Gemeente van onze HEER Jezus Christus, gasten, luisteraars,

Transcriptie

1 Preek over HC zondag 19, v/a 52 Gemeente van onze HEER Jezus Christus, gasten, luisteraars, Laten we om te beginnen eens kijken naar de uitslag van de enquete van vanmorgen over het onderwerp dat we nu bespreken. [dia 1] Over de eerste vraag. Het geloof in de wederkomst, wat voor rol speelt da bij ons? Denken we er vaak aan, of niet? Het zou wel een rol moeten spelen. Alle heilsfeiten die we als gemeente vieren (kerst, pasen, hemelvaart, pinksteren) zijn gebeurtenissen die achter ons liggen. De enige gebeurtenis waarvoor dat niet geldt is Jezus wederkomst, de dag van het oordeel. Heel het leven nu is een toeleven naar die dag. Waarop we Jezus zullen zien terugkomen op de wolken. Waarop we zullen zien waarop we nu nog hopen. Waarop je live meemaakt wat je nu nog gelooft. [dia 2 leeg scherm] Als je het Nieuwe Testament leest en let op de rol die de verwachting van Jezus wederkomst daarin speelt dan valt je vast en zeker op hoe vaak je dit tegenkomt. Bijvoorbeeld in Handelingen 2, maar ook in de beide brieven aan de Tessalonisenzen. En in de brieven van Petrus natuurlijk. Daaruit hebben we net gelezen. 1 Petrus 4: Het einde van alles is nabij. Zo merk je, dat het leven van de gelovigen in het Nieuwe Testament getypeerd werd door 1) wat er gebeurd is: denk aan alle christelijke feesten die achter ons liggen en 2) door wat nog komt: het einde van alles, het laatste oordeel.

2 Dat geldt ook voor jou en mij: wie je bent en hoe je je gedraagt (denk aan 1 Petrus 4: elkaar liefhebben, gastvrij zijn, enz.) mag aan de ene kant geworteld zijn in wat er gebeurd ís (lijden, sterven en opstanding) en aan de andere kant door wat nog komt. Ontwikkel dus een gezond besef van tijd: leef geworteld in wat is gebeurd en verlangend naar wat komt. [dia 3] Nu die tweede vraag: wat voor reactie, welke gevoelens horen erbij als je denkt aan de naderende dag van het oordeel? [resultaat bespreken] In 2 Korintiërs 5 vers 10 staat [dia 4]: Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus verschijnen, zodat ieder van ons krijgt wat hij verdient voor wat hij in zijn leven heeft gedaan, of het nu goed is of slecht. In Matteüs 12 zegt Jezus [dia 5]: Ik zeg u: van elk nutteloos woord dat mensen spreken, zullen ze op de dag van het oordeel rekenschap moeten afleggen. In de Nederlandse Geloofsbelijdenis staat in art. 37 over het laatste oordeel [dia 6]: Dan zullen voor deze grote Rechter persoonlijk verschijnen alle mensen die ooit geleefd hebben: mannen, vrouwen en kinderen, [ ] Dan zal wat door de mensen in het verborgen bedreven is, ook hun huichelarij, openlijk voor allen aan het licht gebracht worden. Hoe lees je dat? Ik denk dat de meeste mensen dit niet prettig vinden om aan te horen. [dia 7 leeg scherm] Dat is niet alleen iets van nu. In de NGB staat ook: Terecht is daarom de gedachte aan dit oordeel schrikwekkend en angstaanjagend voor de slechte en goddeloze mensen, maar de rechtvaardigen en uitverkorenen verlangen er vurig naar en putten er rijke troost uit.

3 Rijke troost? Denk ook even aan de catechismus: Welke troost schenkt u de wederkomst van Christus om te oordelen de levenden en de doden? Rijke troost? Inderdaad, rijke troost. Dat is een beetje kerktaal. Zeg maar: een geweldige opluchting. Ik wil dat graag duidelijk maken in het vervolg van de preek [dia 8 titel] Waarom is het uitzicht op het laatste oordeel voor wie gelooft een geweldige opluchting? Waarom verlangen gelovige mensen naar het oordeel? [dia 8.1] In de eerste plaats. Omdat God oordeelt. [dia 8.2] In de tweede plaats: omdat Hij het oordeel overlaat aan Jezus Christus. God oordeelt Dat eerste [dia 9 titel]. God oordeelt, dat betekent voor mij een geweldige opluchting. Want: 1. [dia 9.1] Mensen kunnen het niet. Wij kunnen het niet aan om te oordelen. Ik maak gemakkelijk fouten. Want ik zie alleen de buitenkant. God niet (zie bijv. psalm 139). God ziet ook de binnenkant. De verborgen motieven; 2. [dia 9.2] Mensen mogen dat ook niet. Omdat het eind oordeel in Gods hand is, moet ik het daar ook laten. Elk oordeel dat mensen uitspreken, zelf de kerkelijke tucht, is voorlopig. In Romeinen 12 vers 10 staat: Neem geen wraak, geliefde broeders en zusters, maar laat God uw wreker zijn, want er staat geschreven dat de Heer zegt: Het is aan mij om wraak te nemen, Ik zal vergelden. Dat brengt mij bij het volgende punt, daar wil ik iets langer bij stil staan.

4 3. [dia 9.3] Mensen hoeven het niet. tijdens mijn studie heb ik geleerd van een theoloog uit de Balkan (Miroslav Volf). Zo leven, zegt hij ik bedoel niet oordelen kan alleen als je gelooft in een goddelijk oordeel. Het geloof in het laatste oordeel, de bijbelpassages die daarover gaan, zijn niet populair in het westen. Een vurig verlangen naar Gods oordeel. Maar stel je dit geloof eens voor vanuit het perspectief van iemand wiens stad of dorp is platgebrand [ ], wiens dochters zijn verkracht, wiens vader is vermoord. Hoe kan zo iemand niet oordelen? Noem één reden waarom de moeder van Natalie Holloway degene die verantwoordelijk is voor de dood of verdwijning van haar bloedeigen dochter niet zou veroordelen. Waarom een mens geen wraak zou nemen? Ik zeg: alleen als hij of zij zeker weet dat er een rechtvaardig oordeel komt over wie dat gedaan heeft. Geen slepend proces met een politieke uitkomst. Maar een rechtvaardig oordeel. Zo moet je de NGB ook lezen als er in art. 37 staat over de gelovigen dat: hun onschuld zal door allen worden erkend en dat zij zullen zien de verschrikkelijke manier waarop God Zich wreekt op de goddelozen, die hen in deze wereld getiranniseerd, verdrukt en gekweld hebben. Dat laatste gaat dus niet over elke buurman (hoewel iedereen zich zal moeten verantwoorden tegenover God) maar in het bijzonder over elk slecht mens. Denk aan de vervolgers van de opstellers van deze belijdenis. God oordeelt. Ik vind dat een geweldige opluchting. Want ik kan het niet. Ik mag het niet. En ik hoef het niet. Maar er komt wel een oordeel. Over alles dat slecht is. Wat slecht is, blijft niet voor altijd ongestraft. Dat was 1. [dia 10] waarom en hoe kan je leren verlangen naar oordeel. Om dat God oordeelt. En, dat is 2, omdat God het oordeel heeft overgelaten aan zijn Zoon: Jezus Christus.

5 God oordeelt. Ik niet. Maar hoe oordeelt God? Ook daarover staat er iets in de belijdenis, en in de Bijbel. God oordeelt, dat is een opluchting. Ik hoef dat niet te doen. Maar het is alleen een opluchting als je weet dat God niet willekeurig oordeelt, maar werkelijk, echt, rechtvaardig is. En als je erop vertrouwt dat jij in dat oordeel niet veroordeelt wordt. Een paar hoofdlijnen over Gods bedoelingen. Met de wereld, met ons. Waarom oordeelt Hij, en hoe? 1. [dia 11] God heeft geen gewelddadig doel met de wereld. Hij wil dat het goed wordt. Hij werkt van Genesis tot Openbaringen aan een goede wereld. Zijn doel is een eeuwig vrederijk (Jesaja). Daarom oordeelt Hij het kwaad. Daar is geen plek voor in Gods wereld. Jezus bracht daarvoor het offer. 2. [dia 12] Wij kunnen er van uit gaan dat God rechtvaardig oordeelt. Soms licht de BIjbel een tipje van de sluier op. In Genesis 15 zegt God tegen Abraham dat zijn nakomelingen 400 jaar slaaf zullen zijn in Egypte. Maar God zegt ook: [14] Maar ik zal hun onderdrukkers ter verantwoording roepen, en dan zullen ze wegtrekken, met grote rijkdommen. En in vers 16: Pas de vierde generatie zal hierheen terugkeren, want pas dan hebben de Amorieten zo veel misdaden bedreven dat de maat vol is. Als je sommige teksten uit de Bijbel leest kan Gods handelen willekeurig lijken, maar er ligt daar kunnen we vanuit gaan een rechtvaardig oordeel aan ten grondslag. 3. [dia 13] God oordeelt niet alleen over anderen, maar ook over zijn eigen volk. Dat hebben we gelezen in 1 Petrus 4. Maar ook de ballingschap is daar een voorbeeld van. En de 10 plagen in Egypte. Wanneer God de 10 e plaag aankondigt moeten ook de Israëlieten zich beschermen tegen de doodsengel door bloed op de deurposten te smeren. Je kunt dus op grond van de Bijbel zeggen, dat Gods oordeel begint bij zijn eigen volk.

6 Dat brengt mij op het laatste punt. Want hoe is dat een troost, dat Gods oordeel begint bij zijn eigen mensen? Hoe is het een opluchting, dat God oordeelt? Hoe kan je daarnaar verlangen, als ook jij je zult moeten verantwoorden tegenover de Almachtige? [dia 14] Dat is een troost / een opluchting, omdat God het oordeel overlaat aan zijn Zoon Jezus Christus. Ik verwacht (catechismus, v/a 52) juist Hem als Rechter uit de hemel, die zich eerst om mij voor Gods Rechterstoel gesteld heeft en heel de vloek van mij heeft weggenomen. Tot slot. [dia 15 titel] Wat betekent de belijdenis dat Jezus komt om te oordelen dus concreet voor mij, voor u, voor jou? O [dia 15.1] Het betekent een geweldige opluchting. God oordeelt. Niet wij. Wij kunnen dat niet, wij mogen dat niet en wij hoeven dat niet. Het kan zijn dat je veel onrecht ervaart in je leven. Dat kan letterlijk, van mensen die jou onrecht aandoen. Het kan fysiek: dat de macht van dood en ziekte, machten die niet bij Gods goede schepping horen, jouw lichaam of geest in de greep houden. Het kan ook geestelijk: dat je weinig van God ervaart. Wees ervan overtuigd dat God zichzelf bekend zal maken. Op de grote, de jongste dag. dan zal God jouw vurige verlangen om Hem te zien in deze verknipte wereld bevredigen. Zijn beloften volledig inlossen. Hij zal rechtvaardig rechtspreken. Je zult Hem zien. Hij komt! O [dia 15.2] Het betekent dat wij, dat jij, nú geroepen bent om ernst te maken met je leven met God. Dat je leeft met een gezond besef van tijd. Geworteld in het lijden, sterven en in de opstanding van Jezus Christus. En verwachtend dat Hij komt. Laten we Hem in alle ernst aanbidden, en een leven leiden dat bij Hem past. Hij, die zichzelf gaf voor ons tot in de dood. Want Hij komt om te oordelen. Laten wij ons leven beteren. O [dia 15.3] En het betekent dat je elke neiging om te oordelen uit je leven bant. Het betekent niet dat je alles hoeft goed te keuren, maar wel dat

7 het eeuwig oordeel niet aan jou maar aan God is. Zijn er oordelen die jij stiekem al over een ander of over jezelf (dat kan ook!) hebt uitgesproken, leg ze in de handen van God. Vergeef ons onze schulden zoals ook wij anderen vergeven. Alleen bij God is het oordeel veilig. Voor eeuwig. [amen]