Zondag 1 januari :00 nieuwjaarsmorgen

Transcriptie

1 Zondag 1 januari :00 nieuwjaarsmorgen Tekst: Psalm 27: 4 Eén ding heb ik van den HEERE begeerd, dat zal ik zoeken: dat ik al de dagen mijns levens mocht wonen in het huis des HEEREN, om de lieflijkheid des HEEREN te aanschouwen, en te onderzoeken in Zijn tempel. Thema: Davids ene begeerte: 1) om te wonen 2) om te aanschouwen 3) om te onderzoeken Psalm 84: 3 Psalm 119: 71 Lezen: Psalm 27 Psalm 27: 1, 2, 3 Psalm 63: 2, 3 Psalm 121: 1 Leestip: Deuteronomium 30: (God is de levenskracht ) Jesaja 6: 1-7 (rechtvaardiging door verzoening) Lukas 10: (Een ding is nodig) 1 Petrus 1: 1-12 (onderzoeken ) Citaat: In het Huis des Heeren is het leven te leven waard, omdat dan mag gelden: het leven is mij Christus. En de toekomst? Zij is niet donker bij den kandelaar in het Heiligdom. Ds. I. Kievit, Gereformeerd Weekblad Psalm 27 is gedicht door David. Noem nog eens twee andere psalmen van deze dichter. 2. In welke omstandigheden zou David deze psalm hebben kunnen dichten? 3. David zegt: één ding heb ik van de Heere begeerd. We hebben inmiddels een aantal preken over 'één ding' gehoord. a) Welke waren dat? b) Lees eens Lukas 10: Waarom kun je zeggen dat hier sprake is van een toepassing van Psalm 27? c) En doe dat ook eens met Lukas 2 vers Wat heeft Psalm 27 vers 4 te maken met het nieuwe jaar 2017 dat we zijn ingegaan? Overdenk in dit verband het citaat van ds. I. Kievit. 5. Betekent het verlangen van David dat hij geen oog meer heeft voor zijn werk, gezin, dagelijkse taken? Waarom niet? 6. Wat mocht David aanschouwen in de tabernakel? Wat kunnen wij tijdens de kerkdienst aanschouwen? 7. David ging ook zaken onderzoeken. Wat ging hij onderzoeken en wat kunnen wij in de kerk onderzoeken? 8. Onderzoekt u/jij Gods Woord persoonlijk? Zo ja, hoeveel tijd mag u/jij er aan per dag besteden? Voor de jongste kinderen: 1. David ging graag naar de kerk. Waarom was hij daar zo graag? 2. Wat vind jij fijn in de kerk en wat vind je minder fijn? 3. David keek goed rond in zijn kerk. Wat zag hij daar niet? Je mag kiezen a) Een koperen wasvat b) Een kameel c) Een altaar d) Een schommel

2 4. Op een brandofferaltaar werden dieren geofferd. Later werd de Heere Jezus geofferd. Waar gebeurde dat? 5. Het koperen wasvat was bedoeld om: a) in te zwemmen b) voor de kinderen om in te spelen c) de handen van de priesters schoon te maken 6. Zou jij het een stukje van volgende psalmversje kunnen leren? Leer mij, o God van zaligheden, mijn leven in uw dienst besteden.

3 Zondag 1 januari :30 bevestiging ambtsdragers Tekst: Psalm 27: Verberg Uw aangezicht niet voor mij, keer Uw knecht niet af in toorn; Gij zijt mijn Hulp geweest; begeef mij niet en verlaat mij niet, o God mijns heils. 10 Want mijn vader en mijn moeder hebben mij verlaten, maar de HEERE zal mij aannemen. 11 HEERE, leer mij Uw weg, en leid mij in het rechte pad, om mijner verspieders wil. Thema: Het gebed van een dienstknecht: 1) om Gods aangezicht 2) om Gods hulp 3) om Gods onderwijs Psalm 113: 1, 2 Psalm 105: 4 Lezen: Psalm 84 Psalm 27: 5, 6, 7 Psalm 105: 3 Psalm 134: 1, 3 (toezingen) Psalm 97: 7 Leestips: Psalm 10 (God is een Helper) Psalm 25 (gebed om leiding) Johannes 10: 1-30 (goede Herder) Citaat: Daar staat de ark des verbonds. De wet is erin geborgen. Zij vloekt ons niet meer, maar vraagt het leven in hem, die haar dekt met het gouden verzoendeksel. Hier daalt de volle vrede van den Vader onzes Heeren Jezus Christus op ons neer. Wij kunnen hier niet staande blijven maar knielen neer en maken het verzoendeksel nat met onze tranen: de liefelijkheid des Heeren in zijnen Tempel aanschouwen! Ds. I. Kievit, Gereformeerd Weekblad David is bevreesd dat God Zijn aangezicht verbergt. Wat bedoelt hij daarmee? 2. Hoe komt het dat de Heere Zijn aangezicht voor ons moet verbergen? En waardoor kan het nu dat Hij toch Zijn vriendelijk aangezicht gaat tonen? 3. Mozes wilde graag Gods aangezicht zien. Waarom kon dat niet zoals Mozes dat wilde? Lees Exodus 33: 20? 4. David zegt dat zijn vader en moeder hem hebben verlaten. Wat zou hij hiermee bedoelen? 5. In Psalm 27 wordt gesproken om hulp. Welke hulp van de Heere hebben wij nodig? Noem eens enkele concrete voorbeelden. 6. Waarvoor hebben ambtsdragers de hulp van de Heere nodig? 7. David bidt om Gods leiding. Hoe geeft de Heere leiding in het leven van Zijn kinderen? Gaat hun leven daarom altijd over rozen? Waarom niet? 8. David bidt ook om onderwijs. Welk onderwijs vinden wij in de bijbel?

4 Zondag 8 januari 10:00 uur, Leesdienst Tekst: Joh. 1:11 en 12: Hij is gekomen tot het Zijne, en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Maar zovelen Hem aangenomen hebben, die heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven. Thema: Het aannemen van Jezus Punten: Een woord van grote heerlijkheid. Een woord van grote vreselijkheid. Een woord van rijke zaligheid. Psalm 84: 1 Psalm 119: 72 Lezen: Lukas 23: Romeinen 8: Psalm 68: 10, 16 Psalm 138: 4 Psalm 97:7 (eerste collecte bestemd voor diaconale doelen in het buitenland) Leestip: 1 Timotheüs 1: Korinthe 15:1-3. Gespreksvragen bij de preek 1. De preek gaat over Joh.1:11 en 12. Er worden twee Schriftgedeelten gelezen. Waarom is Lukas 23:20-25 een passend Schriftgedeelte bij de tekst van de preek? En waarom Rom. 8:14-17? 2. De eerste drie woorden van onze tekst zijn: 'Hij is gekomen...'. Wie is deze Hij? En wanneer is Hij gekomen? Denk eens rustig na bij deze drie woorden. Waarom zijn het woorden van grote heerlijkheid? 3. Hij is tot 'het Zijne' gekomen. Over wie gaat het hier? Over het volk Israël? Over de gemeente van het Nieuwe Testament? Of over beiden? Dus is Hij dan ook tot u, tot jou gekomen? 4. Er staat: de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Waarom niet; welke redenen zijn er toen geweest en zijn er ook nu nog om Hem niet aan te nemen? En zijn daar goede redenen bij? 5. Er zijn er ook die Hem wel aangenomen hebben. Hem niet aangenomen, of Hem wel aangenomen. Hoe is dat bij u, bij jou? Kun je niet meer zonder Hem of nog wel? 6. Aannemen: degene die iets aanneemt dóet iets. Hij neemt het aan. Als je de Heere Jezus aanneemt doe je ook iets. Doe je dat uit jezelf? Hoe gaat dat aannemen? Voor de kinderen Het gaat in Johannes 1 over het Licht dat in de wereld is gekomen. Het Licht met een hoofdletter. Wie was dat Licht? Als in een donkere kamer het licht aangaat, gaat de duisternis weg. Dat vinden alle mensen fijn. De Heere Jezus kwam als Licht schijnen in een duistere wereld. Maar dat vinden niet alle mensen fijn. Ze willen het Licht niet. Dat is erg. Hou zou dat komen? Herodes hoorde van de wijzen uit het oosten dat de Heere Jezus was geboren. Heeft Herodes de Heere Jezus aangenomen? Wat wilde hij doen? Hij wilde het Kindeke d... Hebben de wijzen uit het oosten de Heere Jezus aangenomen? Wat hebben zij gedaan? Zij hebben het Kindeken aanb... De gelezen preek was van ds J.S. van der Net

5 Zondag 8 januari 18:30 uur, stud. H.J. Agteresch Tekst: Mattheüs 2 : 1-12 Thema: Het Kind en de wijzen Punten: 1. Gekomen om het Kind 2. Gewezen naar het Kind. 3. Gevallen voor het Kind. Psalm 86: 5 Mattheüs 2: 1-12 Psalm 8: 1, 3, 4 Psalm 119: 84 Psalm 72: 6, 11 (eerste collecte bestemd voor diaconale doelen in het buitenland)

6 Zondag 15 januari :00 Bediening Heilige Doop Tekst: Lukas 2: 21 En als acht dagen vervuld waren, dat men het Kindeken besnijden zou, zo werd Zijn Naam genaamd JEZUS, welke genaamd was van den engel, eer Hij in het lichaam ontvangen was. Psalm 103: 3, 4 Psalm 119: 73 Lezen: Lukas 2: Psalm 105: 5 Psalm 134: 3 Psalm 89: 1, 2 Psalm 52: 7 Thema: Schaduw en vervulling op de achtste dag: 1) De besnijdenis van het Kind Jezus 2) Het geloof van zijn ouders (tweede collecte bestemd voor de Emerituskas) Citaat: Overigens hebben de oude sacramenten hetzelfde doel beoogd waarop de onze nu gericht zijn, namelijk om ons heen te wijzen naar Christus en bijna aan de hand tot Hem te leiden, of liever om Hem als beelden te vertegenwoordigen en voor ogen te stellen om Hem nader te leren kennen. J.C. Calvijn, Institutie, boek 4. Leestips: Genesis 17 (instelling besnijdenis) Exodus 4: (nalaten besnijdenis door Mozes; bloedbruidegom ) 1. Wanneer is het sacrament van de besnijdenis in gesteld? En waarom is het ingesteld? 2. De besnijdenis was een teken en zegel van het genadeverbond. Wat houdt het genadeverbond in? Wat is het verschil tussen het werkverbond en het genadeverbond? 3. Lees eens Exodus 4: De Heere zocht Mozes te doden. Waarom? 4. De Heere Jezus moet ook worden besneden. Op welke dag gebeurde dat en wie heeft de Heere Jezus besneden? 5. In Lukas 2: lezen we ook van de reiniging en de offers die gebracht moeten worden. Wat is het verschil met de besnijdenis van de Heere Jezus? 6. Als een jongen werd besneden werd daarmee beleden dat de zonde diep in het vlees van die jongen zat. De Heere Jezus had geen zonden gedaan en kende ook geen erfschuld. Waarom moest Hij toch besneden worden? 7. Lees eens Galaten 4: 4 en 5. Waarom gaat het in deze tekst ook om de besnijdenis van de Heere Jezus? 8. Bij de besnijdenis kreeg de Zoon van God de naam Jezus. Wanneer is tegen Jozef en Maria verteld dat zij Hem zo moeten noemen? 9. Waarom hebben Jozef en Maria deze naam uit het geloof aan de Zoon van God gegeven? 10. Wat betekent de naam Jezus? En: is Hij al voor jou/u een persoonlijke Zaligmaker? Voor de jongste kinderen: 1. Vroeger werden kinderen niet gedoopt, maar werden de jongetjes b.. (vul het eens in). 2. De Heere Jezus werd besneden op de. dag na de geboorte. 3. De besnijdenis deed wel/geen pijn bij de Heere Jezus. 4. Nu worden kinderen niet meer besneden maar gedoopt. Worden alleen jongetjes of ook meisjes gedoopt? 5. Welke naam kreeg het Kindje (de Baby) van Maria? 6. Zou jij deze tekst kunnen leren uit Lukas 1: En zie, gij zult bevrucht worden en een Zoon baren, en zult Zijn Naam heten JEZUS.

7 Zondag 15 januari :30 HC Zondag 22, vraag & antwoord 57 Vraag Wat troost geeft u de opstanding des vleses? Antwoord: Dat niet alleen mijn ziel na dit leven van stonde aan tot Christus, haar Hoofd, zal opgenomen worden, maar dat ook dit mijn vlees, door de kracht van Christus opgewekt zijnde, wederom met mijn ziel verenigd, en aan het heerlijk lichaam van Christus gelijkvormig zal worden. Psalm 79: 4, 7 Tweede berijmde 12 art: 1 Lezen: 2 Korinthe 5: 1-10 Psalm 49: 4, 5, 6 Psalm 73:12, 13 Psalm 140: 13 (tweede collecte bestemd voor de Emerituskas) Thema: Uw enige opstandingstroost 1) Ten aanzien van de ziel 2) Ten aanzien van het lichaam Leestip: 1 Korinthe 2 (heerlijkheid Gods) Filippezen 1 (Paulus verlangen) Filippenzen 3 (opstanding met Christus) Citaat: Er is geen waarheid, die ons in Gods Woord klaarder en eenvoudiger geleerd wordt, dan die, dat van de Heere kinderen naar de ziel, zodra zij sterven, tot Christus, hun Hoofd, in heerlijkheid opgenomen worden. Th. Van der Groe, HC Zondag HC Zondag 22 wordt gevraagd naar troost. Wat troost geeft u? Waarom wordt zo speciaal naar troost gevraagd en niet naar wat verstaat gij onder? 2. De Kerk wordt wel vergeleken met een lichaam waarvan Christus het Hoofd is. Dit Hoofd wil dat het lichaam altijd bij Hem zal zijn. Leg dat eens uit. 3. Welke andere vergelijkingen worden wel gemaakt tussen Christus en Zijn Kerk / kinderen? 4. Uit de Bijbel blijkt dat met het sterven de ziel meteen naar de hemel gaat en niet eerst naar het vagevuur. Leg dat eens uit aan de hand van de geschiedenis van de moordenaar aan het kruis. 5. Zou jij/u nog een andere tekst kunnen noemen waaruit blijkt dat de ziel meteen naar de hemelse heerlijkheid gaat? 6. Ook het lichaam zal worden opgewekt door Christus. Wanneer gaat Hij dat doen? 7. Waarom is het niet juist als mensen zich laten cremeren? Er staat toch nergens in de bijbel dat je mensen moet begraven? 8. Leg eens uit wat het is om een verheerlijkt lichaam te hebben. 9. Verlang jij/verlangt u naar de eeuwige heerlijkheid? En zo ja, kunnen mensen om jou heen dat merken?

8 Zondag 22 januari 2017, 10:00 Tekst: Lukas 2: En zij Hem ziende, werden verslagen; en Zijn moeder zeide tot Hem: Kind, waarom hebt Gij ons zo gedaan? Zie, Uw vader en ik hebben U met angst gezocht. 49 En Hij zeide tot hen: Wat is het dat gij Mij gezocht hebt? Wist gij niet, dat Ik moet zijn in de dingen Mijns Vaders? Psalm 122: 1, 2 Psalm 119: 74 Lezen: Lukas 2: Psalm 26: 5, 6, 7, 8 Psalm 71: 12, 13 Psalm 84: 5 Thema: De Zoon in het huis van Zijn Vader 1) gebracht 2) gezocht 3) gevonden Leestips: Psalm 27 (één ding begeerd) Psalm 84 (in Gods huis zijn) Mattheüs 21: 1-17 (reiniging tempel) (aan de uitgang extra collecte voor de Theologische School) Citaat: Gedoopte gezinnen, die hun eigen doop onderschrijven en ernaar leven, die gezamenlijk als gezin het christelijke geloof belijden, kunnen kleine gemeenten worden genoemd, Matthew Henry. 1. Waarom is het belangrijk dat ouders of pleegouders hun kinderen zo jong mogelijk naar de kerk meenemen? Wat kunnen wij in dit verband van Jozef en Maria leren? 2. De Heere Jezus is nu 12 jaar oud. De geschiedenis Lukas 2 vers 29 e.v. doet ons denken aan Anna. Waarom? 3. Wat betekent bar mizwah? Wordt dat door de Joden nog gevierd? 4. Jongens en meisjes moesten op 12-jarige leeftijd de Wet van Mozes (thora of mitswot ) kennen. Hoeveel geboden waren dat eigenlijk? 5. Hier heb je enkele geboden uit de thora: 17. Iedere man dient besneden te worden. (Gen. 17:12; Lev. 12:3) (CCP 47) 18. Hang gedenkkwasten aan de hoeken van je kleding. (Num. 15:38) (CCP 10) 19. Bind een gebedsriem om het hoofd. (Deut. 6:8) (CCP 9). 20. Bind een tefillin om de arm. (Deut. 6:8) (CCP 8). 21. Hang een mezoeza op je deurposten en poorten van je huis. (Deut. 6:9) 112. Vier de verplichte feesten. (Ex. 23:14) 113. Geniet van de feesten. (Deut. 16:14) 114. Kom op de heiligdommen (synagoge) van de feesten. (Deut. 16:16) Zoek eens enkele teksten op die vermeld worden. Wat vind je van deze geboden? 6. De Heere Jezus laat de rabbi s versteld staan vanwege zijn kennis. Was de Heere Jezus al alwetend of is het anders gegaan? Hoe zal de Heere Jezus de kennis van de Bijbel hebben gekregen? 7. Had de Heere Jezus kennis van de Bijbel nodig? Zo ja waarom? Heb jij kennis van de Bijbel nodig om zalig te worden of kan God dat ook wel doen zonder kennis? 8. Wat kunnen wij leren van de Heere Jezus als Hij in de tempel is? Noem eens concreet mogelijkheden om kennis van de Bijbel te krijgen. 9. De Heere Jezus heeft aan de rabbi s vragen gesteld. Welke vragen zal Hij gesteld hebben?

9 10. De Heere Jezus zegt dat Jozef en Maria helemaal niet naar Hem hadden hoeven zoeken. Zij hadden kunnen weten waar Hij was. Kunnen wij de Heere Jezus ook op een verkeerde plaats zoeken? Maak dat eens concreet. Voor de jongste kinderen: 1. Jezus werd door zijn (pleeg)ouders in de tempel gebracht. Mag jij ook al mee naar de kerk? 2. Waarom wil de Heere dat jij al jong in de kerk komt? 3. Jozef en Maria keerden weer terug naar Nazareth maar de Heere Jezus was er niet bij. Waren zij Jezus vergeten? 4. Jozef en Maria hebben daarna de Heere Jezus overal gezocht. Noem eens twee plaatsen waar ze Hem gezocht hebben. 5. Waar hebben zij de Heere Jezus gevonden? Antwoord: a) bij het paleis van Herodes, b) in een van de tempelgebouwen, c) bij de stadspoort. 6. Wat was de Heere Jezus toen aan het doen? Antwoord: a) spelen met andere kinderen, b) aan het eten, c) luisteren naar het onderwijs van de dominees (rabbi s). 7. Was de Heere Jezus gehoorzaam aan Jozef en Maria? En ben jij dat ook als papa of mama wat aan je vraagt?

10 Zondag 22 januari 2017, 18:30 HC Zondag 22 (vr. en antw. 58) Wat troost schept gij uit het artikel van het eeuwige leven? Dat, nademaal ik nu het beginsel der eeuwige vreugde in mijn hart gevoel, ik na dit leven volkomen zaligheid bezitten zal, die geen oog gezien, geen oor gehoord heeft, en in geens mensen hart opgeklommen is, en dat, om God daarin eeuwiglijk te prijzen. Psalm 124: 1, 4 Psalm 125: 1 Lezen: Johannes 17: en Openbaring 21: 1-8 Psalm 31: 14, 15, 16 Psalm 69: 13, 14 Psalm 21: 13 (aan de uitgang extra collecte voor de Theologische School) Thema: Troost aangaande het eeuwige leven: 1) hier nog onvolkomen vreugde 2) straks een volkomen vreugde Leestip: 1 Korinthe 2 (Paulus opgetrokken) 2 Korinthe 5 (verlangen naar de wederkomst) Citaat: ( ) Daar zullen zij volledig en voor altijd van alle zonde en ellende verlost zijn, vervuld met ondenkbare vreugde en volmaakt heilig en gelukkig, beide naar lichaam en ziel, in het gezelschap van ontelbare heiligen en heilige engelen, maar in het bijzonder in het van aangezicht tot aangezicht zien en genieten van God de Vader, onze Heere Jezus Christus en de Heilige Geest, tot in alle eeuwigheid. En dit is de volmaakte en volledige gemeenschap die de leden van de onzichtbare Kerk met Christus in heerlijkheid genieten bij de opstanding en op de oordeelsdag. Westminster Catechismus vraag en antwoord In de vraag gaat het om het eeuwige leven, in het antwoord wordt gesproken van eeuwige vreugde. Het gaat dus om vreugde. Waarop is die vreugde gericht? 2. Wat is het verschil tussen gewone blijdschap en de vreugde waarover in de HC wordt gesproken? 3. Leg HC 22 antw. 58 eens naast het citaat uit de Westminster en vergelijk die met elkaar. Welke aanvullingen lezen we in de Westminster? 4. Christus geeft in het hogepriesterlijke gebed aan waaruit de eeuwige vreugde ten diepste bestaat. Wat zegt Hij hierover? 5. Hier op aarde is de vreugde nog niet volmaakt. Noem eens drie omstandigheden waardoor het niet volmaakt is. 6. Na de dood is de vreugde volkomen. Wat maakt deze vreugde zo volkomen? 7. Kent u/ken jij deze troost van het eeuwige leven?

11 Zondag 29 januari :00 Tekst: Mattheüs 3: Toen kwam Jezus van Galiléa naar de Jordaan tot Johannes, om van hem gedoopt te worden. 14 Doch Johannes weigerde Hem zeer, zeggende: Mij is nodig van U gedoopt te worden, en komt Gij tot mij? 15 Maar Jezus antwoordende zeide tot hem: Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij van Hem af. 16 En Jezus gedoopt zijnde, is terstond opgeklommen uit het water. En zie, de hemelen werden Hem geopend, en hij zag den Geest Gods nederdalen gelijk een duif, en op Hem komen. 17 En zie, een stem uit de hemelen, zeggende: Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb. Psalm 103: 8, 9 Psalm 119: 75 Lezen: Mattheus 3 Gebed des Heeren 5, 6, 9, 10 Psalm 105: 4, 5, 6 Psalm 103: 7 (eerste collecte bestemd voor Helpende Handen) Thema: De doop van de Middelaar: 1) Door Johannes geweigerd 2) Door Jezus beoogd 3) Door de Vader verzegeld 4) Citaat: Hoe heerlijk is dan de gewilligheid van de Zoon van God om Zich te vernederen om onze Middelaar te zijn. Welk hart en welke tong kan de heerlijkheid uitdrukken van die zin van Christus welke Hem uit de oneindige heerlijkheid naar beneden deed komen om onze natuur met die van Hem te verenigen, zodat Hij namens ons bij God kon tussenbeide treden. John Owen, De heerlijkheid van Christus. Leestips: Johannes 1: 1-40 (Johannes en Jezus) Handelingen 8 (doop van de Kamerling) 1. Johannes doopte mensen die tot hem kwamen. Waarom deed hij dat? 2. Wat betekende het voor mensen om door Johannes gedoopt te worden? Ofwel: wat wordt bedoeld met het onder water gaan en weer uit het water opkomen van iemand die wordt gedoopt? 3. De Heere Jezus wil door Johannes gedoopt worden. a) Waarom weigerde Johannes dat aanvankelijk? b) Waarom luistert hij uiteindelijk toch naar de Heere Jezus? c) Leg de doop van de Heere Jezus (de meerdere) door Johannes (de mindere) eens uit aan de hand van het voorbeeld van het afleggen van de eed door president Trump aan de rechter van het Hooggerechtshof in de USA. 4. De Heere Jezus zegt dat het noodzakelijk is dat Hij wordt gedoopt. a) Wat zegt de Heere Jezus hierover precies en waarom was het noodzakelijk dat Hij gedoopt werd? 5. We lezen in het doopformulier dat de doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen. Leg uit dat dit alles door de Middelaar Jezus Christus (Die eerst besneden en later gedoopt werd) wordt uitgebeeld. 6. Bij de doop van de Heere Jezus zien we de Drie-eenheid: Vader, Zoon en Heilige Geest. Leg dat eens uit.

12 7. De Heilige Geest komt in de gedaante van een duif op de Heere Jezus. a) Wat is de betekenis daarvan (waarom gebeurt dit)? b) Wat lezen we over de Heilige Geest in Genesis 1:2? 8. De Vader spreekt over Zijn Zoon. Tot wie zijn deze woorden gericht? 9. Overdenk het citaat van John Owen eens. Is de Heere Jezus al uw of jouw Middelaar? Voor de jongste kinderen: 1. Hoe heet de man die de Heere Jezus ging dopen? 2. Waarom wilde Johannes eerst de Heere Jezus niet dopen? Antwoord a) omdat hij geen tijd had b) omdat de Heere Jezus al een grote man was c) omdat de Heere Jezus Gods Zoon was 3. Dopen gebeurt met water. Waarom met water? Antwoord: a) water is lekker goedkoop b) water heeft een mooie kleur c) water wijst erop wij gewassen moeten worden van onze zonden 4. De Heilige Geest daalde neer op de Heere Jezus in de vorm van een d. (vul maar in). 5. De Vader in de hemel sprak tot de mensen: Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik heb (vul maar in). 6. Zou jij de volgende tekst kunnen opzeggen? Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.

13 Zondag 29 januari :30 Zondag 23, Vraag & antwoord 59: Vraag: Maar wat baat het u nu dat gij dit alles gelooft? Antwoord: Dat ik in Christus voor God rechtvaardig ben, en een erfgenaam des eeuwigen levens. Psalm 65: 1, 2 Psalm 138: 3 Lezen: Zacharia 3 Psalm 143: 1, 2, 3, 4 Psalm 139: 13, 14 Psalm 149: 5 (eerste collecte bestemd voor Helpende Handen) Thema: Voor God rechtvaardig: 1) De belangrijkste vraag 2) Het alles beslissende antwoord Leestip: Jesaja 6 (rechtvaardiging van de profeet) Romeinen 1 (rechtvaardiging door het geloof) Citaat: Waar zijt gij met dat alles gebleven? Zijt gij langs dien weg een ander mens geworden, een recht ontdekte? Een gevangene, een schuldige ziel is toch met niet anders tevreden, dan daarmede, dat hij een vrij man wordt, dat hij met zijn schulden tot Christus geleerd wordt te komen en dezelve daar te laten, dan wordt hij gerechtvaardigd en dan gelooft hij dat zijn geloof oprecht is. Justus Vermeer, HC 23, deel 1, p Lees eens Lukas 13: De man die tot Jezus kwam maakte zich nogal druk over de zaligheid van mensen. Maar wat zei de Heere Jezus tegen hem? 2. Uiteindelijk gaat het in het leven om deze ene vraag: hoe zult u/jij rechtvaardig verschijnen voor God? Hoe luidt het eerste couplet van het bekende gedicht van R.M. Mac Cheyne? 3. Hoe luidt het antwoord van de meeste rabbijnen in de tijd van de Heere Jezus op de onder 2 gestelde vraag? 4. Hoe zwaar moet de vraag over het rechtvaardig voor God zijn in uw/jouw leven wegen? Waartoe zal die vraag leiden als een mens wederom geboren wordt? 5. In het antwoord wordt gezegd dat de gelovige in Christus rechtvaardig is. Hoe leert de Heilige Geest dat? Op welke wijze ga je dan zien dat je buiten Christus niet rechtvaardig bent? 6. Wat betekent het concreet als je voor de troon staat en je bent in Christus gerechtvaardigd? Wat kunnen we in dit verband van het gelezen Schriftgedeelte (Zacharia 3) leren? En van Jesaja 6? 7. Kan een mens dat zeker weten dat hij of zij in Christus rechtvaardig is? 8. Het antwoord vervolgt door te wijzen op het zijn van een erfgenaam. Werk dat eens uit: wat is een erfgenaam en wat gaat een ware christen dan precies erven? Leg daarbij een relatie met hetgeen we hebben gezien in Zondag 22.