PROVINCIAAL BLAD. Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland voor de provinciale organisatie 2018

Transcriptie

1 PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Zuid-Holland Nr december 2017 Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland voor de provinciale organisatie 2018 Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 12 december 2017, PZH (DOS ), tot actualisatie van het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland voor de provinciale organisatie mede in verband met de opheffing van de directie Concernzaken (Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland voor de provinciale organisatie 2018) Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland; Gelet op de artikelen 59a en 166 van de Provinciewet, en afdeling van de Algemene wet bestuursrecht; Besluiten: vast te stellen het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland voor de provinciale organisatie Hoofdstuk 1 Bestuurlijk mandaat Artikel 1 Mandaatverlening 1. Aan ieder lid van Gedeputeerde Staten wordt mandaat verleend om tezamen met tenminste één ander lid, de besluiten te nemen als genoemd in de bij dit besluit behorende lijst, opgenomen in bijlage 1, onverminderd het bepaalde in het vierde lid. 2. Het in het eerste lid bedoelde mandaat omvat de bevoegdheid de op basis daarvan genomen besluiten, inclusief onderliggende stukken, geheel of gedeeltelijk actief openbaar te maken, zulks met inachtneming van de daartoe door het college van Gedeputeerde Staten vastgestelde beleidsregels, zoals deze op het moment waarop het mandaat wordt uitgeoefend geldend zijn. 3. Tot het in het eerste lid bedoelde mandaat behoort niet het nemen van besluiten die op grond van het bepaalde in Hoofdstuk 2 in ambtelijk mandaat kunnen worden afgedaan. Het mandaat houdt alleen een beslissingsmandaat in. 4. In door Gedeputeerde Staten vast te stellen recesperioden kunnen de mandaten als bedoeld in het één lid van Gedeputeerde Staten. De recesperioden voor 2018 zijn: kerstreces 2017: 1 tot en met 8 januari 2018, meireces: 28 april tot en met 13 mei 2018, zomerreces: 14 juli tot en met 26 augustus 2018, en kerstreces 2018: 22 december 2018 tot en met 6 januari Artikel 2 Vertegenwoordiging Ieder lid van Gedeputeerde Staten is bevoegd Gedeputeerde Staten in rechte te vertegenwoordigen. Artikel 3 Ondertekening Gedeputeerde Staten staan de commissaris van de Koning toe om de ondertekening van de besluiten die door leden van Gedeputeerde Staten in mandaat zijn genomen, op te dragen aan de secretaris. Artikel 4 Rapportage Gedeputeerde Staten worden wekelijks in kennis gesteld van de besluiten die in bestuurlijk mandaat zijn genomen door middel van afschriften van de besluitvormingsformulieren. Hoofdstuk 2 Ambtelijk mandaat Artikel 5 Mandaatverlening 1. Aan de secretaris wordt mandaat verleend om besluiten te nemen welke staan vermeld op de bij dit besluit behorende lijsten ambtelijk mandaat opgenomen in bijlage Het mandaat houdt zowel een beslissings- als een ondertekeningsmandaat in. 3. Het mandaat, dan wel het op grond van artikel 6 verkregen ondermandaat, wordt uitgeoefend binnen de reguliere werkzaamheden, dan wel de opgedragen opgave. 1

2 Artikel 6 Ondermandaat 1. Het is de secretaris toegestaan zijn mandaat onder te mandateren aan leidinggevenden, zijnde de concerndirecteur, afdelingshoofden, bureauhoofden en de directeur van de Dienst Beheer Infrastructuur, mede in hun rol als ambtelijk opdrachtgever van opgaven binnen hun organisatieonderdeel, dan wel in hun rol als ambtelijk opdrachtgever daarbuiten, alsmede aan overige ambtelijk opdrachtgevers, de provinciearchivaris en de treasurer, tenzij ondermandatering ten aanzien van een concreet mandaat in de mandaatlijst is uitgesloten. 2. In gelijke zin mogen de in het eerste lid genoemde functionarissen aan wie mandaat is gegeven, met uitzondering van de provinciearchivaris en de treasurer, hun mandaat ondermandateren aan een ambtelijk opdrachtnemer. Het verlenen van ondermandaat door ambtelijk opdrachtgevers gebeurt in overeenstemming met de secretaris. Artikel 7 Vertegenwoordiging en machtiging 1. De secretaris is bevoegd Gedeputeerde Staten in rechte te vertegenwoordigen. Tevens kan de secretaris medewerkers en derden hiertoe machtigen. 2. De secretaris, en de functionarissen aan wie op grond van artikel 6 ondermandaat is gegeven, alsmede de secretaris van de bezwarencommissie en de griffier voor de behandeling van administratieve geschillen, zijn gemachtigd om namens Gedeputeerde Staten feitelijke handelingen te verrichten, zijnde handelingen die geen rechtsgevolg hebben. Eveneens zijn hiertoe bevoegd de medewerkers van bureau subsidies. 3. Tot de handelingen als bedoeld in het tweede lid behoren in ieder geval het doorzenden van correspondentie, het verstrekken van inlichtingen anders dan op basis van de Wet openbaarheid van bestuur, het aanvragen van informatie bij bedrijven en andere overheden anders dan uit hoofde van de uitoefening van een wettelijke taak of bevoegdheid, het versturen van uitnodigingen voor bijeenkomsten en hoorzittingen. Artikel 8 Ondertekening Gedeputeerde Staten staan de commissaris van de Koning toe om de ondertekening van besluiten die door ambtenaren in mandaat zijn genomen, aan de betrokken ambtenaren op te dragen. Artikel 9 Vervanging Ingeval van afwezigheid van de ambtenaar aan wie mandaat of ondermandaat is verleend, kan het mandaat worden uitgeoefend door diens formele plaatsvervanger. Bij gelijktijdige afwezigheid van de ambtenaar en diens formele plaatsvervanger kan het ondermandaat worden uitgeoefend door de naast hogere leidinggevende van de betreffende ambtenaar. Hoofdstuk 3 Slotbepalingen Artikel 10 Mandaatregister De secretaris houdt van de (onder)mandaatbesluiten en mandaatlijsten een mandaatregister bij. Artikel 11 Intrekken mandaatbesluit Het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten voor de provinciale organisatie 2017 (provinciaal blad 2016, 6869), nadien gewijzigd bij besluit van 2 oktober 2017 (provinciaal blad 2017, 4424), wordt ingetrokken. Artikel 12 Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari Artikel 13 Citeertitel Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland voor de provinciale organisatie Den Haag, 12 december 2017 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, 2

3 Drs. J. Smit, voorzitter Drs. J.H. de Baas, secretaris Bijlage 1 Mandaatlijst, behorende bij artikel 1, eerste lid van het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten voor de provinciale organisatie 2018 BA01 BA01a BESLUITEN/BEVOEGDHEDEN Onteigeningsprocedures, ongeacht het financiële belang: alle besluiten en proceshandelingen in het kader van de bewuste procedure. TOELICHTING/VOORWAARDEN Besluiten inzake buitengerechtelijke geschillen, waarbij het financiële belang onbepaald of onbekend is dan wel ,- of meer Betreft het buiten rechte: bedraagt, met uitzondering van nadeelcompensatie op grond van de Regeling nadeelcompensatie kabels en leidingen 2010, dan wel kostenvergoeding van verlegging van kabels en leidingen op grond van de Telecommunicatiewet (zie hiervoor BA01b, AAA34 en 35). a aansprakelijk stellen van degene door wiens rechtmatig of onrechtmatig handelen of toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst de provincie schade heeft geleden; b erkennen of afwijzen van aansprakelijkheid voor schade van een ander die te wijten zou zijn aan rechtmatig of onrechtmatig handelen van de provincie of een van haar bestuursorganen dan wel aan een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst door de provincie; c toekennen of afwijzen van schadevergoeding in verband met rechtmatig of onrechtmatig handelen van de provincie of een van haar bestuursorganen dan wel een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst door de provincie; d treffen van een minnelijke regeling, al dan niet door middel van een vaststellingsovereenkomst, in de onder a t/m c bedoelde gevallen. Het gaat om het financiële belang zonder BTW, wettelijke of contractuele rente of (buitengerechtelijke) kosten. BA01b BA02 BA03 BA04 BA04a BA05 Besluiten omtrent nadeelcompensatie op grond van de Regeling nadeelcompensatie kabels en leidingen 2010, en kostenvergoeding van verlegging van kabels en leidingen op grond van de Telecommunicatiewet, met een financieel belang van ,00 of meer. Zie ook AAA24 Besluiten inzake verkrijgen en vervreemden van registergoederen Voor zover passend binnen het beschikbare budget. en inzake het vestigen van (beperkte) zakelijke rechten, waarbij de koopsom inclusief schadeloosstellingen hoe dan ook genaamd of uit hoofde waarvan ook bepaald, meer bedraagt dan ,--. Indienen van inspraakreactie of zienswijze in het kader van een openbare voorbereidingsprocedure voor een besluit van een andere overheid. Adviseren aan minister op grond van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek. Besluiten: -omtrent subsidieverlening bij aanvragen van ,- of meer, met uitzondering van de intrekking op verzoek van de aanvrager; -omtrent subsidieverlening bij aanvragen van minder dan ,-, voor zover deze in een voorstel voor besluitvorming worden afgedaan met een andere aanvraag van ,- of meer; -omtrent verlening van incidentele subsidies bij aanvragen van ,- of minder; -tot weigeren van incidentele subsidies ongeacht het aangevraagde bedrag; Zie ook ACOG03 Door PS en GS vastgestelde beleidskaders dienen in acht te worden genomen Het betreft in ieder geval het verlenen, weigeren en intrekken van subsidies Zie ook AAA11, BR05 en BS02 3

4 BA06 BA07 BA08 BA09 BA10 BA11 BA12 BA13 -betrekking hebbend op art. 3, vijfde lid, onder b en c, art. 11, derde lid, en art. 26, vierde lid, Asv; -tot het aangaan van overeenkomsten als bedoeld in art. 4:36 Awb, voor zover die uitvoeringsovereenkomst strekt ter uitvoering van een onder dit mandaat verleende subsidie; met uitzondering van besluiten: -tot het niet terugvorderen van onverschuldigd betaalde bedragen en met gebruikmaking van de hardheidsbepaling van de Asv. Besluiten tot: -aanbesteding van nieuwe opdrachten voor levering en diensten met een geraamde waarde van ,- of meer; -aanbesteding van nieuwe opdrachten voor werken met een geraamde waarde van ,- of meer; -de bekrachtiging van voornoemde opdrachten, en -de gunning van aanvullende opdrachten voor werken van ,- of meer. Het adviseren over oplegging gedoogplicht (art. 2, zevende lid Belemmeringenwet privaatrecht). Besluiten inzake het benoemen, schorsen en ontslaan van (plv.) leden in commissies van advies aan GS en de (plv.) klachtenfunctionaris. Besluiten omtrent het aanmelden van provinciale steunmaatregelen bij de Europese Commissie en het op verzoek van de Europese Commissie verstrekken van (aanvullende) informatie. Kenbaar maken van een voornemen tot onthouding van goedkeuring of weigering (art. 10:30, Awb). Alle bedragen zijn exclusief BTW. Zie ook AAA16 en AAA18 Zie ABB03 De feitelijk uitvoerende handeling, te weten de elektronische melding via het Ministerie van BZK, wordt gecoördineerd door bureau K&C, afdeling FJZ. BA14 Indeplaatsstelling op basis van art. 124 van de Gemeentewet en het algemeen beleidskader indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 23 augustus 2011 (en de aanvullende beleidskaders voor Huisvesting voor verblijfsgerechtigden en Archief). Het mandaat omvat fase 3 (actief toezicht) van de interventieladder van het genoemde algemene beleidskader. Zie ook AAA41 BA15 BC01 Mededeling aan de minister van gemeentelijke besluiten die voor vernietiging in aanmerking komen op grond van artikel 273a van de Gemeentewet. Besluiten tot het aantrekken van leningen bij een financiële instelling of een publiekrechtelijk lichaam die voldoen aan de Wet Fido. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: a. 100 mln; b.looptijd > 3 mnd. BC02 BC03 BC04 BC05 BC06-07 BC08 BC09 Informatieverstrekking voor derden op grond van hoofdstuk VII Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Besluiten tot het houden van een hoorzitting alsmede de besluitvorming op basis van die hoorzitting (onder andere advies aan minister) ex titel VII van de Onteigeningswet. Besluiten tot de goedkeuring van rechtshandelingen tot verkrijging van openbare goederen (art. 43, lid 3, Boek 3, Burgerlijk Wetboek) en/of tot ontheffing van verboden handelingen door bestuurders en/of overheidsfunctionarissen (art. 15, lid 2, 41c, lid 1, 81h, 81m, 91, 101, 106, 107d, Gemeentewet en art. 20 en 62 Wgr). Besluiten tot benoeming van en advisering over plaatsvervangend voorzitter en (plaatsvervangende) leden hoofdstembureaus Tweede kamer en Provinciale Staten-verkiezingen; Kieswet E6 en E8. Besluiten en berichtgeving aan andere overheden over de uitvoering van Single Information Single Audit. Besluiten als deelnemer in een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoon: -het bepalen van een standpunt op basis waarvan de vertegenwoordiger van Gedeputeerde Staten een stem kan uitbrengen in het algemeen bestuur van een gemeenschappelijke regeling ; -het bepalen van een standpunt op basis waarvan de vertegenwoordiger van de provincie een stem kan uitbrengen in de algemene Zie ook ACF01 4

5 vergadering van een vereniging, naamloze vennootschap of besloten vennootschap. BM01 BM02 BR01-04 BR05 BP01 In dit mandaat is inbegrepen het aangaan van overeenkomsten binnen het kader van verbonden partijen. Vrijstelling verlenen van een regel in een luchthavenbesluit of luchthavenregeling of grenswaarde voor geluid vervangen door een andere grenswaarde (art. 8.46, lid 1, Wet luchtvaart). Besluiten inzake subsidieverstrekking voor de sanering van bodemverontreiniging van bedrijfsterreinen zoals bedoeld in het Besluit subsidieaanvragen voor de sanering van bodemver- -Omvat mede het niet in behandeling nemen van financiële bepalingen bodemsanering, hfdst. 3, par. 2 t/m 4 juncto ontreiniging van bedrijfsterreinen (art. 4:5 en 4:6 het Delegatiebesluit subsidie bodemsanering bedrijfsterreinen, Awb). waarbij meer dan ,-- is gevraagd. Besluiten tot het aangaan van overeenkomsten als bedoeld in art. 5, tweede lid, van de Verordening Investeringsbudget stedelijke vernieuwing Zuid-Holland , met uitzondering van besluiten tot het niet terugvorderen van onverschuldigd betaalde bedragen. Besluiten met betrekking tot de halfjaarlijkse voortgangsrapportages aan de minister van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie in het kader van de uitvoering van de planologische kernbeslissing PMR en de Uitwerkingsovereenkomst PMR/750ha. -Omvat niet besluiten tot niet terugvorderen van onverschuldigd betaalde bedragen. -Omvat niet wijziging uitvoeringstermijn, verlenging beslistermijn, vaststelling subsidie en wijzigingen van ondergeschikt belang (zie hiervoor het aan de directeuren van de omgevingsdiensten verleende mandaat RBS13A). Indien en voor zover de gemeente Rotterdam en de Stadsregio Rotterdam met de rapportage hebben ingestemd. BV01 BV02 BV03 Besluiten tot onttrekking van een weg, in onderhoud bij provincie of waterschap of waarop het waterschap heeft toe te zien, aan het openbaar verkeer (art. 8 Wegenwet, besluit van provinciale staten van 20 december 1996 tot overdracht van bevoegdheden op het terrein van het wegen- en waterstaatsrecht). Besluiten omtrent overdracht en overname beheer, onderhoud en eigendom van wegen en kunstwerken van en naar de provincie op grond van de Wegenwet, Waterstaatswet en Waterschapswet indien met de transactie een bedrag van ,00 of meer gemoeid is. Besluiten tot het: a.ten nadele van betrokkene wijzigen, geheel of gedeeltelijk intrekken van een op grond van art. 13, eerste lid, Wegenverordening Zuid-Holland 2010 of art , eerste lid, Vaarwegenverordening Zuid-Holland 2015 verleende ontheffing; b.wijzigen van de aan een ontheffing op grond van de Wegenverordening Zuid-Holland 2010 of Vaarwegenverordening Zuid-Holland 2015 verbonden standaardvoorwaarden; een en ander uitsluitend in gevallen waarin de aan de ontheffing verbonden voorschriften niet of niet behoorlijk zijn nageleefd. Zie ABI20 Zie ABI01 BV04-06 BV07 BV08 BV09 BV10 BV11 BV12 BV12a Besluiten tot aanwijzing van consumentenorganisaties in de zin van de Wp Het vaststellen van de veertarieven voor veren die conform art. 9, lid 3, Verenwet een verbinding vormen tussen provinciale wegen. Besluiten tot het gunnen van concessies openbaar vervoer of tot het aangaan van vervoersovereenkomsten voor eenieder openstaand personenvervoer conform art. 6 en 7, Bp 2000 en art. 20, lid 2 en 3, Wp Besluiten tot het wijzigen van de voorwaarden in een concessie openbaar vervoer (Wp 2000) of in een vervoersovereenkomst voor eenieder openstaand personenvervoer conform art. 6 en 7, Bp 2000 en art. 20, lid 2 en 3, Wp Besluiten tot het opleggen van een boete aan een concessiehouder op grond van art. 32 Wet Personenvervoer 2000, die openbaar vervoer verricht op grond van art. 20, lid 2 en lid 3, of aan de ver- Zie AV04 Het opleggen van de boete moet mogelijk zijn op grond van de concessievoorwaarden dan wel vervoerovereenkomst. 5

6 BV13 BV14 voerder die een voor een ieder openstaand personenvervoer verricht krachtens een vervoersovereenkomst op grond van art. 6 en 7 van het Besluit Personenvervoer 2000, tot een maximum van per tekortkoming bij het niet of niet volledig nakomen van de voorschriften in de concessie of de vervoersovereenkomst. Besluiten omtrent planschadeovereenkomsten met een geraamde waarde hoger dan ,-- waarbij planschade is gedefinieerd zoals bedoeld in art. 6.1 Wro. Besluiten omtrent overeenkomsten in de verkenning- en planstudieof realisatiefase met andere overheden in het kader van de aanleg, reconstructie en onderhoud van infrastructurele provinciale werken met een geraamde omvang hoger dan ,--. Zie AAA42 en AAA43. Deze overeenkomsten moeten passen binnen het vigerend provinciaal ruimtelijk kader en mogen geen betrekking hebben op het verstrekken van subsidies BV15 (Zie ook AV09 en AV10) Besluiten omtrent overeenkomsten met anderen inzake opdrachtverlening ten behoeve van aanleg, reconstructie en onderhoud de provincie of van een andere overheid of van een Dit ziet op het meenemen van werkzaamheden van van provinciale wegen of vaarwegen, met een geraamde waarde derde in één opdracht en heeft geen betrekking op van meer dan bevoegdheden met betrekking tot regelgeving op het gebied van aanbesteding ,- doch niet meer dan ,-. De genoemde waarde heeft geen betrekking op de totale waarde van de opdracht, maar op het deel dat de provincie bij een ander neerlegt of het deel van een ander dat de provincie bij haar opdrachtverlening meeneemt. BMN01 BMN02 BB01 BB02 BB03 BB04 BB05 BB06 BB07 BB08 BB09 BB10 BB11-12 BG01 BG02 BG03-04 Het uitbrengen van het schriftelijk verslag luchtkwaliteit. De vaststelling van actieplannen op grond van art , eerste lid, Wm. -Besluiten inzake het benoemen, schorsen, ontslaan en voordragen van leden en plaatsvervangende leden in de besturen, programmabepalende organen en de Raad van Commissarissen van RTV West en RTV Rijnmond, alsmede in de besturen van stichtingen voor het in stand houden van molens krachtens de statuten. -Besluiten omtrent goedkeuring van statuten. Uitbrengen verslag aan Minister van BZK en de raad voor de financiële verhoudingen over de financiële situatie van gemeenten met een aanvullende uitkering (art. 20 Besluit Financiële Verhouding 2001). Uitbrengen advies aan Ministers van BZK en Financiën en de raad voor de financiële verhoudingen over het inspectierapport van het Ministerie van BZK met betrekking tot art. 12-gemeenten (Handleiding art. 12 Financiële verhoudingswet). Besluiten op grond van het rechtspositiebesluit burgemeester/wethouders/raads- en commissieleden met betrekking tot opclassificatie en verhoging tijdsbestedingsnorm wethouders, alsmede het beoordelen van besluiten op basis van art. 44, lid 5, Gemeentewet. Het onder preventief toezicht plaatsen van gemeenten (art. 203 Gemeentewet en art. 21 Wet Arhi), alsmede het goedkeuren van begrotingen van gemeenten die om financiële redenen onder preventief toezicht zijn geplaatst (art. 203 Gemeentewet). Instellen van een onderzoek naar het beheer en de inrichting van de financiële administratie (art. 215 Gemeentewet). Besluiten op grond van art. 4, lid 2 en 3, Wet Fido: a.geven aanwijzing om een aangepast plan in te zenden b.goedkeuring kwartaalrapportage en plan. Besluiten op grond van art. 6, lid 2 en 3, Wet Fido: a.geven aanwijzing om maatregelen te nemen om het renterisico op het begrotingstotaal te verminderen b.goedkeuring plan. Het onder preventief toezicht plaatsen van gemeenschappelijke regelingen (art. 203, Gemeentewet en art. 33, Wgr), alsmede het goedkeuren van begrotingen van gemeenschappelijke regelingen die om een andere reden dan termijnoverschrijding onder preventief toezicht zijn geplaatst (art. 203 Gemeentewet en art. 33, Wgr). Besluiten op grond van art. 2, lid 2, de art. en 54 tot en met 56, art. 57, lid 2, en art. 61, lid 1, Wet Arhi. Besluiten tot het vaststellen van collectieve beheerplannen (art. 9.2 Subsidieregeling Natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland). Zie ook ABI08 6

7 BG05 BG06 BW01 BW02 BW03 BW04 BW05 BW06 BW07 BW08 BW09 BW10 BS01 BS02 Besluiten ter uitvoering van de Beleidsregel Compensatie Natuur, Recreatie en Landschap Zuid-Holland 2013: -het vaststellen van de omvang en aard van de compensatieverplichting; -het instemmen met het compensatieplan; -het vaststellen of de compensatie conform het plan is uitgevoerd; -instemmen met de financiële afkoop van het restant van de compensatieplicht; -besluiten aangaande de realisatie van natuurcompensatie; voor zover het financiële belang van de compensatie meer bedraagt dan ,00. Besluiten omtrent vergoeding van de beheerkosten van ,- of meer, samenhangend met de verkoop van provinciale natuuren recreatiegebieden. Besluiten tot goedkeuring van projectplannen waarop paragraaf 2 van hoofdstuk 5 van de Waterwet van toepassing is en waartegen zienswijzen zijn ingediend (art. 5.7 Waterwet). Besluiten op verzoeken tot uitstel en ontheffing zorgplicht afvalwater, voor zover niet in overeenstemming met het geldende provinciale beleid (art , lid 3, Wm). Vaststellen van draaiboeken met betrekking tot uitvoering handhavingsbeleid Besluiten tot inwerkingtreding van besluiten van PS, die aan GS zijn gedelegeerd, alsmede van besluiten van GS. Benoeming en ontslag van de leden van de Coördinatie Commissie Dijkverzwaring en het Provinciaal Overlegorgaan voor de kust en de Adviescommissie Schade Grondwater. Besluiten met betrekking tot de voorbereiding en standpuntbepaling omtrent de wijziging van een reglement van een waterschap, voor zover het een wijziging van beperkte strekking betreft, alsmede bij interprovinciale waterschappen het besluit tot het instellen van een gemeenschappelijke commissie welke is belast met de voorbereiding van de reglementswijziging (art. 3 en art. 6, Waterschapswet). Het verlenen van ontheffing van het verbod voor leden van het algemeen bestuur van een waterschap tot het aangaan van bepaalde overeenkomsten genoemd in art. 33, tweede lid, aanhef en onderdeel d, van de Waterschapswet. Het jaarlijks vastleggen van de zwemwaterfunctie en de zwemwaterlocaties in oppervlaktewater (art. 4.12, derde lid, Waterbesluit en art. 10b Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden). Uitwerking van een eerder al door GS en/of PS vastgesteld beleidskader danwel uitvoeringsprogramma op het terrein van cultuur, jeugd en maatschappelijke participatie, inclusief de nadere uitwerking van besluiten, waarbij de middelen al via de begroting zijn vastgesteld. Besluiten op grond van het besluit van Provinciale Staten van 9 november 2011, gewijzigd bij besluit van 30 januari 2013 (Pb 2013, 16) inzake delegatie overcommitteringsverklaringen Operationeel Programma Kansen voor West, met uitzondering van: a.het vaststellen van regels omtrent het afgeven van overcommitteringsverklaringen; b.besluiten tot het niet terugvorderen van onverschuldigd betaalde bedragen. Zie ook AG16 Zie ook AG20 Zie AW01 Zie AW10 Het betreft niet subsidiebesluiten. Zie ook BA05 en BR05 Besluiten in het kader van de Overeenkomst voorfinanciering Kansen voor West, zoals: -besluiten op verzoeken om voorfinanciering (art.3); -besluiten tot het terugvorderen van wat moet worden terugbetaald aan de provincie (art.4); -opzegging/ontbinding (art.6); -het aanhangig maken van een eventueel geschil (art.7). Bijlage A Lijst van afkortingen Arhi: Algemene regels herindeling art.: artikel 7

8 Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013 Awb: Algemene wet bestuursrecht Bp 2000: Besluit personenvervoer 2000 BZK: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden Fido: Financiering decentrale overheden GS: Gedeputeerde Staten Plv.: plaatsvervangend PMR: Project Mainportontwikkeling Rotterdam PS: Provinciale Staten Wgr: Wet gemeenschappelijke regelingen Wm: Wet milieubeheer Wro: Wet ruimtelijke ordening Bijlage B Verklarende woordenlijst Dienst : Verrichten van werkzaamheden, al dan niet leidend tot een product, inclusief eventuele levering van producten en/of uitvoering van werken met een waarde die lager dan wel bijkomstig is ten opzichte van de te verrichten diensten. Levering: Aankoop, leasing, huur of huurkoop met of zonder koopoptie, van producten inclusief eventuele montage en installatie daarvan, waarbij de waarde van de montage en installatie bijkomstig is ten opzichte van de te leveren producten. Werk: Product van het geheel van bouwkundige of civieltechnische werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of technische functie te vervullen. Bijlage 2 Mandaatlijst, behorende bij artikel 1, vierde lid van het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten voor de provinciale organisatie 2018 (Recesmandaten) RECESMANDATEN Mandaat aan één lid van Gedeputeerde Staten in recesperioden RM01 RM02 RM03 RM04 RM05 RM06 BESLUITEN/BEVOEGDHEDEN Beslissing op bezwaarschrift op grond van de Algemene wet bestuursrecht. Besluiten inzake rechtspositionele aangelegenheden anders dan opgenomen in de lijst bestuurlijk mandaat. Beantwoorden van schriftelijke statenvragen ex artikel 49 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten van Zuid-Holland, e.a. Besluiten in het kader van het uitoefenen van toezicht op de waterschappen. Het indienen van reacties en zienswijzen bij het Rijk met betrekking tot Rijksvoornemens, plannen en wetsvoorstellen. Besluiten en proceshandelingen in het kader van bestuursrechtelijke, civielrechtelijke of andere procedures, te weten: REIKWIJDTE/VOORWAARDEN Onder civielrechtelijke procedures zijn, naast gerechtelijke procedures, ook arbitragezaken en bindend-adviesprocedures te begrijpen. 8

9 -in bestuursrechtelijke procedures, niet zijnde bestuursrechtelijke procedures in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) of hoger beroep in zaken waarop in mandaat is beslist binnen een omgevingsdienst (ADMR03): het maken van bezwaar, het vragen van een voorlopige voorziening, het instellen van (hoger) beroep en rechtstreeks beroep, Onder andere procedures vallen onder andere belastingprocedures, strafrechtelijke procedures. Het financiële belang van een procedure wordt berekend zonder BTW, wettelijke of contractuele rente en (buitengerechtelijke) kosten. het voeren van verweer in gevallen waarin wijziging wordt bepleit van een in Het mandaat ziet tevens op procedures bestuurlijk mandaat, ambtelijk mandaat of in mandaat door de directeur van een van Gedeputeerde Staten, die zij op omgevingsdienst of een onder zijn verantwoordelijkheid vallende leidinggevende grond van art. 158 Provinciewet namens genomen besluit; Provinciale Staten voeren. RM07 Bijlage 3 -in civielrechtelijke procedures, waarbij het financiële belang onbepaald of onbekend is, dan wel ,- of meer bedraagt en in andere procedures, ongeacht het financiële belang: het starten van een procedure, het voeren van verweer, het instellen van beroep, hoger beroep en cassatie, het beëindigen van een procedure waartoe door gedeputeerde Staten is besloten, al dan niet behulp van een vaststellingsovereenkomst; Besluiten op bezwaarschriften op grond van de Awb conform advies Awb-bezwarencommissie (art. 7:11 Awb), indien het primaire besluit is genomen door de provinciesecretaris, de directeur DBI, de directeur van een omgevingsdienst of de directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Mandaatlijsten, behorende bij artikel 5 van het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten voor de provinciale organisatie 2018 MANDAATLIJST SPECIFIEKE (PERSONELE) AANGELEGENHEDEN Mandaat aan secretaris APS01 APS02 APS03 APS04 APS05 APS06 APS07 APS08 APS09 BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN Besluiten gebaseerd op de CAP ten aanzien van ambtenaren, niet zijnde directeur inzake: -toelagen op andere gronden aan groepen: art CAP -buitendienststelling (art CAP) -orde- en strafmaatregelen (hoofdstuk 10 CAP); -ontslag (art sub d en e en i t/m o). Besluiten gebaseerd op de CAP en de overige rechtspositionele regelingen, mede gebaseerd op de CAP ten aanzien van een afdelingshoofd en een directeur van een dienst, met uitzondering van: -besluiten in individuele gevallen (artikel 13.1 CAP) Besluiten gebaseerd op de CAP en de overige rechtspositionele regelingen, mede gebaseerd op de CAP ten aanzien van een directeur, met uitzondering van: -aanstelling ( 2.1 CAP); -ontslag (hoofdstuk 11 CAP) en eventueel daarmee samenhangende uitkeringen op basis van 11.4 t/m 11.7 CAP; -inschaling (artt t/m 3.2.4) en salaristoelagen ( 3.3 CAP); -buitendienststelling (art CAP); -orde- en strafmaatregelen (hoofdstuk 10 CAP); -besluiten in individuele gevallen (art CAP). Aanwijzing van collectieve vrije dagen (gehoord Directieteam) (art. 4.3 CAP) Besluiten met betrekking tot de Basisregistratie Personen (BRP) zoals die is opgenomen in de gemeentelijke basisadministratievoorziening (GBA) Afgeven van verklaringen betreffende het uitoefenen van werkzaamheden in dienst van PZH. Besluiten gebaseerd op de hardheids-/kapstokbepalingen van de CAP (m.u.v. art. 13.1) en de overige regelingen, mede gebaseerd op de CAP Besluiten gebaseerd op de Regeling melen vermoedens van misstanden. Benoemen en ontslaan van bedrijfshulpverleners (BHV-ers) Sociaal Plan overdracht medewerkers Groenservice Zuid-Holland-Staatsbosbeheer TOELICHTING/VOORWAARDEN Kan niet worden ondergemandateerd. Kan worden ondergemandateerd aan de Concerndirecteur. Kan niet worden ondergemandateerd. Kan niet worden ondergemandateerd. Kan niet worden ondergemandateerd. Kan niet worden ondergemandateerd. Kan niet worden ondergemandateerd. Kan niet worden ondergemandateerd. Kan niet worden ondergemandateerd. 9

10 APS10 Besluiten ter uitvoering van het Sociaal Plan overdracht medewerkers Groenservice Zuid-Holland-Staatsbosbeheer, alsmede besluiten omtrent het ter uitvoering Kan niet worden ondergemandateerd. daarvan vastgestelde Beleidskader afkoop Sociaal Plan overgang medewerkers Groenservice Zuid-Holland naar Staatsbosbeheer. APC01 APC02 APC03 APC04 APC05 APC06 Besluiten op grond van de Regeling bevordering provinciale sport- en recreatieve activiteiten Toekenning pensioenen en (overlijdens)uitkeringen aan (gewezen) leden van GS (Uitkerings- en pensioenverordening staten- en commissieleden) Verhalen van schade bij ongevallen van provinciale medewerkers bij derden (toepassen Verhaalswet Ongevallen Ambtenaren) Besluiten tot het plegen van een inhouding op de bezoldiging, loondoorbetaling of uitkering alsmede tot het terugvorderen van teveel betaalde bedragen van een ambtenaar naar aanleiding van een daaraan ten grondslag liggend besluit of direct voortvloeiend uit een rechtspositionele regeling en besluiten gebaseerd op hoofdstuk 7 van de CAP (Gezondheid en arbeidsomstandigheden) in combinatie met de Wet verbetering poortwachter. Het vaststellen van uurlonen. Besluiten betreffende betalingsverplichtingen in het kader van de employability van voormalig medewerkers, voor wie de provincie eigen risicodrager is. Op basis van de Appa en de Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden. Met uitzondering van artikel CAP (Buitendienststelling) MANDAATLIJST ALGEMENE PERSONELE AANGELEGENHEDEN Mandaat aan secretaris AP01 AP02 AP03 AP04 BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN Besluiten gebaseerd op de CAP, ten aanzien van een ambtenaar, niet zijnde bureauhoofd, afdelingshoofd en directeur (van een dienst) met uitzondering van: -aanstelling en arbeidsovereenkomst (hoofdstuk 2 CAP) en wijziging omvang van de aanstelling (art. 6.3 CAP); -benoeming in/waarneming van (andere) (generieke) functie, belasten met een opgave, opdracht of andere werkzaamheden vanuit bestaande (generieke) functie, in belang van de dienst/in overleg (art en hoofdstuk 6 CAP); -ontslag (hoofdstuk 11 CAP) en eventuele daarmee samenhangende uitkeringen op basis van 11.4 t/m 11.7 CAP; -inschaling (artt t/m CAP) en salaristoelagen ( 3.3 CAP); -buitendienststelling (art CAP); -driefasenmodel ( 8.1 CAP); -orde- en strafmaatregelen (hoofdstuk 10 CAP); -reorganisaties ( 11.3 CAP); -besluiten in individuele gevallen (art CAP). Besluiten gebaseerd op de CAP, ten aanzien van een ambtenaar (niet zijnde bureauhoofd, afdelingshoofd of directeur (van een dienst), betreffende: -aanstelling en arbeidsovereenkomst (hoofdstuk 2 CAP) en wijziging omvang van de aanstelling (art. 6.3 CAP); -benoeming in/waarneming van (andere) (generieke) functie, belasten met een opgave, opdracht of andere werkzaamheden vanuit bestaande (generieke) functie, in belang van de dienst/in overleg (art en hoofdstuk 6 CAP); -ontslag (art sub a t/m c en f t/m h) en eventueel daarmee samenhangende uitkeringen op basis van 11.4 t/m 11.7 CAP; -inschaling ( 3.2 CAP) en salaristoelagen (artt t/m CAP); -driefasenmodel ( 8.1 CAP); -reorganisaties( 11.3 CAP). Besluiten gebaseerd op de CAP ten aanzien van een bureauhoofd met uitzondering van: -ontslag (art sub d en e en i t/m o CAP); -buitendienststelling (art CAP); -orde- en strafmaatregelen (hoofdstuk 10 CAP); -besluiten in individuele gevallen (art CAP). Besluiten gebaseerd op de overige rechtspositionele regelingen, mede gebaseerd op de CAP. TOELICHTING/VOORWAARDEN Kan (eventueel via ondermandaat aan de concerndirecteur) alleen worden ondergemandateerd aan een bureauhoofd of aan een functionaris die t.a.v. het betreffende organisatieonderdeel de rol van bureauhoofd vervult. Kan (eventueel via ondermandaat aan de concerndirecteur) alleen worden ondergemandateerd aan een afdelingshoofd. Kan (eventueel via ondermandaat aan de concerndirecteur) alleen worden ondergemandateerd aan een afdelingshoofd. -Ondermandatering in beginsel altijd door de naasthogere. -zie APS04 t.a.v. hardheids-/kapstokbepalingen. 10

11 AP05 AP6a Reageren op bedenkingen tegen een voorgenomen besluit als bedoeld in 8.2 CAP. Besluiten op bezwaarschriften tegen de vaststelling van een beoordeling, conform advies Awb-bezwarencommissie (art. 7:11, Awb) indien primair besluit in ambtelijk mandaat is genomen door een bureauhoofd. -in verband met de Dienstreisregeling provincie Zuid-Holland: besluiten inhoudende toestemming tot het maken van een buitenlandse dienstreis op grond van artikel 9, lid 1 worden opgenomen in een centraal register. Kan (eventueel via ondermandaat aan de concerndirecteur) alleen worden ondergemandateerd aan een afdelingshoofd. AP6b Besluiten op bezwaarschriften tegen de vaststelling van een beoordeling, contrair advies Awb-bezwarencommissie (art. 7:11, Awb) indien primair besluit in ambtelijk mandaat is genomen door een bureauhoofd. Zie AP6b, AAA06 en BA11 Kan uitsluitend worden ondergemandateerd aan directeur DBI. AP07 AP08 Besluiten inzake een detacheringsovereenkomst vanuit de PZH naar een andere organisatie v.v. Besluiten tot aanwijzen van een onbezoldigd ambtenaar zoals bedoeld in artikel 1.2 lid 1 CAP. Zie AP6a en AAA06 Kan (eventueel via ondermandaat aan de concerndirecteur) alleen worden ondergemandateerd aan een afdelingshoofd. Kan (eventueel via ondermandaat aan de concerndirecteur) alleen worden ondergemandateerd aan een afdelingshoofd. MANDAATLIJST ALGEMENE CONCERNAANGELEGENHEDEN Mandaat aan secretaris AAA01 BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN Algemene aangelegenheden Alle besluiten en proceshandelingen in het kader van bestuursrechtelijke, civielrechtelijke of andere procedures, met uitzondering van: TOELICHTING/VOORWAARDEN De van het mandaat uitgezonderde besluiten worden genomen door het voltallige college van Gedeputeerde Staten, voor zover niet anders is bepaald. -in bestuursrechtelijke procedures, niet zijnde bestuursrechtelijke procedures in het kadervan de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) of hoger beroep in zaken waarop in mandaat is beslist binnen een omgevingsdienst (ADMR03): het maken van bezwaar, het vragen van een voorlopige voorziening, het instellen van (hoger) beroep en rechtstreeks beroep, het voeren van verweer in gevallen waarin wijziging wordt bepleit van een in bestuurlijk mandaat, ambtelijk mandaat of in mandaat door de directeur van een omgevingsdienst of een onder zijn verantwoordelijkheid vallende leidinggevende genomen besluit; Onder civielrechtelijke procedures zijn, naast gerechtelijke procedures, ook arbitragezaken en bindend-adviesprocedures te begrijpen. Dit mandaat omvat het het instellen van beroep ten aanzien van verkeersboetes, opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Onder andere procedures vallen onder andere belastingprocedures, strafrechtelijke procedures. -in civielrechtelijke procedures, waarbij het financiële belang onbepaald of onbekend is, dan wel ,- of meer van minder dan ,-, met uitzondering van de beslui- In civielrechtelijke procedures met een financieel belang bedraagt en in andere procedures, ongeacht het financiële ten in procedures als bedoeld in mandaatnummer ACJ01, belang: omvat het mandaat alle besluiten en proceshandelingen in het kader van de bewuste procedure. het starten van een procedure, het voeren van verweer, het instellen van beroep, hoger beroep en cassatie, het beëindigen van een procedure waartoe door gedeputeerde Staten is besloten, al dan niet behulp van een vaststellingsovereenkomst; Het mandaat omvat met doen van verzoeken om als partij in een procedure te worden aangemerkt, onder voorwaarde dat deze verzoeken zo spoedig mogelijk nadat zij zijn gedaan aan het college van Gedeputeerde Staten ter kennis worden gebracht. Het mandaat omvat het digitaal ondertekenen en indienen (uploaden) van gerechtelijke stukken als bedoeld in art. 8:36d Awb (nieuw). Het betreft alle stukken, ongeacht de vraag welk orgaan ten aanzien van betreffende procedure heeft besloten. Het financiële belang van een procedure wordt berekend zonder BTW, wettelijke of contractuele rente en (buitengerechtelijke) kosten. 11

12 Het mandaat ziet tevens op procedures van Gedeputeerde Staten, die zij op grond van art. 158 Provinciewet namens Provinciale Staten voeren. In het mandaat zijn besluiten begrepen ten aanzien van verzoeken om toepassing van rechtstreeks beroep op grond van art. 7:1a, Awb. Dit mandaat kan op grond van art. 10:3 Awb niet worden uitgeoefend door degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen. Zie ook ACJ01 en ADMR03 AAA02 Besluiten op grond: a.art. 4:5 en 4:6, Awb (vereenvoudigde wijze van afdoen en afdoen herhaalde aanvraag); b.art. 4.7 en 4:8, Awb (horen); c.afdeling 4.1.3, Awb (opschorten beslistermijn; besluiten over dwangsommen bij niet tijdig beslissen); d.titel 4.4, Awb (bestuursrechtelijke geldschulden) m.u.v. afdeling 4.4.4, Awb (aanmaning en invordering bij dwangbevel); e.art. 8:51a, 8:51b, 8:51c, 8:80a en 8:80b, Awb (bestuurlijke lus en tussenuitspraak) Het mandaat voor besluiten op grond van de art. 4:5 en 4:6 van de Awb geldt niet voor subsidies. AAA03 AAA04 AAA05 AAA06 Besluiten tot toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, afdeling 3.4 Awb. Besluiten op grond van afdeling 4.4.4, Awb (aanmaning en invordering bij dwangbevel). Het eenmalig danwel doorlopend machtigen van medewerkers of externe adviseurs om GS te vertegenwoordigen in bestuursrechtelijke en belastingprocedures. Het aanwijzen van functionarissen voor het voeren van mediationgesprekken en voor het aangaan en ondertekenen van mediationovereenkomsten; en het maken van afspraken en het aangaan en ondertekenen van vaststellingsovereenkomsten naar aanleiding van mediationgesprekken. Besluiten op bezwaarschriften op grond van de Awb conform advies Awb-bezwarencommissie (art. 7:11, Awb) indien primair besluit in ambtelijk mandaat is genomen door een bureauhoofd of een afdelingshoofd. Het mandaat omvat mede: -rechtspositionele besluiten als bestreden besluit, met uitzondering van de vaststelling van een beoordeling van een medewerker; -besluiten in het kader van de voorbereiding, zoals toepassing van art. 2:2 (weigeren raadsman of vertegenwoordiger), en 7:10 (verdagen beslistermijn), Awb. N.b. Dit ziet ook op procedures van Gedeputeerde Staten die zij op grond van art. 158 Provinciewet namens Provinciale Staten voeren. Vaststellingsovereenkomsten als resultaat van mediationgesprekken mogen alleen in ambtelijk mandaat worden aangegaan en ondertekend, indien het conflict zijn oorsprong vindt in een op ambtelijk niveau in mandaat genomen besluit. Kan alleen worden ondergemandateerd aan een directeur of aan een afdelingshoofd. Indien het primair besluit is genomen door een bureauhoofd kan dit mandaat in ondermandaat worden uitgeoefend door een afdelingshoofd. Indien het primair besluit is genomen door een afdelingshoofd kan het mandaat niet in ondermandaat worden uitgeoefend. Voorbereidende handelingen vinden (mede) plaats door het secretariaat van de bezwaarschriftencommissie. AAA07 Het afdoen van klachten al dan niet op basis van een advies van de klachtenfunctionaris. Zie ook BA11, AP5a en AP5b Voor zover het een gedraging betreft van een onder verantwoordelijkheid van de directeur ressorterende functionaris. AAA08 AAA09 Het aanwijzen van personen belast met het houden van toezicht en van buitengewone opsporingsambtenaren. Kan alleen worden ondergemandateerd aan een directeur of aan een afdelingshoofd. 12

13 AAA10 Het aanvragen en verantwoorden van subsidies op basis van regelingen van andere overheden, zoals het Rijk alsook de Europese Unie, alsmede het aangaan van overeenkomsten in verband met deze subsidies. De uitgezonderde besluiten blijven voorbehouden aan Gedeputeerde Staten. AAA11 AAA12 AAA13 Het mandaat ziet niet op: -Het besluit om als leadpartner (ook wel coordinating beneficiary of omschrijvingen van gelijke strekking, dan wel penvoerder genoemd) op te treden en daarmee (mede) de verantwoordelijkheid te dragen voor de uitvoering van projecten door derden. -De aanvraag van een subsidie bij andere overheden zoals het Rijk alsook de Europese Unie die leidt tot het vaststellen door Gedeputeerde Staten van een subsidieregeling teneinde de ontvangen subsidiegelden te kunnen verstrekken. Alle besluiten omtrent subsidies en ISV welke niet in bestuurlijk mandaat BA05 en BR05 zijn belegd, met uitzondering van: -het verlenen van incidentele subsidies als bedoeld in art. 3, vijfde lid, onder a, Asv van meer dan ,-; -het niet terugvorderen van onverschuldigd betaalde bedragen; -besluiten met gebruikmaking van de hardheidsclausule van de Asv. Het aan andere overheden, instellingen of bedrijven vragen van informatie in een politiek-bestuurlijk gevoelige context. Besluiten op grond van Titel 5.3 en Titel 5.4, Awb, (bestuurlijke sancties) met uitzondering van: a.het toepassen van spoedeisende bestuursdwang op grond van art. 5:31, Awb juncto 5.17, Wabo; b.besluiten tot invordering van dwangsommen; c.besluiten tot verhaal van kosten bestuursdwang, inclusief het vaststellen van de hoogte van de verschuldigde kosten in verband met het toepassen van bestuursdwang. Het betreft het verlenen, weigeren, intrekken en buiten behandeling laten van aanvragen van subsidies, alsmede, ongeacht het gevraagde bedrag, bevoorschotten, wijzigingen van ondergeschikt belang, wijzigen van de uitvoeringstermijn, wijzigen van de termijn indienen aanvraag subsidievaststelling, terugvorderen onverschuldigd betaald subsidiebedrag, vaststellen van subsidie, het aangaan van een subsidie-uitvoeringsovereenkomst en dergelijke. -Het betreft bijvoorbeeld het vragen van informatie bij subsidieontvangende instellingen over eventuele beloningen van bestuurders of functionarissen boven de normen op grond van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector. -Kan alleen worden ondergemandateerd aan een directeur of aan een afdelingshoofd. Betreft in ieder geval: -het opleggen, intrekken en wijzigen van een bestuurlijke sanctie, -het afzien van verhaal van de kosten van bestuursdwang, alsmede van de invordering van dwangsommen en andere geldschulden voortvloeiend uit een bestuurlijke sanctie als bedoeld in hoofdstuk 5, Awb. Kan alleen worden ondergemandateerd aan een directeur of aan een afdelingshoofd. AAA14 AAA15 AAA16 Besluiten a.ter voorbereiding en uitvoering van de besluiten als bedoeld in AAA13; b.tot het toepassen van spoedeisende bestuursdwang op grond van art. 5:31, Awb juncto 5.17, Wabo; c.tot invordering van dwangsommen; d.tot verhaal van kosten bestuursdwang, inclusief het vaststellen van de hoogte van de verschuldigde kosten in verband met het toepassen van bestuursdwang. Besluiten op verzoeken van derden om bestuursrechtelijk/handhavend op te treden. Besluiten tot aanbesteding voor zover niet vallend onder BA06, en alle (rechts)handelingen in het kader van een aanbestedingsprocedure. Omvat niet besluiten tot voorbereidings- en uitvoeringshandelingen (AAA14). Het is toegestaan om bij de binnen dit mandaatnummer in ondermandaat te verlenen bevoegdheden te differentiëren. Onder dit mandaat valt niet de afdoening van een klacht in een aanbestedingsprocedure (zie ABIR01). Alle bedragen zijn exclusief BTW. 13

14 AAA16a AAA17 AAA18 Besluiten inzake het verrichten van rechtshandelingen in verband met of voortvloeiend uit een privaatrechtelijke overeenkomst waartoe door of namens GS is besloten. Tevens omvat de bevoegdheid het aanwijzen van derden ten behoeve van directievoering. Zie ook BA06en AAA18 Het betreft rechtshandelingen als: -het wijzigen, beëindigen of verlengen van een overeenkomst; -beroep doen op bepalingen in een overeenkomst, zoals een boetebeding; -het verlenen van een meerwerkopdracht; -het goedkeuren van een herziene planning voor zover binnen de voorwaarden/grenzen van de overeenkomst. Het betreft niet het verrichten van rechtshandelingen in verband met buitengerechtelijke geschillen of procedures ( BA01a, AAA01). AAA19 AAA20 AAA21 AAA22 AAA23 AAA24 Het verstrekken van opdrachten aan gemeenschappelijke regelingen waarin de provincie deelneemt met uitzondering van Regionale uitvoeringsdiensten. Besluiten in het kader van het beheren van een zekerheidstelling (bankgarantie). Het aanvragen of laten aanvragen van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen bij andere overheden. Het verlenen van toestemming tot gebruik van, dan wel werkzaamheden in of aan een provinciaal eigendom, anders dan op basis van huur of pacht. De toestemming kan ook zien op het kappen van bomen. Besluiten inzake buitengerechtelijke geschillen waarbij het financiële belang minder bedraagt dan ,-, met uitzondering van: -nadeelcompensatie op grond van de Regeling nadeelcompensatie kabels en leidingen 2010 (AAA34 en AAA35); -kostenvergoeding van verlegging van kabels en leidingen op grond van de Telecommunicatiewet (AAA34 en AAA35); -besluiten in verband met onrechtmatig handelen van de provincie of een van haar bestuursorganen zoals opgenomen in ACJ01 en ABI10. Zie ook BA06en AAA16. Betreft werkzaamheden die behoren tot de taken van de gemeenschappelijke regeling, maar niet zijn meegenomen in het jaarplan van die gemeenschappelijke regeling. Omvat het buiten rechte: a.aansprakelijk stellen van degene door wiens rechtmatig of onrechtmatig handelen of toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst de provincie schade heeft geleden; b.erkennen of afwijzen van aansprakelijkheid voor schade van een ander die te wijten zou zijn aan rechtmatig handelen van de provincie of een van haar bestuursorganen dan wel aan een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst door de provincie; c.toekennen of afwijzen van schadevergoeding in verband met rechtmatig handelen van de provincie of een van haar bestuursorganen dan wel een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst door de provincie; d.treffen van een minnelijke regeling, al dan niet door middel van een vaststellingsovereenkomst, in de onder a t/m c bedoelde gevallen. Het gaat om het financiële belang zonder BTW, wettelijke of contractuele rente of (buitengerechtelijke) kosten. AAA25 AAA26 AAA27 AAA28 AAA29 Besluiten met betrekking tot gegevensverzamelingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens, met uitzondering van het melden van datalekken. Het melden van datalekken als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens. Besluiten inzake legitimatiebewijzen ten aanzien van: -ambtenaren op grond van art. 5:12 Awb; -personen in dienst van dan wel werkzaam voor of vanwege de provincie (in contact met derden). Afgeven van een verklaring in het kader van een cliëntenonderzoek, zoals bedoeld in art. 3, Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, alsmede Zie ook BA01a Zie AAA24 Betreft onder andere aanmelding gegevensverzameling bij Autoriteit Persoonsgegevens. Uitsluitend onder te mandateren aan de concerndirecteur, belast met bedrijfsvoering. 14

15 AAA30 AAA31 AAA32 AAA33 het afgeven van vergelijkbare verklaringen in een Europees subsidietraject. Besluiten betreffende het oninbaar verklaren van openstaande vorderingen tot een bedrag van ,--. Besluiten omtrent: -het verstrekken van informatie aan de Europese Commissie inzake provinciale steunmaatregelen die van aanmelding zijn vrijgesteld (kennisgeving). -het verstrekken van informatie inzake een monitoringsverzoek van de Europese Commissie. Besluiten omtrent gebruiksovereenkomsten ten behoeve van de provincie: overeenkomsten om niet of domeinnaamregistraties. De overeenkomsten hebben geen betrekking op inkoop van diensten of leveringen. Aanschrijvingen tot het verleggen van kabels en leidingen, alsmede de eventueel daarmee samenhangende ingebrekestelling. De feitelijke uitvoerende handelingen, zoals de elektronische melding via het ministerie van BZK, wordt gecoördineerd door bureau K&C, afdeling FJZ. De aanschrijving ziet op het verleggen van kabels en leidingen in infrastructurele projecten waarin o.a. sprake is van een kabel of leiding die op een zakelijk recht ligt. AAA34 AAA35 AAA35a AAA36 AAA37 AAA38 AAA39 AAA40 Besluiten omtrent nadeelcompensatie op grond van: -de Regeling nadeelcompensatie kabels en leidingen 2010; en -kostenvergoeding van verlegging van kabels en leidingen op grond van de Telecommunicatiewet; een en ander voor zover het financiële belang niet hoger is dan ,00. Besluiten omtrent nadeelcompensatie op grond van: -de Regeling nadeelcompensatie kabels en leidingen 2010; en -kostenvergoeding van verlegging van kabels en leidingen op grond van de Telecommunicatiewet; een en ander voor zover het financiële belang ,00 tot ,00 bedraagt. Het mandaat ziet niet op het intrekken of wijzigen van een ontheffing op grond waarvan een kabel of leiding binnen het beheergebied van de provincie is gelegen (zie ABI01). Zie ook AAA35 en BA01b Kan alleen worden ondergemandateerd aan een directeur of aan een afdelingshoofd. Zie ook BA01b en AAA34 Het voorafgaand aan de uitvoering van een project maken van afspraken met kabelexploitanten (projectovereenstem- Het betreft afspraken over te verrichten werkzaamheden en planning. Tevens kan er inzicht worden gegeven in een mingen), met uitzondering van afspraken over definitieve eventuele schadevergoeding, maar hieromtrent kunnen schadevergoeding. geen definitieve afspraken worden gemaakt. Besluiten tot het vaststellen van ontwerpgedoogbeschikkingen en definitieve gedoogbeschikkingen. Besluiten inzake het vastleggen en wijzigen van financiële verplichtingen en vorderingen en het versturen van facturen in verband met of voortvloeiend uit een overeenkomst of uit de wet. Het vaststellen van aanvraagformulieren voor besluiten van Gedeputeerde Staten. Het op grond van art. 9f, zesde lid, van de Elektriciteitswet 1998 bevoegd verklaren van een gemeente tot het afhandelen en coördineren van de benodigde vergunningen voor windturbines tussen de 5 en 100 MW. Besluiten omtrent samenwerkingsovereenkomsten met andere overheden met een financieel belang van minder dan ,-- exclusief BTW. Het betreft: -financiële verplichtingen uit zowel bestuursrechtelijke als privaatrechtelijke overeenkomsten of uit de wet; -andere financiële verplichtingen zoals boeten, leges en belastingen. N.b. het betreft niet de aanslagoplegging. De gemeente is -voor zover nodig- bereid tot aanpassing van het bestemmingsplan en locatie past binnen het provinciaal ruimtelijk (windenergie) beleid. Het betreft praktische samenwerking met geringe financiële gevolgen. Omvat niet het aangaan van overeenkomsten met andere overheden: -in de verkenning en planstudie of realisatiefase in het kader van de aanleg, reconstructie en onderhoud van infrastructurele provinciale werken (BV14, AV09 en AV10); -in verband met de bediening, het beheer en het onderhoud door de provincie van bruggen en sluizen ten behoeve van andere overheden (ABI11). 15