Ontheming en effectiviteit Van output naar outcome

Transcriptie

1 Van output naar outcome Stefaan Pleysier Leuven Institute of Criminology (LINC), KU Leuven

2 Inhoud Vooraf Ontheming en effectiviteit Wat werkt? in een beheerscultuur Evidence-based werken als mantra Risico als dominante benadering Van output naar outcome Good Lives als alternatief Positive youth justice 2

3 Vooraf 3

4 Vooraf 4

5 Vooraf 5

6 6

7 Wat werkt? in een beheerscultuur Nadruk op nieuwe managementstijlen, rationalisering en standaardisering haalbaarheid, efficiëntie, effectiviteit en werkzaamheid Ook in zachte sectoren bestaande methodieken en programma s dienen de beoogde doelstellingen te behalen, nieuwe programma s kunnen worden geïmporteerd op voorwaarde dat ze effectief blijken te zijn (Vervotte, 2006, p29) wat werkt moeten we versterken, andere interventies moeten we bijsturen of verlaten (Vandeurzen, 2015, p5) 7

8 Wat werkt? in een beheerscultuur Hoe? door onderzoek dat de effecten van de hulpverlening op lange termijn nagaat, om zo zicht te krijgen op de efficiëntie van het hulpaanbod, zodat er kan worden (bij)gestuurd (Vervotte, 2006, p18) door jeugddelinquentierecht af te stemmen op vernieuwde (jeugd)criminologische inzichten die vanuit een gevarieerde onderzoeksagenda het gekozen beleid onderbouwen en het maatregelenpakket kritisch benaderen er wordt ingezet op een meer wetenschappelijk onderbouwd en gericht beleid ten aanzien van jeugddelinquentie met de ambitie om Vlaanderen internationaal als goede praktijk in de aanpak van jeugddelinquentie te profileren (Vandeurzen, 2015, p5; MvT) 8

9 9

10 Evidence based werken als mantra Verwetenschappelijking van beleid en praktijk waardevol allesbehalve evident Valkuilen methodologische moeilijkheden bij effect- en evaluatieonderzoek doorgeschoten evaluatiedrift organisatiedoelen en procesindicatoren > maatschappelijke doelen output > outcome politisering van wetenschappelijk onderzoek 10

11 Risico als dominante benadering Beheerscultuur en voorzorgsprincipe effectief = reductie van risico wat werkt = reductie van recidive 11

12 Risico als dominante benadering Belang van risicofactorenonderzoek overtuigende logica bijzondere aantrekkingskracht identify the key risk factors for offending and implement prevention methods designed to counteract them (Farrington, 2007, p606) It is important that this evidence is used in decisions about the adoption of prevention services (Independent Commission on Youth Crime and ASB, 2010, p5) 12

13 Risico als dominante benadering Belang van risicofactorenonderzoek Maar werkt het echt? is het legitiem en wenselijk? does it actually work? is it a legitimate or desirable strategic aim; that is, can it be justified in principle? (Smith, 2006, p100) 13

14 Risico als dominante benadering Methodologische moeilijkheden labo vs complexe, sociale realiteit komen uit gesloten voorziening zeer brede problematiek: gezinsproblemen, schoolproblemen, gedragsproblemen, criminaliteit en druggebruik voeren daarbij de boventoon gemiddeld 7 eerdere hulpverleningen eerste politiecontact voor 14 de levensjaar meeste jongeren al vijf keer of vaker bij de jeugdrechter 2/3 de al voor zijn 15de levensjaar (Ferwerda et al, 2007) 14

15 Risico als dominante benadering Methodologische moeilijkheden labo vs complexe, sociale realiteit individuele interventies obv statistische groepsrisico s questionable jump from the identification of risk factors ( ) to the identification and control of risky individuals (Case, 2007, p94) 15

16 Risico als dominante benadering Methodologische moeilijkheden labo vs complexe, sociale realiteit individuele interventies obv statistische groepsrisico s risicofactoren als black box if the available evidence cannot tell us how risk/protective factors work, how these factors may precipitate youth offending or how programmes underpinned by them can reduce offending, subsequent research conclusions and evidence-based policies and practices are built on sand (Case, 2007, p98) 16

17 Risico als dominante benadering Wenselijk? kinderen en jongeren als objects of risk, als crash test dummies hulpverlener als klerk, blinde uitvoerder van gevalideerde protocollen en methodieken formulating cases purely in terms of risk factors, psychological and social deficits, psychological mechanisms and so on ( ) runs the risk of treating offenders as objects rather than subjects of lives (Ward & Fortune, 2013, p31) the lack of attention to the active human agent ( ) gives rise to the notion of the crash test dummy the proposition that young people are inexorably conditioned by early life factors to become offenders in adolescence (Case & Haines, 2009, p20) 17

18 Risico als dominante benadering the lack of attention to the active human agent ( ) gives rise to the notion of the crash test dummy the proposition that young people are inexorably conditioned by early life factors to become offenders in adolescence (Case & Haines, 2009, p20) 18

19 Van output naar outcome 19

20 Van output naar outcome Good Lives als alternatief GLM assumpties en gevolgen all individuals have similar basic needs and aspirations for their life programs should aim to increase individuals awareness of their core values and to assist them to translate this awareness into concrete intervention plans reduce risk by building the competences needed to achieve personally more fulfilling lives it is often hard to motivate offenders when the key task is to reduce offending; the chance at a better life is thus viewed as a consequence of this reduction rather than a primary goal as well (Ward & Fortune, 2013) 20

21 Van output naar outcome Good Lives als alternatief Noodzakelijke aanvulling subject vs object strenghts vs deficits outcome vs output prospectief vs retrospectief normatief vs. instrumenteel/technisch 21

22 Van output naar outcome Positive youth justice Integratieve, inclusieve benadering Participatie van kinderen en jongeren Ondersteunen in opnemen van verantwoordelijkheid > individueel schuldmodel the deficit-focused negativity and responsibilising nature of the risk paradigm is challenged bye the forwardlooking, promotional (of prosocial, positive behaviours) and rights-based nature of the CFOS approach (Haines & Case, 2015, p29) 22