverwerking In de waterparagraaf is aangegeven dat kavels op de vier woningbouwlocaties dermate groot zijn dat het regenwater opgevangen kan worden op de kavels zelf. In bijlage 6 zijn berekeningen opgenomen van de benodigde capaciteit. De nieuwbouwlocaties zijn

337 ons kenmerk: Z48433/U60577 pagina 2 momenteel onverhard. Er zijn géén hemelwaterbergingsvoorziening in openbaar gebied gepland. Risico s particuliere hemelwaterberging Het is een mooi streven om hemelwater in zijn geheel op eigen terrein te verwerken. Echter kleven hier ook risico s aan betreffende het controleren van aanleg, instandhouding en onderhoud van deze voorzieningen. Ik adviseer aandacht te besteden aan de borging van de realisatie, uitvoering en instandhouding van de voorzieningen. GHG Alleen het deel van een hemelwaterbergingsvoorziening boven de GHG (Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand) kan gerekend worden als berging. In Bijlage 1 vindt u de GHG op de 4 locaties. Ik adviseer informatie over de GHG op te nemen in de waterparagraaf. Benodigde bergingsruimte. De in bijlage 6 van de Watertoets weergegeven bergingsopgaven per locatie zijn correct. Ik mis echter informatie m.b.t. het bijbehorende ruimtebeslag. Dit is nl. afhankelijk van de lokale GHG en de gekozen hemelwaterbergingsvoorziening. In het bestemmingsplan is aangegeven dat op de percelen voldoende ruimte is om alle benodigde hemelwaterberging te realiseren. Gezien de GHG en beschikbare onbebouwde en/of onverharde ruimte vraag ik mij af of dit ook werkelijk overal het geval is. Graag verwijs ik naar bijgevoegde bijlage 2 (excel bestand) waarin de berekening van de benodigde bergruimte en het (indicatieve) bijbehorende ruimtebeslag is opgenomen. Hieruit blijkt dat het bergen van hemelwater mogelijk meer ruimte vraagt dat verwacht. Ik adviseer een nadere uitwerking van het ruimtebeslag van de hemelwaterbergingsvoorziening per perceel op te nemen in de waterparagraaf en te heroverwegen of het benodigde ruimtebeslag inderdaad in zijn geheel past binnen de particuliere percelen. Hemelwater afvoer in noodsituaties. Het kan voorkomen dat er meer hemelwater valt dat waarmee rekening is gehouden bij de berekening van de benodigde bergingscapaciteit. Het is in die gevallen van groot belang dat er een noodoverstortvoorziening is gerealiseerd vanaf de hemelwaterberging naar oppervlaktewater of openbaargebied om te voorkomen dat wateroverlast ontstaat. Ik adviseer aan te geven op welke manier de noodafvoer vanuit de te plannen particuliere hemelwaterbergingen gerealiseerd gaat worden. Regenton In bijlage 6 wordt als oplossing voor hemelwater berging vaak gerefereerd aan de regenton. Een gemiddelde regenton heeft een bergend vermogen van 200 a 400 liter. In verhouding met de gemiddelde benodigde berging per perceel levert een regenton dus slechts een symbolische bijdrage aan de benodigde berging. Ook voor deze locatie is het van belang dat een goede voorziening wordt getroffen voor de overloop wanneer er méér dan 15 mm hemelwater valt. Ik verzoek u hierover informatie op te nemen.

338 ons kenmerk: Z48433/U60577 pagina 3 Berging van hemelwater in openbaar gebied Er is in de waterparagraaf niet aangegeven welk type riool is of wordt aangelegd bij de 4 locaties. Dit is, samen met de bestaande bergingscapaciteit en belasting van dit riool en de eventueel reeds bestaande overlast situaties, belangrijke informatie voor het bepalen van de mogelijkheden om hemelwater in noodsituaties af te voeren richting riolering. Ik adviseer in de waterparagraaf meer informatie op te nemen over de riolering in de omgeving van de 4 nieuwbouwlocaties. Op verschillende locaties zijn delen van het plangebied bestemd als verkeer. Dit terrein zal naar alle waarschijnlijkheid worden verhard en geen deel uitmaken van de woonpercelen. Ik verzoek u aan te geven hoe hemelwater dat op deze delen van het plangebied valt zal worden verwerkt. Conclusie Gezien de opmerkingen en vragen hierboven kan ik op dit moment nog niet instemmen met het voorliggende voorontwerp bestemmingsplan. Mochten u, initiatiefnemer of adviseur vragen hebben dan ben ik via bovenstaande contactgegevens te benaderen. Indien gewenst ben ik altijd bereid om in een overleg mijn reactie nader toe te lichten en de mogelijkheden voor omgang met water met u te bespreken. Aanvullend Advies Richtlijnen Wanneer er gekozen wordt voor particulieren hemelwaterbergingsvoorzieningen adviseer ik een set richtlijnen mee te geven voor de aanleg en onderhoud van deze voorzieningen. Kettingbeding Ik adviseer in het koopcontract een kettingbeding te laten opnemen voor het in stand laten en onderhouden van voldoende hemelwaterberging. Met vriendelijke groet, Waterschap De Dommel Ing. Ruud Koch Adviseur Ruimtelijke Planvorming

339 ons kenmerk: Z48433/U60577 pagina 4 Bijlage 1 Locatie 1 Reusel Hooge Mierde

340 ons kenmerk: Z48433/U60577 pagina 5 Lage Mierde Hulsel Bijlage 2 Zie in de mail bijgevoegd Excel bestand.

Bijlage 3 Bodemonderzoek

Bijlage 3 Bodemonderzoek Bijlage 3 Bodemonderzoek Bijlage 4 Flora en Fauna Beknopte levering uit de NDFF Disclaimer De Nationale Databank Flora

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Prins Clausstraat 2 Hoogerheide

Quickscan flora en fauna Prins Clausstraat 2 Hoogerheide Quickscan flora en fauna Prins Clausstraat 2 Hoogerheide documentkenmerk: 1611/058/LM-01, versie 1 Quickscan flora en fauna in opdracht van Welmers Burg Stedenbouw De heer J. Welmers Robberstraat 5 4201

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Lage Zegstraat Zegge

Quickscan flora en fauna Lage Zegstraat Zegge Quickscan flora en fauna Lage Zegstraat Zegge documentkenmerk: 1602/128/LM-03, versie 1 Quickscan flora en fauna in opdracht van Bouwbedrijf BOOT De heer R. Passier Grenssteen 27 4815 PP BREDA betreffende

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Plan Peperstraat Kaatsheuvel

Quickscan flora en fauna Plan Peperstraat Kaatsheuvel Quickscan flora en fauna Plan Peperstraat Kaatsheuvel documentkenmerk: 1603/014/LM-04, versie 1 Quickscan flora en fauna in opdracht van Welmers Burg Stedenbouw De heer J. Welmers Robberstraat 5 4201 AK

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Stationsweg ong. Wijlre

Quickscan flora en fauna Stationsweg ong. Wijlre Quickscan flora en fauna Stationsweg ong. Wijlre documentkenmerk: 1608/037/RV-01, versie 1 Quickscan flora en fauna in opdracht van Tonnaer adviseurs in omgevingsrecht T.a.v. mevrouw K. Bertrand Vonderweg

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Nieuwstraat-Vreugdendaal Gilze

Quickscan flora en fauna Nieuwstraat-Vreugdendaal Gilze Quickscan flora en fauna Nieuwstraat-Vreugdendaal Gilze documentkenmerk: 1604/005/LM-01, versie 1 Quickscan flora en fauna in opdracht van Welmers Burg Stedenbouw De heer J. Welmers Robberstraat 5 4201

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Nieuwbouw 2 woningen Postweg ong. te Vught

Quickscan flora en fauna Nieuwbouw 2 woningen Postweg ong. te Vught Quickscan flora en fauna Nieuwbouw 2 woningen Postweg ong. te Vught documentkenmerk: 1509/006/MF-04, versie 4 Quickscan flora en fauna in opdracht van De heer H.J.H. Hetzenauer Margrietlaan 51 5263 BT

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Celsius (fase 1) Eindhoven

Quickscan flora en fauna Celsius (fase 1) Eindhoven Quickscan flora en fauna Celsius (fase 1) Eindhoven documentkenmerk: 1510/014/CD-02, versie 1 Quickscan flora en fauna in opdracht van RA Infra De heer F. Jetten Den Dries 4 5552 CL VALKENSWAARD betreffende

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Meierijlaan/Huizingalaan Eindhoven

Quickscan flora en fauna Meierijlaan/Huizingalaan Eindhoven Quickscan flora en fauna Meierijlaan/Huizingalaan Eindhoven documentkenmerk: 1508/091/RV-01, versie 1 Quickscan flora en fauna in opdracht van EMM Vastgoed BV De heer L. van Aken Postbus 202 5580 AE WAALRE

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Wildwal 17 en 18 Veldhoven

Quickscan flora en fauna Wildwal 17 en 18 Veldhoven Quickscan flora en fauna Wildwal 17 en 18 Veldhoven documentkenmerk: 1511/110/MF-01, versie 1 Quickscan flora en fauna in opdracht van Spierings Bouwsupport de heer P. Spierings Bogardeind 155 5664 ED

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Verlengde Houtweg 10 Laren

Quickscan flora en fauna Verlengde Houtweg 10 Laren Quickscan flora en fauna Verlengde Houtweg 10 Laren documentkenmerk: 1603/083/RV-02, versie 1 Quickscan flora en fauna in opdracht van OD205 SL de heer A. Stam Oude Delft 205 2611 HD DELFT betreffende

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Nieuwbouw woningen kavel 2 en 3 Den Heikop ongenummerd Elsendorp

Quickscan flora en fauna Nieuwbouw woningen kavel 2 en 3 Den Heikop ongenummerd Elsendorp Quickscan flora en fauna Nieuwbouw woningen kavel 2 en 3 Den Heikop ongenummerd Elsendorp Quickscan flora en fauna in opdracht van V.O.F. Donkers-Relou Bouwkundig Tekenburo De heer M. Haenen Den Heikop

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Dorpsstraat 119 Heerjansdam

Quickscan flora en fauna Dorpsstraat 119 Heerjansdam Quickscan flora en fauna Dorpsstraat 119 Heerjansdam documentkenmerk: 1712/024/EB-01, versie 1 Quickscan flora en fauna in opdracht van De heer E.P.M. Linsen en mevrouw J.T.E. Linsen - de Penning Palissanderhout

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor

Nadere informatie

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter Ff-onderzoek Wierdenseweg, Enter Datum: 19-9-2013 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: 6444 Aanleiding en doel Binnen het plangebied (zie bijlage 1) wordt

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna

Quickscan flora en fauna Bijlage 2 Quickscan flora en fauna Toelichting Herziening bestemmingsplan Gemert-Bakel Buitengebied 2010, Handelseweg ong. Handel Quickscan flora en fauna Handelseweg ongenummerd Handel documentkenmerk:

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Molenkade 25, 27 en 33 Dussen

Quickscan flora en fauna Molenkade 25, 27 en 33 Dussen Quickscan flora en fauna Molenkade 25, 27 en 33 Dussen Quickscan flora en fauna in opdracht van Ballegooyen Modes T.a.v. de heer J. Vos Molenkade 25 4271 AE DUSSEN betreffende de locatie Molenkade 25,

Nadere informatie

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas Advies : QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas Datum : 14 januari 2014 Opdrachtgever : De heer L.P.G. Oudenhoven Projectnummer : 211x05418 Opgesteld door : Ineke Kroes

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Herontwikkeling Klooster Koningsbosch

Quickscan flora en fauna Herontwikkeling Klooster Koningsbosch Quickscan flora en fauna Herontwikkeling Klooster Koningsbosch documentkenmerk: 1509/105/RV-03, versie 2 Quickscan flora en fauna in opdracht van Gelasius Vastgoedmaatschappij BV De heer S. Bouharrou Graafseweg

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g X.X Eco lo gi e KADER Om de uitvoerbaarheid van het plan te toetsen, is een inventarisatie van natuurwaarden

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Hofstraat 14 Nijswiller

Quickscan flora en fauna Hofstraat 14 Nijswiller Quickscan flora en fauna Hofstraat 14 Nijswiller documentkenmerk: 1510/062/RV-01, versie 1 Quickscan flora en fauna in opdracht van Stichting Agroproductie & Leisurepark Zuid-Limburg de heer J. Titulaer

Nadere informatie

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 Briefrapport van: ons kenmerk: SAB Arnhem B.V. KUEN/80685 datum: 30 januari 2009 betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 aanleiding en methode Aan de Bloksteegweg 1, te Borne (gemeente Borne)

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Notitie Contactpersoon ing. M.M. (Margaret) Konings Datum 18 juli 2012 Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Algemeen In opdracht van Monarch heeft Tauw in 2011 en 2012 onderzoek

Nadere informatie

Ecologica BV Rondven PX Maarheeze. Quickscan beschermde flora en fauna Landgoed de Klokkenberg te Breda

Ecologica BV Rondven PX Maarheeze. Quickscan beschermde flora en fauna Landgoed de Klokkenberg te Breda Ecologica BV Rondven 22 6026 PX Maarheeze 0495-46 20 70 0495-46 20 79 info@ecologica.eu www.ecologica.eu Landgoed de Klokkenberg BV T.a.v. R. Schul Postbus 4886 4803 EW Breda Bijlage 44 bij besluit Z2018-001757-V1

Nadere informatie

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats Ecologica BV Rondven 22 6026 PX Maarheeze 0495-46 20 70 0495-46 20 79 info@ecologica.eu www.ecologica.eu Gemeente Best T.a.v. dhr. P. van den Broek Raadhuisplein 1 Postbus 50 5680 AB Best Datum: 2 april

Nadere informatie

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele Butersdijk nabij nummer 21, Lettele Datum: 12-3-2014 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: 6546 Aanleiding en doel Aan de Butersdijk, nabij

Nadere informatie

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Kalverdans, Boskoop. Datum : 22 oktober 2015

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Kalverdans, Boskoop. Datum : 22 oktober 2015 QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Kalverdans, Boskoop Datum : 22 oktober 2015 Rapportnummer : 215-BKa-nw-v1 Koolweg 64 5759 PZ Helenaveen Tel: 0493-539803 E-mail: mena@m-en-a.nl NL37 INGB 0007622002 KvK: 17095577

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

memo Actualisatie Flora- en faunaonderzoek in verband met nieuwe Wet natuurbescherming.

memo Actualisatie Flora- en faunaonderzoek in verband met nieuwe Wet natuurbescherming. memo aan: van: ons kenmerk: Gemeente Haaren SAB FRAN/VERK/100799.03 datum: 27 februari 2017 betreft: Actualisatie Flora- en faunaonderzoek in verband met nieuwe Wet natuurbescherming. INLEIDING In Esch

Nadere informatie

memo datum: 22 juli 2011

memo datum: 22 juli 2011 memo aan: van: Buro SRO Laneco datum: 22 juli 2011 betreft: 1 Inleiding Aan de Koterweg te Barneveld is de sloop van een voormalig kruisgebouw voorgenomen. In de plaats hiervan worden 17 zorgappartementen

Nadere informatie

ADVIES / Quickscan flora en fauna Steenovenseweg te Best 1

ADVIES / Quickscan flora en fauna Steenovenseweg te Best 1 Notitie : Quickscan flora en fauna Steenovenseweg te Best Datum : 22 april 2016 Opdrachtgever : Van Kemenade Fourage Projectnummer : 211x07525 Opgesteld door : Ineke Kroes Bij ruimtelijke planvorming is

Nadere informatie

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn Elburgweg 59, Apeldoorn Datum: 21-10-2013 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: P3959 Aanleiding en doel Aan de Elburgweg te Apeldoorn worden twee kippenschuren

Nadere informatie

BIJLAGE 1. Quickscan ecologie

BIJLAGE 1. Quickscan ecologie BIJLAGEN BIJLAGE 1 Quickscan ecologie QUICKSCAN FLORA- EN FAUNAWET EN NATUURWETGEVING BREDE SCHOOL TE BIERVLIET QUICKSCAN TEN BEHOEVE VAN DE FLORA- EN FAUNAWET EN NATUURWETGEVING VOOR DE BOUW VAN EEN

Nadere informatie

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Michiel de Ruyterstraat 25, Aalst. Datum : 29 februari 2016

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Michiel de Ruyterstraat 25, Aalst. Datum : 29 februari 2016 QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Michiel de Ruyterstraat 25, Aalst Datum : 29 februari 2016 Rapportnummer : 216-AMR25-nw-v1 Koolweg 64 5759 PZ Helenaveen Tel: 0493-539803 E-mail: mena@m-en-a.nl NL37 INGB 0007622002

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 03-12-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever:

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Oudestraat 21 Sprang-Capelle

Quickscan flora en fauna Oudestraat 21 Sprang-Capelle Quickscan flora en fauna Oudestraat 21 Sprang-Capelle documentkenmerk: 1411/058/RV-02, versie 2 Quickscan flora en fauna in opdracht van Stichting Casade mevrouw Y. Loos Postbus 5 5140 AA WAALWIJK betreffende

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november 2009 Soortenbescherming De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze

Nadere informatie

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Centrumplan Stationsstraat, Rijen. Datum : 22 maart 2016

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Centrumplan Stationsstraat, Rijen. Datum : 22 maart 2016 QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Centrumplan Stationsstraat, Rijen Datum : 22 maart 2016 Rapportnummer : 216-RSt-nw-v3 Koolweg 64 5759 PZ Helenaveen Tel: 0493-539803 E-mail: mena@m-en-a.nl NL37 INGB 0007622002

Nadere informatie

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen. Ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan deze ontwikkelingen

Nadere informatie

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Lage Zegstraat 17, Zegge. Datum : 9 juni 2016

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Lage Zegstraat 17, Zegge. Datum : 9 juni 2016 QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Lage Zegstraat 17, Zegge Datum : 9 juni 2016 Rapportnummer : 216-ZLZ17-nw-v1 Koolweg 64 5759 PZ Helenaveen Tel: 0493-539803 E-mail: mena@m-en-a.nl NL37 INGB 0007622002 KvK: 17095577

Nadere informatie

6 Flora- en fauna quickscan

6 Flora- en fauna quickscan 6 Flora- en fauna quickscan 6.1 Verantwoording 6.1.1 Literatuuronderzoek Om inzicht te krijgen in de actuele gegevens in het projectgebied zijn gegevens geraadpleegd via websites van onder andere de Vlinderstichting

Nadere informatie

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins Quickscan Spankerenseweg 20 Dieren februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Gegevens plangebied... 2 3 Methode... 3 4 Resultaten... 3 4.1 Bureaustudie...

Nadere informatie

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw, Bureauonderzoek ecologie, wijzigingsplan IJsseldijk-West Ecologie Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het

Nadere informatie

Briefnotitie Actualisatie quickscan natuurwaardenonderzoek Boomcateweg 39a Nijverdal. In het kader van de Flora- & Faunawet

Briefnotitie Actualisatie quickscan natuurwaardenonderzoek Boomcateweg 39a Nijverdal. In het kader van de Flora- & Faunawet Briefnotitie Actualisatie quickscan natuurwaardenonderzoek Boomcateweg 39a Nijverdal In het kader van de Flora- & Faunawet Colofon Briefnotitie actualisatie quickscan natuurwaardenonderzoek Boomcateweg

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Sportpark Aan de Bosstraat Ohé en Laak

Quickscan flora en fauna Sportpark Aan de Bosstraat Ohé en Laak Quickscan flora en fauna Sportpark Aan de Bosstraat Ohé en Laak documentkenmerk: 1506/060/RV-02, versie 1 Quickscan flora en fauna in opdracht van Tonnaer adviseurs in omgevingrecht de heer ir. G. Veugen

Nadere informatie

Datum : 16 september 2015 Opdrachtgever : Projectnummer : 211x08001 Opgesteld door : Ineke Kroes

Datum : 16 september 2015 Opdrachtgever : Projectnummer : 211x08001 Opgesteld door : Ineke Kroes Notitie : Quickscan flora en fauna Gemeentehuis te Leusden Datum : 16 september 2015 Opdrachtgever : Projectnummer : 211x08001 Opgesteld door : Ineke Kroes Bij ruimtelijke planvorming is een toetsing aan

Nadere informatie

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Status Definitief Datum 7 april 2015 Handtekening Matthijs

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Louisegroeveweg - Oude Baan Urmond

Quickscan flora en fauna Louisegroeveweg - Oude Baan Urmond Quickscan flora en fauna Louisegroeveweg - Oude Baan Urmond documentkenmerk: 1410/107/RV-01, versie 1 Quickscan flora en fauna in opdracht van Tonnaer Adviseurs in Omgevingsrecht de heer ing. B.H.C. Weekers

Nadere informatie

: Quickscan Flora en Fauna ruimtelijke ontwikkeling Korte Schaft, Houten

: Quickscan Flora en Fauna ruimtelijke ontwikkeling Korte Schaft, Houten Notitie : Quickscan Flora en Fauna ruimtelijke ontwikkeling Korte Schaft, Houten Datum : 1 februari 2017 Contactpersoon : Dhr. P. van Boheemen opdrachtgever Projectnummer : 211x08604 Opgesteld door : Rachel

Nadere informatie

Memo. nummer rev 00 datum RvR Limburg C.V. L.E.Dinger kopie project projectnummer Quickscan Flora en Fauna Danielweg te Horst

Memo. nummer rev 00 datum RvR Limburg C.V. L.E.Dinger kopie project projectnummer Quickscan Flora en Fauna Danielweg te Horst Memo nummer rev 00 datum 2 11 2011 aan RvR Limburg C.V. van L.E.Dinger kopie project projectnummer 200163 betreft Quickscan Flora en Fauna Danielweg te Horst Inleiding RvR Limburg C.V. heeft het voornemen

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg

Nadere informatie

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA QUICKSCAN FLORA EN FAUNA Behorende bij project: Oostkanaalweg 44, te Ter Aar Gemeente Nieuwkoop Opdrachtgever : Keijzer Dakbedekking b.v. Projectnummer : PS.2017.714 Datum : 21 augustus 2017 Niets uit

Nadere informatie

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Dinkelland t.a.v. dhr. H. Zegeren. datum: 22 juni quick scan flora en fauna

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Dinkelland t.a.v. dhr. H. Zegeren. datum: 22 juni quick scan flora en fauna Briefrapport aan: van: ons kenmerk: Gemeente Dinkelland t.a.v. dhr. H. Zegeren SAB RIJS/110164.01 datum: 22 juni 2012 betreft: quick scan flora en fauna AANLEIDING EN METHODE In Ootmarsum (gemeente Dinkelland,

Nadere informatie

Actualisatie quick scan in verband met nieuwe Wet natuurbescherming.

Actualisatie quick scan in verband met nieuwe Wet natuurbescherming. memo aan: van: ons kenmerk: Van Wijnen projectontwikkeling Oost SAB STOO/MERI/130166 datum: 16 december 2016 betreft: Actualisatie quick scan in verband met nieuwe Wet natuurbescherming. INLEIDING In Doorn

Nadere informatie

Louisegroeveweg - Bramert-Noord

Louisegroeveweg - Bramert-Noord Louisegroeveweg - Bramert-Noord Inhoudsopgave Bijlagen bij de toelichting 3 Bijlage 1 Quickscan flora en fauna 4 Bijlage 2 Akoestisch onderzoek 39 Bijlage 3 Memo met nieuwe berekeningsresultaten 117 Bijlage

Nadere informatie

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl info@faunaconsult.nl Faunaconsult KvK Venlo 09116138 De heer J. Bruekers Bolenbergweg 18 5951 AZ Belfeld Flora- en faunascan voor de bouw

Nadere informatie

/ Stadhuisplein, Veghel

/ Stadhuisplein, Veghel Advies : QuickScan Flora & Fauna Rembrandtlaan / Stadhuisplein, Veghel Datum : 29 januari 2014 Opdrachtgever : Megaborn, Dhr. Ir. N.A. van Amstel Projectnummer : 211x06733 Opgesteld door : Ineke Kroes

Nadere informatie

Bijlage 3 Bodemonderzoek

Bijlage 3 Bodemonderzoek Bijlage 3 Bodemonderzoek Bijlage 4 Flora en Fauna Beknopte levering uit de NDFF Disclaimer De Nationale Databank Flora

Nadere informatie

: Quickscan flora en fauna Salvador Allendelaan te Den Bosch

: Quickscan flora en fauna Salvador Allendelaan te Den Bosch Notitie : Quickscan flora en fauna Salvador Allendelaan te Den Bosch Datum : 20 augustus 2015 Opdrachtgever : Projectnummer : 211x07308 Opgesteld door : Ineke Kroes Controle door : Reinoud Vermoolen Bij

Nadere informatie

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. De heer J. Arends. datum: 20 april quick scan flora en fauna

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. De heer J. Arends. datum: 20 april quick scan flora en fauna Briefrapport aan: van: ons kenmerk: De heer J. Arends SAB RIJS/110571 datum: 20 april 2012 betreft: quick scan flora en fauna AANLEIDING EN METHODE In Opheusden (gemeente Neder-Betuwe, provincie Gelderland)

Nadere informatie

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Bijlage 1 Onderzoek ecologie Bijlage 1 Onderzoek ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan

Nadere informatie

notitie drs. M.J. Schilt 1. ONDERDEEL ECOLOGIE

notitie drs. M.J. Schilt 1. ONDERDEEL ECOLOGIE notitie postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 onderwerp ecologie - Trompenburg projectcode LIS16-2 referentie LIS16-2/akkr/029 opgemaakt door drs. A. den Held datum

Nadere informatie

:Natuurtoets Beneluxstraat 4, Oisterwijk

:Natuurtoets Beneluxstraat 4, Oisterwijk Advies :Natuurtoets Beneluxstraat 4, Oisterwijk Datum : 27 mei 2015 Opdrachtgever : Troboco Machines Ter attentie van Projectnummer : de heer T. Brock : 211x06739 Opgesteld door : Ineke Kroes i.a.a. :

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Sportlaan 2-4 Gemert

Quickscan flora en fauna Sportlaan 2-4 Gemert Quickscan flora en fauna Sportlaan 2-4 Gemert documentkenmerk: 1505/065/MVD-01, versie 1 Quickscan flora en fauna in opdracht van Ordito mevrouw drs. R. van de Ven Postbus 94 5126 ZH GILZE betreffende

Nadere informatie

Datum : 4 november 2014 Opdrachtgever : Gemeente Nijmegen Ter attentie van :

Datum : 4 november 2014 Opdrachtgever : Gemeente Nijmegen Ter attentie van : Notitie : Quickscan flora en fauna Vossenpelssestraat 67 te Nijmegen Datum : 4 november 2014 Opdrachtgever : Gemeente Nijmegen Ter attentie van : Projectnummer Opgesteld door : 211x07355 : Reinoud Vermoolen

Nadere informatie

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek Page 1 of 5 Bijlage 1 Ecologisch onderzoek Plan: Hoofdwinkelcentrum Status: vastgesteld Plantype: bestemmingsplan IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPHWC2011-VG01 In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verantwoording Titel : Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : Revisie : C1 Datum : 30-10-2012 Auteur(s) :

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist

Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 22-11-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de

Nadere informatie

Verkennend natuurwaardenonderzoek

Verkennend natuurwaardenonderzoek Verkennend natuurwaardenonderzoek Locatie: ter hoogte van de Spoorstraat te Zegge, gemeente Rucphen (NB) Datum: 26 maart 2012 Projectnummer: 211x05748 Opgesteld door: mw. P. Maas Ecoloog ruimtelijke ordening

Nadere informatie

Aanleiding van het onderzoek Wat is een quickscan

Aanleiding van het onderzoek Wat is een quickscan Correspondentie gegevens Projectgegevens Datum : 26 oktober 2015 Projectlocatie : Lindelaan 2b, Dordrecht Opgesteld door : Ing. P. Otte Betreft : FF- wet Quickscan Projectnummer : 1554 Contactpersonen

Nadere informatie

Notitie quickscan Flora en fauna

Notitie quickscan Flora en fauna Notitie quickscan Flora en fauna Prins Bernardstraat 2, Oldenzaal Projectnummer: 8399 Datum: 5-9-2017 Opgesteld: V. de Lenne Inleiding De initiatiefnemer is voornemens de woning aan de Prins Bernhardstraat

Nadere informatie

E c o l o g i e D i c h t e r s k w a r t i e r H a r d e r w i j k

E c o l o g i e D i c h t e r s k w a r t i e r H a r d e r w i j k E c o l o g i e D i c h t e r s k w a r t i e r H a r d e r w i j k Opdrachtgever: Raadthuisstaete Groep B.V. projectnummer: 116.51.50.00.00.0 0 Van: mevrouw A. Schwab Onderwerp: Dichterskwartier Harderwijk

Nadere informatie

Notitie Quickscan flora en fauna

Notitie Quickscan flora en fauna Notitie Quickscan flora en fauna De Uithof/ Kromhout te Utrecht Projectnummer: 5755.9 Datum: 5-5-2017 Projectleider: Opgesteld: Opdrachtgever: Universiteit Utrecht Universiteit Utrecht laat jaarlijks bomen

Nadere informatie

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari 2016. Auteur Veldonderzoek Projectcode

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari 2016. Auteur Veldonderzoek Projectcode Onderwerp Opdrachtgever Emmaschool Heerde Witpaard Project Status Datum Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari 2016 Auteur Veldonderzoek Projectcode Gelder, A. (Adriaan) de Gelder, A.

Nadere informatie

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen Witpaard BV Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. J. Drenth 15-182 concept 13 mei 2015 Betreft Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen Omschrijving Aanleiding en doelstelling

Nadere informatie

DWARSDIJK 2, 7052 CR, HALLE, GEMEENTE BRONCKHORST

DWARSDIJK 2, 7052 CR, HALLE, GEMEENTE BRONCKHORST Briefrapportage DWARSDIJK 2, 7052 CR, HALLE, GEMEENTE BRONCKHORST Zelhem : juni 2013 Rapportnummer : 1310 Projectnummer : 2108 Opdrachtgever Contactpersoon : Van Westreenen : Dhr. G. Navis Locatie : Dwarsdijk

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn

Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 31-10-2011 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: DT/2011/010.04

Nadere informatie

Toets flora en fauna Kolping te Nijmegen

Toets flora en fauna Kolping te Nijmegen Toets flora en fauna Kolping te Nijmegen Datum : 21 mei 2015 Projectnummer : 15-0099 Opdrachtgever : Talis Postbus 628 6500 AP Nijmegen 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In verband met de voorgenomen werkzaamheden

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen

Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 27-10-2011 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: DT/2011/010.03

Nadere informatie

Samenvatting quickscan natuurtoets

Samenvatting quickscan natuurtoets Samenvatting quickscan natuurtoets Onderwerp Opdrachtgever Insingerstraat Soest RV&O Project Status Datum Sloop en nieuwbouw Insingerstraat concept 8 januari 2016 Auteur Veldonderzoek Projectcode Gelder,

Nadere informatie

bestemmingsplan Boezemzoom BIJLAGE 5 Quickscan Flora en Fauna OD 205 SL stedenbouw + landschap 61

bestemmingsplan Boezemzoom BIJLAGE 5 Quickscan Flora en Fauna OD 205 SL stedenbouw + landschap 61 bestemmingsplan Boezemzoom BIJLAGE 5 Quickscan Flora en Fauna OD 205 SL stedenbouw + landschap 61 Quickscan flora en fauna Project Boezemzoom Pijnacker Tritium Advies BV Adviseurs in bouwen, milieu en

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek woningbouw Zetten

Verkennend natuuronderzoek woningbouw Zetten Verkennend natuuronderzoek woningbouw Zetten Onderzoek naar het voorkomen van beschermde natuurwaarden Datum: 13-02-2018 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2018/13.02 Versie:

Nadere informatie

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Pastoor Attendorenstraat Gemert

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Pastoor Attendorenstraat Gemert Toets flora en fauna Pastoor Attendorenstraat Gemert Datum : 1 mei 2017 Projectnummer : 17-0120 Opdrachtgever : Casper Kalb Projectaandrijving Veldwerk : E.J.F. Claassen Opgesteld door : N. Arts Kwaliteitscontrole

Nadere informatie

Bijlage 1 Natuurtoets

Bijlage 1 Natuurtoets Bijlage 1 Natuurtoets B1.1. Aanleiding en doel Aanleiding Door de aanleg van de N57 ten oosten van Middelburg dient ook de aansluiting in de stad aangepast te worden. Dit betreft een herinrichting van

Nadere informatie

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Heilleweg 21 te Sluis 1 QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Heilleweg 21 te Sluis Opdrachtgever: A.C. Dingemans Heilleweg 21 4524 KL Sluis Opgesteld door: ZLTO Advies Cereshof 4 4463 XH

Nadere informatie

: Quickscan flora en fauna ruimtelijke ontwikkeling Natteweg, Venlo

: Quickscan flora en fauna ruimtelijke ontwikkeling Natteweg, Venlo Notitie : Quickscan flora en fauna ruimtelijke ontwikkeling Natteweg, Venlo Datum : 3 augustus 2016 Opdrachtgever : Mevr. F. Woelkens Projectnummer : 211x08716 Opgesteld door : Rachel Lauwerijssen Gecontroleerd

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord

Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord Onderzoek naar het voorkomen van beschermde natuurwaarden Datum: 16-04-2013 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2013/16.04

Nadere informatie

Briefrapport. Globale ligging plangebied AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Oldenzaal t.a.v. de heer F. van Es. datum: 23 november 2011

Briefrapport. Globale ligging plangebied AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Oldenzaal t.a.v. de heer F. van Es. datum: 23 november 2011 Briefrapport aan: van: ons kenmerk.: Gemeente Oldenzaal t.a.v. de heer F. van Es SAB RIJS/110671 datum: 23 november 2011 betreft: quick scan flora en fauna AANLEIDING EN METHODE In Oldenzaal (gemeente

Nadere informatie

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet. Aan Rob Knijn Van C. van den Tempel CC M. Witteveldt Datum 12 januari 2017 Betreft Flora- en faunagegevens Middenweg Zuid Project Herontwikkeling Middenweg Zuid Geachte heer Knijn, Beste Rob, In 2014 en

Nadere informatie

Memo. nummer rev 00 datum RvR Limburg C.V. L.E.Dinger kopie project projectnummer Quickscan Flora en Fauna Jacob Poelsweg te America

Memo. nummer rev 00 datum RvR Limburg C.V. L.E.Dinger kopie project projectnummer Quickscan Flora en Fauna Jacob Poelsweg te America Memo nummer rev 00 datum 2 11 2011 aan RvR Limburg C.V. van L.E.Dinger kopie project projectnummer 200163 betreft Quickscan Flora en Fauna Jacob Poelsweg te America Inleiding RvR Limburg C.V. heeft het

Nadere informatie

Bureauonderzoek Flora en fauna

Bureauonderzoek Flora en fauna Bureauonderzoek Flora en fauna Ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Burgemeester de Beaufortplein 5 te Markelo

Verkennend natuuronderzoek locatie Burgemeester de Beaufortplein 5 te Markelo Verkennend natuuronderzoek locatie Burgemeester de Beaufortplein 5 te Markelo Onderzoek naar het voorkomen van beschermde natuurwaarden Datum: 31-10-2017 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Onderzoek flora en fauna 1. Ecologie In deze bijlage is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Enschede 2 December 2010 Rapportnummer 0123 Projectnummer

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Bijlage 3 Onderzoek flora en fauna Ecologie In dit onderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem

Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 28-11-2011 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:

Nadere informatie

Datum : 23 augustus 2017 Contactpersoon : De heer D. Ossewaarde (Rijswijk Wonen) Projectnummer : 211x09089 Opgesteld door : Ineke Kroes

Datum : 23 augustus 2017 Contactpersoon : De heer D. Ossewaarde (Rijswijk Wonen) Projectnummer : 211x09089 Opgesteld door : Ineke Kroes Notitie : Quickscan Flora en Fauna Benedictuslocatie te Rijswijk Datum : 23 augustus 2017 Contactpersoon : De heer D. Ossewaarde (Rijswijk Wonen) opdrachtgever Projectnummer : 211x09089 Opgesteld door

Nadere informatie