Concessie openbaar vervoer Veluwe

Transcriptie

1 Concessie openbaar vervoer Veluwe Het College van Gedeputeerde Staten van Gelderland [datum]

2 Inhoud Pagina 1 Algemene bepalingen De concessie Concessievoorwaarden: Rechten en plichten Overige bepalingen... 15

3 Gedeputeerde Staten van Gelderland; Gelet op de Wet personenvervoer 2000 en het Besluit personenvervoer 2000, Overwegende: a) dat Gedeputeerde Staten van Gelderland (hierna te noemen: de Concessieverlener) krachtens artikel 20 van de Wet personenvervoer 2000 het bevoegde bestuursorgaan is voor het verlenen, wijzigen of intrekken van concessies voor openbaar vervoer in het concessiegebied Veluwe; b) dat de Concessieverlener de Concessie voor het Openbaar Vervoer in het concessiegebied Veluwe (hierna te noemen: de Concessie) openbaar heeft aanbesteed; c) dat de Concessieverlener bij besluit van [datum] het Programma van Eisen (zoals hierna gedefinieerd) ten behoeve van de aanbesteding van de Concessie heeft vastgesteld; het Programma van Eisen is onderdeel van het Bestek (zoals hierna gedefinieerd) dat als [bijlage 1] bij deze Concessie is opgenomen; d) dat voordat het Programma van Eisen werd vastgesteld de Concessieverlener: (i) overleg heeft gevoerd met de gemeenten [Apeldoorn, Barneveld, Brummen, Elburg, Ede, Epe, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten, Scherpenzeel, Voorst, Wageningen en Zutphen]; (ii) op grond van artikel 44 van de Wet personenvervoer 2000, terzake advies aan Consumentenorganisaties heeft gevraagd; (iii) overleg heeft gevoerd met aangrenzende OV-autoriteiten; (iv) een marktconsultatie heeft gehouden; e) dat de Concessieverlener bij besluit van [datum] de Aanbestedingsleidraad (zoals hierna gedefinieerd) op ambtelijk niveau heeft vastgesteld; de Aanbestedingsleidraad vormt tezamen met het Programma van Eisen, alle overige bijlagen en de bijbehorende Nota's van Inlichtingen het Bestek dat als bijlage 1 bij deze Concessie is opgenomen; 3

4 f) dat de aanbestedingsprocedure voor de Concessie heeft plaatsgevonden in overeenstemming met de artikelen 37 en 38 van het Besluit personenvervoer 2000; g) dat Concessiehouder (zoals hierna gedefinieerd) door inschrijving voor de Concessie in aanmerking wenst te komen en daartoe de in bijlage 2 opgenomen Inschrijving (zoals hierna gedefinieerd) heeft gedaan; h) dat de door Concessiehouder overgelegde Inschrijving op grond van de in voornoemd Bestek opgenomen gunningscriteria - en met inachtneming van het bepaalde in artikel 38 van het Besluit personenvervoer de economisch meest voordelige inschrijving is gebleken; i) dat de Concessieverlener bij besluit van [Datum] heeft besloten de Concessie aan Concessiehouder te verlenen; j) dat de identiteit van de Concessiehouder is gebleken uit zijn inschrijving bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken en dat ingevolge artikel 38 van het Besluit personenvervoer 2000 de geschiktheid van de Concessiehouder door de Concessieverlener is vastgesteld; k) dat [door de Concessiehouder de noodzakelijke Vergunning (zoals hierna gedefinieerd) is overgelegd / Concessiehouder heeft toegezegd de noodzakelijke Vergunning (zoals hierna gedefinieerd) uiterlijk op de dag waarop de exploitatie op basis van deze Concessie start, te zullen hebben overgelegd]; l) dat er geen andere beletselen of omstandigheden zijn gebleken die zich tegen de concessieverlening verzetten; m) dat de Concessiehouder de Dienstregeling terzake van de Concessie zal laten ingaan op 12 december 2010 en dat gedurende de Concessieperiode een nieuwe Dienstregeling ieder jaar zal ingaan op een nader te bepalen datum in december, gelijktijdig met de nieuwe dienstregeling van NS op het spoor, tenzij de Concessieverlener en Concessiehouder onderling een andere datum overeenkomen; 4

5 Besluiten: Aan [naam Concessiehouder], statutair gevestigd te [Adres], ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel voor [---] onder nummer [-- -], op grond van artikel 20 van de Wet personenvervoer 2000 voor het verrichten van Openbaar Vervoer de Concessie openbaar vervoer Veluwe te verlenen, Aan welk besluit de volgende bepalingen zijn verbonden: 5

6 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Definities In deze Concessiebeschikking (alsmede in het Bestek) wordt verstaan onder: Aanbestedingsleidraad De op [datum] door Concessieverlener op ambtelijk niveau vastgestelde aanbestedingsleidraad inzake de Europese aanbesteding Concessie openbaar vervoer Veluwe , die integraal deel uitmaakt van het Bestek. Auto Motorrijtuig ingericht voor het vervoer van ten hoogste acht personen, de bestuurder daaronder niet begrepen. Besluit personenvervoer 2000 Het besluit van 14 december 2000, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van de Wet personenvervoer 2000 (Stb. 2000, 563), zoals deze van tijd tot tijd zal bestaan. Bestek Het document behorende bij de aankondiging in het Supplement op het Publicatieblad van de Europese Unie met nummer [---], dat de Aanbestedingsleidraad, het Programma van Eisen, alle overige bijlagen en de bijbehorende Nota's van Inlichtingen d.d. [---] omvat. Boete Een geldbedrag dat de Concessiehouder dient te voldoen aan de Concessieverlener indien de Concessiehouder naar het oordeel van de Concessieverlener verplichtingen niet nakomt. Bonus Een prestatie-afhankelijke bijdrage die de Concessiehouder van Concessieverlener kan ontvangen naast de reguliere Exploitatiebijdrage. Bonusregeling De regeling als opgenomen in paragraaf [B.6] van het Bestek, waarin de voorwaarden zijn vastgelegd voor het toekennen van Bonussen of het opleggen van Malussen door Concessieverlener. Bus Motorrijtuig ingericht voor het vervoer van meer dan acht personen, de bestuurder daaronder niet begrepen. Concessie Het krachtens deze Concessiebeschikking verleende recht om - onder de in deze beschikking vermelde voorwaarden - met uitsluiting van anderen gedurende de Concessieperiode het Openbaar Vervoer in het Concessiegebied te verrichten. 6

7 Concessiebeheerder De instantie die het dagelijkse beheer van de Concessie zal voeren. Dit is in beginsel de Concessieverlener zelf, doch zij is te allen tijde gerechtigd (bepaalde taken behorende tot) het concessiebeheer over te dragen aan een ander (openbaar) lichaam. Concessiebeschikking De onderhavige beschikking, waarbij de Concessie aan Concessiehouder wordt verleend. Concessiegebied Het geografische gebied waarop de Concessie betrekking heeft, te weten het grondgebied van de gemeenten Apeldoorn, Barneveld, Brummen, Ede, Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten, Scherpenzeel, Voorst, Wageningen en Zutphen-De Hoven. Concessiehouder De vervoerder aan wie deze Concessie is verleend, te weten [naam Concessiehouder, statutair gevestigd te [---]] Concessieperiode De periode waarvoor de Concessie is verleend. Concessieverlener Gedeputeerde Staten van Gelderland die conform artikel 20 van de Wet personenvervoer 2000 het bevoegd gezag zijn om de Concessie te verlenen. Concessievoorschriften Alle eisen en verplichtingen opgenomen in, of voortvloeiend uit, deze Concessiebeschikking en/of het Bestek en de Inschrijving (steeds met inbegrip van bijlagen). Consumentenorganisaties De door de Concessieverlener aangewezen consumentenorganisaties waaraan advies wordt gevraagd en met wie overleg wordt gevoerd als bedoeld in de artikelen 27 en 31 van de Wet personenvervoer CVV Collectief Vraagafhankelijk Vervoer als bedoeld in artikel 6 van het Besluit personenvervoer 2000 (ook wel genoemd: Regiotaxi). Dienstregeling Voor een ieder kenbaar schema van reismogelijkheden waarin zijn aangeduid de halteplaatsen waartussen en de tijdstippen waarop Openbaar Vervoer wordt verricht, zo nodig onder de vermelding of de halteplaatsen of de tijdstippen door de reiziger kunnen worden beïnvloed. Dienstregelinguur (DRU) Een rij-uur op een in de Dienstregeling gepubliceerde rit, waarin een vervoerproduct open staat voor het vervoeren van reizigers. Hieronder vallen dus geen uren die zijn gemaakt bij de uitvoering van ritten die uitsluitend zijn 7

8 bedoeld voor het overbrengen van Materieel en niet zijn opengesteld voor reizigers. Stationnementen behoren niet tot een DRU. Exploitatiesubsidie De door de Concessieverlener aan de Concessiehouder te verstrekken financiële middelen ten behoeve van de exploitatie van het krachtens het Bestek en de Inschrijving te verrichten Openbaar Vervoer, zoals nader beschreven in paragraaf [B.6] van het Bestek. Feestdagen Algemeen erkende feestdagen als bedoeld in artikel 3 lid 1 van de Algemene Termijnenwet (zijnde: de Nieuwjaarsdag, de Christelijke tweede Paas- en Pinksterdag, de beide kerstdagen, de Hemelvaartsdag, de dag waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd en de vijfde mei). Geschillencommissie Openbaar Vervoer Een commissie die geschillen met betrekking tot de totstandkoming of uitvoering van de vervoersovereenkomst tussen reizigers en de Concessiehouder bij wijze van bindend advies beslecht, een en ander als bedoeld in artikel 8.6 van deze Concessiebeschikking. Inschrijving De inschrijving inclusief de bijbehorende bescheiden d.d.[datum], met kenmerk [---], die Concessiehouder op grond van de terzake gehouden aanbesteding heeft gedaan en op basis waarvan de Concessie aan hem wordt gegund. Malus Een prestatie-afhankelijke vermindering van de Exploitatiebijdrage, die wordt doorgevoerd indien de Concessiehouder naar het oordeel van de Concessieverlener benedengemiddelde prestaties heeft geleverd als vastgesteld aan de hand van de criteria opgenomen in het Bestek. Materieel De voertuigen die de Concessiehouder voor de uitvoering van de Concessie gebruikt of doet gebruiken. Ontwikkelteam Het team, gevormd door Concessieverlener, Concessiehouder en betrokken gemeenten, dat verantwoordelijk is voor de ontwikkelfunctie van het Openbaar Vervoer in het Concessiegebied, een en ander zoals beschreven in paragraaf [C.0] van het Bestek. Opbrengstrisico Het risico dat de op grond van de Concessie te behalen Vervoeropbrengsten in een bepaalde periode lager uitvallen dan door Concessieverlener en/of Concessiehouder verwacht. Openbaar Vervoer Voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een Dienstregeling met een Auto en/of Bus. 8

9 Opties De opties zoals beschreven in paragraaf [C.1] van het Bestek en zoals door Concessiehouder aangeboden in de Inschrijving. Programma van Eisen Het op [datum] door Gedeputeerde Staten van Gelderland vastgestelde programma van eisen openbaar vervoer Veluwe dat integraal deel uitmaakt van het Bestek. PSO-Verordening Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad. Stationnement Het stilstaan op het begin- of eindpunt of op een tussenhalte, waar volgens de Dienstregeling langer dan 2 minuten wordt stilgestaan. Taxivervoer Personenvervoer per auto, anders dan Openbaar Vervoer als bedoeld in artikel 1, onder h van de Wet personenvervoer 2000, tegen betaling. Vergunning De krachtens de Wet personenvervoer 2000 (dan wel krachtens de thans ingetrokken Wet Personenvervoer) verleende vergunning voor collectief personenvervoer. Vervoeropbrengst De middelen die de Concessiehouder genereert uit de verkoop van vervoerbewijzen. Voorzieningenniveau Het volledige aanbod van Openbaar Vervoer in het Concessiegebied, uitgedrukt in plaats, tijd, frequentie en modaliteit, zoals dat door de Concessiehouder wordt aangeboden in de Dienstregeling en in overeenstemming is met het Bestek en de Inschrijving. Werkdagen De dagen maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van Feestdagen. Wet personenvervoer 2000 De Wet van 6 juli 2000, houdende nieuwe regels omtrent het openbaar vervoer, besloten busvervoer en taxivervoer (Stb. 2000, 314), zoals deze van tijd tot tijd zal bestaan. 9

10 2 De concessie Artikel 2 Recht tot Exploitatie 2. 1 De Concessieverlener verleent de Concessiehouder, met uitsluiting van andere vervoerders, gedurende de looptijd van deze Concessie het recht tot het exploiteren van het Openbaar Vervoer in het Concessiegebied De Concessiehouder dient te gedogen dat de houders van omliggende concessies binnen het Concessiegebied het in bijlage [E.5.3] bij het Bestek beschreven Openbaar Vervoer uitvoeren. De Concessieverlener kan de lijst met te gedogen lijnen aanpassen gedurende de looptijd van de Concessie. Artikel 3 Concessiegebied De Concessie betreft het Concessiegebied zoals nader beschreven in paragraaf [A.5] van het Bestek. Artikel 4 Vervoervorm 4. 1 De Concessie omvat het Openbaar Vervoer binnen de grenzen van het in artikel 3 beschreven Concessiegebied Deze Concessie houdt geen vervoer in van Regiotaxi (CVV) en/of Taxivervoer in het Concessiegebied. Artikel 5 Looptijd 5. 1 Deze Concessie geldt voor een periode van omstreeks zes jaar, die ingaat op 12 december 2010 en eindigt aan het eind van de Dienstregeling 2015/2016, doch uiterlijk op 31 december Indien Concessiehouder tijdig en volledig voldoet aan de eisen zoals bepaald in paragraaf [B.6] van het Bestek verlengt de Concessieverlener de duur van de Concessie, onder gelijkluidende voorwaarden, met een periode van vier jaar, tot het eind van de Dienstregeling 2019/2020, doch uiterlijk tot 31 december [Indien de wetswijziging, die voorzien is op 3 december 2009, en die op grond van artikel 4, lid 3 van de PSO-Verordening een maximale concessieduur van 10 jaar mogelijk zal maken, niet zou doorgaan, beperkt de verlenging als bedoeld in het vorige lid zich tot een periode van twee jaar, i.e. tot het einde van de Dienstregeling 2017/2018.] 10

11 5. 4 Het tijdvak waarvoor de Concessie is verleend kan, na de periode genoemd in artikel 5.2 c.q. 5.3 nog eenmaal door de Concessieverlener, onder gelijkluidende voorwaarden, voor een periode van ten hoogste twaalf maanden worden verlengd, indien aanbesteding van de Concessie voor een aansluitend tijdvak niet heeft geleid tot een concessieverlening Na het verstrijken van de concessieduur, zoals bepaald in dit artikel, eindigt de Concessie van rechtswege, dus zonder dat opzegging en/of een besluit tot intrekking dan wel wijziging is vereist, en zonder dat de Concessieverlener jegens de Concessiehouder dan gehouden is tot enige vorm van schadevergoeding, een en ander onverminderd het bepaalde in artikel 47 van de Wet personenvervoer

12 3 Concessievoorwaarden: Rechten en plichten Artikel 6 Algemeen 6. 1 De Concessiehouder verplicht zich de Concessie uit te voeren in overeenstemming met a) de in deze Concessiebeschikking en het Bestek vervatte voorwaarden; b) al hetgeen Concessiehouder in de Inschrijving heeft aangeboden (met inbegrip van de Opties, indien en zodra deze door Concessieverlener zijn ingeroepen) De Concessiehouder dient het Openbaar Vervoer als een goed Concessiehouder nauwgezet en met een niet aflatend streven naar verbetering van het aangeboden Voorzieningenniveau uit te voeren De Concessieverlener behoudt zich het recht voor om deze Concessie aan te passen indien (wijzigingen in) wet- en regelgeving daartoe aanleiding geven Alle reizigers met een geldig vervoerbewijs worden conform de Dienstregeling vervoerd. De Concessiehouder is verplicht de Dienstregeling zodanig uit te voeren dat aan de vervoervraag volledig wordt voldaan. Artikel 7 Financieel Kader 7. 1 Het Opbrengstrisico ligt bij Concessiehouder. Alle door Concessiehouder in het kader van de Concessie behaalde Vervoeropbrengsten komen toe aan Concessiehouder De Concessiehouder heeft op basis van de geleverde vervoersprestaties recht op een Exploitatiebijdrage overeenkomstig het bepaalde in paragraaf [B.6] van het Bestek Naast de in paragraaf [B.6.2 en B.6.29 t/m B.6.33] van het Programma van Eisen genoemde subsidies heeft Concessiehouder geen recht op enige bijdrage voor specifieke doeleinden of enige andere aanvullende financiële bijdrage van de Concessieverlener. Artikel 8 Vervoerbewijzen, Tarieven en Vervoervoorwaarden 8. 1 Onverminderd het bepaalde in artikel 45 van het Besluit personenvervoer 2000 is de Concessiehouder verplicht reizigers te 12

13 vervoeren die beschikken over een of meer geldige vervoerbewijzen Ten aanzien van het aanbieden en accepteren van vervoerbewijzen dient Concessiehouder zich te houden aan de terzake in het Bestek genoemde eisen (zoals met name genoemd in paragraaf [C.5]) De Concessieverlener stelt jaarlijks de tarieven voor vervoerbewijzen vast. Daarbij kan de Concessieverlener voor bepaalde doelgroepen (bijvoorbeeld kinderen, 65-plussers) een gereduceerd tarief vaststellen De Concessiehouder zal op de in verband met de Concessie nader met de reiziger(s) te sluiten vervoersovereenkomsten de meest recente Algemene Voorwaarden Openbaar Stads- en Streekvervoer (thans zijnde de algemene voorwaarden, zoals deze zijn gedeponeerd bij de rechtbank te Den Haag onder nummer 82/2007), van (overeenkomstige) toepassing verklaren Behandeling van klachten van reizigers met betrekking tot de uitvoering van de Concessie zal plaatsvinden conform het bepaalde in (met name paragraaf [C.6.19 t/m C.6.24] van) het Bestek Geschillen over de totstandkoming en/of uitvoering van een vervoersovereenkomst tussen de Concessiehouder en een reiziger worden behandeld door de Geschillencommissie Openbaar Vervoer te Den Haag. Artikel 9 Deelname Ontwikkelteam De Concessiehouder is verplicht actief deel te nemen in het Ontwikkelteam, een en ander conform het bepaalde in paragraaf [C.0] van het Programma van Eisen. Artikel 10 Consumentenorganisaties De Concessieverlener organiseert in voorkomende gevallen bijeenkomsten met het ROCOV en/of eventuele andere Consumentenorganisaties, waarbij in beginsel altijd een vertegenwoordiger van de Concessiehouder aanwezig dient te zijn. Concessieverlener zit deze bijeenkomsten voor. In deze bijeenkomsten vraagt Concessiehouder overeenkomstig artikel 31 van de Wet personenvervoer 2000 advies aan het ROCOV en/of eventuele andere Consumentenorganisaties over in ieder geval de in artikel 33, lid 1 van het Besluit personenvervoer 2000 genoemde onderwerpen. 13

14 De Concessiehouder stelt het ROCOV en/of eventuele andere Consumentenorganisaties in staat overleg met hem te voeren, alvorens zij het in het vorige lid bedoelde advies uitbrengen De Concessiehouder verstrekt het ROCOV en/of eventuele andere Consumentenorganisaties tijdig, doch minimaal zes weken voor het uit te brengen advies, informatie met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde onderwerpen Indien de Concessiehouder het in dit artikel bedoelde advies van het ROCOV en/of eventuele andere Consumentenorganisaties niet volgt, dient hij de overwegingen hiervoor kenbaar te maken aan het ROCOV en/of eventuele andere Consumentenorganisaties en de Concessieverlener. Artikel 11 Procedure Dienstregeling De Dienstregeling wordt vastgesteld conform het bepaalde in (met name paragraaf [C.1] van) het Bestek. Artikel 12 Informatievoorziening aan Concessieverlener De Concessiehouder rapporteert met betrekking tot de uitvoering van de Concessie aan de Concessieverlener conform het bepaalde in (met name paragraaf [C.1 en C.8.5] van) het Bestek De Concessiehouder informeert de Concessieverlener schriftelijk en zo spoedig mogelijk omtrent zaken die zich tijdens de uitvoering van de Concessie voordoen en die het belang van de Concessieverlener raken als verantwoordelijke voor het openbaar vervoerbeleid De contacten tussen de Concessieverlener en de Concessiehouder vinden plaats in de Nederlandse taal Kennisgevingen die de Concessieverlener en de Concessiehouder in verband met deze Concessie aan elkaar zullen doen, vinden schriftelijk plaats. Mondelinge mededelingen, toezeggingen of afspraken hebben geen rechtskracht, tenzij deze schriftelijk zijn bevestigd Indien de Minister/het Ministerie van Verkeer en Waterstaat de Concessieverlener verzoekt om informatie die (mede) verband houdt met de Concessie, verleent de Concessiehouder volledige medewerking aan de verstrekking van de verlangde informatie. 14

15 4 Overige bepalingen Artikel 13 Beheer van de Concessie Het beheer van de Concessie berust bij de Concessieverlener. De Concessieverlener is bevoegd om taken, bevoegdheden, rechten, etc. die op grond van deze Concessiebeschikking, het Bestek (waaronder tevens begrepen het Programma van Eisen) bij hem berusten, over te dragen aan een ander (openbaar) lichaam, tenzij expliciet ander vermeld in de Concessiebeschikking en/of het Bestek en voor zover zulks in overeenstemming is met terzake toepasselijke wettelijke bepalingen Indien de Concessieverlener op grond van het vorige lid bepaalde op haar rustende taken, bevoegdheden, rechten, etc. overdraagt aan een ander (openbaar) lichaam, wordt de Concessiehouder hierover tijdig ingelicht. Artikel 14 Boetes bij Overtreding van de Concessievoorschriften Indien de Concessieverlener constateert dat de Concessiehouder zich niet houdt aan de voorwaarden van deze Concessiebeschikking, het Bestek of de Inschrijving, kan de Concessieverlener overgaan tot het opleggen van een Boete conform paragraaf B.6 van het Bestek, onverminderd de overige rechten van Concessieverlener, waaronder het recht op nakoming en/of schadevergoeding De Concessiehouder dient door de Concessieverlener opgelegde Boetes binnen 2 weken na bekendmaking daarvan aan de Concessiehouder te voldoen. De Concessieverlener behoudt zich het recht voor Boetes te verrekenen met (de maandelijkse uitbetaling van) de aan Concessiehouder te betalen Exploitatiebijdrage en/of om Boetes te verrekenen bij de vaststelling van de Exploitatiebijdrage. Artikel 15 Aansprakelijkheid De Concessiehouder is overeenkomstig het bepaalde in de Wet personenvervoer 2000, het Besluit personenvervoer 2000 en Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, aansprakelijk voor schade die reizigers of derden mochten lijden ten gevolge van de uitvoering van de Concessie. Daartoe moet de Concessiehouder deugdelijk verzekerd zijn tegen de gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid gedurende de duur van de Concessie. De verzekering dient te voldoen aan de in paragraaf [B.4.4.2] van het Bestek gestelde eisen. 15

16 De Concessiehouder vrijwaart de Concessieverlener voor aanspraken van reizigers of derden die voortvloeien uit de in het eerste lid bedoelde aansprakelijkheid van de Concessiehouder De Concessiehouder is jegens de Concessieverlener aansprakelijk voor schade die de Concessieverlener lijdt wegens het niet dan wel niet behoorlijk nakomen door de Concessiehouder van de bepalingen die zijn opgenomen in deze Concessie, tenzij er sprake is van een overmachtsituatie als genoemd in het vierde lid Onder overmacht wordt verstaan elke gebeurtenis, die een partij beperkt of verhindert in de nakoming van zijn verplichtingen ingevolge deze Concessie en die niet te wijten is aan zijn schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het maatschappelijke verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt. Ingeval van een situatie van overmacht zal de Concessiehouder onverwijld aan de Concessieverlener mededeling doen van de aard van de overmacht en, indien mogelijk, de verwachte duur Onder overmacht wordt in ieder geval niet begrepen uitvoering van opdrachten voor andere opdrachtgevers, ziekte van personeel, werkstakingen, mankementen aan het in te zetten Materieel ten gevolge van achterstallig onderhoud of anderszins een tekort aan capaciteit van personeel en/of Materieel Gedurende de duur van de overmacht wordt de nakoming van verplichtingen ingevolge deze Concessiebeschikking zowel voor de Concessiehouder als voor de Concessieverlener opgeschort, echter slechts voor zover de Concessiehouder als gevolg van de overmacht verhinderd is zijn vorenbedoelde verplichtingen na te komen. De Concessiehouder dient zich te allen tijde in te spannen om de nadelige gevolgen van een situatie van overmacht zoveel mogelijk te beperken De Concessieverlener is op geen enkele wijze aansprakelijk voor schade die de Concessiehouder eventueel mocht lijden dan wel veroorzaken bij het uitoefenen van zijn taak uit hoofde van de Concessie. De Concessieverlener is bijvoorbeeld ook niet aansprakelijk voor schade in de navolgende gevallen: a) De schade aan voertuigen die ontstaat als gevolg van vandalisme. Deze schade komt voor rekening van de Concessiehouder. Ook schade die ontstaat als gevolg van vertraging door congestie en ongevallen, behoort tot het normale bedrijfsrisico van de Concessiehouder. b) De extra kosten die worden veroorzaakt door stremmingen en omleidingen als gevolg van wegwerkzaamheden, evenementen en calamiteiten. Deze extra kosten zijn voor rekening van de Concessiehouder [, met uitzondering van de gevallen genoemd in paragraaf C.4 van het Bestek]. 16

17 Artikel 16 Overdraagbaarheid van Rechten en Verplichtingen De Concessiehouder mag rechten of verplichtingen uit hoofde van of voortvloeiende uit deze Concessie niet dan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de Concessieverlener overdragen aan (een) derde(n), onverminderd het bepaalde in artikel 41 van de Wet personenvervoer Indien één of meer van de aandeelhouders van de Concessiehouder de meerderheid van zijn aandelen tijdens de looptijd van deze Concessie overdraagt aan één of meer derden (waaronder mede begrepen de huidige (overige) aandeelhouders), is de Concessiehouder verplicht hiervan onverwijld mededeling te doen aan de Concessieverlener. Artikel 17 Wijziging van de Concessie Indien terzake overeenstemming bestaat tussen de Concessieverlener en de Concessiehouder is het mogelijk de inhoud van deze Concessie te wijzigen, uiteraard met inachtneming van de beperkingen die kunnen voortvloeien uit relevante wet- en regelgeving. Dergelijke wijzigingen dienen zodanig schriftelijk te worden vastgelegd, dat daaruit de overeenstemming tussen partijen blijkt. Pas na schriftelijke vastlegging hebben de wijzigingen rechtskracht. Artikel 18 Intrekking Concessie De Concessieverlener is bevoegd de Concessie, met inachtneming van het bepaalde in artikel 42 en 43 van de Wet personenvervoer 2000, (geheel of gedeeltelijk) in te trekken indien: a) de Concessiehouder niet uiterlijk op 12 december 2010 beschikt over een geldige Vergunning; b) de Concessiehouder zijn verplichtingen uit hoofde van de Concessie naar het oordeel van de Concessieverlener niet, niet tijdig dan wel niet naar behoren uitvoert of heeft uitgevoerd; c) de Concessiehouder redelijkerwijs niet langer in staat moet worden geacht zijn verplichtingen uit de Concessie na te komen, zoals in het geval dat (i) (ii) de nakoming door de Concessiehouder van een opeisbare verplichting uit hoofde van de Concessie blijvend of tijdelijk onmogelijk wordt; op een wezenlijk deel van de activa van de Concessiehouder conservatoir of executoriaal beslag wordt gelegd; 17

18 (iii) (iv) (v) (vi) (vii) de Concessiehouder in staat van faillissement wordt verklaard of diens faillissement wordt aangevraagd; aan de Concessiehouder, al dan niet voorlopig, surséance van betaling wordt verleend of surséance van betaling wordt aangevraagd; de Concessiehouder anderszins het vrije beheer over zijn vermogen heeft verloren, verliest of zal verliezen; de onderneming van de Concessiehouder wordt gestaakt en/of ontbonden en/of geliquideerd of (een wezenlijk deel van) de activiteiten van de onderneming van de Concessiehouder worden overgedragen dan wel er een wijziging van zeggenschap plaatsvindt in het geplaatste kapitaal van de Concessiehouder; op enig moment bij de Concessieverlener het ernstige vermoeden bestaat dat de positie van de Concessiehouder zodanig dreigt te worden, dat aan de continuïteit van het bedrijf of aan de overeengekomen uitvoering van de vervoersactiviteiten moet worden getwijfeld; d) de Concessiehouder handelt of heeft gehandeld in strijd met enig wettelijk voorschrift dat de intrekking van de Concessie rechtvaardigt; e) de Concessiehouder de Concessie heeft overgedragen zonder schriftelijke toestemming van de Concessieverlener als bedoeld in artikel 41 van de Wet personenvervoer 2000; f) de systematiek van financiering voor het openbaar vervoer, de Wet personenvervoer 2000, het Besluit personenvervoer 2000 of een ministeriële beschikking terzake ingrijpend wordt gewijzigd; g) de vergoeding(en) van het Rijk voor het openbaar vervoer aan de Concessieverlener fundamenteel word(t)(en) gewijzigd; h) de Concessieverlener krachtens een rechterlijke uitspraak gehouden is de Concessie te beëindigen Alvorens een besluit te nemen ten aanzien van de intrekking van de Concessie voert de Concessieverlener overleg met de Concessiebeheerder en de in Artikel 10 genoemde Consumentenorganisaties In het geval van beëindiging op één of meer van de in lid 1, onder a) tot en met e) genoemde gronden, behoudt de Concessieverlener het recht op vergoeding door de Concessiehouder van kosten en schade als gevolg van de intrekking van de Concessie. De Concessieverlener is in geval van beëindiging van de Concessie wegens één of meer van de in het eerste lid genoemde gronden in geen geval gehouden tot enige vorm van schadevergoeding jegens Concessiehouder. 18

19 De Concessie vervalt van rechtswege: a) op het moment dat de Vergunning van de Concessiehouder van rechtswege is vervallen, en/of b) zodra een besluit tot intrekking van de Vergunning van de Concessiehouder onherroepelijk is geworden. De Concessieverlener behoudt in die gevallen het recht op vergoeding door de Concessiehouder van kosten en schade als gevolg van het vervallen van de Concessie, en is in die gevallen in geen geval gehouden tot enige vorm van schadevergoeding jegens Concessiehouder. Artikel 19 Bepalingen inzake Overgang bij Einde Concessie De Concessiehouder verstrekt op eerste verzoek van de Concessieverlener binnen twee maanden alle door Concessieverlener verzochte gegevens met betrekking tot het bij de overgang van het Openbaar Vervoer in het Concessiegebied betrokken personeel ingevolge de Wet personenvervoer De Concessiehouder is gehouden medewerking te verlenen aan de nieuwe concessiehouder om binnen een nader door de Concessieverlener te bepalen termijn de overgang van de Concessie mogelijk te maken De verplichtingen voortvloeiend uit deze Concessie ten aanzien van rapportage en verantwoording blijven ook na beëindiging van de Concessie van kracht. Daarbij gelden in ieder geval de in het Bestek gestelde termijnen voor rapportage en verantwoording. Artikel 20 Rechtskeuze en Geschillen Op deze Concessie en ieder besluit/iedere tussen partijen te sluiten overeenkomst die daarmee rechtstreeks verband houdt, is Nederlands recht van toepassing Tegen een op grond van de Wet personenvervoer 2000 genomen besluit, zoals een besluit strekkende tot verlening, intrekking dan wel wijziging van de Concessie, dan wel een besluit strekkende tot of verband houdende met de toekenning van een exploitatiebijdrage, kunnen de Concessiehouder en/of eventuele andere belanghebbende(n) - na bezwaar te hebben gemaakt - beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven Mocht deze Concessiebeschikking als gevolg van een juridische procedure (waaronder bezwaar en beroep en/of een voorlopige voorziening) worden vernietigd, ingetrokken of gewijzigd, dan kan 19

20 de Concessiehouder eventuele reeds gemaakte kosten of schade niet verhalen op de Concessieverlener Onverminderd het in het tweede lid bepaalde, worden (overige) geschillen tussen de Concessieverlener en de Concessiehouder, voortvloeiende uit de Concessie, beslecht door de bevoegde rechter te Arnhem. Artikel 21 Slotbepalingen Voor zover in deze Concessiebeschikking niet aanvullend is bepaald, dient de Concessiehouder de verplichtingen in acht te nemen ingevolge de Wet personenvervoer 2000 en de bij of krachtens de Wet personenvervoer 2000 geldende voorschriften Indien er sprake is van een tegenstrijdigheid tussen de voor de uitvoering van de Concessie relevante documenten, wordt de volgende rangorde gehanteerd: 1. De onderhavige Concessiebeschikking; 2. Het Bestek, met inbegrip van de daarbij behorende Nota's van Inlichtingen (waarbij de Nota's van Inlichtingen prevaleren boven het Bestek en een latere Nota van Inlichtingen prevaleert boven een eerdere Nota van Inlichtingen); 3. De Inschrijving; 4. Eventuele andere relevante documenten De bij deze Concessiebeschikking gevoegde bijlagen maken integraal deel uit van de Concessie en zijn daarmee onlosmakelijk verbonden. Artikel 22 Citeertitel Deze Concessiebeschikking wordt aangehaald als: Concessie openbaar vervoer Veluwe Aldus besloten in hun vergadering van [Datum], Gedeputeerde Staten van Gelderland, 20

21 Bezwaar en Beroep Tegen deze Concessiebeschikking staat voor een belanghebbende bezwaar open bij Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland. Vervolgens staat tegen een besluit op bezwaar van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland beroep open bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Indien een belanghebbende zich niet kan vinden in deze Concessiebeschikking, dan dient hij daartegen tijdig bezwaar te maken en binnen zes weken na concessieverlening bij het CBb om een voorlopige voorziening te hebben verzocht. Een belanghebbende dient immers naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid rekening te houden met het gerechtvaardigde belang van de Opdrachtgever (en van overige belanghebbenden) bij spoedige duidelijkheid en zekerheid omtrent de resultaten van de ter zake gehouden aanbestedingsprocedure alsmede het belang van continuïteit van het openbaar vervoer. 21