Eerste Hulp Aan Kinderen (EHAK) Lesmodule 2014

Transcriptie

1 (EHAK) Geachte heer, mevrouw, Welkom bij de lesmodule voor gastouders. U heeft met succes ingelogd om toegang te krijgen tot de lesstof van de cursus Eerste Hulp Aan Kinderen met daarbij een afsluitende meerkeuze toets van 15 vragen. Bij een voldoende score bent u van harte welkom op de praktijkcursus. Deze lesstof is geschikt voor het gastouder certificaat van het Oranje Kruis. De geldigheid van het certificaat is 2 jaar. Meer achtergrond informatie is te vinden in het Oranje Kruis boekje Eerste Hulp Aan Kinderen. Voor eventuele vragen kunt u terecht bij uw contactpersoon. Veel succes. Gebruikte Afkortingen. Onderwerp: Veiligheid. Benadering kind. SO = SlachtOffer. PHV = Professionele Hulp Verlener. HA = Huis Arts. SEH = Spoed Eisende Hulp : Levensbedreigende situatie/eigen vervoer onmogelijk vanwege flinke pijn. Beschrijving en actie. Bij elke hulpverlening let u als eerste op uw eigen veiligheid, gevolgd door de omstanders en de omgeving. Daarna volgt de veiligheid van het SO. Het SO komt dus op de laatste plaats. Benader een liggend kind aan de kant van het gezicht. Spreek rustig, luid en duidelijk. Stel u zelf op gelijk niveau, zowel fysiek (bv. bukken) als met uw woordkeuze. Als het kind een knuffel heeft, probeer die dan bij het kind neer te leggen. Het zien van bloed kan een paniekreactie geven. Probeer daarom z.s.m. het bloed af te dekken middels een verband.

2 Kindermishandeli ng. In 2010 waren in Nederland meldingen van vormen van mishandeling van kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 tot 18 jaar (Ruim 3 procent van het totaal) Voor het kind vormt dit een trauma voor het leven. Het kind draagt de mishandeling het hele leven met zich mee. Bron: Nederlands Jeugdinstituut Meer informatie: Wat kunt u doen? Emotionele verwaarlozing: Het niet geven van liefde, veiligheid, warmte, respect etc. Fysieke verwaarlozing: Het niet zorgen voor voldoende slaap, voeding, kleding etc. Emotionele mishandeling: Pesten, bang maken etc. Fysieke mishandeling: Het kind verwonden, zoals kneuzingen, botbreuken, schaafwonden etc. Seksueel misbruik: Het kind wordt seksueel contact opgedrongen door iemand die psychisch en lichamelijk overwicht heeft. Indien u de situatie niet vertrouwt kunt u met uw consulent of huisarts overleggen. Het is ook mogelijk om contact op te nemen met het AMK. AMK is Advies Meldpunt Kindermishandeling. Tel Melden is niet beschuldigen. Het kind zal u er dankbaar voor zijn.

3 5 belangrijke EHBO punten. Handig hulpmiddel om te onthouden: VOLGAS. Veiligheid: Eigen veiligheid is het eerste wat bij elke hulpverlening het belangrijkste is. Voorbeeld: verkeer omleiden, elektriciteit uitschakelen, brandje blussen, handschoenen bij besmetting. Oorzaak: Ga na wat er is gebeurd. Wat is de oorzaak van eventuele letsels? Letsel: Is er mogelijk sprake van (zichtbaar) letstel? Check bewustzijn en ademhaling en let op ernstige bloedingen. Onderzoek daarna lokale letsels zoals kneuzingen. Geruststellen: Stel het kind gerust en zorg voor beschutting. Vergeet bij het kind niet het hoofd toe te dekken. Een kind verliest via het hoofd veel warmte. Probeer tijdens de hulpverlening vooral kalm te blijven en kies daarbij de woordkeus van het kind. Alarmeren: Bel of laat bellen voor professionele hulp. Snelle hulpverlening: Leg eventueel een verband aan. Help het kind op de plaats waar hij/zij ligt. Stoornissen in de vitale functies kunnen snel tot de dood leiden. Plaatselijke letsels zijn zelden dodelijk. Tip: Indien mogelijk, isoleer dan het kind van de groep of, als dat niet mogelijk is, isoleer de groep van het kind. van het kind. Als het kind een knuffel heeft, probeer die dan bij het kind neer te leggen. Het zien van bloed kan een paniekreactie geven. Probeer daarom z.s.m. de wond en het bloed af te dekken middels een verband.

4 Rautek-greep. Reden: Een SO snel wegslepen bij (dreigend) gevaar. Indien het SO in gevaar is bijv. bij een brand of dreigende instorting, en niet kan lopen of bewusteloos is, dan is de Rautek- greep een handig hulpmiddel om het SO snel te verplaatsen. In beide situaties moet het SO weg. Uw eigen veiligheid gaat echter altijd voor. Glij met uw rechter arm* onder het hoofd naar rechter schouder en plaats andere hand onder linker schouder. Plaats uw armen onder de oksels door en pak één arm met 2 handen vast. *Linker arm ook mogelijk. Actie: Zet uw voet achter of naast het hoofd en glij met uw hand onder het hoofd naar de verste schouder. De andere hand plaatst u onder de andere schouder. Video: Rautek-greep Zet het SO rechtop en steek uw beide armen onder de beide oksels door om zo één arm met 2 handen vast te pakken. Plaats de duimen in de richting van de vingers, dus van u af. Ga met gestrekte rug staan en loop achterwaarts weg. Leg het SO voorzichtig op een veilige plek neer en controleer het bewustzijn en de ademhaling. (De vitale functies) Indien u met 2 hulpverleners bent, en de andere hulpverlener tilt de benen op, dan kunt u middels deze Rautek-greep, een SO evacueren via de trap. U loopt dan voorwaarts.

5 Stabiele zijligging. Reden: Vrij houden van de ademweg bij bewusteloos SO met een ademhaling. Kniel aan de kant van het gezicht en spreek het SO aan. Het SO reageert niet. U roept om hulp en u checkt de ademhaling als volgt: U voelt met uw wang boven de mond. U luistert met uw oor boven de mond. U kijkt naar de borstkas. Dit doet u gedurende 10 seconden. Indien het SO brildragend is, leg dan de bril op een veilige plek. Indien u ademhaling waarneemt, laat u bellen met de melding: SO bewusteloos met ademhaling en ligt in stabiele zijligging. Video: Stabiele zijligging 1. Leg de dichtstbijzijnde arm minder dan haaks naar u toe. 2. Leg de handrug van de verste hand tegen de wang en hou deze hand vast. 3. Pak de verste knie. Til deze op met de voet op de grond en draai de knie naar u toe. SO ligt in stabiele zijligging. Kantel het hoofd met 2 handen iets naar achter, zodat de luchtweg vrij blijft Check iedere minuut de ademhaling: één hand op de rug en één hand op de buik gedurende 10 seconden. Leg een deken of jas over het SO tegen afkoeling. Tip: laat de voeten vrij zodat niemand over de benen kan struikelen. Indien de AH afwezig is moet het SO worden terug gedraaid i.v.m. het starten van de reanimatie. Actie: Terugdraaien: plaats uw hand achter het achterhoofd en uw andere hand tegen de heup. Duw het SO voorzichtig op de rug. Laat het hoofd pas los als het SO gedraaid is. Check de ademhaling, start de reanimatie en bel ter aanvulling van de melding.

6 Verslikking en Verstikking bij alert SO. Verslikking: SO heeft zich verslikt en hoest. U stimuleert het SO tot hoesten. Verstikking: SO hoest niet meer, maar is bij kennis: indien het SO niet meer hoest maar stemloos benauwd is, roept u om hulp en slaat u met de hiel van uw hand maximaal 5 x tussen de schouderbladen, waarbij u met uw andere hand de borstkas ondersteunt. Indien dit zonder succes is, voert u 5 x de buikstoot uit.(=heimlich manoeuvre) Actie: U gaat achter het SO staan en plaatst een vuist met de duim onder de vingers, onder het borstbeen, net iets boven de navel, en omvat deze vuist met uw andere hand. Trek maximaal 5 x uw vuist met een snelle beweging schuin omhoog. Indien dit zonder succes is, laat dan bellen en melden verstikking en begin weer opnieuw met tussen de schouders slaan. Bij een klein kind plaatst u de vuist op de navel. Indien de belemmering is opgeheven, onderbreek dan de series. Na buikstoten moet het kind altijd door een HA worden gecontroleerd op eventueel inwendig letsel. Verstikking bij Bewusteloos SO. SO hoest niet maar is bewusteloos: Als de verstikking te lang duurt raakt het SO bewusteloos en dient u te starten met de reanimatie. Actie: kijk bij een kind, na elke 15 borst compressies en voor de beademing, of het voorwerp zichtbaar is in de mond en verwijder het dan. Het voorwerp kan los komen door de compressies. SO < 1 jaar: Bij verstikking onder 1 jaar wordt geen buikstoot uitgevoerd maar borstdruk. U neemt de baby op de arm en fixeert de kin, waarna u 5 x tussen de schouderbladen een veegslag geeft. U draait de baby op de andere onderarm. Op de plek waar u bij de baby de hartmassage uitvoert, drukt u nu 5 maal, kort en krachtig met 2 vingers de borstkas in. (zie link naar instructie filmpje.)

7 Bewusteloosheid met en zonder ademhaling. Bewusteloosheid met ademhaling. Indien een kind bewusteloos is, roept u om hulp en controleert u de ademhaling. Daarna laat u bellen en geeft u door: bewusteloos kind met ademhaling. Hoe controleert u de aanwezigheid van de ademhaling? Actie: U legt uw hand op het voorhoofd en plaatst 2 vingers op het benige gedeelte onder de kin. (chinlift). U tilt dus de kin recht omhoog. Bij een baby houdt u het hoofd recht. Bij een kind buigt u het hoofd iets achterover: - U voelt met uw wang boven de mond. - U luistert bij de mond. - U kijkt naar de borstkas. Dit doet u gedurende 10 seconden. Er is WEL ademhaling aanwezig is: U laat bellen en start met het protocol stabiele zijligging. (Zie protocol Stabiele zijligging ) Bij een baby volstaat het dan, om het hoofd zijwaarts te draaien. Eventueel kunt u dan een kussen of een deken achter de rug leggen. Knellende kleding maakt u los. Bij bewustzijnsstoornissen belt u altijd Blijf elke minuut de ademhaling controleren. Stabiele zijligging Bewusteloosheid zonder ademhaling. Er is GEEN ademhaling aanwezig is: U laat bellen en start met het protocol reanimatie. (Zie protocol Reanimatie ) Reanimatie baby Samenvatting: Indien de ademhaling WEL aanwezig is, legt u het kind in stabiele zijligging. Indien de ademhaling NIET aanwezig is start u met het protocol reanimatie. Reanimatie kind

8 Baby en kind. Baby /zuigeling is 0-1 jaar. Kind is 1 Reanimatie baby. *Protocol reanimatie wordt tijdens praktijkdeel uitgereikt Protocol reanimatie baby/kind:* 1. (Eigen) Veiligheid. 2. Schudden en aanspreken. 3. Hulp roepen. 4. Hoofd recht + kinlift + mondinspectie. 5. Voel, luister en kijk (10 sec.) 6. (Laat) bellen + meld Reanimatie. 7. Start altijd met 5 beademingen x hartmassage. 2 x beademen. Alleen? Eerst 1 minuut reanimeren en dan hulp halen. KLIK HIER VOOR DE BABY REANIMATIE VIDEO 1. Eigen veiligheid 2. Schudden + aanspreken. 3. Hulp roepen 4+5. Hand op voorhoofd en kinlift. Check AH. 6. Laat bellen en start reanimatie. 7. Geef 5 beademingen. 8. Geef 15 borstcompressies. Beadem 2 x en ga zo door met de verhouding 15:2. U geeft borstcompressies met uw wijs- en middelvinger op het borstbeen. U drukt de borstkas 1/3 van de hoogte van de borstkas in. Dat is ongeveer 4 cm.

9 Reanimatie kind. Reanimatie kind: De reanimatie van het kind kent enkele verschillen t.o.v. de baby: KLIK HIER VOOR DE KIND REANIMATIE VIDEO De reanimatie van een kind vindt plaats op de grond. U geeft de borst compressies met de hiel van 1 hand en met gestrekte arm. U beweegt vanuit de heupen. Gebruik eventueel de andere hand om de vingers van de masserende hand op te tillen, zodat deze geen druk uitoefenen op de ribben. Bij grotere kinderen en volwassenen gebruikt u 2 handen. U drukt de borstkas 1/3 van de diepte van de borstkas in. Ongeveer 5 cm. Tijdens de beademing knijpt u de neus dicht met wijsvinger en duim van de hand die op het voorhoofd ligt, kantelt het hoofd iets achterover. U opent de mond en blaast lucht in totdat de borst omhoog komt. U kijkt of de borst weer omlaag komt en haalt tevens zelf weer adem. Tussen de beademingen door haalt u even uw mond weg om weer in te ademen. Snelle kantel- Methode. Tijdens alle reanimaties is het mogelijk dat er maaginhoud uit de mond stroomt. U moet het SO dan snel op de zij draaien, zodat de longen schoon blijven. Snelle kantelmethode. U pakt het SO bij de schouder en de verste pols vast en probeert uw duim in broekriem of lus te plaatsen. U trekt het SO naar u toe, waarna u het SO weer terugdraait, de mond snel reinigt en de reanimatie voortzet. Indien het een baby betreft, volstaat het om het hoofdje te draaien.

10 Kleine wonden. Kleine wonden: U ziet dat u de kleine wond zelf kunt behandelen. Maak onderscheid tussen wonden die u zelf kunt behandelen en wonden die u niet zelf kunt behandelen. Wonden die u zelf kunt behandelen zijn de kleine wonden: snijschaaf- en splinterverwondingen. Bij wondjes in het gezicht is het raadzaam naar de HA of SEH te gaan. Snijwondje Pleisters op kleine wondjes plakken Actie: Schoonmaken met kraanwater. Indien niet aanwezig dan kunt u kiezen voor een huid-onstmettingsmiddel. Dek het wondje af met een wondpleister of een steriel gaasje met een plak pleister. Grote wonden met eventuele ernstige bloeding (Wond verbinden wordt geoefend tijdens de praktijkcursus. Bloeding theedoek en zitten. Link naar filmpje: aanleggen van een snelverband en een drukverband. Grote wonden: Indien de wond rafelig, diep, groot, ontstoken of vuil is, dan gaat u voor verdere behandeling naar de PHV. Dit geldt ook voor blijvende bloedingen, rode striemen en koorts. Maak de wond niet schoon, maar zorg dat u de eventuele bloeding stopt., waarna u de wond verbindt met een snelverband of met een gaasje, gevolgd door een rolletje verband. Indien de wond na 10 minuten afdrukken nog blijft bloeden, brengt u een drukverband aan. Niet onder controle: indien u de situatie niet onder controle krijgt dan belt u

11 Wond afdrukken. Wond afdrukken: Actie: Zet SO op een stoel of op de grond en druk gedurende 10 minuten de wond af met uw duim of vingers of met een theedoek of gaas. Indien mogelijk hooghouden. Snelverband Aanleggen. Drukverband Aanleggen. Snelverband: daarna brengt u een snelverband aan. Hooghouden en naar PHV. Indien de wond blijft bloeden dan legt u een drukverband aan. Drukverband: drukverband bestaat uit witte watten + elastische wachtel. De watten ruim naast de wond aanleggen en niet strak. De elastische zwachtel over de watten aanleggen en aan beide zijden de watten 2 cm laten uitsteken. Bij het wikkelen geeft u lichte spanning aan de zwachtel, om zo meer druk op de wond uit te oefenen. Mocht het wederom gaan bloeden, gaat u weer afdrukken en eventueel bij-verbinden. U verwijdert niet het oude verband. Verbandtips. Niet onder controle: indien u de situatie niet onder controle krijgt dan belt u Voor zittend SO staan en probeer de ringen, en armbanden af te doen. Eventueel met een beetje zeep. Indien dit niet lukt, zal dit op de EHBO gebeuren. Wikkel de zwachtel van het drukverband strak richting de romp. Dus niet meer terug. Dit ivm stuwen van de hand. Het is niet nodig om tijdrovende verbanden aan te leggen als u naar de PHV gaat. Tip: Tijdens het verbinden wikkelt het met meer gemak, indien u bij de toer naar beneden, in de rol kijkt.

12 Wond met daarin een scherp voorwerp. Video: glas in wond met verbinden goed Infectie bij wond. Indien er een voorwerp uit de wond steekt, bijv. een stuk glas of een mes, dient u dit niet te verwijderen, vanwege mogelijk kans op een grotere bloeding. Actie: Geef druk op de wond aan weerszijden van het voorwerp. Ter fixatie kunt u 2 rolletjes verband aan weerszijden van het voorwerp aanbrengen en fixeren met een rolletje verband en een pleister. De wond spoelen en/of weken in een badje met voorwasmiddel. Flauwte Shock. Amputatie. Verdrinking. Flauwte is een kortdurende bewusteloosheid. Het komt bijna niet voor onder de 6 jaar. Oorzaak:tijdelijk verminderde bloedtoevoer naar de hersenen door spanningen of door benauwde omgeving. Zien: Bleek, zweten, geeuwen, met evt. kortdurende bewusteloosheid. Actie: knellende kleding los, frisse lucht, plat (eventueel benen iets omhoog) en rustig blijven praten. Indien geen herstel na 1 minuut: leg het SO in stabiele zijligging en bel PHV. Men spreekt van een shock indien de bloeddruk te laag is om alle organen van zuurstof te voorzien. Zien: bleek grauwe gelaatskleur, misselijk, koud, klam en onrustig. Oorzaken: uitwendige/inwendige bloeding, allergie, diarree, en overgevoeligheid. Actie: Afdrukken wond, (bij uitwendig bloedverlies), SO laten liggen, toedekken en PHV. Geen drinken geven maar mag wel lippen nat maken. Check vitale functies: bewustzijn en ademhaling. Amputaat in plastic zakje en dit zakje in een bakje met ijs. Indien er geen ijs voorhanden is dan is koud water een goed alternatief. Naar PHV. Wond: afdekken en hooghouden. Haal het SO zo mogelijk horizontaal uit het water ivm kans op hartritmestoornissen. Tijdens de reanimatie gaat de beademing aanvankelijk erg zwaar. Denk om verdere afkoeling.

13 Brandwonden. Thermische verbranding: koelen met lauw, zacht stromend water naast de wond. Koelen na de verbranding moet minimaal 10 minuten En is zinvol tot 1 uur na de verbranding. Smeer niets op de wond. Baby: bij verbranding van bijv. buik of bovenbenen van een baby, dan ook de luier uit. Indeling van de brandwonden: 1 ste graads: droog, 2 de graads: nat. 3 de graads: gevoelloos. Inschatting verbranding: de hand van het SO geldt als 1 % verbrand lichaamsoppervlak. Dit geldt alleen voor 2 de en 3 de graads brandwonden. Dus als de hand van het SO 6 maal (figuurlijk) past op de 2de en 3de graads brandwonden, dan spreken we van een verbrand lichaamsoppervlak van 6 x 1 % = 6 %. Chemische verbranding: Min. 30 minuten koelen en denk bij een eventuele hulpverlening, aan uw eigen bescherming.

14 Botbreuken. Ontwrichting. Zondagsarmpje. Ondersteuning bij botbreuken aan de arm. Verstuiking/ kneuzing. Voorwerp in oog. Bijtende stof in oog. Twijgbreuk: botbreuk in bot en niet in botvlies: geen afwijkende stand. Er is geen reden om een foto te maken vanwege het ontbreken van een zwelling en scheefstand. Bij blijvend functieverlies zal er alsnog een foto worden gemaakt. Botbreuk: breuk in bot en botvlies. Afwijkende stand, zwelling en pijn. Laat het SO de arm zelf ondersteunen en ga naar de EHBO Open botbreuk: breuk in bot en botvlies met wond. Dek de wond af met een gaasje met pleisters. Algemeen: fixatie en PHV. Ontwrichting ontstaat door korte ruk aan de arm, zwieren of aan de armpjes optillen. Er zijn dan 2 boteinden van het gewricht t.o.v elkaar verschoven. U ziet een abnormale stand. Actie: beweeg het lichaamsdeel niet en laat ondersteunen. PHV. Ontwrichting van de elleboog door optillen aan arm of zwieren. Het kind gebruikt de arm niet. Actie: beweeg het lichaamsdeel niet en laat het ondersteunen. Naar PHV. Onderarm - ondersteuning bij letsel: vinger,hand, pols, onderarm. Eventueel een mitella. Hand/pols - ondersteuning bij letsel: v.a. elleboog en hoger. Eventueel een brede das. Altijd de knoop op gezonde schouder. Door slag of stoot, beschadiging van spieren en bindweefsel. Blauwe plek of zwelling zjjn zichtbaar. Bewegen is mogelijk doch beperkt. Koelen gedurende 15 minuten. Evt. herhalen. Hooghouden en evt. drukverband. Bij twijfel HA. Niet laten wrijven, met schoon water druppelen; hou schone oog schoon. Bij een vuiltje even proberen om het met nat gaasje/ theedoek, naar dichtstbijzijnde ooghoek te verplaatsen. Als het niet lukt, dan naar de PHV. Spoel oog met zacht stromend lauw water. Let op. Vuile spoelwater niet in goede oog laten stromen. PHV

15 Voorwerp in neus. Laat het kind inademen door mond en daarna snuiten met open neusgat. Mocht het knoopje, kraaltje of propje papier niet naar buiten komen ga dan naar de HA. Voorwerp in oor. Oorpijn. Onderkoeling. Ernstige onderkoeling. Bevriezing. Oververhitting. Als een kind een voorwerp in het oor heeft gaat u naar de HA. Bij een insect in het oor druppelt u lauw water in het oor. Lukt dit niet, bezoek dan de HA. Zien: het kind is hangerig door stekende pijn. Actie: bied comfort en dien een pijnstiller toe. Leg het kind met het betreffende oor op een warm kussen. Indien geen succes dan HA. Zien:Het kind heeft het koud, heeft blauwe lippen en rilt. (Een baby rilt niet!). Actie: zorg voor een warme omgeving, verwijder natte kleding en verwarm het kind met dekens, ook om het hoofd of kies voor een warme douche, max. 38 graden. Geef suiker te drinken in de vorm van bijv. warme chocomelk, alleen als het kind niet misselijk is. Zien: het kind rilt niet meer, maar is suffig en soms agressief. Actie: warme omgeving, natte kleding verwijderen of evt. weg knippen. Wikkel in dekens met armen en benen apart. Bel Na ontdooiing is de onderverdeling conform verbranding. 1ste graads: droog en rood. (Zelf behandelen.) 2de graads: blaren. (heel laten) (PHV) 3de graads: gevoelloos. (Wit.) (PHV) Actie: opwarmen met max. 40 graden warm water gedurende 30 min en eventueel met uw eigen lichaamswarmte. Als de productie van lichaamswarmte groter is dan de afgifte, dan neemt transpiratie toe, met dus verlies van veel vocht en zout. Zien: rode huid, warm, snelle ademhaling en dorst. Actie: uitkleden, koelen met lauw water, goed drinken, liefst sportdrank en evt. chips laten eten. Bij bewustzijnsstoornis:

16 Insectenbeten. Bijensteek. (Naar) PHV als: < 3 jaar en meerdere steken. Allergische reactie: braken, diarree, neusslijmvlies irritaties, huiduitslag, zwelling/benauwd. (Bult uitzuigen voorkomt geen allergische reactie) Steek voor in de mond: koelen met waterijsje en observeren Achter in de keel: en koelen met waterijsje. Pijnlijke rode streep duidt op lymfevatontsteking. Bewustzijnsstoornis, of algehele roodheid of jeuk Vlakbij oog. (koelen) Koelen: 10 minuten koelen met natte doek of breng pijnverzachtende crème aan. Een bij verliest zijn angel en een deel van zijn ingewanden bij een steek en sterft daarna. Soms zit de angel nog in de bult. Actie: Angel met pincet of nagels uittrekken, niet het gifblaasje leeg knijpen. Daarna koelen. (Zie boven bij koelen). Wespensteek. Koelen. Bij ernstige verdikking van de steekplaats. HA Tekenbeet. Kwallensteek. Zien: het lijkt een klein korstje. Actie: < 24 uur met pincet/nagels, de teek zo dicht mogelijk bij de huid pakken en trekkend verwijderen. Wondje ontsmetten met alcohol. Noteer de datum en markeer de plek en blijf minimaal 1 maand de plek controleren. Bij rode vlek/cirkel, vermoeidheid of koorts, dan naar de HA. Nooit alcohol of benzine gebruiken. Door de schrik spuit teek speeksel in de wond. De kwallensteek geeft pijn, jeuk en een rode huid. Actie: spoelen met zeewater en nat houden, maar niet wrijven. Bij ernstige pijn is heet water op een verdraagbare temperatuur aan te raden. Indien dit niet voorhanden is dan is koelen ook voldoende. Indien het de ogen betreft dan HA.

17 Kiespijn. Tandletsel. Tand door lip. Koorts. Koortsstuip. Misselijk, braken. Een beginnend tandje kan pijn geven. Een koud kompres of een gekoelde bijtring kan de pijn verzachten. Bij een kloppende kiespijn kan een pijnstiller tijdelijk de pijn verzachten. Bezoek aan de tandarts is dan raadzaam. Een koud kompres kan op de pijnlijke kant van het gezicht ook helpen, evenals een kruidnagel op de zere plek Bij een tand die uit de mond is geslagen kunt u, bij een blijvend gebit, de tand in kopje melk of speeksel doen, om daarna naar de tandarts te gaan. Tand niet aan wortel pakken en alleen met water of melk afspoelen. Neem direct contact op met de tandarts, ook bij een losse tand. Geef het kind bij een Bloeding, een steriel gaasje om op te laten bijten en een bakje met enige tissues om het speeksel (bloed) op te vangen. Doorslikken geeft verhoogde kans op misselijkheid. Lippenrood geneest goed. Met gaasje dichtdrukken. Langer of dieper dan 1 cm: naar PHV. Koorts is 38 graden of meer. Hoge koorts is > 39 graden. Het kind voelt warm aan, transpireert en klappertandt soms. Actie: leg een natte washand op voorhoofd en laat het kind voldoende drinken. Bij gebruik van een koortsremmende pijnstiller, het kind in de gaten houden. Koorts is een natuurlijke afweerreactie van het lichaam en kan dus andere infectieziekten camoufleren. Oorzaak: een snelle temperatuurstijging kan bij een kind een koortsstuip veroorzaken. Zien: Het kind begint met armen/benen of het hele lichaam te schokken, begint met de ogen te rollen, speeksel stroomt uit de mond met soms een spoortje bloed vanwege het bijten op de wang of tong. Het gezicht ziet bleek en contact is niet mogelijk. Actie: zorg dat kind zich niet kan bezeren, observeer de ademhaling en bel Na de stuip legt u het kind in stabiele zijligging. Bij misselijkheid kan braken soms verlichting geven. Actie: geef een zakje of bakje en bied comfort. Na het braken mond spoelen met koud water. Indien > 2 uur dan HA. Is het braaksel met bloed of korrelig, bel dan

18 Vergiftigingen. Hersenvlies- Ontsteking. Hoofdpijn Buikpijn Bloedneus. Vermoed u inname? Kijk in en ruik aan de mond van het kind. Bij (twijfel over) inname: bel met Indien bezoek aan HA geadviseerd, neem verpakking mee. Acute ziekte, met o.a. hoge koorts, slecht drinken, en nekstijfheid. Het kind is ernstig ziek. Hoofdpijn en lichtschuw komt bij oudere kinderen voor. In een verder stadium kunnen puntvormige bloedinkjes ontstaan die niet wegdrukbaar zijn. Door de pijnlijke hersenvliezen is luier verwisselen pijnlijk, evenals het buigen van het hoofd. Actie: bied het kind enige troost en afleiding. Indien de hoofdpijn aanhoudt, laat het kind liggen op een rustig, donker plekje, zonder TV of PC prikkels. Actie: rust, een warme doek of kersenpitzak kunnen verlichting geven. Het kind kiest zelf voor de meest comfortabele positie. Bij constante pijn (langer dan 1 uur) of wisselende pijn, kiest u voor de HA. Laat het kind de neus snuiten om daarna gedurende 10 minuten de neus te latend dicht drukken, zittend in schrijvershouding. Geef een bakje met tissues om het speeksel niet te laten doorslikken. Adviseer om door de mond te ademen. Als de bloeding niet stopt of de neus vervormd is of de oorzaak een trauma is, dan naar de PHV. Bij mogelijk hersenletsel: niet snuiten.

19 Epilepsie vw epilepsie. watch?v=5atb5fec1-8 Wervelletsel. Suikerziekte Epilepsie = vallende ziekte. Als kinderen bekend zijn met epilepsie, dan is het toch mogelijk dat een kind een toeval krijgt. Dit uit zich in bewusteloosheid met schokken. Actie: begeleid de trekkingen zodat het kind zich niet bezeerd. Na de aanval kan het kind geplast hebben en is het kind erg moe. Bel indien het de eerste keer is, als de aanvallen iedere keer terug komen en indien zich ademweg of ademhalingsproblemen voordoen. SO klaagt na bijv. een val, over pijn in de nek/rug met tintelingen in de benen of vingers en kan niet of minder bewegen. Bel en beschut het SO tegen de kou met bijv. een jas. Het SO niet verplaatsen tenzij het SO zich in een gevaarlijke situatie bevindt. Begint het SO te braken dan dient u voorzichtig hef hoofd te draaien. Alert: geef suikerwater,druivensuiker of j us d orange, daarna vaste suikers. Mueslireep of broodje jam. Bewusteloos: Check ademhaling. Evt. in stabiele zijligging. Elektriciteitsletsel. Let op! Indien een SO vast zit aan een stroombron, dan veroorzaakt dat spierkramp en soms brandwonden. Schakel eerst de stroom uit. (Hoofdschakelaar). Geef SO met uw eigen knie een tik tegen de knieholte of trek SO weg aan de droge kleren. PHV. Algemene tips t.a.v. kinderen. Indien mogelijk: bij bloeding een rode of donkere theedoek gebruiken. Aanspreken kind: stel je zelf fysiek op gelijke hoogte. Probeer, ook al is dat heel moeilijk, kalm te blijven. Bij problemen: licht altijd de (vraag)ouders in.

20 AED. Automatische Externe Defibrillator. AED gebruik bij een baby. AED gebruik bij een kind. AED tips. Stoppen met de reanimatie Reanimeren i.c.m. de AED, verhoogt de overlevingskansen van het SO. Indien tijdens de reanimatie de AED wordt aangesloten, is het belangrijk dat de reanimatie niet wordt onderbroken. Er zijn 58 verschillenden AED s op de markt. Alle AED s zijn goed, maar verschillen alleen in prijs en uitvoering. De verschillen bestaan bijv. uit een display van de gesproken tekst tot een hoge waterdichtheid etc. Tijdens de reanimatie van een baby, plakt de 2de hulpverlener 1 elektrode op de borst en na het draaien van het SO op de zij, de andere elektrode midden op de rug. Dit is nodig omdat anders de plakkers elkaar raken. Tijdens de reanimatie van een kind, plakt de 2de hulpverlener beide elektroden op de borst. 1 rechts boven de tepel en de andere links onder de tepel. Gezien vanuit het SO. Volg de gesproken instructies van de AED op. Zet de AED bij het hoofdeinde van het SO en neem plaats tegenover de aanwezige hulpverlener. Na het aanzetten van de AED, ontbloot u de borst van het SO. Pak altijd 1 elektrode tegelijk van het tussenblad, omdat anders de kans bestaat dat de elektroden elkaar raken. Als dat gebeurt, kunnen de plakkers niet van elkaar worden losgemaakt. Maak, indien de plakplaats vochtig is door zweet of regen, de plakplaats droog met een droge doek. Indien u eenmaal de elektrode heeft geplakt, dan niet meer los halen, ivm verminderde plakkracht. U stopt met de reanimatie indien: - het SO begint te hoesten en/of te bewegen. - als de ambulancebemanning het zegt. - als de AED meldt: stop met reanimeren. - als u uitgeput bent. Bijv. als u helemaal alleen bent en niet kunt bellen.

21 (Digitale) achtergrondinformati e Meer achtergrond en medische informatie kunt u vinden in het Oranje Kruis boekje Eerste Hulp Aan Kinderen. Dit boekje is verkrijgbaar via het Oranje Kruis of in de boekhandel. Ook kunt u een kijkje nemen op de volgende site: Help! Eerste Hulp bij. (linker kolom 4 de van boven) Rechten Deze informatie wordt u aangeboden door Opleidingsinstituut BHV-4-YOU, en is zuiver bestemd als voorbereiding op de cursussen, georganiseerd en gecertificeerd door BHV-4-YOU. Niets uit deze uitgave mag, zonder schriftelijke toestemming van de eigenaar, gebruikt worden voor andere doeleinden dan onderwijs via Opleidingsinstituut BHV-4-YOU. Einde van de EHBO onderwerpen Ga nu naar de 15-vragen toets.