AANGENOMEN TEKSTEN. In verscheidenheid verenigd. van de vergadering van. woensdag 14 januari 2009 EUROPEES PARLEMENT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AANGENOMEN TEKSTEN. In verscheidenheid verenigd. van de vergadering van. woensdag 14 januari 2009 EUROPEES PARLEMENT"

Transcriptie

1 EUROPEES PARLEMENT AANGENOMEN TEKSTEN van de vergadering van woensdag 14 januari 2009 P6_TA-PROV(2009)01-14 VOORLOPIGE UITGAVE PE In verscheidenheid verenigd

2

3 INHOUDSOPGAVE AANGENOMEN TEKSTEN P6_TA-PROV(2009)0015 Veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten ***I (A6-0500/ Rapporteur: Carlos Coelho) Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 14 januari 2009 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2252/2004 van de Raad betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten (COM(2007)0619 C6-0359/ /0216(COD))... 1 P6_TA-PROV(2009)0016 Overheidsopdrachten op het gebied van defensie en veiligheid ***I (A6-0415/ Rapporteur: Alexander Graf Lambsdorff) Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 14 januari 2009 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van bepaalde overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied (COM(2007)0766 C6-0467/ /0280(COD)) P6_TA-PROV(2009)0017 Gevaarlijke stoffen en preparaten (dichloormethaan) ***I (A6-0341/ Rapporteur: Carl Schlyter) Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 14 januari 2009 over het voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad betreffende beperkingen van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (dichloormethaan) (COM(2008)0080 C6-0068/ /0033(COD)) P6_TA-PROV(2009)0018 Bekrachtiging van het verdrag inzake arbeid in de visserij * (A6-0423/ Rapporteur: Ilda Figueiredo) Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 14 januari 2009 over het voorstel voor een beschikking van de Raad waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese Gemeenschap het verdrag inzake arbeid in de visserij van de Internationale Arbeidsorganisatie van 2007 te bekrachtigen (Verdrag nr. 188) (COM(2008)0320 C6-0218/ /0107(CNS)) P6_TA-PROV(2009)0019 Situatie van de grondrechten in de Europese Unie ( ) (A6-0479/ Rapporteur: Giusto Catania) PE \ I

4 Resolutie van het Europees Parlement van 14 januari 2009 over de situatie van de grondrechten in de Europese Unie ( ) (2007/2145(INI)) P6_TA-PROV(2009)0020 Verdrag betreffende maritieme arbeid (B6-0624/2008) Resolutie van het Europees Parlement van 14 januari 2009 over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot tenuitvoerlegging van de overeenkomst tussen de Associatie van reders van de Europese Gemeenschap (ECSA) en de Europese Federatie van vervoerswerknemers (ETF) inzake het verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006 en tot wijziging van Richtlijn 1999/63/EG P6_TA-PROV(2009)0021 Ontwikkeling van de VN Raad voor de mensenrechten en de rol van de EU (A6-0498/ Rapporteur: Laima Liucija Andrikien ) Resolutie van het Europees Parlement van 14 januari 2009 over de ontwikkeling van de VN-Raad voor de mensenrechten en de rol van de EU (2008/2201(INI)) P6_TA-PROV(2009)0022 Toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (A6-0459/ Rapporteur: Marco Cappato) Resolutie van het Europees Parlement van 14 januari 2009 over de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1049/2001) (2007/2154(INI)) II /PE

5 P6_TA-PROV(2009)0015 Veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 14 januari 2009 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2252/2004 van de Raad betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten (COM(2007)0619 C6-0359/ /0216(COD)) (Medebeslissingsprocedure: eerste lezing) Het Europees Parlement, gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2007)0619), gelet op artikel 251, lid 2, en artikel 62, lid 2, onder a), van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0359/2007), gelet op artikel 51 van zijn Reglement, gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A6-0500/2008), 1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement; 2. hecht zijn goedkeuring aan de gemeenschappelijke verklaringen in bijlage; 3. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen; 4. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie. PE \ 1

6 P6_TC1-COD(2007)0216 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 14 januari 2009 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr..../2009 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2252/2004 van de Raad betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 62, lid 2, onder a), Gezien het voorstel van de Commissie, Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag 1, Overwegende hetgeen volgt: (1) De Europese Raad van Thessaloniki heeft bevestigd dat in de Europese Unie een coherente aanpak nodig is inzake het gebruik van biometrische identificatiemiddelen of biometrische gegevens in documenten voor onderdanen van derde landen, paspoorten voor EU-burgers en informatiesystemen (VIS en SIS II). (2) De Raad heeft Verordening (EG) nr. 2252/2004 van 13 december 2004 betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten 2 vastgesteld en daarmee een belangrijke stap gezet in de richting van het gebruik van nieuwe elementen waarmee reisdocumenten beter kunnen worden beveiligd en een betrouwbaarder verband kan worden gelegd tussen de houder en zijn paspoort, dat daardoor beter beschermd is tegen frauduleus gebruik. (3) Verordening (EG) nr. 2252/2004 behelst een algemene verplichting om vingerafdrukken te laten afnemen, die worden opgeslagen op een contactloze chip in het paspoort. Uit testen blijkt echter dat er uitzonderingen moeten kunnen worden gemaakt. Tijdens proefprojecten in sommige lidstaten is gebleken dat de vingerafdrukken van kinderen onder de zes jaar niet van voldoende kwaliteit zijn voor een een-op-een identiteitscontrole. Bovendien zijn deze vingerafdrukken erg veranderlijk, waardoor ze niet goed controleerbaar blijven gedurende de gehele geldigheidsduur van het paspoort. (4) Om gemeenschappelijke veiligheidsnormen te behouden en de grenscontroles te vereenvoudigen, is het van essentieel belang de uitzonderingen op de verplichte afname van vingerafdrukken te harmoniseren. Zowel uit juridisch oogpunt als uit het oogpunt van veiligheid is het beter de uitzonderingen op de verplichte afname van 1 Standpunt van het Europees Parlement van 14 januari PB L 385 van , blz /PE

7 vingerafdrukken voor paspoorten en andere door de lidstaten afgegeven reisdocumenten, niet bij nationale wetgeving te laten regelen. (5) Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2252/2004 moeten biometrische gegevens worden verzameld en opgeslagen in het opslagmedium voor paspoorten en reisdocumenten, met het oog op de afgifte van zulke documenten. Deze regeling laat ander gebruik of andere opslag van deze gegevens overeenkomstig de nationale wetgeving van de lidstaten onverlet. Die verordening voorziet niet in een rechtsgrondslag voor het opzetten of bijhouden van gegevensbanken voor de opslag van deze gegevens in de lidstaten; dat is een louter nationale aangelegenheid. (6) Als extra veiligheidsmaatregel en om kinderen extra bescherming te bieden, dient bovendien het beginsel van "één persoon per paspoort" te worden ingevoerd. Dit wordt ook aanbevolen door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) en zorgt ervoor dat het paspoort en de biometrische gegevens uitsluitend aan de houder van het paspoort kunnen worden gekoppeld. Het is veiliger als iedereen een eigen paspoort heeft. (7) Rekening houdend met het feit dat de lidstaten verplicht zullen zijn individuele paspoorten te verstrekken aan minderjarigen en dat er aanmerkelijke verschillen kunnen zijn tussen de wetgeving in de lidstaten met betrekking tot overschrijding van de buitengrenzen van de lidstaten door kinderen, dient de Commissie na te gaan of het nodig is maatregelen te nemen om te zorgen voor een gemeenschappelijke aanpak met betrekking tot de regels inzake de bescherming van kinderen die de buitengrenzen van de lidstaten overschrijden. (8) Aangezien de doelstellingen van deze verordening niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken. (9) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze verordening en is deze niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaat. Aangezien deze verordening voortbouwt op het Schengenacquis uit hoofde van de bepalingen van titel IV van het derde deel van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, dient Denemarken, overeenkomstig artikel 5 van genoemd protocol, binnen een termijn van zes maanden na de vaststelling van deze verordening te beslissen of het deze in zijn nationale wetgeving zal ten uitvoer leggen. (10) Deze verordening vormt een ontwikkeling van bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen PE \ 3

8 van het Schengenacquis 1. Het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van deze verordening en deze is niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaat. (11) Deze verordening vormt een ontwikkeling van bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis 2. Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van deze verordening en deze is niet bindend voor, noch van toepassing in Ierland. (12) Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst 3 inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van die overeenkomst 4. (13) Wat Zwitserland betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG, juncto artikel 3 van de Besluiten 2008/146/EG 5 en 2008/149/JBZ 6 van de Raad. (14) Wat Liechtenstein betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein ondertekende Protocol betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis 7 die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG, juncto artikel 3 van Besluit 2008/261/EG van de Raad 8. (15) Verordening (EG) nr. 2252/2004 dient daarom dienovereenkomstig te worden gewijzigd, HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: 1 PB L 131 van , blz PB L 64 van , blz PB L 176 van , blz PB L 176 van , blz PB L 53 van , blz PB L 53 van , blz Raadsdocument 16462/06, beschikbaar op 8 PB L 83 van , blz /PE

9 Artikel 1 Verordening (EG) nr. 2252/2004 wordt als volgt gewijzigd: (1) Artikel 1, lid 1 wordt vervangen door: "1. Door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten voldoen aan de in de bijlage vervatte minimumveiligheidsnormen. Zij worden verstrekt als individuele documenten. De Commissie dient uiterlijk... een verslag in over de voorschriften voor kinderen die alleen of onder begeleiding reizen en daarbij de buitengrenzen van de lidstaten overschrijden, en stelt indien nodig passende initiatieven voor ter waarborging van een gemeenschappelijke aanpak met betrekking tot de regels inzake de bescherming van kinderen die de buitengrenzen van de lidstaten overschrijden." (2) Artikel 1, lid 2, wordt vervangen door: "2. Voor deze paspoorten en reisdocumenten wordt een opslagmedium gebruikt dat aan de hoogste veiligheidseisen voldoet en een gezichtsopname bevat. De lidstaten nemen ook twee platte vingerafdrukken in een interoperabel formaat op. De gegevens worden beveiligd en het opslagmedium heeft voldoende capaciteit en is voldoende geschikt om de integriteit, de authenticiteit en de vertrouwelijkheid van de gegevens te garanderen." (3) In artikel 1 wordt het volgende lid 2 bis ingevoegd: "2 bis. De volgende personen zijn vrijgesteld van de verplichte afname van vingerafdrukken: a) kinderen jonger dan twaalf jaar. De leeftijdsgrens van 12 jaar is voorlopig. In het verslag bedoeld in lid 5 bis, wordt een evaluatie van de leeftijdsgrens opgenomen, zonodig vergezeld van een voorstel tot wijziging daarvan. Onverminderd de gevolgen van de toepassing van artikel 5 bis, kunnen lidstaten waarvan de nationale wetgeving, aangenomen voor..., in een lagere leeftijdsgrens dan 12 jaar voorziet, deze lagere leeftijdsgrens toepassen gedurende een overgangsperiode van 4 jaar, te rekenen vanaf.... De tijdens de overgangsperiode gehanteerde leeftijdsgrens mag echter niet lager zijn dan 6 jaar; b) personen bij wie het nemen van vingerafdrukken fysiek onmogelijk is." Drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening. Datum van inwerkingtreding van deze verordening. PE \ 5

10 (4) In artikel 1 wordt het volgende lid 2 ter ingevoegd: "2 ter. Wanneer het nemen van een afdruk van de aangewezen vingers tijdelijk onmogelijk is, staan de lidstaten toe dat afdrukken van andere vingers worden genomen. Indien het nemen van afdrukken van de andere vingers ook tijdelijk onmogelijk is, kunnen zij een tijdelijk paspoort afgeven met een geldigheidsduur van 12 maanden of minder." (5) Het volgende artikel 1 bis wordt ingevoegd: "Artikel 1 bis 1. De biometrische identificatiemiddelen worden afgenomen door gekwalificeerd en bevoegd personeel van de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de afgifte van paspoorten en reisdocumenten. 2. De lidstaten verzamelen biometrische identificatiemiddelen van de aanvrager met inachtneming van de in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en in het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind vastgelegde rechten. De lidstaten zorgen voor passende procedures ter waarborging van de waardigheid van de betrokkene ingeval van moeilijkheden bij het opnemen van de gegevens." (6) Artikel 2 wordt vervangen door: "Volgens de in artikel 5, lid 2, bedoelde procedure worden, in overeenstemming met internationale normen, waaronder met name de aanbevelingen van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, aanvullende technische specificaties voor paspoorten en reisdocumenten vastgesteld voor: a) aanvullende veiligheidskenmerken en -vereisten, met inbegrip van strengere normen ter voorkoming van vervalsing en namaak; b) technische specificaties betreffende het medium voor de opslag van de biometrische gegevens en de veiligheid ervan, zoals het voorkomen van toegang zonder toelating; c) kwaliteitseisen en gemeenschappelijke technische normen inzake gezichtsopname en vingerafdrukken." (7) Artikel 4, lid 3, wordt vervangen door: "3. Biometrische gegevens worden verzameld en opgeslagen in het opslagmedium voor paspoorten en reisdocumenten, met het oog op de afgifte van zulke documenten. Voor de toepassing van deze verordening mogen de biometrische kenmerken in paspoorten en reisdocumenten alleen worden gebruikt voor het verifiëren van: a) de authenticiteit van het document; 6 /PE

11 b) de identiteit van de houder door middel van direct beschikbare vergelijkbare kenmerken wanneer het overleggen van een paspoort of andere reisdocumenten wettelijk vereist is. De controle van de aanvullende veiligheidskenmerken gebeurt onverminderd artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) 1. Een negatief resultaat van de vergelijking doet niet automatisch afbreuk aan de geldigheid van het paspoort voor overschrijding van de buitengrenzen. 1 PB L 105 van , blz. 1." (8) Het volgende artikel 5 bis wordt ingevoegd: "Artikel 5 bis Uiterlijk op... legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor dat gebaseerd is op een grootschalig en diepgaand onderzoek, verricht door een onafhankelijke instantie en gecontroleerd door de Commissie, naar de betrouwbaarheid en de technische haalbaarheid, onder meer op grond van een beoordeling van de nauwkeurigheid van reeds gebruikte systemen, van het gebruik van vingerafdrukken van kinderen onder twaalf jaar voor identificatie en verificatie, met een vergelijking van het percentage onterechte weigeringen in elke lidstaat en - op grond van de resultaten van die studie een analyse van de behoefte aan gemeenschappelijke voorschriften voor het vergelijkingsproces. Het verslag gaat indien nodig vergezeld van voorstellen tot aanpassing van deze verordening." (9) In artikel 6 wordt de tweede alinea vervangen door: "De lidstaten passen deze verordening toe: a) wat betreft de gezichtsopname: uiterlijk 18 maanden b) wat betreft de vingerafdrukken: uiterlijk 36 maanden na de aanneming van de in artikel 2 bedoelde maatregelen. Reeds afgegeven paspoorten en reisdocumenten blijven evenwel geldig. Artikel 1, lid 1, tweede zin wordt uiterlijk op...* ten uitvoer gelegd. Dit heeft echter geen gevolgen met betrekking tot de initiële geldigheid voor de houder van het document." Artikel 2 Drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening. PE \ 7

12 Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten. Gedaan te Voor het Europees Parlement De Voorzitter Voor de Raad De Voorzitter 8 /PE

13 Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement en de Raad over de noodzaak de veiligheid van paspoorten en reisdocumenten te vergroten door veilige onderliggende documenten te gebruiken Onverminderd de bevoegdheid van de lidstaten tot het afgeven van paspoorten en andere reisdocumenten, benadrukken het Europees Parlement en de Raad dat het streven naar veiliger paspoorten kan worden ondermijnd indien paspoorten worden afgegeven op basis van onbetrouwbare onderliggende documenten. Het paspoort als zodanig is slechts één schakel in een veiligheidsketen die begint met de indiening van de onderliggende documenten, vervolgens de afname van biometrische kenmerken behelst en eindigt met de vergelijking van de gegevens aan grenscontroleposten. Deze keten is niet veiliger dan zijn zwakste schakel. Het Europees Parlement en de Raad wijzen erop dat de lidstaten een grote verscheidenheid aan situaties en procedures kennen met betrekking tot de voor een paspoortaanvraag vereiste onderliggende documenten, en dat deze documenten gewoonlijk minder veiligheidskenmerken vertonen dan het paspoort als zodanig en in hogere mate vatbaar zijn voor namaak en vervalsing. De Raad zal derhalve een vragenlijst opstellen voor de lidstaten om een vergelijking te kunnen maken tussen de procedures en de documenten die elke lidstaat voorschrijft voor de afgifte van paspoorten of reisdocumenten. Op basis van deze analyse moet kunnen worden beoordeeld of er gemeenschappelijke beginselen of richtsnoeren inzake beste praktijken in deze materie moeten worden opgesteld. Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de in artikel 5 bis bedoelde studie Het Europees Parlement en de Raad noteren dat de Commissie één studie zal verrichten voor de doeleinden van artikel 5 bis van deze verordening en artikel 2 van [het voorstel voor een] Verordening houdende wijziging van de Gemeenschappelijke Visuminstructies. PE \ 9

14 P6_TA-PROV(2009)0016 Overheidsopdrachten op het gebied van defensie en veiligheid ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 14 januari 2009 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van bepaalde overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied (COM(2007)0766 C6-0467/ /0280(COD)) (Medebeslissingsprocedure: eerste lezing) Het Europees Parlement, gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2007)0766), gelet op artikel 251, lid 2, artikel 47, lid 2, en de artikelen 55 en 95 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0467/2007), gelet op artikel 51 van zijn Reglement, gezien het verslag van de Commissie interne markt en consumentenbescherming en het advies van de Commissie buitenlandse zaken (A6-0415/2008), 1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement; 2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen; 3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie. 10 /PE

15 P6_TC1-COD(2007)0280 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 14 januari 2009 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2009/ /EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van bepaalde door aanbestedende diensten gegunde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied (Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 47, lid 2, en de artikelen 55 en 95, Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 1, Gezien het advies van het Comité van de Regio's 2, Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag 3, Overwegende hetgeen volgt: (1) Nationale veiligheid blijft een exclusieve bevoegdheid van elke lidstaat, zowel op defensie- als op veiligheidsgebied. (2) De geleidelijke verwezenlijking van een Europese markt voor defensiemateriaal is onontbeerlijk voor de versterking van de Europese industriële en technologische defensiebasis en voor de ontwikkeling van de benodigde militaire vermogens voor de tenuitvoerlegging van het Europees veiligheids- en defensiebeleid (EVDB). (3) De lidstaten zijn het erover eens dat een technologische en industriële basis voor de Europese defensie (European Defence Technological and Industrial Base, EDTIB) moet worden opgebouwd, ontwikkeld en onderhouden die capaciteitsgestuurd is, waar bekwaamheid voorhanden is en die concurrerend is. Om deze doelstelling te halen kunnen de lidstaten verschillende instrumenten gebruiken, met inachtneming van het Gemeenschapsrecht, met het oog op een echte Europese markt voor defensiemateriaal en een gelijk speelveld zowel op Europees als op mondiaal niveau. Zij moeten er ook toe bijdragen de diversiteit van de toeleveringsbedrijven van de Europese defensie PB C [...] van [...], blz. [...]. PB C [...] van [...], blz. [...]. Standpunt van het Europees Parlement van 14 januari PE \ 11

16 verregaand te ontwikkelen, met name door de deelname van kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) en niet-traditionele leveranciers aan de EDTIB te bevorderen, industriële samenwerking op te bouwen en efficiënte en snel op marktveranderingen reagerende kleine leveranciers te ondersteunen. Hierbij moeten zij rekening houden met de interpretatieve mededeling van de Commissie over de toepassing van artikel 296 van het Verdrag voor overheidsopdrachten op defensiegebied (COM(2006)0779) en de mededeling van de Commissie "Een strategie voor een sterkere en meer concurrerende Europese defensie-industrie (COM(2007)0764) van 5 december (4) Om een Europese markt voor defensiemateriaal tot stand te kunnen brengen, is het noodzakelijk dat een passend wettelijk kader wordt vastgesteld. Daartoe is op het gebied van de opdrachten een coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten vereist welke voldoet aan de wezenlijke belangen van de veiligheid van de lidstaten en aan de uit het Verdrag voortvloeiende verplichtingen. (5) Om deze doelstelling te halen verzocht het Europees Parlement de Commissie in zijn resolutie van 17 november 2005 over het Groenboek overheidsopdrachten op defensiegebied 1 een richtlijn op te stellen waarbij in het bijzonder rekening met de veiligheidsbelangen van de lidstaten wordt gehouden, het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid verder wordt ontwikkeld, de Europese cohesie wordt bevorderd en de rol van de Unie als "civiele macht" wordt gehandhaafd. (6) Door een betere coördinatie van de gunningsprocedures, bijvoorbeeld wat opdrachten voor logistieke diensten, vervoer en opslag betreft, kunnen de kosten in de defensiesector ook worden gereduceerd en de milieugevolgen van de sector aanzienlijk beperkt. (7) Deze procedures dienen een afspiegeling te vormen van de algemene veiligheidsbenadering van de Europese Unie, die inspeelt op de ontwikkelingen in de strategische situatie. Het ontstaan van asymmetrische en transnationale bedreigingen heeft immers tot een geleidelijke vervaging van de grens tussen zowel externe en interne als militaire en niet-militaire veiligheid geleid. (8) Defensie- en veiligheidsmateriaal is van cruciaal belang voor zowel de veiligheid en de soevereiniteit van de lidstaten als de autonomie van de Unie. De aankopen van goederen en diensten in de defensie- en veiligheidssectoren hebben bijgevolg veelal een gevoelig karakter. (9) Dit heeft tot gevolg dat bijzondere eisen worden gesteld, met name op het gebied van bevoorradingszekerheid en gegevensbeveiliging. Deze eisen gelden vooral ten aanzien van aankopen van wapens, munitie en oorlogsmateriaal (alsook direct daarmee samenhangende diensten) die voor de strijdkrachten zijn bestemd, maar ook ten aanzien van bepaalde bijzonder gevoelige aankopen op het gebied van de niet-militaire veiligheid. Op deze beide terreinen belemmert het ontbreken van regelingen voor de hele EU de openheid van de defensie- en veiligheidsmarkten tussen de lidstaten. Deze situatie moet snel verbeteren. Een regeling inzake gegevensbeveiliging voor de hele 1 PB C 280 E van , blz /PE

17 EU, inclusief de wederzijdse erkenning van nationale veiligheidsmachtigingen en het toestaan van de uitwisseling van gerubriceerde gegevens tussen aanbestedende diensten en Europese bedrijven, zou bijzonder nuttig zijn. Tegelijk moeten de lidstaten concrete maatregelen nemen om de onderlinge bevoorradingszekerheid te verbeteren met het oog op de geleidelijke instelling van een systeem van passende garanties. (10) Voor deze richtlijn moeten onder militaire uitrusting met name de producttypen worden begrepen die zijn opgenomen in de lijst van wapens, munitie en oorlogsmateriaal die is vastgesteld met het Besluit van de Raad van 15 april en de lidstaten mogen zich bij de omzetting van deze richtlijn tot deze lijst beperken. Deze lijst omvat alleen uitrusting die is ontworpen, ontwikkeld en geproduceerd voor specifiek militaire doeleinden. De lijst is evenwel generisch en moet ruim worden geïnterpreteerd, omdat de technologie, het aanbestedingsbeleid en de militaire vereisten evolueren, zodat nieuwe typen van uitrusting worden ontwikkeld, bijvoorbeeld op basis van de gemeenschappelijke militaire lijst van de Europese Unie. Voor deze richtlijn moet de term "militaire uitrusting" ook betrekking hebben op producten die, hoewel zij oorspronkelijk zijn ontworpen voor civiel gebruik, later zijn aangepast aan militaire doeleinden, om te worden gebruikt als wapens, munitie of oorlogsmateriaal. (11) Op het specifieke terrein van de niet-militaire veiligheid moet deze richtlijn van toepassing zijn op opdrachten die soortgelijke kenmerken als defensieopdrachten hebben en die even delicaat zijn. Dit kan met name het geval zijn op terreinen waar militaire en niet-militaire machten samenwerken om dezelfde missies uit te voeren en/of waar de opdracht als doel heeft de Unie en/of haar lidstaten op hun eigen grondgebied of daarbuiten tegen ernstig gevaar van niet-militaire en/of nietgouvernementele spelers te beveiligen. Hierin kunnen bijvoorbeeld grensbewaking, politieactiviteiten en missies op het gebied van crisisbeheer begrepen zijn. (12) In de richtlijn moet rekening worden gehouden met de behoeften van de aanbestedende dienst gedurende de hele levenscyclus van de producten, d.w.z. onderzoek en ontwikkeling, industriële ontwikkeling, productie, reparatie, modernisering, wijziging, onderhoud, logistiek, opleiding, testen, uit de handel nemen en verwijdering. Deze fasen omvatten bijvoorbeeld onderzoeken, evaluatie, opslag, vervoer, integratie, onderhoud, ontmanteling, vernietiging en alle andere diensten na het oorspronkelijke ontwerp. Sommige opdrachten kunnen de levering omvatten van onderdelen, samenstellende delen en/of eenheden die dienen om in producten te worden geïntegreerd of aan producten te worden toegevoegd en/of de levering van specifieke instrumenten, testfaciliteiten of ondersteuning. 1 Besluit tot vaststelling van de lijst van producten (wapenen, munitie en oorlogsmateriaal) waarop de bepalingen van lid 1, onder b), van artikel 223 thans artikel 296 van het Verdrag van toepassing zijn (doc. 255/58). Nummer van het proces-verbaal van 15 april 1958: doc. 368/58. PE \ 13

18 Voor deze richtlijn heeft de term onderzoek en ontwikkeling betrekking op fundamenteel onderzoek, toegepast onderzoek en experimentele ontwikkeling. "Fundamenteel onderzoek" zijn experimentele of theoretische activiteiten die voornamelijk worden verricht om nieuwe kennis te verwerven over de fundamentele aspecten van verschijnselen en waarneembare feiten, zonder dat hiermee een bepaalde toepassing of gebruik wordt beoogd. Toegepast onderzoek bestaat ook uit oorspronkelijke activiteiten die worden verricht om nieuwe kennis te verwerven. Het is evenwel in de eerste plaats gericht op een bepaald praktisch doel. Experimentele ontwikkeling zijn activiteiten op basis van bestaande kennis die is verkregen door onderzoek en/of praktische ervaring, met het oog op het initiëren van de vervaardiging van nieuwe materialen, producten of apparaten of het instellen van nieuwe processen, systemen en diensten dan wel het aanzienlijk verbeteren van degene die reeds bestaan. Experimentele ontwikkeling kan de vervaardiging omvatten van technologische demonstratoren, d.w.z. apparaten om de prestaties te tonen van een nieuw concept of een nieuwe technologie in een relevante of representatieve omgeving. De term onderzoek en ontwikkeling omvat niet de vervaardiging en kwalificatie van aan de productie voorafgaande prototypes, instrumenten en industriële techniek, industrieel ontwerp of productie. (13) In de richtlijn moet rekening worden gehouden met het feit dat de aanbestedende autoriteit/dienst werken en diensten nodig heeft die, hoewel zij niet rechtsreeks verband houden met de levering van militaire uitrusting of gevoelige uitrusting, nodig zijn om aan bepaalde militaire of veiligheidsvereisten te voldoen. (14) Wanneer in de lidstaten opdrachten worden geplaatst door aanbestedende diensten als bedoeld in Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten 1 en door aanbestedende diensten als bedoeld in Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten 2, moeten de Verdragsbeginselen worden geëerbiedigd, met name het vrije verkeer van goederen, de vrijheid van vestiging en het vrij verlenen van diensten, alsmede de daarvan afgeleide beginselen, zoals gelijke behandeling, het discriminatieverbod, wederzijdse erkenning, evenredigheid en transparantie De transparantie- en mededingingsverplichtingen voor opdrachten onder de drempels waarboven deze richtlijn geldt, moeten overeenkomstig de genoemde beginselen worden bepaald door de lidstaten, met name rekening houdend met situaties met een grensoverschrijdend belang. De lidstaten moeten met name bepalen welke regelingen het meest geschikt zijn voor de gunning van deze opdrachten. Voor opdrachten boven een bepaalde waarde is het raadzaam om bepalingen voor de coördinatie door de Gemeenschap van de nationale procedures voor de plaatsing van 1 PB L 134 van , blz PB L 134 van , blz /PE

19 dergelijke opdrachten op te stellen die op die beginselen zijn gebaseerd, om te garanderen dat deze effect sorteren en dat opdrachten voor mededinging worden opengesteld. Bijgevolg moeten deze coördinatiebepalingen overeenkomstig voornoemde regels en beginselen alsmede overeenkomstig de andere Verdragsregels worden uitgelegd. (15) De artikelen 30, 45, 46, 55 en 296 van het Verdrag voorzien in specifieke uitzonderingen op de toepassing van de Verdragsbeginselen en, in het verlengde daarvan, op de toepassing van het van deze beginselen afgeleide recht. Dit heeft tot gevolg dat geen enkele bepaling van deze richtlijn het opleggen of toepassen mag verbieden van de maatregelen die noodzakelijk blijken voor de vrijwaring van de door deze Verdragsbepalingen als rechtmatig erkende belangen. Dit betekent met name dat de gunning van opdrachten die binnen het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen, kan worden vrijgesteld van deze richtlijn, als dit verantwoord is om redenen van openbare veiligheid of nodig voor de bescherming van essentiële veiligheidsbelangen van een lidstaat. Dit kan zowel het geval zijn voor opdrachten op het gebied van defensie als voor opdrachten op het gebied van veiligheid waar zodanig strenge vereisten op het gebied van bevoorradingsveiligheid nodig zijn of die zo vertrouwelijk en/of belangrijk voor de nationale soevereiniteit zijn dat zelfs de specifieke bepalingen van deze richtlijn niet volstaan om de essentiële veiligheidsbelangen van de lidstaten te vrijwaren, waarvan de bepaling een exclusieve bevoegdheid van de lidstaten is. (16) In overeenstemming met de rechtspraak van het Hof mag de mogelijkheid om van deze uitzonderingen gebruik te maken evenwel niet aldus worden uitgelegd dat de werking ervan verder gaat dan strikt noodzakelijk is ter vrijwaring van de rechtmatige belangen die deze Verdragsbepalingen toestaan te beschermen. Dit betekent dat de niettoepassing van de richtlijn evenredig moet zijn met de nagestreefde doelstellingen en tegelijkertijd de maatregel moet zijn die het vrije verkeer van goederen en/of diensten zo min mogelijk belemmert. (17) De opdrachten voor wapens, munitie en oorlogsmateriaal welke worden geplaatst door aanbestedende diensten die in de defensiesector actief zijn, zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van de in het kader van de Wereldhandelsorganisatie gesloten Overeenkomst inzake overheidsopdrachten, hierna "Overeenkomst" genoemd. De overige onder deze richtlijn vallende opdrachten worden krachtens artikel XXIII van de Overeenkomst ook van het toepassingsgebied van deze Overeenkomst uitgesloten. Artikel 296 van het EG-Verdrag en artikel XXIII, lid 1, van de Overeenkomst hebben een verschillend toepassingsgebied en zijn aan verschillende normen voor rechterlijke toetsing onderworpen. De lidstaten kunnen zich nog steeds op artikel XXIII, lid 1, van de Overeenkomst beroepen in situaties waarin artikel 296 van het EG-Verdrag niet kan worden ingeroepen. De toepassingsvoorwaarden van deze twee bepalingen zijn dus verschillend. Deze uitsluiting houdt ook in dat de lidstaten in de specifieke context van defensie- en veiligheidsmarkten de bevoegdheid behouden om te besluiten of hun aanbestedende autoriteit/dienst ondernemers van derde landen mag toestaan aan aanbestedingsprocedures deel te nemen. Zij moeten er bij dit besluit naar streven PE \ 15

20 waar te krijgen voor hun geld, zich ervan bewust zijn dat een mondiaal concurrerende technologische en industriële basis voor de Europese defensie nodig is en dat open en eerlijke markten belangrijk zijn en streven naar de verkrijging van wederzijdse voordelen. De lidstaten moeten aandringen op steeds opener markten. Onze partners moeten ook blijk geven van openheid, op basis van internationaal overeengekomen regels, met name op het gebied van open en eerlijke mededinging. (18) Een overeenkomst wordt alleen geacht een opdracht voor werken te zijn indien zij specifiek betrekking heeft op de activiteiten die vallen onder afdeling 45 van de "Gemeenschappelijke Woordenlijst Overheidsopdrachten", vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2195/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende de gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten (CPV) 1 (hierna "CPV" genoemd), zelfs indien de overeenkomst andere voor die activiteiten benodigde diensten omvat. Opdrachten voor diensten kunnen onder bepaalde omstandigheden ook werken omvatten. Indien dergelijke werken ten opzichte van het hoofdvoorwerp van de opdracht van bijkomende aard zijn en daarvan een uitvloeisel zijn of daarop een aanvulling vormen, is het feit dat die werken deel uitmaken van de opdracht echter geen reden om de opdracht als een opdracht voor werken aan te merken. (19) Opdrachten op defensie- en veiligheidsgebied bevatten vaak gerubriceerde gegevens die overeenkomstig de wetten, reglementen of administratieve bepalingen die in de lidstaat in kwestie gelden, om veiligheidsredenen moeten worden beschermd tegen toegang door onbevoegden. Op militair gebied bestaan er in de lidstaten systemen voor de classificatie van dergelijke gegevens voor militaire doeleinden. Op het gebied van de niet-militaire veiligheid, waar andere informatie op soortgelijke manier moet worden beschermd, is de situatie daarentegen minder eenduidig. Er wordt derhalve aanbevolen een concept te hanteren dat rekening houdt met de uiteenlopende werkwijzen die in de lidstaten worden gevolgd, en dat het mogelijk maakt zowel het militaire als het nietmilitaire gebied te bestrijken. De eventuele plaatsing van opdrachten op deze gebieden mag echter in geen geval afbreuk doen aan de verplichtingen die voortvloeien uit Besluit 2001/844/EG van de Commissie van 29 november 2001 tot wijziging van haar reglement van orde 2 en Besluit 2001/264/EG van 19 maart 2001 tot vaststelling van beveiligingsvoorschriften van de Raad 3. Bovendien biedt artikel 296, lid 1, onder a), van het Verdrag de lidstaten de mogelijkheid zowel opdrachten op het gebied van defensie als opdrachten op het gebied van veiligheid van de regels van deze richtlijn uit te sluiten, als toepassing van de richtlijn hen zou verplichten informatie te verstrekken waarvan zij de bekendmaking strijdig achten met hun essentiële veiligheidsbelangen. Dit kan met name het geval zijn wanneer opdrachten zo gevoelig zijn dat zelfs het bestaan daarvan geheim moet worden gehouden. (20) Het dient de aanbestedende diensten te worden toegestaan van raamovereenkomsten gebruik te maken. Er moet dus in een definitie van raamovereenkomsten en specifieke regels ter zake worden voorzien. Op grond van deze regels kan een aanbestedende 1 PB L 340 van , blz PB L 317 van , blz.1. 3 PB L 101 van , blz /PE

21 dienst die overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn een raamovereenkomst sluit betreffende, met name, de bekendmaking, de termijnen en de voorwaarden voor de indiening van inschrijvingen, tijdens de looptijd van de raamovereenkomst daarop gebaseerde opdrachten plaatsen door ofwel de voorwaarden in de raamovereenkomst toe te passen, ofwel, indien niet alle voorwaarden vooraf in de raamovereenkomst zijn bepaald, door een nieuwe oproep tot mededinging te doen aan de partijen bij de raamovereenkomst met betrekking tot de nog niet bepaalde voorwaarden. De nieuwe oproep tot mededinging moet voldoen aan bepaalde regels die de vereiste flexibiliteit en de inachtneming van de algemene beginselen, waaronder het beginsel van gelijke behandeling, dienen te waarborgen. Om die redenen moet de looptijd van de raamovereenkomsten worden beperkt en zou hij niet langer zijn dan zeven jaar mogen zijn, behalve in door de aanbestedende diensten naar behoren gemotiveerde gevallen. (21) Aanbestedende diensten kunnen gebruik maken van elektronische aankooptechnieken, op voorwaarde evenwel dat de bepalingen van deze richtlijn en de beginselen van gelijke behandeling, non-discriminatie en transparantie in acht worden genomen. Aangezien het gebruik van de techniek van elektronische veilingen waarschijnlijk zal toenemen, moeten voor dergelijke veilingen een communautaire definitie en specifieke voorschriften worden opgesteld om ervoor te zorgen dat zij volledig in overeenstemming werken met de genoemde beginselen. Daarom moet in die bepalingen staan dat dergelijke elektronische veilingen alleen gebruikt mogen worden voor opdrachten voor werken, leveringen of diensten waarvan de specificaties nauwkeurig kunnen worden bepaald. Dat kan met name het geval zijn voor terugkerende opdrachten voor leveringen, werken en diensten. Met datzelfde oogmerk moet het ook mogelijk zijn om in elk stadium van de elektronische veiling de rangorde van de inschrijvingen te bepalen. Het gebruik van elektronische veilingen stelt de aanbestedende diensten in staat de inschrijvers te verzoeken nieuwe, lagere prijsoffertes te doen, en wanneer de opdracht gegund wordt aan de inschrijver met de voordeligste inschrijving kunnen ook andere elementen van de inschrijvers dan de prijs worden verbeterd. Om ervoor te zorgen dat het transparantiebeginsel wordt nageleefd, mogen elektronische veilingen alleen gebruikt worden voor die elementen die elektronisch en zonder tussenkomst en/of beoordeling van de aanbestedende dienst geëvalueerd kunnen worden, d.w.z. alleen kwantificeerbare en in cijfers of percentages uitdrukbare elementen. Daar staat tegenover dat elektronische veilingen niet gebruikt mogen worden voor die elementen van de inschrijvingen waarvoor een beoordeling van niet-kwantificeerbare elementen nodig is. Bijgevolg mogen elektronische veilingen niet gebruikt worden voor bepaalde opdrachten voor werken en bepaalde opdrachten voor diensten die betrekking hebben op intellectuele verrichtingen, zoals het ontwerpen van werken. (22) Technieken voor gecentraliseerde aankoop dragen ertoe bij de mededinging te vergroten en laten de aankopen vlotter verlopen. Bijgevolg moet het de lidstaten worden toegestaan te bepalen dat aanbestedende diensten producten, werken en/of diensten mogen aankopen via een aankoopcentrale. Daarom moet een communautaire definitie van aankoopcentrale worden opgesteld en moeten op communautair niveau de voorwaarden worden vastgesteld waaronder aanbestedende diensten die met eerbiediging van het beginsel van non-discriminatie en het gelijkheidsbeginsel via een aankoopcentrale werken, leveringen en/of diensten PE \ 17

22 aankopen, kunnen worden geacht deze richtlijn te hebben nageleefd. Een aanbestedende dienst die de richtlijn moet naleven, moet in elk geval in aanmerking komen om als aankoopcentrale op te treden. Tegelijk moet het de lidstaten ook vrij staan Europese overheidsorganen die niet onder deze richtlijn vallen, zoals het Europees Defensieagentschap, als aankoopcentrale aan te wijzen, op voorwaarde dat deze organen voor de aankopen aanbestedingsregels naleven die met alle bepalingen van deze richtlijn stroken. (23) De aanbestedende diensten kunnen in de verplichting verkeren één aankoopopdracht te gunnen die gedeeltelijk onder deze richtlijn valt, terwijl het overige deel ofwel in het toepassingsgebied van Richtlijn 2004/17/EG of in het toepassingsgebied van Richtlijn 2004/18/EG valt, of een aankoopopdracht te gunnen die noch onder deze richtlijn, noch onder Richtlijn 2004/17/EG of Richtlijn 2004/18/EG valt. Dit is het geval, wanneer de aanbestedingen in kwestie om objectieve redenen niet van elkaar kunnen worden losgekoppeld en via verschillende opdrachten worden gegund. In deze gevallen moeten de aanbestedende diensten één opdracht kunnen gunnen, op voorwaarde dat hun besluit niet bedoeld is om opdrachten aan de toepassing van de bepalingen van deze richtlijn of van Richtlijn 2004/17/EG of Richtlijn 2004/18/EG te onttrekken. (24) Het bestaan van een groot aantal drempels voor de toepassing van de gecoördineerde bepalingen geeft aanleiding tot complicaties voor de aanbestedende diensten. Gelet op de gemiddelde waarde van de opdrachten op het gebied van defensie en veiligheid, is het passend de drempels van deze richtlijn aan te passen aan degene die de aanbestedende diensten reeds in acht moeten nemen voor de toepassing van Richtlijn 2004/17/EG. De drempels van deze richtlijn moeten ook samen met die van Richtlijn 2004/17/EG worden herzien, wanneer deze worden gewijzigd. (25) Voorts dienen bepalingen te worden vastgesteld voor gevallen waarin de richtlijn niet van toepassing is doordat specifieke aanbestedingsvoorschriften van toepassing zijn die uit internationale overeenkomsten of regelingen tussen lidstaten en derde landen voortvloeien. De regels in het kader van bepaalde overeenkomsten betreffende de stationering van troepen van een lidstaat in een andere lidstaat of een derde land of de stationering van troepen van een derde land in een lidstaat moeten ook uitsluiten dat gebruik van de gunningsprocedures in deze richtlijn wordt gemaakt. Evenmin mag de richtlijn van toepassing zijn op opdrachten die worden gegund door internationale organisaties voor de doeleinden van deze organisaties of op opdrachten die door een lidstaat moeten worden gegund overeenkomstig regels die specifiek zijn voor deze organisaties. (26) Op het gebied van defensie en veiligheid zijn sommige opdrachten zo gevoelig dat het niet passend zou zijn deze richtlijn toe te passen, ondanks het specifieke karakter ervan. Dit is het geval voor aanbestedingen van inlichtingendiensten en aanbestedingen voor alle soorten van inlichtingenactiviteiten, inclusief contraactiviteiten, volgens de definitie van de lidstaten. Dit is ook het geval voor andere bijzonder gevoelige aankopen die een uitzonderlijk hoog niveau van vertrouwelijkheid vereisen, zoals bijvoorbeeld bepaalde aankopen voor grensbeveiliging of de 18 /PE

23 bestrijding van terrorisme of de georganiseerde misdaad, aankopen die verband houden met encryptie of aankopen die specifiek bestemd zijn voor geheime operaties of andere even gevoelige acties die door de politie- en de veiligheidsdiensten worden uitgevoerd. (27) De lidstaten voeren vaak samenwerkingsprogramma's uit om samen nieuwe defensieapparatuur te ontwikkelen. Deze programma's zijn bijzonder belangrijk, omdat zij helpen nieuwe technologie te ontwikkelen en de hoge onderzoeks- en ontwikkelingskosten van complexe wapensystemen te dragen. Sommige van deze samenwerkingsprogramma's worden beheerd door internationale organisaties, met name de OCCAR en de NAVO (via specifieke agentschappen), of door agentschappen van de Europese Unie, zoals het Europees Defensieagentschap, die vervolgens opdrachten gunnen namens de lidstaten. Deze richtlijn mag niet van toepassing zijn op deze opdrachten. Voor deze samenwerkingsprogramma's worden de opdrachten door de aanbestedende autoriteiten/diensten van één lidstaat ook namens een of meer andere lidstaten gegund. Ook in deze gevallen mag deze richtlijn niet van toepassing zijn. (28) Het kan gebeuren dat de strijdkrachten of veiligheidsdiensten van de lidstaten operaties buiten de grenzen van de Unie uitvoeren. In deze gevallen is het, als de operationele omstandigheden het vereisen, aangewezen de aanbestedende diensten die op het operatieterrein zijn ingezet, te machtigen de voorschriften van deze richtlijn niet toe te passen wanneer zij aldaar opdrachten plaatsen bij ondernemers die in het operatiegebied zijn gevestigd, inclusief voor civiele doeleinden die rechtstreeks verband met het voeren van deze operaties houden. (29) Gelet op het specifieke karakter van de defensie- en veiligheidssector moeten aankopen door een regering van uitrusting alsmede werken en diensten bij een andere regering van het toepassingsgebied van deze richtlijn worden uitgesloten. (30) In de context van diensten vertonen opdrachten voor de verwerving of huur van vastgoed of de rechten hierop bijzondere kenmerken, waardoor het niet passend is hier aanbestedingsvoorschriften op toe te passen. (31) De diensten inzake arbitrage en bemiddeling worden meestal verleend door instanties of personen die worden aangewezen of gekozen op een wijze die niet door aanbestedingsvoorschriften kan worden geregeld. (32) Financiële diensten worden ook toevertrouwd aan personen of instanties onder voorwaarden die niet verenigbaar zijn met de toepassing van aanbestedingsregels. (33) Krachtens artikel 163 van het Verdrag is het stimuleren van onderzoek en technologische ontwikkeling een van de middelen om de wetenschappelijke en technologische grondslagen van de industrie in de Gemeenschap te versterken en het openstellen van overheidsopdrachten draagt tot de verwezenlijking van die doelstelling bij. Op de medefinanciering van onderzoeksprogramma's heeft deze richtlijn geen betrekking: derhalve vallen buiten deze richtlijn andere opdrachten voor diensten voor onderzoek en ontwikkeling dan die waarvan de resultaten in hun geheel toekomen aan de aanbestedende autoriteit/dienst voor gebruik ervan in de PE \ 19

13502/2/07 REV 2 AL/lg DG H 1 A

13502/2/07 REV 2 AL/lg DG H 1 A RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 7 maart 2008 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2003/0218 (CNS) 13502/2/07 REV 2 VISA 303 COMIX 838 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

14969/1/03 REV 1 huy/yen/rl 1 DG H I

14969/1/03 REV 1 huy/yen/rl 1 DG H I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 november 2003 (25.11) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2003/0217 (CNS) 2003/0218 (CNS) 14969/1/03 REV 1 LIMITE VISA 191 COMIX 701 NOTA van: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2009L0081 NL 01.01.2014 004.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN 2009/81/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2009L0081 NL 01.01.2012 002.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN 2009/81/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nadere informatie

RICHTLIJN 2009/81/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RICHTLIJN 2009/81/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD L 216/76 Publicatieblad van de Europese Unie 20.8.2009 RICHTLIJN 2009/81/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 23 mei 2008 (OR. en) 2007/086 (COD) PE-CONS 3608/08 VISA 37 FRONT 8 COMIX 93 CODEC 30 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING

Nadere informatie

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet.

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 februari 2003 (10.03) (OR. en) PUBLIC 6614/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0027 (CNS) LIMITE VISA 35 COMIX 117 NOTA van: aan: nr. Comv.: Betreft: het

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 9 april 207 (OR. en) 206/025 (COD) PE-CONS 3/7 VISA 8 COEST 55 COMIX 62 CODEC 295 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN

Nadere informatie

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I P7_TA(200)0052 Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 0 maart 200 over het voorstel voor een richtlijn van het

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 7 juni 2017 (OR. en) 2015/0134 (COD) PE-CONS 20/17 VISA 154 COMIX 316 CODEC 719 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, onder a),

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, onder a), L 198/24 VERORDENING (EU) 2017/1370 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 4 juli 2017 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad betreffende de invoering van een uniform visummodel

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 7 februari 207 (OR. en) 206/0075 (COD) PE-CONS 64/6 VISA 44 COEST 344 COMIX 852 CODEC 93 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

6310/1/16 REV 1 dau/gra/dp 1 DG D 1 A

6310/1/16 REV 1 dau/gra/dp 1 DG D 1 A Raad van de Europese Unie Brussel, 24 februari 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0307 (COD) 6310/1/16 REV 1 FRONT 79 SIRIS 20 CODEC 185 COMIX 127 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 mei 2010 (OR. en) 9925/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0006 (NLE) SIRIS 83 SCHENGEN 42 COMIX 372

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 mei 2010 (OR. en) 9925/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0006 (NLE) SIRIS 83 SCHENGEN 42 COMIX 372 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 mei 2010 (OR. en) 9925/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0006 (E) SIRIS 83 SCHENGEN 42 COMIX 372 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 NOTA van: aan: Betreft: het Voorzitterschap het Strategisch Comité immigratie, grenzen en asiel initiatief

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.10.2018 C(2018) 6665 final UITVOERINGSBESLUIT (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 15.10.2018 tot vaststelling van maatregelen voor de opstelling van de lijst van personen die

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 mei 2006 (12.06) (OR. en) 8550/06 Interinstitutioneel dossier: 2003/0218 (CNS) LIMITE VISA 114 COMIX 393

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 mei 2006 (12.06) (OR. en) 8550/06 Interinstitutioneel dossier: 2003/0218 (CNS) LIMITE VISA 114 COMIX 393 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 16 mei 2006 (12.06) (OR. en) PUBLIC 8550/06 Interinstitutioneel dossier: 2003/0218 (CNS) LIMITE VISA 114 COMIX 393 RESULTAAT BESPREKINGEN van: de Groep Visa/Gemengd

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2017/458 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 15 maart 2017

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2017/458 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 15 maart 2017 18.3.2017 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 74/1 I (Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2017/458 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15 maart 2017 tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.11.2014 COM(2014) 714 final 2014/0338 (COD) Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van politiële

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 22 februari 2017 (OR. en) 2015/0307 (COD) PE-CONS 55/16 FRONT 484 VISA 393 SIRIS 169 COMIX 815 CODEC 1854 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING VAN DE

Nadere informatie

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Culturele Hoofdstad van Europa voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I P5_TA(2004)0361 "Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 4 april 209 (OR. en) 208/0390 (COD) PE-CONS 7/9 VISA 49 COMIX 36 PREP-BXT 77 CODEC 572 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 april 2006 (24.04) (OR. en) 8478/06 LIMITE VISA 109 FRONT 80 COMIX 383. NOTA het secretariaat-generaal

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 april 2006 (24.04) (OR. en) 8478/06 LIMITE VISA 109 FRONT 80 COMIX 383. NOTA het secretariaat-generaal Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 april 2006 (24.04) (OR. en) PUBLIC 8478/06 LIMITE VISA 109 FRONT 80 COMIX 383 NOTA van: aan: vorig doc. Betreft: het secretariaat-generaal de Raad 8277/06

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 200 32 455 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het bieden van een rechtsgrondslag voor de afname van de gezichtsopname en twee vingerafdrukken

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juli 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juli 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 0 juli 05 (OR. en) 0506/5 ENFOPOL 9 COMIX 3 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Ontwerp-UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD houdende vaststelling van de datum

Nadere informatie

Amendement 3 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken AMENDMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT *

Amendement 3 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken AMENDMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * 3.4.2019 A8-0047/3 Amendement 3 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken Verslag A8-0047/2019 Sergei Stanishev Vaststelling van de lijst van derde landen

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.10.2017 COM(2017) 582 final 2017/0253 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) 8082/1/06 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD)

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) 8082/1/06 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD) Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD) PUBLIC 8082/1/06 REV 1 LIMITE SIRIS 72 SCHENGEN 32 CODEC 311 COMIX 339 NOTA

Nadere informatie

6342/17 eer/cle/hh 1 DRI

6342/17 eer/cle/hh 1 DRI Raad van de Europese Unie Brussel, 21 februari 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0307(COD) 6342/17 INFORMATIEVE NOTA van: aan: Betreft: I. INLEIDING het secretariaat-generaal van de Raad

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 27 april 2009 (OR. en) 2008/0122 (COD) PE-CONS 3735/08 JUSTCIV 269 JURINFO 90 CODEC 1904 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING

Nadere informatie

14899/09 HD/mm DG H 2 A

14899/09 HD/mm DG H 2 A RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2009 (OR. en) 14899/09 Interinstitutioneel dossier: 2009/0034 (CNS) JUSTCIV 215 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD tot

Nadere informatie

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag, P5_TA(2002)0591 Verblijfstitel met een korte geldigheidsduur * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de verblijfstitel met een korte

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.6.2015 COM(2015) 303 final 2015/0134 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1683/1995 van de Raad

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2011) 516 definitief

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2011) 516 definitief RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 2 september 2011 (02.09) (OR. en) 13710/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0223 (COD) VISA 159 CODEC 1370 COMIX 519 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen:

Nadere informatie

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B Raad van de Europese Unie Brussel, 23 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0279 (COD) 7566/17 PI 33 CODEC 463 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.5.2017 COM(2017) 218 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen over een akkoord met het Verenigd Koninkrijk

Nadere informatie

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000), P5_TA(2002)0430 Europees netwerk voor justitiële opleiding * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het initiatief van de Franse Republiek met het oog op de aanneming van het besluit van de

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, L 219/10 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 800/2014 VAN DE COMMISSIE van 24 juli 2014 tot vaststelling van verslagleggingsprocedures en andere praktische regelingen betreffende de financiering van operationele

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47 BEGELEIDENDE NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper (2e deel) nr. vorig doc.: 14497/04 JAI 441 ASIM

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 juni 2003 (06.06) (OR. en) 9748/03 LIMITE VISA 91 FRONT 67 COMIX 326

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 juni 2003 (06.06) (OR. en) 9748/03 LIMITE VISA 91 FRONT 67 COMIX 326 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 juni 2003 (06.06) (OR. en) 9748/03 LIMITE VISA 91 FRONT 67 COMIX 326 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Groep visa nr. vorig doc.: 8696/03 VISA 70 COMIX 260 Betreft:

Nadere informatie

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) XT 21106/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (NLE) BXT 125

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) XT 21106/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (NLE) BXT 125 Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (E) XT 21106/18 BXT 125 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 april 2003 (12.05) (OR. el) 8696/03 LIMITE VISA 70 COMIX 260

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 april 2003 (12.05) (OR. el) 8696/03 LIMITE VISA 70 COMIX 260 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 april 2003 (12.05) (OR. el) PUBLIC 8696/03 LIMITE VISA 70 COMIX 260 NOTA van: aan: Betreft: de Griekse delegatie de Groep visa Ontwerp-beschikking van de

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) 13967/03 LIMITE PUBLIC JUSTCIV 208 TRANS 275 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk recht (algemene vraagstukken)

Nadere informatie

8620/01 AL/td DG H I NL

8620/01 AL/td DG H I NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 22 mei 2001 (OR. fr) 8620/01 LIMITE VISA 66 FRONT 36 COMIX 338 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Beschikking van de Raad inzake de aanpassing van de

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 maart 2008 (25.03) (OR. en) 7041/08 VISA 77 COMIX 172

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 maart 2008 (25.03) (OR. en) 7041/08 VISA 77 COMIX 172 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 7 maart 2008 (25.03) (OR. en) 704/08 VISA 77 COMIX 72 NOTA van: de Belgische, de Luxemburgse en de Nederlandse delegatie aan: de Groep visa Betreft: Initiatief van België,

Nadere informatie

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0190 (CNS) 9317/17 JUSTCIV 113 NOTA van: aan: het voorzitterschap nr. vorig doc.: WK 5263/17 Nr. Comdoc.: 10767/16

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.5.2010 COM(2010)256 definitief 2010/0137 (COD) C7-0134/10 Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.8.2017 COM(2017) 422 final 2017/0189 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vervanging van bijlage A bij Verordening (EU) 2015/848 betreffende

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2016 COM(2016) 818 final 2016/0411 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1008/2008 inzake gemeenschappelijke

Nadere informatie

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 november 2003 (07.11) (OR. it) 14286/03 LIMITE VISA 180 COMIX 662

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 november 2003 (07.11) (OR. it) 14286/03 LIMITE VISA 180 COMIX 662 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 november 2003 (07.11) (OR. it) PUBLIC 14286/03 LIMITE VISA 180 COMIX 662 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep visa Ontwerp-beschikking van

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.4.2018 COM(2018) 176 final 2018/0085 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese

Nadere informatie

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave Europees Parlement 2014-2019 AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave P8_TA-PROV(2019)0047 Douanewetboek van de Unie: opname van de Italiaanse gemeente Campione d'italia en de Italiaanse wateren van het meer

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 juni 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 juni 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 26 juni 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0011 (E) 10161/17 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VISA 228 FRONT 267 COMIX 431 BESLUIT VAN

Nadere informatie

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Geconsolideerd wetgevingsdocument 27.2.2014 EP-PE_TC1-COD(2012)0309 ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT in eerste lezing vastgesteld op 27 februari 2014 met het oog op

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.5.2019 COM(2019) 245 final 2019/0120 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.6.2016 C(2016) 3347 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 6.6.2016 tot vaststelling van de lijst van bewijsstukken die visumaanvragers moeten verstrekken in Iran,

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.1.2017 COM(2017) 17 final 2017/0011 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis met betrekking tot het

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.5.2016 COM(2016) 317 final 2016/0159 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vervanging van de lijsten van insolventieprocedures en

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.2.2016 COM(2016) 80 final 2016/0045 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD inzake de tijdelijke opschorting van de herplaatsing van 30 % van de verzoekers

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD 7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 17 december 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0314 (NLE) 15405/15 ASIM 176 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 16 december 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft:

Nadere informatie

15152/04 CS/wb DG H I

15152/04 CS/wb DG H I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 december 2004 (OR. en) 15152/04 VISA 209 COMIX 716 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Verordening van de Raad betreffende normen voor de veiligheidskenmerken

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 oktober 2004 (28.10) (OR. en) 13824/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0198 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 oktober 2004 (28.10) (OR. en) 13824/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0198 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 22 oktober 2004 (28.10) (OR. en) 13824/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0198 (COD) SIRIS 112 CODEC 1150 COMIX 638 NOTA I-PUNT van: het secretariaat-generaal aan:

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.4.2014 C(2014) 2737 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 29.4.2014 tot vaststelling van de lijst van bewijsstukken die door visumaanvragers moeten worden overgelegd

Nadere informatie

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Voorstel voor een Brussel, 5.7.2010 COM(2010)358 definitief 2010/0192 (COD) VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.2.2013 COM(2013) 96 final 2013/0060 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2006 in verband met

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2006R1412 NL 01.07.2013 003.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1412/2006 VAN DE RAAD van 25

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 6 juli 2017 (OR. en) 2016/0279 (COD) PE-CONS 24/17 PI 67 CODEC 856 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN HET EUROPEES

Nadere informatie

11562/08 CS/lg DG H 1 A

11562/08 CS/lg DG H 1 A RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 22 juli 2008 (OR. en) 11562/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0074 (C S) VISA 239 COMIX 554 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: VERORDENING VAN DE RAAD

Nadere informatie

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT Europees Parlement 2014-2019 Geconsolideerd wetgevingsdocument 15.12.2016 EP-PE_TC1-COD(2016)0142 ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT in eerste lezing vastgesteld op 15 december 2016 met het oog

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.12.2015 COM(2015) 645 final 2015/0294 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.10.2017 COM(2017) 605 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging tot opening van onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 29.11.2007 COM(2007) 761 definitief 2007/0266 (ACC) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het standpunt van de Gemeenschap in het Gemengd Comité EG-Faeröer

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING Europees Parlement 2014-2019 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 24.6.2016 2015/0293(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting

Nadere informatie

Commissie interne markt en consumentenbescherming. van de Commissie interne markt en consumentenbescherming

Commissie interne markt en consumentenbescherming. van de Commissie interne markt en consumentenbescherming EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie interne markt en consumentenbescherming 2010/0298(COD) 4.3.2011 ONTWERPADVIES van de Commissie interne markt en consumentenbescherming aan de Commissie milieubeheer,

Nadere informatie

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2012)0217),

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2012)0217), P7_TA-PROV(2012)0267 Verzekering en herverzekering (Solvabiliteit II) ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 3 juli 2012 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 20.9.2017 L 242/1 I (Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2017/1563 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 13 september 2017 inzake de grensoverschrijdende uitwisseling tussen de Unie

Nadere informatie

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T DE RAAD Straatsburg, 3 december 20 (OR. en) 20/099 (COD) LEX 244 PE-CO S 63// REV FRO T 55 VISA 233 COMIX 74 CODEC 988 VERORDE I G VA HET EUROPEES PARLEME T E DE RAAD

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.7.2004 COM(2004) 468 definitief 2003/0091 (CNS) Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG wat betreft

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken * ONTWERPVERSLAG. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken * ONTWERPVERSLAG. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 28 augustus 2002 VOORLOPIGE VERSIE 2002/0039(CNS) * ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een verordening van de Raad tot uitbreiding

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.8.2018 COM(2018) 567 final 2018/0298 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 391/2009 wat betreft

Nadere informatie

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING Publicatieblad van de Europese Unie L 112 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 62e jaargang 26 april 2019 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0177 (E) 13777/15 JUSTCIV 256 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD tot

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.5.2018 COM(2018) 261 final 2018/0124 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijnen 2006/112/EG en 2008/118/EG wat betreft de opname van de Italiaanse

Nadere informatie

LIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500

LIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2008 (OR. en) 9196/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0048 (AVC) JUSTCIV 94 CH 28 ISL 15 N 18

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2008 (OR. en) 9196/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0048 (AVC) JUSTCIV 94 CH 28 ISL 15 N 18 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 mei 2008 (OR. en) 9196/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0048 (AVC) JUSTCIV 94 CH 28 ISL 15 N 18 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: ONTWERP-BESLUIT

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0102 (CNS) 8333/16 LIMITE PUBLIC FISC 59 ECOFIN 326 NOTA van: aan: het voorzitterschap het Comité

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 911 definitief 2011/0447 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 385/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Publicatieblad van de Europese Unie L 385/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) 29.12.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 385/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 2252/2004 VAN DE RAAD van 13 december 2004 betreffende normen

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.8.2010 COM(2010)410 definitief 2010/0222 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Federale Republiek

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.11.2002 COM(2002) 679 definitief 2002/0280 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling

Nadere informatie

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 1931/2006 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 1931/2006 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD 30.12.2006 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 405/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 1931/2006 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 915 definitief 2011/0450 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.12.2006 COM(2006) 909 definitief 2006/0282 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG

Nadere informatie