Gebruiksaanwijzing BL B02

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gebruiksaanwijzing BL B02"

Transcriptie

1 Gebruiksaanwijzing BL B02 NL

2 Inleiding Dank u voor uw aankoop van dit product. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt. Bewaar de handleiding waar deze gelezen zal worden door iedereen die het product gebruikt. Voor de meest recente informatie De meest recente versies van de handleidingen zijn beschikbaar op: De site is niet alleen toegankelijk vanaf uw computer, maar ook vanaf smartphones en tablets. Voor informatie over firmware-updates, ga naar: ii

3 P Hoofdstukinhoudsopgave Menulijst iv 1 Voordat u begint 1 2 Eerste stappen 23 3 Basisfotografie en afspelen 39 4 Films opnemen en afspelen 45 5 Foto s maken 51 6 De opnamemenu s Afspelen en het afspeelmenu De instellingenmenu s Sneltoetsen Randapparatuur en optionele accessoires Aansluitingen Technische notities 185 iii

4 Menulijst Cameramenu-opties worden hieronder opgesomd. Opnamemenu s Pas de instellingen bij het nemen van foto s of opnemen van films aan. N Raadpleeg pagina 101 voor meer informatie. OPNAMESTANDEN P OPNAMESTANDEN P A ONDERWERPPROGRAMMA 102 K TOUCH SCREEN MODUS 118 d GEAVANC. FILTER 102 M AANRAAKZOOM 118 F AF/MF INSTELLINGEN 102 c HF ASSISTENTIE 118 A R TYPE ONTGRENDELEN 106 D C LICHTMEETSYSTEEM 119 N ISO 106 v INT. SPOT AE&SCHRPSTLGBD 119 O BEELDGROOTTE 108 p FLITSLICHT INSTELLINGEN 120 T BEELDKWALITEIT 109 W FILM SET-UP 121 U DYNAMISCH BEREIK 110 B C P FILMSIMULATIE 111 X FILMSIMULATIE BKT 112 B ZELFONTSPANNER 112 o INTERVAL-TIMEROPNAME 113 P TIMELAPSE FILMMODUS 114 D WITBALANS 115 f KLEUR 115 q SCHERPTE 115 r HIGHLIGHT TINT 115 s SCHADUWTINT 116 h RUISONDERDRUKKING 116 K L BEL. RO 116 S AE-REEKS INSTELLING 117 w REGELRING-INSTEL. 118 E W DIGIT. BEELDSTABIL. 124 r DRAADLS COMMUNICT 124 x SLUITERTYPE 125 J DIGITALE TELE-CONV. 125 iv

5 Menulijst Het afspeelmenu Pas afspeelinstellingen aan. N Raadpleeg pagina 133 voor meer informatie. AFSPEELMENU P AFSPEELMENU P U OPDRACHT BEELDOVERDRACHT 133 C FOTO DRAAIEN 139 r DRAADLS COMMUNICT 134 B VERWIJDER R. OGEN 140 j RAW-CONVERSIE 134 I DIAVOORSTELLING 140 K A WISSEN 136 L m FOTOBOEK HULP 141 G BEELDUITSNEDE 138 s PC AUTO. OPSLAAN 142 O NIEUW FORMAAT 138 K OPDRACHT (DPOF) 143 D BEVEILIGEN 139 V AFDRUK. instax PRINTER 144 M J BEELDVERHOUDING 144 Instellingenmenu s Pas de basisinstellingen van de camera aan. N Raadpleeg pagina 145 voor meer informatie. INSTELLINGEN P INSTELLINGEN P F DATUM/TIJD 146 h TOETSINSTELLING 152 N TIJDVERSCHIL 146 I SCHERPSTELRING 152 Q a 146 K TOUCH SCREEN INSTELLINGEN 153 G R RESET 147 H Z STROOMBEHEER 153 o GELUID & FLITS 147 t OPSLAAN SET-UP 154 b GELUID SET-UP 148 J KLEURR 155 A SCHERM SET-UP 149 r VERBINDING INSTELLING 156 I K FORMATTEREN 159 v

6 1 P Inhoudsopgave Inleiding... ii Voor de meest recente informatie... ii Menulijst... iv Opnamemenu s...iv Het afspeelmenu...v Instellingenmenu s...v Meegeleverde accessoires...xiv Over deze handleiding...xv Symbolen en conventies...xv Terminologie...xv 1 2 Voordat U Begint 1 Onderdelen van de camera... 2 De standknop...4 De serienummerplaat...4 De scherpstellingstok (scherpstelhendel)...5 De commandoschijven...5 De DRIVE-knop...6 De Fn-knopppen (Functie)...7 Het indicatielampje...8 De bedieningsring...9 Cameraschermen...10 Het LCD-scherm...10 Schermhelderheid aanpassen...12 De DISP/BACK-knop...12 De standaardweergave aanpassen...13 De Menu s Gebruiken...15 Touch screen modus...16 Opname-aanraaktoetsen...16 Touchscreen knoppen terugkijken...21 Eerste stappen 23 De polsriem bevestigen...24 vi

7 Inhoudsopgave De lensdop verwijderen...25 De batterij en een geheugenkaart plaatsen...26 Compatibele geheugenkaarten...29 De batterij opladen...30 De camera in- en uitschakelen...33 Het batterijniveau controleren...34 Basisinstellingen...35 Een andere taal kiezen...37 De tijd en datum veranderen...37 Basisfotografie en afspelen 39 Foto s maken...40 Foto s bekijken...42 Foto s wissen...43 Films opnemen en afspelen 45 Films opnemen...46 Filminstellingen aanpassen...47 Films bekijken...48 Foto s maken 51 Een opnamemodus kiezen...52 S GEAVANCRD SR AUTO...52 Programma AE (P)...53 Sluiter AE (S)...54 Diafragma AE (A)...56 Handmatige belichting (M)...57 u PANORAMA...59 SP ONDERWERPPROGRAMMA /h/m/n/o...62 Adv. GEAVANC. FILTER...65 Belichtingscorrectie...67 De Digitale Teleconverter...68 Doorlopend fotograferen (seriemodus)...69 I CONTINU...70 e 4K vii

8 1 Afbakening...74 O AE BKT...75 W ISO BKT...75 X FILMSIMULATIE BKT...75 V WITBALANS BKT...75 Y DYNAMISCH BEREIK BKT...76 h HDR...76 Automatische scherpstelling...77 Scherpstelmodus...78 Automatische scherpstellingsopties (AF-Modus)...80 Scherpstelpuntselectie...82 Scherpstellings-/belichtingsvergrendeling...86 AE/AF-VERGRENDEL Handmatige scherpstelling...88 Scherpstelling controleren...89 De flitser gebruiken...91 Witbalans...92 WITBALANS...93 Aangepaste witbalans...94 k: Kleurtemperatuur...95 De zelfontspanner gebruiken SEC/10 SEC...97 AUTO GEZICHTSSLUITER...97 SMILE...98 BUDDY...98 GROEP De opnamemenu s 101 OPNAMESTANDEN (A/B/C/D/E) A ONDERWERPPROGRAMMA d GEAVANC. FILTER F AF/MF INSTELLINGEN SCHERPSTELGEBIED SCHERPSTELMODUS SCHERPSTELLING viii

9 Inhoudsopgave SNAPSHOT ONTGREND/FOCUS PRIORITEIT AF+MF INST. GEZICHTS-/OOGHERKEN PRE-AF AF-HULPLICHT R TYPE ONTGRENDELEN N ISO O BEELDGROOTTE T BEELDKWALITEIT U DYNAMISCH BEREIK P FILMSIMULATIE X FILMSIMULATIE BKT B ZELFONTSPANNER o INTERVAL-TIMEROPNAME P TIMELAPSE FILMMODUS D WITBALANS f KLEUR q SCHERPTE r HIGHLIGHT TINT s SCHADUWTINT h RUISONDERDRUKKING K L BEL. RO S AE-REEKS INSTELLING FRAMES/STAP INSTELLING FRAME/DOORLOPEND SEQUENTIE INSTELLING w REGELRING-INSTEL K TOUCH SCREEN MODUS M AANRAAKZOOM c HF ASSISTENTIE C LICHTMEETSYSTEEM v INT. SPOT AE&SCHRPSTLGBD ix

10 1 7 p FLITSLICHT INSTELLINGEN FLITSERFUNCTIE FLITSCOMPENSATIE VERWIJDER R. OGEN W FILM SET-UP FILMMODUS HD HIGH SPEED VIDEO VIDEO ISO SCHERPSTELMODUS SCHERPSTELLING HDMI-UITGANG INFODISPLAY K FILMUITGANG HDMI REC-BEDIENING MIC-NIVEAU-INSTEL MIC/AFSTANDSBED W DIGIT. BEELDSTABIL r DRAADLS COMMUNICT x SLUITERTYPE J DIGITALE TELE-CONV Afspelen en het afspeelmenu 127 De afspeelweergave De DISP/BACK-knop Foto s bekijken Zoomweergave Miniatuurweergave Het afspeelmenu (K/L/M) U OPDRACHT BEELDOVERDRACHT r DRAADLS COMMUNICT j RAW-CONVERSIE A WISSEN G BEELDUITSNEDE O NIEUW FORMAAT x

11 Inhoudsopgave D BEVEILIGEN C FOTO DRAAIEN B VERWIJDER R. OGEN I DIAVOORSTELLING m FOTOBOEK HULP s PC AUTO. OPSLAAN K OPDRACHT (DPOF) V AFDRUK. instax PRINTER J BEELDVERHOUDING De instellingenmenu s 145 Het instellingenmenu (G/H/I) F DATUM/TIJD N TIJDVERSCHIL Q a R RESET o GELUID & FLITS b GELUID SET-UP BEDIENING VOL SLUITER VOLUME SLUITER GELUID AFSPEEL VOLUME A SCHERM SET-UP WEERGAVE PRVW BELICH HAND LCD-HELDERHEID LCD KLEUR VOORBEELD BEELDEFFECT COMP.RICHTL AUTO ROT. WEERG SCHERPSTELLOEP EENHEDEN AF-SCHAAL DISP. INST. OP MAAT xi

12 h TOETSINSTELLING FUNCTIE-INS. (Fn) BEWERK/SLA OP SNELMENU INSTELLINGEN FOCUSHENDEL I SCHERPSTELRING K TOUCH SCREEN INSTELLINGEN Z STROOMBEHEER UITSCHAKELEN HOGE PRESTATIE t OPSLAAN SET-UP NUMMERING BEWAAR ORIGINEEL BEWERK BSTNDSNAAM DATUMSTEMPEL J KLEURR r VERBINDING INSTELLING Bluetooth INSTELLINGEN PC AUTO. OPSLAAN VERB.INST. instax PRNTR ALGEMENE INSTELLINGN INFORMATIE RESET DRAADLOZE INSTELLING K FORMATTEREN Sneltoetsen 161 Sneltoetsopties De Q-knop (Snelmenu) De snelmenuweergave Instellingen bekijken en wijzigen Het snelmenu bewerken De Fn-knopppen (Functie) Rollen toewijzen aan de functietoetsen Randapparatuur en optionele accessoires 169 Accessoires van Fujifilm xii

13 Inhoudsopgave Aansluitingen 173 HDMI-uitgang Aansluiten op HDMI-apparaten Fotograferen Afspelen Draadloze verbindingen (Bluetooth, draadloos LAN/Wi-Fi) Smartphones en tablet: FUJIFILM Camera Remote Computers: FUJIFILM PC AutoSave Computers: Draadloze verbindingen Aansluiten op computers via USB Windows (MyFinePix Studio) Mac OS X/macOS RAW FILE CONVERTER EX De camera aansluiten instax SHARE printers Een verbinding tot stand brengen Foto s afdrukken Technische notities 185 Software van Fujifilm FUJIFILM Camera Remote FUJIFILM PC AutoSave MyFinePix Studio RAW FILE CONVERTER EX Voor uw veiligheid Productverzorging Firmware-updates De Firmwareversie controleren Probleemoplossing Waarschuwingsberichten en -aanduidingen Capaciteit geheugenkaart Technische gegevens xiii

14 1 Meegeleverde accessoires Het volgende wordt bij de camera meegeleverd: NP-95 oplaadbare batterij AC-5VG Netstroomadapter Stekkeradapter (Het model van de adapter varieert afhankelijk van de verkoopregio.) USB-kabel Polsriem Lensdop Gebruikshandleiding (deze handleiding) xiv

15 Over deze handleiding Deze handleiding bevat instructies voor uw FUJIFILM XF10 digitale camera. Zorg dat u de inhoud heeft gelezen en begrijpt voordat u verder gaat. Symbolen en conventies In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt: O Informatie die moet worden gelezen om schade aan het product te voorkomen. N Aanvullende informatie die tijdens het gebruik van het product van pas kan komen. P Pagina s waarop verwante informatie kan worden gevonden. Menu s en andere teksten die op het scherm verschijnen worden vetgedrukt weergegeven. De afbeeldingen zijn alleen ter verduidelijking; tekeningen kunnen zijn vereenvoudigd, terwijl foto s niet noodzakelijk zijn gemaakt met het model van de camera die in deze handleiding wordt beschreven. Terminologie Er wordt naar de optionele SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten die de camera gebruikt om foto s op te slaan gerefereerd als geheugenkaarten. De LCD-monitor kan worden aangeduid als de LCD. 1 xv

16 MEMO xvi

17 Voordat U Begint 1

18 Onderdelen van de camera 1 A Achterste commandoschijf...5 B Ontspanknop C ON/OFF-knop D Standknop...4, 40, 52 E Fn1 (functie 1)-knop... 7, 166 F Microfoon...123, 171 G Flitser...91, 120 H Bedieningsring...9, 68, 88, 118 I Lens J AF-hulpverlichting...40, 105 Zelfontspannerlampje...96, 112 K Voorste commandoschijf... 5, 131 L Batterijencompartiment M Geheugenkaartsleuf N Batterijvergrendeling O Lensdop

19 Onderdelen van de camera 1 P DRIVE-knop... 6, 46, 69, 74 b (verwijderen)-knop (weergavestand) Q a (afspeel)-knop R Indicatorlamp...8 S Q (snelmenu)-knop RAW-conversieknop (afspeelstand) T Fn2 (functie 2)-knop... 7, 166 U Oogje voor polsriem V Connectorkap , 174, 180 W Scherpstellingstok (scherpstelhendel)...5, 82 X MENU/OK-knop Y DISP (display)/back-knop...12, 129 Z Afdekkapje kabelaansluiting voor DC-koppelstuk a Afdekkapje batterijencompartiment b Ontgrendeling afdekkapje batterijencompartiment c Serienummerplaat...4 d Statiefbevestiging e Luidspreker...48, 148 f LCD-monitor Touch screen...16, 118, 153 g Microfoon/afstandsontspanneraansluiting ( 2,5 mm) h HDMI-micro-aansluiting (Type D) i Micro USB (Micro-B) USB 2.0 aansluiting...171, 180 3

20 De standknop Om een opnamestand te selecteren, draait u aan de instelschijf totdat het pictogram voor de gewenste modus op één lijn ligt met de index. 1 Stand A S (GEAVANCRD SR AUTO) B P (PROGRAMMA AE) C S (SLUITER AE) A (DIAFRAGMA AE) M (HANDMATIG) D u (PANORAMA) E SP (ONDERWERPPROGRAMMA) h/m/n/o Beschrijving De camera optimaliseert automatisch de instellingen voor de scène. Diafragma en sluitertijd kunnen worden aangepast met behulp van programmaverschuiving. Selecteer voor volledige controle over de camera-instellingen, inclusief diafragma (M en A) en/of sluitertijd (M en S). Volg de aanwijzingen op het scherm om een panoramafoto te maken. Kies een scène die past bij het onderwerp of de opnameomstandigheden en laat de camera de rest doen. F Adv. (GEAVANC. FILTER) Maak foto s met filtereffecten. 65 P De serienummerplaat Verwijder de serienummerplaat niet, deze geeft het FCC-ID, het KC-kenmerk, het serienummer en andere belangrijke informatie weer. 4

21 De scherpstellingstok (scherpstelhendel) Kantel of druk op de scherpstellingstok om het scherpstelgebied te selecteren. De scherpstellingstok kan ook worden gebruikt om de menu s te navigeren. Onderdelen van de camera 1 De commandoschijven De achterste en voorste instelschijven worden gebruikt voor de onderstaande bewerkingen. Achterste commandoschijf Draai Belichtingscompensatie Kies een sluitertijd Pas instellingen in het snelmenu aan Zoom in of uit in volledige schermweergave Zoom in of uit in meervoudige schermweergave Voorste commandoschijf Draai Programmaverschuiving Kies een sluitertijd Stel het diafragma bij Pas instellingen in het snelmenu aan Bekijk andere foto s tijdens het afspelen 5

22 De DRIVE-knop Door op de DRIVE-knop te drukken worden de opties voor drive-modus weergegeven, waarmee u uit de de volgende drive-modi kunt kiezen. 1 B I e O W X V Y h F P Stand STILSTAAND BEELD 40 CONTINU 70 4K 71 AE BKT 75 ISO BKT 75 FILMSIMULATIE BKT 75 WITBALANS BKT 75 DYNAMISCH BEREIK BKT 76 HDR 76 VIDEO 46 6

23 Onderdelen van de camera De Fn-knopppen (Functie) Wijs een functie toe aan de functieknoppen voor snelle toegang tot de geselecteerde functie. Fn1 (functie 1)-knop Fn2 (functie 2)-knop 1 N De functie die wordt uitgevoerd door de functieknoppen kan worden gekozen met behulp van h TOETSINSTELLING > FUNCTIE-INS. (Fn) (P 152, 167). 7

24 Het indicatielampje De indicatorlamp geeft de status van de camera als volgt weer: 1 N Indicatielampje Brandt groen Knippert groen Knippert groen en oranje Brandt oranje Knippert oranje Knippert rood Camerastatus Scherpstelling vergrendeld. Scherpstellings- of korte sluitertijdwaarschuwing. Er kunnen foto s worden gemaakt. Camera aan: Foto s nemen. Extra foto s kunnen gemaakt worden. Camera uit: Foto s naar een smartphone of tablet uploaden. Foto s nemen. Er kunnen momenteel geen extra foto s worden gemaakt. Flitser laadt op; flitser zal niet flitsen als er een foto wordt gemaakt. Lens- of geheugenfout. Waarschuwingen kunnen tevens op het scherm verschijnen. 8

25 Onderdelen van de camera De bedieningsring Gebruik de bedieningsring voor snelle toegang tot camerafuncties tijdens het fotograferen. De regelring is bij verzending toegewezen aan de functie BASISINSTEL.. BASISINSTEL. Wanneer BASISINSTEL. is geselecteerd, de functie die u wilt toewijzen aan het bedieningsring verandert met de opnamestand. 1 Functie Opnamemodus Pictogram Autofocus GEAVANCRD SR AUTO S Digitale teleconverter GEAVANC. FILTER Adv. Filterselectie PORTRET Scèneselectie ONDERWERP- MULTI-BELICHTING SP Filmsimulatie PROGRAMMA Overige Scèneselectie GEZICHT VERZACHTEN h Selectie gezichtverzachtigingsniveau LANDSCHAP M SPORT N Digitale teleconverter NACHT O PANORAMA u Filmsimulatie PROGRAMMA AE P SLUITER AE S DIAFRAGMA AE A Digitale teleconverter HANDMATIG M N Handmatige scherpstelling De functie die is toegewezen aan de regelring kan worden gewijzigd met behulp van de optie w REGELRING-INSTEL. in het opnamemenu (P 118). De functietoewijzing kan ook worden gewijzigd met behulp van functieknoppen (P 166). De regelring werkt anders tijdens filmopnamen. MF MF 9

26 1 O Cameraschermen Deze sectie geeft een overzicht van de indicatoren die mogelijk worden weergegeven tijdens het fotograferen. Ter illustratie worden displays getoond met alle indicatoren brandend. Het LCD-scherm

27 Cameraschermen A Datumstempel B Scherpstelloep...89, 151 C Voorbeeld scherptediepte D Downloadstatus locatiegegevens E Bluetooth AAN/UIT F Beeldoverdrachtstatus G Aantal frames geselecteerd voor upload H Filmmodus...46, 121 I Resterende tijd J Datum en tijd...35, 146 K Aantal beschikbare foto s L Beeldgrootte M Beeldkwaliteit N Touch screen modus O Scherpstelframe... 82, 86 P Temperatuurwaarschuwing Q Scherpstelwaarschuwing R Witbalans...92, 115 S Dynamisch bereik T Filmsimulatie , 111 U Onderwerpprogramma , 62 V Geavanceerd filter , 65 W Gezichtverzachtingsniveau X Indicator Geluid en flits Toont 9999 als er ruimte is voor meer dan 9999 beelden. 2 Camerafuncties zijn ook toegankelijk via aanraaktoetsen. Y Histogram Z Scherpstelstand , 78 a Afstandsindicator b Batterijniveau c Gevoeligheid d Belichtingscompensatie e Diafragma...53, 56, 57 f Sluitertijd...53, 54, 57 g AE-vergrendeling h Belichtingsmeting i Opnamestand...4, 52 j Scherpstelstand k AF-vergrendeling l Scherpstelindicator m Handmatige scherpstelindicator n AF+MF indicator o Sluitertype p Continu-stand q Zelfontspannerindicator...96, 112 r Belichtingsindicator... 57, 67 s Microfoon/ afstandsontspanner...123, 171 t Flitserfunctie u Flitscompensatie v Druk op zoom

28 Schermhelderheid aanpassen Gebruik de opties in het A SCHERM SET-UP menu om de helderheid en kleurschakering van de LCD-monitor aan te passen wanneer wijzigingen in de omgevingshelderheid het scherm moeilijk te lezen maken. Kies LCD-HELDERHEID om de helderheid aan te passen of LCD KLEUR om de tint aan te passen. De DISP/BACK-knop Druk op DISP/BACK om als volgt door de weergavestanden te bladeren. Standaard Informatie Uit

29 Cameraschermen De standaardweergave aanpassen Om de items getoond in de standaardweergave te kiezen: 1 Geef standaardindicatoren weer. Gebruik de DISP/BACK-knop om standaardindicators weer te geven. 2 Selecteer DISP. INST. OP MAAT. Selecteer A SCHERM SET-UP > DISP. INST. OP MAAT in het instellingenmenu. 3 Kies items. Markeer items en druk op MENU/OK om te selecteren of te deselecteren. Item Standaard Item Standaard COMP.RICHTL. R SLUITERTYPE R ELEKTR. WATERPAS R FLITSLICHT R FOCUSFRAME R DOORLOPENDE MODUS R AF-AFSTANDSINDICATOR R WITBALANS R MF-AFSTANDSINDICATOR R FILMSIMULATIE R HISTOGRAM R DYNAMISCH BEREIK R OPNAMEMODUS R REST. BEELDJES R DIAFR/S-SNELHEID/ISO R BEELDFORM/-KWALITEIT R INFORMATIE-ACHTERGROND R FILMMODUS & OPNAMETIJD R Belichtingscomp. (Getal) R DIGITALE TELE-CONV. R Belichtingscomp. (Schaal) R AUTO BEELDOVERDRACHT R FOCUSMODUS R ACCUNIVEAU R LICHTMEETSYSTEEM R 1 4 Sla wijzigingen op. Druk op DISP/BACK om de wijzigingen op te slaan. 5 Sluit de menu s af. Druk op DISP/BACK zoals nodig om terug te keren naar de opnameweergave. 13

30 Cameraschermen 1 Virtuele Horizo Als u ELEKTR. WATERPAS selecteert, wordt de virtuele horizon weergegeven. De camera is waterpas als de twee lijnen over elkaar liggen. Houd er rekening mee dat de virtuele horizon mogelijk niet wordt weergegeven als de cameralens naar boven of naar beneden wordt gericht. Histogrammen Histogrammen geven de verdeling van de tinten in de foto weer. De horizontale as geeft de helderheid weer, de verticale as het aantal pixels. Aantal pixels Schaduwen Helderheid pixels Optimale belichting: Pixels zijn als een gelijkmatige kromme verdeeld over alle tinten. Hoge lichten Overbelicht: Pixels bevinden zich in groepjes aan de rechterzijde van de grafiek. Onderbelicht: Pixels bevinden zich in groepjes aan de linkerkant van de grafiek. 14

31 De Menu s Gebruiken Druk op MENU/OK om de menu s weer te geven. VERLATEN Fotograferen OPNAMESTANDEN PROGRAMMA AE AF/MF INSTELLINGEN TYPE ONTGRENDELEN ISO BEELDGROOTTE BEELDKWALITEIT DYNAMISCH BEREIK Om in de menu s te navigeren: Afspelen AFSPEELMENU OPDRACHT BEELDOVERDRACHT DRAADLS COMMUNICT RAW-CONVERSIE WISSEN BEELDUITSNEDE NIEUW FORMAAT BEVEILIGEN VERLATEN 1 1 Druk op MENU/OK om de menu s weer te geven. 2 Druk de scherpstellingstok (scherpstelhendel) naar links om het tabblad voor het huidige menu te markeren. VERLATEN OPNAMESTANDEN PROGRAMMA AE AF/MF INSTELLINGEN TYPE ONTGRENDELEN ISO BEELDGROOTTE BEELDKWALITEIT DYNAMISCH BEREIK PROGRAMMA AE AF/MF INSTELLINGEN TYPE ONTGRENDELEN ISO BEELDGROOTTE BEELDKWALITEIT DYNAMISCH BEREIK VERLATEN Tabblad OPNAMESTANDEN 3 Duw de scherpstellingstok omhoog of omlaag om het tabblad (A, B, C, D, E, K, L, M, G, H of I) met het gewenste item te markeren. 4 Duw de scherpstellingstok naar rechts om de cursor in het menu te plaatsen. N De scherpstellingstok (scherpstelhendel) kantelt niet diagonaal. 15

32 Touch screen modus Het LCD-scherm van de camera kan gebruikt worden als een touchscreen. 1 Opname-aanraaktoetsen Touchscreen knoppen kunnen gebruikt worden voor dergelijke operaties als het kiezen van het scherpstelgebied en het ma ken van foto s. De uitgevoerde bewerking kan worden geselecteerd door op de touchscreenmodus indicator op het scherm te tikken en door vervolgens door de volgende opties te bladeren. N Touchscreen knopinstellingen kunnen worden aangepast door middel van de K TOUCH SCREEN MODUS optie in het opnamemenu. De touchscreen modus indicator wordt niet weergegeven en touchscreen knoppen kunnen niet gebruikt worden als UIT is geselecteerd voor K TOUCH SCREEN INSTELLINGEN in het setupmenu. Stilstaande Fotografie Modus TOUCH OPNEMEN AF GEBIED UIT Beschrijving Tik op uw object op het scherm om te focussen en de sluiter te ontspannen. In de salvomodus worden foto s genomen terwijl u uw vinger op het scherm houdt. Tik om een scherpstelpunt te selecteren en vergrendel de scherpstelling. De sluiter kan worden ontspannen door de sluiterknop volledig in te drukken. Tik om een punt voor de scherpstelstand of zoom te selecteren. Het scherpstelkader zal zich verplaatsen naar het geselecteerde punt. Aanraakfocus, aanraakfocusveldselectie en aanraaksluiter uitgeschakeld. 16

33 Touch screen modus N Tijdens serieopnamen in de aandrijfmodus e 4K > f 4K BARST verandert het pictogram aanraakopname in aanraakopname uitgeschakeld en er worden geen foto s gemaakt wanneer u op het scherm tikt. Als 5m of 2m is geselecteerd voor F AF/MF INSTELLINGEN > SNAPSHOT, dan verandert het pictogram aanraakfocus in aanraakfocus uitgeschakeld en de camera zal niet scherpstellen wanneer u op het scherm tikt. Aanraakbediening voor scherpstelzoom Andere aanraakbedieningen worden gebruikt tijdens scherpstelzoom (scherpstelcontrole ingeschakeld). Middelste veld: Tik op het midden van het scherm om foto s te maken. 1 Andere velden: Door op andere velden te tikken, scrolt u eenvoudig door het scherm; er worden geen andere bewerkingen uitgevoerd. 17

34 1 Filmopname Modus TOUCH OPNEMEN AF GEBIED Beschrijving Tik uw onderwerp aan op het scherm om scherp te stellen. In scherpstelmodus CONTINU AF (AF-C) stelt de camera de scherpstelling doorlopend bij als reactie op veranderingen van de afstand tot het onderwerp; om opnieuw scherp te stellen in scherpstelmodus ENKELVOUDIG AF (AF-S) of om scherp te stellen op een nieuw onderwerp in scherpstelmodus CONTINU AF tikt u op het onderwerp op de monitor. Tik aan om een scherpstelpunt te selecteren. Als ENKELVOUDIG AF (AF-S) wordt geselecteerd voor scherpstelmodus, dan stelt de camera scherp op het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. In scherpstelmodus CONTINU AF (AF-C) zal de camera doorlopend de scherpstelling bijstellen als reactie op veranderingen in de afstand tot het onderwerp op het geselecteerde scherpstelpunt. UIT Aanraakscherpstelling uitgeschakeld. N Als AF(MULTI) is geselecteerd voor SCHERPSTELLING wanneer K TOUCH SCREEN MODUS is ingeschakeld, zal W FILM SET-UP > SCHERPSTELLING automatisch veranderen in AF-VELD KEUZE. 18

35 Touch screen modus Instellingen aanpassen Het aanraakscherm kan worden gebruikt om de instellingen aan te passen. De beschikbare instellingen verschillen per geselecteerde opnamestand. Modus FILMSIMULATIE Beschrijving Kies een filmsimulatietype. Beschikbaar in de standen S, P, S, A en M. 1 ONDERWERPPROGRAMMA Kies een onderwerp. Beschikbaar in de stand SP. GEAVANC. FILTER GEZICHT VERZACHTEN Kies een geavanceerde filter. Beschikbaar in de stand Adv.. Kies het gezichtsverzachtingsniveau. Beschikbaar in de stand h GEZICHT VERZACHTEN (Z). Een scherpstelmodus kiezen Het aanraakscherm kan worden gebruikt om de scherpstelmodus te kiezen (P 78). 19

36 1 Aanraakfunctie Functies kunnen aan de volgende veegbewegingen worden toegewezen op eenzelfde manier als de functieknoppen (P 166): Veeg omhoog: T-Fn1 Veeg naar links: T-Fn2 Veeg naar rechts: T-Fn3 Veeg omlaag: T-Fn4 Druk op Zoom De aanraakbediening kan worden gebruikt voor de digitale zoom, ongeacht de stand die is geselecteerd voor K TOUCH SCREEN MODUS in het opnamemenu. 1 Selecteer ON voor M AANRAAKZOOM in het opnamemenu. 2 Gebruik uit- en inknijp bewegingen (P 21) om in en uit te zoomen met behulp van digitale zoom. N Ongeacht waar u uw vingers plaatst, zal de camera in- en uitzoomen vanuit het midden van het beeld. De camera zal zich scherpstellen op het gebied dat is geselecteerd voor F AF/MF INSTELLINGEN > SCHERPSTELGEBIED. Als GEBIED is geselecteerd voor K TOUCH SCREEN MODUS, dan kunt u het scherpstelgebied selecteren door op het scherm te tikken. 3 Neem foto s. 20

37 Touch screen modus Touchscreen knoppen terugkijken Als AAN is geselecteerd voor K TOUCH SCREEN INSTELLINGEN in het setupmenu, kunnen touchscreen knoppen gebruikt worden voor de volgende terugspeeloperaties: Veeg: Veeg uw vinger langs het scherm om andere foto s te bekijken. 1 Zoom: Plaats twee vingers op het scherm en beweeg ze uit elkaar om in te zoomen. Knijp: Plaats twee vingers op het scherm en beweeg ze naar elkaar toe om uit te zoomen. N Foto s kunnen uitgezoomd worden tot de gehele afbeelding zichtbaar is, maar niet verder dan dat. Dubbele klik: Tik twee keer op de weergave om op het scherpstelpunt in te zoomen. Blader: Bekijk andere delen van de foto tijdens terugspeelzoom. 21

38 MEMO 22

39 Eerste stappen 23

40 De polsriem bevestigen Bevestig de polsriem aan het oogje zoals afgebeeld. 2 O Zorg ervoor dat de polsriem goed vastzit om te voorkomen dat de camera valt. De polsriem veilig vastmaken Stel de schuif in wanneer u de polsriem gebruikt, zodat de riem veilig om uw pols zit. 24

41 De lensdop verwijderen Verwijder lensdop zoals afgebeeld. De lensdop Gebruik, om onbedoeld verlies te voorkomen, het koordje om de lensdop om de polsriem te bevestigen. 2 25

42 De batterij en een geheugenkaart plaatsen Plaats de batterij en de geheugenkaart zoals hieronder beschreven. 2 1 Open de kap van het batterijvak. Verschuif de vergrendeling van het batterijvak zoals aangeduid en open de kap van het batterijvak. O Verwijder de batterij niet als de camera is ingeschakeld. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan fotobestanden of geheugenkaarten beschadigen. Gebruik niet te veel kracht wanneer u de kap van het batterijvak opent of sluit. 2 Plaats de batterij. Plaats de batterij zoals afgebeeld. O Plaats de batterij in de aangegeven richting. Oefen geen kracht uit of probeer niet de batterij achterstevoren of ondersteboven te plaatsen. In de juiste stand is de batterij gemakkelijk in te schuiven. Controleer of de batterij stevig vastzit. 26

43 De batterij en een geheugenkaart plaatsen 3 Plaats de geheugenkaart. Houd de kaart in de getoonde richting en schuif deze in het apparaat totdat deze aan de achterkant van de sleuf vastklikt. O Controleer of de kaart in de juiste richting is geplaatst; steek de kaart er niet onder een hoek in en oefen geen kracht uit. Nieuwe geheugenkaarten moeten vóór het eerste gebruik worden geformatteerd en alle geheugenkaarten die in een computer of ander apparaat zijn gebruikt, moeten ook weer worden geformatteerd. 2 4 Sluit de kap van het batterijvak. Sluit en vergrendel de kap. O Als de kap niet dicht kan, controleert u of de batterij in de juiste richting is geplaatst. Probeer de kap niet dicht te forceren. 27

44 De batterij en de geheugenkaart verwijderen Voordat u de batterij of de geheugenkaart verwijdert, moet de camera worden uitgeschakeld, waarna het afdekkapje van het batterijencompartiment kan worden geopend. Druk de batterijvergrendeling opzij om de batterij vrij te geven en laat de batterij uit de camera glijden. 2 O De batterij kan warm worden bij gebruik in omgevingen met hoge temperaturen. Wees voorzichtig bij het verwijderen van de batterij. De geheugenkaart kan worden verwijderd door de kaart omlaag te drukken en langzaam omhoog te laten komen. De geheugenkaart kan nu met de hand worden verwijderd. Bij het verwijderen van een geheugenkaart kan de kaart te snel worden uitgeworpen. Gebruik uw vinger om deze tegen te houden en laat de kaart zachtjes los. O Druk op het midden van de kaart wanneer u het uitwerpt. 28

45 De batterij en een geheugenkaart plaatsen Compatibele geheugenkaarten Fujifilm- en SanDisk SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten zijn getest en goedgekeurd voor gebruik in deze camera; UHS-I-kaarten worden ondersteund, maar kaarten met een UHS-snelheidsklasse van 3 of hoger worden aanbevolen voor de standen 4K barst, multi-focus en film. Een volledige lijst met goedgekeurde geheugenkaarten is beschikbaar op Met andere geheugenkaarten kan de werking niet worden gegarandeerd. De camera is niet geschikt om te worden gebruikt met xd-picture Cards of MultiMediaCard (MMC)-apparaten. O Voorkom dat de camera wordt uitgeschakeld of dat de geheugenkaart wordt verwijderd terwijl de camera bezig is met het formatteren van de geheugenkaart of met het wegschrijven of wissen van gegevens. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de kaart beschadigen. Geheugenkaarten kunnen worden vergrendeld, zodat de kaart niet geformatteerd kan worden en er geen foto s opgeslagen of gewist kunnen worden. Schakel de schrijfbeveiligingsschakelaar naar de ontgrendelde stand voordat u de geheugenkaart in de camera plaatst. Geheugenkaarten zijn klein en kunnen ingeslikt worden; houd ze buiten het bereik van kinderen. Als een kind een geheugenkaart inslikt, moet u onmiddellijk medische hulp inroepen. minisd- of microsd-adapters die groter of kleiner zijn dan geheugenkaarten, worden mogelijk niet normaal uitgeworpen. Breng de camera naar een erkend service center als dit gebeurt. Probeer de kaart niet met geweld uit de camera te halen. Bevestig geen etiketten of andere voorwerpen op geheugenkaarten. Etiketten die losraken kunnen cameradefecten veroorzaken. Bij sommige soorten geheugenkaarten kunnen filmopnamen onderbrekingen vertonen. Wanneer u voor de eerste keer een foto maakt na het formatteren van een geheugenkaart in de camera, maakt de camera een map waarin de nieuwe opname en de volgende foto s worden opgeslagen. U mag deze map niet verwijderen of een andere naam geven. Ook mag u de fotobestanden in deze map niet bewerken, wissen of herbenoemen met behulp van een computer of ander apparaat. Gebruik altijd de camera om foto s te verwijderen; kopieer bestanden naar een computer alvorens de bestanden te bewerken of hernoemen en bewerk of hernoem de kopieën, niet de originele bestanden. Het hernoemen van bestanden op de camera kan problemen veroorzaken tijdens het afspelen. 29 2

46 O De batterij opladen Bij levering is de batterij niet opgeladen. Schakel de camera uit en laad de batterij voor gebruik op. De camera laadt de interne batterij op. Er wordt een NP-95 oplaadbare batterij meegeleverd met de camera. Het opladen duurt ongeveer 250 minuten. 2 1 Sluit de plugadapter aan op de netspanningsadapter. Sluit de plugadapter aan zoals aangegeven, en zorg ervoor dat die volledig op zijn plaats is ingestoken en klikt op de contactklemmen van de netspanningsadapter. O De meegeleverde stekkeradapter is uitsluitend bedoeld voor gebruik met de AC-5VG-netstroomadapater. Gebruik de stekkeradapter niet met andere apparaten. De vorm van de stekkeradapter verschilt afhankelijk van het land van verkoop. 2 Laad de batterij op. Gebruik de bijgeleverde USB-kabel om de camera aan te sluiten op de bijgeleverde netspanningadapter. Steek de netstroomadapter vervolgens in een stopcontact. 30 O Sluit de kabel aan op de Micro-USB (Micro-B)-aansluiting van de camera. Let erop dat u de connectors in de juiste richting houdt en plug ze volledig in.

47 De batterij opladen Oplaadstatus Het indicatorlampje toont als volgt de laadstatus van de batterij: Indicatielampje Batterijstatus Aan Batterij opladen. Uit Opladen voltooid. Knippert Batterijfout. O De batterij laadt niet op terwijl de camera is ingeschakeld. De meegeleverde netstroomadapter is compatibel met stroomvoorzieningen van 100 tot 240 V (voor overzees gebruik is een stekkeradapter vereist). Bevestig geen etiketten of andere voorwerpen op de batterij. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan het verwijderen van de batterij uit de camera onmogelijk maken. Voorkom dat de batterijpolen worden kortgesloten. Anders kan de batterij oververhit raken. Lees de voorzorgsmaatregeln in De batterij en stroomvoeding. Gebruik alleen batterijladers die bedoeld zijn voor gebruik met de batterij. Anders kan de batterij en/of de batterijlader defect raken. Probeer niet de labels van de batterij te halen of de behuizing te openen. Een batterij die niet wordt gebruikt, verliest langzaam haar lading. Laad de batterij een of twee dagen vóór gebruik op. Als de batterij niet kan opladen, heeft deze het einde van haar levensduur bereikt en moet deze worden vervangen. Trek de stekker van de adapter uit het stopcontact wanneer de adapter niet in gebruik is. Verwijder vuil van de batterijpolen met een schone, droge doek. Neemt u deze voorzorgsmaatregel niet in acht, dan kan de batterij mogelijk niet worden opgeladen. Oplaadtijden kunnen toenemen bij zeer lage of zeer hoge temperaturen. 2 31

48 De batterij opladen Opladen via een computer De batterij kan opgeladen worden door de camera aan een computer aan te sluiten. Sluit de bijgeleverde USB-kabel aan zoals weergegeven en zorg dat u de aansluiting volledig in de camera plaatst. 2 De batterij laadt niet op terwijl de camera is ingeschakeld. Sluit de kabel aan op de Micro-USB (Micro-B)-aansluiting van de camera. Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer; gebruik geen USB-hub of toetsenbord. Het opladen stopt als de computer naar de slaapstand gaat; om het opladen te hervatten, activeert u de computer en ontkoppelt u de USB-kabel en sluit u deze opnieuw aan. Het opladen kan mogelijk niet worden ondersteund, afhankelijk van het computermodel, computerinstellingen en de huidige toestand van de computer. 32

49 De camera in- en uitschakelen Gebruik de ON/OFF-knop om de camera aan en uit te zetten. Druk eenmaal op de ON/OFF-knop om de camera in te schakelen en nogmaals om het uit te schakelen. O N Vingerafdrukken en andere vlekken op de lens kunnen van invloed zijn op de kwaliteit van de foto s en het beeld door de lens in het camerascherm. Houd de lens schoon. Druk op de a-knop om het afspelen te starten. Druk de ontspanknop half in om terug te keren naar de opnamemodus. De camera wordt automatisch uitgeschakeld als er geen handelingen worden uitgevoerd gedurende de geselecteerde tijdsduur voor Z STROOMBEHEER > UITSCHAKELEN. Selecteren van HOGE PRESTATIE voor Z STROOMBEHEER verkort de opstarttijd. 2 33

50 Het batterijniveau controleren Controleer het batterijniveau in het scherm na het inschakelen van de camera. Het batterijniveau wordt als volgt weergegeven: 2 Indicator O (wit) M (wit) K (wit) J (rood) A (knippert rood) Batterij is gedeeltelijk ontladen. Beschrijving Batterij ongeveer tweederde opgeladen. Batterij ongeveer een derde opgeladen. Zo snel mogelijk opladen. Batterij bijna leeg. Laad batterij op. Batterij is leeg. Zet de camera uit en laad de batterij op. P 34

51 N Basisinstellingen Wanneer u de camera de eerste keer aanzet, kunt u een taal kiezen en de cameraklok instellen. Met standaardinstellingen kunt u ook de camera koppelen meteen smartphone of tablet zodat u later de klokken kunt synchroniseren of foto s kunt downloaden. Volg de stappen hieronder wanneer u de camera de eerste keer aanzet. Als u de camera aan een smartphone of tablet wilt koppelen, installeer en start de meest recente versie van de FUJIFILM Camera Remote-app op het apparaat alvorens u doorgaat. Voor meer informatie bezoekt u: 1 Schakel de camera in. Een taalkeuzedialoogvenster zal worden weergegeven. 2 2 Kies een taal. Markeer een taal met de scherpstellingstok (scherpstelhendel, A) en druk op MENU/OK (B). A B 3 Koppel de camera aan de smartphone of tablet. Druk op MENU/OK om de camera aan een smartphone of tablet te koppelen die de FUJIFILM Camera Remote-app draait. N Om het koppelen over te slaan, druk op DISP/BACK. KOPPELREGISTRATIE KOPPELEN MET SMARTPHONE? OVERDRACHT VAN BEELDEN OP SMARTPHONE GEMAKKELIJK DOOR KOPPELEN SCAN QR OF ZK NR "FUJIFILM Camera Remote" APP OP NET HELP INSTELLEN OVERSLAAN 35

52 4 Controleer de tijd. Wanneer de koppeling compleet is, wordt u aangespoord om de cameraklok in te stellen op de tijd die is gemeld door de smartphone of tablet. Controleer of de tijd klopt. N Om de klok handmatig in te stellen, druk op DISP/BACK (P 37). KOPPELREGISTRATIE Phone KOPPLEN VOLTOOID 1/1/ :00 PM DATUM/TIJD VAN SMARTPHONE INSTELLEN? OK ANNULEREN 2 5 Synchroniseer de camera-instellingen met de instellingen die op uw smartphone of tablet geconfigureerd zijn. N INSTELLNG SYNCHRONISEREN SMARTPHONE LOCATIE&TIJD LOCATIE TIJD UIT De geselecteerde optie kan op elk INSTELLEN gewenst moment worden gewijzigd met behulp van r VERBINDING INSTELLING > Bluetooth INSTELLINGEN. 6 Stel de klok in. Druk op MENU/OK om de cameraklok in te stellen op de tijd die gemeld is door de smartphone of tablet en verlaat de opnamemodus. N Als er gedurende langere tijd geen batterij in de camera zit, wordt de cameraklok teruggezet en wordt het taalkeuzevenster weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld. De huidige stap overslaan Druk op DISP/BACK om de huidige stap over te slaan. Een bevestigingsdialoog wordt weergegeven; selecteer NEE om te voorkomen dat u stappen herhaalt die u oversloeg de volgende keer dat u de camera aanzet. 36

53 Basisinstellingen Een andere taal kiezen Om de taal te wijzigen: 1 Geef taalopties weer. Geef het instellingenmenu weer en selecteer Q a. 2 Kies een taal. Markeer de gewenste optie en druk op MENU/OK. De tijd en datum veranderen Om de cameraklok in te stellen: 2 1 Geef DATUM/TIJD-opties weer. Geef het instellingenmenu weer en selecteer F DATUM/TIJD. 2 Stel de klok in. Duw de scherpstellingstok (scherpstelhendel) naar links of rechts om het jaar, de maand, de dag, het uur of de minuut te markeren en duw omhoog en omlaag om te veranderen. Druk op MENU/OK om de klok in te stellen. 37

54 MEMO 38

55 Basisfotografie en afspelen 39

56 Foto s maken Deze paragraaf geeft uitleg over basisfotografie. 1 Selecteer S-stand. Draai de standknop naar S (GEAVANCRD SR AUTO). De volgende informatie wordt weergegeven in het LCD-scherm. 3 A Scène: De camera selecteert automatisch de juiste scène. B Het u-pictogram: Geeft aan dat de camera aan het scherpstellen is op de ogen van de onderwerpen. PORTRET O In de S stand past de camera continu de scherpstelling aan en zoekt naar ogen waardoor de gebruiksduur van de batterij wordt verkort; bovendien kan het geluid van het scherpstellen van de camera hoorbaar zijn. 2 Maak de camera gereed. Houd met beide handen de camera stevig vast en laat uw ellebogen rusten tegen uw zij. Trillende of onvaste handen kunnen uw foto s wazig maken. Houd uw vingers en andere voorwerpen uit de buurt van de lens, flitser, en AF-hulpverlichting om onscherpe of te donkere (onderbelichte) foto s te voorkomen. 40

57 Foto s maken 3 Zet de foto in een kader. 4 Stel scherp. Houd de ontspanknop half ingedrukt om scherp te stellen. N Als het onderwerp slecht belicht is, gaat de AF-hulpverlichting mogelijk branden. Scherpstelindicator Scherpstelkader Als de camera in staat is om scherp te stellen, klinkt er tweemaal een pieptoon en lichten scherpstelgebied en scherpstelindicator groen op. Scherpstelling en belichting blijven vergrendeld terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt. 3 Als de camera niet in staat is om scherp te stellen, wordt het scherpstelkader rood, wordt s weergegeven en zal de scherpstelindicator wit knipperen. 5 Neem een foto. Druk de ontspanknop rustig en volledig in om de foto te maken. 41

58 a Foto s bekijken Foto s kunnen in het LCD-scherm worden bekeken. Druk op a om de foto s schermvullend te bekijken. 3 Extra foto s kunnen bekeken worden door de scherpstellingstok (scherpstelhendel) naar links of rechts te duwen of de voorste commandoschijf te draaien. Duw de scherpstellingstok of draai de schijf naar rechts om de foto s te zien in de volgorde waarin ze zijn opgenomen en naar links om de foto s in omgekeerde volgorde te zien. Houd de scherpstellingstok ingedrukt om snel naar het gewenste frame te scrollen. N Foto s gemaakt met andere camera s worden gemarkeerd met een m ( geschenkbeeld )-pictogram om aan te duiden dat deze misschien niet correct worden weergegeven en dat mogelijk de zoomweergave niet beschikbaar is. 42

59 b Foto s wissen Gebruik de b-knop om foto s te wissen. O Gewiste foto s kunnen niet worden teruggehaald. Kopieer eerst alle belangrijke foto s naar een computer of ander opslagapparaat. 1 Druk, als een afbeelding in volledig scherm wordt weergegeven, op de b-knop en selecteer ENKELE FOTO. WISSEN ENKELE FOTO GEKOZEN VELDEN ALLE FOTO S 3 2 Duw de scherpstellingstok (scherpstelhendel) naar links of rechts om door de foto s te scrollen en druk op MENU/OK om te verwijderen (een bevestigingsdialoog wordt niet weergegeven). Herhaal dit om extra foto s te wissen. N Beveiligde foto s kunnen niet worden gewist. Verwijder de beveiliging van foto's die u wilt wissen (P 139). Foto s kunnen eveneens worden gewist met behulp van A WISSEN in het afspeelmenu (P 136). 43

60 MEMO 44

61 Films opnemen en afspelen 45

62 F Films opnemen Deze sectie beschrijft hoe films op te nemen in de automatische modus. 1 Druk op de DRIVE-knop en selecteer F (VIDEO) in de lijst met opties voor drive-modi. 4 2 Druk op de ontspanknop om de opname te starten. Een opname-indicator (V) en de resterende tijd worden weergegeven terwijl de opname bezig is. 3 Druk nogmaals op de knop om de opname te beëindigen. De opname eindigt automatisch wanneer de maximale lengte is bereikt of de geheugenkaart vol is. O Gebruik een geheugenkaart met een UHS-snelheidsklasse van 3 of hoger bij het opnemen van films. Het aanraken van zoom is niet beschikbaar tijdens filmopname. Het gebied dat is vastgelegd wanneer AAN is geselecteerd voor W DIGIT. BEELDSTABIL. is kleiner dan wordt weergegeven in de monitor. Geluid wordt opgenomen via de ingebouwde microfoon of een optionele externe microfoon. Bedek de microfoon niet tijdens de opname. Houd er rekening mee dat de microfoon mogelijk ook geluiden van de lens of andere camerageluiden oppikt tijdens het opnemen. In films met zeer heldere onderwerpen kunnen verticale of horizontale strepen verschijnen. Dit is normaal en duidt niet op een defect. 46

63 N Het indicatielampje gaat branden tijdens de opname. Films opnemen Tijdens filmopnamen kan belichtingscorrectie worden aangepast tot maximaal ±2 EV. Opnemen is mogelijk niet beschikbaar bij bepaalde instellingen, terwijl in andere gevallen de instellingen mogelijk niet van toepassing zijn tijdens de opname. Externe microfoons kunnen worden gebruikt (P 171). Filminstellingen aanpassen Pas de filminstellingen aan in het W FILM SET-UP-menu. De filmsoort, framegrootte en frame rate kan geselecteerd worden met W FILM SET-UP > FILMMODUS. De AF-veldmodus voor video-opname wordt geselecteerd met W FILM SET-UP > SCHERPSTELLING; kies uit AF(MULTI) en AF-VELD KEUZE. De scherpstelmodus kan worden geselecteerd met W FILM SET-UP > SCHERPSTELMODUS; selecteer voor continue scherpstelaanpassing CONTINU AF of kies ENKELVOUDIG AF en schakel Intelligente gezichtsdetectie in. Intelligente gezichtsdetectie is niet beschikbaar in de handmatige scherpstelstand. Scherptediepte Handmatige diafragma-aanpassing is beschikbaar in opnamestanden A en M; pas het diafragma aan voordat de opname begint. Kies lage f-waarden om achtergronddetails zachter te maken. Dit effect kan worden versterkt door de afstand tussen het onderwerp en de achtergrond te vergroten. 4 47

64 a Films bekijken Bekijk films op de camera. Tijdens het afspelen in volledig scherm worden films aangeduid door een W-pictogram. Druk de scherpstelstick (scherpstelhendel) omlaag om het afspelen van de film te starten. Tijdens het afspelen van een film zijn de volgende handelingen mogelijk: 01/01/ :00 AM AFSPELEN 4 Scherpstellingstok (scherpstelhendel) Afspelen in volledig scherm Afspelen is bezig (x) Afspelen gepauzeerd (y) Omhoog Afspelen stoppen Omlaag Afspelen starten Afspelen pauzeren Afspelen starten/ hervatten Links/rechts Bekijk andere Enkel beeld terugspoelen/vooruitspoelen Snelheid aanpassen foto s De voortgang wordt tijdens het afspelen op het scherm weergegeven. O N Dek de luidspreker niet af tijdens het afspelen. Er wordt geen geluid afgespeeld wanneer UIT wordt geselecteerd voor o GELUID & FLITS. Druk op MENU/OK om het afspelen te pauzeren en een volumeregelaar weer te geven. Duw de scherpstellingstok (scherpstelhendel) omhoog of omlaag om het volume aan te passen; druk opnieuw op MENU/OK om door te gaan met afspelen. Het volume kan ook in het instellingenmenu worden ingesteld (P 148). STOP PAUZE 29m59s 48

65 Films bekijken Afspeelsnelheid Duw de scherpstellingstok (scherpstelhendel) naar links of rechts om de afspeelsnelheid aan te passen tijdens afspelen. De snelheid wordt aangeduid door het aantal pijltjes (M of N). 29m59s Pijltjes STOP PAUZE 4 49

66 MEMO 50

67 Foto s maken 51

68 Een opnamemodus kiezen Kies een opnamestand overeenkomstig de scène of het type onderwerp. S GEAVANCRD SR AUTO Wanneer de standknop naar S wordt gedraaid, optimaliseert de camera automatisch de instellingen zodat ze passen bij het onderwerp. De camera selecteert automatisch de juiste scène. 5 O N Scène AUTO PORTRET LANDSCHAP NACHT Scène MACRO NACHTPORTRET TEGENLICHTPORTRET PORTRET De geselecteerde modus kan verschillen afhankelijk van de opnameomstandigheden. Als de stand en het onderwerp niet overeenkomen, selecteer de P of kies SP en selecteer handmatig een scène. Onderwerpen gedetecteerd door de camera worden aangeduid door groene kaders; druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op het onderwerp in het kader. 52

69 Een opnamemodus kiezen Programma AE (P) Laat de camera de sluitertijd en het diafragma kiezen voor optimale belichting. Andere waarden die dezelfde belichting produceren kunnen worden geselecteerd met programmaverschuiving. Draai de standknop naar P. P verschijnt in het scherm. 5 P Programmaverschuiving Draai aan de voorste instelschijf om de gewenste combinatie van sluitertijd en diafragma (programmaverschuiving) te kiezen. P Sluitertijd Diafragma O Programmaverschuiving is niet beschikbaar als: AUTO is geselecteerd voor U DYNAMISCH BEREIK De filmopname bezig is N Om programmaverschuiving te annuleren, schakelt u de camera uit. 53

70 Sluiter AE (S) Kies een sluitertijd en laat de camera het diafragma aanpassen voor optimale belichting. 1 Draai de standknop naar S. S verschijnt in het scherm. 5 2 Gebruik de voorste instelschijf om een sluitertijd te kiezen. S O Als de juiste belichting niet kan worden bereikt bij de geselecteerde sluitertijd, wordt het diafragma in het rood weergegeven. 54

71 Een opnamemodus kiezen Lange tijdopnamen Een aftellende timer wordt weergegeven tijdens lange tijdopnamen. N Gebruik van een statief wordt aanbevolen om onscherpte veroorzaakt door beweging van de camera tijdens de belichting te voorkomen. Om ruis (spikkels) te voorkomen bij langdurige belichtingen, selecteert u AAN voor K L BEL. RO. Let erop dat de tijd die nodig is om de afbeelding vast te leggen na het fotograferen hierdoor langer kan worden. Het kan handig zijn om een afstandsontspanner voor lange tijdopnamen te gebruiken (P 171)

72 Diafragma AE (A) Kies een diafragma en laat de camera de sluitertijd aanpassen voor optimale belichting. 1 Draai de standknop naar A. A verschijnt in het scherm. 5 2 Gebruik de voorste instelschijf om een diafragma te kiezen. A O Als de juiste belichting niet kan worden bereikt bij het geselecteerde diafragma, wordt de sluitertijd in het rood weergegeven. Voorbeeld scherptediepte bekijken Als VOORB DIEPTESCH is toegewezen aan een functietoets, wordt een L-pictogram weergegeven door op de knop te drukken en wordt het diafragma gestopt tot de geselecteerde instelling waardoor de scherptediepte als voorbeeld kan worden bekeken op het scherm wanneer het beeld verschijnt dat u door de lens ziet. 56

73 Een opnamemodus kiezen Handmatige belichting (M) Verander de belichting van die geselecteerd door de camera. 1 Draai de standknop naar M. M verschijnt in het scherm M Draai aan de achterste instelschijf om een sluitertijd te kiezen en aan de voorste instelschijf om het diafragma te kiezen. N De handmatige belichtingsweergave omvat een belichtingsindicator die aangeeft in hoeverre de afbeelding onder- of overbelicht zou zijn met de huidige instellingen. Sluitertijd 5 Diafragma 57

74 Belichtingsvoorbeeld Om de belichting als voorbeeld op de LCD-monitor weer te geven, selecteer AAN voor A SCHERM SET-UP > PRVW BELICH HAND.. Selecteer UIT bij gebruik van de flitser of in andere situaties waarin de belichting mogelijk kan veranderen wanneer de foto wordt gemaakt. 5 Lamp (B) Voor bulbfotogafie draait u aan de achterste instelschijf om een sluitertijd BULB te selecteren. N M BULB Gebruik van een statief wordt aanbevolen om onscherpte veroorzaakt door beweging van de camera tijdens de belichting te voorkomen. De sluiter blijft tot wel 60 minuten geopend of gedurende 1 seconde wanneer de elektronische sluiter wordt gebruikt. Een aftellende timer wordt weergegeven terwijl er belicht wordt. Om ruis (spikkels) te voorkomen bij langdurige belichtingen, selecteert u AAN voor K L BEL. RO. Let erop dat de tijd die nodig is om de afbeelding vast te leggen na het fotograferen hierdoor langer kan worden. Het kan handig zijn om een afstandsontspanner voor lange tijdopnamen te gebruiken (P 171). 58

75 u PANORAMA Een opnamemodus kiezen Volg de aanwijzingen op het scherm om een panoramafoto te maken. 1 Draai de standknop naar u (PANORAMA). 2 Om de grootte van de hoek te selecteren waarmee u de camera zult draaien tijdens het opnemen, duw de scherpstellingstok (scherpstelhendel) naar links. Markeer een grootte en druk op MENU/OK. 3 Duw de scherpstellingstok naar rechts om een keuze aan draairichtingen te zien. Markeer een panrichting en druk op MENU/OK. 4 Druk de ontspanknop volledig in om het opnemen te starten. U hoeft de ontspanknop tijdens het fotograferen niet ingedrukt te houden. 5 5 Pan de camera in de met de pijl aangegeven richting. De opname wordt automatisch beëindigd wanneer de camera volledig tot aan het aangegeven einde is gepand en het panoramabeeld is voltooid. Veeg camera lang gele lijn in richting van y HOEK RICHTING Voor de beste resultaten Houd uw ellebogen tegen uw zij en beweeg de camera in een kleine cirkel met een constante lage snelheid, waarbij de camera horizontaal of onder een rechte hoek wordt gehouden. Let op dat u alleen in de richting pant die wordt aangegeven door de hulplijnen. Gebruik een statief voor de beste resultaten. Als het resultaat niet naar wens is, probeer dan te pannen met een andere snelheid. 59

76 5 O De opname eindigt als de ontspanknop volledig wordt ingedrukt tijdens het opnemen. Er wordt mogelijk geen panorama vastgelegd als de ontspanknop al wordt ingedrukt voordat het panorama is voltooid. Panorama s worden van meerdere foto s gemaakt. De belichting van het totale panorama wordt op basis van het eerste beeld bepaald. In sommige gevallen neemt de camera een grotere of kleinere hoek op of is hij niet in staat de foto s perfect met elkaar te verbinden. Het laatste deel van het panorama wordt mogelijk niet vastgelegd als het opnemen wordt gestopt voordat het panorama compleet is. De opname kan worden onderbroken als de camera te snel of te langzaam wordt bewogen. De opname wordt geannuleerd wanneer de camera wordt bewogen in een andere richting dan wordt aangegeven. De gewenste resultaten worden mogelijk niet behaald bij bewegende onderwerpen, onderwerpen vlakbij de camera, onveranderlijke onderwerpen zoals de lucht of een grasveld, onderwerpen die constant bewegen zoals golven en watervallen of onderwerpen die duidelijk veranderingen ondergaan in helderheid. Panorama s kunnen onscherp worden als het onderwerp slecht belicht wordt. 60

77 Een opnamemodus kiezen Panorama s bekijken In full-frame afspelen kunt u de achterste commandoschijf gebruiken om de panorama s in of uit te zoomen. Of u kunt de panorama afspelen met de scherpstellingstok (scherpstelhendel). AFSPELEN Duw de scherpstellingstok omlaag om afspelen te starten en duw opnieuw om te pauzeren. Duw de scherpstellingstok naar links of rechts om de draairichting te wijzigen terwijl afspelen in uitvoering is of om de panorama te scrollen wanneer afspelen gepauzeerd is; verticale panorama s zullen verticaal scrollen en horizontale panorama s horizontaal. Om full-frame afspelen te verlaten duwt u de scherpstellingstok omhoog. STOP PAUZE 5 61

78 SP ONDERWERPPROGRAMMA /h/m/n/o De camera biedt verschillende scènes die elk kunnen worden aangepast aan de opnameomstandigheden of een specifiek type onderwerp. 1 Draai de standknop naar SP (ONDERWERPPROGRAMMA). 5 De volgende scènes kunnen rechtstreeks worden geselecteerd met behulp van de standknop: Scène Beschrijving Kies voor een zacht huideffect bij het maken van portret- GEZICHT ten. Als AAN is geselecteerd voor K TOUCH SCREEN h VERZACHTEN INSTELLINGEN, dan kunt u het versterkingsniveau van portret (Z) verzachten kiezen met behulp van de aanraakbediening-knoppen. M LANDSCHAP N SPORT O NACHT Kies deze scène voor daglichtfoto s of gebouwen en landschappen. Kies deze scène bij het fotograferen van bewegende onderwerpen. Kies deze stand voor slecht schemerlicht of nachtscènes. 2 Druk op MENU/OK om het opnamemenu weer te geven en selecteer A ONDERWERPPROGRAMMA. Een menu met onderwerpmodusopties wordt weergegeven. ONDERWERPPROGRAMMA AF/MF INSTELLINGEN TYPE ONTGRENDELEN ISO BEELDGROOTTE BEELDKWALITEIT DYNAMISCH BEREIK VERLATEN OPNAMESTANDEN ONDERWERPPROGRAMMA NACHT(STAT.) Heldere opnamen van nachtscènes met lange sluitertijd. 62

79 N Onderwerpmodusopties kunnen ook worden weergegeven door op het onderwerpprogrammapictogram te tikken in de opnameweergave. Een opnamemodus kiezen 3 Markeer een van de volgende opties en druk op MENU/OK. Scène h PORTRET H NACHT (STAT.) p VUURWERK Q ZONSOPKOMST R SNEEUW s STRAND U FEESTEN V BLOEMEN W DOCUMENTEN j MULTI-BELICHTING Beschrijving Kies deze scène voor portretten. Kies deze stand voor lange sluitertijden bij nachtopnames. Lange sluitertijden worden gebruikt om de lichteffecten van vuurwerk vast te leggen. Kies deze stand om de levendige kleuren in zonsopkomsten en zonsondergangen vast te leggen. Kies voor frisse, heldere foto s die de helderheid van scènes vastleggen welke door glimmende witte sneeuw worden gedomineerd. Kies voor frisse, heldere foto s die de helderheid van zonovergoten standen vastleggen. Leg achtergrondverlichting binnenshuis onder omstandigheden met weinig licht vast. Auto scherpstelling voor close-up foto s en krachtige kleuren. Maak duidelijke foto s van gedrukte tekst of tekeningen. Maak een foto die twee belichtingen combineert (P 64). 5 63

80 j Meervoudige belichtingen Maak een foto die twee belichtingen combineert. 5 1 Selecteer j MULTI-BELICHTING in het scene-positiemenu. 2 Maak de eerste foto. 3 Druk op MENU/OK. De eerste foto wordt bovenaan in het beeld weergegeven door de lens en u wordt gevraagd om de tweede foto te maken. N Om terug te keren naar Stap 2 en de eerste foto opnieuw te nemen, duwt u de scherpstellingstok (scherpstelhendel) naar links. Druk op DISP/BACK om de eerste foto op te slaan zonder een meervoudige belichting te maken. VOLGENDE OPNIEUW PROBEREN VERLATEN 4 Maak de tweede foto met behulp van het eerste beeld als leidraad. VERLATEN Druk op MENU/OK om meervoudige belichting te creëren, of duw de scherpstellingstok (scherpstelhendel) naar links om terug te keren naar Stap 4 en de tweede foto opnieuw te nemen. OPNIEUW PROBEREN VERLATEN 64

81 Een opnamemodus kiezen Adv. GEAVANC. FILTER Maak foto s met filtereffecten. 1 Draai de standknop naar Adv. (GEAVANC. FILTER). 2 Druk op MENU/OK om het opnamemenu weer te geven en selecteer d GEAVANC. FILTER. Een menu met geavanceerde filteropties wordt weergegeven. GEAVANC. FILTER AF/MF INSTELLINGEN TYPE ONTGRENDELEN ISO BEELDGROOTTE BEELDKWALITEIT DYNAMISCH BEREIK VERLATEN GEAVANC. FILTER OPNAMESTANDEN SPEELGOEDCAMERA Schaduwranden van een speelgoedcamera. (nostalgisch effect) 5 N Geavanceerde filteropties kunnen ook worden weergegeven door op het geavanceerde filterpictogram te tikken in de opnameweergave. 65

82 Een opnamemodus kiezen 5 3 Markeer een van de volgende opties en druk op MENU/OK. Filter Beschrijving G SPEELGOEDCAMERA Kies voor een retro speelgoedcamera-effect. I POP-KLEUR Maak beelden met hoog contrast met verzadigde kleuren. J HIGH-KEY Creëer heldere beelden met een laag contrast. Z LAAG-TOON Creëer uniforme donkere tonen met enkele gebieden die over opgelichte vlakken beschikken. E FISH-EYE Maak een bol effect van een fish-eye groothoek lens. K DYNAMISCHE KLEURTOON Dynamische kleurtoonexpressie wordt gebruikt voor een fantasie-effect. i HDR ART Artistiek effect door toonreproductie en dynam. bereik te benadrukken. H MINIATUUR De boven- en onderzijden van foto s worden onscherp gemaakt voor een diorama-effect. L CROSS-SCREEN n RIJK EN FIJN m ZWARTWIT(NIR) Voor een sterpatroon met strepen uit heldere voorwerpen. De effecten van het sterfilter kunnen na het maken worden bekeken. Een rijk en fijn effect toevoegen aanbevolgen voor tafelfotografie. Zwartwitfotografie zoals genomen door een bijna-infraroodcamera. u GEDEELTE KLEUR (ROOD) v GEDEELTE KLEUR (ORANJE) Delen van het beeld die de geselecteerde kleur hebben, worden opgenomen in die kleur. Alle andere w GEDEELTE KLEUR (GEEL) x GEDEELTE KLEUR (GROEN) delen van het beeld worden in zwart-wit vastgelegd. y GEDEELTE KLEUR (BLAUW) z GEDEELTE KLEUR (PAARS) j MIST VERWIJDEREN X ZACHTE FOCUS N Helderder beeld maken door mistfactor te verwijderen. Creëer een look die gelijkmatig zacht is over het hele beeld. Afhankelijk van het onderwerp en de camera-instellingen kunnen beelden in sommige gevallen korrelig zijn of variëren in helderheid of kleurtoon. 66

83 d Belichtingscorrectie Pas de belichting aan. Draai aan de achterste instelschijf om de belichting aan te passen. O De hoeveelheid beschikbare compensatie varieert met de opnamemodus. 5 67

84 J De Digitale Teleconverter Gebruik de digitale teleconverter om het beeld verder te vergroten terwijl het wordt verwerkt voor scherpe, hoge-resolutie resultaten. 1 Wijs DIGITALE TELE-CONV. aan de regelring toe. 2 Kies de zoomfactor door middel van de regelring. Standaard zoom (28 mm * ) 35 mm * 50 mm * 5 * Equivalent aan 35 mm formaat 3 Maak foto s met de geselecteerde zoomfactor. J DIGITALE TELE-CONV. is ook toegankelijk vanuit het opnamemenu (P 125). N Beeldkwaliteit daalt lichtjes bij DIGITALE TELE-CONV. instellingen van 35 of 50 mm. De digitale teleconverter kan in sommige modi niet beschikbaar zijn. 68

85 I Doorlopend fotograferen (seriemodus) Leg beweging vast in een serie foto s. 1 Druk op de DRIVE-knop om de opties voor drive-modi weer te geven. 2 Druk de scherpstelstick (scherpstelhendel) omhoog of omlaag om I CONTINU (P 70) of e 4K (P 71) te markeren. 3 Druk de scherpstelstick naar links of rechts om de beeldsnelheid (J SNEL of O LANGZAAM) of 4K-opnamemodus (f 4K BARST of g MULTIFOCUSMODUS) te kiezen. 4 Druk op MENU/OK om te selecteren. 5 Neem foto s. 5 69

86 I CONTINU De camera maakt foto s op de geselecteerde beeldsnelheid (J SNEL of O LANGZAAM) terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt. Het fotograferen eindigt wanneer de ontspanknop wordt losgelaten of de geheugenkaart vol is. O Als de bestandsnummering 999 bereikt voordat het fotograferen is voltooid, worden de resterende foto s opgeslagen in een nieuwe map. Serieopname wordt mogelijk niet gestart als de beschikbare ruimte op de geheugenkaart onvoldoende is. Beeldsnelheid varieert volgens onderwerp, sluitertijd, gevoeligheid en scherpstelmodus. Beeldsnelheden kunnen langzamer worden en opnametijden kunnen stijgen naarmate meer foto s worden genomen. De flitser kan niet worden gebruikt. 5 70

87 e 4K Doorlopend fotograferen (seriemodus) Maak een burst van 4K foto s en kies welke opnamen u wilt opslaan. Druk, met e 4K gemarkeerd in het 4K BARST aandrijfmodusmenu, de scherpstelstick (scherpstelhendel) naar links of rechts om f 4K BARST of g MULTIFOCUSMODUS te markeren. O Gebruik een geheugenkaart met een UHS-snelheidsklasse van 3 of hoger. Als u de 4K-barst- of multi-focusstand selecteert, wordt de beeldhoek verkleind. f 4K BARST Kies de beelden die u wilt opslaan vanaf een lijst met miniaturen. 5 1 Schiet een reeks foto s met e 4K > f 4K BARST geselecteerd voor de aandrijfmodus. N De functie die wordt uitgevoerd door de ontspanknop kan worden geselecteerd met behulp van de optie R TYPE ONTGRENDELEN in het opnamemenu. 2 In de full-frame weergave, laat u een foto zien die is gemaakt met f 4K BARST. Druk de scherpstelstick (scherpstelhendel) omlaag om de BEELD SELECTEREN foto s in de reeks als miniaturenlijst te bekijken. 3 Druk de scherpstelstick naar links of rechts om beelden te markeren en druk op de Q-knop om het gemarkeerde beeld afzonderlijk op te slaan. WISSELEN DISPLAY OPSLAAN VERLATEN 71

88 4 Nadat u de gewenste beelden hebt opgeslagen, drukt u op DISP/BACK om de lijst met miniaturen af te sluiten. O N Als het onderwerp beweegt tijdens de opname, kan het beeld vervormd raken, terwijl banden kunnen ontstaan op foto s die zijn gemaakt bij flikkerende of vluchtige lichtbronnen zoals tl-lampen. Om bewegingsonscherpte te voorkomen, kiest u de S- of M stand en kies een korte sluitertijd. Als CONTINU wordt geselecteerd voor A SCHERM SET-UP > WEERGAVE, wordt de meest recente foto weergegeven zodra het fotograferen eindigt, waarbij u de beelden kunt selecteren die u wilt opslaan, zonder de afspeelmodus af te sluiten. De flitser kan niet worden gebruikt. 5 g MULTIFOCUSMODUS Maak een serie foto s op verschillende scherpstelafstanden en creëer van uitgekozen foto s een compositiefoto. 1 Schiet een reeks foto s met e 4K > g MULTIFOCUSMODUS geselecteerd voor de aandrijfmodus. N De camera maakt een serie foto s telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt. U hoeft de ontspanknop tijdens het fotograferen niet ingedrukt te houden. 2 In de full-frame weergave, laat u een foto zien die is gemaakt met g MULTIFOCUSMODUS. MULTIFOCUSMODUS 72

89 Doorlopend fotograferen (seriemodus) 3 Druk de scherpstelstick (scherpstelhendel) omlaag en kies de foto s die worden gebruikt voor het maken van de compositiefoto. O N Optie FOCUS SELECTEREN AUTO BEREIK SELECTEREN Beschrijving Het focusgebied van een bepaald beeld wordt aangeduid door een vierkant (w). Markeer een scherpstelpunt met behulp van de scherpstelstick en druk op de Q-knop om een compositiefoto te maken van de beelden waarvoor het geselecteerde gebied is scherpgesteld. De camera maakt een compositiefoto van de gebieden die zijn scherpgesteld. Maak een compositiefoto van de beelden waarin een geselecteerd gebied is scherp gesteld. Het wordt aanbevolen een statief te gebruiken; als er geen statief beschikbaar is, houdt u de camera stabiel tijdens het fotograferen. Als het onderwerp beweegt tijdens het fotograferen, kan het beeld vervormd of onnatuurlijk worden, terwijl er banden kunnen ontstaan op foto s die zijn gemaakt bij flikkerende of vluchtige lichtbronnen zoals tl-lampen. Door het maken van een compositiefoto wordt de beeldhoek verkleind. De gewenste resultaten worden mogelijk niet verkregen bij bewegende onderwerpen, verre landschappen of onderwerpen zonder diepte. Als CONTINU wordt geselecteerd voor A SCHERM SET-UP > WEERGAVE, wordt de meest recente foto weergegeven wanneer het fotograferen eindigt, waardoor u een compositiefoto kunt maken zonder de afspeelmodus af te sluiten. De flitser kan niet worden gebruikt. 5 73

90 I Afbakening Varieer instellingen automatisch voor een serie foto s. 1 Druk op de DRIVE-knop om de opties voor drive-modi weer te geven. 5 2 Druk de scherpstelstick (scherpstelhendel) omhoog of omlaag om het volgende te markeren: P Optie O AE BKT 75 W ISO BKT 75 X FILMSIMULATIE BKT 75 P Optie V WITBALANS BKT 75 Y DYNAMISCH BEREIK BKT 76 h HDR 76 3 Druk de scherpstelstick naar links of rechts om de gewenste instellingen voor bracketing te markeren. N Bracketinginstellingen voor AE- en filmsimulatiebracketing worden geselecteerd met behulp van de opties S AE-REEKS INSTELLING en X FILMSIMULATIE BKT in het opnamemenu. 4 Druk op MENU/OK om te selecteren. 5 Neem foto s. 74

91 O AE BKT Afbakening Gebruik S AE-REEKS INSTELLING om de afbakeningshoeveelheid en aantal foto s te kiezen. Telkens als er op de ontspanknop wordt gedrukt, neemt de camera het gespecificeerde aantal foto s: een foto met behulp van de gemeten waarde voor belichting en de andere onder- en overbelicht met meervouden van de geselecteerde afbakeningshoeveelheid. N Ongeacht de afbakeningshoeveelheid, zal de belichting niet hoger zijn dan de grenzen van het meetsysteem voor belichting. W ISO BKT Selecteer een afbakeningshoeveelheid (±1, ±2 3, of ±1 3). Telkens wanneer de ontspanknop wordt losgelaten, maakt de camera een foto met de huidige gevoeligheid en verwerkt de camera ze tot twee extra kopieën, een met een verhoogde gevoeligheid en de andere met een gevoeligheid verlaagd met de geselecteerde hoeveelheid. 5 X FILMSIMULATIE BKT Telkens wanneer de sluiter wordt ontspannen, maakt de camera één foto en verwerkt deze om in totaal drie kopieën te creëren met verschillende instellingen voor filmsimulatie die zijn geselecteerd met behulp van de optie X FILMSIMULATIE BKT in het opnamemenu. V WITBALANS BKT Selecteer een afbakeningshoeveelheid (±1, ±2, of ±3). Elke keer dat de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera één opname en verwerkt deze dan om drie kopieën te maken: één met de huidige witbalans, één met fijnafstelling verhoogd met de geselecteerde hoeveelheid, en een andere met fijnafstelling verminderd met de geselecteerde hoeveelheid. 75

92 Y DYNAMISCH BEREIK BKT Afbakening Telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera drie foto s met verschillende dynamische bereiken: 100% voor de eerste, 200% voor de tweede en 400% voor de derde. N Hoewel de afbakening van het dynamisch bereik geactiveerd is, zal de gevoeligheid beperkt zijn tot minimaal ISO 800 (of tot minimaal ISO 200 tot 800 als een automatische optie is geselecteerd voor gevoeligheid); de gevoeligheid die voorheen van kracht was wordt hersteld zodra de afbakening eindigt. 5 h HDR Telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera meerdere opnamen bij verschillende belichtingen en combineert ze tot een enkele beeld met hoog dynamisch bereik, waardoor verlies van details in highlights en schaduwen verminderd wordt. Kies de hoeveelheid variatie in belichting van de camera uit AUTO, 1.0 EV, 1.5 EV, 2.0 EV, 2.5 EV, en 3.0 EV. O N Houd de camera stabiel. Als de camera wordt bewogen of het onderwerp verandert tijdens het maken van foto s, worden de opnamen mogelijk afzonderlijk opgeslagen in plaats van te worden gecombineerd tot een enkel beeld. Het is mogelijk dat de camera een beeld niet opneemt als het onderwerp beweegt tijdens het maken van foto s. De camera geeft de gecombineerde foto weer nadat deze gemaakt is. Druk op MENU/OK om de opname op te slaan of op DISP/BACK om HDR-opname af te sluiten zonder het beeld op te slaan. 76

93 Automatische scherpstelling Maak foto s met behulp van automatisch scherpstellen. 1 Gebruik F AF/MF INSTELLINGEN > SCHERPSTELMODUS om een scherpstelling te kiezen (P 78). 2 Gebruik F AF/MF INSTELLINGEN > SCHERPSTELLING om een scherpstelling te kiezen (P 80). 3 Kies de positie en grootte van het scherpstelkader (P 82). 4 Maak foto s. Voor informatie over het automatische scherpstellingssysteem bezoekt u: N 5 77

94 5 Scherpstelmodus Gebruik de SCHERPSTELMODUS optie in het F AF/MF INSTELLINGEN menu om te kiezen hoe de camera scherpstelt. 1 Druk op MENU/OK om de menu s weer te geven. 2 Selecteer F AF/MF INSTELLINGEN > SCHERPSTELMODUS in het opnamemenu. 3 Kies uit de volgende opties: N Modus p HANDMATG FOCUS k CONTINU AF l ENKELVOUDIG AF Beschrijving Stel handmatig scherp met behulp van de regelring. Kies voor handmatige bediening van de scherpstelling of in situaties waarbij de camera niet kan scherpstellen met automatische scherpstelling (P 88). Scherpstelling wordt continu aangepast volgens de veranderingen in de afstand tot het onderwerp terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt. Gebruik dit voor bewegende onderwerpen. Oogdetectie AF is niet beschikbaar. De scherpstelling blijft vergrendeld terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt. Kies dit voor stilstaande onderwerpen. Als AAN is geselecteerd voor F AF/MF INSTELLINGEN > PRE-AF, zal de scherpstelling continu worden aangepast in modi l en k, zelfs als de ontspanknop niet wordt ingedrukt. 78

95 Automatische scherpstelling De scherpstelindicator De scherpstelindicator wordt groen als er op het onderwerp is scherpgesteld en knippert wit wanneer de camera niet in staat is om scherp te stellen. Haakjes ( ( ) ) geven aan dat de camera aan het scherpstellen is en worden continu weergegeven in stand k. j wordt weergegeven in handmatige scherpstelmodus. P Scherpstelindicator 5 79

96 Automatische scherpstellingsopties (AF-Modus) Kies hoe de camera scherpstelt in modi l en k. 1 Druk op MENU/OK en ga naar het opnamemenu. 2 Selecteer F AF/MF INSTELLINGEN > SCHERPSTELLING. 3 Kies een scherpstelling. Hoe de camera scherpstelt is afhankelijk van de scherpstelmodus. Scherpstelmodus l (ENKELVOUDIG AF) Optie Beschrijving Voorbeeld 5 r ENKEL PUNT y ZONE Camera stelt scherp op onderwerp in geselecteerde scherpstelpunt. Gebruik deze optie om scherp te stellen op geselecteerd onderwerp. Camera stelt scherp op onderwerp in geselecteerde scherpstelzone. Scherpstelzones bevatten meerdere scherpstelpunten, waardoor het gemakkelijker wordt om scherp te stellen op bewegende onderwerpen. z GROOTHOEK Camera stelt automatisch scherp op onderwerpen met hoog contrast; weergave toont gebieden die zijn scherpgesteld. j ALLE Draai aan de achterste instelschijf in de scherpstelpuntweergave (P 83, 84) om als volgt door AF-standen te bladeren: r ENKEL PUNT, y ZONE en z GROOTHOEK. 80

97 Automatische scherpstelling Scherpstelmodus k (CONTINU AF) Optie Beschrijving Voorbeeld r ENKEL PUNT Scherpstelling volgt onderwerp bij geselecteerde scherpstelpunt. Gebruik dit voor onderwerpen die zich naar de camera toe of van de camera weg bewegen. y ZONE Scherpstelling volgt onderwerp in geselecteerde scherpstelgebied. Gebruik dit voor onderwerpen die vrij voorspelbaar bewegen. z TRACKING Scherpstelling volgt onderwerpen die door een breed gebied van het kader bewegen. 5 j ALLE Draai aan de achterste instelschijf in de scherpstelpuntweergave (P 83, 84) om als volgt door AF-standen te bladeren: r ENKEL PUNT, y ZONE en z TRACKING. 81

98 Scherpstelpuntselectie Kies een scherpstelpunt voor automatisch scherpstellen. De scherpstelpuntweergave bekijken 1 Druk op het midden van de scherpstelstick (scherpstelhendel) om de scherpstelpuntweergave te bekijken. 2 Gebruik de scherpstelstick om het scherpstelframe over het gewenste scherpstelpunt te positioneren. 5 N Selectie van het focusgebied is eveneens toegankelijk via het opnamemenu. 82

99 Automatische scherpstelling Een scherpstelpunt selecteren Gebruik de scherpstellingstok (scherpstelhendel) om het scherpstelpunt te kiezen en de achterste commandoschijf om de grootte van het scherpstelkader te kiezen. De procedure varieert afhankelijk van de optie die is geselecteerd voor Scherpstelling. Scherpstellingstok Achterste commandoschijf AF modus Kantel Druk op Draai r Kies uit 5 kadergroottes y Selecteer scherpstelpunt Selecteer middelste scherpstelpunt Kies uit 3 kadergroottes 5 z N Handmatige scherpstelpuntselectie is niet beschikbaar als z GROOTHOEK/TRACKING is geselecteerd in scherpstelmodus l. Als j ALLE is geselecteerd voor SCHERPSTELLING, kunt u aan de achterste instelschijf draaien in het scherpstelpuntselectiescherm (P 84) om als volgt door AF-standen te bladeren: r ENKEL PUNT (5 kadergroottes), y ZONE (3 kadergroottes) en z GROOTHOEK (scherpstelstand l) of z TRACKING (scherpstelstand k). 83

100 De scherpstelpuntweergave De scherpstelpuntweergave verschilt volgens de optie geselecteerd voor Scherpstelling. N Scherpstelkaders worden getoond door kleine vierkantjes ( ), scherpstelgebieden door grote vierkanten. r ENKEL PUNT AF modus y ZONE z GROOTHOEK/TRACKING 5 Kies een enkel scherpstelpunt. Kies uit zones met 7 7, 5 5 of 3 3 scherpstelpunten. Beschikbare scherpstelpunten TTL-contrastdetectie AF biedt meer scherpstelpunten (A) dan intelligente hybride AF (B), welke fasedetectie combineert met TTL-contrastdetectie AF. Plaats het scherpstelkader over het onderwerp en druk op MENU/OK. A B Selectie van scherpstelkader in seriemodus Wanneer continue hoge snelheid (J) is geselecteerd voor drive-modus, daalt het aantal beschikbare scherpstelkaders in scherpstelmodus k. Enkel punt Gebied Tracking 84

101 Automatische scherpstelling Automatische scherpstelling Hoewel de camera is uitgerust met een uiterst nauwkeurig automatisch scherpstellingssysteem, is het mogelijk dat er niet kan worden scherpgesteld op onderstaande onderwerpen. Zeer glimmende onderwerpen, zoals spiegels of auto s. Onderwerpen die zich achter een raam of andere reflecterende voorwerpen bevinden. Donkere onderwerpen en onderwerpen die licht absorberen in plaats van reflecteren, zoals haar of vacht. Niet tastbare onderwerpen, zoals rook of vuur. Onderwerpen die vrijwel niet contrasteren met de achtergrond. Onderwerpen die zich voor of achter een contrastrijk voorwerp bevinden dat eveneens in het scherpstelkader valt (bijvoorbeeld een onderwerp tegen een achtergrond met zeer contrasterende elementen). Scherpstelling controleren Druk, om in te zoomen voor nauwkeurige scherpstelling, op de bediening waaraan SCHERPSTELLOEP momenteel is toegewezen. Druk nogmaals op de bediening om de zoomfactor te veranderen en druk opnieuw om zoom te annuleren. De zoomweergave is op het huidige scherpstelveld gecentreerd. Het scherpstelveld kan worden geselecteerd met behulp van scherpstelpuntselectie. Bij standaardinstellingen wordt SCHERPSTELLOEP toegewezen aan de Fn2 (functie 2)-knop. 5 N Normale weergave Scherpstelzoom In scherpstelstand l kan zoom worden aangepast door aan de achterste instelschijf te draaien. Scherpstelzoom is niet beschikbaar in scherpstelmodus k of als F AF/MF INSTELLINGEN > PRE-AF is ingeschakeld of een optie anders dan ENKEL PUNT is geselecteerd voor SCHERP- STELLING. Gebruik h TOETSINSTELLING > FUNCTIE-INS. (Fn) om de bediening te wijzigen waaraan SCHERPSTELLOEP is toegewezen. 85

102 Scherpstellings-/belichtingsvergrendeling Stel foto s samen met onderwerpen die zich niet in het midden bevinden. 5 1 Scherpstelling: Positioneer het onderwerp in het midden van het scherpstelkader en druk de ontspanknop half in om de scherpstelling en de belichting te vergrendelen. De scherpstelling en de belichting blijven vergrendeld zolang de ontspanknop half ingedrukt blijft (AF/AE-vergrendeling). 2 Stel opnieuw samen: Houd de ontspanknop half ingedrukt. 3 Neem de foto: Druk de knop volledig in. 86

103 AE/AF-VERGRENDEL. Als AE-VERGRENDELING, AF-VERGRENDELING, of AE/AF-VERGRENDEL. is toegewezen aan de Fn-knop, dan zal de scherpstelling en/of belichting zich vergrendelen terwijl de Fn-knop wordt ingedrukt en deze blijft vergrendeld, zelfs wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt. Scherpstellings-/belichtingsvergrendeling 5 87

104 Handmatige scherpstelling Pas de scherpstelling handmatig aan. 1 Selecteer HANDMATG FOCUS voor F AF/MF INSTELLINGEN > SCHERPSTELMODUS. 5 j verschijnt in het scherm M Stel handmatig scherp met behulp van de regelring. Draai de ring naar links om de scherpstelafstand te verkleinen, naar rechts om deze te vergroten. 3 Maak foto s. Gebruik de I SCHERPSTELRING opties in het instelmenu om de draairichting van de regelring om te keren. N DIRECT AUTO.FOCUS kan aan een functieknop worden toegewezen, zodat de knop kan worden gebruikt om op het onderwerp in het geselecteerde scherpstelframe scherp te stellen. Kies deze optie voor snelle scherpstelling. Gebruik h TOETSINSTELLING > FUNCTIE-INS. (Fn) om de bediening te wijzigen waaraan DIRECT AUTO.FOCUS is toegewezen. 88

105 Handmatige scherpstelling Scherpstelling controleren Verscheidene opties zijn beschikbaar voor het controleren van scherpstelling in de handmatige scherpstelmodus. De handmatige scherpstelindicator De handmatige scherpstelindicator geeft aan hoe dicht de scherpstelafstand bij de afstand tot het onderwerp in de scherpstelhaakjes ligt. De witte lijn duidt de afstand tot het onderwerp in het scherpstelgebied aan (in meters of feet overeenkomstig de optie geselecteerd voor A SCHERM SET-UP > EENHEDEN AF-SCHAAL in het instellingenmenu), de blauwe balk de scherptediepte, of met andere woorden de afstand voor of achter het onderwerp dat scherp in beeld lijkt te zijn. N Scherpstelafstand (witte lijn) 5.6 Scherptediepte Als zowel AF-AFSTANDSINDICATOR en MF-AFSTANDSINDICATOR zijn geselecteerd in de A SCHERM SET-UP > DISP. INST. OP MAAT-lijst, kan de scherptediepte ook worden bekeken door gebruik te maken van de scherptediepte-indicator in de standaard weergave. Gebruik de DISP/BACKknop om standaardindicators weer te geven. 5 Scherpstelzoom Als AAN is geselecteerd voor A SCHERM SET-UP > SCHERPSTELLOEP, dan wordt bij het indrukken van de knop waaraan SCHERPSTELLOEP is toegewezen automatisch ingezoomd op het scherm zodat u nauwkeuriger kunt scherpstellen. Druk nogmaals op de bediening om de zoomfactor te veranderen en druk opnieuw om zoom te annuleren. De zoomweergave is op het huidige scherpstelveld gecentreerd. Het scherpstelveld kan worden geselecteerd met behulp van scherpstelpuntselectie. Bij standaardinstellingen wordt SCHERPSTELLOEP toegewezen aan de Fn2 (functie 2)-knop. N Gebruik h TOETSINSTELLING > FUNCTIE-INS. (Fn) om de bediening te wijzigen waaraan SCHERPSTELLOEP is toegewezen. 89

106 Scherpstelpieken Handmatige scherpstelling Selecteer FOCUS PIEK HIGHLIGHT voor c HF ASSISTENTIE om contouren met hoog contrast te markeren. Draai bij het scherpstellen aan de regelring tot het onderwerp is gemarkeerd. 5 90

107 De flitser gebruiken Gebruik de ingebouwde flitser voor extra verlichting wanneer u s nachts of binnenshuis bij slecht licht fotografeert. 1 Druk op MENU/OK om het opnamemenu weer te geven. 2 Markeer p FLITSLICHT INSTELLINGEN > FLITSERFUNCTIE in het opnamemenu en druk op MENU/OK om de flitseropties te bekijken. 3 Markeer een van de volgende opties en druk op MENU/OK. N Stand AUTOMATISCH (Auto flits) K ANTI RODE OGEN * N L O M l d INVULFLITS INVULFLITS * LANGZAME SYNCHRO ANTI R.OGEN+TIJD * 2de GORDIJN SYNC. 2de GORDIJN SYNC. * D COMMANDER P FLITS ONDERDRUKT Beschrijving De flitser flitst wanneer nodig. Aanbevolen voor de meeste situaties. De flitser flitst steeds wanneer een foto wordt gemaakt. Te gebruiken bij onderwerpen met tegenlicht en voor het verkrijgen van natuurlijke kleuren bij het fotograferen met helder licht. Leg zowel het hoofdonderwerp als de achtergrond vast bij weinig licht (let wel, helder verlichte delen worden mogelijk overbelicht). De flitser flitst onmiddellijk voordat de sluiter sluit. De ingebouwde flitser kan worden gebruikt om optionele externe flitsers te bedienen. De flitser flitst niet, zelfs niet wanneer het onderwerp slecht belicht is. Het gebruik van een statief wordt aanbevolen. * Rode-ogenverwijdering is beschikbaar in deze standen wanneer Intelligente gezichtsdetectie actief is en rode-ogenverwijdering aan is. Verwijdering van rode ogen reduceert rode ogen veroorzaakt wanneer licht van de flitser wordt weerkaatst in de pupillen van het onderwerp. Als p op het LCD-scherm verschijnt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, zal de camera flitsen bij het maken van de foto. Behalve in de commanderstand, kan de flitser meerdere keren afgaan bij iedere opname. Houd de camera stil totdat de opname volledig klaar is. 91 5

108 WB Witbalans Kies een witbalansoptie die overeenkomt met de lichtbron voor natuurlijke kleuren. 1 Druk op MENU/OK om het opnamemenu weer te geven. 2 Markeer D WITBALANS in het opnamemenu en druk op MENU/OK om de witbalansopties te bekijken. 5 3 Markeer een witbalansoptie. Druk op MENU/OK om het scherm WB VERSCHUIVING te bekijken waarop witbalans kan worden verfijnd met behulp van de scherpstelstick (scherpstelhendel). Druk op DISP/BACK om de gemarkeerde optie te selecteren en af te sluiten zonder fijn af te stellen. WB VERSCHUIVING AUTO R:0 B:0 INSTELLEN 92

109 Witbalans WITBALANS De volgende opties zijn beschikbaar voor de witbalans. N Optie AUTO h k i j k l m n g Beschrijving Witbalans wordt automatisch aangepast. Meet een waarde voor witbalans. Kies een kleurtemperatuur. Voor onderwerpen in direct zonlicht. Voor onderwerpen in de schaduw. Gebruik dit onder daglicht -tl-buizen. Gebruik dit onder warm-witte tl-buizen. Gebruik dit onder koelwitte tl-buizen. Gebruik dit onder gloeilampverlichting. Vermindert de blauwe tint die bij onderwaterverlichting vaak te zien is. De resultaten variëren met de opnameomstandigheden. Bekijk de foto's na het fotograferen om te controleren of de kleuren naar wens zijn. De witbalans wordt alleen aangepast voor de flitser in de modi AUTO en g. Schakel de flitser uit als u foto s met andere witbalansopties wilt maken. 5 93

110 5 Aangepaste witbalans Kies h om de witbalans aan te passen aan ongebruikelijke lichtomstandigheden. De opties voor witbalansmeting worden weergegeven; kader een wit object in zodat het scherm wordt gevuld en druk de ontspanknop helemaal in om PERSOONLIJKE WB ONTSPANNER : NIEUWE WB VERSCHUIVING NIET WIJZIGEN de witbalans te meten (om de meest recente aangepaste waarde te selecteren en af te sluiten zonder de witbalans te meten, drukt u op DISP/BACK of druk op MENU/OK om de meest recente waarde te selecteren en het dialoogvenster voor het verfijnen weer te geven). Als VOLTOOID! wordt weergegeven, druk dan op MENU/OK om de witbalans in te stellen op de gemeten waarde. Wanneer ONDER wordt weergegeven, verhoog dan de belichtingscompensatie en probeer het opnieuw. Wanneer OVER wordt weergegeven, verlaagt u de belichtingscompensatie en probeert u het opnieuw. 94

111 Witbalans k: Kleurtemperatuur Het selecteren van k in het witbalansmenu geeft een lijst van kleurtemperaturen weer; markeer een kleurtemperatuur en druk op MENU/OK om de gemarkeerde optie te selecteren en het dialoogvenster voor verfijnen weer te geven. WITBALANS KLEURTEMPERATUUR R:0 B:0 INSTELLEN VERSCHUIVING Kleurtemperatuur De kleurtemperatuur is een objectieve maateenheid voor de kleur van een lichtbron, gemeten in Kelvin (K). Lichtbronnen met een kleurtemperatuur die lijkt op die van direct zonlicht worden wit getoond; lichtbronnen met een lagere kleurtemperatuur krijgen een gele of rode gloed en lichtbronnen met een hogere lichttemperatuur worden blauw getint. U kunt een kleurtemperatuur kiezen die overeenkomt met de lichtbron of opties kiezen die sterk afwijken van de kleur van de lichtbron om foto s warmer of ouder te maken. 5 95

112 5 h De zelfontspanner gebruiken Gebruik de zelfontspanner voor groeps- of zelfportretten, om onscherpte veroorzaakt door cameratrilling te voorkomen, of om de sluiter automatisch te ontspannen wanneer aan de geselecteerde voorwaarden wordt voldaan. 1 Druk op MENU/OK om het opnamemenu weer te geven. 2 Markeer B ZELFONTSPANNER in het opnamemenu en druk op MENU/OK. 3 Markeer een van de volgende opties en druk op MENU/OK. O N P Optie R 2 SEC 97 S 10 SEC 97 m AUTO GEZICHTSSLUITER 97 o SMILE 98 P Optie a BUDDY 98 g GROEP 99 UIT Zorg er wel voor dat u zich achter de camera bevindt wanneer u de ontspanknop indrukt. Als u voor de lens staat, heeft dit invloed op de scherpstelling en de belichting. De zelfontspanner wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de camera wordt uitgeschakeld. Om de zelfontspanner te onderbreken voordat de foto is genomen, drukt u op DISP/BACK. Het selecteren van m AUTO GEZICHTSSLUITER, o SMILE, a BUDDY, of g GROEP stelt F AF/MF INSTELLINGEN > INST. GEZICHTS-/ OOGHERKEN. in naar GEZICHT AAN/OOG UIT. De oorspronkelijke instelling wordt hersteld nadat de zelfontspanner is uitgeschakeld. 96

113 De zelfontspanner gebruiken 2 SEC/10 SEC De sluiter wordt ontspannen 2 of 10 seconden nadat de sluiterknop is ingedrukt. 1 Markeer de ene of de andere van de volgende opties in het zelfontspannermenu en druk op MENU/OK. Optie R 2 SEC S 10 SEC Beschrijving De ontspanknop wordt twee seconden na het indrukken van de ontspanknop losgelaten. Gebruik deze stand om bewegingsonscherpte als gevolg van het indrukken van de ontspanknop te voorkomen. Het zelfontspannerlampje knippert terwijl de timer aftelt. De ontspanknop wordt tien seconden na het indrukken van de ontspanknop losgelaten. Dit kunt u gebruiken voor foto s waarin u zelf wilt voorkomen. Het zelfontspannerlampje knippert direct voordat de foto wordt gemaakt. 2 Druk de sluiterknop volledig in om de zelfontspanner te starten. Een afteltimer verschijnt op het scherm, de foto wordt gemaakt wanneer de ingestelde tijd is verstreken. 5 AUTO GEZICHTSSLUITER De foto wordt genomen wanneer de camera een portretonderwerp voor de lens registreert. 1 Markeer m (AUTO GEZICHTSSLUITER) in het zelfontspannermenu en druk op MENU/OK. 2 Richt de camera op een subject in het display. De camera zal met gezichtsdetectie beginnen en de sluiter ontspannen wanneer de persoon naar de lens kijkt. O Het is mogelijk dat de camera personen die niet naar de camera kijken of wiens ogen bedekt zijn niet registreert. 97

114 SMILE De camera ontspant de sluiter wanneer de persoon lacht. 1 Markeer o (SMILE) in het zelfontspannermenu en druk op MENU/OK. 2 Richt de camera op personen in het display. De camera zal met gezichtsdetectie beginnen en de sluiter loslaten wanneer een van de personen lacht. O Het is mogelijk dat de camera subjecten die niet naar de camera kijken of wiens ogen worden bedekt door hun haar of door andere voorwerpen, niet detecteert. 5 BUDDY De camera maakt een foto wanneer het twee dicht bij elkaar liggende subjecten detecteert. N 98 VERLATEN 1 Markeer a (BUDDY) in het zelfontspannermenu en druk op MENU/OK. 2 Wanneer u wordt gevraagd om te kiezen hoe dichtbij de subjecten moeten zijn, alvorens de zelfontspanner start, markeert u de gewenste optie en drukt u op MENU/OK (de vereiste mate van nabijheid wordt aangeduid door hart-pictogrammen in de opnameweergave: hoe groter het aantal harten, hoe dichterbij de subjecten moeten zijn). LV.1 (DICHTBIJ): De zelfontspanner start wanneer de subjecten zich dicht genoeg bij elkaar bevinden om elkaars handen vast te houden. LV.2 (CLOSE-UP): De zelfontspanner start wanneer de onderwerpen schouder-aan-schouder staan. LV.3 (SUPERDICHT): De zelfontspanner start wanneer de onderwerpen met de wangen tegen elkaar staan. De zelfontspanner start alleen wanneer de subjecten zich dicht genoeg bij elkaar bevinden; één seconde later wordt de sluiter ontspannen.

115 De zelfontspanner gebruiken GROEP De camera maakt een foto wanneer deze het geselecteerde aantal portretsubjecten detecteert. 1 Markeer g (GROEP) in het zelfontspannermenu en druk op MENU/OK. 2 Markeer het gewenste getal subjecten (1 tot 4) en druk op MENU/OK (het aantal subjecten wordt aangeduid door h-pictogrammen in de opnameweergave). VERLATEN De zelfontspanner start alleen wanneer het geselecteerde aantal subjecten zich in het beeld bevinden; de sluiter wordt twee seconden later ontspannen. 5 99

116 MEMO 100

117 De opnamemenu s 101

118 OPNAMESTANDEN (A/B/C/D/E) Pas opname-instellingen aan. Het opnamemenu wordt weergegeven wanneer u drukt op MENU/OK in de opnamestand. Kies uit de tabbladen A, B, C, D of E. N VERLATEN OPNAMESTANDEN PROGRAMMA AE AF/MF INSTELLINGEN TYPE ONTGRENDELEN ISO BEELDGROOTTE BEELDKWALITEIT DYNAMISCH BEREIK De beschikbare opties verschillen per geselecteerde opnamemodus. A ONDERWERPPROGRAMMA Kies een scène voor de SP-stand (P 62). d GEAVANC. FILTER Kies een geavanceerde filter voor de Adv.-stand (P 65). 6 F AF/MF INSTELLINGEN Pas de scherpstelinstellingen aan. SCHERPSTELGEBIED Kies het scherpstelgebied voor de automatische scherpstelling, handmatige scherpstelling en scherpstelzoom (P 82). SCHERPSTELMODUS Kies hoe de camera scherpstelt (P 78). SCHERPSTELLING Kies de scherpstelling voor de scherpstelmodi l en k (P 80). 102

119 OPNAMESTANDEN SNAPSHOT Scherpstelling is vast ingesteld op de geselecteerde afstand 5m (5 meter) of 2m (2 meter) zodat kan worden gefotografeerd zodra de sluiterknop volledig is ingedrukt. Als u deze optie kiest, mist u geen enkele kans om een foto te maken. Opties 5m 2m OFF O N Zowel automatische als handmatige scherpstelling is uitgeschakeld. Gebruik de aanraakfunctieknop T-Fn1 (veeg omhoog) om de scherpstelafstand tijdens het fotograferen te wijzigen. ONTGREND/FOCUS PRIORITEIT Kies hoe de camera scherpstelt in scherpstelmodus AF-S (l) of AF-C (k). Optie Beschrijving Sluitertijd krijgt voorrang op de scherpstelling. U kunt foto s nemen ONTGRENDELEN wanneer de camera niet is scherpgesteld. Scherpstelling krijgt voorrang op de sluitertijd. U kunt alleen foto s FOCUS nemen als de camera is scherpgesteld. AF+MF Als AAN is geselecteerd en scherpstelling is vergrendeld door bijvoorbeeld het half ingedrukt houden van de sluiterknop wanneer ENKELVOUDIG AF is geselecteerd voor SCHERPSTELMODUS, dan kan de scherpstelling handmatig worden aangepast door aan de regelring te draaien. Opties AAN UIT N Focuspieken kan worden gebruikt om de scherpstelling te controleren. Om focuspieken in te schakelen, selecteert u FOCUS PIEK HIGHLIGHT voor c HF ASSISTENTIE. AF+HF scherpstelzoom Als AAN is geselecteerd voor A SCHERM SET-UP > SCHERPSTELLOEP en ENKEL PUNT geselecteerd is voor SCHERPSTELLING, kan zoom worden gebruikt om in te zoomen op het geselecteerde scherpstelgebied

120 6 INST. GEZICHTS-/OOGHERKEN. Intelligente gezichtsdetectie stelt in de gehele foto de scherpstelling en belichting in voor gezichten van mensen die zich in het beeld bevinden, waarbij wordt voorkomen dat de camera de achtergrond scherpstelt in groepsportretten. Kies dit voor foto s die portretonderwerpen benadrukken. Gezichten kunnen met de camera in verticale of horizontale richting worden gedetecteerd; als er een gezicht is gedetecteerd, wordt dit aangeduid door een groene rand. Als er zich meerdere gezichten in de foto bevinden, zal de camera het gezicht dat zich het dichtst bij het midden bevindt selecteren; andere gezichten worden met witte randen aangeduid. U kunt ook kiezen of de camera de ogen detecteert en scherpstelt wanneer de Intelligente gezichtsdetectie aan staat. Kies uit de volgende opties: Optie Beschrijving GEZICHT AAN/OOG UIT Uitsluitend Intelligente gezichtsdetectie. De camera kiest automatisch op welke oog deze zich richt GEZICHT AAN/OOG AUTO wanneer een gezicht wordt gedetecteerd. De camera richt zich op het rechteroog van personen gedetecteerd met behulp van Intelligente gezichtsdetectie. GEZ. AAN/PRIOR. R.OOG De camera richt zich op het linkeroog van personen gedetecteerd met behulp van Intelligente gezichtsdetectie. GEZ. AAN/PRIOR. L.OOG GEZICHT UIT/OOG UIT Intelligente gezichtsdetectie en oogprioriteit uit. O N 104 In sommige modi is het mogelijk dat de camera de belichting voor de gehele foto in plaats van voor het portretonderwerp instelt. Als het onderwerp beweegt terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt, bevindt het gezicht zich mogelijk niet in het gebied met de groene rand bij het maken van de foto. Als de camera niet in staat is om de ogen van het onderwerp te detecteren doordat deze verborgen zijn door haar, een bril of andere objecten, zal de camera scherpstellen op de gezichten.

121 OPNAMESTANDEN PRE-AF Als AAN is geselecteerd, zal de camera de scherpstelling blijven aanpassen, zelfs wanneer de sluiterknop niet half wordt ingedrukt. Merk op dat dit het leegraken van de batterij versnelt. AAN Opties AF-HULPLICHT Als deze instelling AAN staat, gaat de AF-hulpverlichting branden om het automatische scherpstellen te ondersteunen. UIT O AAN Opties De AF-hulpverlichting schakelt automatisch uit wanneer UIT is geselecteerd voor o GELUID & FLITS in het instellingsmenu. De camera kan mogelijk niet scherpstellen met behulp van de AF-hulpverlichting in sommige gevallen. Als de camera niet in staat is om scherp te stellen, kunt u proberen de afstand tot het onderwerp te vergroten. Schijn met het AF-hulplicht niet recht in de ogen van het onderwerp. UIT 6 105

122 R TYPE ONTGRENDELEN Kies hoe de ontspanknop functioneert wanneer e 4K > f 4K BARST is geselecteerd als de aandrijfmodus. Optie Beschrijving Foto s worden genomen terwijl de ontspanknop wordt AAN BIJ INDRUKKEN ingedrukt. De opname start wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt AAN/UIT-SCHAKELAAR en eindigt wanneer de knop opnieuw wordt ingedrukt. De camera begint met beelden op te slaan in een buffergeheugen wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. Wanneer de ontspanknop verder wordt ingedrukt, verplaatst VOOROPN. de camera de foto s die in de seconde daarvoor gemaakt zijn naar de geheugenkaart en gaat verder met het maken van opnamen, totdat u de ontspanknop loslaat. N ISO Pas de gevoeligheid van de camera voor licht aan. 6 Optie AUTO1 AUTO2 AUTO H (25600/51200), L (100) N Beschrijving De gevoeligheid wordt automatisch aangepast als reactie op de opname-omstandigheden. Kies de basisgevoeligheid, maximale gevoeligheid en minimale sluitertijd voor AUTO1, AUTO2 en AUTO3. Pas gevoeligheid handmatig aan. Geselecteerde waarde wordt in het scherm weergegeven. Kies voor bijzondere situaties. Merk op dat vlekken kunnen verschijnen in foto s genomen bij H, terwijl L het dynamisch bereik vermindert. De gevoeligheid wordt niet gereset wanneer de camera wordt uitgezet. Als de optie RAW is geselecteerd voor beeldkwaliteit, worden foto s gemaakt met L geselecteerd voor N ISO opgenomen bij ISO 200, terwijl foto s gemaakt met H geselecteerd worden opgenomen bij ISO

123 OPNAMESTANDEN Gevoeligheid aanpassen Hoge waarden kunnen worden gebruikt om beelden minder wazig te maken als er weinig verlichting is, terwijl lagere waarden zorgen voor langere sluitertijden of een wijdere opening van het diafragma bij fel licht. Let erop dat spikkels kunnen verschijnen in foto s met een hoge gevoeligheid. AUTO Kies de basisgevoeligheid, maximale gevoeligheid en minimale sluitertijd voor AUTO1, AUTO2 en AUTO3. De standaardwaarden worden hieronder getoond. Standaard Item Opties AUTO1 AUTO2 AUTO3 BASISINSTEL. GEVOELIGHEID MAX. GEVOELIGHEID MIN. SLUITERSNELH ¼ SEC, AUTO AUTO De camera kiest automatisch een gevoeligheid tussen de standaard- en maximumwaarden; gevoeligheid wordt alleen verhoogd boven de standaardwaarde als de vereiste sluitertijd voor optimale belichting langer zou zijn dan de waarde geselecteerd voor MIN. SLUITERSNELH. N Als de waarde geselecteerd voor BASISINSTEL. GEVOELIGHEID hoger is dan de waarde geselecteerd voor MAX. GEVOELIGHEID, wordt BASISINSTEL. GEVOELIGHEID ingesteld op de waarde geselecteerd voor MAX. GEVOELIGHEID. De camera selecteert mogelijk sluitertijden die langer zijn dan MIN. SLUITERSNELH als foto s nog steeds onderbelicht zouden zijn bij de waarde geselecteerd voor MAX. GEVOELIGHEID. De minimale sluitertijd wordt niet beïnvloed door de optie geselecteerd voor beeldstabilisatie

124 O BEELDGROOTTE Selecteer het formaat en de beeldverhouding van de te maken foto s. 6 Optie Beeldformaat O 3 : P 3 : Q 3 : N Optie Beeldformaat O 16 : P 16 : Q 16 : Optie Beeldformaat O 1 : P 1 : Q 1 : BEELDGROOTTE wordt niet teruggesteld als de camera wordt uitgeschakeld of als er een andere opnamemodus wordt geselecteerd. Beeldverhouding Foto s met een beeldverhouding van 3 2 hebben dezelfde verhoudingen als een beeld van 35 mm film, terwijl een beeldverhouding van 16 9 geschikt is voor weergave op apparaten met High Definition (HD). Foto s met een beeldverhouding van 1 1 zijn vierkant. 1 : 1 selecteren Druk, om naar een beeldverhouding van 1 1 over te schakelen voordat u foto s maakt, gewoon op de bediening waaraan VIERKANTE MODUS(1:1) is toegewezen (P 167). Druk opnieuw op de bediening om de eerder geselecteerde beeldverhouding te herstellen. Bij standaardinstellingen wordt vierkante modus toegewezen aan aanraakfunctieknop T-Fn2 (veeg naar links). Beeldgrootte geselecteerd met behulp van de bediening waaraan Huidig beeldformaat VIERKANTE MODUS(1:1) is toegewezen O 3 : 2 of O 16 : 9 O 1 : 1 P 3 : 2 of P 16 : 9 P 1 : 1 Q 3 : 2 of Q 16 : 9 Q 1 : 1 108

125 T BEELDKWALITEIT OPNAMESTANDEN Selecteer een bestandsformaat en een compressieverhouding. Selecteer FINE of NORMAL om JPEG-foto s op te nemen, RAW om RAW-foto s op te nemen, of FINE+RAW of NORMAL+RAW om zowel JPEG- als RAW-foto s op te nemen. FINE en FINE+RAW gebruiken lagere JPEG-compressieverhoudingen voor JPEG-afbeeldingen van hoge kwaliteit, terwijl NORMAL en NORMAL+RAW hogere JPEG-compressieverhoudingen gebruiken zodat er meer afbeeldingen kunnen worden opgeslagen. De functieknoppen Om RAW-beeldkwaliteit aan of uit te zetten voor een enkele foto, wijst u RAW toe aan een functieknop (P 167). Als een JPEG-optie momenteel is geselecteerd voor beeldkwaliteit, zal het drukken op de knop tijdelijk de overeenkomstige JPEG+RAW-optie selecteren. Als een JPEG+RAW-optie momenteel is geselecteerd, zal het drukken op de knop tijdelijk de overeenkomstige JPEG-optie selecteren, terwijl als RAW is geselecteerd, het drukken op de knop tijdelijk FINE selecteert. Het maken van een foto of nogmaals op de knop drukken herstelt de vorige instelling

126 U DYNAMISCH BEREIK Regel het contrast. Kies lagere waarden om het contrast te verhogen als u binnenshuis of onder een bewolkte hemel fotografeert, hogere waarden om het verlies van detail in felle lichten en schaduwen te verminderen bij het fotograferen van onderwerpen met veel contrast. Hogere waarden zijn aanbevolen voor onderwerpen waarin zowel zonlicht als diepe schaduwen voorkomen, voor onderwerpen met hoge contrasten zoals op water reflecterend zonlicht, helder verlichte herfstbladeren, portretfoto s met een blauwe lucht als achtergrond en witte voorwerpen of mensen in witte kleren; let echter wel op dat er spikkels kunnen ontstaan in foto s die genomen zijn bij hogere waarden. 6 N Opties AUTO V 100% W 200% X 400% Als AUTO is geselecteerd, kiest de camera automatisch V 100% of W 200%, afhankelijk van het beeld en de opnameomstandigheden. De sluitertijd en het diafragma worden weergegeven wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. W 200% is beschikbaar bij gevoeligheden van ISO 400 en hoger, X 400% bij gevoeligheden van ISO 800 en hoger. 110

127 P FILMSIMULATIE OPNAMESTANDEN Boots de effecten van verschillende filmsoorten na, waaronder zwart-wit (met of zonder kleurfilters). Kies een palet op basis van uw onderwerp en creatieve bedoelingen. Optie Beschrijving Standaard kleurreproductie. Geschikt voor een breed scala c PROVIA/STANDAARD aan onderwerpen, van portretten tot landschappen. Een contrastrijk pallet van verzadigde kleuren, geschikt voor d Velvia/LEVENDIG natuurfotografie. Versterkt het bereik van beschikbare kleuren voor huidtinten in portretten terwijl de helderblauwe kleuren van de luchten e ASTIA/LAAG bij daglicht behouden blijven. Aanbevolen voor portretfotografie buitenshuis. Zachte kleur en verbeterd schaduwcontrast voor een rustige i CLASSIC CHROME uitstraling. Biedt iets meer contrast dan h (PRO Neg. Std). Aanbevolen voor portretfotografie buitenshuis. g PRO Neg. Hi Een palet van zachte tinten. De reeks beschikbare kleuren h PRO Neg. Std voor huidtinten is vergroot, waardoor er voldoende keuzemogelijkheden zijn voor portretfotografie in de studio. b MONOCHROOM Voor het maken van standaard zwart-witfoto s. e MONOCHROOM+ Zwart-wit-foto s maken met iets meer contrast. Deze instelling vermindert ook enigszins de helderheid van de hemel. GEELFILTER d MONOCHROOM+ Zwart-wit-foto s maken met meer contrast. Deze instelling ROODFILTER vermindert ook de helderheid van de hemel. f MONOCHROOM+ Maakt huidtonen in zwart-wit-portretten zachter. GROENFILTER f SEPIA Voor het maken van sepiafoto s. N Opties voor filmsimulatie kunnen worden gecombineerd met de instellingen voor tinten en scherpte. Voor meer informatie bezoekt u:

128 X FILMSIMULATIE BKT Kies de drie filmsimulatietypes gebruikt voor filmsimulatie-afbakening (P 75, 111). Opties c PROVIA/STANDAARD d Velvia/LEVENDIG e ASTIA/LAAG i CLASSIC CHROME g PRO Neg. Hi h PRO Neg. Std b MONOCHROOM f MONOCHROOM+GROENFILTER e MONOCHROOM+ GEELFILTER d MONOCHROOM+ ROODFILTER f SEPIA B ZELFONTSPANNER Gebruik de zelfontspanner voor groeps- of zelfportretten, om onscherpte veroorzaakt door cameratrilling te voorkomen, of om de sluiter automatisch te ontspannen wanneer aan de geselecteerde voorwaarden wordt voldaan (P 96)

129 OPNAMESTANDEN o INTERVAL-TIMEROPNAME Configureer de camera zodat deze automatisch foto s maakt bij een vooringesteld interval. Indien gewenst, kunt u beelden die zijn gemaakt door fotograferen met de intervaltimer worden samengevoegd tot een time-lapse-film. 1 Markeer o INTERVAL-TIMEROPNAME in het opnamemenu en druk op MENU/OK. 2 Gebruik de scherpstellingstok (scherpstelhendel) om de interval en het aantal foto s te kiezen. Druk op MENU/OK om door te gaan. INTERVAL/AANTAL KEER INTERVAL AANTAL KEER 2 1 0h01 m00s EIND ANNULEREN 3 Markeer een van de volgende opnameopties en druk op MENU/OK. STILSTAAND: Elke foto wordt afzonderlijk opgenomen. STILST.+TIMELAPSE FILM: Elke foto wordt afzonderlijk opgenomen; daarnaast wordt de volledige reeks opgenomen als een time-lapse-film. N INSTELLING OPNAMEMODUS STILSTAAND STILST.+TIMELAPSE FILM INSTELLEN TERUG Het beeldformaat en de snelheid voor de time-lapse-film kunnen worden geselecteerd met behulp van P TIMELAPSE FILMMODUS voordat u met fotograferen begint. 4 Gebruik de scherpstellingstok om de START WACHTTIJD 2 starttijd te kiezen en druk vervolgens 1 op MENU/OK. 0h 00m LATER VERWACHTE STARTTIJD 11:00 PM START ANNULEREN 6 113

130 5 Het fotograferen start automatisch. 6h12m30s 3/999 O N ANNULEREN Intervalfotografie kan niet worden gebruikt bij een sluitertijd van B (bulb) of HDR, e (4K), of tijdens panorma- of meervoudige belichtingsfotografie. In continustand, kan er slechts één foto worden gemaakt wanneer de sluiter wordt ontspannen. Gebruik van een statief wordt aanbevolen. De weergave gaat soms uit tussen foto s en licht een paar seconden op voordat de volgende foto wordt genomen. De weergave kan op elk moment worden geactiveerd door op de ontspanknop te drukken. P TIMELAPSE FILMMODUS Kies het beeldformaat en de beeldsnelheid voor time-lapse-films. 6 Optie V 2160/30P * V 2160/15P * i 1080/59.94P i 1080/50P i 1080/24P i 1080/23.98P h 720/59.94P h 720/50P h 720/24P h 720/23.98P Beeldformaat (4K) (Full HD) (HD) Snelheid 30 fps 15 fps 59,94 fps 50 fps 24 fps 23,98 fps 59,94 fps 50 fps 24 fps 23,98 fps * Gebruik een geheugenkaart met een UHS-snelheidsklasse van 3 of hoger bij het opnemen van time-lapse-films die zullen worden bekeken op de camera. 114

131 D WITBALANS OPNAMESTANDEN Kies een witbalansoptie die overeenkomt met de lichtbron voor natuurlijke kleuren (P 92). f KLEUR Pas de kleurdichtheid aan. U kunt kiezen uit 5 opties tussen +2 en 2. Opties q SCHERPTE Verscherp of verzacht de contouren. U kunt kiezen uit 5 opties tussen +2 en 2. Opties r HIGHLIGHT TINT Pas het uiterlijk van de hoge lichten aan. U kunt kiezen uit 5 opties tussen +2 en 2. 6 Opties

132 s SCHADUWTINT Pas het uiterlijk van schaduwen aan. U kunt kiezen uit 5 opties tussen +2 en 2. Opties h RUISONDERDRUKKING Verminder ruis in foto s gemaakt bij hoge gevoeligheden. U kunt kiezen uit 5 opties tussen +2 en 2. Opties K L BEL. RO Selecteer AAN om spikkels in langdurige belichtingen te verminderen. 6 AAN Opties UIT 116

133 OPNAMESTANDEN S AE-REEKS INSTELLING Pas de afbakeningsinstellingen van de belichting aan (P 75). FRAMES/STAP INSTELLING Kies het aantal opnamen en de belichtingsstapbreedte voor belichtingsbracketing. Optie FOTO S STAP Beschrijving Kies het aantal opnamen in de bracketingreeks. Kies de mate van belichtingsverandering voor elke opname. 1 FRAME/DOORLOPEND Kies de bewerking die wordt uitgevoerd door de sluiterknop in te drukken tijdens belichtingsbracketing. Optie Beschrijving Er wordt één foto gemaakt telkens wanneer de ontspanknop wordt 1 FRAME ingedrukt. Telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera het aantal opnamen dat is gekozen met behulp van FRAMES/ DOORLOPEND STAP INSTELLING, waarbij de belichting wordt verhoogd met de geselecteerde hoeveelheid voor elke opname. SEQUENTIE INSTELLING Kies de volgorde waarin foto s worden gemaakt. 6 Optie Beschrijving De eerste foto wordt gemaakt met de huidige belichtingsinstellingen en de belichtingscompensatie wordt dan gewijzigd tijdens de volgende opnames in volgorde van de hoogste naar de laagste waarde. De eerste foto wordt gemaakt met de huidige belichtingsinstellingen en de belichtingscompensatie wordt dan gewijzigd tijdens de volgende opnames in volgorde van de laagste naar de hoogste waarde. Het fotograferen gaat verder in volgorde van de laagste naar de hoogste waarde. Het fotograferen gaat verder in volgorde van de hoogste naar de laagste waarde. 117

134 w REGELRING-INSTEL. Kies de functie die is toegewezen aan de regelring (P 9). Opties BASISINSTEL. WITBALANS DIGITALE TELE-CONV. ISO FILMSIMULATIE UIT K TOUCH SCREEN MODUS Kies of touchscreen knoppen gebruikt kunnen worden om het scherpstelgebied te selecteren of om de sluiter te ontspannen (P 16). M AANRAAKZOOM Kies of aanraakbedieningen kunnen worden gebruikt voor digitale zoom (P 20). 6 c HF ASSISTENTIE Kies hoe scherpstelling wordt weergegeven in de handmatige scherpstelmodus. Optie STANDAARD FOCUS PIEK HIGHLIGHT Beschrijving Scherpstelling wordt op normale wijze weergegeven. De camera versterkt contrastrijke contouren. Kies een kleur en een piekniveau. 118

135 C LICHTMEETSYSTEEM Kies hoe de camera de belichting meet. O OPNAMESTANDEN De geselecteerde optie treedt alleen in werking wanneer F AF/MF INSTELLINGEN > INST. GEZICHTS-/OOGHERKEN. op GEZICHT UIT/ OOG UIT staat. Modus o MULTI p SPOT q INTEGRAAL Beschrijving De camera bepaalt de belichting direct op basis van een analyse van de compositie, kleur en de verdeling van de helderheid. Aanbevolen voor de meeste situaties. De camera meet de lichtomstandigheden in het midden van het beeld, in een gebied dat overeenkomt met ca. 2% van het totaal. Aangeraden bij onderwerpen die vanachter belicht worden, en in andere gevallen waar de achtergrond beduidend helderder of donkerder is dan het belangrijkste onderwerp. De belichting wordt ingesteld op basis van het gemiddelde van het gehele beeld. Zorgt voor dezelfde belichting bij meerdere foto s met hetzelfde licht en is in het bijzonder effectief voor het fotograferen van landschappen en het maken van portretten van onderwerpen met witte of zwarte kleding. v INT. SPOT AE&SCHRPSTLGBD Selecteer AAN om het huidige scherpstelkade te meten wanneer ENKEL PUNT is geselecteerd voor F AF/MF INSTELLINGEN > SCHERPSTELLING en SPOT is geselecteerd voor C LICHTMEETSYSTEEM. 6 AAN Opties UIT 119

136 p FLITSLICHT INSTELLINGEN Pas flitsinstellingen aan. FLITSERFUNCTIE Selecteer een flitserfunctie (P 91). FLITSCOMPENSATIE Pas de lichtsterkte van de flitser aan. Kies uit waarden tussen +2 EV en 2 EV. Let op dat afhankelijk van de opnameomstandigheden en de afstand tot het onderwerp, het gewenste resultaat mogelijk niet kan worden verkregen. Opties ± VERWIJDER R. OGEN Selecteer AAN om het door het flitslicht veroorzaakte rode-ogeneffect tegen te gaan. 6 N AAN Opties Rode-ogen-verwijdering wordt alleen uitgevoerd wanneer een gezicht wordt gedetecteerd. Rode-ogen-verwijdering is niet beschikbaar voor RAW-afbeeldingen. UIT 120

137 W FILM SET-UP Pas filmopname-opties aan. FILMMODUS Kies een beeldformaat en -snelheid voor filmopname. OPNAMESTANDEN Optie Beeldformaat Snelheid V 2160/15P * (4K) 15 fps i 1080/59.94P i 1080/24P (Full HD) i 1080/50P i 1080/23.98P 59,94 fps, 50 fps, h 720/59.94P h 720/24P 24 fps, 23,98 fps (HD) h 720/50P h 720/23.98P * Gebruik een geheugenkaart met een UHS-snelheidsklasse van 3 of hoger bij het opnemen van time-lapse-films die zullen worden bekeken op de camera. HD HIGH SPEED VIDEO Neem HD-films met hoge beeldsnelheid op die in slow-motion worden weergegeven, waardoor u tijd krijgt om snel bewegende onderwerpen of details te zien die voor het blote oog te vluchtig zijn: de zwaai van een slagman, weg schietende insecten of snel stromend water. 6 Optie Beschrijving 1.6 a59.94p F100P Neem HD-films ( ) op bij een snelheid van 1,6, 2 a50p F100P 2, 3,3 of 4 en een beeldsnelheid van 100 fps. De films 3.3 a29.97p F100P kunnen worden afgespeeld bij een snelheid van respectievelijk 1 1,6, ½, 1 3,3, of ¼. 4 a25p F100P OFF Hoge-snelheidsopname uit. O Hoge-snelheidsfilms worden opgenomen met een lager beeldformaat zonder geluid. Scherpstelling, belichting en witbalans zijn vast ingesteld op de waarden die van kracht zijn bij het begin van de opname. Films die bij weinig licht zijn opgenomen, kunnen onderbelicht zijn als gevolg van de hoge opnamesnelheden; we raden aan om buiten te fotograferen bij daglicht of op andere helder verlichte locaties. Desgewenst kunnen hoge-snelheidsfilms ook in slowmotion op een computer worden bekeken. 121

138 VIDEO ISO Kies de gevoeligheid voor het opnemen van een film uit AUTO of van instellingen tussen ISO 400 en N Deze instelling heeft geen invloed op foto s. SCHERPSTELMODUS Kies de scherpstelmodus voor het opnemen van films. Optie HANDMATG FOCUS CONTINU AF ENKELVOUDIG AF Beschrijving Stel handmatig scherp. De camera stelt scherp met behulp van AF-C. De camera stelt scherp met behulp van AF-S. SCHERPSTELLING Kies hoe de camera het scherpstelpunt voor filmopname selecteert. 6 Optie Beschrijving AF(MULTI) Automatische selectie van scherpstelpunten. AF-VELD KEUZE De camera stelt scherp op het onderwerp in het geselecteerde scherpstelgebied. HDMI-UITGANG INFODISPLAY Als AAN is geselecteerd, zullen HDMI-apparaten waarop de camera is aangesloten de informatie in het camerascherm ook weergeven. AAN Opties UIT 122

139 OPNAMESTANDEN 4K FILMUITGANG Kies de bestemming voor 4K-films opgenomen terwijl de camera is aangesloten op een HDMI-recorder of ander apparaat dat 4K ondersteunt. Optie b KAART HDMI Beschrijving 4K-films worden opgenomen op een camerageheugenkaart en uitgevoerd naar het HDMI-apparaat in 4K. 4K-films worden uitgevoerd naar het HDMI-apparaat in 4K. De camera slaat geen 4K-films op een geheugenkaart op. HDMI REC-BEDIENING Kies of de camera signalen naar het HDMI-apparaat moet sturen om een film te starten en/of te stoppen, wanneer de sluiterknop wordt ingedrukt om de filmopname te starten en te stoppen. ON Opties MIC-NIVEAU-INSTEL Stel het opnameniveau voor de ingebouwde en externe microfoons in. OFF 6 Opties MIC/AFSTANDSBED. Geef aan of het apparaat dat is aangesloten op de microfoon/afstandsontspanner-aansluiting een microfoon is of een afstandsontspanner. m MIC Opties n AFST.B 123

140 W DIGIT. BEELDSTABIL. Kies of de digitale beeldstabilisatie tijdens het opnemen van een film, ingeschakeld moet worden. AAN Opties UIT 6 r DRAADLS COMMUNICT Verbind met smartphones die de meest recente versie van de FUJIFILM Camera Remote-app draaien. De smartphone kan vervolgens worden gebruikt om: De camera te bedienen en op afstand foto s maken Foto s te ontvangen die zijn geüpload vanaf de camera Door de foto s op de camera te browsen en geselecteerde foto s te downloaden Locatiegegevens naar de camera uploaden De camerasluiter te ontspannen Camerafirmware bij te werken N Voor downloads en andere informatie bezoekt u: 124

141 OPNAMESTANDEN x SLUITERTYPE Kies het sluitertype. Door de elektronische sluiter te gebruiken, kunt u ook het geluid van de sluiter dempen. Optie Beschrijving t MECHANISCHE SLUITER Maak foto s met de mechanische sluiter. s ELEKTRONISCHE SLUITER Maak foto s met de elektronische sluiter. t MECHANISCH+s ELEKTRONISCH De camera kiest het sluitertype overeenkomstig de opnameomstandigheden. O N Wanneer de elektronische sluiter wordt gebruikt, kan er vertekening zichtbaar zijn in opnamen van bewegende onderwerpen en in opnamen gemaakt met de hand met korte sluitertijden, terwijl banden en waas kunnen optreden in opnamen gemaakt onder tl-verlichting of andere flikkerende of onregelmatige verlichting. Respecteer, bij het maken van foto s met gedempte sluiter, de beeldrechten van uw onderwerp en recht op privacy (P 148). Wanneer de elektronische sluiter wordt gebruikt, wordt de flitser uitgeschakeld, gevoeligheid beperkt tot waarden van ISO , en heeft ruisonderdrukking voor lange tijdopnamen geen invloed. J DIGITALE TELE-CONV. Maak foto s op verschillende brandpuntsafstanden door gebruik te maken van de digitale teleconverter (P 68). 6 N Opties 50mm 35mm OFF Alle brandpuntsafstanden zijn aangeduid met behulp van 35 mm-formaat equivalenten. 125

142 MEMO 126

143 Afspelen en het afspeelmenu 127

144 O De afspeelweergave Deze sectie geeft een overzicht van de indicatoren die mogelijk worden weergegeven tijdens het afspelen. Ter illustratie worden displays getoond met alle indicatoren brandend. 01/01/ :00 AM 7 A Datum en tijd...35, 146 B Bluetooth AAN/UIT C Opdracht beeldoverdracht D Beeldoverdrachtstatus E Aantal frames geselecteerd voor upload F Indicator Geluid en flits G Beeldnummer H Beschermde afbeelding I Locatiegegevens...156, 158 J Indicator voor rode-ogenverwijdering K Geavanceerd filter L Batterijniveau M Beeldgrootte/-kwaliteit...108, 109 N Filmsimulatie O Dynamisch bereik P Witbalans Q Gevoeligheid R Belichtingscompensatie S Diafragma...53, 56, 57 T Sluitertijd...53, 54, 57 U Indicator afspeelmodus V Filmpictogram W Gezichtsdetectie-indicator X Geschenkbeeld Y Indicator fotoboekhulp Z Foto s waarderen a DPOF-printindicator

145 De afspeelweergave De DISP/BACK-knop De DISP/BACK-knop regelt de weergave van de indicatoren tijdens het afspelen. 01/01/ :00 AM Standaard Informatie uit 1/ /01/ :00 AM 01/01/ :00 AM FAVORIETEN Favorieten Info scherm 1 VOLGENDE 7 LENS FOCAL LENGTH COLOR SPACE LENS MODULATION OPT. 23.0mm F mm srgb ON 1/ S.S F ISO VOLGENDE Info scherm 2 Favorieten: Foto s waarderen Om de huidige foto te waarderen, druk op DISP/BACK en duw de scherpstellingstok (scherpstelhendel) omhoog en omlaag om nul tot vijf sterren te selecteren. 129

146 De afspeelweergave Inzoomen op het scherpstelpunt Druk op Fn2 (functie 2)-knop om in te zoomen op het scherpstelpunt. Druk de ontspanknop nogmaals in om terug te keren naar schermvullende weergave

147 Foto s bekijken Lees deze sectie voor informatie over terugspeelzoom en afspelen met meervoudig beeld. Gebruik de achterste commandoschijf om van afspelen in volledig scherm naar zoomweergave of miniatuurweergave te gaan. Afspelen in volledig scherm Miniatuurweergave Weergave van negen miniaturen Zoomweergave DISP/BACK MENU/OK Gemiddelde zoom 7 Weergave van honderd miniaturen Maximale zoom 131

148 Foto s bekijken Zoomweergave Draai aan de achterste instelschijf om in of uit te zoomen op foto s in schermvullende weergave. Druk op DISP/BACK, MENU/OK of de Fn2 (functie 2)-knop om zoom af te sluiten. N De maximale zoomfactor is afhankelijk van de optie die is geselecteerd voor O BEELDGROOTTE. Zoomweergave is niet beschikbaar voor kopieën met een nieuw formaat of kopieën die zijn uitgesneden en opgeslagen in a-grootte. Bladeren Wanneer de foto ingezoomd is, kan de scherpstellingstok (scherpstelhendel) gebruikt worden om delen van het beeld te bekijken die op het moment niet zichtbaar zijn op de weergave. Navigatievenste 7 Miniatuurweergave Om het aantal weergegeven beelden te wijzigen, draait u de achterste instelschijf met de klok mee wanneer een foto schermvullend wordt weergegeven. N Gebruik de scherpstellingstok (scherpstelhendel) om beelden te markeren en druk op MENU/OK om het gemarkeerde beeld in full frame te zien. In de negen- en honderd-frameweergaven duwt u de scherpstellingstok omhoog of omlaag om meer foto s te bekijken. 132

149 Het afspeelmenu (K/L/M) Pas afspeelinstellingen aan. Het afspeelmenu wordt weergegeven wanneer u op MENU/OK in de afspeelmodus drukt. Kies uit de tabbladen K, L of M. AFSPEELMENU OPDRACHT BEELDOVERDRACHT DRAADLS COMMUNICT RAW-CONVERSIE WISSEN BEELDUITSNEDE NIEUW FORMAAT BEVEILIGEN VERLATEN U OPDRACHT BEELDOVERDRACHT Selecteer foto s voor uploaden naar een gekoppelde smartphone of tablet. 1 Selecteer U OPDRACHT BEELDOVERDRACHT > FRAMES SELECTEREN in het afspeelmenu. 2 Markeer foto s en druk op MENU/OK om te selecteren of deselecteren. Herhaal totdat alle gewenste foto s geselecteerd zijn. 3 Druk op DISP/BACK om afspelen te verlaten. N Als AAN is geselecteerd voor r VERBINDING INSTELLING > Bluetooth INSTELLINGEN > Bluetooth AAN/UIT, zal de upload beginnen kort nadat u afspelen verlaat of de camera uitschakelt. N Opdrachten beeldoverdracht kunnen maximaal 999 foto s bevatten. Beschermde foto s, RAW-beelden, cadeau -foto s en video s kunnen niet geselecteerd worden voor upload. Wanneer DRAADLS COMMUNICT wordt toegewezen aan de knop Fn en PAIRING/OVERDR.OPD. wordt geselecteerd voor r VERBINDING INSTELLING > ALGEMENE INSTELLINGN > r TOETS-/ SCHIJFINSTELLING, kan de Fn-knop worden gebruikt om foto s te selecteren voor uploaden. Als u alle afbeeldingen wilt deselecteren, selecteert u OPDRACHT RESETTEN voor OPDRACHT BEELDOVERDRACHT. Voor het uploaden van foto s terwijl ze worden gemaakt, selecteert u AAN voor r VERBINDING INSTELLING > Bluetooth INSTELLINGEN > AUTOMATISCHE BEELDTAGGING

150 r DRAADLS COMMUNICT Verbind met smartphones die de meest recente versie van de FUJIFILM Camera Remote-app draaien. De smartphone kan vervolgens worden gebruikt om: De camera te bedienen en op afstand foto s maken Foto s te ontvangen die zijn geüpload vanaf de camera Door de foto s op de camera te browsen en geselecteerde foto s te downloaden Locatiegegevens naar de camera uploaden De camerasluiter te ontspannen Camerafirmware bij te werken N Voor downloads en andere informatie bezoekt u: 7 j RAW-CONVERSIE Bij RAW-foto s worden de camera-instellingen en de gegevens van de beeldsensor apart opgeslagen. Door middel van j RAW-CONVERSIE kunt u JPEG-kopieën van RAW-foto s maken met andere opties voor de instellingen genoemd op pagina 135. De oorspronkelijke beeldgegevens blijven onaangetast, waardoor een RAW-foto op meerdere verschillende manieren kan worden verwerkt. 1 Druk op MENU/OK om het afspeelmenu weer te geven als een RAW-foto wordt weergegeven. 2 Druk de scherpstelstick (scherpstelhendel) omhoog of omlaag om j RAW-CONVERSIE in het afspeelmenu te markeren en druk op MENU/OK om instellingen weer te geven. N Deze opties kunnen tevens worden weergegeven door op de Q-knop te drukken tijdens het afspelen. RAW-CONVERSIE CREEREN REFLECT OPN. COND. PUSH/PULL-VERWERKING DYNAMISCH BEREIK FILMSIMULATIE WITBALANS WB VERSCHUIVING ANNULEREN 134

151 Het afspeelmenu 3 Gebruik de scherpstelstick (scherpstelhendel) om een instelling te markeren. 4 Druk rechts op de stick om opties voor de gemarkeerde instelling weer te geven. RAW-CONVERSIE 100% 200% 400% WB 5 Gebruik de stick om de gewenste optie te markeren. 6 Druk op MENU/OK om de gemarkeerde optie te selecteren. De lijst met instellingen getoond in Stap 2 wordt weergegeven. Herhaal Stap 2 tot 6 om andere instellingen naar wens aan te passen. 7 Druk op de Q-knop om de JPEG-kopie als voorbeeld te bekijken en druk op MENU/OK om op te slaan. De instellingen die kunnen worden aangepast bij het omzetten van RAW-afbeeldingen naar JPEG zijn: Instelling REFLECT OPN. COND. PUSH/PULL-VERWERKING DYNAMISCH BEREIK FILMSIMULATIE WITBALANS WB VERSCHUIVING KLEUR SCHERPTE HIGHLIGHT TINT SCHADUWTINT RUISONDERDRUKKING KLEURR Beschrijving Maak een JPEG-kopie met de instellingen die op het moment van fotograferen van kracht waren. Pas belichting aan. Verbeter details in hoge lichten voor natuurlijk contrast. Boots de effecten van verschillende filmsoorten na. Pas witbalans aan. Verfijn witbalans. Pas de kleurdichtheid aan. Verscherp of verzacht de contouren. Pas hoge lichten aan. Pas schaduwen aan. Bewerk de kopie om spikkels te verminderen. Kies de kleurruimte gebruikt voor kleurreproductie

152 A WISSEN Wis afzonderlijke foto s, meerdere geselecteerde foto s of alle foto s. O Gewiste foto s kunnen niet worden teruggehaald. Bescherm belangrijke foto s of kopieer deze naar een computer of ander opslagapparaat voordat u verder gaat. Optie ENKELE FOTO GEKOZEN VELDEN ALLE FOTO'S Beschrijving Wis foto s één voor één. Verwijder meerdere geselecteerde foto's. Wis alle onbeveiligde foto's. ENKELE FOTO 1 Selecteer ENKELE FOTO voor WISSEN in het afspeelmenu. 2 Duw de scherpstellingstok (scherpstelhendel) naar links of rechts om door de foto s te scrollen en druk op MENU/OK om te verwijderen (een bevestigingsdialoog wordt niet weergegeven). Herhaal dit om extra foto s te wissen

153 Het afspeelmenu GEKOZEN VELDEN 1 Selecteer GEKOZEN VELDEN voor WISSEN in het afspeelmenu. 2 Markeer foto s en druk op MENU/OK om te selecteren of deselecteren (foto s in fotoboeken of printopdrachten worden weergegeven door S). Geselecteerde foto s worden aangeduid met vinkjes (R). 3 Wanneer de bewerking is voltooid, drukt u op DISP/BACK om een bevestigingsscherm weer te geven. 4 Markeer OK en druk op MENU/OK om de geselecteerde foto s te wissen. ALLE FOTO S 1 Selecteer ALLE FOTO S voor WISSEN in het afspeelmenu. 2 Er verschijnt een bevestigingsvenster; markeer OK en druk op MENU/OK om alle onbeveiligde foto s te wissen. N Het indrukken van DISP/BACK annuleert het wissen; merk op dat alle foto s verwijderd voordat de knop werd ingedrukt niet kunnen worden teruggehaald. Als er een waarschuwing verschijnt die vermeldt dat de geselecteerde foto s deel uitmaken van een DPOF-printopdracht, druk dan op MENU/OK om de foto s te verwijderen

154 G BEELDUITSNEDE Maak een beelduitsnede van de huidige foto. 1 Geef de gewenste foto weer. 2 Selecteer G BEELDUITSNEDE in het afspeelmenu. 3 Gebruik de achterste instelschijf en scherpstelstick (scherpstelhendel) om de uitsnede te kiezen. 4 Druk op MENU/OK om een bevestigingsvenster weer te geven. 5 Druk opnieuw op MENU/OK om de bijgesneden kopie in een afzonderlijk bestand op te slaan. N Grotere beelduitsneden produceren grotere kopieën; alle kopieën hebben een beeldverhouding van 3:2. Als het formaat van de uiteindelijke kopie a zal zijn, wordt OK in geel weergegeven. O NIEUW FORMAAT Maak een kleine kopie van de huidige foto. 7 1 Geef de gewenste foto weer. 2 Selecteer O NIEUW FORMAAT in het afspeelmenu. 3 Markeer een formaat en druk op MENU/OK om een bevestigingsvenster weer te geven. 4 Druk opnieuw op MENU/OK om de kopie met nieuw formaat naar een afzonderlijk bestand te kopiëren. N De beschikbare formaten zijn afhankelijk van het formaat van het origineel. 138

155 D BEVEILIGEN Het afspeelmenu Beveilig foto s tegen per ongeluk wissen. Markeer een van de volgende opties en druk op MENU/OK. FOTO: Beveilig geselecteerde foto s. Duw de scherpstellingstok (scherpstelhendel) naar links of rechts om foto s te bekijken en druk op MENU/OK om te selecteren of deselecteren. Druk op DISP/BACK wanneer de bewerking is voltooid. BEVEILIG ALLES: Beveilig alle foto s. ALLES RESETTEN: Verwijder beveiliging van alle foto s. O Beveiligde foto s zullen worden gewist zodra de geheugenkaart wordt geformatteerd. C FOTO DRAAIEN Draai foto s. 1 Geef de gewenste foto weer. 2 Selecteer C FOTO DRAAIEN in het afspeelmenu. 3 Duw de scherpstellingstok (scherpstelhendel) omlaag om de foto 90 met de klok mee te draaien, of omhoog om 90 tegen de klok in te draaien. 4 Druk op MENU/OK. De foto zal voortaan automatisch worden weergeven in de geselecteerde stand als deze wordt bekeken op de camera. N Beveiligde foto s kunnen niet worden gedraaid. Verwijder de beveiliging voordat u foto s draait. De camera is mogelijk niet in staat om foto s te draaien die met andere camera s zijn gemaakt. Foto s die zijn gedraaid op de camera zullen niet worden gedraaid als ze bekeken worden op een computer of op andere camera s. Foto s gemaakt met A SCHERM SET-UP > AUTO ROT. WEERG. worden tijdens het afspelen automatisch in de juiste richting weergegeven

156 B VERWIJDER R. OGEN Verwijder rode ogen uit portretten. De foto wordt door de camera geanalyseerd; als er rode ogen worden waargenomen, ondergaat de foto een speciaal proces en wordt er een kopie aangemaakt waarop rode-ogenverwijdering is toegepast. 1 Geef de gewenste foto weer. 2 Selecteer B VERWIJDER R. OGEN in het afspeelmenu. 3 Druk op MENU/OK. N De resultaten variëren afhankelijk van de scène en de mate waarin de camera succesvol gezichten detecteert. Rode ogen kunnen niet worden verwijderd van een foto waarop het verwijderen van rode ogen al eens is uitgevoerd; die foto s worden aangeduid door een e-pictogram tijdens het afspelen. De tijd die nodig is om een foto te verwerken, hangt af van het aantal gedetecteerde gezichten. Rode-ogenverwijdering kan niet worden uitgevoerd op RAW-afbeeldingen. 7 I DIAVOORSTELLING Bekijk foto s in een automatische diavoorstelling. Druk op MENU/OK om te starten en duw de scherpstellingstok (scherpstelhendel) naar rechts of links om vooruit of achteruit te gaan. U kunt op ieder moment tijdens de voorstelling op DISP/BACK drukken om een helpscherm weer te geven. De diavoorstelling kan op elk gewenst moment worden beëindigd door op MENU/OK te drukken. N De camera wordt niet automatisch uitgeschakeld wanneer een diavoorstelling aan het afspelen is. 140

157 Het afspeelmenu m FOTOBOEK HULP Maak boeken van uw favoriete foto s. Een fotoboek maken 1 Selecteer NIEUW BOEK voor m FOTOBOEK HULP in het afspeelmenu. 2 Scroll door de beelden en duw de scherpstellingstok (scherpstelhendel) omhoog om te selecteren of deselecteren. Druk op MENU/OK om af te sluiten wanneer het boek is voltooid. N Foto s die kleiner zijn dan a en films kunnen niet voor fotoboeken worden geselecteerd. De als eerste geselecteerde foto wordt automatisch de omslagfoto. Duw de scherpstellingstok omlaag om het huidige beeld voor de cover te selecteren. 3 Markeer FOTOBOEK VOLTOOIEN en druk op MENU/OK (om alle foto s voor het boek te selecteren, kiest u ALLES SELECTEREN). Het nieuwe boek wordt aan de lijst in het fotoboekhulpmenu toegevoegd. N Boeken kunnen tot 300 foto s bevatten. Boeken die geen foto s bevatten, worden automatisch verwijderd. Fotoboeken Fotoboeken kunnen worden gekopieerd naar een computer met behulp van MyFinePix Studio-software

158 Fotoboeken bekijken Markeer een album in het fotoalbumassisteermenu en druk op MENU/OK om het album weer te geven en duw vervolgens de scherpstellingstok (scherpstelhendel) naar links of rechts om door de foto s te scrollen. Fotoboeken bewerken of verwijderen Geef het fotoboek weer en druk op MENU/OK. De volgende opties worden weergegeven; selecteer de gewenste optie en volg de aanwijzingen op het scherm. BEWERKEN: Bewerk het boek zoals beschreven in Een fotoboek maken. WISSEN: Wis het fotoboek. 7 s PC AUTO. OPSLAAN Upload foto s van de camera naar een computer met de meest recente versie van FUJIFILM PC AutoSave (let op dat u eerst de software moet installeren en de computer moet configureren als een bestemming voor beelden die van de camera gekopieerd zijn). N Voor downloads en andere informatie bezoekt u: 142

159 Het afspeelmenu K OPDRACHT (DPOF) Maak een digitale printopdracht voor DPOF-compatibele printers. 1 Selecteer K OPDRACHT (DPOF) in het afspeelmenu. 2 Selecteer MET DATUM s om de datum van opname af te drukken op de foto, selecteer ZONDER DATUM om foto s af te drukken zonder datum of ALLES RESETTEN om alle foto s uit de printopdracht te verwijderen alvorens verder te gaan. 3 Geef een foto weer die u wilt toevoegen aan of verwijderen uit de printopdracht. 4 Duw de scherpstellingstok (scherpstelhendel) omhoog of omlaag om het aantal kopieën te kiezen (tot 99). Om een foto uit de opdracht te verwijderen, duwt u de scherpstellingstok OPDRACHT (DPOF) DPOF: Totaal aantal afdrukken 01 PRINTS omlaag totdat het aantal kopieën 0 is. KIES FOTO GEREED Aantal kopieën 5 Herhaal stap 3 4 om de printopdracht te voltooien. 6 Het totale aantal afdrukken wordt in de monitor weergegeven. Druk op MENU/OK om af te sluiten. N De foto s in de huidige printopdracht worden tijdens het afspelen aangeduid met een u-pictogram. Printopdrachten kunnen maximaal 999 foto s bevatten. Als een geheugenkaart is geplaatst met een printopdracht die door een andere camera is gecreëerd,dient u de opdracht moeten verwijderen alvorens te creëren zoals hierboven beschreven

160 Het afspeelmenu V AFDRUK. instax PRINTER Druk foto s af met optionele Fujifilm instax SHARE printers (P 182). J BEELDVERHOUDING Kies hoe High Definition (HD)-apparaten foto s weergeven met een beeldverhouding van 3 2 (deze optie is alleen beschikbaar wanneer een HDMI-kabel is aangesloten). Selecteer 16 9 om het beeld weer te geven zodat dit het scherm vult met een uitgesneden boven- en onderkant, 3 2 om het gehele beeld weer te geven met een zwarte band aan elke zijde. 3:2 16: Optie Weergave 144

161 De instellingenmenu s 145

162 Het instellingenmenu (G/H/I) Pas de basisinstellingen van de camera aan. Voor toegang tot de basisinstellingen van de camera drukt u op MENU/OK en selecteert u het tabblad G, H of I. F DATUM/TIJD Stel de cameraklok in (P 37). INSTELLINGEN DATUM/TIJD TIJDVERSCHIL RESET GELUID & FLITS GELUID SET-UP SCHERM SET-UP VERLATEN NEDERLANDS AAN N TIJDVERSCHIL Schakel de cameraklok direct om van de tijdzone van uw woonplaats naar de lokale tijd op uw bestemming tijdens het reizen. Om het verschil tussen uw lokale tijdzone en tijdzone thuis te specificeren: 8 1 Markeer g LOKAAL en druk op MENU/OK. 2 Gebruik de scherpstellingstok (scherpstelhendel) om het tijdsverschil tussen de lokale tijd en uw eigen tijdzone te kiezen. Druk op MENU/OK wanneer de instellingen zijn voltooid. Om de klok van de camera op lokale tijd in te stellen, markeert u g LOKAAL en drukt u op MENU/OK. Om de klok op de tijdzone van uw woonplaats in te stellen, selecteert u h THUIS. Als g LOKAAL is geselecteerd, wordt g drie seconden in het geel weergegeven zodra de camera wordt ingeschakeld. g LOKAAL Q a Kies een taal (P 37). 146 Opties h THUIS

163 Het instellingenmenu R RESET Zet de opname-opties of de opties van het instellingenmenu terug naar de standaardwaarden. 1 Markeer de gewenste optie en druk op MENU/OK. Optie Beschrijving Zet alle opnamemenu-instellingen, behalve de aangepaste witbalans, terug naar de standaardwaarden. OPNAMEMENU RESET Zet alle instellingen in het instellingenmenu, behalve F DATUM/TIJD, N TIJDVERSCHIL en SET-UP RESET r VERBINDING INSTELLING, terug naar de standaardwaarden. 2 Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. Markeer OK en druk op MENU/OK. o GELUID & FLITS Selecteer UIT om de luidspreker, flitser en AF-hulpverlichting uit te schakelen in situaties waarin de geluiden en de lampen van de camera als storend zouden kunnen worden ervaren. N AAN Opties o verschijnt in het display wanneer UIT is geselecteerd. UIT 8 147

164 b GELUID SET-UP Pas geluidsinstellingen aan. BEDIENING VOL. Pas het volume aan van de geluiden die worden gemaakt tijdens de bediening van de camera. Kies euit om de bedieningsgeluiden uit te schakelen. Opties b (hoog) c (gemiddeld) d (laag) euit (dempen) SLUITER VOLUME Pas het volume van de geluiden gemaakt door de elektronische sluiter aan. Kies euit om het sluitergeluid uit te schakelen. Opties b (hoog) c (gemiddeld) d (laag) euit (dempen) SLUITER GELUID Kies het geluid dat de elektronische sluiter maakt. Opties i GELUID 1 j GELUID 2 k GELUID 3 8 AFSPEEL VOLUME Pas het volume voor het afspelen van een film aan. U kunt kiezen uit 10 opties tussen 10 (hoog) en 1 (laag) of 0 selecteren om audio tijdens het afspelen van film te dempen. Opties

165 Het instellingenmenu A SCHERM SET-UP Pas de scherminstellingen aan. WEERGAVE Kies hoe lang foto s worden weergegeven nadat ze zijn gemaakt. Kleuren kunnen enigszins afwijken van de uiteindelijke foto en er kan beeldruis (spikkels) optreden bij hogere gevoeligheden. Houd er rekening mee dat bij sommige instellingen, de camera foto s zal weergeven na de opname, ongeacht de optie die is geselecteerd. Optie Beschrijving Foto s worden getoond totdat de MENU/OK-knop wordt ingedrukt of de CONTINU ontspanknop half wordt ingedrukt. Om in te zoomen op het actieve scherpstelpunt, druk op de Fn2 (functie 2)-knop; druk nogmaals om zoom te annuleren. 1.5 SEC Foto s worden gedurende de geselecteerde tijd weergegeven of tot de 0.5 SEC ontspanknop halverwege wordt ingedrukt. UIT Foto's worden na het fotograferen niet weergegeven. PRVW BELICH HAND. Selecteer AAN om belichtingsvoorbeeld te activeren in de handmatige belichtingsstand. N AAN Opties Selecteer UIT bij gebruik van de flitser of in andere situaties waarin de belichting mogelijk kan veranderen wanneer de foto wordt gemaakt. LCD-HELDERHEID Pas de monitorhelderheid aan. Opties LCD KLEUR Pas de monitorkleur aan. Opties UIT 149 8

166 VOORBEELD BEELDEFFECT Kies AAN om een voorbeeld van de filmsimulatie-effecten, witbalans en andere instellingen in de monitor te zien, kies UIT om schaduwen bij laag contrast, scènes met achtergrondverlichting en andere moeilijk zichtbare onderwerpen zichtbaarder te maken. N AAN Opties Als UIT is geselecteerd, zullen de effecten van camera-instellingen niet zichtbaar zijn in de monitor en zullen kleuren en tinten verschillen van kleuren en tinten in de uiteindelijke foto. De weergave wordt echter aangepast om de effecten van geavanceerde filters en monochroom- en sepia-instellingen te tonen. COMP.RICHTL. Kies een kaderraster voor opnamemodus. UIT Optie F RAST 9 G RASTER 24 H HD-KADEREN 8 Weergave N P P P Voor compositie met de derdenregel. Een raster van zes bij vier. Kader HD-foto s in de beelduitsnede aangegeven aan de boven- en onderkant van het scherm. Inkaderingsbegeleiders worden niet getoond bij standaardinstellingen maar kunnen worden weergegeven met behulp van A SCHERM SET-UP > DISP. INST. OP MAAT (P 13). 150

167 Het instellingenmenu AUTO ROT. WEERG. Selecteer AAN om staande (portret) foto s tijdens het afspelen automatisch te draaien. AAN Opties SCHERPSTELLOEP Als AAN is geselecteerd, zal de weergave automatisch inzoomen op het geselecteerde scherpstelgebied wanneer de regelring naar de handmatige scherpstelmodus is gedraaid. N AAN Opties Het indrukken van de Fn2 (functie 2)-knop annuleert scherpstelzoom. EENHEDEN AF-SCHAAL Kies de eenheden gebruikt voor de indicator van de scherpstelafstand. UIT UIT METERS Opties DISP. INST. OP MAAT DISP. INST. OP MAAT Kies items voor standaard weergave (P 13). FEET 8 151

168 h TOETSINSTELLING Kies de functies uitgevoerd door camerabediening. FUNCTIE-INS. (Fn) Kies de functies die worden vervuld door de functietoetsen (P 167). N Functieselectie is ook toegankelijk door de functie of DISP/BACK-knop ingedrukt te houden. BEWERK/SLA OP SNELMENU Kies de items weergegeven in het snelmenu (P 165). N Er is ook toegang tot het snelmenu in de opnamemodus door de Q-knop ingedrukt te houden. INSTELLINGEN FOCUSHENDEL Kies de functies uitgevoerd door de scherpstellingstok (scherpstelhendel). 8 Optie Beschrijving VERGRENDELING (UIT) De scherpstellingstok kan niet worden gebruikt tijdens het fotograferen. DRUK n OM TE ONTGR. Druk op de stok om het scherpstelpuntscherm te bekijken en kantel de stok om een scherpstelpunt te selecteren. AAN Kantel de stok om het scherpstelpuntscherm te bekijken en selecteer een scherpstelpunt. I SCHERPSTELRING Kies de richting waarin de regelring moet worden gedraaid om de scherpstelafstand bij handmatige scherpstelling te verhogen. X NAAR RECHTS (met de klok mee) Opties Y NAAR LINKS (tegen de klok in) 152

169 Het instellingenmenu K TOUCH SCREEN INSTELLINGEN Schakel de touchscreenbediening in of uit. AAN Opties UIT Z STROOMBEHEER Pas de instellingen voor stroombeheer aan. UITSCHAKELEN Hiermee selecteert u hoe lang het duurt totdat de camera automatisch wordt uitgeschakeld wanneer de camera niet wordt bediend. Kortere tijden verhogen de levensduur van de batterij; als UIT is geselecteerd, moet de camera handmatig uitgezet worden. Opties 5 MIN 2 MIN UIT HOGE PRESTATIE Selecteer AAN voor sneller scherpstellen en het verlagen van de tijd die nodig is voor het herstarten van de camera nadat deze werd uitgeschakeld. AAN Opties UIT 8 153

170 t OPSLAAN SET-UP Pas de instellingen voor bestandsbeheer aan. NUMMERING Nieuwe foto s worden opgeslagen in beeldbestanden waarvan de bestandsnamen beginnen met een viercijferig Beeldnummer bestandsnummer dat wordt toegewezen door telkens een nummer aan het Mapnummer laatst gebruikte bestandsnummer toe te Bestandsnummer voegen. Tijdens het afspelen wordt het bestandsnummer weergegeven zoals getoond. NUMMERING regelt of de bestandsnummering wordt teruggezet op 0001 wanneer een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst of de huidige geheugenkaart is geformatteerd. 8 Optie Beschrijving De nummering gaat verder vanaf het laatst gebruikte bestandsnummer of het eerst beschikbare bestandsnummer, afhankelijk van welk nummer CONTINU het hoogst is. Kies deze optie om het aantal foto s met dubbele bestandsnamen te verminderen. Na het formatteren of bij het plaatsen van een nieuwe geheugenkaart RESET wordt de nummering teruggezet op N Wanneer het beeldnummer de waarde bereikt, wordt de ontspanknop uitgeschakeld. Formatteer de geheugenkaart na het overdragen van foto s die u wenst te bewaren naar een computer. Het selecteren van R RESET stelt NUMMERING in op CONTINU zonder de bestandsnummering te resetten. Beeldnummers van foto s kunnen verschillen wanneer deze met andere camera s zijn gemaakt. BEWAAR ORIGINEEL Kies AAN om onverwerkte kopieën van foto s gemaakt met behulp van p FLITSLICHT INSTELLINGEN > VERWIJDER R. OGEN op te slaan. AAN Opties UIT 154

171 Het instellingenmenu BEWERK BSTNDSNAAM Wijzig het prefix van bestandsnamen. srgb-beelden gebruiken een vierletter-prefix (standaard DSCF ), Adobe RGB-beelden een drieletter-prefix ( DSF ) voorafgegaan door een underscore. Optie Standaardprefix Voorbeeld bestandsnaam srgb DSCF ABCD0001 AdobeRGB _DSF _ABC0001 DATUMSTEMPEL Merk de opnametijd en/of opnamedatum op foto s op het moment dat ze worden gemaakt. O Optie R+S R UIT Beschrijving Merk nieuwe foto s met de opnamedatum en -tijd. Merk nieuwe foto s met de opnamedatum. Merk geen opnametijd en -datum op nieuwe foto s. Tijd- en datumstempels kunnen niet worden gewist. Schakel DATUMSTEMPEL uit om te voorkomen dat tijd- en datumstempels op nieuwe foto s te zien zijn. Als de cameraklok niet is ingesteld, wordt u gevraagd de klok in te stellen op de huidige datum en tijd (P 35, 37). Wij adviseren u de optie DPOF printdatum uit te schakelen bij het afdrukken van afbeeldingen met een tijd- en datumstempel (P 143). Tijd- en datumstempels worden niet weergegeven op films of RAW-afbeeldingen of op opnamen die zijn gemaakt met 4K-barst of multi-focus. 8 J KLEURR Kies het kleurengamma dat beschikbaar is voor kleurreproductie. Optie srgb Adobe RGB Beschrijving Aanbevolen voor de meeste situaties. Voor commercieel drukwerk. 155

172 r VERBINDING INSTELLING Pas de instellingen aan voor aansluiting op draadloze apparaten waaronder smartphones, computers en Fujifilm instax SHARE printers. N Voor meer informatie over draadloze verbindingen bezoekt u: Bluetooth INSTELLINGEN Pas Bluetooth instellingen aan. 8 Optie KOPPELREGISTRATIE KOPPELINGSBEST. SELECTEREN KOPPELREG; VERWIJDEREN Beschrijving Om de camera aan een smartphone of tablet te koppelen, selecteer deze optie en start vervolgens FUJIFILM Camera Remote op het apparaat en tik op KOPPELREGISTRATIE. Kies met behulp van KOPPELREGISTRATIE een verbinding uit de lijst met apparaten waarmee de camera gekoppeld is geweest. Selecteer GEEN VERBINDING om af te sluiten zonder verbinding te maken. Verwijder koppelingsinformatie voor geselecteerde apparaten. Kies het apparaat in de lijst met apparaten. Het geselecteerde apparaat wordt ook uit de apparaten verwijderd die staan vermeld in KOPPELINGSBEST. SELECTEREN. AAN: De camera stelt automatisch een Bluetooth-verbinden vast met gekoppelde apparaten wanneer deze ingeschakeld is. Bluetooth AAN/UIT UIT: De camera verbindt niet via Bluetooth. AUTOMATISCHE BEELDTAGGING NAADLOZE OVERDRACHT INSTELLNG SYNCHRONISEREN SMARTPHONE AAN: Markeer JPEG-beelden voor upload zoals ze zijn genomen. UIT: Foto s worden niet gemarkeerd voor upload zoals ze zijn genomen. AAN: Foto s worden na het vastleggen geüpload naar gekoppelde apparaten. UIT: Foto s worden alleen geüpload naar gekoppelde apparaten wanneer de camera uit is of korte tijd later begint nadat u weergave hebt afgesloten. Kies of u de camera wilt synchroniseren met de tijd en/of locatie die wordt geleverd door een gekoppelde smartphone. LOCATIE&TIJD: Synchroniseer de tijd en locatie. LOCATIE: Synchroniseer de locatie. TIJD: Synchroniseer de tijd. UIT: Synchronisatie uit. 156

173 N Het instellingenmenu Installeer de meest recente versie van de FUJIFILM Camera Remote-app op uw smartphone of tablet alvorens het apparaat aan uw camera te koppelen of beelden te uploaden. Wanneer AAN is geselecteerd voor zowel Bluetooth AAN/UIT en AUTOMATISCHE BEELDTAGGING en UIT is gekozen voor NAADLOZE OVERDRACHT, zal uploaden naar gekoppelde apparaten beginnen wanneer de camera wordt uitgeschakeld of korte tijd later nadat u weergave hebt afgesloten. Als AUTOMATISCHE BEELDTAGGING uit staat, kunnen foto s voor overdracht worden gemarkeerd met behulp van de optie U OPDRACHT BEELDOVERDRACHT in het afspeelmenu. PC AUTO. OPSLAAN Pas instellingen aan voor verbinding met computers via draadloze LAN. Optie Beschrijving PC AUTO. OPSLAAN Kies de methode die wordt gebruikt voor verbinding met een computer via draadloze LAN. EENVOUDIGE SETUP: Verbinding maken met behulp van WPS. HANDMATIGE SETUP: Kies het netwerk uit een lijst (KIES UIT LIJST) of voer de naam handmatig in (VOER SSID IN). WISSEN REG.BEST.PC Verwijder geselecteerde bestemmingen. DET. VORIGE VERB. Bekijk computers waarmee de camera recent verbonden is geweest. VERB.INST. instax PRNTR Pas de instellingen aan voor aansluiting op optionele Fujifilm instax SHARE printers. De printernaam (SSID) en het wachtwoord De printernaam (SSID) kan worden gevonden op de onderkant van de printer; het standaardwachtwoord is Als u al een ander wachtwoord heeft gekozen om af te drukken vanaf een smartphone, voer dat wachtwoord dan in

174 ALGEMENE INSTELLINGN Pas de instellingen aan voor verbinding met draadloze netwerken. 8 Optie Beschrijving Kies een naam (NAAM) om de camera te identificeren op een NAAM draadloos netwerk (de camera heeft standaard een unieke naam toegewezen gekregen). Kies AAN (de standaardinstelling, aanbevolen voor de meeste omstandigheden) om het formaat van grotere afbeeldingen naar H aan te passen voor het uploaden naar smartphones, UIT voor VERKLEIN(SP) H het uploaden van afbeeldingen in oorspronkelijk formaat. Een nieuw formaat geven is alleen van toepassing op de kopie geüpload naar de smartphone; het origineel wordt niet beïnvloed. Kies of locatiegegevens gedownload via een smartphone worden GEOTAGGING ingesloten in de foto s als ze worden gemaakt. Geeft de laatst gedownloade locatiegegevens van een smartphone LOCATIE-INFO weer. r TOETS-/ SCHIJFINSTELLING Kies de rol die de Fn-knop vervult wanneer aan deze knop de functie DRAADLS COMMUNICT wordt toegewezen. PAIRING/OVERDR.OPD.: De Fn-knop kan worden gebruikt voor koppelen en selecteren van beelden voor overdracht. DRAADLOZE COMMUNICT: De Fn-knop kan worden gebruikt voor draadloze verbindingen. INFORMATIE Bekijk de MAC- en Bluetoothadressen van de camera. RESET DRAADLOZE INSTELLING RESET DRAADLOZE INSTELLING Herstel draadloze instellingen naar hun standaard waarden. 158

175 Het instellingenmenu K FORMATTEREN Om een geheugenkaart te formatteren: 1 Markeer K FORMATTEREN in het setupmenu en druk op MENU/OK. 2 Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. Om de geheugenkaart te formatteren, markeert u OK en drukt u op MENU/OK. Om af te sluiten zonder de geheugenkaart te formatteren, selecteert u ANNULEREN of drukt u op DISP/BACK. O FORMATTEREN FORMATTEREN OK? ALLE DATA WORDT GEWIST! INSTELLEN OK ANNULEREN Alle gegevens inclusief beveiligde foto s worden van de geheugenkaart gewist. Vergeet niet belangrijke foto s eerst naar een computer of ander opslagapparaat te kopiëren. Open het batterijvak niet tijdens het formatteren

176 MEMO 160

177 Sneltoetsen 161

178 Sneltoetsopties Pas camerabesturing aan volgens uw stijl of situatie. Veelgebruikte opties kunnen worden toegevoegd aan het Q-menu of toegewezen worden aan de Fn-knop (functie) voor rechtstreekse toegang: Het Q-menu (P 163): Het Q-menu wordt weergegeven door op de Q-knop te drukken. Gebruik het Q-menu om de geselecteerde opties te bekijken of te wijzigen voor veelgebruikte menu-items. De functieknoppen (P 166): Gebruik de functieknoppen voor directe toegang tot geselecteerde functies

179 De Q-knop (Snelmenu) Druk op Q voor een snelle toegang tot geselecteerde opties. De snelmenuweergave Bij de standaardinstellingen bevat het snelmenu de volgende items: WITBALANS P 400 3:2 F INSTELLEN A OPNAMESTAND B ISO C DYNAMISCH BEREIK D WITBALANS E RUISONDERDRUKKING F BEELDGROOTTE G BEELDKWALITEIT H FILMSIMULATIE I HIGHLIGHT TINT J SCHADUWTINT K KLEUR L SCHERPTE M ZELFONTSPANNER N SCHERPSTELLING O FLITSERFUNCTIE P LCD-HELDERHEID 9 163

180 Instellingen bekijken en wijzigen 1 Druk op Q om het snelmenu weer te geven tijdens het fotograferen. 2 Gebruik de scherpstelstick (scherpstelhendel) om items te markeren. WITBALANS INSTELLEN EIND 3 Draai aan de achterste of voorste instelschijf om een optie te kiezen voor het gemarkeerde item. 9 4 Druk op Q om af te sluiten wanneer de instellingen zijn voltooid. N De opnamestand is de huidige opnamestand en kan niet worden gewijzigd vanuit het snelmenu. h AANGEPAST en k KLEURTEMPERATUUR witbalansopties kunnen niet worden bediend met behulp van de Q-knop. Gebruik een functietoets of het opnamemenu. 164

181 Het snelmenu bewerken Om de items weergegeven in het snelmenu te kiezen: 1 Houd de Q-knop ingedrukt tijdens het fotograferen. De Q-knop (Snelmenu) 2 Het huidige snelmenu wordt weergegeven; gebruik de scherpstellingstok (scherpstelhendel) om het item te markeren dat u wilt veranderen en druk op MENU/OK. 3 Markeer een van de volgende opties en druk op MENU/OK om N deze toe te wijzen aan de geselecteerde positie. ISO DYNAMISCH BEREIK WITBALANS RUISONDERDRUKKING BEELDGROOTTE BEELDKWALITEIT FILMSIMULATIE HIGHLIGHT TINT SCHADUWTINT KLEUR SCHERPTE ZELFONTSPANNER INST. GEZICHTS-/OOGHERKEN. LICHTMEETSYSTEEM N SCHERPSTELLING SCHERPSTELMODUS FLITSERFUNCTIE FLITSCOMPENSATIE HF ASSISTENTIE FILMMODUS VIDEO ISO MIC-NIVEAU-INSTEL GELUID & FLITS LCD-HELDERHEID LCD KLEUR SLUITERTYPE GEEN Selecteer GEEN om geen item toe te wijzen aan de geselecteerde positie. Het snelmenu kan ook worden bewerkt met behulp van de h TOETSINSTELLING > BEWERK/SLA OP SNELMENU in het instellingsmenu

182 N De Fn-knopppen (Functie) Wijs een functie toe aan de functieknoppen voor snelle toegang tot de geselecteerde functie. De functies toegewezen aan T-Fn1 tot T-Fn4 kunnen worden bereikt door over de monitor te vegen. De standaardtoewijzingen zijn: Fn1 (functie 1)-knop Fn2 (functie 2)-knop Autom. beeldtagging T-Fn1 (veeg omhoog) Scherpstelloep T-Fn2 (veeg naar links) Snapshot T-Fn3 (veeg naar rechts) Vierkante modus(1:1) T-Fn4 (veeg omlaag) 9 Inst. gezichts-/oogherken. Regelring-instel. 166

183 De Fn-knopppen (Functie) Rollen toewijzen aan de functietoetsen De functies toegewezen aan de Fn (Functie)-knop en aanraakfunctiebewegingen kunnen worden geselecteerd met behulp van h TOETSINSTELLING > FUNCTIE-INS. (Fn). N VOORB DIEPTESCH ISO ZELFONTSPANNER BEELDGROOTTE VIERKANTE MODUS(1:1) BEELDKWALITEIT DYNAMISCH BEREIK FILMSIMULATIE WITBALANS LICHTMEETSYSTEEM AANRAAKZOOM AE-REEKS INSTELLING AE-VERGRENDELING AF-VERGRENDELING AE/AF-VERGRENDEL. DIRECT AUTO.FOCUS SCHERPSTELLING SCHERPSTELMODUS Voor het uitschakelen van de Fn-knop, kies GEEN. SNAPSHOT SCHERPSTELGEBIED SCHERPSTELLOEP TYPE ONTGRENDELEN FLITSERFUNCTIE FLITSCOMPENSATIE FILMMODUS INST. GEZICHTS-/OOGHERKEN. RAW DRAADLS COMMUNICT AUTOM. BEELDTAGGING KOPPELINGSBEST. SELECTEREN Bluetooth AAN/UIT SLUITERTYPE PRVW BELICH HAND. VOORBEELD BEELDEFFECT REGELRING-INSTEL. GEEN AE-VERGRENDELING, AF-VERGRENDELING, AE/AF-VERGRENDEL. en DIRECT AUTO.FOCUS kunnen niet aan aanraakfunctiebewegingen (T-Fn1 tot en met T-Fn4) worden toegewezen. Functieselectie is ook toegankelijk door de functie of DISP/BACK-knop ingedrukt te houden

184 MEMO 168

185 Randapparatuur en optionele accessoires 169

186 Accessoires van Fujifilm De volgende optionele accessoires zijn verkrijgbaar bij Fujifilm. Informeer bij uw lokale Fujifilm-vertegenwoordiger naar de meest recente informatie over accessoires die in uw regio leverbaar zijn of ga naar Oplaadbare Li-ionbatterijen NP-95: Extra NP-95 oplaadbare batterijen met hoge capaciteit kunnen naar behoefte worden bijgekocht. Batterijladers BC-65N: Bij +20 C laadt de BC-65N een NP-95 in ongeveer 250 minuten op. Afstandsontspanners RR-90: Hiermee kunt u het schudden van de camera verminderen of de sluiter open houden tijdens langdurige belichting. instax SHARE printers instax SHARE printers SP-1/SP-2/SP-3: Aan te sluiten via draadloos LAN om foto s te kunnen afdrukken op instax film

187 Accessoires van Fujifilm Een afstandsontspanner gebruiken Een optionele RR-90 afstandsontspanner kan gebruikt worden voor langdurige belichting. De RR-90 wordt aangesloten via de Micro-USB (Micro-B) USB 2.0 connector. Daarnaast is het ook mogelijk elektronische afstandsontspanners van andere merken aan te sluiten via de aansluiting voor de afstandsontspanner ( 2,5 mm 3-pool mini-aansluiting). N Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven wanneer een ontspanner van een derde partij verbonden is; druk op MENU/OK en selecteer AFST.B voor W FILM SET-UP > MIC/AFSTANDSBED.. CONTROLEER MIC/AFSTAND- SLUITER INSTELLING SET OVERSLAAN Een Externe Microfoon Gebruiken Er kan geluid worden opgenomen met externe microfoons met een aansluiting van 2,5 mm in doorsnede; microfoons die netstroom nodig hebben kunnen niet worden gebruikt. Raadpleeg de microfoonhandleiding voor meer informatie

188 MEMO 172

189 Aansluitingen 173

190 HDMI-uitgang Foto s nemen en afspelen is mogelijk via HDMI-apparaten. Aansluiten op HDMI-apparaten Sluit de camera aan op TV s of andere HDMI-apparaten met behulp van een HDMI-kabel van derden. 1 Schakel de camera uit. 2 Sluit de meegeleverde kabel zoals hieronder aangeduid aan. Let op dat de connectors volledig in de aansluitingen worden gestoken. Plaats in HDMI-connector Plaats in HDMI-micro-aansluiting (Type D) 11 O Gebruik een HDMI-kabel die niet langer is dan 1,5 m. 3 Configureer het apparaat voor HDMI-ingang zoals beschreven in de documentatie meegeleverd met het apparaat. 4 Schakel de camera in. De inhoud van het camerascherm wordt weergegeven op het HDMI-apparaat. O De USB-kabel kan niet worden gebruikt terwijl er een HDMI-kabel is aangesloten. 174

191 HDMI-uitgang Fotograferen Neem foto s en neem films op terwijl u de scène door de cameralens op het HDMI-apparaat bekijkt of beeldmateriaal opslaat op het HDMI-apparaat. N Deze functie kan worden gebruikt om 4K- en Full HD-films op te slaan op een HDMI-recorder. Afspelen Om het afspelen te starten, drukt u op de a-knop van de camera. Het scherm van de camera wordt uitgeschakeld en foto s en films worden naar het HDMI-apparaat gezonden. Let erop dat de volume-instelling van de camera geen invloed heeft op het geluid dat door het televisietoestel wordt afgespeeld; gebruik de volumeregeling van het televisietoestel om het volume aan te passen. O Sommige televisies geven kort een zwart scherm weer wanneer het afspelen van film begint

192 Draadloze verbindingen (Bluetooth, draadloos LAN/Wi-Fi) Verkrijg toegang tot draadloze netwerken en maak verbinding met computers, smartphones of tablets. Voor meer informatie bezoekt u: Smartphones en tablet: FUJIFILM Camera Remote Maak verbinding met de camera via Bluetooth of draadloos LAN. N Om draadloos verbinding te maken met de camera, dient u de nieuwste versie van de FUJIFILM Camera Remote-app op uw smartphone of tablet te installeren. FUJIFILM Camera Remote Zodra een verbinding tot stand is gebracht, kunt u FUJIFILM Camera Remote gebruiken om: De camera te bedienen en op afstand foto s maken Foto s te ontvangen die zijn geüpload vanaf de camera Door de foto s op de camera te browsen en geselecteerde foto s te downloaden Locatiegegevens naar de camera uploaden De camerasluiter te ontspannen Camerafirmware bij te werken Voor downloads en andere informatie bezoekt u:

193 Draadloze verbindingen (Bluetooth, draadloos LAN/Wi-Fi) Smartphones en tablet: Bluetooth -koppelin Gebruik r VERBINDING INSTELLING > Bluetooth INSTELLINGEN > KOPPELREGISTRATIE om de camera aan smartphones of tablets te koppelen. Koppeling biedt een eenvoudige methode voor het downloaden van foto s van de camera. N Foto s worden gedownload via een draadloze verbinding. Zodra het koppelen is voltooid, kunt u de cameraklok en locatiegegevens synchroniseren met de smartphone of tablet (P 156). Smartphones en tablets: Wi-Fi Gebruik de r DRAADLS COMMUNICT opties in het opnamemenu of het afspeelmenu om verbinding te maken met een smartphone of tablet via Wi-Fi

194 Draadloze verbindingen (Bluetooth, draadloos LAN/Wi-Fi) Computers: FUJIFILM PC AutoSave Installeer de meest recente versie van FUJIFILM PC AutoSave op uw computer om foto s te uploaden van de camera via draadloze netwerken. Voor downloads en andere informatie bezoekt u: Computers: Draadloze verbindingen U kunt foto s uploaden van de camera met de s PC AUTO. OPSLAAN-optie in het afspeelmenu. N U kunt ook foto s uploaden door op de Fn1 (functie 1)-knop te drukken en deze ingedrukt te houden in de afspeelstand

195 Aansluiten op computers via USB Sluit de camera aan op een computer om foto s te downloaden. Windows (MyFinePix Studio) MyFinePix Studio kan worden gebruikt om foto s naar een computer te kopiëren, waar ze kunnen worden opgeslagen, bekeken, geordend en afgedrukt. MyFinePix Studio is beschikbaar als download via de volgende website: Wanneer het downloaden is voltooid, dubbelklikt u op het gedownloade bestand ( MFPS_Setup.EXE ) en volgt u de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. Mac OS X/macOS Foto s kunnen worden gekopieerd naar uw computer met behulp van Image Capture (meegeleverd met uw computer) of andere software. RAW FILE CONVERTER EX Gebruik RAW FILE CONVERTER EX om RAW-bestanden op uw computer te bekijken, te downloaden via:

196 De camera aansluiten Sluit de camera en de computer op elkaar aan met behulp van de meegeleverde USB-kabel. 1 Zoek een geheugenkaart met foto s die u naar de computer wilt kopiëren en plaats de kaart in de camera. O Stroomverlies tijdens het kopiëren kan gegevensverlies of beschadiging van de geheugenkaart tot gevolg hebben. Plaats een nieuwe of volledig opgeladen batterij in de camera voordat u deze aansluit. 2 Schakel de camera uit en sluit de meegeleverde USB-kabel aan zoals de afbeelding laat zien, er op lettend dat de stekkers volledig in de aansluitingen steken. 11 O De RR 2,0 sluit aan via de Micro-USB (Micro-B) USB 2.0 aansluiting. 3 Schakel de camera in. 4 Kopieer foto s naar de computer met behulp van MyFinePix Studio of applicaties beschikbaar voor uw besturingssysteem. 5 Wanneer de overdracht is voltooid, schakelt u de camera uit en ontkoppelt u de USB-kabel. 180

197 O Aansluiten op computers via USB Als er een geheugenkaart wordt geplaatst waarop een groot aantal foto s staat, kan het enkele momenten duren voordat de software start en bent u mogelijk niet in staat de foto s te importeren of op te slaan. Gebruik een geheugenkaartlezer om de foto s over te zetten. Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer; gebruik geen USB-hub of toetsenbord. Koppel de USB-kabel niet los terwijl gegevens worden uitgewisseld tussen de camera en de computer of plaats of verwijder geen geheugenkaarten tijdens het overdrachtproces. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan resulteren in gegevensverlies of schade aan de geheugenkaart. Het kan in sommige gevallen gebeuren dat het niet mogelijk is om toegang te verkrijgen tot foto s die opgeslagen zijn op een netwerkserver door de software op dezelfde manier te gebruiken als men doet bij een particuliere computer. Bij het gebruik van diensten waarvoor een internetverbinding is vereist, is de gebruiker verantwoordelijk voor alle door de telefoonmaatschappij en/of internetprovider in rekening gebrachte kosten

198 instax SHARE printers Druk foto s af vanaf uw digitale camera naar instax SHARE printers. Een verbinding tot stand brengen Selecteer r VERBINDING INSTELLING > VERB.INST. instax PRNTR in het setup-menu van de camera en voer de instax SHARE printernaam (SSID) en wachtwoord in. De printernaam (SSID) en het wachtwoord De printernaam (SSID) kan worden gevonden op de onderkant van de printer; het standaardwachtwoord is Als u al een ander wachtwoord heeft gekozen om af te drukken vanaf een smartphone, voer dat wachtwoord dan in

199 instax SHARE printers Foto s afdrukken 1 Schakel de printer in. 2 Selecteer V AFDRUK. instax PRINTER in het weergavemenu van de camera. De camera zal verbinding maken met de printer. AFDRUK. PRINTER instax VERBINDEN MET PRINTER FUJIFILM-CAMERA Gebruik de scherpstellingstok (scherpstelhendel) om de foto weer te geven die u wilt uitprinten en druk vervolgens op MENU/OK. ANNULEREN AFDRUK. PRINTER N ZENDEN AFBREKEN instax Foto s die zijn gemaakt met andere camera s kunnen niet worden afgedrukt. Het afdrukgebied is kleiner dan het gebied zichtbaar in het LCDscherm. De beeldschermen kunnen variëren al naar gelang het type printer dat is aangesloten. 4 De foto wordt naar de printer gestuurd en het afdrukken start

Nieuwe Functies. Versie 1.20

Nieuwe Functies. Versie 1.20 Nieuwe Functies Versie 1.20 Functies die zijn toegevoegd of gewijzigd als gevolg van firmware-updates kunnen mogelijk niet langer overeenkomen met de beschrijvingen in de documentatie die is meegeleverd

Nadere informatie

Nieuwe Functies. Versie 1.10 BL B00

Nieuwe Functies. Versie 1.10 BL B00 Nieuwe Functies Versie 1.10 Functies die zijn toegevoegd of gewijzigd als gevolg van firmware-updates kunnen mogelijk niet langer overeenkomen met de beschrijvingen in de documentatie die is meegeleverd

Nadere informatie

Nieuwe Functies. Versie 2.00 BL B00

Nieuwe Functies. Versie 2.00 BL B00 Nieuwe Functies Versie 2.00 Functies die zijn toegevoegd of gewijzigd als gevolg van firmware-updates kunnen mogelijk niet langer overeenkomen met de beschrijvingen in de documentatie die is meegeleverd

Nadere informatie

X-Pro2. Nieuwe Functies. Versie 4.00 DIGITAL CAMERA

X-Pro2. Nieuwe Functies. Versie 4.00 DIGITAL CAMERA BL00004958-B00 NL DIGITAL CAMERA X-Pro2 Nieuwe Functies Versie 4.00 Functies die zijn toegevoegd of gewijzigd als gevolg van firmware-updates kunnen mogelijk niet langer overeenkomen met de beschrijvingen

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing BL B02

Gebruiksaanwijzing BL B02 Gebruiksaanwijzing BL00004926-B02 NL Inleiding Dank u voor uw aankoop van dit product. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt. Bewaar de handleiding waar deze gelezen

Nadere informatie

Nieuwe Functies. Versie 2.00

Nieuwe Functies. Versie 2.00 Nieuwe Functies Versie 2.00 Functies die zijn toegevoegd of gewijzigd als gevolg van firmware-updates kunnen mogelijk niet langer overeenkomen met de beschrijvingen in de documentatie die is meegeleverd

Nadere informatie

Nieuwe Functies. Versie 3.00

Nieuwe Functies. Versie 3.00 Nieuwe Functies Versie 3.00 Functies die zijn toegevoegd of gewijzigd als gevolg van firmware-updates kunnen mogelijk niet langer overeenkomen met de beschrijvingen in de documentatie die is meegeleverd

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing BL B02

Gebruiksaanwijzing BL B02 Gebruiksaanwijzing BL00004950-B02 NL Inleiding Dank u voor uw aankoop van dit product. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt. Bewaar de handleiding waar deze gelezen

Nadere informatie

Nieuwe Functies BL B00

Nieuwe Functies BL B00 Nieuwe Functies Versie 2.00 Functies die zijn toegevoegd of gewijzigd als gevolg van firmware-updates kunnen mogelijk niet langer overeenkomen met de beschrijvingen in de documentatie die is meegeleverd

Nadere informatie

X100F. Nieuwe Functies. Versie 2.10 DIGITAL CAMERA

X100F. Nieuwe Functies. Versie 2.10 DIGITAL CAMERA BL00004991-B00 NL DIGITAL CAMERA X100F Nieuwe Functies Versie 2.10 Functies die zijn toegevoegd of gewijzigd als gevolg van firmware-updates kunnen mogelijk niet langer overeenkomen met de beschrijvingen

Nadere informatie

X-Pro2. Nieuwe Functies. Versie 5.00 DIGITAL CAMERA

X-Pro2. Nieuwe Functies. Versie 5.00 DIGITAL CAMERA BL00004986-B00 NL DIGITAL CAMERA X-Pro2 Nieuwe Functies Versie 5.00 Functies die zijn toegevoegd of gewijzigd als gevolg van firmware-updates kunnen mogelijk niet langer overeenkomen met de beschrijvingen

Nadere informatie

X-T1. Nieuwe Functies. Versie 4.00 DIGITAL CAMERA

X-T1. Nieuwe Functies. Versie 4.00 DIGITAL CAMERA BL00004720-B02 DIGITAL CAMERA X-T1 Nieuwe Functies Versie 4.00 Sommige functies van het product kunnen verschillen van de beschrijving meegeleverd in de handleiding vanwege de firmware-update. Voor uitgebreide

Nadere informatie

Nieuwe Functies. Versie 3.20 BL B00

Nieuwe Functies. Versie 3.20 BL B00 Nieuwe Functies Versie 3.20 Functies die zijn toegevoegd of gewijzigd als gevolg van firmware-updates kunnen mogelijk niet langer overeenkomen met de beschrijvingen in de documentatie die is meegeleverd

Nadere informatie

Nieuwe Functies. Versie 2.00

Nieuwe Functies. Versie 2.00 Nieuwe Functies Versie 2.00 Functies die zijn toegevoegd of gewijzigd als gevolg van firmware-updates kunnen mogelijk niet langer overeenkomen met de beschrijvingen in de documentatie die is meegeleverd

Nadere informatie

Nieuwe Functies. Versie 4.10

Nieuwe Functies. Versie 4.10 Nieuwe Functies Versie 4.10 Functies die zijn toegevoegd of gewijzigd als gevolg van firmware-updates kunnen mogelijk niet langer overeenkomen met de beschrijvingen in de documentatie die is meegeleverd

Nadere informatie

Nieuwe Functies. Versie 1.20

Nieuwe Functies. Versie 1.20 Nieuwe Functies Versie 1.20 Functies die zijn toegevoegd of gewijzigd als gevolg van firmware-updates kunnen mogelijk niet langer overeenkomen met de beschrijvingen in de documentatie die is meegeleverd

Nadere informatie

X-T1. Nieuwe Functies. Versie 4.30 DIGITAL CAMERA

X-T1. Nieuwe Functies. Versie 4.30 DIGITAL CAMERA BL00004838-B00 DIGITAL CAMERA X-T1 Nieuwe Functies Versie 4.30 Sommige functies van het product kunnen verschillen van de beschrijving meegeleverd in de handleiding vanwege de firmware-update. Voor uitgebreide

Nadere informatie

Serie. Gebruiksaanwijzing BL B02

Serie. Gebruiksaanwijzing BL B02 Serie Gebruiksaanwijzing BL00005004-B02 NL Inleiding Dank u voor uw aankoop van dit product. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt. Bewaar de handleiding waar deze

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing BL B00

Gebruiksaanwijzing BL B00 Gebruiksaanwijzing BL00004927-B00 NL Inleiding Dank u voor uw aankoop van dit product. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt. Bewaar de handleiding waar deze gelezen

Nadere informatie

X100F. Nieuwe Functies. Versie 2.00 DIGITAL CAMERA

X100F. Nieuwe Functies. Versie 2.00 DIGITAL CAMERA BL00004959-B00 NL DIGITAL CAMERA X100F Nieuwe Functies Versie 2.00 Functies die zijn toegevoegd of gewijzigd als gevolg van firmware-updates kunnen mogelijk niet langer overeenkomen met de beschrijvingen

Nadere informatie

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV5DA2 8 0

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV5DA2 8 0 Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV5DA2 8 0 Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt,

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding FUJIFILM X100T Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding (basisbedieningen: ) Gebruikershandleiding (pdf, beschikbaar op deze website: ) Over deze handleiding Inleiding Deze handleiding

Nadere informatie

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV5TA280

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV5TA280 Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV5TA280 Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt

Nadere informatie

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV3MA280

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV3MA280 Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV3MA280 Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt

Nadere informatie

Nieuwe Functies. Versie 4.20

Nieuwe Functies. Versie 4.20 Nieuwe Functies Versie 4.20 Functies die zijn toegevoegd of gewijzigd als gevolg van firmware-updates kunnen mogelijk niet langer overeenkomen met de beschrijvingen in de documentatie die is meegeleverd

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing BL B00

Gebruiksaanwijzing BL B00 Gebruiksaanwijzing BL00005003-B00 NL Inleiding Dank u voor uw aankoop van dit product. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt. Bewaar de handleiding waar deze gelezen

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding FUJIFILM X30 Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding (basisbedieningen: ) Gebruikershandleiding (pdf beschikbaar op deze website: ) Over deze handleiding Inleiding Deze handleiding

Nadere informatie

Nieuwe Functies. Versie 3.10 BL B00

Nieuwe Functies. Versie 3.10 BL B00 Nieuwe Functies Versie 3.10 Functies die zijn toegevoegd of gewijzigd als gevolg van firmware-updates kunnen mogelijk niet langer overeenkomen met de beschrijvingen in de documentatie die is meegeleverd

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. FUJIFILM X30 http://nl.yourpdfguides.com/dref/5796906

Uw gebruiksaanwijzing. FUJIFILM X30 http://nl.yourpdfguides.com/dref/5796906 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing BL B01

Gebruiksaanwijzing BL B01 Gebruiksaanwijzing BL00004889-B01 NL Inleiding Dank u voor uw aankoop van dit product. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt. Bewaar de handleiding waar deze gelezen

Nadere informatie

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV6YA280

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV6YA280 Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV6YA280 Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt

Nadere informatie

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV7CA280

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV7CA280 Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV7CA280 Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing BL B03

Gebruiksaanwijzing BL B03 Gebruiksaanwijzing BL00004964-B03 NL Inleiding Dank u voor uw aankoop van dit product. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt. Bewaar de handleiding waar deze gelezen

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing BL B06

Gebruiksaanwijzing BL B06 Gebruiksaanwijzing BL00004880-B06 NL Inleiding Dank u voor uw aankoop van dit product. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt. Bewaar de handleiding waar deze gelezen

Nadere informatie

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV3JA280

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV3JA280 Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV3JA280 Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt

Nadere informatie

Nieuwe Functies BL B00

Nieuwe Functies BL B00 Nieuwe Functies Versie 1.10 Functies die zijn toegevoegd of gewijzigd als gevolg van firmware-updates kunnen mogelijk niet langer overeenkomen met de beschrijvingen in de documentatie die is meegeleverd

Nadere informatie

Nieuwe Functies. Versie 2.00 BL B00

Nieuwe Functies. Versie 2.00 BL B00 Nieuwe Functies Versie 2.00 Functies die zijn toegevoegd of gewijzigd als gevolg van firmware-updates kunnen mogelijk niet langer overeenkomen met de beschrijvingen in de documentatie die is meegeleverd

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing GPS car cam

Gebruiksaanwijzing GPS car cam Gebruiksaanwijzing GPS car cam productomschrijving Dit product is ontwikkeld met de nieuwste wetenschap en technologie om een high- definition camcorder te ontwerpen. Het wordt niet alleen gebruikt als

Nadere informatie

Versie Gebruiksaanwijzing BL B04

Versie Gebruiksaanwijzing BL B04 Versie 2.10 Gebruiksaanwijzing BL00004832-B04 NL Inleiding Dank u voor uw aankoop van dit product. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt. Bewaar de handleiding waar

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing BL _B01

Gebruiksaanwijzing BL _B01 Gebruiksaanwijzing BL00004970_B01 NL Inleiding Dank u voor uw aankoop van dit product. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt. Bewaar de handleiding waar deze gelezen

Nadere informatie

I. Specificaties. II Toetsen en bediening

I. Specificaties. II Toetsen en bediening I. Specificaties Afmetingen Gewicht Scherm Audioformaat Accu Play time Geheugen 77 52 11mm (W*H*D) 79g 1,3inch OLED-scherm MP3: bitrate 8Kbps-320Kbps WMA: bitrate 5Kbps-384Kbps FLAC:samplingrate 8KHz-48KHz,16bit

Nadere informatie

Nederlands. Multifunctionele. Digitale camera. Gebruikershandleiding

Nederlands. Multifunctionele. Digitale camera. Gebruikershandleiding Nederlands Multifunctionele Digitale camera Gebruikershandleiding ii INHOUD DE ONDERDELEN IDENTIFICEREN... 1 PICTOGRAMMEN OP HET LCD-SCHERM... 2 VOORBEREIDING... 2 Batterijen laden... 2 De SD/MMC-kaart

Nadere informatie

Gebruikshandleiding 1

Gebruikshandleiding 1 Gebruikshandleiding 1 Dank u voor de aanschaf van de GoXtreme WiFi actiecamera. Lees alvorens dit product in gebruik te nemen deze gebruikshandleiding zorgvuldig door om het gebruik te optimaliseren en

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing BL B03

Gebruiksaanwijzing BL B03 Gebruiksaanwijzing BL00004940-B03 NL Inleiding Dank u voor uw aankoop van dit product. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt. Bewaar de handleiding waar deze gelezen

Nadere informatie

2. Monitor schermweergave

2. Monitor schermweergave Gebruikshandleiding 1. Productoverzicht 1 1 DISPLAY-knop 2 Led Aan/Uit-knop 3 MODUS-knop 4 VOEDING-knop 5 MENU-knop 6 OMHOOG-knop 7 SD-kaartsleuf 8 Voeding-LED 9 SLUITER-knop 10 USB-bus 11 AV-bus 12 RECHTS/ZELFONTSP

Nadere informatie

Boven- en Zijaanzicht

Boven- en Zijaanzicht Snelstartgids Boven- en Zijaanzicht Sluiterknop OLED Scherm Aan/Uit en Modus Knop Aan/Uit en Status LED lampje 1 HDMI Poort Micro SD Kaartsleuf Luidspreker Aan/Uit, Status en Batterij LED lampje 2 Lens

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing BL B00

Gebruiksaanwijzing BL B00 Gebruiksaanwijzing BL00004832-B00 NL Inleiding Dank u voor uw aankoop van dit product. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt. Bewaar de handleiding waar deze gelezen

Nadere informatie

Multifunctionele Digitale camera

Multifunctionele Digitale camera Nederlands Multifunctionele Digitale camera Gebruikershandleiding ii Nederlands Gebruikershandleiding voor digitale camera Inhoud DE ONDERDELEN IDENTIFICEREN... 1 PICTOGRAMMEN OP HET LCD-SCHERM... 2 VOORBEREIDING...

Nadere informatie

Nieuwe Functies. Versie 2.00 BL B00

Nieuwe Functies. Versie 2.00 BL B00 Nieuwe Functies Versie 2.00 Functies die zijn toegevoegd of gewijzigd als gevolg van firmware-updates kunnen mogelijk niet langer overeenkomen met de beschrijvingen in de documentatie die is meegeleverd

Nadere informatie

Wireless Mobile Adapter Utility (voor ios) Gebruikshandleiding

Wireless Mobile Adapter Utility (voor ios) Gebruikshandleiding Wireless Mobile Adapter Utility (voor ios) Gebruikshandleiding Installeer de Wireless Mobile Adapter Utility op uw smartapparaat om foto s vanaf een camera te downloaden of om camera s via een draadloze

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding HD Auto Video Recorder Gebruikershandleiding Krijg de beste functies uit uw camcorder Lees de handleiding vóór het gebruik 2.7- inch LTPS TFT LCD HD 720P 120 graden Super Groothoeklens Beste gebruikers:

Nadere informatie

X100T. http://fujifilm-dsc.com/manuals/ Gebruiksaanwijzing (basisbediening) DIGITAL CAMERA. Product website: http://fujifilm-x.

X100T. http://fujifilm-dsc.com/manuals/ Gebruiksaanwijzing (basisbediening) DIGITAL CAMERA. Product website: http://fujifilm-x. BL04650-B01 NL DIGITAL CAMERA X100T Gebruiksaanwijzing (basisbediening) Dank u voor het vertrouwen dat u in dit product heeft gesteld. Product website: http://fujifilm-x.com/x100t/ Voordat u begint Eerste

Nadere informatie

Digitale Video. Gebruikershandleiding

Digitale Video. Gebruikershandleiding Digitale Video Gebruikershandleiding Nl 2 Inhoud Aan de slag Kennismaken met uw digitale video... 3 Het paneel gebruiken... 4 Aan-/uitzetten... 5 Modi... 6 Modusschakelaar... 7 Modus Movie Films opnemen...

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING 1. Onderdelen van de camcorder 1: Preview-knop 2: Menuknop 3: LCD-scherm 4: HDMI-aansluiting 5: Moduswiel 6: Vermogen LED 7: Sluiterknop 8: Opladen LED 9: Omhoog/Belichtingsknop 10:

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. Voordat u begint. Eerste stappen. Eenvoudig fotograferen en afspelen

Gebruiksaanwijzing. Voordat u begint. Eerste stappen. Eenvoudig fotograferen en afspelen BL00884-B00 NL Voordat u begint Eerste stappen Gebruiksaanwijzing Dank u voor het vertrouwen dat u in dit product heeft gesteld. Deze gebruiksaanwijzing beschrijft hoe u uw FUJIFILM FinePix F70EXR digitale

Nadere informatie

X30. http://fujifilm-dsc.com/manuals/ Gebruiksaanwijzing (basisbediening) DIGITAL CAMERA. Product website: http://fujifilm-x.

X30. http://fujifilm-dsc.com/manuals/ Gebruiksaanwijzing (basisbediening) DIGITAL CAMERA. Product website: http://fujifilm-x. BL04810-100 NL DIGITAL CAMERA X30 Gebruiksaanwijzing (basisbediening) Dank u voor het vertrouwen dat u in dit product heeft gesteld. Product website: http://fujifilm-x.com/x30/ Voordat u begint Eerste

Nadere informatie

Verbindingsgids (voor D-SLR-camera s) Nl

Verbindingsgids (voor D-SLR-camera s) Nl SB7J01(1F)/ 6MB4121F-01 Verbindingsgids (voor D-SLR-camera s) Nl Inhoudsopgave Inleiding...2 De interface...2 Problemen met verbinden?...2 Meer over SnapBridge...2 Wat heeft u nodig...3 Wat SnapBridge

Nadere informatie

2015 Multizijn V.O.F 1

2015 Multizijn V.O.F 1 Dank u voor de aanschaf van de gloednieuwe SJ5000 Camera. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de camera gaat gebruiken en wij hopen dat u snel vertrouwd zal zijn met de camera en u veel spannende

Nadere informatie

DF-705 Handleiding Voor informatie en ondersteuning, www.lenco.eu

DF-705 Handleiding Voor informatie en ondersteuning, www.lenco.eu DF-705 Handleiding Voor informatie en ondersteuning, www.lenco.eu Dutch V1.0 1 Waarschuwingen Voorzorgsmaatregelen en onderhoud Alleen voor gebruik binnenshuis Stel het apparaat niet bloot aan vocht of

Nadere informatie

2015 Multizijn V.O.F 1

2015 Multizijn V.O.F 1 Dank u voor de aanschaf van de SJ4000 WIFI Camera. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de camera gaat gebruiken en wij hopen dat u snel vertrouwd zal zijn met de camera en u veel spannende

Nadere informatie

Inhoud. Voorbereiding... 2 Batterijen laden... 2 De draagriem vastmaken... 3 De SD/MMC-kaart plaatsen... 3

Inhoud. Voorbereiding... 2 Batterijen laden... 2 De draagriem vastmaken... 3 De SD/MMC-kaart plaatsen... 3 NL De onderdelen identificeren Inhoud Voorbereiding... 2 Batterijen laden... 2 De draagriem vastmaken... 3 De SD/MMC-kaart plaatsen... 3 Camera-instellingen Opnamemodus... 4 knop Resolutie... 4 knop Flitser...

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING Informatie voor de gebruiker: HD (High Definition) en HFR (High Frame Rate) video-opname apparaten, zijn een zware belasting voor geheugenkaarten. Afhankelijk van de gebruikersinstellingen,

Nadere informatie

Inhoud. Voorbereiding... 2 Batterijen laden... 2 De draagriem vastmaken... 3 De SD/MMC-kaart plaatsen... 3

Inhoud. Voorbereiding... 2 Batterijen laden... 2 De draagriem vastmaken... 3 De SD/MMC-kaart plaatsen... 3 NL De onderdelen identificeren Inhoud Voorbereiding... 2 Batterijen laden... 2 De draagriem vastmaken... 3 De SD/MMC-kaart plaatsen... 3 Camera-instellingen Opnamemodus... 4 knop Resolutie... 4 knop Flitser...

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING CDC300

GEBRUIKERSHANDLEIDING CDC300 GEBRUIKERSHANDLEIDING CDC300 Product overzicht 1. TF kaart sleuf 7. HDMI out poort 12. RESET 2. Omhoog knop 8. OK knop 13. Microfoon 3. Menu knop 9. Modus knop 14. Luidspreker 4. Omlaag knop 10. Vergrendeling

Nadere informatie

IRIScan Anywhere 5. Scan anywhere, go paperless! PDF. Mobile scanner & OCR software. for Windows and Mac

IRIScan Anywhere 5. Scan anywhere, go paperless! PDF. Mobile scanner & OCR software. for Windows and Mac IRIScan Anywhere 5 PDF Scan anywhere, go paperless! for Windows and Mac Mobile scanner & OCR software Van start gaan Deze verkorte handleiding helpt u om aan de slag te gaan met de IRIScan TM Anywhere

Nadere informatie

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SW3PA280

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SW3PA280 Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SW3PA280 Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt

Nadere informatie

Downloaded from www.vandenborre.be

Downloaded from www.vandenborre.be WATCH ME Handleiding DIGITALE MEDIASPELER Overzicht functies Watch me is een Bluetooth-horloge en MP3-speler met capacitief touchscreen, u kunt uw vinger gebruiken om een icoontje aan te raken en een submenu

Nadere informatie

Verbindingsgids (voor COOLPIX)

Verbindingsgids (voor COOLPIX) Verbindingsgids (voor COOLPIX) In dit document wordt de procedure beschreven voor het gebruik van de SnapBridge-app (versie 2.0) voor het tot stand brengen van een draadloze verbinding tussen een ondersteunde

Nadere informatie

2015 Multizijn V.O.F 1

2015 Multizijn V.O.F 1 Dank u voor de aanschaf van de gloednieuwe SJ5000 Camera. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de camera gaat gebruiken en wij hopen dat u snel vertrouwd zal zijn met de camera en u veel spannende

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Wireless Mobile Adapter Utility. Functies

Gebruiksaanwijzing Wireless Mobile Adapter Utility. Functies Gebruiksaanwijzing Wireless Mobile Adapter Utility Installeer de Wireless Mobile Adapter Utility op uw smartapparaat om foto s vanaf een camera te downloaden of camera s op afstand via een draadloze mobiele

Nadere informatie

Firmware updates voor FUJIFILM X-H1, X-T2, X-Pro2, X-E3 en X100F.

Firmware updates voor FUJIFILM X-H1, X-T2, X-Pro2, X-E3 en X100F. Firmware updates voor FUJIFILM X-H1, X-T2, X-Pro2, X-E3 en X100F. Binnenkort nieuwe mogelijkheden en functies voor deze camera s uit de X-Serie Gorinchem, 12 april 2018 Fujifilm voorziet de X-H1, X-T2,

Nadere informatie

MAAK KENNIS MET DE X5-EVO

MAAK KENNIS MET DE X5-EVO MAAK KENNIS MET DE X5-EVO Inhoud van de verpakking Slimme videofietscomputer X5-Evo Micro-USB-kabel Garantiekaart Hartslagsensor (optioneel) OPMERKING: - Gebruik uitsluitend goedgekeurde accessoires. -

Nadere informatie

Opladen Opmerkingen Vragen?... 11

Opladen Opmerkingen Vragen?... 11 Aanwezigheidsregistratie Release 1 2018 1 e kwartaal Model: X-9200B Inhoudsopgave Activiteiten aanmaken... 2 Hoe werkt het registratieproces?... 4 Aan de slag: Draadloos scannen met een smartphone, tablet

Nadere informatie

Uiterlijk. 1.Lens 2.Opnametoets 3.Fotografeertoets _ NED 01

Uiterlijk. 1.Lens 2.Opnametoets 3.Fotografeertoets _ NED 01 Uiterlijk 3 2 1 1.Lens 2.Opnametoets 3.Fotografeertoets NED 01 13 4.MicroUSB-poort 10 12 11 6 7 8 9 4 5 5.Schakelaar voor batterijvoeding 6.Toets pagina omhoog 7.Inschakeltoets 8.OK-toets 9.Toets pagina

Nadere informatie

Welkom bij de Picture Package Producer 2. Picture Package Producer 2 starten en afsluiten. Stap 1: Beelden selecteren

Welkom bij de Picture Package Producer 2. Picture Package Producer 2 starten en afsluiten. Stap 1: Beelden selecteren Welkom bij de Picture Package Producer 2 Picture Package Producer 2 starten en afsluiten Stap 1: Beelden selecteren Stap 2: Geselecteerde beelden controleren Stap 3: Voorbereidingen treffen om een korte

Nadere informatie

De firmware bijwerken voor WR-1/WR-R10 draadloze afstandsbedieningen

De firmware bijwerken voor WR-1/WR-R10 draadloze afstandsbedieningen De firmware bijwerken voor WR-1/WR-R10 draadloze afstandsbedieningen Dank u voor het kiezen van een Nikon-product. Deze gids beschrijft hoe de firmware voor WR-1 en WR-R10 draadloze afstandsbedieningen

Nadere informatie

Multifunctionele Digitale camera

Multifunctionele Digitale camera Nederlands Multifunctionele Digitale camera Gebruikershandleiding INHOUD DE ONDERDELEN IDENTIFICEREN... 1 PICTOGRAMMEN OP HET LCD-SCHERM... 2 VOORBEREIDING... 2 Batterijen laden... 2 De SD/MMC-kaart plaatsen...

Nadere informatie

Download de WAE Music app

Download de WAE Music app NEDERLANDS 3 5 12 2 6 1 8 7 9 10 11 13 4 1. Laad de speaker volledig op voor eerste gebruik Laad de WAE Outdoor 04Plus FM speaker volledig op voordat u hem de eerste keer gebruikt. Sluit de micro-usb connector

Nadere informatie

bezig met de microfoon op te laden afwisselend rood en groen knipperend: zowel basisstation als microfoon worden opgeladen alles is opgeladen

bezig met de microfoon op te laden afwisselend rood en groen knipperend: zowel basisstation als microfoon worden opgeladen alles is opgeladen OPLADEN Voordat de Swivl operationeel is, moet hij eerst opgeladen worden. Stop de adapter in het 220V stopcontact en verbindt de kabel met het basisstation. Er gaat nu een rood lampje schijnen. De status

Nadere informatie

Welkom bij de Picture Package Producer 2

Welkom bij de Picture Package Producer 2 Handleiding voor Picture Package Producer2 Welkom bij de Picture Package Producer 2 Welkom bij de Picture Package Producer 2 Picture Package Producer 2 starten en afsluiten Stap 1: Beelden selecteren Stap

Nadere informatie

Handleiding MP Soundblaster

Handleiding MP Soundblaster Handleiding MP Soundblaster MP3-speler met krachtige luidspreker Leer de bedieningselementen op uw speler kennen Item Omschrijving Item Omschrijving 1 Luidspreker 7 (Afspelen / Pauzeren / AAN/UIT) 2 LED

Nadere informatie

Aan de slag. Model: 5800d-1. Nokia 5800 XpressMusic 9211311, Uitgave 1 NL

Aan de slag. Model: 5800d-1. Nokia 5800 XpressMusic 9211311, Uitgave 1 NL Aan de slag Model: 5800d-1 Nokia 5800 XpressMusic 9211311, Uitgave 1 NL Toetsen en onderdelen 9 Tweede camera 10 Volume-/zoomtoets 11 Mediatoets 12 Scherm en toetsvergrendelingsschakelaar 13 Opnametoets

Nadere informatie

De firmware bijwerken voor WR-1/WR-R10 draadloze afstandsbedieningen

De firmware bijwerken voor WR-1/WR-R10 draadloze afstandsbedieningen De firmware bijwerken voor WR-1/WR-R10 draadloze afstandsbedieningen Dank u voor het kiezen van een Nikon-product. Deze gids beschrijft hoe de firmware voor WR-1 en WR-R10 draadloze afstandsbedieningen

Nadere informatie

Action Cam FullHD 1080P Wifi Action Cam FullHD 1080p. Handleiding HANDLEIDING 1

Action Cam FullHD 1080P Wifi Action Cam FullHD 1080p. Handleiding HANDLEIDING 1 Action Cam FullHD 1080P Wifi Action Cam FullHD 1080p Handleiding HANDLEIDING 1 Voorwoord Hartelijk dank voor uw aankoop van deze Wifi Action Cam. Lees voordat u dit product gaat gebruiken deze handleiding

Nadere informatie

Deze verkorte handleiding helpt u om aan de slag te gaan met de IRIScan Book 3 scanner.

Deze verkorte handleiding helpt u om aan de slag te gaan met de IRIScan Book 3 scanner. Deze verkorte handleiding helpt u om aan de slag te gaan met de IRIScan Book 3 scanner. Deze scanner wordt geleverd met de softwaretoepassingen Readiris Pro 12 en IRIScan Direct (enkel Windows). De bijbehorende

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Overzicht 3 De headset opladen 4 De headset dragen 4 De headset inschakelen 4 De headset voor dicteren aansluiten 5 De adapter 5 De geluidsinstellingen van

Nadere informatie

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SW2QA280

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SW2QA280 Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SW2QA280 Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt

Nadere informatie

Rider 60. Stop ( /BACK/ / ) LAP PAGE

Rider 60. Stop ( /BACK/ / ) LAP PAGE Aan de slag NL Rider De Rider beschikt over een aanraakscherm. U kunt op het scherm klikken of de hardwareknop gebruiken om het apparaat te bedienen. 1 BACK 2 4 LAP PAGE 3 1 Aan-uit/Terug/Pauze/ Stop (

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING INHOUDSOPGAVE ONDERDELEN & ACCESSOIRES... 2 ORIENTATIE... 3 OPLADEN... 4 VIDEO OPNEMEN... 5 DOWNLOADEN... 6 SPECIFICATIE... 8 1 ONDERDELEN & ACCESSOIRES Actie camcorder CD Gebruikershandleiding

Nadere informatie

HET MODELNUMMER FIESTA2. Mp3 speler met luidspreker. Instructiehandleiding

HET MODELNUMMER FIESTA2. Mp3 speler met luidspreker. Instructiehandleiding Mp3 speler met luidspreker HET MODELNUMMER FIESTA2 Instructiehandleiding Lees deze instructies svp goed door alvorens dit apparaat in gebruik te nemen. NL Gebruiksaanwijzing TOETS AANDUIDINGEN 9 1 3 2

Nadere informatie

Innovative Growing Solutions. Datalogger DL-1. software-versie: 1.xx. Uitgifte datum: 01-09-2015 HANDLEIDING WWW.TECHGROW.NL

Innovative Growing Solutions. Datalogger DL-1. software-versie: 1.xx. Uitgifte datum: 01-09-2015 HANDLEIDING WWW.TECHGROW.NL Innovative Growing Solutions Datalogger DL-1 software-versie: 1.xx Uitgifte datum: 01-09-2015 HANDLEIDING WWW.TECHGROW.NL DL-1 Datalogger gebruikershandleiding Bedankt voor het aanschaffen van de TechGrow

Nadere informatie

Welch Allyn Connex Spot Monitor - Snelzoekkaart

Welch Allyn Connex Spot Monitor - Snelzoekkaart Welch Allyn Connex Spot Monitor - Snelzoekkaart Inhoudsopgave Aan/uit-knop...2 Uitschakelen...2 Aanmelden en een profiel selecteren...2 Batterijstatus...2 Profiel wijzigen...2 Bloeddrukmeting starten/stoppen...2

Nadere informatie

DB-2180 Binocular LCD DigiCam Product informatie D E B C

DB-2180 Binocular LCD DigiCam Product informatie D E B C DB-2180 Binocular LCD DigiCam Product informatie F D E L K J A B C G I NL H A: Verrekijker lens (8 x vaste vergroting) B: Digitale camera lens (8 x vaste vergroting) C: Digitale camera focus draaiknop

Nadere informatie

Onboard auto camera Caméra embarquée

Onboard auto camera Caméra embarquée Onboard auto camera Caméra embarquée ONBOARD CAR CAMERA ONBOARD-KFZ-KAMERA up to 32GB Video format Movie 2.0 LCD Screen Low illumination for night operation High speed recording quick response for light

Nadere informatie

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV2SA280

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV2SA280 Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV2SA280 Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt

Nadere informatie

De voordelen van de belichtingsregelingen onder creatief gebruik zijn in de meeste gevallen een juist belichte en creatievere foto.

De voordelen van de belichtingsregelingen onder creatief gebruik zijn in de meeste gevallen een juist belichte en creatievere foto. Belichtingsregelingen: Creatief gebruik Dit tweede deel, over het programmakeuzewiel, behandelt het creatief gebruik van belichtingsregelingen. Deze geavanceerde belichtingsregelingen zijn tegenwoordig

Nadere informatie

Inhoud. 2: Objectieven 23 Objectieven 24 Fujinon XF- en XC-objectieven 27 Niet-Fujinon-objectieven gebruiken 33

Inhoud. 2: Objectieven 23 Objectieven 24 Fujinon XF- en XC-objectieven 27 Niet-Fujinon-objectieven gebruiken 33 Inhoud 1: Fujifilm X-T*-serie 1 Inleiding 2 Systeemcamera versus spiegelreflexcamera 2 Welke camera moet ik kiezen? 3 Fujifilm X-T3 6 Fujifilm X-T2 10 Fujifilm X-T20 13 Fujifilm X-T100 15 Firmware-updates

Nadere informatie

Verbindingsgids (voor COOLPIX)

Verbindingsgids (voor COOLPIX) Verbindingsgids (voor COOLPIX) In dit document wordt de procedure beschreven voor het gebruik van de SnapBridge-app (versie 2.5) voor het tot stand brengen van een draadloze verbinding tussen een ondersteunde

Nadere informatie

X100F. Gebruiksaanwijzing DIGITAL CAMERA. Product website:

X100F.  Gebruiksaanwijzing DIGITAL CAMERA. Product website: BL00004857-B01 NL DIGITAL CAMERA X100F Gebruiksaanwijzing Dank u voor uw aankoop van dit product. Deze gebruiksaanwijzing beschrijft hoe u uw FUJIFILM X100F digitale camera gebruikt. Lees de gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

VERTROUWD RAKEN MET DE CAMERA. Vooraanzicht. Vooraanzicht. Optio50Multi.book Page 1 Wednesday, March 2, :42 PM

VERTROUWD RAKEN MET DE CAMERA. Vooraanzicht. Vooraanzicht. Optio50Multi.book Page 1 Wednesday, March 2, :42 PM Optio50Multi.book Page 1 Wednesday, March 2, 2005 1:42 PM VERTROUWD RAKEN MET DE CAMERA Vooraanzicht Shutter Ontspanknop release button Flitser Aan/uit-knop Functiekiezer Zelfontspanner-LED Zoeker Microfoon

Nadere informatie