6.33jaa2 W0 -F2O0a - 602

Transcriptie

1 atert, uct kt, nitiock. 6.33jaa2 W0 -F2O0a Ontwerplandsverordening houdende regels voor de instelling van de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (Landsverordening vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) STATEN VAN ARUBA Ingek. 2 NOV Volgnr. i, ii,-,i 0 _Op Par. nitt AANBIEDING /JO./1 De regering van Aruba biedt de Staten ter goedkeuring aan de ontwerp-landsverordening houdende regels voor de instelling van de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (Landsverordening vennootschap met beperkte aansprakelijkheid). Oranjestad, 1 3 NOV. 200 De minister van Ju tie,

2 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 1 van 75 _staleivi, UC2 kt b ift.pi_ct a it Looi 2ooD - 6o 2/ Landsverordening houdende regels voor de instelling van de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (Landsverordening vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) ONTWERP k)0 Z IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Aruba, In overweging genomen hebbende: dat het vanwege de modernisering en uitbreiding van het rechtspersonenrecht voor het belang van de Arubaanse economie, wenselijk is een nieuwe rechtsvorm in to stellen; Heeft, de Raad van Advies gehoord, met gemeen overleg der Staten, vastgesteld onderstaande landsverordening: Hoofdstuk I. Algemene bepalingen Artikel 1 1. De vennootschap met beperkte aansprakelijkheid is een rechtspersoon die als zodanig is opgericht of gevormd overeenkomstig de bepalingen van deze landsverordening. 2. De vennootschap heeft een in aandelen verdeeld kapitaal. De aandelen luiden op naam. 3. De vennootschap staat wat het vermogensrecht betreft, met een natuurlijk persoon gelijk, tenzij uit de wet anders voortvloeit.

3 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 2 van Aandeelhouders, bestuurders en andere functionarissen van de vennootschap zijn niet persoonlijk aansprakelijk voor schulden van de vennootschap en zijn niet gehouden in de verliezen van de vennootschap bij te dragen, tenzij uit de wet anders voortvloeit. Artikel 2 1. Een vennootschap en degenen die krachtens de wet, de statuten en het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, bij haar organisatie zijn betrokken, zijn verplicht zich als zodanig jegens elkaar te gedragen naar hetgeen door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd. 2. Een tussen hen krachtens wet, gewoonte, statuten, reglement of besluit geldende regel is niet van toepassing voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Artikel 3 1. Van de bepalingen van deze landsverordening kan slechts worden afgeweken voor zover dat uit deze landsverordening blijkt. 2. Met uitzondering van artikel 13, derde lid, en artikel 55, eerste en tweede lid, kan al hetgeen ingevolge deze landsverordening kan of dient te worden opgenomen in statuten, ook worden opgenomen in een reglement, mits dit reglement is opgenomen in of is aangehecht aan een notariele akte, dan wel is gedeponeerd bij het handelsregister. 3. Bij strijd tussen bepalingen van de statuten en bepalingen van een reglement, prevaleren de bepalingen van de statuten. Artikel 4 1. De naam van de vennootschap wordt gesteld in Latijnse lettertekens en begint dan wel eindigt met de woorden vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, hetzij voluit geschreven, hetzij afgekort tot VBA of V.B.A. In het internationale verkeer mag zij zich ook bedienen van de aanduidingen Limited Liability Company dan wel Sociedad Responsabilidad Limitada, hetzij voluit geschreven, hetzij afgekort tot LLC of L.L.C., respectievelijk SRL of S.R.L. 2. De naam van de vennootschap mag geen verwarring veroorzaken bij het publiek doordat de naam gelijk is aan of te sterke gelijkenis vertoont met een reeds eerder in het handelsregister ingeschreven naam van een andere vennootschap of ondememing, dan wel niet verenigbaar is met het doel van de vennootschap.

4 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 3 van Uit alle schriftelijke stukken en aankondigingen, waarin de vennootschap partij is of die van haar uitgaan, met uitzondering van uitingen per telegram, en reclames, moeten de volledige naam van de vennootschap, haar statutaire zetel en haar nummer van inschrijving in het handelsregister duidelijk blijken. 4. Indien in de stukken, genoemd in het derde lid, melding wordt gemaakt van het kapitaal van de vennootschap, wordt in elk geval vermeld welk bedrag is geplaatst en hoeveel van het geplaatste bedrag is gestort. Artikel 5 1. Het doel van de vennootschap kan algemeen luiden, dan wel worden beperkt tot een specifieke economische werkzaamheid. 2. Het doel noch de werkzaamheid van de vennootschap mag in strijd zijn met de openbare orde of goede zeden. Artikel 6 1. Een door de vennootschap verrichte rechtshandeling is vernietigbaar indien daardoor het doel werd overschreden en de wederpartij dat wist of zonder eigen onderzoek moest weten, tenzij de statuten een beroep op doeloverschrijding uitsluiten. Slechts de vennootschap kan een beroep op deze grond tot vernietiging doen. 2. Vernietiging wegens doeloverschrij ding is niet mogelijk indien de algemene vergadering van aandeelhouders uitdrukkelijk met de rechtshandeling heeft ingestemd of deze nadien uitdrukkelijk heeft bevestigd. 3. Van een regeling als bedoeld in het eerste lid, waarbij een beroep op doeloverschrijding wordt uitgesloten, alsmede van de intrekking daarvan, wordt opgaaf gedaan aan het handelsregister. Artikel 7 Het boekjaar van een vennootschap is het kalenderjaar, tenzij in de statuten een ander boekjaar is aangewezen. Artikel 8 Waar in deze landsverordening wordt gesproken van notaris of van een notariele akte, wordt daaronder verstaan een in Aruba gevestigde notaris respectievelijk een akte verleden door of ten overstaan van een zodanige notaris. Artikel 9

5 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 4 van 75 4 Voor de toepassing van deze landsverordening wordt met een schriftelijke uiting gelijkgesteld een per exploot, telegram, telex, telefax, of een ander tekst overbrengend communicatiemiddel gedane uiting, tenzij uit deze landsverordening anders voortvloeit. Artikel Het Gerecht in eerste aanleg in Aruba neemt in eerste aanleg kennis van alle rechtsvorderingen en verzoekschriften die krachtens deze landsverordening worden ingesteld respectievelijk ingediend, alsmede van geschillen omtrent de interpretatie of de naleving van de statuten of reglementen van de vennootschap en van alle rechtsgedingen tussen een bestuurder of commissaris en de vennootschap. 2. Ten aanzien van alle of bepaalde geschillen tussen degenen bedoeld in artikel 2, kunnen de statuten voorzien in beslechting door arbitrage. Artikel Als orgaan bedoeld in deze landsverordening worden aangemerkt: a. een aandeelhouder of vergadering van aandeelhouders, of b. een persoon of een vergadering van personen die in een hoedanigheid zijn benoemd door een daartoe bevoegde aandeelhouder of vergadering van aandeelhouders, aan wie bij of krachtens deze landsverordening, de statuten of een reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, bevoegdheid tot het nemen van enig besluit toekomt. 2. Voor de toepassing van de artikelen 16 en 17 worden ook anderen aan wie bij of krachtens statuten of reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, bevoegdheid tot het nemen van enig besluit toekomt, met betrekking tot die bevoegdheid als orgaan aangemerkt. Artikel De vennootschap wordt door een of meer personen opgericht bij notarioe akte, voor het verlijden waarvan is vereist een verklaring van de minister van Justitie dat hem van geen bezwaren is gebleken. 2. De vennootschap ontstaat niet als aan de vereisten, bedoeld in het eerste lid, niet is voldaan. Het ontbreken van authenticiteit aan een door een notaris verleden akte verhindert het ontstaan van de rechtspersoon niet. 3. Tenzij de statuten anders bepalen, wordt de vennootschap opgericht voor onbepaalde tijd. 4. Ter verkrijging van een verklaring van geen bezwaar wordt een ontwerp van de akte van oprichting aan de minister

6 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 5 van 'It van Justitie gezonden. De verklaring van geen bezwaar wordt slechts geweigerd indien vanwege de voornemens of de antecedenten van de personen die het beleid van de vennootschap zullen bepalen of mede bepalen, gevaar bestaat dat de vennootschap zal worden gebruikt voor ongeoorloofde doeleinden of dat haar werkzaamheid zal Leiden tot benadeling van haar schuldeisers. Bij weigering van de verklaring van geen bezwaar wordt de reden daarvan aan de verzoeker meegedeeld. 5. Vemietiging van de rechtshandeling waardoor een vennootschap is ontstaan, tast haar bestaan niet aan. Het vervallen van de deelneming van een of meer oprichters heeft op zichzelf geen invloed op de rechtsgeldigheid van de deelneming van de overblijvende oprichters. 6. Is ten name van een niet bestaande vennootschap een vermogen gevormd, dan benoemt de rechter op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie een of meer vereffenaars. Artikel 109 is van overeenkomstige toepassing. 7. Het in het vijfde lid bedoelde vermogen wordt vereffend als het vermogen van een ontbonden vennootschap. Degenen die zijn opgetreden als bestuurder zijn hoofdelijk aansprakelijk voor een bij de vereffening blijkend tekort indien zij wisten of behoorden to weten dat zij handelden voor een niet-bestaande rechtspersoon. 8. De rechter kan desverzocht toestaan dat het vermogen niet wordt vereffend, maar dat het wordt ingebracht in een rechtspersoon die ter opvolging in het vermogen is of zal worden opgericht. Artikel De akte van oprichting kan worden verleden in elke taal die de notaris verstaat. Is de taal een andere dan het Nederlands, Papiamento of Engels, dan wordt aan de akte een door een beedigd vertaler ondertekende vertaling daarvan in het Nederlands of het Papiamento gehecht. 2. De akte van oprichting bevat in elk geval: a. de statuten van de vennootschap; b. de naam, geboorteplaats en -datum en het adres van de oprichter(s); c. de naam en het, adres van de eerste wettelijk vertegenwoordiger, indien van toepassing; d. de naam en het adres van de eerste bestuurder(s); e. de aantallen en de soorten van de bij de oprichting geplaatste aandelen alsmede de naam, voornamen, geboorteplaats en - datum, woonplaats en het adres, van de natuurlijke personen dan wel de rechtsvorm, naam, woonplaats en het adres van de rechtspersonen die de aandelen hebben genomen en het daarop gestorte bedrag.

7 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 6 van De statuten vermelden de naam, de zetel en het doel van de vennootschap. De zetel van de vennootschap is gelegen in Aruba. 4. De akte van oprichting wordt getekend door iedere oprichter en door ieder die blijkens de akte een of meer aandelen neemt. Een volmacht tot ondertekening van de akte van oprichting wordt schriftelijk verleend. Artikel De notaris ten overstaan van wie de akte van oprichting is verleden, draagt zorg dat de stukken en de gegevens waarvan enige wettelijke bepaling deponering dan wel inschrijving voorschrijft, zo spoedig mogelijk na oprichting ter deponering en inschrijving worden aangeboden ten kantore van het handelsregister, en voorts dat zo spoedig mogelijk in de Landscourant van Aruba mededeling wordt gedaan van de oprichting van de vennootschap. 2. De vennootschap kan tegen een wederpartij die daarvan onkundig was, niet de onjuistheid of de onvolledigheid van de in het handelsregister opgenomen gegevens inroepen. Op het ontbreken, de onvolledigheid of de onjuistheid van gegevens, die volgens enige wettelijke bepaling openbaar dienen to worden gemaakt, kan jegens derden die hiegyan onkundig waren, geen beroep worden gedaan. 3. Een beperking of uitsluiting van de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur of een bestuurder kan slechts aan derden die daarvan onkundig waren, worden tegengeworpen indien de beperking of uitsluiting van de bevoegdheid ten tijde van het verrichten van de rechtshandeling op de volgens de wet voorgeschreven wijzen was openbaar gemaakt. Artikel Een stem is nietig in de gevallen waarin een eenzijdige rechtshandeling nietig is; een stem kan niet worden vernietigd. De uitoefening van het stemrecht van een handelingsonbekwame aandeelhouder komt toe aan zijn wettelijke vertegenwoordiger. 2. Tenzij de statuten anders bepalen, is het in de vergadering van een orgaan van de vennootschap uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. 3. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde

8 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 7 van 75 7 aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. Artikel Een besluit van een orgaan van de vennootschap, dat in strijd is met de wet of de statuten, is nietig, tenzij uit de wet iets anders voortvloeit. 2. Is een besluit nietig, omdat het is genomen in afwijking van een door de wet of de statuten voorgeschreven voorafgaande handeling van of mededeling aan een ander dan het orgaan dat het besluit heeft genomen, dan kan het door die ander worden bekrachtigd. Is voor de ontbrekende handeling een vereiste gesteld, dan geldt dat ook voor de bekrachtiging. 3. Bekrachtiging is niet meer mogelijk na afloop van een redelijke termijn, die aan de ander is gesteld door het orgaan dat het besluit heeft genomen of door de wederpartij tot wie het was gericht. Artikel Een besluit van een orgaan van de vennootschap is, onvetininderd het elders in de wet omtrent de mogelijkheid van een vernietiging bepaalde, vernietigbaar: a. wegens strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van besluiten regelen; b. wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid die door artikel 2 wordt geeist; c. wegens strijd met een reglement. 2. Tot de bepalingen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, behoren niet die welke de voorschriften bevatten als bedoeld in artikel 16, tweede lid. 3. Vemietiging geschiedt door een uitspraak van de rechter: a. op een vordering tegen de rechtspersoon van iemand die een redelijk belang heeft bij de naleving van de verplichting die niet is nagekomen, of b. op vordering van de rechtspersoon zelf, ingesteld krachtens bestuursbesluit tegen degene die door de rechter is aangewezen op een daartoe gedaan verzoek van de rechtspersoon; in dat geval worden de kosten van het geding door de rechtspersoon gedragen. 4. Indien een bestuurder in eigen naam de vordering instelt, verzoekt de rechtspersoon de rechter iemand aan te wijzen, die ter zake van het geding in de plaats van het bestuur treedt. 5. De bevoegdheid om vernietiging van het besluit te vorderen, vervalt zes maanden na het einde van de dag, waarop hetzij aan het besluit voldoende bekendheid is gegeven, hetzij de

9 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 8 van 75 8 belanghebbende van het besluit kennis heeft genomen of daarvan is verwittigd. 6. Een besluit dat vernietigbaar is op grond van het eerste lid, onderdeel a, kan door een daartoe strekkend besluit worden bevestigd; voor dit besluit gelden dezelfde vereisten als voor het te bevestigen besluit. De bevestiging werkt niet zolang een tevoren ingestelde vordering tot vernietiging aanhangig is. Indien de vordering wordt toegewezen, geldt het vernietigde besluit als opnieuw genomen door het latere besluit, tenzij uit de strekking van dit besluit het tegendeel voortvloeit. Artikel 18 Voor de toepassing van de artikelen 16 en 17 staat een reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, gelijk aan statuten. Artikel De onherroepelijke uitspraak die de nietigheid van een besluit van een rechtspersoon vaststelt of die zulk een besluit vernietigt, is voor een ieder, behoudens herroeping of derdenverzet, bindend, indien de rechtspersoon partij in het geding is geweest. Herroeping komt iedere aandeelhouder toe. 2. Is het besluit een rechtshandeling van de rechtspersoon, die tot een wederpartij is gericht, of is het een vereiste voor de geldigheid van zulk een rechtshandeling, dan kan de nietigheid of vernietiging van het besluit niet aan die wederpartij worden tegengeworpen, indien deze het gebrek dat aan het besluit kleefde, kende noch behoefde te kennen. Niettemin kan de nietigheid of vernietiging van een besluit tot benoeming van een bestuurder of een commissaris aan de benoemde worden tegengeworpen; de rechtspersoon vergoedt echter diens schade, indien hij het gebrek in het besluit kende noch behoefde te kennen. Artikel Behoudens het tweede lid, is de vennootschap verplicht te alien tijde vertegenwoordigd te zijn door een naar Arubaans recht opgerichte en op Aruba gevestigde naamloze vennootschap, wier statutair doel uitdrukkelijk het vertegenwoordigen van vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid dan wel Aruba vrijgestelde vennootschappen omvat en die in het bezit is van de daarvoor benodigde vergunningen. 2. De verplichting, bedoeld in het eerste lid, geldt niet in het geval dat de vennootschap: a. een of meer natuurlijke personen als bestuurder heeft die ingezetene zijn van Aruba; of

10 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 9 van 75 9 b. een rechtspersoon als bestuurder heeft die direct of indirect een of meer natuurlijke personen als bestuurder heeft die ingezetene zijn van Aruba. 3. De aanstelling van de wettelijk vertegenwoordiger geschiedt voor de eerste maal bij de akte van oprichting en later door het bestuur, tenzij de statuten anders bepalen. 4. De taken en bevoegdheden die ingevolge enige wettelijke bepaling rusten op de wettelijk vertegenwoordiger kunnen bij overeenkomst worden uitgebreid maar niet worden ingeperkt. De wettelijk vertegenwoordiger draagt zorg dat te zijnen kantore een bijgewerkt register als bedoeld in artikel 30 aanwezig is, en is bevoegd tot het verrichten van opgaven aan, inschrijvingen in en deponeringen bij het handelsregister, het doen van belastingaangiften, het afgeven van aandeelbewijzen, het aanvragen van vergunningen vereist voor de uitoefening van het bedrijf van de vennootschap en het onderhouden van contacten met de autoriteiten van Aruba. De wettelijk vertegenwoordiger is geen bestuurder. 5. De wettelijk vertegenwoordiger is bevoegd zijn dienstverlening als wettelijk vertegenwoordiger te staken indien naar zijn oordeel het bestuur dan wel de aandeelhouders van de vennootschap na daartoe schriftelijk te zijn gemaand, nalatig zijn de voor zijn functioneren noodzakelijke gegevens te verschaffen en voorts op de gronden voorzien in de aanstellingsovereenkomst. 6. Onverminderd zijn wettelijke verplichtingen tot het verschaffen van informatie is de wettelijk vertegenwoordiger gehouden tot geheimhouding van al hetgeen hem in enige voila wordt toevertrouwd door de vennootschap, diens aandeelhouders of bestuurders of hun vertegenwoordigers, met betrekking tot de activiteiten van de vennootschap en de bij de vennootschap betrokken personen. Op verzoek van de minister, belast met economische aangelegenheden, of een door hem aan te wijzen instantie verschaft de wettelijk vertegenwoordiger statistische, niet tot individuele personen of ondernemingen herleidbare informatie omtrent de vennootschappen die hij onder zijn beheer heeft. Hoofdstuk H. De aandelen Artikel Het kapitaal van de vennootschap is verdeeld in een of meer aandelen. 2. Voor zover deze landsverordening of de statuten niet anders bepalen, zijn aan alle aandelen gelijke rechten en verplichtingen verbonden.

11 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 10 van Bij statuten kan aan alle aandelen of aan aandelen van een bepaalde soort of met een nadere aanduiding een nominale waarde worden toegekend. 4. Bij statuten kan worden bepaald dat het kapitaal en het bedrag van de aandelen waarmee wordt deelgenomen in het kapitaal van de vennootschap luiden in een buitenlandse valuta, mits deze vrij verhandelbaar is. 5. Ten minste een aandeel met volledig stemrecht dat deelt in de winst, dan wel een aandeel met volledig stemrecht en een aandeel dat deelt in de winst, dient te worden gehouden door een ander dan de vennootschap of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 43, derde lid. 6. Onderaandelen zijn de gedeelten waarin een aandeel bij of krachtens de statuten zijn of kunnen worden verdeeld. De bepalingen van deze landsverordening betreffende aandelen en aandeelhouders vinden overeenkomstige toepassing op onderaandelen en houders van onderaandelen voor zover uit die bepalingen niet anders voortvloeit. Artikel Behoudens voor zover de statuten anders bepalen, wordt aan de nemer of houder van een aandeel desverzocht een op naam gesteld aandeelbewijs afgegeven en wordt aan de nemer of houder desverzocht met betrekking tot twee of meer aandelen daarvan een verzamelbewijs afgegeven. Indien een aandeelhouder ten genoege van de vennootschap aannemelijk maakt dat een aandeelbewijs is verloren gegaan, kan de vennootschap hiervoor een nieuw, als duplicaat aangemerkt aandeelbewijs uitgeven. 2. Op elk aandeelbewijs wordt aangetekend dat het een niet-overdraagbaar bewijsstuk is en voorts de waarde van de verrichte storting en van hetgeen eventueel nog dient te worden gestort. De statuten kunnen nadere regels geven voor de op het bewijs te plaatsen mededeling(en). 3. Onjuistheid of onvolledigheid van hetgeen door de vennootschap op een aandeelbewijs is vermeld omtrent de waarde van de verrichte storting of hetgeen nog dient te worden gestort, kan niet aan een verkrijger te goeder trouw worden tegengeworpen. Artikel Uitgifte van aandelen geschiedt tegen deelname in het kapitaal van de vennootschap. Voor aandelen met een nominale waarde wordt in het kapitaal deelgenomen voor dit bedrag. Voor aandelen zonder nominale waarde wordt geacht met de waarde van de overeengekomen tegenprestatie in het kapitaal te warden deelgenomen, behoudens voor zover een deel daarvan in de akte

12 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 11 van van oprichting dan wel het besluit tot uitgifte als agio is aangemerkt. 2. De bij uitgifte van een aandeel bedongen tegenprestatie is onmiddellijk bij het nemen van het aandeel opeisbaar. In de akte van oprichting of het besluit tot uitgifte kan worden bepaald dat de tegenprestatie of een deel daarvan pas na het in vervulling gaan van een tijdbepaling of voorwaarde opeisbaar zal zijn. Is de tegenprestatie of het resterende deel daarvan pas opeisbaar nadat de vennootschap het zal hebben opgevraagd, dan gaat de bevoegdheid hiertoe in geval van ontbinding van de vennootschap over op de vereffenaars, dan wel, in geval van faillissement van de vennootschap, op de curator. 3. De bij uitgifte van een aandeel verschuldigde tegenprestatie wordt vastgesteld in de akte van oprichting dan wel het besluit tot uitgifte. Voor een aandeel met een nominale waarde bedraagt de waarde van de tegenprestatie ten minste het nominale bedrag van het aandeel. Indien anders dan in geld wordt gestort, wordt de waarde van de tegenprestatie in de akte van oprichting of bij het besluit tot uitgifte in een bedrag weergeven. Bij storting anders dan in geld, maakt het bestuur een beschrijving op van hetgeen wordt ingebracht en de waarde daarvan, vastgesteld volgens normen die in het maatschappelijke verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd. 4. Behoudens ontheffing op de voet van artikel 35, kan een aandeelhouder niet worden ontheven van zijn verplichtingen uit hoofde van dit artikel. Bij vervreemding van een aandeel blijft de vervreemder naast de verkrijger hoofdelijk aansprakelijk voor de uit dit artikel voortvloeiende verplichtingen, behoudens indien het bestuur uitdrukkelijk met ontslag van aansprakelijkheid instemt. Bij statuten kan de bevoegdheid hiertoe aan een ander orgaan worden toegekend, worden uitgesloten of worden beperkt. 5. Ten aanzien van de uit dit artikel voortvloeiende verplichtingen kan de wederpartij van de vennootschap zich niet op verrekening beroepen. Artikel Bij de statuten kunnen aan het aandeelhouderschap verbintenissen worden verbonden mits deze daarin zijn omschreven; bepaald kan worden dat een of meer van de verbintenissen eerst werking verkrijgen na aan daartoe strekkend besluit van een orgaan van de vennootschap. 2. Een statutenwijziging, vaststelling of wijziging van een reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, waarbij verbintenissen aan het aandeelhouderschap worden verbonden of kunnen worden verbonden, heeft jegens de betrokken aandeelhouders slechts werking indien zij met die wijziging hebben ingestemd dan wel de desbetreffende verbintenissen nadien hebben aanvaard.

13 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 12 van Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op een statutenwijziging of de vaststelling of wijziging van een reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, waarbij de overdraagbaarheid van aandelen tijdelijk of voor onbepaalde tijd wordt uitgesloten. Artikel De statuten kunnen bepalen dat onder nauwkeurig daarin omschreven en objectief bepaalbare omstandigheden de vennootschap een of meer aandelen van een aandeelhouder kan intrekken dan wel dat een aandeelhouder een of meer van diens aandelen dient aan te bieden en over te dragen overeenkomstig een in de statuten op te nemen regeling; de vennootschap kan in de statuten onherroepelijk warden gevolmachtigd om de aandelen aan te bieden en over te dragen. Behoudens voor zover de statuten anders bepalen, dient de aandeelhouder die dit verlangt een prijs of vergoeding te ontvangen, gelijk aan de waarde van zijn aandeel of aandelen, vastgesteld door een of meer onafhankelijke deskundigen. 2. Een volmacht als bedoeld in het eerste lid, eindigt niet door faillissement van de aandeelhouder of enige andere oorzaak waardoor hij het vrije beheer over zijn vermogen heeft verloren. 3. De statuten kunnen bepalen dat een aandeelhouder onder nauwkeurig daarin omschreven en objectief bepaalbare omstandigheden de aan een of meer aandelen verbonden nader omschreven rechten niet of slechts ten dele kan uitoefenen of dat in deze rechten wijziging wordt gebracht. Een regeling waarbij de uitoefening van het stemrecht wordt opgeschort of ontnomen, blij ft buiten toepassing in het geval dat zij tot gevolg heeft dat er geen houders van aandelen zijn aan wie volledig stemrecht toekomt. 4. Een statutenwijziging, vaststelling of wijziging van het reglement waarbij een regeling als bedoeld in het eerste lid of het derde lid, wordt ingevoerd, heeft geen werking jegens een aandeelhouder die ten tijde van het nemen van het daartoe strekkende besluit verkeerde in de omstandigheden als beschreven in de desbetreffende regeling, tenzij hij met de wijziging heeft ingestemd. 5. Wanneer er geen gegadigden zijn aan wie de aandeelhouder zijn ingevolge het eerste lid aangeboden aandelen zal kunnen overdragen, is de aandeelhouder onherroepelijk van de verplichting tot aanbieding en overdracht ontheven en ontbreekt een onherroepelijke volmacht als bedoeld in het eerste lid. 6. Indien op grond van het eerste lid, de vennootschap bevoegd is tot intrekking van aandelen, vervalt die bevoegdheid wanneer de vennootschap niet binnen drie maanden no een verzoek daartoe van de aandeelhouder tot intrekking is overgegaan.

14 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 13 van Indien op grond van het derde lid, de uitoefening van het vergaderrecht, winstrecht of stemrecht is opgeschort, vervalt deze opschorting, wanneer de vennootschap niet binnen drie maanden na een verzoek daartoe van de aandeelhouder gegadigden heeft aangewezen aan wie hij al zijn aandelen waarop de opschorting betrekking heeft, zal kunnen overdragen volgens een regeling in de statuten. De slotzin van het eerste lid is van overeenkomstige toepassing. Artikel 26 De statuten kunnen voorzien in ontheffing van verplichtingen die ingevolge de artikelen 24 of 25 aan het aandeelhouderschap zijn verbonden, alsmede voor vereisten voor het behouden van aandelen of het kunnen uitoefenen van de daaraan verbonden rechten. Artikel De aandelen in het kapitaal van de vennootschap zijn overdraagbaar. Bij de statuten kan de overdraagbaarheid van aandelen worden beperkt of uitgesloten. De overdraagbaarheid kan slechts voor onbepaalde tijd worden uitgesloten, indien de statuten voorzien in de mogelijkheid dat een aandeelhouder kan uittreden. Een overdracht met instemming van alle aandeelhouders, is steeds geldig. De instemming kan, mits schriftelijk, ook buiten vergadering worden verleend. 2. Levering van aandelen vindt plaats door middel van een daartoe bestemde tussen de vervreemder en de verkrijger opgemaakte akte welke, hetzij schriftelijk is erkend door de vennootschap, hetzij is betekend aan de vennootschap. Zowel het bestuur als elke bestuurder afzonderlijk alsmede de wettelijk vertegenwoordiger, als bedoeld in artikel 20, is bevoegd de overdracht te erkennen. De statuten kunnen nadere voorschriften geven waaraan de akte van levering dient te voldoen. 3. Na erkenning respectievelijk betekening als bedoeld in het tweede lid, draagt het bestuur onverwijld zorg voor aantekening van de overdracht in het aandeelhoudersregister. Een zodanige verplichting rust ook op de wettelijk vertegenwoordiger, als bedoeld in artikel Indien ingevolge de statuten elke aandeelhouder met een aandeel deelneemt in het kapitaal van de vennootschap en dit aandeel wordt weergegeven als een fractie van het totale bedrag waarvoor in het kapitaal van de vennootschap wordt deelgenomen, kunnen gedeelten van de in een aandeel besloten deelneming in het kapitaal worden overgedragen, behoudens voor zover de statuten anders bepalen. Op een zodanige overdracht is dit artikel van overeenkomstige toepassing.

15 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 14 van In geval van executoriaal beslag, faillissement of afgifte van een legaat kan de rechter eventuele statutaire beperkingen of uitsluitingen van de overdraagbaarheid van aandelen in het kapitaal van de vennootschap als bedoeld in het eerste lid, geheel of gedeeltelijk buiten toepassing verklaren. Het verzoek daartoe kan worden gedaan door onderscheidenlijk de executant, de curator of een belanghebbende bij afgifte van het legaat. De rechter wijst het verzoek slechts toe indien de belangen van de verzoeker dat bepaaldelijk vorderen. De rechter kan bepalen dat de vennootschap aan de executant of de curator inzage moet geven in het register, bedoeld in artikel 30. Artikel De bevoegdheid tot vestiging van een vruchtgebruik kan niet worden beperkt of uitgesloten. De aan een aandeel verbonden zeggenschapsrechten komen toe aan de aandeelhouder, behoudens voor zover bij de akte van vestiging of nadien bij aanvullende akte anders is bepaald en de statuten dit niet verbieden. Bij statuten kunnen de aan de vruchtgebruiker toekomende rechten worden beperkt of uitgesloten. 2. De bevoegdheid tot vestiging van een pandrecht kan bij statuten worden beperkt of uitgesloten. De aan een aandeel verbonden rechten komen toe aan de aandeelhouder, tenzij bij de akte van vestiging of nadien bij aanvullende akte anders is bepaald en de statuten dit niet verbieden. 3. Een aanvullende akte als bedoeld in het eerste en tweede lid, dient te voldoen aan dezelfde vereisten als die gelden voor een akte van vestiging. 4. In afwijking van artikel 236, tweede lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, kan pandrecht op aandelen ook worden gevestigd zonder betekening of erkenning als bedoeld in artikel 27. Artikel 239 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba vindt overeenkomstige toepassing. Artikel De algemene vergadering van aandeelhouders is bevoegd na oprichting te besluiten tot het uitgeven van nieuwe aandelen, behoudens voor zover bij of krachtens statuten die bevoegdheid aan een ander orgaan is toegekend. De daarop volgende uitgifte geschiedt bij een door de vennootschap en de nemer getekende akte. 2. Bij het besluit tot uitgifte kan vrijelijk worden bepaald bij wie de aandelen zullen worden geplaatst, behoudens voor zover de statuten anders bepalen; de statuten kunnen bepalen dat de aandeelhouders of de houders van aandelen van een bepaalde soort of met een nadere aanduiding dan wel derden, al dan niet krachtens besluit van een daartoe aangewezen orgaan, bij uitgifte

16 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 15 van van alle of nader aangeduide aandelen een voorkeursrecht hebben in een daarbij te bepalen verhouding. 3. Onder uitgifte van aandelen wordt voor de toepassing van het eerste en tweede lid mede begrepen het verlenen van rechten tot het nemen van aandelen. Artikel Het bestuur houdt een register waarin de namen en de adressen van alle houders van aandelen zijn opgenomen, met vermelding van de aanduiding en de soort van het aandeel, het daaraan verbonden stemrecht, het bedrag dat op de aandelen is gestort of de daaraan toegekende waarde en het bedrag dat nog op de aandelen moet worden gestort, de dag van de verkrijging, de eventuele aansprakelijkheid als bedoeld in artikel 31 en het al of niet afgeven van een aandeelbewijs. 2. In het register worden tevens aangetekend de namen en adressen van hen die een recht van vruchtgebruik of pandrecht op aandelen hebben, met vermelding van de dag waarop zij het recht hebben verkregen en de datum waarop eventuele wijzigingen in het recht van kracht zijn geworden, alsmede een daarmee samenhangende overgang van stemrecht of vergaderrecht. 3. Het register wordt regelmatig bijgehouden; bij iedere mutatie wordt de dag waarop deze is aangebracht vermeld. 4. Onverminderd het elders in de wet bepaalde ligt het register ten kantore van de vennootschap en, zo deze is aangesteld, de wettelijk vertegenwoordiger ter inzage van de aandeelhouders, alsmede van de houders van een beperkt recht op wie het stemrecht is overgegaan en de minister belast met economische aangelegenheden of een door hem bij landsbesluit aan te wijzen instantie. Onverminderd het elders in de wet bepaalde, worden het register en gegevens daaruit niet aan derden ter beschikking gesteld, anders dan door of met instemming van de vennootschap. 5. Indien de vennootschap aansprakelijke aandeelhouders kent als bedoeld in artikel 31, heeft iedere belanghebbende recht op inzage in het aandeelhoudersregister en afgifte van een door het bestuur gewaainierkt uittreksel hieruit, waarop de voor hem van belang zijnde gegevens staan vermeld. 6. Indien de aandelen van de vennootschap aan enige buiten Aruba gelegen effectenbeurs zijn genoteerd, is het eerste tot en met het vijfde lid niet van toepassing op het gedeelte van het register dat buiten Aruba ter voldoening van de aldaar geldende wetgeving of ingevolge beursvoorschriften wordt gehouden. Artikel In afwijking van artikel 1, vierde lid, kunnen de statuten bepalen dat alle aandeelhouders of de houders van aandelen van

17 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 16 van een bepaalde soort of aanduiding, aansprakelijk zijn voor bepaalde nader aangeduide of alle schulden van de vennootschap. Behoudens voor zover de statuten anders bepalen, is de aansprakelijkheid hoofdelijk en is een aandeelhouder eerst aansprakelijk voor schulden van de vennootschap die zijn ontstaan vanaf het moment van verlut ging van een aandeel waaraan aansprakelijkheid is verbonden. 2. Indien de vennootschap aansprakelijke aandeelhouders kent, wordt hiervan opgaaf gedaan aan degene die het handelsregister houdt, onder vermelding van het aantal van de aansprakelijke aandeelhouders en de aard van hun aansprakelijkheid. Slechts aandelen gehouden door anderen dan de vennootschap worden hierbij in beschouwing genomen. 3. Een besluit tot wijziging van de statuten of het reglement waarbij de aansprakelijkheid als bedoeld in het eerste lid, wordt ingevoerd, gewijzigd of afgeschafl kan slechts worden genomen bij eenstemmig besluit van alle stemgerechtigden. Het bepaalde in het vijfde en zesde lid, vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van een aansprakelijkheid ingevolge dit artikel, die is ontstaan voor een wijziging of intrekking als genoemd in dit lid. 4. Wordt door wijziging van de statuten of het reglement de aansprakelijkheid als bedoeld in dit artikel ingetrokken of venninderd, dan doet de vennootschap hiervan gespecificeerd opgaaf aan degene die het handelsregister houdt. 5. Een aansprakelijkheid die ingevolge dit artikel rust op een aandeelhouder eindigt doordat het aandeelhouderschap waaraan zijn aansprakelijkheid is verbonden, wordt beeindigd; de aansprakelijkheid voor voordien bestaande schulden verjaart nadat de vordering jegens de vennootschap is verjaard of na verloop van vijf jaren na het tijdstip dat van beeindiging van zijn aandeelhouderschap aantekening is gemaakt in het register bedoeld in artikel De statuten kunnen van het vijfde lid afwijken, mits dit in het voordeel is van de schuldeisers van de vennootschap. Hoofdstuk 111. Het vermogen van de vennootschap Artikel Uit rechtshandelingen verricht ten behoeve van een op te richten vennootschap ontstaat het rechtsgevolg voor de vennootschap slechts doordat zij dat na haar oprichting aanvaardt, of wanneer zij ingevolge het vijfde lid wordt verbonden. 2. Totdat aanvaarding als bedoeld in eerste lid, door de vennootschap is geschied, zijn degenen die een rechtshandeling hebben verricht ten behoeve van een op te richten vennootschap daardoor hoofdelijk verbonden, tenzij uitdrukkelijk anders is bedongen.

18 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 17 van Aanvaarding als bedoeld in het eerste lid, laat onverlet dat het met het handelen ten behoeve van een vennootschap in oprichting behaalde netto voordeel kan worden bestemd tot storting op aandelen. 4. Op aandelen kan voor oprichting worden gestort, mits gestaafd met schriftelijke bescheiden. Degenen die bedragen hebben onttrokken of hebben doen onttrekken aan hetgeen Oar oprichting op aandelen is gestort, zijn jegens de vennootschap hoofdelijk aansprakelijk tot vergoeding van die bedragen voor zover deze niet zijn besteed ten behoeve van de vennootschap. 5. De oprichters kunnen de vennootschap in de akte van oprichting slechts verbinden door het uitgeven van aandelen, het aanvaarden van stortingen daarop, het aanstellen van bestuurders, commissarissen en een wettelijk vertegenwoordiger, alsmede het toekennen van enigerlei voordeel aan een oprichter of een persoon die bij de oprichting aandelen neemt. Artikel De vennootschap kan geen aandelen nemen in haar eigen kapitaal. 2. De vennootschap kan geen aandelen in haar eigen kapitaal verkrijgen, behoudens voor zover bij of krachtens de statuten anders is bepaald. Artikel 38, zesde lid, is van overeenkomstige toepassing op verkrijging van eigen aandelen. Artikel 34 De vennootschap verstrekt aan of ten behoeve van een aandeelhouder of de verkrijger van een aandeel geen garantie ten aanzien van de waarde van een of meer aandelen in haar kapitaal. Artikel De algemene vergadering van aandeelhouders kan besluiten tot intrekking van aandelen die de vennootschap houdt in haar eigen kapitaal, behoudens voor zover de statuten hiertoe een ander orgaan aanwijzen. Intrekking van aandelen in andere gevallen is slechts mogelijk indien en voor zover de statuten hierin ten tijde van het verkrijgen van de aandelen voorzien of met instemming van de betrokken aandeelhouder. Het tweede tot en met het achtste lid vindt alsdan overeenkomstige toepassing. 2. De algemene vergadering van aandeelhouders of, indien de statuten hierin voorzien, een ander orgaan van de vennootschap kan besluiten tot verlaging van het gestorte bedrag waarmee in het kapitaal is deelgenomen ter afboeking van geleden verliezen. 3. Indien de statuten hierin voorzien kan de algemene vergadering van aandeelhouders of een ander orgaan van de vennootschap, besluiten tot gehele of gedeeltelijke terugbetaling

19 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 18 van van het op aandelen gestorte bedrag of tot ontheffing van de verplichting tot storting op aandelen, mits het eigen vermogen van de vennootschap op het tijdstip van terugbetaling of ontheffing positief is en door de terugbetaling of ontheffing niet negatief wordt. Artikel 38, zesde lid, is van overeenkomstige toepassing. Behoudens instemming van alle betrokken aandeelhouders of een andersluidende bepaling in de statuten, geschiedt de terugbetaling of ontheffing naar evenredigheid op alle aandelen. 4. Het besluit tot kapitaalvermindering wordt onmiddellijk van kracht indien het niet voorziet in terugbetaling of ontheffing van de verplichting tot storting op aandelen, of indien: a. het eigen vermogen van de vennootschap niet lager is en door de terugbetaling of ontheffing niet lager wordt dan het bedrag waarmee na kapitaalvermindering in het kapitaal wordt deelgenomen; en b. het bedrag waarmee na kapitaalvermindering in het kapitaal wordt deelgenomen niet lager is dan het bedrag van de schulden van de vennootschap. 5. Terugbetaling of ontheffing in andere gevallen dan bedoeld in het vierde lid, is slechts toegestaan indien het bestuur of, zo deze is aangesteld, de wettelijk vertegenwoordiger het besluit tot kapitaalvermindering heeft neergelegd ten kantore van het handelsregister en van het besluit en de nederlegging hiervan aankondiging heeft gedaan in de Landscourant van Aruba alsmede in een landelijk verspreid nieuwsblad. In de aankondiging dient het bedrag waarmee het kapitaal wordt verminderd te worden vermeld. 6. Binnen twee maanden na plaatsing van de in het vijfde lid veinielde aankondiging en nederlegging kunnen schuldeisers van de vennootschap door een verzoekschrift bij de rechter tegen het besluit tot kapitaalvermindering in verzet komen, tenzij hen voldoende zekerheid wordt gesteld of andere waarborg wordt gegeven dan wel de vermogenstoestand van de vennootschap voldoende waarborg biedt voor voldoening van hun vorderingen. Het verzet wordt slechts gegrond verklaard nadat een door de rechter gestelde termijn om een door hem omschreven waarborg te geven is verlopen zonder dat deze is gegeven en de schuld inmiddels niet is voldaan. 7. Het besluit tot kapitaalvennindering wordt niet eerder van kracht dan nadat het verzet is ingetrokken of de opheffing daarvan uitvoerbaar is. Indien reeds terugbetaling heeft plaats gehad kan de rechter op een daartoe gericht verzoek het stellen van zekerheid of een waarborg bevelen en daaraan een dwangsom verbinden. 8. Het bestuur of, zo deze is aangesteld, de wettelijk vertegenwoordiger, doet binnen acht dagen van elke kapitaalvermindering opgaaf bij degene die het handelsregister houdt.

20 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 19 van Artikel Jaarlijks binnen acht maanden na afloop van het boekjaar van de vennootschap, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste zes maanden door de algemene vergadering van aandeelhouders op grond van bijzondere omstandigheden, maakt het bestuur een jaarrekening en jaarverslag op. 2. De jaarrekening wordt ondertekend door alle bestuurders, alsmede, zo die er zijn, door alle commissarissen. Ontbreekt een handtekening van een van hen, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt. 3. De jaarrekening bestaat ten minste uit een balans en een winst- en verliesrekening en een toelichting op deze stukken. 4. De jaarrekening geeft volgens normen die in het maatschappelijke verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd, een zodanig inzicht, dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat, alsmede voor zover de aard van een jaarrekening dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de vennootschap. 5. De opgemaakte jaarrekening alsmede het jaarverslag liggen van de dag van de oproeping tot de algemene vergadering van aandeelhouders bestemd om te besluiten omtrent goedkeuring van de jaarrekening, ter inzage van de aandeelhouders ten kantore van de vennootschap en de wettelijk vertegenwoordiger als bedoeld in artikel 20; ieder van hen heeft recht op een volledig afschrift daarvan. 6. Indien door de openbaar gemaakte jaarrekening een misleidende voorstelling van zaken wordt gegeven van de toestand van de vennootschap zijn de bestuurders alsmede de commissarissen, die de jaarrekening hebben ondertekend, tegenover derden hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die zij als gevolg daarvan hebben geleden. Een commissaris die bewijst dat hem ter zake hiervan geen tekortkoming in het toezicht kan worden verweten, is niet aansprakelijk. Artikel De jaarrekening wordt aan de algemene vergadering van aandeelhouders ter goedkeuring voorgelegd. De algemene vergadering van aandeelhouders of een commissie uit die vergadering, is bevoegd aanwijzingen te geven omtrent de inrichting van de jaarrekening, tenzij de statuten anders bepalen. 2. De algemene vergadering van aandeelhouders of een ander daartoe bij statuten aangewezen orgaan is zonder beperking bevoegd, en zo de statuten dit voorschrijven verplicht, om een externe deskundige te benoemen ten einde op de boekhouding regelmatig toezicht te houden, alsmede om verslag uit te brengen omtrent de door het bestuur opgemaakte jaarrekening. Tenzij de statuten anders bepalen, benoemt de algemene vergadering van

21 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 20 van aandeelhouders of het tot benoeming bevoegde orgaan op verzoek van een aandeelhouder een deskundige, bij gebreke waarvan de verzoeker zelf bevoegd is tot benoeming van een deskundige. 3. De ingevolge het tweede lid benoemde deskundige is gerechtigd tot inzage van alle boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vennootschap waarvan kennisneming tot vervulling van zijn taak nodig is. De deskundige brengt verslag uit van zijn bevindingen aan de algemene vergadering van aandeelhouders en het orgaan dat hem heeft benoemd, alsmede aan het bestuur en, zo deze is aangesteld, de raad van commissarissen. Het verslag wordt bij de jaarrekening gevoegd. Onverminderd het elders in deze of een andere landsverordening bepaalde, is het hem verboden hetgeen hem uit hoofde van zijn opdracht bekend is geworden verder bekend to maken. 4. Het bestuur, of zo deze is aangesteld, de wettelijk vertegenwoordiger, deponeert de jaarrekening binnen acht dagen nadat deze is goedgekeurd dan wel binnen acht dagen nadat zij uiterlijk ter goedkeuring aan de algemene vergadering van aandeelhouders had moeten worden voorgelegd, ten kantore van het handelsregister. Onverminderd het elders in de wet bepaalde, wordt de jaarrekening niet aan derden ter inzage gegeven, anders dan door of met instemming van de vennootschap. 5. Tenzij de statuten hiervoor een langere termijn voorschrijven, ligt de goedgekeurde jaarrekening met de daarbij behorende stukken gedurende twee jaren na goedkeuring ter inzage van ieder van de aandeelhouders en heeft ieder van hen recht op een volledig afschrift daarvan. Artikel De aandeelhouders en andere uitkeringsgerechtigden hebben recht op het aan hen toekomende deel in de uit de goedgekeurde jaarrekening blijkende winst; de statuten kunnen bepalen dat het aan hen toekomende bedrag eerst op hun verzoek opeisbaar wordt. 2. In afwijking van het eerste lid, kunnen de statuten bepalen dat de algemene vergadering van aandeelhouders of een ander orgaan in onmiddellijke samenhang met de goedkeuring van de jaarrekening besluit omtrent uitkering of inhouding van de uit de jaarrekening blijkende winst of een deel daarvan. 3. De algemene vergadering van aandeelhouders of een ander bij de statuten aangewezen orgaan kan in onmiddellijke samenhang met het goedkeuren van de jaarrekening besluiten over het doen van uitkeringen ten laste van het uit de jaarrekening blijkende eigen vermogen. 4. De algemene vergadering van aandeelhouders of een ander bij de statuten aangewezen orgaan kan besluiten tot het doen van tussentijdse uitkeringen ten laste van een lopend

22 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 21 van boekjaar of ten laste van een geeindigd boekjaar waarvan de jaarrekening nog niet is goedgekeurd. 5. leder aandeel geeft bij verdeling van de winst recht op een gelijk bedrag en ieder onderaandeel op het dienovereenkomstige gedeelte van dat bedrag, behoudens voor zover de statuten anders bepalen. De statuten kunnen bepalen dat de aandelen die vennootschap houdt in haar eigen kapitaal meetellen bij de berekening van de verdeling van uitkeringen of bepaalde uitkeringen. Tenzij de statuten anders bepalen, geldt het bepaalde omtrent de gerechtigdheid tot de winst ook ten aanzien van andere uitkeringen aan aandeelhouders. 6. Er is geen recht op uitkering, en betaalbaarstelling van uitkeringen aan aandeelhouders en andere uitkeringsgerechtigden kan niet geschieden, indien het eigen vermogen van de vennootschap minder bedraagt dan het bedrag waarmee in het kapitaal is deelgenomen eventueel vermeerderd met reserves die ingevolge de statuten moeten worden aangehouden dan wel indien het eigen vermogen door die uitkering onder dat bedrag zou dalen. Tot het eigen vermogen worden gerekend: a. het bedrag waarmee in het kapitaal is deelgenomen; b. agio; c. statutaire reserves; d. overige reserves; en e. niet verdeelde winsten. Voor de toepassing van dit lid wordt met het bedrag waarmee in het kapitaal is deelgenomen slechts rekening gehouden met het gestorte en opgevraagde deel daarvan. 7. Een recht op uitkering verjaart door verloop van vijf jaren nadat de gerechtigde wist of behoorde to weten van de opeisbaarheid daarvan, tenzij de statuten hiervoor een langere termijn stellen. De statuten kunnen in afwijking van de eerste volzin bepalen dat de vordering vervalt op het moment waarop zij anders zou verjaren. Hoofdstuk IV. De algemene vergadering van aandeelhouders Artikel Aan de algemene vergadering van aandeelhouders behoort, binnen de door de wet, de statuten en het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, gestelde grenzen, alle bevoegdheid, die niet aan het bestuur of aan anderen is toegekend. 2. Het bestuur en, zo die is aangesteld, de raad van commissarissen verschaffen aan de algemene vergadering van aandeelhouders alle door haar verlangde inlichtingen, tenzij een zwaarwichtig belang van de vennootschap zich daartegen verzet.

23 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 22 van Het in het tweede lid bedoelde recht op informatie kan bij statuten tevens worden toegekend aan individuele aandeelhouders. Ingeval inlichtingen zijn verschaft, stelt het orgaan dat de inlichtingen heeft verschaft de overige aandeelhouders hiervan onverwijld op de hoogte met het aanbod hen die informatie ook te verschaffen. 4. Onvenuinderd het elders in deze landsverordening bepaalde, wordt aan de algemene vergadering van aandeelhouders of een aandeelhouder op eerste verzoek een afschrift van de meest recente versie van de reglementen van de vennootschap verschaft. Artikel Tot het bijeenroepen van de algemene vergadering van aandeelhouders zijn zowel het bestuur als de raad van commissarissen, zo die is aangesteld, bevoegd. Tenzij de statuten anders bepalen, komt deze bevoegdheid tevens toe aan ieder bestuurslid en iedere commissaris of aan de wettelijk vertegenwoordiger, als bedoeld in artikel 20. Bij statuten kan deze bevoegdheid ook aan anderen worden toegekend. 2. Iedere aandeelhouder en andere stemgerechtigde, die daarbij een redelijk belang heeft, kan het bestuur of de raad van commissarissen schriftelijk verzoeken een algemene vergadering bijeen te roepen, ter beraadslaging en besluitvorming over het bij het verzoek aangegeven onderwerp ter zake waarvan hij stemrecht heeft. Indien het verzoek niet binnen acht dagen nadat het de vennootschap heeft bereikt, is ingewilligd dan wel is afgewezen wegens gebrek aan redelijk belang, kan de belanghebbende zelf die algemene vergadering bijeenroepen, met dien verstande dat ingeval het verzoek is afgewezen, een bijeenroeping eerst kan plaatsvinden na machtiging van de rechter. Tegen het verlenen of weigeren van de machtiging staat geen rechtsmiddel open, behoudens cassatie in het belang der wet. 3. Iedere aandeelhouder met stemrecht en iedere andere stemgerechtigde kan een verzoek richten tot het bestuur of de raad van commissarissen am een onderwerp te agenderen voor de eerstkomende algemene vergadering van aandeelhouders. Indien het verzoek is gedaan nadat de termijn voor oproeping voor deze vergadering is verstreken, wordt het onderwerp voor de eerste daarop volgende vergadering op de agenda geplaatst. 4. Behoudens voor zover de statuten anders bepalen, gelden onderaandelen die tezamen ten minste een aandeel of meer aandelen vertegenwoordigen, voor de toepassing van dit artikel, als zoveel aandelen. Artikel 41

24 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 23 van Behoudens voor zover de statuten anders bepalen, geschiedt de oproeping tot een algemene vergadering van aandeelhouders door een schriftelijke oproeping gericht aan het adres van de betrokkenen. Indien van een of meer van hen het adres onbekend is, geschiedt de oproeping tevens door aankondiging in de Landscourant van Aruba. De oproeping vermeldt de te behandelen onderwerpen. 2. De oproepingstermijn bedraagt ten minste vijf dagen, de dag van oproeping en de dag van vergadering niet meegerekend. Als dag van oproeping geldt de dag waarop de oproeping is verzonden dan wel, indien dat later is, de dag waarop de oproeping is geplaatst in de Landscourant van Aruba. 3. De oproeping vermeldt de plaats van de vergadering en de te behandelen onderwerpen. Wordt een voorstel gedaan tot statutenwijziging of tot wijziging van het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, dan wordt de letterlijke tekst van het voorstel meegezonden of ten kantore van de vennootschap en, zo deze is aangesteld, de wettelijk vertegenwoordiger voor de aandeelhouders ter inzage gelegd. Van de terinzagelegging wordt mededeling gedaan in de aankondiging bedoeld in het eerste lid, zo hiervan sprake is. 4. Tenzij de statuten anders bepalen worden algemene vergaderingen gehouden in Aruba. Vergaderingen kunnen ook worden gehouden en aan vergaderingen kan ook worden deelgenomen, door middel van telefonie of andere communicatiemiddelen, mits zodanig dat door alle betrokkenen rechtstreeks aan de beraadslagingen en stemming kan worden deelgenomen. 5. Zijn de voorschriften bedoeld in het eerste tot en met het vierde lid niet in acht genomen, dan kunnen slechts geldige besluiten worden genomen indien het besluit met algemene stemmen wordt genomen in een vergadering waarin alle met betrekking tot dat onderwerp stemgerechtigden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Artikel Iedere aandeelhouder en iedere stemgerechtigde is bevoegd in persoon of bij schriftelijk gevolmachtigde de algemene vergadering van aandeelhouders bij te wonen, daarin het woord te voeren, alsmede het stemrecht uit te oefenen voor zover hem dat toekomt. 2. Bij of krachtens de statuten kan het recht tot bijwonen van de vergadering en daarin het woord te voeren ook aan anderen warden toegekend. 3. De statuten kunnen bepalen dat de rechten bedoeld in het eerste lid, slechts kunnen worden uitgeoefend indien aan daarin nader omschreven voorschriften is voldaan. 4. Behoudens voor zover in de statuten anders is bepaald, hebben bestuurders en commissarissen als zodanig een

25 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 24 van raadgevende stem in de algemene vergadering van aandeelhouders. De statuten kunnen bepalen dat deze bevoegdheid ook geldt ten aanzien van andere vergaderingen van aandeelhouders. Artikel Aan elk aandeel is stemrecht verbonden tenzij de statuten, met inachtneming van artikel 21, anders bepalen. 2. Behoudens voor zover de statuten anders bepalen, is aan elk aandeel een stem verbonden ten aanzien van alle aangelegenheden. 3. De vennootschap kan geen stem uitbrengen voor aandelen in haar eigen kapitaal. Evenmin kan stem worden uitgebracht voor aandelen gehouden door een rechtspersoon waarin de vennootschap krachtens stemrecht direct of indirect doorslaggevende zeggenschap kan uitoefenen ook indien alle stemgerechtigden stemmen. Het zelfde geldt voor aandelen waarop de vennootschap of een rechtspersoon, bedoeld in de tweede volzin, een recht van vruchtgebruik of een pandrecht heeft. 4. Behoudens voor zover de statuten anders bepalen, gelden onderaandelen als zoveel aandelen die zij tezamen vertegenwoordigen, ongeacht de gerechtigdheid tot de onderaandelen. Artikel Alle besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, behoudens voor zover in deze landsverordening of de statuten een grotere meerderheid is voorgeschreven. 2. De geldigheid van besluiten is niet afhankelijk van het ter vergadering vertegenwoordigde gedeelte van het geplaatste kapitaal, behoudens voor zover deze landsverordening of de statuten anders bepalen. 3. De statuten kunnen voorzien in al dan niet afzonderlijke stemmingen door houders van onderscheiden, nader aangeduide aandelen. 4. Van de beraadslagingen en besluitvorming in een vergadering worden notulen opgemaakt. Tenzij de statuten anders bepalen, wijst de vergadering hiervoor een persoon aan en worden de notulen door de voorzitter van de vergadering getekend. 5. Indien elke houder van aandelen waaraan stemrecht is verbonden tevens bestuurder is van de vennootschap, kan elk besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders worden genomen in een vergadering van het bestuur, mits aan de overige voorschriften die gelden voor het nemen van het besluit door de

26 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 25 van algemene vergadering van aandeelhouders, is voldaan. De statuten kunnen bepalen dat deze bepaling toepassing mist. 6. Bij de vaststelling of is voldaan aan een quorum of meerderheidseis, blijven aandelen waarvoor op grond van de wet, de statuten of het reglement, bedoeld in artikel 3, tweede lid, geen stemrecht kan worden uitgebracht buiten beschouwing. 7. De statuten kunnen bepalen dat bij het staken van stemmen de beslissing wordt opgedragen aan een ander orgaan of een derde. Artikel De algemene vergadering van aandeelhouders is bevoegd de statuten to wijzigen. Voor zover bij de statuten de bevoegdheid tot wijziging mocht zijn beperkt of uitgesloten, is wijziging niettemin mogelijk, indien het besluit daartoe genomen wordt met algemene stemmen in een vergadering, waarin het gehele geplaatste kapitaal vertegenwoordigd is. 2. Gedurende het faillissement van de vennootschap kunnen de statuten slechts worden gewijzigd met instemming van de curator. 3. Zijn er verschillende soorten van aandelen of aandelen met een nadere aanduiding, dan vereist een besluit tot statutenwijziging een goedkeurend besluit van elke groep van houders van aandelen van een bepaalde soort of aanduiding aan wier rechten de statutenwijziging afbreuk doet, tenzij de bevoegdheid tot deze wijziging ingevolge de statuten was voorbehouden. De voor een besluit tot wijziging van de statuten vereiste meerderheid van stemmen, geldt ook voor het goedkeurend besluit bedoeld in de eerste volzin, behoudens voor zover de statuten hiervoor een hogere meerderheid voorschrijven. 4. Een besluit tot wijziging van een bepaling van de statuten waarmee wijziging wordt gebracht in het aan een of meer aandelen verbonden stemrecht, recht op deelname aan de benoeming of verkiezing van bestuurders of commissarissen of het geven van instructies aan bestuurders, kan slechts worden genomen met algemene stemmen in een vergadering, waarin alle stemgerechtigden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. 5. Een besluit tot wijziging van een bepaling van de statuten waarmee wijziging wordt gebracht in het aan een of meer aandelen verbonden winstrecht, recht op reserves of een redelijke prijs of vergoeding voor aandelen of het recht in een overschot na vereffening van het vermogen van de ontbonden vennootschap, kan slechts worden genomen met instemming van de aandeelhouders in wier rechten wijziging wordt gebracht 6. Ter zake van een besluit tot wijziging van een bepaling van de statuten waarbij afbreuk wordt gedaan aan specifieke rechten van houders van aandelen zonder stemrecht, alsmede ter zake van een besluit als bedoeld in het vierde en het vijfde lid, komt aan de houders van die aandelen stemrecht toe.

27 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 26 van Het vierde, vijfde en zesde lid missen toepassing indien en voor zover bij het verkrijgen van de betrokken aandelen de bevoegdheid tot wijziging bij statuten was voorzien en de statuten hiervoor een andersluidende bepaling geven. De aard van de wijziging en de omstandigheden waaronder tot wijziging kan worden besloten, dienen hiertoe in de statuten te zijn vermeld. 8. Wijzing van een statutaire bepaling waarbij aan een ander dan aan aandeelhouders enig recht is toegekend, heeft jegens de gerechtigde slechts werking voor zover de bevoegdheid tot wijziging ten tijde van toekenning was voorbehouden of de gerechtigde met de wijziging instemt. Artikel Een statutenwijziging wordt van kracht door opneming daarvan in een notariele akte. Artikel 13, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing op de akte van statutenwijziging. 2. Tot het doen verlijden van de akte van statutenwijziging is iedere bestuurder bevoegd, alsmede de wettelijk vertegenwoordiger zo die is aangesteld, onverminderd de bevoegdheid van de algemene vergadering van aandeelhouders een ander daartoe te machtigen. 3. De notaris ten overstaan van wie de akte van statutenwijziging is verleden, draagt zorg dat een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten ten kantore van het handelsregister worden neergelegd. Artikel Het reglement bedoeld in artikel 3, tweede lid, en een reglementswijziging verkrijgen rechtskracht doordat de tekst van het reglement en bij reglementswijziging, de tekst na wijziging van het reglement, wordt opgenomen in of aanhecht aan een notariele akte, dan wel door deponering van een door de bestuurders gewaarmerkt afschrift daarvan ten kantore van het handelsregister. Onverminderd het elders in de wet bepaalde, wordt het reglement niet aan derden ter inzage gegeven, anders dan door of met instemming van de vennootschap. 2. Artikel 45 is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van het reglement. Het reglement kan bij oprichting worden vastgesteld door de oprichters, mits het in de akte van oprichting is opgenomen of daaraan is gehecht. Een besluit tot intrekking van het reglement wordt van kracht op de wijze bepaald in het eerste lid. 3. Tot het doen opnemen, aanhechten of deponeren als bedoeld in het eerste lid, is iedere bestuurder bevoegd, alsmede de wettelijk vertegenwoordiger zo die is aangesteld, onverminderd de bevoegdheid van de algemene vergadering van aandeelhouders een ander daartoe te machtigen. Indien het

28 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 27 van reglement is opgenomen in of is aangehecht aan een notariele akte draagt de notaris zorg voor deponering als bedoeld in het eerste lid. 4. Het reglement kan warden gesteld in elke taal. Is de taal een andere dan het Nederlands, Papiamento of Engels, dan wordt van het reglement een door een beedigd vertaler ondertekende vertaling in het Nederlands of het Papiamento gehecht aan de notariele akte of het afschrift, bedoeld in het eerste lid. 5. Van het vaststellen, wijzigen of intrekken van het reglement wordt opgaaf gedaan aan de houder van het handelsregister. Indien de vaststelling of wijziging van kracht wordt door deponering als bedoeld in het eerste lid, behoeft geen afzonderlijke opgaaf te worden gedaan. Artikel Tenzij de statuten anders bepalen, kan besluitvorming van aandeelhouders buiten vergadering geschieden, mits alle ter zake van dat besluit stemgerechtigden aan de besluitvorming hebben deelgenomen, dan wel schriftelijk of ter vergadering voorafgaand aan de besluitvorming met besluitvorming buiten vergadering hebben ingestemd. De stemmen worden schriftelijk uitgebracht. Alle vergadergerechtigden, bestuurders en commissarissen dienen tijdig bericht te ontvangen van de voorgenomen besluitvorming buiten vergadering. 2. Behoudens voor zover de statuten anders bepalen, gelden de vereisten bedoeld in artikel 44, voor het totstandkomen van een besluit ook bij besluitvorming buiten vergadering. 3. De statuten kunnen nadere eisen stellen aan de vorm van de schriftelijke uitingen, bedoeld in het eerste lid. Artikel De artikelen 40 tot en met 48 zip van overeenkomstige toepassing op andere vergaderingen van aandeelhouders, behoudens voor zover de statuten anders bepalen of uit de wet anders voortvloeit. 2. Artikel 44, eerste en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing bij besluitvorming van andere organen. Hoofdstuk V. Het bestuur van de vennootschap en het toezicht op het bestuur Artikel De vennootschap heeft een bestuur, bestaande uit een of meer bestuurders.

29 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 28 van Behoudens beperkingen voortvloeiend uit de wet of de statuten, is het bestuur belast met het besturen van de vennootschap. 3. Bij de vervulling van zijn taak richt het bestuur zich naar het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. 4. Tenzij de statuten anders bepalen, is het bestuur zonder opdracht van de algemene vergadering van aandeelhouders niet bevoegd aangifte te doen tot faillietverklaring van de vennootschap. Artikel De statuten kunnen bepalen dat een of meer bestuursleden, mits minder dan de helft van het totale aantal, zijn belast met de uitvoering van het bestuur, terwijl de overige bestuursleden zijn belast met het houden van toezicht daarop. De uitvoering van het bestuur omvat de dagelijkse leiding van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming, het geven van uitvoering aan de ingevolge de wet of statuten bevoegd genomen besluiten voor zover nodig en het voldoen aan de bij of krachtens de wet aan het bestuur opgelegde verplichtingen. 2. Indien de vennootschap een bestuur kent als bedoeld in het eerste lid, fungeert een van het uitvoerend bestuur uitgesloten bestuurder als voorzitter van het bestuur. 3. De met het uitvoerend bestuur belaste bestuurders verschaffen het bestuur en elk van de bestuursleden tijdig de voor de uitoefening van hun taak noodzakelijke, alsmede de door hen verlangde inlichtingen en gegevens. 4. Iedere met het uitvoerend bestuur belaste bestuurder, kan te alien tijde worden geschorst en, indien de statuten hierin voorzien, worden ontslagen bij een bestuursbesluit waarbij uitsluitend de van het uitvoerend bestuur uitgesloten bestuursleden stemrecht toekomt. Tenzij de statuten anders bepalen, vervalt een schorsing indien het niet binnen drie maanden is gevolgd door het ontslag van de betrokken bestuurder. 5. Met uitzondering van artikel 36, tweede lid, artikel 68, derde lid, artikel 71, tweede lid en artikel 90, derde lid, worden voor de toepassing van wettelijke bepalingen waarbij of krachtens welke specifiek aan het bestuur of een bestuurder verplichtingen worden opgelegd, alleen de met het uitvoerend bestuur belaste bestuurders als zodanig aangemerkt. 6. De statuten kunnen categorieen van handelingen noemen waarover het bestuur een uitdrukkelijk besluit moet nemen. Het bestuur kan bepaalde handelingen of categorieen van handelingen benoemen waarvoor het bestuur een uitdrukkelijk besluit moet nemen. Deelname aan besluitvorming over handelingen als bedoeld in dit lid, wordt niet aangemerkt als het deelnemen aan het uitvoerend bestuur.

30 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 29 van Artikel De statuten kunnen bepalen dat er een raad van commissarissen is of kan zijn, tenzij de statuten voorzien in een taakverdeling in het bestuur als bedoeld in artikel De raad van commissarissen bestaat uit natuurlijke personen, tenzij de statuten anders bepalen. Indien een rechtspersoon commissaris is, wijst hij voor de uitoefening van zijn bevoegdheden in de raad van commissarissen een natuurlijke persoon als vertegenwoordiger aan. 3. De raad van commissarissen is belast met het houden van toezicht op het bestuur. De raad van commissarissen is bevoegd tot schorsing van iedere bestuurder en, indien de statuten hierin voorzien, tot ontslag van iedere bestuurder. Tenzij de statuten anders bepalen, vervalt een schorsing indien het niet binnen drie maanden is gevolgd door het ontslag van de betrokken bestuurder. 4. De statuten kunnen aan de raad van commissarissen en een of meer van zijn leden andere taken en nader omschreven bevoegdheden toekennen. 5. Bij de vervulling van zijn taak, richt de raad van commissarissen zich naar het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. 6. Het bestuur verschaft de raad van commissarissen en de individuele commissarissen tijdig de voor de uitoefening van hun taak noodzakelijke, alsmede de door hen verlangde inlichtingen en gegevens. Artikel Met uitzondering van de eerste bestuurders, die worden benoemd in de akte van oprichting, worden de bestuurders door de algemene vergadering van aandeelhouders benoemd of, indien de statuten hierin voorzien, gekozen. De statuten kunnen bepalen dat een of meer bestuurders worden benoemd of gekozen door afzonderlijke, nader aan te duiden aandeelhouders, of worden benoemd of gekozen door een nader aan te duiden vergadering van aandeelhouders. 2. Bij statuten kan de bevoegdheid tot benoeming of verkiezing van bestuurders aan een bindende voordracht worden onderworpen. Voor zover de statuten niet anders bepalen, kan de algemene vergadering van aandeelhouders aan zodanige voordracht steeds het bindende karakter ontnemen bij een besluit genomen met twee derde van de uitgebrachte stemmen die meer dan de helft van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen. 3. Iedere bestuurder kan te alien tijde worden geschorst en ontslagen door degene die bevoegd is tot diens benoeming of verkiezing. Bij statuten kan de bevoegdheid tot ontslag ook aan een ander orgaan worden toegekend. Tenzij de statuten anders

31 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 30 van bepalen, kunnen de eerste bestuurders te alien tijde worden ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. 4. Voor zover de statuten niet anders bepalen, worden de vergoedingen en andere voorwaarden betreffende de rechtsbetrekking met bestuurders en commissarissen als zodanig, vastgesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders. 5. Het eerste tot en met het vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de benoeming, schorsing en het ontslag van commissarissen. De statuten kunnen evenwel de bevoegdheid tot benoeming van een of meer commissarissen, doch ten hoogste een derde van het gehele aantal, toekennen aan anderen. Artikel De statuten bevatten voorschriften omtrent de wijze waarop in het bestuur van de vennootschap tijdelijk wordt voorzien in geval van ontstentenis of belet van alle bestuurders. 2. De statuten kunnen voorschriften bevatten omtrent de wijze waarop in geval van belet of ontstentenis van een bestuurder tijdelijk wordt voorzien in diens vervanging; hierbij kan nader worden omschreven in welke gevallen sprake is van belet of ontstentenis. Artikel Het bestuur vertegenwoordigt de vennootschap. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt mede toe aan iedere bestuurder afzonderlijk, voor zover de statuten niet anders bepalen. 2. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging die aan het bestuur of aan een bestuurder toekomt, is onbeperkt en onvoorwaardelijk voor zover uit de wet of statuten niet anders voortvloeit. 3. Indien een regeling, waarbij de bevoegdheid van het bestuur en bestuurders tot vertegenwoordiging van de vennootschap wordt beperkt, tot gevolg heeft dat voor het verrichten van een rechtshandeling bevoegdheid tot vertegenwoordiging ontbreekt, is het bestuur met machtiging van de algemene vergadering van aandeelhouders bevoegd tot vertegenwoordiging. 4. De statuten kunnen ook aan andere personen dan bestuurders bevoegdheid tot vertegenwoordiging toekennen. Artikel Bij rechtsgedingen tegen een bestuurder wordt de vennootschap vertegenwoordigd door een of meer door de algemene vergadering van aandeelhouders aan te wijzen personen, onverminderd de bevoegdheid van de raad van

32 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 31 van commissarissen en de overige bestuurders tot het treffen van alle noodzakelijk of wenselijk geachte conservatoire maatregelen; de desbetreffende bestuurder kan de rechtspersoon niet vertegenwoordigen. 2. Wijst de daartoe bestemde algemene vergadering van aandeelhouders geen andere persoon of personen aan, dan wordt de rechtspersoon, onverminderd artikel 60, vertegenwoordigd door de raad van commissarissen of, zo er geen raad van commissarissen is aangesteld, door de overige bestuurders, tenzij bij of krachtens de statuten anders is bepaald. Artikel In alle gevallen van tegenstrijdig belang tussen de vennootschap en een bestuurder wordt de vennootschap slechts verbonden indien de algemene vergadering van aandeelhouders en het bestuur met het verrichten van de rechtshandeling instemmen. Wijst de algemene vergadering van aandeelhouders hiertoe geen andere persoon of personen aan, dan wordt de vennootschap bij het verrichten van de rechtshandeling vertegenwoordigd overeenkomstig de ingevolge artikel 55 geldende regeling. 2. Het eerste lid vindt geen toepassing ter zake van een rechtshandeling die de vennootschap onder dezelfde condities en in gelijke omstandigheden gebruikelijk ook met derden verricht, dan wel ter zake van een rechtshandeling waarbij strijdigheid van belangen is uitgesloten. 3. In de statuten kan van het eerste lid worden afgeweken ten aanzien van rechtshandelingen tussen de vennootschap en een rechtspersoon waarmee de vennootschap een economische eenheid vomit en organisatorisch is verbonden, doordat door de betrokken rechtspersoon krachtens stemrecht direct of indirect doorslaggevende zeggenschap kan worden uitgeoefend in de vennootschap, of doordat deze zeggenschap door een andere rechtspersoon kan worden uitgeoefend in zowel de vennootschap als de betrokken rechtspersoon. 4. Indien de statuten hierin voorzien, kan de algemene vergadering van aandeelhouders de haar ingevolge het eerste lid toekomende bevoegdheden overdragen aan een of meer aandeelhouders of een ander orgaan, niet zijnde het bestuur. De overdracht vergt een uitdrukkelijk besluit en vermeldt de rechtshandelingen waarop zij betrekking heeft alsmede de eventuele aan de uitoefening van de bevoegdheid gestelde beperkingen. De overdracht kan to alien tijde worden ingetrokken. Indien de overgedragen bevoegdheid is uitgeoefend, wordt hiervan op de eerstkomende algemene vergadering van aandeelhouders verslag gedaan. 5. Bij of krachtens de statuten kunnen nadere regels worden gegeven inzake de handelwijze bij tegenstrijdig belang en de besluitvorming daaromtrent. De regeling kan mede betrekking

33 Scan nummer 2 van 5- Scanpagina 32 van hebben op gevallen van tegenstrijdig belang tussen de vennootschap enerzijds en een commissaris of aandeelhouder anderzij ds. 6. Een rechtshandeling verricht in strijd met het eerste tot en met het vierde lid, kan steeds worden bekrachtigd door de algemene vergadering van aandeelhouders. 7. Bij de besluitvorming inzake de in het eerste lid toegekende bevoegdheid heeft degene wiens tegenstrijdige belang in het geding is geen stemrecht, behoudens indien er geen andere aandeelhouders zijn buiten de vennootschap. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing op een door de betrokkene beheerste rechtspersoon. 8. Van het verrichten van rechtshandelingen bedoeld in dit lid wordt afzonderlijk melding gemaakt in het jaarverslag bedoeld in artikel 36. Artikel Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vennootschap en van alles betreffende de werkzaamheden van de vennootschap, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te alien tijde de rechten en verplichtingen van de vennootschap daaruit kunnen worden gekend. 2. Het bestuur houdt ter inzage van de aandeelhouders een administratie waarin de notulen en de besluiten van vergaderingen van aandeelhouders zijn opgenomen, alsmede de besluiten genomen buiten vergadering en het verslag van de stemming daaromtrent, en voorts van alle besluiten betreffende de uitgifte van aandelen, de inkoop van aandelen, het opvragen van kapitaal, kapitaalvermindering, alsmede het onderzoek en de goedkeuring van de jaarrekening. Aan ieder van de aandeelhouders wordt desgevraagd een afschrift of uittreksel van deze aantekeningen verschaft tegen ten hoogste de kostprijs. 3. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave van deze gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt. 4. Het bestuur is verplicht de boeken, bescheiden, en andere gegevensdragers, bedoeld in het eerste tot en met het derde lid, gedurende tien jaren te bewaren. 5. Het bestuur zorgt dat de wettelijk vertegenwoordiger, zo deze is aangesteld, te alien tijde toegang heeft tot de boekhouding en administratie en de beschikking heeft over de daarin opgenomen gegevens.

34 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 33 van Artikel Elke bestuurder is tegenover de vennootschap gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. 2. De statuten kunnen voorzien in een nader omschreven taakverdeling binnen het bestuur. Een dergelijke taakverdeling ontslaat de bestuurders niet van hun verantwoordelijkheid voor de algemene gang van zaken en de verplichting tot het treffen van maatregelen om de gevolgen van een schadetoebrengend feit voor de vennootschap af te wenden, ook indien het een aangelegenheid betreft die niet tot hun werkkring behoort. 3. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuurders behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem is te wijten en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden. 4. De aansprakelijkheid van een rechtspersoon als bestuurder van een vennootschap rust tevens hoofdelijk op ieder die ten tijde van het ontstaan van de aansprakelijkheid van de rechtspersoon daarvan bestuurder is. Het derde lid en artikel 61, derde lid, is op de aan het slot van de eerste volzin bedoelde bestuurder van overeenkomstige toepassing. 5. Het eerste tot en met het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op commissarissen. Artikel De algemene vergadering van aandeelhouders kan het bestuur of, zo deze is aangesteld, de raad van commissarissen, schriftelijk verzoeken een onderzoek in te stellen of zich een grond voordoet voor een aansprakelijkheidstelling van een of meer bestuurders wegens onbehoorlijke taakvervulling alsmede om een of meer bestuurders daarvoor aansprakelijk te stellen. 2. Bij statuten kan de bevoegdheid bedoeld in het eerste lid, tevens worden toegekend aan een of meer aandeelhouders. 3. Aan de beraadslagingen van het bestuur omtrent een dergelijk verzoek nemen de beweerdelijk aansprakelijke bestuurders niet deel. Binnen dertig dagen na ontvangst van het verzoek roept het bestuur of, zo deze is aangesteld en het verzoek aan hem is gericht, de raad van commissarissen een algemene vergadering van aandeelhouders bijeen waarop de algemene vergadering van aandeelhouders wordt bericht of al dan niet aan het verzoek gehoor zal warden gegeven. 4. Wordt aan het verzoek geen gehoor gegeven of wordt niet binnen de in het derde lid genoemde tellnijn een algemene vergadering van aandeelhouders bijeengeroepen, dan is elke aandeelhouder bevoegd de bestuurder of bestuurders namens de vennootschap aansprakelijk te stellen en daartoe een rechtsgeding

35 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 34 van in te stellen, alsmede tot het treffen van de noodzakelijk of wenselijk geachte conservatoire rechtsmiddelen, behoudens indien de algemene vergadering van aandeelhouders besluit van aansprakelijkstelling of te zien of de statuten anders bepalen. De algemene vergadering van aandeelhouders is steeds bevoegd tot aanwijzing van een of meer personen die namens de vennootschap het rechtsgeding zullen voeren of voortzetten. 5. Uitsluitend de vennootschap en de betrokken bestuurder of bestuurders kunnen in de kosten van het geding worden veroordeeld. Artikel Indien het bestuur zijn taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement, is ingeval van faillissement van de vennootschap, iedere bestuurder jegens de boedel hoofdelijk aansprakelijk voor het bedrag van de schulden voor zover deze niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan. 2. Indien het bestuur niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen uit de artikelen 58 en 37, vierde lid, dan wordt vermoed dat het zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld en dat onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Hetzelfde geldt indien de vennootschap volledig aansprakelijke vennoot is van een vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap en niet is voldaan aan de verplichtingen uit artikel 15a van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba. Een onbelangrijk verzuim wordt niet aanmerking genomen. 3. Niet aansprakelijk is de bestuurder die aannemelijk maakt dat de onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur niet aan hem te wij ten is en dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan of te wenden. 4. De rechter kan het bedrag waarvoor de bestuurders aansprakelijk zijn venninderen indien hem dit bovenmatig voorkomt, gelet op de aard en de ernst van de onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur, de andere oorzaken van het faillissement alsmede de wijze waarop dit is afgewikkeld. De rechter kan voorts het bedrag van de aansprakelijkheid van een afzonderlijke bestuurder verminderen indien hem dit bovenmatig voorkomt, gelet op de tijd gedurende welke die bestuurder als zodanig in functie is geweest in de periode waarin de onbehoorlijke taakvervulling plaats vond. 5. Is de omvang van het tekort nog niet bekend, dan kan de rechter, al dan niet met toepassing van het vierde lid, bepalen dat van het tekort tot betaling waarvan hij de bestuurders veroordeelt, een staat wordt opgemaakt overeenkomstig de bepalingen van de zesde titel van het tweede boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van Aruba.

36 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 35 van De vordering kan slechts worden ingesteld op grond van onbehoorlijke taakvervulling in de periode van drie jaren voorafgaande aan het faillissement. Een aan de bestuurder verleende kwijting staat aan het instellen van de vordering niet in de weg. 7. Met een bestuurder wordt voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld degene die het beleid van de vennootschap heeft bepaald of mede heeft bepaald, als ware hij bestuurder. De vordering kan niet worden ingesteld tegen een door de rechter benoemde bewindvoerder. 8. Dit artikel laat onverlet de bevoegdheid van de curator tot het instellen van een vordering op grond van de overeenkomst met de bestuurder of op grond van artikel Indien een bestuurder ingevolge dit artikel aansprakelijk is en niet in staat is tot betaling van zijn schuld ter zake, kan de curator de door die bestuurder onverplicht verrichte rechtshandelingen waardoor de mogelijkheid tot verhaal op hem is vellninderd, ten behoeve van de boedel door een buitengerechtelijke verklaring vernietigen, indien aannemelijk is dat deze geheel of nagenoeg geheel met het oogmerk van vermindering van dat verhaal zijn verricht. Artikel Een ieder die, zonder deel uit to maken van het bestuur, krachtens de statuten, het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, of krachtens een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders, tijdelijk of onder bepaalde omstandigheden daden van bestuur verricht, wordt ten aanzien van hun rechten en verplichtingen ten opzichte van de vennootschap en derden als bestuurder aangemerkt. 2. Het goedkeuren van bepaalde bestuurshandelingen of het verlenen van machtiging daartoe geldt niet als het verrichten van daden van bestuur. Hoofdstuk VI. Omzetting Afdeling 1. Algemene bepalingen Artikel Een naamloze vennootschap en een Aruba vrijgestelde vennootschap kunnen zich omzetten in een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. 2. Voor omzetting als bedoeld in het eerste lid, is vereist een besluit tot omzetting alsmede een besluit tot statutenwij zi ging. 3. Een besluit tot omzetting wordt genomen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Tenzij de statuten

37 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 36 van anders bepalen, gelden voor een besluit tot omzetting de vereisten die gelden voor een besluit tot statutenwijziging. Gelden voor wijziging van afzonderlijke bepalingen van de statuten nadere vereisten, dan wordt bij het besluit tot omzetting mede aan deze vereisten voldaan, tenzij die bepalingen na de omzetting onveiminderd zullen gelden; de artikelen 45, derde tot en met zesde lid, en 47, tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing. 4. De omzetting komt tot stand door een notariele akte van omzetting, op het ontwerp waarvan een verklaring van de Minister van Justitie is verkregen, dat hem van geen bezwaren tegen de omzetting is gebleken. De artikelen 12, tweede en vierde lid, en 13, eerste lid en tweede lid, onderdeel a, zijn van overeenkomstige toepassing. 5. Na de omzetting kunnen een aandeelhouder, een vruchtgebruiker en een pandhouder de aan een aandeel verbonden rechten niet uitoefenen zolang zij niet in het register, bedoeld in artikel 30, zijn ingeschreven. Voor zover aandeelbewijzen aan toonder zijn uitgegeven, vindt geen inschrijving plaats dan tegen afgifte van de aandeelbewijzen aan de vennootschap. 6. Omzetting beeindigt het bestaan van de rechtspersoon niet. Artikel Een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid kan zich omzetten in een naamloze vennootschap. Artikel 63, tweede, derde en zesde lid, is van overeenkomstige toepassing. 2. De omzetting komt tot stand door het verlijden van een notariele akte van omzetting op het ontwerp waarvan een verklaring van de Minister van Justitie, waarop artikel 38 Wetboek van Koophandel van Aruba van overeenkomstige toepassing is, is verkregen, dat hem van geen bezwaren tegen de omzetting is gebleken. De artikelen 35 tot en met 37 van het Wetboek van Koophandel van Aruba zijn van overeenkomstige toepassing op de notariele akte van omzetting. 3. Indien de vennootschap aansprakelijke aandeelhouders kent, is artikel 31, vijfde lid, van overeenkomstige toepassing ten aanzien van schulden die voortvloeien uit rechtshandelingen die zijn verricht voor het van kracht worden van de omzetting. Artikel 65 De notaris ten overstaan van wie de akte van omzetting is verleden, draagt zorg dat de stukken die moeten worden gedeponeerd en de gegevens waarvan de wet inschrijving voorschrijft, zo spoedig mogelijk na omzetting ter deponering en inschrijving worden aangeboden ten kantore van het handelsregister, en voorts dat zo spoedig mogelijk in de

38 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 37 van Landscourant van Aruba mededeling wordt gedaan van de omzetting. Afdeling 2. Grensoverschrijdende omzetting Artikel Een buitenlandse rechtspersoon die naar aard en inrichting vergelijkbaar is met een naamloze vennootschap, een Aruba vrijgestelde vennootschap of een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, kan zich met inachtneming van artikel 63, vierde lid, omzetten in een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, mits ingevolge het recht dat de buitenlandse rechtspersoon beheerst deze rechtspersoon na omzetting als vennootschap met beperkte aansprakelijkheid voortbestaat. Indien aan de in dit lid bedoelde voorwaarden niet is voldaan, komt de omzetting niet tot stand. 2. Artikel 65 is van overeenkomstige toepassing, onverminderd het derde lid. 3. Aan de notariele akte van omzetting wordt een verklaring gehecht van de autoriteit die daartoe bevoegd is naar het recht dat de buitenlandse rechtspersoon beheerst of, bij gebreke daaraan, van een ter zake deskundige rechtsgeleerde dat het recht dat de buitenlandse rechtspersoon beheerst omzetting in een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid toelaat. 4. Indien ingevolge het recht dat op de buitenlandse rechtspersoon van toepassing is, de omzetting niet tot stand komt op het moment van het verlijden van de notariele akte van omzetting, wordt hiervan in de akte melding gemaakt. In dat geval komt, in afwijking van artikel 63, vierde lid, de omzetting tot stand op het door dat recht aangewezen tijdstip. De notaris draagt alsdan zorg dat zo spoedig mogelijk ten kantore van het handelsregister opgaaf wordt gedaan van het tijdstip waarop de omzetting tot stand is gekomen. 5. Een besluit tot omzetting kan worden genomen onder een opschortende voorwaarde als bedoeld in artikel 11 van de Landsverordening zetelverplaatsing rechtspersonen (AB 1996 no. 64). In dat geval zijn de artikelen 11 tot en met 13 van de in de eerste volzin genoemde landsverordening van overeenkomstige toepassing. 6. Onverminderd artikel 13 van de Landsverordening zetelverplaatsing rechtspersonen, komt een omzetting waaraan een besluit als bedoeld dat in het vierde lid, ten grondslag ligt, tot stand met ingang van de dag waarop de in het besluit genoemde opschortende voorwaarde in vervulling is gegaan, of indien het recht dat de buitenlandse rechtspersoon beheerst dit niet toelaat, het door dat recht aangewezen tijdstip. De artikelen 7 tot en met 9 van de in de eerste volzin genoemde landsverordening van overeenkomstige toepassing.

39 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 38 van Artikel Een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid kan zich omzetten in een buitenlandse rechtspersoon die naar aard en inrichting vergelijkbaar is met een naamloze vennootschap of een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, mits ingevolge het recht dat de beoogde buitenlandse rechtspersoon beheerst, de omgezette vennootschap voortbestaat in de beoogde rechtspersoonsvorm. Indien aan de in dit lid bedoelde voorwaarden niet is voldaan, komt de omzetting niet tot stand. 2. Artikel 63, tweede, derde en zesde lid is van overeenkomstige toepassing. De notulen van de vergaderingen waarin tot omzetting wordt besloten, worden opgemaakt bij notariele akte. 3. De omzetting komt tot stand door een notariele akte van omzetting. Artikel 13, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing op de notariele akte van omzetting. Onverminderd het vijfde en achtste lid, draagt de notaris zo spoedig mogelijk zorg voor deponering van de akte van omzetting ten kantore van het handelsregister en voorts dat zo spoedig mogelijk in de Landscourant van Aruba mededeling wordt gedaan van de omzetting. 4. Aan de notariele akte van omzetting wordt een verklaring gehecht van de autoriteit die daartoe bevoegd is naar het recht dat de buitenlandse rechtspersoon beheerst of, bij gebreke daaraan, van een ter zake deskundige rechtsgeleerde dat het recht dat de beoogde buitenlandse rechtspersoon beheerst omzetting in de beoogde rechtspersoonsvorm toelaat. 5. Indien ingevolge het recht dat op de beoogde buitenlandse rechtspersoonsvorm van toepassing is de omzetting niet tot stand komt op het moment van het verlijden van de notariele akte van omzetting, wordt hiervan in de akte melding gemaakt. In dat geval komt, in afwijking van het derde lid, de omzetting tot stand op het door dat recht aangewezen tijdstip. De notaris draagt alsdan zorg dat zo spoedig mogelijk ten kantore van het handelsregister opgaaf wordt gedaan van het tijdstip waarop de omzetting tot stand is gekomen. 6. Indien de vennootschap aansprakelijke aandeelhouders kent, is artikel 31, vijfde lid, van overeenkomstige toepassing ten aanzien van schulden die voortvloeien uit rechtshandelingen die zijn verricht voor het van kracht worden van de omzetting. 7. Een besluit tot omzetting kan worden genomen onder een opschortende voorwaarde als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Landsverordening zetelverplaatsing rechtspersonen. 8. Een omzetting waaraan een besluit als bedoeld in het zevende lid, ten grondslag ligt, komt tot stand met ingang van de dag waarop de in het besluit genoemde opschortende voorwaarde in vervulling is gegaan, of indien het recht dat de buitenlandse rechtspersoon beheerst dit niet toelaat, het door dat recht aangewezen tijdstip.

40 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 39 van Artikel 68 is op een besluit tot omzetting als bedoeld in het zevende lid, niet van toepassing. Artikel In geval van omzetting als bedoeld in artikel 67, stelt het bestuur een voorstel tot omzetting op dat vermeldt de huidige naam en zetel van de vennootschap, alsmede, voor de rechtspersoonsvorm waarin de vennootschap zich wenst om to zetten: a. de beoogde statutaire zetel, dan wel het equivalent daarvan volgens het recht dat die rechtspersoonsvorm beheerst; b. zijn nieuwe statuten, dan wel het equivalent daarvan volgens het recht dat die rechtspersoonsvorm beheerst; c. zijn nieuwe benaming; d. de gevolgen van de omzetting voor aandeelhouders, schuldeisers contractuele wederpartij en en bijzondere rechthebbenden als bedoeld in artikel 80; en e. de waarde van de aandelen, zonodig onderscheiden naar soort en aanduiding, vastgesteld door een deskundige als bedoeld in artikel 73, vijfde lid; van de waardering wordt een verslag opgemaakt. Onderdeel e blij ft buiten toepassing indien de algemene vergadering van aandeelhouders daartoe met instemming van alle aandeelhouders besluit of indien de aandelen zijn toegelaten tot de officiele notering van een gereglementeerde effectenbeurs die onder overheidstoezicht staat of onder toezicht staat van een van overheidswege erkende autoriteit of instelling. De leden 4 tot en met 6 blijven alsdan eveneens buiten toepassing. 2. De vennootschap legt het voorstel tot omzetting alsmede het verslag als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, ter inzage ten kantore van de vennootschap, of bij gebreke van een kantoor van de vennootschap, het kantooradres van de wettelijk vertegenwoordiger, voor de aandeelhouders en andere stemgerechtigden, alsmede voor hen die een bijzonder recht jegens de rechtspersoon hebben, zoals een recht op een uitkering van winst, tot het nemen van aandelen of tot het bijwonen van vergaderingen. 3. Het voorstel wordt ondertekend door alle bestuurders en, zo die er zijn, alle commissarissen. Ontbreekt een handtekening van een van hen, dan daarvan onder opgave van reden melding gemaakt. 4. Artikel 41 is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in afwijking van artikel 41, tweede lid, de oproepingstermijn ten minste dertig dagen bedraagt en dat in afwijking van artikel 41, vijfde lid, het besluit tot omzetting slechts kan worden genomen indien hiermee alle stemgerechtigden alsmede alle aandeelhouders zonder stemrecht instemmen indien de bedoelde voorschriften niet in acht zijn genomen.

41 Scan nummer 2 van 5- Scanpagina 40 van Aandeelhouder die tegen het voorstel hebben gestemd alsmede aandeelhouders zonder stemrecht kunnen ter vergadering waarop is besloten tot omzetting, de vennootschap verzoeken hen de waarde van hun aandelen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, uit te keren. De identiteit van deze aandeelhouders wordt opgetekend in de notulen van de vergadering. Bij de statuten kan dit recht worden uitgesloten of beperkt; het eerste lid, onderdeel e, mist dan in zoverre toepassing. 6. Het bestuur gaat niet over tot uitkering van de waarde als bedoeld in het vijfde lid, dan nadat een hiertoe bijeengeroepen algemene vergadering van aandeelhouders heeft besloten tot bestendiging van het besluit tot omzetting. Aan de aandeelhouders, bedoeld in het vijfde lid, komt hierbij geen stemrecht toe. Artikel 38, zesde lid, is van overeenkomstige toepassing. 7. Onverminderd het twaalfde en dertiende lid, kan de akte van omzetting niet worden verleden voordat de waarde, bedoeld in het vijfde lid, is uitgekeerd. De aandelen waarop de uitkering betrekking heeft, vervallen op het moment dat de omzetting van kracht wordt. 8. De vennootschap legt het besluit tot omzetting en indien van toepassing het besluit, bedoeld in het zesde lid, neer ten kantore van het handelsregister, tezamen met de gegevens bedoeld in het eerste lid met veunelding van het bedrag waarniee als gevolg de uitkeringen als bedoeld in het vijfde lid, het bedrag waarmee in het kapitaal wordt deelgenomen, wordt verlaagd. Veinielding van de gegevens bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, kan achterwege blijven. De genoemde bescheiden kunnen worden neergelegd in het Engels, zonder dat hiervan een be&ligde vertaling in het Nederlands of Papiamento is bijgevoegd. 9. De vennootschap plaatst voorts een advertentie in de Landscourant van Aruba alsmede in een landelijk verspreid nieuwsblad waarbij de voorgenomen omzetting wordt aangekondigd, met venuelding van het openbare register waar het voorstel tot omzetting, het besluit tot omzetting en de bijbehorende stukken zijn gedeponeerd en van het adres waar zij krachtens het tweede lid ter inzage liggen. Tegelijkertijd geeft de vennootschap aan elke haar bekende schuldeiser, contractuele wederpartij, alsmede iedere bijzonder rechthebbende als bedoeld in artikel 80 schriftelijk kennis van het voornemen tot omzetting en deponering van de stukken, bedoeld in de eerste volzin. Voorts geeft de vennootschap tegelijkertijd met de deponering en aankondiging, de minister van Justitie en de minister belast met economische aangelegenheden schriftelijk kennis van het voornemen tot omzetting en van de deponering van die stukken. 10. Tot dertig dagen nadat de aankondiging en de aanschrijving, bedoeld in het negende lid, is gedaan, kan iedere schuldeiser of contractuele wederpartij van de om te zetten vennootschap, alsmede iedere bijzonder rechthebbende als

42 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 41 van bedoeld in artikel 80, door een verzoekschrift bij de rechter, tegen de aangekondigde omzetting in verzet komen op de grond dat hij in zijn positie wordt geschaad. Het verzoekschrift vermeldt welke zekerheid, waarborg, contractswijziging, ontbinding of schadevergoeding wordt verlangd. 11. Indien de rechter het verzet gegrond oordeelt, bepaalt hij de door de vennootschap of een derde te stellen maatregel, zekerheid of waarborg of te betalen schadevergoeding, dan wel de contractswijziging of -ontbinding die zal gelden wanneer de omzetting tot stand komt. Aan een contractswijziging of - ontbinding kan de rechter een, per de datum van de omzetting ingaande, op de vermootschap rustende verplichting tot schadevergoeding verbinden. 12. De akte van omzetting kan slechts worden verleden als geen verzet is aangetekend of, indien verzet is aangetekend, niet voordat het verzet is ingetrokken, de beslissing waarbij het verzet ongegrond is verklaard uitvoerbaar is of, bij gegrondverklaring, de vastgestelde waarborg of zekerheid is gesteld. 13. Elke bestuurder is hoofdelijk aansprakelijk naast de vennootschap voor de verbintenissen van de vennootschap van voor de omzetting jegens degene aan wie geen aanschrijving is geschied als bedoeld in het negende lid. De aansprakelijkheid vervalt door verloop van een jaar na inschrijving van de omzetting in het handelsregister. Artikel De omzetting in een buitenlandse rechtspersoon heeft geen rechtsgevolg wanneer de minister van Justitie of de minister belast met economische aangelegenheden zich daartegen heeft verzet om redenen van algemeen belang, door nederlegging van een daarop betrekking hebbende verklaring ten kantore van het handelsregister binnen dertig dagen na de aankondiging en kennisgeving, bedoeld in artikel 68, negende lid. Tegen het verzet staat voor de vennootschap beroep open bij de rechter. 2. De akte van omzetting mag niet worden verleden voordat het verzet is ingetrokken of de opheffing van het verzet onherroepelijk is geworden. Hoofdstuk VII. Fusie Afdeling 1. Algemene bepalingen Artikel Fusie is de rechtshandeling van twee of meer rechtspersonen waarbij een van deze het vermogen van de andere onder algemene titel verkrijgt of waarbij een nieuwe

43 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 42 van rechtspersoon die bij deze rechtshandeling door hen samen wordt opgericht, hun vermogen onder algemene titel verkrijgt. 2. Fusie kan tot stand komen tussen naamloze vennootschappen, Aruba vrijgestelde vennootschappen en vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, mits ten minste een van de verdwijnende rechtspersonen de rechtsvorm heeft van een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, dan wel de verkrijgende rechtspersoon de rechtsvorm heeft van een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of deze rechtsvorm verkrijgt met het van kracht worden van de fusie. 3. Wordt de verkrijgende rechtspersoon nieuw opgericht, dan heeft hij de rechtsvorm van een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Is de verkrijgende rechtspersoon een van de fuserende rechtspersonen en heeft hij niet de rechtsvorm van een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, dan kan hij deze rechtsvorm verkrijgen door het van kracht worden van de fusie, indien het fusievoorstel hierin voorziet. Een Aruba vrijgestelde vennootschap kan slechts optreden als verkrijgende vennootschap, indien zij met het van kracht worden van de fusie de rechtsvorm van een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid aanneemt. 4. Een ontbonden rechtspersoon mag niet fuseren, indien reeds uit hoofde van de vereffening een uitkering is gedaan. 5. Een rechtspersoon mag niet fuseren gedurende faillissement of surseance van betaling. 6. Met uitzondering van de verkrijgende rechtspersoon houden de fuserende rechtspersonen door het van kracht worden van de fusie op te bestaan. De aandeelhouders van de verdwijnende rechtspersonen worden door de fusie aandeelhouder van de verkrijgende rechtspersoon, uitgezonderd in de volgende gevallen: a. ingeval van een fusie tussen een vennootschap als verkrijgende rechtspersoon en een rechtspersoon waarvan zij alle aandelen houdt; of b. wanneer een persoon, of een ander voor diens rekening, alle aandelen houdt van de te fuseren vennootschappen en de verkrijgende vennootschap geen aandelen toekent ingevolge de akte van fusie; of c. wanneer krachtens de ruilverhouding van de aandelen zelfs geen recht bestaat op een enkel aandeel. Voorts worden voor aandelen in het kapitaal van de verdwijnende vennootschappen die worden gehouden door of voor rekening van de fuserende vennootschappen, geen aandelen toegekend. 7. Indien na een fusie blijkt dat voor de overgang van een vermogensbestanddeel een nadere handeling is vereist, kan deze handeling namens de verdwenen rechtspersoon worden verricht door de verkrijgende rechtspersoon. Artikel 71

44 Staten Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 43 van De besturen van de fuserende rechtspersonen stellen een voorstel tot fusie op. Dit voorstel vermeldt ten minste: a. de rechtsvoini, naam en zetel van de te fuseren rechtspersonen; b. de statuten van de verkrijgende rechtspersoon zoals die luiden en zoals zij na de fusie zullen luiden, of indien de verkrijgende vennootschap nieuw wordt opgericht, het ontwerp van de akte van oprichting, dan wel indien de verkrijgende rechtspersoon wordt omgezet in een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, het ontwerp van de akte van omzetting; c. welke rechten of vergoedingen ten laste van de verkrijgende rechtspersoon worden toegekend aan degenen die anders dan als aandeelhouder of aandeelhouder bijzondere rechten hebben jegens de verdwijnende rechtspersonen, zoals rechten op een uitkering van winst of tot het nemen van aandelen, en met ingang van welk tijdstip; d. welke voordelen in verband met de fusie worden toegekend aan een bestuurder, commissaris, bestuurder of aandeelhouder van een te fuseren rechtspersoon of aan een ander die bij de fusie is betrokken; e. de voornemens over de samenstelling na de fusie van het bestuur, en als er een raad van commissarissen zal zijn, van die raad; f de voorgenomen maatregelen in verband met de overgang van de aandelen of het aandeelhouderschap van de verdwijnende rechtspersonen; g. de voornemens omtrent voortzetting of beeindiging van werkzaamheden van de bij de fusie betrokken rechtspersonen; h. wie in voorkomend geval het besluit tot fusie moeten go edkeuren; i. de ruilverhouding van de aandelen en eventueel de omvang van de betalingen krachtens de ruilverhouding, tenzij artikel 73, negende lid, van toepassing is; j. met ingang van welk tijdstip en in welke mate de aandeelhouders van de verdwijnende vennootschappen zullen delen in de winst van de verkrijgende vennootschap; k. een vermogensopstelling van de verkrijgende vennootschap die betrekking heeft op de vermoedelijke toestand onmiddellijk na het van kracht worden van de fusie; de vermogensopstelling toont een eigen vermogen als bedoeld in artikel 38, zesde lid, dat niet lager is dan het bedrag waarmee na de fusie in het kapitaal van de verkrijgende vennootschap wordt deelgenomen. Gegevens daarvoor mogen worden ontleend aan de in artikel 72, tweede lid bedoelde jaarrekeningen of vermogensopstellingen, met dien verstande dat afwijkingen daarvan worden toegelicht; hoeveel aandelen eventueel zullen worden ingetrokken met toepassing van artikel 73, derde lid;

45 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 44 van m. of bij de fusie een reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van kracht wordt, wordt gewijzigd of ingetrokken. 2. Het voorstel tot fusie wordt ondertekend door de bestuurders van elke te fuseren rechtspersoon; ontbreekt de handtekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt. 3. Indien een fuserende rechtspersoon een raad van commissarissen kent, moet het voorstel tot fusie zijn goedgekeurd door de raad van commissarissen en wordt het door de commissarissen mede ondertekend; ontbreekt de handtekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt. Artikel In een schriftelijke toelichting geeft het bestuur van elke te fuseren rechtspersoon de redenen voor de fusie met een uiteenzetting over de verwachte gevolgen voor de werkzaamheden en een toelichting uit juridisch, economisch en sociaal oogpunt. 2. Indien het eerste boekjaar van een fuserende rechtspersoon nog niet is verstreken of indien het laatste boekjaar van de rechtspersoon, waarover een jaarrekening of andere financidle verantwoording is vastgesteld, meer dan zes maanden voor de nederlegging van het voorstel tot fusie is verstreken, maakt het bestuur een jaarrekening of tussentijdse vermogensopstelling op. Deze heeft betaking op de stand van het vermogen op ten vroegste de eerste dag van de derde maand voor de maand waarin zij wordt neergelegd. De vermogensopstelling wordt opgemaakt met inachtneming van de indeling en de waarderingsmethoden die in de laatst vastgestelde jaarrekening of andere financidle verantwoording zijn toegepast, tenzij daarvan gemotiveerd wordt afgeweken op de grond dat de actuele waarde belangrijk afwijkt van de boekwaarde. 3. Tenzij artikel 73, negende lid, van toepassing is, moet het bestuur in de toelichting op het voorstel tot fusie mededelen: a. volgens welke methode of methoden de ruilverhouding van de aandelen is vastgesteld; b. of deze methode of methoden in het gegeven geval passen; c. tot welke waardering elke gebruikte methode leidt; d. indien meer dan een methode is gebruikt, of het bij de waardering aangenomen betrekkelijke gewicht van de methoden in het maatschappelijke verkeer als aanvaardbaar kan worden beschouwd; en e. welke bijzondere moeilijkheden er eventueel zijn geweest bij de waardering en bij de bepaling van de ruilverhouding. 4. Een toelichting is niet vereist voor de verdwijnende rechtspersoon indien: a. de verkrijgende vennootschap alle aandelen houdt in zijn kapitaal; dan wel

46 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 45 van b. een persoon, of een ander voor diens rekening, alle aandelen houdt van de te fuseren vennootschappen en de verkrijgende vennootschap geen aandelen toekent ingevolge de akte van fusie, tenzij anderen dan de verkrijgende rechtspersoon een bijzonder recht jegens de verdwijnende rechtspersoon hebben, zoals een recht op uitkering van winst of tot het nemen van aandelen. Artikel Indien aandelen of certificaten van aandelen van een te fuseren vennootschap zijn opgenomen in de prijscourant van een beurs, kan de ruilverhouding afhankelijk zijn van de prijs van die aandelen onderscheidenlijk certificaten op die beurs op een of meer in het voorstel tot fusie te bepalen tijdstippen, gelegen voor de dag waarop de fusie van kracht wordt. 2. Indien krachtens de ruilverhouding van de aandelen recht bestaat op geld of schuldvorderingen, mag het gezamenlijke bedrag daarvan een tiende van het bedrag waarmee door de toegekende aandelen in het kapitaal wordt deelgenomen, niet te boven gaan. 3. Bij de akte van fusie kan de verkrijgende vennootschap aandelen in haar kapitaal die zij zelf of een andere fuserende vennootschap houdt, intrekken tot ten hoogste het bedrag waarmee door de toegekende aandelen in het kapitaal wordt deelgenomen. 4. Een door het bestuur aangewezen externe deskundige onderzoekt het voorstel tot fusie en stelt een verslag op, waarin hij zijn oordeel geeft over de vennogensopstelling bedoeld in artikel 71, eerste lid, onderdeel k, van de verkrijgende vennootschap. Tevens stelt hij een verslag op, waarin hij zijn oordeel geeft over de mededelingen, bedoeld in artikel 72, derde lid en verklaart hij of de voorgestelde ruilverhouding van de aandelen, mede gelet op de bijgevoegde stukken, naar zijn oordeel redelijk is. De vorige volzin blijft buiten toepassing indien daartoe wordt besloten met instemming van alle stemgerechtigden en houders van aandelen zonder stemrecht. 5. Onder externe deskundige als bedoeld in het vierde lid wordt verstaan een deskundige als bedoeld in het Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van 15 december 2003 ter uitvoering van artikel 19, tweede lid, onderdeel d, ten 2, van de Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling (AB 2002 no. 123) (AB 2004 no. 2), of het landsbesluit dat dit vervangt. 6. Indien twee of meer van de fuserende vennootschappen naamloze vennootschappen zijn, wordt slechts dezelfde persoon als deskundige aangewezen, indien de algemene vergadering van aandeelhouders het besluit daartoe heeft goedgekeurd. 7. De deskundigen zijn bij alle fuserende vennootschappen gelijkelijk tot onderzoek bevoegd.

47 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 46 van Op de verklaring van de deskundige en zijn verslag over de vermogensopstelling bedoeld in artikel 71, eerste lid, onderdeel k, is artikel 74 van overeenkomstige toepassing en op zijn verslag over de mededelingen, bedoeld in artikel 72, derde lid, artikel 74, tweede lid. 9. Dit artikel mist toepassing indien: a. de verkrijgende vennootschap alle aandelen houdt in het kapitaal van de verdwijnende vennootschap; dan wel b. een persoon, of een ander voor diens rekening, alle aandelen houdt van de te fuseren vennootschappen en de verkrijgende vennootschap geen aandelen toekent ingevolge de akte van fusie. Artikel Elke te fuseren rechtspersoon legt ten kantore van het handelsregister neer: a. het voorstel tot fusie; b. de laatste drie goedgekeurde jaarrekeningen of andere financiele verantwoordingen van de te fuseren rechtspersonen, met de deskundigenverklaring daarbij, voor zover deze stukken ter inzage liggen of moeten liggen; c. de jaarverslagen van de partijen bij de fusie over de laatste drie afgesloten jaren, voor zover deze ter inzage liggen of moeten liggen; d. tussentijdse vermogensopstellingen of niet goedgekeurde jaarrekeningen, voor zover vereist ingevolge artikel 72, tweede lid, en voor zover de jaarrekening van de rechtspersoon ter inzage moet liggen. De genoemde bescheiden kunnen worden neergelegd in het Engels zonder dat hiervan een beedigde vertaling in het Nederlands of Papiamento is bijgevoegd. 2. Tegelijkertijd legt het bestuur het fusievoorstel, met inbegrip van de drie laatst vastgestelde jaarrekeningen of andere financiele verantwoordingen, alsmede, indien van toepassing, het reglement, bedoeld in artikel 3, tweede lid, zoals dat met het van kracht worden van de fusie zal gelden en de in artikel 72, tweede lid, bedoelde vermogensopstelling samen met de toelichtingen van de besturen op het voorstel, neer ten kantore van de rechtspersoon of, bij gebreke van een kantoor, op het woonadres van een bestuurder en, indien toepasselijk, op het kantooradres van de wettelijk vertegenwoordiger. De stukken liggen tot het tijdstip van de fusie en nog zes maanden nadien op het adres van de verkrijgende rechtspersoon onderscheidenlijk van een bestuurder daarvan en, indien van toepassing, op het kantooradres van de wettelijk vertegenwoordiger, ter inzage voor de aandeelhouders, en voor hen die een bijzonder recht jegens de rechtspersoon hebben, zoals een recht op een uitkering van winst, tot het nemen van aandelen of tot het bijwonen van

48 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 47 van vergaderingen. In dit tijdvak kunnen zij kosteloos een afschrift daarvan lcrij gen. 3. De te fuseren rechtspersonen plaatsen tevens een advertentie in de Landscourant van Aruba alsmede in een landelijk verspreid nieuwsblad waarbij de voorgenomen fusie wordt aangekondigd, met vermelding van het openbare register waar het fusievoorstel en de bijbehorende stukken zijn gedeponeerd en van het adres waar zij krachtens het vorige lid ter inzage liggen. 4. Indien de besturen van de te fuseren rechtspersonen het voorstel tot fusie wijzigen, zijn het eerste tot en met het derde lid van overeenkomstige toepassing. Artikel 75 Het bestuur van elke te fuseren rechtspersoon is verplicht de algemene vergadering van aandeelhouders en de andere te fuseren rechtspersonen in te lichten over na het voorstel tot fusie gebleken belangrijke wijzigingen in de omstandigheden die, waren zij bekend geweest, de mededelingen in het voorstel tot fusie of in de toelichting zouden hebben beinvloed. Artikel Tot dertig dagen nadat alle fuserende rechtspersonen de aankondiging, bedoeld in artikel 74, derde lid, hebben gedaan, kan iedere schuldeiser of contractuele wederpartij van een van de fuserende vennootschappen, alsmede iedere bijzonder rechthebbende in de zin van artikel 80, door een verzoekschrift bij de rechter van de statutaire zetel van een verdwijnende of verkrijgende vennootschap, tegen de aangekondigde fusie in verzet komen op de grond dat hij in zijn positie als crediteur, contractuele wederpartij of bijzonder rechthebbende wordt geschaad. Het verzoekschrift vermeldt welke zekerheid, waarborg, contractswijziging, ontbinding of schadevergoeding wordt verlangd. 2. Indien de rechter het verzet gegrond oordeelt bepaalt hij de door de verkrijgende vennootschap of een derde te stellen zekerheid of waarborg of te betalen schadevergoeding, dan wel de contractswijziging of -ontbinding die zal gelden wanneer de fusie tot stand komt. Aan een contractswijziging of -ontbinding kan hij een per de datum van de fusie ingaande, op de verkrijgende vennootschap rustende verplichting tot schadevergoeding verbinden. 3. De akte van fusie, bedoeld in artikel 78, mag niet worden verleden voordat het verzet is ingetrokken, de beslissing waarbij het verzet ongegrond is verklaard uitvoerbaar is of, bij gegrondverklaring, de vastgestelde waarborg of zekerheid is gesteld.

49 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 48 van Indien een verdwijnende vennootschap aansprakelijke aandeelhouders kent, is artikel 31, vijfde lid, van overeenkomstige toepassing ten aanzien van schulden die voortvloeien uit rechtshandelingen die zijn verricht voor het van kracht worden van de fusie. 5. Indien de akte van fusie al is verleden, kan de rechter op een ingesteld rechtsmiddel het stellen van een door hem omschreven waarborg bevelen en daaraan een dwangsom verbinden. Artikel Het besluit tot fusie wordt genomen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Het besluit tot fusie mag niet afwijken van het fusievoorstel. 2. Een besluit tot fusie kan eerst worden genomen na verloop van dertig dagen na de dag waarop alle fuserende rechtspersonen de nederlegging van het voorstel tot fusie hebben aangekondigd. 3. Tenzij de statuten een andere regeling geven voor besluiten tot fusie, gelden voor een besluit tot fusie de vereisten die gelden voor een besluit tot wijziging van de statuten. Gelden voor wijziging van afzonderlijke bepalingen nadere vereisten, dan wordt bij het besluit tot fusie mede aan deze vereisten voldaan, tenzij die bepalingen na de fusie onverminderd zullen gelden; de artikelen 45, derde tot en met zesde lid, en 47, tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing. De notulen van de vergaderingen waarin tot fusie wordt besloten, worden opgemaakt bij notariele akte. 4. In afwijking van het eerste lid, kan een verkrijgende vennootschap bij bestuursbesluit tot fusie besluiten, tenzij uit de statuten anders voortvloeit. Onverminderd het tweede lid, kan dit besluit slechts worden genomen indien de vennootschap het voomemen hiertoe heeft vermeld in de aankondiging dat het voorstel tot fusie is neergelegd. 5. Het vierde lid is niet van toepassing indien een of meer aandeelhouders die tezamen ten minste een tiende van het bedrag waarmee in het kapitaal wordt deelgenomen vertegenwoordigen, of een zoveel geringer belang als in de statuten is bepaald, binnen een maand na de aankondiging aan het bestuur hebben verzocht de algemene vergadering van aandeelhouders bijeen te roepen om over de fusie te besluiten. 6. In de statuten of het reglement, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de verkrijgende vennootschap kan bij het van kracht worden van de fusie geen wijziging worden gebracht, indien het besluit tot fusie is genomen door het bestuur.

50 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 49 van Artikel De fusie geschiedt bij notariele akte en wordt van kracht met ingang van de dag na die waarop de akte is verleden. Artikel 13, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing op de akte van fusie. De akte mag slechts worden verleden binnen zes maanden na de aankondiging van de nederlegging van het voorstel of, indien dit als gevolg van gedaan verzet niet mag, binnen een maand na het tijdstip, bedoeld in artikel 76, derde lid. Artikel 12, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing op de akte van fusie indien hierbij een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid wordt opgericht of gevormd. 2. Aan de voet van de akte verklaart de notaris dat hem is gebleken dat de vormvoorschriften in acht zijn genomen voor alle besluiten die de wet, de statuten en het reglement, bedoeld in artikel 3, tweede lid, voor het totstandkomen van de fusie vereisen en dat voor het overige de daarvoor in de wet, in de statuten en in het reglement gegeven voorschriften zijn nageleefd. 3. De notaris ten overstaan van wie de akte van fusie is verleden, draagt binnen acht dagen na het verlijden van de akte van fusie zorg voor inschrijving van de fusie in het handelsregister. Daarbij wordt een afschrift van de akte van fusie met de notariele verklaring aan de voet daarvan ten kantore van het handelsregister neergelegd. De notaris draagt voorts zorg dat zo spoedig mogelijk in de Landscourant van Aruba mededeling wordt gedaan van de fusie. 4. De verkrijgende rechtspersoon doet binnen een maand opgave van de fusie aan de beheerders van andere openbare registers waarin overgang van rechten of de fusie kan worden ingeschreven. Gaat door de fusie een registergoed op de verkrijgende rechtspersoon over, dan is deze verplicht binnen deze termijn aan de bewaarder van de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, de voor de inschrijving van de fusie vereiste stukken aan to bieden. Artikel Pandrecht en vruchtgebruik op aandelen van de verdwijnende rechtspersonen gaan over op hetgeen daarvoor in de plaats treedt. 2. Rust het pandrecht of vruchtgebruik op aandelen waarvoor niets in de plaats treedt, dan geeft de verkrijgende rechtspersoon een gelijkwaardige vervanging. Artikel Hij die, anders dan als aandeelhouder, een bijzonder recht jegens een verdwijnende rechtspersoon heeft, zoals een recht op een uitkering van winst of tot het nemen van aandelen,

51 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 50 van krijgt een gelijkwaardig recht jegens de verkrijgende rechtspersoon, of schadevergoeding. Schadevergoeding kan niet warden gevorderd door iemand die reeds op de voet van artikel 76 schadevergoeding heeft verzocht, tenzij de rechter in die procedure op dat verzoek niet heeft beslist. 2. De schadevergoeding wordt bij gebreke van overeenstemming bepaald door een of meer onafhankelijke deskundigen, ten verzoeke van de meest gerede partij te benoemen door de rechter in eerste aanleg van de statutaire zetel van de verkrijgende rechtspersoon. 3. Artikel 79 is van overeenkomstige toepassing op pandrecht of vruchtgebruik dat op de bijzondere rechten was gevestigd. Artikel Op het tijdstip met ingang waarvan de verkrijgende rechtspersoon de financiele gegevens van een verdwijnende rechtspersoon zal verantwoorden in de eigen jaarrekening, is het laatste boekjaar van die verdwijnende rechtspersoon geeindigd. 2. De verplichtingen omtrent de jaarrekening of andere financiele verantwoording van de verdwijnende rechtspersonen rusten na de fusie op de verkrijgende rechtspersoon. 3. Waarderingsverschillen tussen de verantwoording van activa en passiva in de laatste jaarrekening of andere financiele verantwoording van de verdwijnende rechtspersonen en in de eerste jaarrekening waarin de verkrijgende rechtspersoon deze activa en passiva verantwoordt, worden toegelicht. Artikel Indien ten gevolge van de fusie een overeenkomst van een fuserende rechtspersoon naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet ongewijzigd in stand behoort te blijven, wijzigt of ontbindt de rechter de overeenkomst op vordering van een van de partijen. Aan de wijziging of ontbinding kan terugwerkende kracht worden verleend. 2. De bevoegdheid tot het instellen van de vordering vervalt door verloop van zes maanden na de nederlegging van de akte van fusie ten kantore van het handelsregister overeenkomstig artikel 78, derde lid. De vordering kan niet worden ingesteld door iemand die reeds op de voet van artikel 76 wijziging of ontbinding van de overeenkomst heeft verzocht, tenzij de rechter in die procedure op dat verzoek niet heeft beslist. 3. Indien uit de wijziging of ontbinding van de overeenkomst schade ontstaat voor de wederpartij, is de rechtspersoon gehouden tot vergoeding daarvan. Artikel 83

52 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 51 van De rechter kan een fusie vernietigen: a. indien de door een notaris ondertekende akte van fusie geen authentiek geschrift is; b. wegens het niet naleven van artikel 70, vierde en vijfde lid, artikel 76, derde lid, of artikel 78, tweede lid; c. wegens nietigheid, het niet van kracht zijn of een grond tot vernietiging van een voor de fusie vereist besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders. 2. Vernietiging geschiedt door een uitspraak van de rechter op vordering tegen de verkrijgende rechtspersoon van een aandeelhouder, bestuurder of andere belanghebbende. Een niet door de rechter vernietigde fusie is geldig. 3. De bevoegdheid tot het instellen van de vordering tot vernietiging vervalt door herstel van het verzuim of door verloop van zes maanden na de nederlegging van de akte van fusie ten kantore van het handelsregister overeenkomstig artikel 78, derde lid. 4. De fusie wordt niet vernietigd: a. indien de rechtspersoon binnen een door de rechter to bepalen tijdvak het verzuim heeft hersteld; b. indien de reeds ingetreden gevolgen van de fusie bezwaarlijk ongedaan kunnen worden gemaakt. 5. Heeft de eiser tot vernietiging van de fusie schade geleden door een verzuim dat tot vernietiging had kunnen leiden, en vernietigt de rechter de fusie niet, dan kan de rechter de rechtspersoon veroordelen tot vergoeding van de schade. De rechtspersoon heeft daarvoor verhaal op de schuldigen aan het verzuim en, tot ten hoogste het genoten voordeel, op degenen die door het verzuim zijn bevoordeeld. 6. De vernietiging wordt, door de zorg van de griffier van het gerecht waar de vordering laatstelijk aanhangig was, ingeschreven in het handelsregister waarin de fusie ingevolge artikel 78, derde lid, moet zijn ingeschreven. 7. De rechtspersonen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor verbintenissen die, ten laste van de rechtspersoon waarin zij gefuseerd zijn geweest, zijn ontstaan na de fusie en voordat de vernietiging in het handelsregister is ingeschreven. 8. De onherroepelijke uitspraak tot vernietiging van een fusie is voor ieder bindend. Verzet door derden en herroeping zijn niet toegestaan. Afdeling 2. Grensoverschrijdende fusies Artikel Een naar aard en inrichting met de naamloze vennootschap, Aruba vrijgestelde vennootschap of vennootschap met beperkte aansprakelijkheid vergelijkbare buitenlandse rechtspersoon kan als fuserende rechtspersoon optreden, mits het recht dat die buitenlandse rechtspersoon beheerst dit toelaat. Aan

53 Scan nummer 2 van 5- Scanpagina 52 van de akte van fusie wordt alsdan een verklaring gehecht van de daartoe bevoegde autoriteit of, bij gebreke daaraan, een ter zake deskundige rechtsgeleerde dat het recht dat de buitenlandse rechtspersoon beheerst de fusie als omschreven in het fusievoorstel toelaat. 2. Onverminderd de voorschriften die dienen te worden nageleefd ingevolge het recht dat de buitenlandse rechtspersoon beheerst, zijn, tenzij uit deze afdeling anders voortvloeit, op de fusie met een buitenlandse rechtspersoon de artikelen 70 tot en met 82 zoveel mogelijk van toepassing. 3. In het geval van een fusie met een buitenlandse verkrijgende rechtspersoon die daarbij niet de rechtsvorm van een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid aanneemt, wordt: a. indien de verkrijgende vennootschap aandelen toekent ingevolge de fusie, in aanvulling op artikel 71, in het fusievoorstel tevens de waarde vermeldt van de aandelen in het kapitaal van de verdwijnende vennootschap, zonodig onderscheiden naar soort en aanduiding, vastgesteld door een deskundige als bedoeld in artikel 73, vijfde lid; van de waardering wordt een verslag opgemaakt waarop artikel 74, tweede lid van overeenkomstige toepassing is; en b. in aanvulling op artikel 74, door de verdwijnende vennootschap, tegelijkertijd met de aankondiging van het voornemen tot fusie en de deponering van de in dat artikel bedoelde stukken, van de bedoelde aankondiging en deponering schriftelijk kennis gegeven aan: 1. de aandeelhouders en elke haar bekende schuldeiser, contractuele wederpartij, alsmede iedere bijzonder rechthebbende in de zin van artikel 80; alsmede 2. de Minister van Justitie en de minister, belast met economische aangelegenheden. 4. Het derde lid, onderdeel a, blij ft buiten toepassing indien de algemene vergadering van aandeelhouders daartoe met instemming van alle aandeelhouders besluit of indien de verkrijgende vennootschap ingevolge het fusievoorstel aandelen toekent die zijn toegelaten tot de officiele notering van een gereglementeerde effectenbeurs die onder overheidstoezicht staat of onder toezicht staat van een van overheidswege erkende autoriteit of instelling. Artikel 85 blijft alsdan eveneens buiten toepassing. 5. Elke bestuurder is hoofdelijk aansprakelijk naast de vennootschap voor de verbintenissen van de vennootschap van voor de fusie jegens degene aan wie geen aanschrijving is geschied als bedoeld in het derde lid, onderdeel b. De aansprakelijkheid vervalt door verloop van een jaar na inschrijving van de fusie in het handelsregister. 6. Artikel 83 is van toepassing met dien verstande dat de fusie niet tot stand komt indien het recht dat de buitenlandse rechtspersoon beheerst de fusie niet toelaat.

54 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 53 van Ten aanzien van de in artikel 78, tweede lid, bedoelde verklaring kan de notaris zich verlaten op een verklaring van de autoriteit die daartoe bevoegd is naar het recht dat de buitenlandse rechtspersoon beheerst of, bij gebreke daaraan, van een ter zake deskundige rechtsgeleerde, dat aan de voorschriften voor fusie die gelden voor de buitenlandse vennootschap is voldaan, onverminderd het achtste lid. 8. Indien ingevolge het recht dat op de buitenlandse rechtspersoon van toepassing is de fusie niet van kracht wordt op de dag na het passeren van de notariele akte van fusie, wordt hiervan in de verklaring, bedoeld in artikel 78, tweede lid, melding gemaakt. In dat geval wordt de fusie van kracht op het door dat recht aangewezen tijdstip. De notaris draagt alsdan zorg dat zo spoedig mogelijk van het van kracht worden van de fusie opgaaf wordt gedaan ten kantore van het handelsregister. Artikel In geval van een fusie met een buitenlandse verkrijgende rechtspersoon die daarbij niet de rechtsvorm aanneemt van een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, wordt een besluit tot fusie niet van kracht indien een of meer aandeelhouders die tegen het voorstel tot fusie hebben gestemd of een of meer aandeelhouders zonder stemrecht, ter vergadering de vennootschap verzoeken hen de waarde van hun aandelen, bedoeld in artikel 84, derde lid, onderdeel a, uit to keren. De identiteit van deze aandeelhouders wordt opgetekend in de notulen van de vergadering. Bij statuten kan het recht van aandeelhouders als bedoeld in dit lid worden uitgesloten of beperkt; artikel 84, derde lid, onderdeel a, mist dan in zoverre toepassing. 2. De besturen stellen in het geval als bedoeld in het eerste lid, eerste volzin, een nieuw fusievoorstel op, uitgaande van de situatie dat de uitkering, bedoeld in het eerste lid, heeft plaatsgehad en de aandelen waarop die uitkering betrekking heeft, zijn vervallen; artikel 74, derde lid, is niet van toepassing indien het voor de uitkering benodigde bedrag wordt verkregen door bijstorting, in welk geval de termijn, bedoeld in artikel 77, tweede lid, met instemming van alle, met betrekking tot het in het volgende lid bedoelde besluit, stemgerechtigden. Artikel 84, derde lid, onderdeel b, 2, blijft buiten toepassing. 3. Het bestuur gaat niet over tot uitkering van de waarde als bedoeld in het eerste lid, dan nadat de algemene vergadering van aandeelhouders heeft besloten tot fusie overeenkomstig het gewijzigde voorstel. Aan de aandeelhouders, bedoeld in het eerste lid, komt hierbij geen stemrecht toe. 4. Onverminderd artikel 76, mag de akte van fusie niet worden verleden voordat de waarde, bedoeld in het eerste lid, is uitgekeerd. De aandelen waarop de uitkering betrekking heeft, vervallen op het moment dat de fusie van kracht wordt.

55 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 54 van Het tweede tot en met het vierde lid blijven buiten toepassing indien alle aandelen waarop het verzoek als bedoeld in het eerste lid betrekking heeft, zijn overgenomen door een of meer andere aandeelhouders die geen verzoek als bedoeld in het eerste lid hebben gedaan. Het fusiebesluit wordt alsdan in afwijking van het eerste lid van kracht op het moment dat alle aandelen zijn overgegaan. Artikel De fusie met een buitenlandse verkrijgende rechtspersoon die met het van kracht worden van de fusie niet de rechtsvorm aanneemt van een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, heeft geen rechtsgevolg indien de Minister van Justitie of de minister, belast met economische aangelegenheden zich daartegen heeft verzet am redenen van algemeen belang door nederlegging van een daarop betrekking hebbende verklaring ten kantore van het handelsregister binnen dertig dagen na de in artikel 84, derde lid, onderdeel b, bedoelde kennisgeving. Tegen het verzet staat voor de vennootschap beroep open bij de rechter. 2. De akte van fusie mag niet worden verleden voordat het verzet is ingetrokken of de opheffmg van het verzet onherroepelijk is. Hoofdstuk VIII. Splitsing Artikel Splitsing is zuivere splitsing en afsplitsing. 2. Zuivere splitsing is de rechtshandeling waarbij het vermogen van een rechtspersoon die bij de splitsing ophoudt te bestaan onder algemene titel overeenkomstig de aan de akte van splitsing gehechte beschrijving wordt verkregen door twee of meer andere rechtspersonen. 3. Afsplitsing is de rechtshandeling waarbij het vermogen of een deel daarvan van een rechtspersoon die bij de splitsing niet ophoudt te bestaan onder algemene titel overeenkomstig de aan de akte van splitsing gehechte beschrijving wordt verkregen door een of meer andere rechtspersonen. 4. Partij bij de splitsing is de splitsende rechtspersoon, alsmede elke verkrijgende rechtspersoon, met uitzondering van rechtspersonen die bij de splitsing warden opgericht. 5. Indien het gehele vellnogen van de splitsende rechtspersoon overgaat, houdt hij door het van kracht worden van de splitsing op te bestaan. 6. Het vijfde lid geldt niet, indien ten minste een verkrijgende rechtspersoon een bij de splitsing opgerichte

56 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 55 van vennootschap is waarvan de splitsende rechtspersoon bij de splitsing alle aandelen verkrijgt. 7. De aandeelhouders van de splitsende rechtspersoon worden door de splitsing aandeelhouder van alle verkrijgende rechtspersonen, uitgezonderd ingeval; a. alle aandelen in de verkrijgende vennootschappen direct of indirect worden gehouden door of voor rekening van de splitsende vennootschap en de splitsende vennootschap niet ophoudt to bestaan; b. ten aanzien van verkrijgende vennootschappen artikel 89 wordt toegepast; c. krachtens de ruilverhouding van de aandelen zelfs geen recht bestaat op een enkel aandeel. Voorts worden geen aandelen in een verkrijgende vennootschap verkregen voor aandelen in een splitsende vennootschap die door of voor rekening van die verkrijgende vennootschap of door of voor rekening van de splitsende vennootschap worden gehouden. 8. Indien na zuivere splitsing blijkt dat voor de overgang van een vermogensbestanddeel een nadere handeling is vereist, kan deze handeling namens de gesplitste rechtspersoon worden verricht door de rechtspersoon die als verkrijger van dat vermogensbestanddeel is aangemerkt. Artikel Partijen bij een splitsing kunnen zijn naamloze vennootschappen, vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en Aruba vrijgestelde vennootschappen met inachtneming van de navolgende bepalingen. 2. Wordt een verkrijgende rechtspersoon bij de splitsing opgericht, dan geschiedt dat in de rechtsvorm van een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. 3. Bij splitsing van een naamloze vennootschap of Aruba vrijgestelde vennootschap kan slechts een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid als verkrijgende vennootschap optreden. Bij splitsing van een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid kan slechts een naamloze vennootschap die partij is bij de splitsing of een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid als verkrijgende vennootschap optreden. 4. Een ontbonden rechtspersoon mag niet partij zijn bij een splitsing, indien reeds uit hoofde van de vereffening een uitkering is gedaan. Een rechtspersoon mag niet partij zijn bij een splitsing gedurende faillissement of surseance van betaling. 5. Een splitsende rechtspersoon mag in faillissement of surseance van betaling zijn, mits alle verkrijgende rechtspersonen bij de splitsing opgerichte vennootschappen zijn en de splitsende rechtspersoon daarvan bij de splitsing enig aandeelhouder wordt. Indien de splitsende rechtspersoon in faillissement is, kan de curator tot splitsing besluiten en rusten de verplichtingen die

57 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 56 van ingevolge deze en de volgende afdeling op het bestuur rusten, op de curator; indien de rechtspersoon in surseance van betaling is, behoeft het besluit tot splitsing de goedkeuring van de bewindvoerder. Artikel 90, tweede lid, onderdeel e en onderdeel o, voor zover het betreft de waarde van het deel van het vermogen dat de splitsende rechtspersoon zal behouden, artikel 91, tweede lid, artikel 94, en artikel 97, vijfde lid, gelden niet in faillissement; artikel 90, tweede lid, onderdeel o, geldt niet in surseance. Artikel 89 In het geval van een zuivere splitsing kan de akte van splitsing bepalen dat onderscheiden aandeelhouders van de splitsende rechtspersoon aandeelhouder worden van onderscheiden verkrijgende rechtspersonen. In dat geval: a. vermeldt het voorstel tot splitsing naast de in artikel 90 genoemde gegevens welke aandeelhouders van welke verkrijgende rechtspersonen aandeelhouder worden; b. deelt het bestuur in de toelichting op het voorstel tot splitsing mee volgens welke criteria deze verdeling is vastgesteld; c. verklaart de deskundige, bedoeld in artikel 92, mede dat de voorgestelde verdeling, mede gelet op de bijgevoegde stukken, naar zijn oordeel redelijk is; en d. wordt het besluit tot splitsing door de algemene vergadering van aandeelhouders van de splitsende vennootschap genomen met een meerderheid van ten minste drie vierden van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin 95% van het door de aandelen vertegenwoordigde vermogen is vertegenwoordigd; in het geval dat slechts een van de aandeelhouders, enig aandeelhouder wordt in een van de verkrijgende rechtspersonen, behoeft het besluit tot splitsing tevens de instemming van de desbetreffende aandeelhouder. Artikel De besturen van de partijen bij de splitsing stellen een voorstel tot splitsing op. 2. Dit voorstel vermeldt ten minste: a. de rechtsvorm, naam en zetel van de partijen bij de splitsing en, voor zover de verkrijgende rechtspersonen bij de splitsing worden opgericht, van deze rechtspersonen; b. de statuten van de verkrijgende rechtspersonen en van de voortbestaande splitsende rechtspersoon, zoals die luiden en zoals zij na de splitsing zullen luiden dan wel, voor zover de verkrijgende rechtspersonen bij de splitsing worden opgericht, het ontwerp van de akte van oprichting; c. of het gehele vermogen van de splitsende rechtspersoon zal overgaan of een gedeelte daarvan;

58 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 57 van d. een beschrijving aan de hand waarvan nauwkeurig kan worden bepaald welke veimogensbestanddelen van de splitsende rechtspersoon zullen overgaan op elk van de verkrijgende rechtspersonen en, indien niet het gehele vermogen van de splitsende rechtspersoon zal overgaan, welke verniogensbestanddelen door hem zullen worden behouden, alsmede een pro forma winst- en verliesrekening dan wel exploitatierekening van de verkrijgende rechtspersonen en de voortbestaande splitsende rechtspersoon; e. de waarde, bepaald naar de dag waarop de in artikel 91, tweede lid, bedoelde jaarrekening of tussentijdse vermogensopstelling van de splitsende rechtspersoon betrekking heeft en berekend met inachtneming van de derde volzin van die bepaling, van het deel van het vermogen dat elke verkrijgende rechtspersoon zal verkrijgen en van het deel dat de voortbestaande splitsende rechtspersoon zal behouden, alsmede de waarde van aandelen in het kapitaal van verkrijgende rechtspersonen die de voortbestaande splitsende rechtspersoon bij de splitsing zal verkrijgen; f. welke rechten of vergoedingen ingevolge artikel 100 ten laste van de verkrijgende rechtspersonen worden toegekend aan degenen die anders dan als aandeelhouder bijzondere rechten hebben jegens de splitsende rechtspersoon, zoals rechten op een uitkering van winst of tot het nemen van aandelen, en met ingang van welk tijdstip de toekenning geschiedt; g. welke voordelen in verband met de splitsing worden toegekend aan een bestuurder of commissaris van een partij bij de splitsing of aan een ander die bij de splitsing is betrokken; h. de voornemens over de samenstelling na de splitsing van de besturen van de verkrijgende rechtspersonen en van de voortbestaande splitsende rechtspersoon, alsmede, voor zover er raden van commissarissen zullen zijn, van die raden; i. het tijdstip met ingang waarvan financiele gegevens betreffende elk deel van het vermogen dat zal overgaan zullen worden verantwoord in de jaarrekening de verkrijgende rechtspersonen; j. de voorgenomen maatregelen in verband met het verkrijgen door de aandeelhouders van de splitsende rechtspersoon van het aandeelhouderschap in de verkrijgende rechtspersonen; k. de voornemens omtrent voortzetting of beeindiging van werkzaamheden; 1. wie in voorkomend geval het besluit tot splitsing moet goedkeuren; m. de ruilverhouding van de aandelen en eventueel de omvang van de betalingen krachtens de ruilverhouding, tenzij artikel 92, negende lid, van toepassing is;

59 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 58 van n. met ingang van welk tijdstip en in welke mate de aandeelhouders van de splitsende vennootschap zullen delen in de winst van de verkrijgende vennootschappen; o. van elk van de partijen bij de splitsing die niet ophouden to bestaan alsmede van een verkrijgende vennootschap die bij de splitsing wordt opgericht een vermogensopstelling die betrekking heeft op de vermoedelijke toestand onmiddellijk na het van kracht worden van de splitsing; de vermogensopstelling toont een eigen vermogen als omschreven in artikel 38, zesde lid, dat niet lager is dan het bedrag waarmee na de splitsing in het kapitaal wordt deelgenomen. Gegevens daarvoor mogen worden ontleend aan de in artikel 91, tweede lid bedoelde jaarrekeningen of vermogensopstellingen, met dien verstande dat afwijkingen daarvan worden toegelicht; p. hoeveel aandelen eventueel zullen worden ingetrokken met toepassing van artikel 92, derde lid; q. of bij de splitsing een reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van kracht wordt, wordt gewijzigd of ingetrokken. 3. Het voorstel tot splitsing wordt ondertekend door de bestuurders van elke partij bij de splitsing; ontbreekt de handtekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt. 4. Indien een partij bij de splitsing een raad van commissarissen kent, moet het voorstel tot splitsing zijn goedgekeurd door de raad van commissarissen en wordt het door de commissarissen mede ondertekend; ontbreekt de handtekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt. Artikel In een schriftelijke toelichting geeft het bestuur van elke partij bij de splitsing de redenen voor de splitsing met een uiteenzetting over de verwachte gevolgen voor de werkzaamheden en een toelichting uit juridisch, economisch en sociaal oogpunt. 2. Indien het eerste boekjaar van een partij bij de splitsing nog niet is verstreken of indien het laatste boekjaar van de rechtspersoon, waarover een jaarrekening of andere financiele verantwoording is vastgesteld, meer dan zes maanden voor de nederlegging van het voorstel tot splitsing is verstreken, maakt het bestuur een jaarrekening of tussentijdse vermogensopstelling op. Deze heeft betrekking op de stand van het vermogen op ten vroegste de eerste dag van de derde maand voor de maand waarin zij wordt neergelegd. De vermogensopstelling wordt opgemaakt met inachtneming van de indeling en de waarderingsmethoden die in de laatst vastgestelde jaarrekening of andere financiele verantwoording zijn toegepast, tenzij daarvan gemotiveerd wordt

60 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 59 van afgeweken op grond dat de actuele waarde belangrijk afwijkt van de boekwaarde. 3. Tenzij artikel 92, negende lid, van toepassing is, deelt het bestuur in de toelichting op het voorstel tot splitsing mee: a. volgens welke methode of methoden de ruilverhouding van de aandelen is vastgesteld; b. of deze methode of methoden in het gegeven geval passen; c. tot welke waardering elke gebruikte methode leidt; d. indien meer dan een methode is gebruikt, of het bij de waardering aangenomen betrekkelijke gewicht van de methoden in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar kan worden beschouwd; en e. welke bijzondere moeilijkheden er eventueel zijn geweest bij de waardering en bij de bepaling van de ruilverhouding. Artikel Indien aandelen of certificaten van aandelen van een splitsende vennootschap zijn opgenomen in de prijscourant van een beurs, kan de ruilverhouding afhankelijk zijn van de prijs van die aandelen onderscheidenlijk certificaten op die beurs op een of meer in het voorstel tot splitsing te bepalen tijdstippen, gelegen voor de dag waarop de splitsing van kracht wordt. 2. Indien krachtens de ruilverhouding van de aandelen recht bestaat op geld of schuldvorderingen, mag het gezamenlijke bedrag daarvan een tiende van het bedrag waarmee door de toegekende aandelen in het kapitaal wordt deelgenomen, niet te boven gaan. 3. Bij de akte van splitsing kan een verkrijgende vennootschap aandelen in de verkrijgende vennootschap die zij zelf houdt of krachtens de akte van splitsing verkrijgt, intrekken tot ten hoogste het bedrag waarmee door de toegekende aandelen in het kapitaal wordt deelgenomen. 4. Aandelen in het kapitaal van de splitsende vennootschap die worden gehouden door of voor rekening van een verkrijgende rechtspersoon of door of voor rekening van de splitsende vennootschap vervallen, indien de splitsende vennootschap bij de splitsing ophoudt te bestaan. 5. Een door het bestuur aangewezen externe deskundige als bedoeld in artikel 73, vijfde lid, onderzoekt het voorstel tot splitsing en stelt een verslag op waarin hij zijn oordeel geeft over de vermogensopstelling, bedoeld in artikel 90, tweede lid, onderdeel o. Tevens stelt hij een verslag op, waarin hij zijn oordeel geeft over de mededelingen, bedoeld in in artikel 91, derde lid, en verklaart hij of de voorgestelde ruilverhouding van de aandelen, mede gelet op de bijgevoegde stukken, naar zijn oordeel redelijk is. De vorige volzin blijft buiten toepassing indien daartoe wordt besloten met instemming van alle stemgerechtigden en houders van aandelen zonder stemrecht.

61 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 60 van Indien twee of meer van de partijen bij de splitsing naamloze vennootschappen zijn, wordt slechts dezelfde persoon als bij een andere partij bij de splitsing als deskundige aangewezen, indien de algemene vergadering van aandeelhouders het besluit daartoe heeft goedgekeurd. 7. De deskundigen zijn bij alle partijen bij de splitsing gelijkelijk tot onderzoek bevoegd. 8. Op de verklaring van de deskundige en zijn verslag over de vermogensopstelling, bedoeld in artikel 90, tweede lid, onderdeel o, is artikel 93 van overeenkomstige toepassing en op zijn verslag over de mededelingen, bedoeld in artikel 91, derde lid, artikel 93, tweede lid. 9. Er behoeft geen ruilverhouding te worden opgesteld indien alle verkrijgende vennootschappen bij de splitsing worden opgericht en de splitsende rechtspersoon daarvan bij de splitsing direct of indirect enig aandeelhouder wordt. Artikel Elke partij bij de splitsing legt ten kantore van het handelsregister neer: het voorstel tot splitsing; a. de laatste drie goedgekeurde jaarrekeningen of andere financiele verantwoordingen van de partijen bij de splitsing, met de deskundigenverklaring daarbij, voor zover deze stukken ter inzage liggen of moeten liggen; b. de jaarverslagen van de partijen bij de splitsing over de laatste drie afgesloten jaren, voor zover deze ter inzage liggen of moeten liggen; c. tussentijdse vermogensopstellingen of niet goedgekeurde jaarrekeningen, voor zover vereist ingevolge artikel 91, tweede lid, en voor zover de jaarrekening van de rechtspersoon ter image moet liggen. De genoemde bescheiden kunnen worden neergelegd in het Engels zonder dat hiervan een beedigde vertaling in het Nederlands of Papiamento is bijgevoegd. 2. Tegelijkertijd legt het bestuur de stukken, met inbegrip van jaarrekeningen of andere financiele verantwoordingen die niet ter openbare inzage hoeven te liggen, samen met de toelichtingen van de besturen op het voorstel, alsmede indien toepasselijk, het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, zoals dat met het van kracht worden van de splitsing zal gelden, neer ten kantore van de rechtspersoon of, bij gebreke van een kantoor, op het woonadres van een bestuurder en, indien toepasselijk, op het kantooradres van de wettelijk vertegenwoordiger. De stukken liggen tot het tijdstip van de splitsing op het adres van elke verkrijgende rechtspersoon en de voortbestaande gesplitste rechtspersoon, onderscheidenlijk op het adres van een bestuurder daarvan en, indien toepasselijk, op het kantooradres van de wettelijk vertegenwoordiger, nog zes

62 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 61 van maanden nadien ter inzage voor de aandeelhouders en voor hen die een bijzonder recht jegens de rechtspersoon hebben, zoals een recht op een uitkering van winst, tot het nemen van aandelen of tot het bijwonen van vergaderingen. In dit tijdvak kunnen zij kosteloos een afschrift daarvan krijgen. 3. De partijen bij de splitsing plaatsen tevens een advertentie in de Landscourant van Aruba alsmede in een landelijk verspreid nieuwsblad waarbij de voorgenomen splitsing wordt aangekondigd, met vermelding van het openbare register waar het splitsingsvoorstel en de bijbehorende stukken zijn gedeponeerd en van het adres waar zij krachtens het vorige lid ter inzage liggen. 4. Indien de besturen van de partijen bij de splitsing het voorstel tot splitsing wijzigen, is het eerste tot en met het derde lid van overeenkomstige toepassing. Artikel 94 Het bestuur van elke partij bij de splitsing is verplicht de algemene vergadering van aandeelhouders en de andere partijen bij de splitsing in te lichten over na het voorstel tot splitsing gebleken belangrijke wijzigingen in de omstandigheden die de mededelingen in het voorstel tot splitsing of in de toelichting hebben beinvloed. Artikel Een rechtsverhouding waarbij de splitsende rechtspersoon partij is mag, op straffe van gegrondverklaring van een verzet als bedoeld in artikel 96, slechts in haar geheel overgaan. 2. Is echter een rechtsverhouding verbonden met verschillende vermogensbestanddelen die op onderscheiden verkrijgende rechtspersonen overgaan, dan mag zij worden gesplitst in dier voege dat zij overgaat op alle betrokken verkrijgende rechtspersonen naar evenredigheid van het verband dat de rechtsverhouding heeft met de vermogensbestanddelen die elke rechtspersoon verkrijgt. 3. Indien een rechtsverhouding mede verbonden is met vermogensbestanddelen die de voortbestaande splitsende rechtspersoon behoudt, is het tweede lid te zijnen aanzien van overeenkomstige toepassing. 4. Het eerste tot en met derde lid laten de rechten die de wederpartij bij een rechtsverhouding kan ontlenen aan artikel 102 onverlet. 5. Indien een verdwijnende vennootschap aansprakelijke aandeelhouders kent, is artikel 31, vijfde lid, van overeenkomstige toepassing ten aanzien van schulden die voortvloeien uit rechtshandelingen die zijn verricht voor het van kracht worden van de splitsing.

63 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 62 van Artikel Tot dertig dagen nadat alle partijen bij de splitsing de nederlegging van het voorstel tot splitsing hebben aangekondigd kan iedere schuldeiser of contractuele wederpartij van zulk een partij, alsmede iedere bijzondere rechthebbende in de zin van artikel 100, door een verzoekschrift bij de rechter van de statutaire zetel van zulk een partij tegen een aangekondigde splitsing in verzet komen op de grond dat het voorstel ten aanzien van zijn rechtsverhouding strijdt met artikel 95 of dat hij anderszins in zijn positie als crediteur, contractuele wederpartij of bijzonder rechthebbende wordt geschaad. In voorkomende gevallen vermeldt het verzoekschrift welke zekerheid, waarborg, contractswijziging, ontbinding of schadevergoeding wordt verlangd. 2. Voordat de rechter beslist, kan hij de partijen bij de splitsing in de gelegenheid stellen binnen een door hem gestelde termijn een door hem omschreven wijziging in het voorstel tot splitsing aan te brengen en het gewijzigde voorstel overeenkomstig artikel 93 openbaar te maken. Oordeelt hij dat het verzet om een andere aangevoerde reden gegrond is dan bepaalt hij de door een of meer bij de splitsing betrokken partijen of een derde te stellen zekerheid of waarborg of te betalen schadevergoeding, dan wel de contractswijziging of -ontbinding die zal gelden wanneer de splitsing tot stand komt. Aan een contractswijziging of -ontbinding kan hij een per de datum van de splitsing ingaande, op een of meer partijen rustende verplichting tot schadevergoeding verbinden. 3. De in artikel 98 bedoelde akte van splitsing mag niet worden verleden voordat het verzet is ingetrokken, de beslissing waarbij het verzet ongegrond is verklaard uitvoerbaar is of, bij gegrondverklaring om een andere reden dan schending van artikel 95, de vastgestelde zekerheid of waarborg is gesteld. 4. Indien de akte van splitsing al is verleden, kan de rechter op een ingesteld rechtsmiddel: a. bevelen dat een rechtsverhouding die in strijd met artikel 95 is overgegaan geheel of gedeeltelijk wordt overgedragen aan een of meer door hem aan te wijzen verkrijgende rechtspersonen of aan de voortbestaande gesplitste rechtspersoon, of bepalen dat twee of meer van deze rechtspersonen hoofdelijk tot nakoming van de uit de rechtsverhouding voortvloeiende verbintenissen verbonden zijn; b. bevelen dat een door hem omschreven waarborg wordt gegeven. De rechter kan aan een bevel als bedoeld in onderdeel a of onderdeel b een dwangsom verbinden. 5. Indien door een overdracht als bedoeld in het vierde lid, onderdeel a, de overdragende of verkrijgende rechtspersoon

64 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 63 van nadeel lijdt, is de andere rechtspersoon gehouden dit goed te maken. Artikel Het besluit tot splitsing wordt genomen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Het besluit tot splitsing mag niet afwijken van het voorstel tot splitsing. 2. Een besluit tot splitsing kan eerst worden genomen na verloop van dertig dagen na de dag waarop alle partijen bij de splitsing de nederlegging van het voorstel tot splitsing hebben aangekondigd. 3. Tenzij de statuten een andere regeling geven voor besluiten tot splitsing, gelden voor een besluit tot splitsing de vereisten die gelden voor een besluit tot wijziging van de statuten. Gelden voor wijziging van afzonderlijke bepalingen nadere vereisten, dan moet bij het besluit tot splitsing mede aan deze vereisten warden voldaan, tenzij die bepalingen na de splitsing onverminderd zullen gelden; de artikelen 45, derde tot en met zesde lid, en 47, tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing. De notulen van de vergaderingen waarin tot splitsing wordt besloten, worden opgemaakt bij notariele akte. 4. Tenzij de statuten anders bepalen, kan een verkrijgende vennootschap bij bestuursbesluit tot splitsing besluiten. Hetzelfde geldt voor de splitsende vennootschap, mits alle verkrijgende rechtspersonen bij de splitsing opgerichte vennootschappen zijn en de splitsende vennootschap daarvan bij de splitsing enig aandeelhouder wordt. Dit besluit kan slechts worden genomen, indien de vennootschap het voornemen hiertoe heeft vermeld in de aankondiging dat het voorstel tot splitsing is neergelegd. 5. Het vierde lid is niet van toepassing indien een of meer aandeelhouders die tezamen ten minste een tiende van het bedrag waarmee in het kapitaal wordt deelgenomen vertegenwoordigen, of een zoveel geringer bedrag als in de statuten is bepaald, binnen een maand na de aankondiging aan het bestuur hebben verzocht de algemene vergadering van aandeelhouders bijeen te roepen om over de splitsing te besluiten. 6. In de statuten of het reglement, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de verkrijgende of splitsende vennootschap kan bij het van kracht worden van de splitsing geen wijziging worden gebracht, indien het besluit tot splitsing is genomen door het bestuur. Artikel De splitsing geschiedt bij notariele akte en wordt van kracht met ingang van de dag na die waarop de akte is verleden. Artikel 13, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing op de akte van splitsing. De akte mag slechts worden verleden binnen zes maanden na de aankondiging van de nederlegging van het

65 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 64 van voorstel tot splitsing of, indien dit als gevolg van gedaan verzet niet mag, binnen een maand na het in artikel 96, derde lid, bedoelde tijdstip. Artikel 12, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing op de akte van splitsing indien hierbij een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid wordt opgericht. 2. Aan de voet van de akte verklaart de notaris dat hem is gebleken dat de vormvoorschriften in acht zijn genomen voor alle besluiten die de wet, de statuten en het reglement, bedoeld in artikel 3, tweede lid, voor het tot stand komen van de splitsing vereisen en dat voor het overige de daarvoor in de wet, in de statuten en in het reglement gegeven voorschriften zijn nageleefd. Aan de akte wordt de in artikel 90, tweede lid, onderdeel d, bedoelde beschrijving gehecht. 3. De notaris ten overstaan van wie de akte van splitsing is verleden, draagt binnen acht dagen na het verlijden van de akte van splitsing zorg voor inschrijving van de splitsing in het handelsregister. Daarbij wordt een afschrift van de akte van splitsing met de notaridle verklaring aan de voet daarvan ten kantore van het handelsregister neergelegd. De notaris draagt voorts zorg dat zo spoedig mogelijk in de Landscourant van Aruba mededeling wordt gedaan van de splitsing. 4. De verkrijgende rechtspersonen, elk voor zover het goederen betreft die bij de splitsing op hen zijn overgegaan, doen binnen een maand na de splitsing opgave aan de beheerders van andere openbare registers waarin overgang van rechten of de splitsing kan worden ingeschreven. Gaat door de splitsing een registergoed op een verkrijgende vennootschap over, dan is de gesplitste rechtspersoon of, zo deze bij de splitsing is opgehouden te bestaan, elk van de verkrijgende rechtspersonen in zijn plaats verplicht binnen deze te nn, iin aan de bewaarder van de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, de voor de inschrijving van de splitsing vereiste stukken aan te bieden. Artikel De rechthebbende van een pandrecht of vruchtgebruik op aandelen in het kapitaal van de splitsende rechtspersoon verkrijgt een zelfde recht op hetgeen de aandeelhouder krachtens de akte van splitsing verkrijgt. Indien de splitsende rechtspersoon na de splitsing voortbestaat, blijft daarnaast het bestaande pandrecht of recht van vruchtgebruik in stand. 2. Vervallen aandelen waarop een pandrecht of vruchtgebruik rust, en treedt daarvoor niets in de plaats, dan moeten de verkrijgende rechtspersonen de rechthebbende een gelijkwaardige vervanging geven. Artikel 100

66 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 65 van Hij die, anders dan als aandeelhouder een bijzonder recht jegens de splitsende rechtspersoon heeft, zoals 'een recht op een uitkering van winst of tot het nemen van aandelen, krijgt hetzij zodanige rechten in verkrijgende rechtspersonen, dat deze, waar toepasselijk samen met het recht dat hij jegens de voortbestaande splitsende rechtspersoon heeft, gelijkwaardig zijn aan zijn recht voor de splitsing, hetzij schadevergoeding. Schadevergoeding kan niet worden gevorderd door iemand die reeds op de voet van artikel 96 schadevergoeding heeft verzocht, tenzij de rechter in die procedure op dat verzoek niet heeft beslist. 2. De schadevergoeding wordt bij gebreke van overeenstemming bepaald door een of meer onafhankelijke deskundigen, ten verzoeke van de meest gerede partij te benoemen door de rechter. 3. Artikel 99 is van overeenkomstige toepassing op pandrecht of vruchtgebruik dat op de bijzondere rechten was gevestigd. Artikel Indien de gesplitste rechtspersoon bij de splitsing ophoudt te bestaan, is zijn laatste boekjaar gedindigd op het tijdstip met ingang waarvan de financiele gegevens betreffende zijn vermogen zullen worden verantwoord in de jaarrekening van de verkrijgende rechtspersonen. 2. Indien de gesplitste rechtspersoon bij de splitsing ophoudt te bestaan, rusten de verplichtingen omtrent zijn jaarrekening of andere financidle verantwoording na de splitsing op de gezamenlijke verkrijgende rechtspersonen. 3. Waarderingsverschillen tussen de verantwoording van activa en passiva in de laatste jaarrekening of andere financidle verantwoording van de gesplitste rechtspersoon en in de eerste jaarrekening waarin een verkrijgende rechtspersoon deze activa en passiva verantwoordt, worden toegelicht. Artikel Indien ten gevolge van de splitsing een overeenkomst van een partij bij de splitsing naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet ongewijzigd in stand behoort te blijven, wijzigt of ontbindt de rechter de overeenkomst op vordering van een van de partijen bij de overeenkomst. Aan de wijziging of ontbinding kan terugwerkende kracht worden verleend. 2. De bevoegdheid tot het instellen van de vordering vervalt door verloop van zes maanden na de nederlegging van de akte van splitsing ten kantore van het handelsregister overeenkomstig artikel 98, derde lid. De vordering kan niet worden ingesteld door iemand die reeds op de voet van artikel 96 wijziging of ontbinding van de overeenkomst heeft verzocht, tenzij de rechter in die procedure op dat verzoek niet heeft beslist.

67 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 66 van Indien uit de wijziging of ontbinding van de overeenkomst schade ontstaat voor de wederpartij, is de betrokken rechtspersoon gehouden tot vergoeding daarvan. Artikel Het tweede tot en met het vierde lid zijn van toepassing, indien van een vermogensbestanddeel aan de hand van de aan de akte van splitsing gehechte beschrijving niet kan worden bepaald welke rechtspersoon daarop na de splitsing rechthebbende is. 2. Indien het gehele vermogen van de gesplitste rechtspersoon is overgegaan, zijn de verkrijgende rechtspersonen gezamenlijk rechthebbende. Elke verkrijgende rechtspersoon deelt in het vermogensbestanddeel naar evenredigheid van de waarde van het deel van het vermogen van de gesplitste rechtspersoon dat hij verlcrijgt. 3. Indien niet het gehele vermogen is overgegaan, is de gesplitste rechtspersoon rechthebbende. 4. Voor zover verkrijgende rechtspersonen uit hoofde van het tweede lid aansprakelijk zijn voor schulden, zijn zij hoofdelijk verbonden. Artikel De verkrijgende rechtspersonen en de voortbestaande gesplitste rechtspersoon zijn aansprakelijk tot nakoming van de verbintenissen van de gesplitste rechtspersoon ten tijde van de splitsing. 2. Voor ondeelbare verbintenissen zijn de verkrijgende rechtspersonen en de voortbestaande gesplitste rechtspersoon elk voor het geheel aansprakelijk. 3. Voor deelbare verbintenissen is de verkrijgende rechtspersoon waarop de verbintenis is overgegaan of, zo de verbintenis niet op een verkrijgende rechtspersoon is overgegaan, de voortbestaande gesplitste rechtspersoon voor het geheel aansprakelijk. De aansprakelijkheid voor deelbare verbintenissen is voor elke andere rechtspersoon beperkt tot de waarde van het vermogen dat hij bij de splitsing heeft verkregen of behouden. 4. Andere rechtspersonen dan de rechtspersoon waarop de verbintenis is overgegaan of, zo de verbintenis niet op een verkrijgende rechtspersoon is overgegaan, de voortbestaande gesplitste rechtspersoon zijn niet tot nakoming gehouden voordat de laatstbedoelde rechtspersoon in de nakoming van de verbintenis is tekortgeschoten. 5. Ten aanzien van de aansprakelijkheid zijn de bepalingen betreffende hoofdelijke verbondenheid van overeenkomstige toepassing. Artikel 105

68 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 67 van De rechter kan een splitsing alleen vernietigen: a. indien de door een notaris ondertekende akte van splitsing geen authentiek geschrift is; b. wegens het niet naleven van artikel 88, vierde lid, artikel 96, derde lid, of de eerste volzin van artikel 98, tweede lid; c. wegens nietigheid, het niet van kracht zijn of een grond tot vemietiging van een voor de splitsing vereist besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders. 2. Vernietiging geschiedt door een uitspraak van de rechter op vordering tegen alle verkrijgende rechtspersonen en de voortbestaande gesplitste rechtspersoon van een aandeelhouder, bestuurder of andere belanghebbende. Een niet door de rechter vemietigde splitsing is geldig. 3. De bevoegdheid tot het instellen van de vordering tot vemietiging vervalt door herstel van het verzuim of door verloop van zes maanden na de nederlegging van de akte van splitsing ten kantore van het handelsregister overeenkomstig artikel 98, derde lid. 4. De splitsing wordt niet vemietigd: a. indien het verzuim binnen een door de rechter to bepalen temiijn is hersteld; b. indien de reeds ingetreden gevolgen van de splitsing bezwaarlijk ongedaan kurmen warden gemaakt. 5. Heeft de eiser tot vemietiging van de splitsing schade geleden door een verzuim dat tot vemietiging had kunnen leiden, en vernietigt de rechter de splitsing niet, dan kan de rechter de verkrijgende rechtspersonen en de voortbestaande gesplitste rechtspersoon veroordelen tot vergoeding van de schade. De rechtspersonen hebben daarvoor verhaal op de schuldigen aan het verzuim en, tot ten hoogste het genoten voordeel, op degenen die door het verzuim zijn bevoordeeld. 6. De vemietiging wordt, door de zorg van de griffier van het gerecht waar de vordering laatstelijk aanhangig was, ingeschreven in het handelsregister waarin de splitsing ingevolge artikel 98, derde lid, moet zijn ingeschreven. 7. De gesplitste rechtspersoon is naast de betrokken verkrijgende rechtspersoon hoofdelijk verbonden tot nakoming van verbintenissen die ten Taste van de verkrijgende rechtspersonen zijn ontstaan na de splitsing en voordat de vemietiging in de registers is ingeschreven. 8. De onherroepelijke uitspraak tot vemietiging van een splitsing is voor een ieder bindend. Verzet van derden en herroeping zijn niet toegestaan. Hoofdstuk IX. Ontbinding en vereffening van de vennootschap Artikel 106

69 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 68 van Een vennootschap wordt ontbonden: a. door een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders; b. bij het intreden van een gebeurtenis die volgens de statuten de ontbinding tot gevolg heeft, en die niet een besluit of een op ontbinding gerichte handeling is; c. na faillietverklaring door hetzij opheffing van het faillissement wegens gebrek aan baten, hetzij door insolventie; d. door de rechter in de gevallen die de wet bepaalt. 2. De rechter verklaart op verzoek van het bestuur, een belanghebbende of het openbaar ministerie, of en op welk tijdstip de vennootschap is ontbonden in een geval als bedoeld in het eerste lid 1, onderdeel b. De beschikking is voor een ieder bindend. De in kracht van gewijsde gegane uitspraak, inhoudende de verklaring, wordt door de zorg van de griffier van het betrokken gerecht in het handelsregister ingeschreven. 3. Aan de registers waar de vennootschap is ingeschreven wordt van de ontbinding opgaaf gedaan: in de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a en onderdeel b, door het bestuur behoudens indien een of meer anderen als vereffenaar zijn aangewezen, in het geval, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, door de faillissementscurator, en in het geval, bedoeld in het eerste lid 1, onderdeel d, door de griffier van het betrokken gerecht. 4. Indien de vennootschap op het tijdstip van haar ontbinding geen baten meer heeft, houdt zij alsdan op te bestaan. In dat geval doet de vereffenaar daarvan opgaaf aan de registers waar de vennootschap is ingeschreven. 5. De vennootschap blijft na ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moet aan haar naam worden toegevoegd "in liquidatie" of de vertaling daarvan in de daarvoor in aanmerking komende taal. 6. De vennootschap houdt in geval van vereffening op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt. De vereffenaar of de faillissementscurator doet aan de registers waar de vennootschap is ingeschreven, daarvan opgaaf. 7. De gegevens die omtrent de vennootschap in de registers zijn opgenomen op het tijdstip waarop zij ophoudt te bestaan, blijven daar gedurende tien jaren na dat tijdstip bewaard. Artikel Een vennootschap waarvan de werkzaamheden in strijd zijn met de openbare orde, wordt door de rechter op vordering van het openbaar ministerie ontbonden en verboden verklaard. 2. De rechter kan een vennootschap ontbinden indien: a. haar doel geheel of ten dele in strijd is met de goede zeden, de openbare orde of de wet;

70 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 69 van b. zij in ernstige mate in strijd handelt met haar statuten of reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid; c. aan haar totstandkoming ernstige gebreken kleven; d. haar statuten of reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, in strijd zijn met de wet; e. niet ten minste een aandeel met volledig stemrecht dat deelt in de winst, dan wel een aandeel met volledig stemrecht en een aandeel dat deelt in de winst, wordt gehouden door een ander dan de vennootschap; f. in geval van ontstentenis van alle bestuurders niet op de voet van artikel 54 tijdelijk in het bestuur is voorzien; g. de vennootschap, ondanks daartoe te zijn aangemaand, gedurende ten minste een jaar in gebreke is aan de in de artikelen 30 en 37 bedoelde verplichtingen te voldoen. 3. De rechter gaat in de gevallen, genoemd in het tweede lid, niet over tot ontbinding voordat hij de vennootschap in de gelegenheid heeft gesteld de gronden voor ontbinding weg te nemen. 4. De ontbinding wordt uitgesproken op verzoek van een belanghebbende of op vordering van het openbaar ministerie. 5. De beschikking waarbij de vennootschap ontbonden wordt verklaard, houdt in de benoeming van een of meer vereffenaren en een rechter-commissaris. Artikel Een in het handelsregister ingeschreven vennootschap wordt op verzoek van de Kamer van Koophandel en Nijverheid door een beschikking van de rechter ontbonden, indien: a. de vennootschap, ondanks aanmaning, het voor haar inschrijving in het handelsregister of voor de inschrijving van een aan haar toebehorende onderneming aan de Kamer van Koophandel en Nijverheid verschuldigde bijdrage niet heeft voldaan gedurende ten minste een jaar na de datum waarvoor zij dat bedrag had moeten voldoen; of b. er gedurende ten minste een jaar geen bestuurders van de vennootschap in het handelsregister staan ingeschreven, terwijl ook geen opgaaf tot inschrijving is gedaan, dan wel met betrekking tot alle ingeschreven bestuurders zich een van de navolgende omstandigheden voordoet: 1 de bestuurder is overleden; of 2 de bestuurder is ten minste een jaar niet bereikbaar gebleken op het in het handelsregister vermelde adres; of c. de vennootschap ingevolge artikel 20 verplicht is een wettelijk vertegenwoordiger aan te stellen en gedurende ten minste een jaar geen wettelijk vertegenwoordiger van de vennootschap in het handelsregister staat ingeschreven, terwijl ook geen opgaaf tot inschrijving is gedaan. 2. Van haar voornemen ontbinding te verzoeken geeft de Kamer van Koophandel en Nijverheid bij aangetekende brief

71 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 70 van kennis aan alle ingeschreven en tot inschrijving opgegeven bestuurders op het in het register bij opgaaf vermelde adres. Ook doet zij mededeling in de Landscourant van Aruba en een landelijk verspreid nieuwsblad. De kosten van de publicaties zijn voor rekening van de vennootschap. Voor zover de kosten van deze publicaties niet uit het vermogen van de vennootschap kunnen worden voldaan, komen deze ten laste van de middelen van het Land. 3. Het ontbindingsverzoek wordt niet eerder dan dertig dagen en niet later dan negentig dagen nadat de kennisgeving en de mededeling als bedoeld in het tweede lid zijn gedaan, ingediend. Van de indiening van het ontbindingsverzoek maakt de Kamer van Koophandel en Nijverheid terstond een aantekening in het handelsregister. 4. Indien de vennootschap verschijnt, gaat de rechter niet tot ontbinding over alvorens hij de vennootschap in de gelegenheid heeft gesteld de gronden voor ontbinding weg te nemen en de met het ontbindingsverzoek verband houdende verschuldigde bedragen aan de Kamer van Koophandel en Nijverheid te voldoen. Artikel De rechter voor wie een vordering of verzoek tot ontbinding van de vennootschap aanhangig is, kan de goederen van die vennootschap desverlangd, of ambtshalve indien het een ontbindingsverzoek als bedoeld in artikel 108 betreft en hij daartoe gronden aanwezig acht, onder bewind stellen; de beschikking vermeldt het tijdstip waarop zij in werking treedt. 2. De rechter benoemt bij zijn beschikking een of meer bewindvoerders, en regelt hun bevoegdheden en hun beloning 3. In het geval van onderbewindstelling op een verzoek als bedoeld in artikel 108, is de bewindvoerder bevoegd tot voldoening van aan de Kamer van Koophandel en Nijverheid verschuldigde bedragen ten laste van het vermogen van de vennootschap. Onverminderd het vijfde lid, beslist de rechter in ieder geval over de ontbinding of verlenging van de onderbewindstelling nadat een jaar na onderbewindstelling is verstreken. 4. Voor zover de rechter niet anders bepaalt, kunnen de organen van de vennootschap zonder voorafgaande goedkeuring van de bewindvoerder geen besluiten nemen en kunnen vertegenwoordigers van de vennootschap zonder diens medewerking geen rechtshandelingen verrichten. 5. De rechter kan de beschikking desverlangd of ambtshalve te allen tijde wijzigen of intrekken; het bewind eindigt in ieder geval, zodra de uitspraak op het verzoek tot ontbinding in kracht van gewijsde gaat. 6. De bewindvoerder doet aan de registers waar de vennootschap is ingeschreven, opgaaf van de beschikking en van

72 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 71 van de gegevens over zichzelf die omtrent een bestuurder worden verlangd. 7. Een rechtshandeling die de vennootschap ondanks zijn uit het bewind voortvloeiende onbevoegdheid voor de inschrijving heeft verricht, is niettemin geldig, indien de wederpartij het bewind kende noch behoorde te kennen. Artikel Voor of bij het instellen van een vordering door het openbaar ministerie tot ontbinding van een vennootschap kan het openbaar ministerie de rechter bij verzoekschrift vragen te bevelen dat, tot de uitspraak op genoemd verzoek in kracht van gewijsde gaat, aan de aandeelhouders de bevoegdheid tot het vervreemden, verpanden of met vruchtgebruik belasten van aandelen wordt ontzegd. 2. De rechter beslist na summier onderzoek. Het bevel wordt gegeven onder voorwaarde dat het instellen van het verzoek tot ontbinding geschiedt binnen een door de rechter daartoe te bepalen termijn. Tegen deze beschikking is geen hogere voorziening toegelaten. 3. De beschikking wordt onverwijld, zo mogelijk op dezelfde dag, betekend aan de aandeelhouders en de vennootschap. De griffier van het Gerecht in eerste aanleg in Aruba draagt zorg voor de inschrijving van de beschikking in het register waarin de rechtspersoon is ingeschreven. 4. Binnen acht dagen na de betekening vermeld in het vorige lid kunnen de aandeelhouders tegen de beschikking in verzet komen. Het verzet schorst het bevel niet, behoudens de bevoegdheid van de aandeelhouders om daarop in kort geding te doen beslissen. Verzet tegen de beschikking kan niet gegrond zijn op de bewering dat de aandeelhouder zijn aandelen wil overdragen. Het verzoek tot ontbinding moet binnen acht dagen nadat dit is ingesteld aan de aandeelhouder worden betekend. Artikel Tenzij bij statuten of besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders anderen als vereffenaar zijn aangewezen, treden de bestuurders als vereffenaar op. De rechter is onverminderd artikel 107, vijfde lid, te alien tijde bevoegd op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie een of meer vereffenaars te ontslaan en andere vereffenaars te benoemen. Op vereffenaars die niet door de rechter zijn aangewezen, zijn de bepalingen omtrent de benoeming, de schorsing, het ontslag en het toezicht op bestuurders van toepassing, voor zover de statuten niet anders bepalen. 2. Ontslaat de rechter een vereffenaar, dan kan hij een of meer anderen als vereffenaar benoemen. Ontbreken vereffenaars, dan benoemt de rechter een of meer vereffenaars op verzoek van

73 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 72 van een belanghebbende of het openbaar ministerie. De vereffenaar die door de rechter is benoemd, heeft recht op de beloning welke deze hem toekent. 3. Een benoeming tot vereffenaar door de rechter gaat in daags nadat de griffier van het Gerecht in eerste aanleg in Aruba de benoeming aan de vereffenaar heeft meegedeeld; de griffier doet de mededeling terstond, indien de beslissing die de benoeming inhoudt, bij voorraad uitvoerbaar is en anders, zodra zij in kracht van gewijsde is gegaan. 4. Iedere vereffenaar doet aan de registers waar de vennootschap is ingeschreven, opgaaf van zijn optreden als zodanig en van de gegevens over zichzelf die van een bestuurder worden verlangd. 5. De rechter kan een vereffenaar met ingang van een door hem bepaalde dag ontslaan, hetzij op diens verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen op verzoek van een medevereffenaar, het openbaar ministerie of ambtshalve. 6. De ontslagen vereffenaar legt rekening en verantwoording af aan degenen die de vereffening voortzetten. Is de opvolger door de rechter benoemd, dan geschiedt de rekening en verantwoording ten overstaan van de rechter. Artikel Een vereffenaar heeft, tenzij de statuten anders bepalen, dezelfde bevoegdheden als een bestuurder, voor zover deze verenigbaar zijn met zijn taak als vereffenaar. 2. De vereffenaar wikkelt de verhouding tot derden en contractuele wederpartijen af en betaalt de schulden van de vennootschap. Indien door hem noodzakelijk of wenselijk geacht maakt hij de activa van de vennootschap te gelde. De vereffenaar stelt alle bekende crediteuren en contractuele wederpartijen van de vennootschap van de ontbinding schriftelijk in kennis met het verzoek hun vorderingen ter afwikkeling en vereffening in te dienen. 3. Telkens wanneer de stand van het vermogen daartoe aanleiding geeft, kan de vereffenaar een uitkering bij voorbaat aan de gerechtigden doen. 4. Zijn er twee of meer vereffenaars, dan kan ieder van hen alle werkzaamheden tot vereffening verrichten, tenzij anders is bepaald. Bij verschil van mening tussen de vereffenaars beslist op verzoek van een hunner de rechter die bij de vereffening is betrokken. De in de vorige zin bedoelde rechter kan ook een verdeling van het loon vaststellen. 5. Zowel de rechter als een door hem in de vereffening benoemde rechter-commissaris kan voor de vereffening nodige bevelen geven, al dan niet in de vorm van een bevelschrift in executoriale vorm. De vereffenaar is verplicht hun aanwijzingen op te volgen. Tegen de bevelen en aanwijzingen staan geen rechtsmiddelen open.

74 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 73 van Blijkt de vereffenaar dat de schulden de baten vermoedelijk zullen overtreffen, dan duet hij aangifte tot faillietverklaring, tenzij alle bekende schuldeisers desgevraagd instemmen met voortzetting van de vereffening buiten faillissement. 7. De voorgaande bepalingen van dit artikel en de artikelen 110 en 111 zijn niet van toepassing op vereffening in faillissement. Artikel De vereffenaar draagt hetgeen na de voldoening van de schuldeisers van het vermogen van de ontbonden vennootschap is overgebleven in verhouding tot ieders recht over aan de aandeelhouders of, indien de statuten hierin voorzien, anderen. Tenzij de statuten anders bepalen, geeft elk aandeel recht op een gelijk deel in het batig saldo na vereffening. Heeft geen ander recht op het overschot, dan keert de vereffenaar dit uit aan het Land. 2. De vereffenaar stelt een rekening en verantwoording op van de vereffening, waaruit de omvang en samenstelling van het overschot blijken. Zijn er twee of meer gerechtigden tot het overschot, dan stelt de vereffenaar een plan van verdeling op dat de grondslagen van verdeling bevat. 3. Voor zover tot het overschot iets anders dan geld behoort en de statuten of een rechterlijke beschikking geen nadere aanwijzing behelzen, komen als wijzen van verdeling in aanmerking: a. toedeling van een gedeelte van het overschot aan ieder van de gerechtigden; b. overbedeling aan een of meer gerechtigden tegen vergoeding van de overwaarde; c. verdeling van de netto-opbrengst na verkoop. 4. De vereffenaar legt de rekening en verantwoording en het plan van verdeling neer ten kantore van het handelsregister en ten kantore van de vennootschap, alsmede zo deze is aangesteld, ten kantore van de wettelijk vertegenwoordiger. De stukken liggen daar ten minste dertig dagen voor ieder ter inzage. De vereffenaar maakt in de Landscourant van Aruba alsmede in een landelijk verspreid nieuwsblad bekend waar en tot wanneer deze stukken ter inzage liggen. De vereffenaars stelt hiervan de aandeelhouders, winstgerechtigden en de schuldeisers en contractuele wederpartijen bedoeld in artikel 112, tweede lid, schriftelijk in kennis. 5. Binnen dertig dagen nadat de rekening en verantwoording en het plan van verdeling zijn neergelegd en de nederlegging overeenkomstig het vierde lid, is bekendgemaakt en aangekondigd, kan iedere schuldeiser, contractuele wederpartij of gerechtigde daartegen door een verzoekschrift aan de rechter in

75 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 74 van verzet komen. De vereffenaar doet van gedaan verzet op dezelfde wijze mededeling als van de nederlegging. 6. De rechter geeft na gedaan verzet instructies voor een voortgezette vereffening en wijzigingen in het plan van verdeling indien en voor zover hem dit juist voorkomt. Zodra de beslissing op elk verzet onherroepelijk is geworden, doet de vereffenaar daarvan mededeling op de wijze waarop het verzet is medegedeeld. Hij gaat vervolgens over tot verdeling dan wel verdere afwikkeling. Leidt de verdere afwikkeling tot een wijziging in het plan van verdeling, dan wordt ook het gewijzigde plan van verdeling op deze wijze meegedeeld. 7. Het eerste tot en met het zesde lid, blijven buiten toepassing indien de vereffenaar bij zijn aantreden vaststelt dat hem geen baten van de ontbonden vennootschap bekend zijn. 8. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaar bekende baten meer aanwezig zijn. De vereffenaar stelt een slotverantwoording op en legt deze ter inzage ten kantore van het handelsregister. Artikel Indien na het tijdstip waarop de vennootschap is opgehouden te bestaan nog een schuldeiser of gerechtigde tot het saldo opkomt of van het bestaan van een bate blijkt, kan de rechter op verzoek van een belanghebbende de vereffening heropenen of alsnog openen en een of meer vereffenaars aanwijzen. Indien het verzoek is gedaan door een achteraf opkomende schuldeiser, is de vereffenaar bevoegd van elk van de gerechtigden tot het overschot terug te vorderen hetgeen deze daaruit te veel heeft ontvangen. 2. Gedurende het tijdvak waarin de rechtspersoon had opgehouden te bestaan, is er een verlengingsgrond als bedoeld in artikel 320 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba ten aanzien van de verjaring van rechtsvorderingen van of tegen de vennootschap. Artikel De boeken en bescheiden van een ontbonden vennootschap moeten warden bewaard gedurende tien jaren nadat de vennootschap heeft opgehouden te bestaan. 2. Ontbreekt een bij of krachtens de statuten aangewezen bewaarder van de boeken en bescheiden, bedoeld in het eerste lid, en is de vereffenaar niet bereid deze te bewaren, dan wijst de rechter op verzoek van de vereffenaar een bewaarder aan. Tegen een aanwijzing door de rechter staat geen rechtsmiddel open. 3. Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de bewaarder zijn naam en adres opgeven aan het kantoor van het handelsregister.

76 Scan nummer 2 van 5 - Scanpagina 75 van De rechthebbenden tot het overschot en hun rechtverkrijgenden kunnen door de rechter worden gemachtigd tot inzage van de boeken en bescheiden, indien zij aantonen als zodanig bij die inzage een redelijk belang te hebben. Slotbepaling Artikel Deze landsverordening treedt in werking op een bij landsbesluit te bepalen tijdstip. 2. Zij kan worden aangehaald als Landsverordening vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Gegeven te Oranjestad, De minister van Justitie, De minister van Financien en Economische Zaken,

77 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 1 van 85 Slate rt, Cl 14, r kload kt:t 1,135j aae Zoo /- 24)8-6o2) Landsverordening houdende regels voor de instelling van de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (Landsverordening vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) MEMORIE VAN TOELICHTING t\i,cm Algemene toelichting 1 Inleiding Voor de economic van Aruba is van belang dat Aruba aantrekkelijk is als vestigingsland voor binnenlandse en buitenlandse bedrijven en investeerders. Daarom is de laatste jaren veel geinvesteerd in het verbeteren van het vestigingsklimaat. In dit kader zijn ingrijpende hervormingen in onder meer de fiscale wet- en regelgeving doorgevoerd en is met de invoering van belangrijke delen van het Burgerlijk Wetboek de systematisering en modernisering van het burgerlijk recht een belangrijke impuls gegeven. Om de aantrekkelijkheid van Aruba voor het internationale bedrijfsleven en investeerders uit binnen- en buitenland verder te bevorderen, achten wij thans modernisering van het vennootschapsrecht noodzakelijk. Ook de organisaties van ondernemers en van de juridische en financiele dienstverleners hebben aangegeven dat aan modernisering van het vennootschapsrecht dringend behoefte bestaat. Het Arubaanse recht kent thans de naamloze vennootschap (`NV'), geregeld in de artikelen 33 e.v. van het Wetboek van Koophandel van Aruba (`WvKA'), en de Aruba vrijgestelde vennootschap (`AVV), geregeld in de artikelen 155a e.v. WvKA. De regeling van de NV dateert van 1935 en is in tal van opzichten verouderd. Zo laat de regeling van de NV maar weinig ruimte om naar eigen inzicht de interne structuur en verhoudingen vorm te geven. Kenmerkend voor de NV is haar starre aard. De regeling van de AVV is van jonger datum en moderner dan die van de NV. De AVV heeft internationaal evenwel geen goed imago verworven. Bovendien kan ook de AVV inmiddels niet meer worden aangemerkt als een moderne rechtsvorm. Zowel de NV als de AVV voldoen niet meer voor geavanceerde toepassingen in bijvoorbeeld de investerings- en joint venture praktijk. Van meer algemene aard is dat het vennootschapsrecht van Aruba node moderne rechtsfiguren mist waarmee ingrijpende structurele wijzigingen en herstructureringen op efficiente wijze kunnen worden gerealiseerd. Hierbij moet vooral worden gedacht aan de mogelijkheid van juridische fusie en juridische splitsing.

78 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 2 van 85 2 Door de invoering van de boeken 3, 5 en 6 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba ("BWA") is voorts een helder begrippenkader ingevoerd dat, mede door toepassing van schakelbepalingen, op tal van punten ook voor het vennootschapsrecht relevant is. Het is wenselijk dat ook het vennootschapsrecht profiteert van de hierdoor gerealiseerde modernisering en systematisering van het burgerlijk recht door daarbij zoveel mogelijk aansluiting te zoeken. In dit ontwerp heeft de afstemming op de reeds ingevoerde delen van het Burgerlijk Wetboek daarom aandacht gekregen. Centraal staat evenwel dat met het onderhavige ontwerp landsverordening wordt voorgesteld om een moderne, flexibele rechtsvorm in te voeren - de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, hierna ook aangeduid als `VBA' - naast de NV en de AVV. Het uitgangspunt bij het ontwerp voor de VBA is dat zij zowel voor de eenvoudige ondernemingsvorm als voor geavanceerde toepassingen aantrekkelijk dient te zijn. Voor buitenlandse investeerders, waarbij vooral ook is gedacht aan partijen uit de Verenigde Staten van Amerika, is bovendien de herkenbaarheid van de VBA van belang. Daarnaast zullen met invoering van het onderhavige ontwerp voor de praktijk belangrijke rechtsfiguren zoals omzetting, juridische fusie en juridische splitsing worden geintroduceerd. Deze rechtsfiguren, die het Nederlandse en Nederlands Antilliaanse recht reeds vele jaren kennen, kunnen in een modern vennootschapsrecht niet meer ontbreken. De omzetting en juridische fusie kunnen ook grensoverschrijdend worden uitgevoerd, hetgeen de aantrekkelijkheid van de rechtsvorm voor buitenlandse investeerders naar verwachting ten goede zal komen. Doordat de voorgestelde landsverordening er in voorziet dat ook de NV en de AVV zich kunnen omzetten in een VBA alsmede doordat zij ook partij kunnen zijn bij een juridisch fusie of -splitsing, worden bovendien ook de NV en de AVV in de met dit ontwerp voorgestelde modernisering van het vennootschapsrecht betrokken. 2. Kenmerken van de VBA Bij het ontwerp van de VBA zijn de bepalingen van de Nederlandse naamloze vennootschap en besloten vennootschap en de Delaware limited liability company als uitgangspunt genomen. Tevens is acht geslagen op de voorstellen tot vereenvoudiging en flexibilisering van het Nederlandse BVrecht, recente ontwikkelingen in de Nederlandse Antillen, bestaande wetgeving in Aruba en op het Nederlandse wetsontwerp voor de personenvennootschap (titel 7.13 NLBW). Teneinde zoveel mogelijk aansluiting te zoeken bij de kenmerken van de vennootschap en haar buitenlandse equivalent is gekozen voor de aanduiding "vennootschap met beperkte aansprakelijkheid". Deze aanduiding leent zich voor letterlijke

79 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 3 van 85 3 vertaling naar 'limited liability company' en `sociedad responsabilidad limitada', hetgeen de herkenbaarheid en toegankelijkheid van deze rechtsvonn ten goede kan komen. De VBA mag dan ook in het internationale verkeer de aanduiding "limited liability company" dan wel "sociedad responsabilidad limitada" of de afkorting daarvan voeren. De regeling van de VBA zoals neergelegd in het onderhavige ontwerp, biedt ten opzichte van de naamloze vennootschap dan wel de Aruba vrijgestelde vennootschap een aantal voordelen die kunnen worden samengevat onder de noemer flexibiliteit en modernisering. Als kenmerken kunnen onder meer worden genoemd: de VBA kan door een persoon worden opgericht (artikel 12, eerste lid); de oprichters behoeven bij oprichting geen aandelen te nemen; voorts kunnen ook anderen dan oprichters aandelen nemen bij oprichting (artikel 13, vierde lid); ten aanzien van de akte van oprichting en statuten geldt een vrije taalkeuze (artikel 13, eerste lid en artikel 46); vrijwel al hetgeen in statuten kan worden opgenomen, kan ook worden opgenomen in een reglement (artikel 3). Dit reglement behoeft niet te worden opgenomen in een notariele akte en behoeft niet te worden openbaar gemaakt. De VBA kan hierdoor met een zeer beknopte oprichtingsakte worden opgericht; voor statutenwijziging of wijziging van het reglement is geen verklaring van geen bezwaar vereist; aandelen mogen een nominale waarde hebben, maar kunnen ook zonder nominale waarde worden uitgegeven (artikel 21, derde lid); aandelen zonder stemrecht of met beperkt of variabel stemrecht zijn mogelijk (artikel 43); aandelen zonder winstrecht zijn mogelijk (artikel 38, vijfde lid); aan het aandeelhouderschap kan persoonlijke aansprakelijkheid worden verbonden (artikel 31); er zijn geen eisen gesteld omtrent een minimum kapitaal; het kapitaal mag luiden in elke wettelijke, vrij verhandelbare valuta (artikel 21, vierde lid); de aandelen zijn in beginsel vrij overdraagbaar, maar de overdraagbaarheid kan worden beperkt of uitgesloten. Een overdracht met instemming van alle aandeelhouders is steeds geldig (artikel 22, eerste lid); de regeling omtrent de bestuursstructuur kent veel flexibiliteit. Zowel het monistische (one tier) als dualistische (two tier) bestuursmodel kunnen worden gekozen, alsook een eenvoudig bestuursmodel waarbij uitsluitend de algemene vergadering een toezichthoudende functie heeft (artikel 50 tot en met artikel 53);

80 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 4 van 85 4 de mogelijkheid tot omzetting, juridische fusie en juridische splitsing bieden de mogelijkheid herstructureringen, zowel nationaal als grensoverschrijdend, op efficiente wijze te realiseren. De VBA heeft aldus in verschillende opzichten een hybride karakter: zij kan zowel worden ingericht naar het model van een Anglo-Amerikaanse rechtspersoon als naar het model van een naamloze vennootschap of besloten vennootschap, en zij kan, eveneens naar vrije keuze, ook worden ingericht naar het model van een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid. Desgewenst kan de inrichting van de vennootschap gedetailleerd worden uitgewerkt in statuten, alsmede, desgewenst, in een reglement. Dit reglement behoeft niet notarieel te worden verleden en behoeft evenmin openbaar te worden gemaakt. Het reglement is in dit opzicht vergelijkbaar met de bij de Amerikaanse LLC bekende 'operating agreement' en kan hiermee op vergelijkbare wijze functioneren. Men zie ook de toelichting bij artikel 47. Bij de keuze van terminologie, systematiek en indeling is zo mogelijk aansluiting gezocht bij de bepalingen van het Arubaanse en daarmee tevens het Nederlandse burgerlijke wetboek. Hiermee wordt beoogd het vennootschapsrecht in te bedden in het systeem van het gemene burgerlijke recht. In dit ontwerp zijn ook relevante regelingen uit het Nederlandse boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (`NLBW') en boek 2 van het Nederlands-Antilliaanse Burgerlijk Wetboek (`NABW'), verwerkt. Waar mogelijk is hierbij gekozen voor gelijke of vergelijkbare bewoordingen. Hiermee is allereerst beoogd de toegankelijkheid en daarmee praktische werkbaarheid van de regeling te bevorderen, maar wordt ook concordantie met het Nederlandse en Nederlands-Antilliaanse recht nagestreefd. De rechtspraktijk, het Gerecht in Eerste Aanleg, het Gezamenlijk Hof voor de Nederlandse Antillen en de Hoge Raad der Nederlanden zullen hierdoor voor algemene rechtsbeginselen en juridische begrippen in voorkomende gevallen kunnen teruggrijpen op de in Aruba, de Nederlandse Anti llen en Nederland in de loop der jaren ontwikkelde rechtspraak en doctrine. Een aantal regelingen uit het Nederlandse burgerlijk wetboek is niet overgenomen. Dit betreft de wettelijke uitkoopregeling, het enqueterecht en de geschillenregeling. In de huidige Arubaanse praktijk lijkt aan deze regelingen vooralsnog geen sterke behoefte te bestaan. Bovendien kunnen in de statuten of het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, een uitkoopregeling of geschillenregeling worden opgenomen. Het ontwerp voorziet overigens wel in een uittreedrecht van de minderheidsaandeelhouder ingeval van grensoverschrijdende omzetting en grensoverschrijdende fusie.

81 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 5 van 85 5 De minderheidsaandeelhouder is ook op andere wijzen tegen de meerderheid in bescherming genomen. Tegen de wil van een aandeelhouder kan geen wijziging worden gebracht in de aan zijn aandelen verbonden financiele rechten en verbintenissen of het aan zijn aandelen verbonden stemrecht. Ten aanzien van andere onderwerpen geldt dat indien door een besluit afbreuk wordt gedaan aan specifieke rechten van een of meer aandeelhouders, voor het totstandkomen van het besluit een afzonderlijke stemming is vereist van de betrokken aandeelhouders. Voorop staat dat de bescherming slechts geldt indien de mogelijkheid tot wijziging niet was voorzien bij het verkrijgen van de aandelen. Opmerking verdient voorts dat de aandeelhouders en overige betrokkenen bij een Arubaanse VBA zich jegens elkaar naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid dienen te gedragen. Ook hieraan ontleent de minderheidsaandeelhouder een zekere mate van bescherming tegen misbruik van machtsposities in de vennootschap. Opgemerkt mag worden dat in het ontwerp acht is geslagen op de internationale, vooral in OESO verband ontwikkelde, normen ten aanzien van transparantie van vennootschappen. In dit kader worden genoemd dat zowel de statuten als het hierboven gememoreerde reglement, de jaarrekening en het aandeelhoudersregister toegankelijk moeten zijn voor de overheid. In dit verband is ook voorzien in de mogelijkheid tot ontbinding indien de vennootschap geen activiteiten ontplooit of indien de vennootschap niet voldoet aan de voorschriften omtrent deponering van de jaarrekening of het verschaffen van inzage in het aandeelhoudersregister. Met de VBA is aldus beoogd binnenlandse en buitenlandse ondernemers en investeerders een aantrekkelijke rechtsvorm te bieden die voldoet aan internationaal geldende normen van transparantie. Door het opleggen van een aantal administratieve verplichtingen en daaraan verbonden sancties is beoogd misbruik te weren. Zowel het lokale bedrijfsleven, als ook de off shore sector worden met de VBA bediend. Naar verwachting zullen ook veeleisende investeerders door de VBA kunnen worden aangetrokken en zal VBA kunnen bijdragen aan de verdere kwalitatieve en kwantitatieve groei van Aruba als internationaal financieel centrum. Het lokale midden- en kleinbedrijf zal baat kunnen hebben bij de vereenvoudigde oprichtingsvereisten, zoals dat de VBA door een persoon kan worden opgericht. Andere regelingen, zoals die betreffende de besluitvorming in de vennootschap en de regeling betreffende kapitaalvermindering, zijn gericht op het wegnemen van onnodige formaliteiten en zullen eveneens voor het lokale bedrijfsleven nut hebben. Vanzelfsprekend dient het opstellen van statuten en eventueel het reglement met de nodige zorgvuldigheid te geschieden. Dit is in het bijzonder het geval indien van de wettelijke bepalingen van aanvullende aard wordt afgeweken. De regeling betreffende de VBA biedt de nodige

82 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 6 van 85 6 flexibiliteit, maar hiervan behoeft geen gebruik te worden gemaakt. Daar waar van het aanvullende recht wordt afgeweken, berust dit op een bewuste keuze. Het lokale bedrijfsleven zal aldus van de voordelen die de VBA:regeling biedt kunnen profiteren, en tegelijkertijd waar gewenst de inrichting van de vennootschap en de vormgeving daarvan zoveel mogelijk laten aansluiten bij de vertrouwde regeling betreffende de NV. 3. De keuze voor een nieuwe rechtsvorm Bij het ontwerp van deze landsverordening is de afweging gemaakt of het de voorkeur geniet de regeling van de AVV grondig te herzien dan wel om een nieuwe rechtsvorm te introduceren. Hierbij is de keuze gemaakt voor het introduceren van een nieuwe rechtsvorm boven het herzien van de regeling van de AVV. Deze keuze is ingegeven door een aantal omstandigheden. Een belangrijke afweging is geweest dat om het gewenste resultaat te bereiken, de ingrepen in de regeling voor de AVV zodanig ingrijpend zouden zijn, dat van een herziening feitelijk geen sprake meer zou zijn. Een herziening van de regeling van de AVV zou bovendien nopen tot het ontwerpen van overgangsrecht hetgeen de voortgang van het moderniseringsproject reeds in een vroegtijdig stadium zou belasten. Tot slot heeft een rol gespeeld dat de AVV in internationaal verband niet steeds positief in de aandacht heeft gestaan. De introductie van een nieuwe rechtsvorm, die bovendien aan de internationale standaarden van transparantie voldoet, lijkt aldus een betere uitgangspositie voor de voorgestane moderne, flexibele rechtsvorm te bieden. 4. De keuze voor een afzonderlijke landsverordening Het vennootschapsrecht van Aruba is heden neergelegd in het Wetboek van Koophandel van Aruba. Om deze reden ligt het op zich voor de hand de regeling van de VBA op te nemen in dit wetboek. De regeling zou dan evenwel moeten worden opgenomen na de regeling betreffende de AVV hetgeen zou meebrengen dat de nummering van de wetsartikelen zou aanvangen met artikel 155uu en zou eindigen met een artikelnummer dat aanvangt met 155 en wordt gevolgd door een niet nader bepaald aantal letters. Dit komt de overzichtelijkheid en werkbaarheid van de regeling niet ten goede. Voorgesteld wordt daarom om de regeling van de VBA op te nemen in een afzonderlijke landsverordening. Bij invoering van een Boek 2 Burgerlijk Wetboek, hetgeen wellicht over enkele jaren zal plaatsvinden, zal het gehele rechtspersonenrecht en daarmee ook de regeling van de VBA, worden verplaatst naar het Burgerlijk Wetboek. Mede om deze reden geniet het de voorkeur de regeling van de VBA op te nemen in een afzonderlijke landsverordening.

83 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 7 van De regeling van vermogensbescherming Het ontwerp van deze landsverordening schrijft voor de VBA, anders dan voor de Nederlandse BV, geen minimumkapitaal voor. Ook het regime van kapitaalbeschermingsbepalingen uit het Nederlandse BW zoals dat geldt voor NV's en BV's, is niet overgenomen. Het nut van deze bepalingen - die in de Nederlandse wet zijn opgenomen ter implementatie van de Tweede Richtlijn van de EG - staat ook in Nederland ter discussie. Niettemin is een systeem ter bescherming van de belangen van schuldeisers wenselijk. De VBA voorziet er, evenals de NV, in dat het risico verbonden aan deelneming in de vennootschap is beperkt tot ten hoogste het bedrag van de inbreng. De vennootschap staat met haar vermogen in voor haar eigen schulden, met uitsluiting van de aandeelhouders en functionarissen van de vennootschap. Het eigen vermogen van de vennootschap kan door uitkeringen aan aandeelhouders worden verminderd. Dit is niet bezwaarlijk, mits hierdoor de verhaalspositie van crediteuren niet onaanvaardbaar wordt aangetast. De afscherming van persoonlijke aansprakelijkheid van de aandeelhouders moet in evenwicht zijn met de gerechtvaardigde belangen van schuldeisers van de vennootschap. Zij moeten er op mogen vertrouwen dat hun verhaalsmogelijkheid niet door uitkeringen aan aandeelhouders wordt uitgehold. Hiertoe dient de wet te voorzien in een ondergrens die bij het doen van uitkeringen aan aandeelhouders in acht moet worden genomen. Bij het bepalen van die ondergrens in dit ontwerp, is rekening gehouden met de mogelijkheid dat de betrouwbaarheid van de vermogenspositie van een vennootschap in relatie tot uitkeringen aan aandeelhouders, voor het succesvol functioneren van een vennootschap van belang kan zijn, bijvoorbeeld in verband met de voorwaarden waartegen vreemd vermogen kan worden aangetrokken. Het bedrag waarmee is deelgenomen in het kapitaal kan hierbij een rol spelen. Dit bedrag moet dan evenwel in een wettelijk systeem gericht op bescherming daarvan tegen uitkeringen aan aandeelhouders worden opgenomen. De flexibiliteit van inrichting van de vennootschap en daarmee de wijze waarop zij aan het rechtsverkeer kan deelnemen, is daarom gediend met een dergelijke regeling. In de voorgestelde regeling van vermogensbescherming wordt afgezien van het voorschrijven van een vastgesteld minimumkapitaal, zoals dat thans nog geldt in Nederland; ook in Nederland worden vraagtekens gezet bij het nut van een dergelijk voorschrift. De beschreven doelstelling, het bevorderen van flexibiliteit, wordt gerealiseerd indien het tegen uitkeringen `beschermde kapitaal', door de vennootschap zelf wordt bepaald aan de hand van haar behoefte. Doordat geen minimumkapitaal wordt voorgeschreven kan er voor worden gekozen de vennootschap toe te rusten met een zeer laag kapitaal. In theorie is het mogelijk dat met een

84 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 8 van 85 8 aandeel voor slechts 0,01 Florin in het kapitaal wordt deelgenomen. De verhaalspositie van schuldeisers wordt tegen uitkeringen aan aandeelhouders afgeschermd doordat uitkeringen niet zijn geoorloofd indien het eigen vermogen lager is of door de uitkering lager zou worden dan het gestorte en opgevraagde bedrag waarmee in het kapitaal is deelgenomen. Het bedrag van dit kapitaal heeft hierdoor tevens een zekere waarborgfunctie. Dit systeem stemt overeen met hetgeen geldt volgens artikel 2:218 NABW, voor zover aandelen met nominale waarde zijn uitgegeven. In de regeling van het onderhavige ontwerp landsverordening worden in aanvulling daarop ten behoeve van de flexibiliteit en transparantie ook aandelen zonder nominale waarde in de regeling betrokken. Ten einde ook hier in maximale keuzevrijheid te voorzien, is er ten aanzien van aandelen zonder nominale waarde voorzien in de mogelijkheid de hoogte van het bedrag waarmee in het beschermde kapitaal wordt deelgenomen vrij te bepalen, mits dit ten minste positief is. Zie hieromtrent artikel 21 en de toelichting daarbij. Het uitgangspunt van deze regeling is aldus dat geen uitkeringen kunnen worden gedaan indien hierdoor het eigen vermogen van de vennootschap daalt beneden het bedrag waarmee in het kapitaal van de vennootschap is deelgenomen. Zie hieromtrent artikel 38 en de toelichting daarbij. Bij inkoop van aandelen geldt hetzelfde uitgangspunt. Schuldeisers kunnen er hierdoor van uit gaan dat het bedrag van het gestorte kapitaal niet door uitkeringen aan aandeelhouders aan het vermogen van de vennootschap kan worden onttrokken. Doordat er geen ondergrens wordt gesteld aan het bedrag waarmee in het kapitaal wordt deelgenomen anders dan dat dit positief dient te zijn - aandelen om niet kunnen niet worden uitgegeven - kan de vennootschap zelf bepalen hoe hoog het bedrag van het `beschermde kapitaal' is. Van de hoogte van het bedrag waarmee in het kapitaal van de vennootschap is deelgenomen, moet ten behoeve van de transparantie jegens (potentiele) schuldeisers opgaaf worden gedaan bij het handelsregister. Belanghebbenden kunnen hierdoor kennis nemen van de hoogte van het bedrag van het kapitaal en desgewenst hun positie mede naar aanleiding daarvan nader bepalen. Hierbij wordt aangetekend dat een laag kapitaal op zichzelf niet alles zegt over de hoogte van de stoning op aandelen. De uitgiftekoers kan veel hoger liggen dan het bedrag waarmee in het kapitaal wordt deelgenomen en bovendien kunnen nadien bijstortingen worden gedaan. Het bedrag van het kapitaal waarmee in het kapitaal is deelgenomen, bepaalt wel de grenzen aan de mogelijkheid uitkeringen te doen aan aandeelhouders en andere winstgerechtigden. In het systeem van vermogensbescherming is een regeling opgenomen omtrent kapitaalvermindering. De hierbij gekozen uitgangspunten zijn dezelfde als hierboven zijn beschreven. Ook

85 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 9 van 85 9 na oprichting van de vennootschap moet er de mogelijkheid zijn de hoogte van het kapitaal of te stemmen op de behoefte. Hiertoe kan kapitaalvermindering een instrument zijn. De kapitaalvermindering mag evenwel niet ten koste gaan van gerechtvaardigde belangen van crediteuren. Als ondergrens is daarom gesteld dat het eigen vermogen ook na kapitaalvermindering niet negatief mag worden. De regeling voorziet bovendien in bepaalde gevallen in een verzetsprocedure ten behoeve van de crediteuren. Deze systematiek komt overeen met de huidige regeling ten aanzien van de NV in de artikelen WvKA, zij het dat andere criteria worden gehanteerd. De mogelijkheid tot kapitaalvermindering behoeft niet met een verzetsprocedure te worden belast indien de belangen van schuldeisers hiertoe niet nopen. De regeling is aldus dat indien de kapitaalvermindering geen gevolgen heeft voor het eigen vermogen, bijvoorbeeld omdat hiermee verliezen worden afgeboekt, niet behoeft te worden voorzien in nadere bescherming van de belangen van schuldeisers. In het geval dat kapitaalvermindering wel gevolgen heeft voor het eigen veimogen, is voor specifieke bescherming van crediteuren evenmin steeds aanleiding. Dit is het geval indien aan de in artikel 35, vierde lid, onderdeel a en onderdeel b, cumulatief gestelde criteria is voldaan. De verhaalspositie van crediteuren kan geacht worden voldoende te zijn afgeschermd indien het bedrag van het eigen vermogen na terugbetaling of ontheffing ten minste gelijk is aan het bedrag van de schulden van de vennootschap. Het bedrag van de bezittingen van de vennootschap is dan immers ten minste tweemaal zo groot als het bedrag van haar schulden. Zie het vierde lid onderdeel a. Indien voorts in combinatie hiermee, het bedrag van het kapitaal na vermindering ten minste gelijk is aan het bedrag van de schulden van de vennootschap, het criterium in het vierde lid, onderdeel b, blijft de waarborgfunctie die het kapitaal heeft in de regeling betreffende de begrenzing aan uitkeringen aan aandeelhouders voldoende in stand. Deze ondergrens correspondeert immers in combinatie met het in het vierde lid, onderdeel a, gestelde criterium, met de grens die is gesteld in artikel 38, zesde lid. In andere dan de in het vierde lid genoemde gevallen is kapitaalvermindering niet uitgesloten, maar is voorzien in een verzetsregeling voor schuldeisers. Schuldeisers dienen door aankondiging van het voorgenomen besluit tot kapitaalvermindering te worden geinformeerd. Indien de vennootschap weet van bepaalde crediteuren die op deze wijze niet of niet tijdig van het voorgenomen besluit op de hoogte worden gesteld, bijvoorbeeld omdat zij in het buitenland verblijven, mag worden verwacht dat zij die crediteuren hiervan op andere wijze op de hoogte brengt. Met het voorgestelde systeem lijkt aldus zowel optimale flexibiliteit voor de vennootschap als adequate bescherming van

86 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 10 van schuldeisers bereikt. Zowel het een als het ander is voor het succesvol functioneren van de vennootschap van belang. Een besluit tot uitkering aan aandeelhouders in strijd met de gegeven voorschriften, is nietig. Een uitkering die is gedaan in strijd met deze voorschriften is onverschuldigd betaald en moet aan de vennootschap worden terugbetaald. Het doen van uitkeringen in strijd met de wettelijke voorschriften, kan bovendien worden gekwalificeerd als onbehoorlijke taakvervulling en onder bepaalde omstandigheden als onrechtmatige daad. De positie van schuldeisers vindt voorts bescherming in de regeling omtrent aansprakelijkheid van bestuurders in geval van faillissement van de vennootschap, indien dit faillissement is te wijten aan onbehoorlijk bestuur. Men zie hieromtrent artikel 61 en de toelichting daarbij. Daarnaast zal een bestuurder onder omstandigheden persoonlijk aansprakelijk zijn voor de schade die een wederpartij lijdt als gevolg van het feit dat de vennootschap haar verplichtingen niet nakomt en vervolgens geen verhaal biedt voor de schade die de wederpartij als gevolg daarvan lijdt. Deze aansprakelijkheid is niet beperkt tot bestuurders maar strekt zich onder meer ook uit tot degenen die zich feitelijk met bestuur bezig houden. Op dit punt bestaat reeds de nodige jurisprudentie waaraan in de literatuur veel aandacht wordt besteed. Artikelsgewijze toelichting Ad artikel 1 In artikel 1 worden de belangrijkste kenmerken van de VBA verwoord. De VBA is gedefinieerd als een rechtspersoon die als zodanig overeenkomstig het ontwerp van deze landsverordening is opgericht of, door omzetting, is gevormd. Bepalend is derhalve dat de rechtspersoon in de akte van oprichting of omzetting als VBA wordt aangeduid. De consequenties verbonden aan de situatie dat de statuten van de VBA niet in overeenstemming zijn met de voorschriften in deze landsverordening, zijn uitgewerkt in artikel 3 en artikel 107 van dit ontwerp. De desbetreffende statutaire regeling is onverbindend, en het achterwege laten van aanpassing daarvan kan bovendien leiden tot ontbinding van de VBA met rechterlijke tussenkomst. Onder omstandigheden zal ook door omzetting naar een andere rechtsvorm ontbinding kunnen worden afgewend. In het tweede lid, wordt tot uitdrukking gebracht dat de VBA een kapitaalvennootschap is en voorts dat de aandelen in haar kapitaal op naam luiden. De VBA kan derhalve geen aandelen aan toonder uitgeven. De deelnemingen in het kapitaal van de vennootschap worden aangeduid als aandelen. Degene die deelneemt in het kapitaal wordt in aansluiting daarop aangeduid als aandeelhouder. Er is derhalve niet voor gekozen om een terminologie te zoeken die mogelijk beter aansluit bij de bij de LLC gebruikelijke aanduidingen 'member' en 'membership

87 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 11 van interest'. Ook is niet de aanduiding `vennoten' uit de regeling van de NV overgenomen. De redenen hiervoor zijn dat de begrippen aandeel en aandeelhouder in Nederlandse en Arubaanse recht zijn ingeburgerd en dat de regeling overzichtelijker is bij gebruik van genoemde begrippen. Dit alles doet er niet aan of dat er ons inziens geen bezwaren zijn om de aandelen in de statuten of het reglement op andere wijzen aan te duiden. In de leden 3 en 4 worden de belangrijkste kenmerken van het karakter van de rechtspersoonlijkheid van de VBA verwoord. De regeling in het derde lid, stemt inhoudelijk overeen met artikel 2:5 NLBW. De bepaling brengt tot uitdrukking dat de vennootschap voor het vermogensrecht met een natuurlijke persoon gelijk staat, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. Met de term 'wet' wordt geduid op de bij landsverordening gegeven wettelijke bepalingen. Hieronder valt derhalve ook deze landsverordening. De vennootschap heeft op grond van deze bepaling te gelden als rechtssubject; zij geldt voor wat betreft het vermogensrecht als zelfstandig drager van rechten en verplichtingen. Het gegeven dat zij in beginsel gelijk een natuurlijke persoon rechtssubject is, brengt ook mee dat zij in beginsel aansprakelijk is voor haar eigen schulden met uitsluiting van anderen. In het vierde lid wordt dit uitgangspunt verder uitgewerkt. Bij invoering van Boek 2 BWA, zal deze bepaling in het algemeen deel, dat op alle rechtspersoonsvon-nen van toepassing is, moeten worden opgenomen. In het vierde lid, wordt het beginsel van de afscherming van aansprakelijkheid van bestuurders, aandeelhouders en anderen die een functie vervullen in de organisatie van de vennootschap tot uitdrukking gebracht. Een equivalent van deze bepaling treft men aan in artikel 33 WvKA en artikel 155a WvKA, artikel 2:64, eerste lid, en 2:175, eerste lid NLBW en artikel 3 NABW. De voorgestelde formulering is in zoverre ruimer dan de genoemde bepalingen uit het WvKA en NLBW, dat mede tot uitdrukking is gebracht dat de afscherming van aansprakelijkheid ook geldt voor bestuurders en andere functionarissen van de vennootschap en dat zij betrekking heeft op alle schulden van de vennootschap. Een verschil met artikel 2:3 NABW is dat in de formulering tot uitdrukking is gebracht dat er geen draagplicht is voor verliezen van de vennootschap. Voor de formulering is gekozen omdat zij juister lijkt. Materieel is hiermee evenwel geen wijziging bewerkstelligd met de genoemde bepalingen. De voorgestelde landsverordening voorziet in bepaalde gevallen in externe aansprakelijkheid voor bestuurders en onder omstandigheden ook van aandeelhouders of anderen. Hiervoor zij verwezen naar artikel 61. Externe aansprakelijkheid van bestuurders, aandeelhouders en andere functionarissen van de vennootschap kan ook voortvloeien uit het gemene onrechtmatige daadsrecht. Anders dan in het Nederlandse recht, wordt in de formulering van het vierde lid tot uitdrukking gebracht dat de

88 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 12 van beperkte aansprakelijkheid een kwestie van regelend recht is. De voorgestelde landsverordening voorziet in de mogelijkheid bij statuten of reglement hiervan of te wijken. Zie hieromtrent artikel 31. De regeling van de VBA kept op dit punt meer vrijheid dan de Nederlandse regeling. Ad artikel 2 Dit artikel is ontleend aan artikel 2:8 NLBW en sluit aan bij artikel 2:7 NABW, dat eveneens aan artikel 2:8 NLBW is ontleend. De rechtsverhouding tussen de vennootschap en degenen die bij haar organisatie zijn betrokken en tussen de laatstgenoemden onderling is van eigen, organisatierechtelijke aard. Het is wenselijk dat ook in deze verhoudingen de redelijkheid en billijkheid als normatief uitgangspunt wordt genomen. Bij invoering van Boek 2 BW zal een bepaling van deze strekking daarom dienen te worden overgebracht naar het algemene deel. Ad artikel 3 De regeling van de VBA die wordt voorgesteld in deze landsverordening, laat veel vrijheid bij de invulling van de interne structuur en het functioneren van de vennootschap en haar organen en de rechten en verplichtingen van de aandeelhouders. De bepalingen in deze landsverordening zijn dan ook in zoverre aanvullend van aard. Slechts op een beperkt aantal punten is afwijken van de wettelijke regeling niet toegestaan. Afwijken van de wettelijke regelingen ten aanzien van de interne structuur en de aan het aandeel verbonden rechten en bevoegdheden is evenwel slechts mogelijk bij statuten dan wel een reglement zoals nader omschreven in artikel 3, tweede lid. De bepaling van artikel 3, eerste lid, is daarom vanuit een oogpunt van wetgevingstechniek wenselijk. In Boek 2 NLBW en Boek 2 NABW is eenzelfde wetgevingstechniek gekozen. Zie artikel 2:25 NLBW en artikel 2:1 NABW. In het voorgestelde artikel 3, tweede lid, is bepaald dat indien ingevolge deze landsverordening een aangelegenheid in afwijking of ter aanvulling van de bepalingen van de landsverordening bij of krachtens statuten kan worden geregeld, een dergelijke regeling ook kan worden getroffen in een reglement zoals nader omschreven in het tweede lid. Een dergelijk reglement staat op dit punt gelijk met statuten. In het geval dat een aangelegenheid zowel is geregeld in de statuten als in het reglement, prevaleren de bepalingen die zijn opgenomen in de statuten, aldus het bepaalde in het derde lid. Waar ingevolge deze landsverordening van bepalingen van deze landsverordening kan worden afgeweken bij statuten, kan dit derhalve ook geschieden bij reglement. De regeling van de VBA vertoont op dit punt een in het oog springend verschil met de regelingen van de overige rechtspersoonsvormen in het Arubaanse recht. De overweging die aan deze keuze ten

89 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 13 van grondslag ligt, is dat het gezien de specifieke aard van de VBA - anders dan bij de andere rechtspersoonsvormen - in beginsel aan de oprichters en later de aandeelhouders kan worden overgelaten hoe zij hun onderlinge verhoudingen willen inrichten en dat openbaarmaking hiervan niet behoeft te worden voorgeschreven. In de praktijk blijkt bovendien dat er met name in de joint venture en financieringspraktijk behoefte bestaat om informatie met betrekking tot de interne verhoudingen doorgaans wegens volstrekt valide, zakelijke redenen buiten de openbaarheid te houden. Met de regeling van de VBA zoals voorgesteld in deze landsverordening wordt aan deze wensen tegemoet gekomen. In dit opzicht wordt de figuur van de Amerikaanse LLC gevolgd. Aan deze vrijheid zijn enkele grenzen gesteld. Allereerst dienen de in artikel 13, derde lid, genoemde gegevens van de rechtspersoon dwingendrechtelijk in de statuten te worden opgenomen. Dit betreft de naam, zetel en het doel van de vennootschap, die essentieel zijn voor het identificeren van de vennootschap. Voorts is het met het oog op het functioneren van de vennootschap in het rechtsverkeer wenselijk dat beperkingen aan de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur en bestuurders voor derden kenbaar zijn. Daarom is bepaald dat het stellen van beperkingen aan de vertegenwoordigingsbevoegdheid, waartoe in artikel 55, eerste en tweede lid, de mogelijkheid wordt gegeven, uitsluitend bij statuten kan geschieden. Door het voorschrijven van notariele tussenkomst mag worden verwacht dat de desbetreffende regelingen van goede kwaliteit zijn. Doordat bovendien de volledige tekst van de statuten openbaar dient te worden gemaakt, kunnen derden zich steeds van de desbetreffende regelingen op de hoogte stellen. Het reglement behoeft - anders dan statuten - niet in een notariele akte te worden opgenomen. De regeling sluit evenwel niet uit dat het reglement vrijwillig wordt opgenomen in een notariele akte. Het opnemen van het reglement in een notariele akte heeft voordelen. Afgezien van het algemene voordeel verband houdend met de specifieke kennis en vaardigheden van de notaris, is een belangrijk voordeel dat van een notariele akte steeds een authentiek afschrift kan worden afgegeven. Hierdoor kan bijvoorbeeld verwarring over wat de geldende versie van een reglement is, worden voorkomen. Toch is niet dwingend voorgeschreven dat het reglement in een notariele akte dient te worden opgenomen. De overweging hierbij is dat dit naar ons inzicht gezien de specifieke aard van de VBA te bevoogdend en daarom niet passend is. Het staat echter vrij om in de statuten of het reglement te bepalen dat het reglement en eventuele wijzigingen daarin eerst van kracht worden nadat zij in een notariele akte zijn opgenomen. Het reglement heeft, onverminderd het bepaalde in het derde lid, dezelfde rechtskracht als statuten waar het betreft de interne structuur en het intern functioneren van de vennootschap. Daarom is het van belang dat omtrent het van kracht worden van

90 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 14 van de in het reglement opgenomen bepalingen geen onduidelijkheid kan bestaan. Met het oog hierop is in het tweede lid voorgeschreven dat het reglement rechtskracht verkrijgt doordat het wordt opgenomen in of wordt aangehecht een notariele akte dan wel door deponering het bij het handelsregister. Met handelsregister wordt in deze landsverordening bedoeld het handelsregister ingesteld bij de Handelsregisterverordening (AB 1991, GT 15). Deze deponering dient ook om redenen van transparantie te geschieden, onder meer opdat ook richtige hefting van belastingen is verzekerd. Daarom moet ook een reglement dat is opgenomen in of is aangehecht aan een notariele akte worden gedeponeerd ten kantore van het handelsregister. Het reglement is geen openbaar document. Deponering bij het handelsregister heeft als voordeel dat een derde aan eon loket kan informeren naar de meest recente versie van de statuten en het reglement van een vennootschap en die aldaar ook, mits met instemming van de vennootschap, kan verkrijgen. In het derde lid, is de verhouding tussen statuten en reglementen nader uitgewerkt. Omdat de inrichting van de vennootschap en de vennootschappelijke verhoudingen zowel in de statuten als in een reglement nader kunnen worden uitgewerkt, moet helder zijn wat rechtens is indien bepalingen van de statuten strijdig zijn met bepalingen van een reglement. De rangorde tussen de bepalingen van de wet, statuten en reglement is derhalve aldus dat bepalingen van statuten of reglement die strijdig zijn met de wet, onverbindend zijn. Bij strijd tussen statuten en een reglement - hieronder begrepen een reglement als bedoeld in het tweede lid -, zijn de desbetreffende bepalingen van het reglement onverbindend. Wat rechtens is indien een besluit strijdig is met de wet, statuten of reglement is nader uitgewerkt in artikel 16 tot en met artikel 18 en behoeft daarom niet in artikel 3 te worden behandeld. Ad artikel 4 In artikel 4 zijn bepalingen opgenomen die betrekking hebben op het deelnemen aan het rechtsverkeer. Hiertoe is onder meer vereist dat de naam is gesteld in lettertekens die voor een ieder herkenbaar zijn. Voorts mag de naam geen verwarring wekken met andere vennootschappen - hieronder begrepen personenvennootschappen, naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen en Aruba vrijgestelde vennootschappen - of ondernemingen. Daarnaast moeten - met enkele uitzonderingen - de gegevens die voor het identificeren en traceren van de vennootschap van belang zijn in schriftelijke stukken die van haar uitgaan, worden vermeld. Bepalingen van deze aard, waaraan artikel 4 is ontleend, zijn opgenomen in artikel 44 WvKA, artikel 155b, tweede lid WvKA, 155e WvKA en worts in artikel 2:75/186 NLBW en artikel 2:36 NABW. Ad artikel 5

91 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 15 van Met deze bepaling is beoogd aansluiting te zoeken bij Amerikaanse wetgeving waarin als "business purpose" van een vennootschap mag worden opgenomen 'any lawful business', een mogelijkheid waarvan in de praktijk veel gebruik wordt gemaakt. Zie bijvoorbeeld de Delaware General Corporation Law (hierna: "DE GCL"), 101 (b) en de California General Corporation Law (hierna: "CA GCL"), 202 (b)(1). Op grond van 6 van de Richtlijnen voor het beoordelen van oprichtingen en statutenwijzigingen van Naamloze Vennootschappen, dient de doelomschrijving van een naamloze vennootschap specifieker dient te zijn. Opmerking verdient dat wordt aangenomen dat op grond van artikel 155b, tweede lid WvKA de AVV een ruime doelomschrijving mag hebben, zolang haar doel maar niet in strijd komt met "de openbare orde of de goede zeden". Deze mogelijkheid voor een mime doelomschrijving heeft geleid tot internationale kritiek omdat een mime doelomschrijving er toe leidt dat onduidelijk is waarvoor de AVV wordt gebruikt. Aan deze kritiek is tegemoet gekomen door voor te schrijven dat de bedrijfsactiviteiten van een VBA - te onderscheiden van de doelomschrijving - moeten worden opgegeven aan het handelsregister. Daai mee is de bedrijfsomschrijving voor het publiek ter inzage. Een dergelijke omschrijving van de bedrijfsactiviteiten vindt overigens ook in Nederland plaats. De laatste zinsnede van het eerste lid, is opgenomen om buiten twij fel te stellen dat het mogelijk is de vennootschap toe te rusten met een meer of minder specifieke doelomschrijving. In het tweede lid is vastgelegd dat de doelstelling van de vennootschap noch haar werkzaamheid in strijd mogen zijn met de openbare orde of de goede zeden. Een vennootschap waarvan de doelstelling of werkzaamheid in strijd is met de openbare orde of goede zeden, kan worden ontbonden door rechterlijke tussenkomst. Een vennootschap waarvan de werkzaamheid strijdig is met de openbare orde of goede orde, kan bovendien verboden worden verklaard. Zie nader artikel 107. Ad artikel 6 Artikel 6 beschrij ft de gevolgen van doeloverschrijding. Een regeling hiervan is ook opgenomen in artikel 2:7 NLBW en artikel 2:13 NABW. De mogelijkheid tot vernietiging van een rechtshandeling wegens doeloverschrijding is niet geheel onomstreden. Niettemin achten wij het wenselijk deze mogelijkheid te handhaven. De doelstelling van de vennootschap kan mede bepalend zijn voor het deelnemen in het kapitaal van de vennootschap. Het is mede daarom wenselijk dat de vennootschap zich in bepaalde omstandigheden ook jegens de wederpartij bij een rechtshandeling op overschrijding van de doelomschrijving kan beroepen. Deze omstandigheden zijn dat de wederpartij wist of zonder eigen onderzoek moest weten dat van overschrijding van de doelomschrijving sprake was. Van een

92 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 16 van onevenredige belasting van het rechtsverkeer doordat de vennootschap een beroep op doeloverschrijding kan doen, is daarom geen sprake. De mogelijkheid dat een rechtshandeling kan worden aangetast met een beroep op doeloverschrijding, kan ook de slagvaardigheid van een vennootschap belemmeren. In bepaalde situaties kan de mogelijkheid tot vernietiging op grond van doeloverschrijding een wederpartij weerhouden van het verrichten van een rechtshandeling, ook wanneer dit niet gewenst is. De voorgestelde regeling beoogt evenwicht aan te brengen tussen enerzijds de wenselijk geachte mogelijkheid om een beroep op doeloverschrijding in de regeling op te nemen en anderzijds de eventuele nadelige gevolgen hiervan te ondervangen. In dit verband kan allereerst worden gewezen op de mogelijkheid die is gegeven in artikel 5 om de doelomschrijving aldus te formuleren dat zij elke economische of zakelijke werkzaamheid omvat. Hiermee kan evenwel een beroep op doeloverschrijding niet geheel worden uitgesloten. In dit verband kan worden gewezen op rechtspraak van de Hoge Raad waarin is geoordeeld dat ook het belang van de vennootschap een factor kan zijn bij het oordeel of sprake is van doeloverschrijding (HR 20 september 1996, NJ 1997, 438). Daarom wordt, evenals in artikel 2:13 NABW en anders dan artikel 2:7 NLBW, toegelaten dat de statuten of het reglement een beroep op doeloverschrijding kunnen uitsluiten. In aanvulling hierop wordt, voor die vennootschappen waarvoor een beroep op doeloverschrijding niet is uitgesloten, de algemene vergadering de bevoegdheid verleend om vooraf in te stemmen met een rechtshandeling die (mogelijk) strijdig is met de doelomschrijving dan wel een dergelijke rechtshandeling, indien reeds verricht, te bevestigen. Een dergelijke regeling ontbreekt in het NLBW en NABW. Voor de goede wordt opgemerkt dat de in dit artikel gegeven regeling niet meebrengt dat de doelomschrijving niet bindend is voor de vennootschap. Indien de vennootschap structureel handelt in strijd met haar doelstelling, kan zij mogelijk op grond van artikel 107 worden ontbonden. Een bepaling in de statuten of het reglement, bedoeld in artikel 3 lid 2, waarbij de mogelijkheid tot het doen van een beroep op doeloverschrijding wordt uitgesloten, kan worden ingetrokken door wijziging van de desbetreffende bepaling. Een dergelijke intrekking heeft vanzelfsprekend geen gevolgen voor rechtshandelingen die zijn verricht voor de intrekking van de desbetreffende regeling. Ten aanzien van rechtshandelingen die zijn verricht na de wijziging, geldt evenwel dat een beroep op doeloverschrijding is toegelaten. Een dergelijk beroep kan echter in beginsel niet worden gedaan met betrekking tot rechtshandeling die zijn verricht voordat van de intrekking opgave is gedaan aan het handelsregister. Zie artikel 14, tweede lid.

93 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 17 van Anders dan in artikel 2:13, derde lid NABW, is geen vervaltermijn opgenomen. Op grond van artikel 3:52 BWA verjaart de vordering tot vernietiging door verloop van drie jaren. De mogelijkheid tot vernietiging vervalt voorts na bevestiging, in welke mogelijkheid artikel 6, derde lid, voorziet. De wederpartij kan onzekerheid omtrent vernietiging voorkomen door vooraf instemming van de algemene vergadering te verlangen of nadien een redelijke termijn te stellen am te kiezen tussen vernietiging en bevestiging. Indien binnen deze termijn geen keuze is gedaan, vervalt de mogelijkheid tot vernietiging. Zie artikel 3:55, tweede lid BWA. Voor het opnemen van een specifieke van de algemene regeling afwijkende vervaltermijn, bestaan ons inziens dan ook mede gezien de strekking van de regeling, de omstandigheden waaronder daarop een beroep kan worden gedaan en de gecreeerde mogelijkheid van instemming vooraf dan wel bevestiging achteraf, onvoldoende redenen. Ad artikel 7 Deze bepaling is aanvullend van aard en spreekt voor zich. Ad artikel 8 De rol van de notaris voorzien in dit ontwerp vergt onder meer specifieke kennis van het Arubaanse recht en de Arubaanse administratieve praktijk. Daarom is het wenselijk dat de notaris in Aruba is gevestigd. Waar van notaris wordt gesproken in deze landsverordening, wordt gedoeld op een notaris die in Aruba is gevestigd. Ook het Nederlandse recht en het Nederlands- Antilliaanse recht kennen een soortgelijke beperking. Ad artikel 9 Deze bepaling is ontleend aan artikel 2:36 NABW en beoogt buiten twijfel te stellen dat ook uitingen die door middel van moderne communicatiemiddelen zijn overgebracht, als schriftelijke uiting kunnen worden aangemerkt. Ad artikel 10 In deze bepaling is in algemene bewoordingen de bepaling van artikel 108 WvKA overgenomen. Er bestaat geen bezwaar tegen dat de statuten of het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, voorschrijven dat geschillen of bepaalde nader omschreven geschillen voor zover die ter vrije bepaling staan van partijen, aan arbitrage zijn onderworpen. Ten aanzien van dergelijke geschillen kan ook een andere rechter als de bevoegde rechter worden aangewezen. In bepaalde gevallen kan hieraan behoefte bestaan. Het tweede lid stelt buiten twijfel dat de mogelijkheid hiertoe bestaat. Deze bepaling is wenselijk omdat een bepaling van deze strekking voorkomt in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van Aruba noch in de UNCITRAL Model Law on International Commercial

94 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 18 van Arbitration, waarnaar in artikel 1020 van voornoemd wetboek wordt verwezen. Het bepaalde in dit artikel staat er overigens niet aan in de weg dat partijen arbitrage overeenkomen om te geraken tot beslechting van hun geschil. Ad artikel 11 Deze bepaling is wetstechnisch van aard. Door een omschrijving te geven van het begrip orgaan, wordt een begrenzing aangegeven bij het toekennen van bevoegdheden ingevolge de hier voorgestelde de landsverordening. Een persoon of vergadering van personen wordt als orgaan aangemerkt als zij bij of krachtens de landsverordening, de statuten of het reglement, bedoeld in artikel 3, tweede lid, bevoegdheid toekomt tot het nemen van besluiten en deze persoon of personen aandeelhouder zijn, dan wel in de desbetreffende hoedanigheid zijn benoemd op grond van deze landsverordening, de statuten of het reglement door een aandeelhouder of vergadering van aandeelhouders. Daar waar de begrenzing te beperkt voor komt, is aangegeven dat de desbetreffende bevoegdheid aan anderen of een derde kan worden toegekend. In dat geval kan de desbetreffende bevoegdheid ook worden toegekend aan een orgaan van de vennootschap. Het bepaalde in het tweede lid is opgenomen ten einde te verduidelijken dat ook deze anderen met betrekking tot de uitoefening van de aan hen toegekende bevoegdheid moeten handelen binnen de wettelijke en statutaire voorschriften daaromtrent. Ad artikel 12 Artikel 12 heeft betrekking op de oprichting van de vennootschap. In de formulering van het eerste lid is tot uitdrukking gebracht dat de vennootschap ook kan worden opgericht door een oprichter. In artikel 13, vierde lid, is voorts tot uitdrukking gebracht dat een oprichter niet tevens aandeelhouder behoeft te worden. Wel is vereist dat er bij de oprichting aandelen worden geplaatst met volledig stemrecht en winstrecht, al dan niet verenigd in een aandeel. Zie hieromtrent nader artikel 21 en de toelichting daarbij. De oprichting dient te geschieden bij notariele akte. Vooralsnog is tevens de verklaring van geen bezwaar als vereiste voor oprichting gehandhaafd. Ook voor de oprichting van andere rechtspersoonsvormen - met uitzondering van de stichting - geldt in enigerlei vorm een voorafgaande toetsing door de overheid. Uit de praktijk is ook niet gebleken dat - anders dan in Nederland - het verkrijgen van de verklaring van geen bezwaar als hinderlijk wordt ervaren. Op de Nederlandse-Antillen is de verklaring van geen bezwaar ook voor de oprichting van de NV afgeschaft en in Nederland is afschaffing hiervan in het vooruitzicht gesteld. In het kader van invoering van bock 2 BW in Aruba zal daarom de betrokkenheid van de overheid bij de oprichting van rechtspersonen integraal worden heroverwogen.

95 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 19 van De rechtspersoon wordt niet opgericht indien de notariele akte of de verklaring van geen bezwaar ontbreekt. Inschrijving in het handelsregister is voor oprichting geen constitutief vereiste. In de tekst van het tweede lid, is tot uitdrukking gebracht dat het ontbreken van authenticiteit van de notariele akte er niet aan in de weg staat dat de vennootschap is opgericht. Het derde lid laat toe dat de vennootschap voor bepaalde tijd wordt opgericht. Het Nederlandse art. 2:17 NLBW laat dit niet toe. In Aruba is de mogelijkheid evenwel ook voorzien voor de naamloze vennootschap en de Aruba vrijgestelde vennootschap. Zie artikel 42 en artikel 155qq WvKA. Het preventief toezicht zoals voorzien in dit artikel, strekt zich ingevolge het vierde lid, niet uit tot de inhoud van de statuten. Ook in Nederland is het preventief toezicht beperkt tot de antecedenten van de oprichters (Wet van 22 juni 2000, Stb. 2000, 283, in werking getreden op 1 september 2001). Omdat veel van hetgeen kan worden geregeld in statuten ook kan worden geregeld in een reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, zou toetsing van de inhoud van de statuten van beperkte betekenis zijn. In aansluiting hierop is evenmin bij wijziging van de statuten een verklaring van geen bezwaar vereist. Zie hierover nader artikel 46. Tegen de weigering een verklaring van geen bezwaar te verlenen, zal op grond van artikel 2 van de Landsverordening administratieve rechtspraak van 12 augustus 1993 (AB 1993 no. 45) bezwaar en vervolgens eventueel beroep kunnen worden ingesteld. Het vijfde lid is er op gericht om onzekerheid omtrent het bestaan van de rechtspersoon zoveel mogelijk te voorkomen. Een vergelijkbare regeling staat in artikel 34 WvKA met betrekking tot de naamloze vennootschap. De formulering van het vijfde lid is ontleend aan artikel 2:4 NLBW. Het zesde en zevende lid bevatten een regeling omtrent de vereffening van het vermogen dat is gevormd ten name van een niet-bestaande vennootschap. De regeling is ontleend artikel 2:4 NLBW maar ten opzichte hiervan vereenvoudigd doordat de aansprakelijkheid geldt voor een bij de vereffening blijkend tekort. De vordering tot aanzuivering van dit tekort behoort tot het te vereffenen vermogen. De vereffenaars kunnen degenen die als bestuurder zijn opgetreden derhalve tot betaling van dit bedrag aanspreken. De kring van degenen die persoonlijk aansprakelijk zijn wegens het handelen als bestuurder van de niet-bestaande vennootschap is voorts ten opzichte van artikel 2:4 NLBW beperkt tot degenen die wisten of behoorden te weten dat de vennootschap niet bestond. Ad artikel 13 Artikel 13 regelt de formele voorschriften met betrekking tot de akte van oprichting. De akte van oprichting mag worden verleden in elke taal die de notaris verstaat, zo is bepaald in het eerste lid. Dit is ook zo bepaald in het Nederlands-Antilliaanse

96 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 20 van recht (artikel 2:4 NABW), maar geldt nog niet voor de Arubaanse NV (art. 35 WvKA), de AVV (art. 155b WvKA) en de Nederlandse NV en BV, waar de akte van oprichting wel in het Nederlands dient te worden gesteld. Ook de statuten en het reglement mogen in een andere taal dan het Nederlands of Papiamento worden gesteld. Voor buitenlandse investeerders biedt dit het voordeel dat zij bijvoorbeeld een Engelstalig authentiek afschrift van een akte van oprichting dan wel houdende de statuten kunnen hanteren. Van de documenten die ter inzage liggen ten kantore van het handelsregister, moet door het publiek kennis kunnen worden genomen. Om de toegankelijkheid van deze documenten te bevorderen, is bepaald dat in het geval dat de akte is gesteld in een andere taal dan het Nederlands, Papiamento of Engels, een beedigde vertaling in het Nederlands of Papiamento aan de akte moet worden gehecht. Ook in het kader van beslechting van geschillen is het van belang dat bijvoorbeeld het Gerecht in Eerste Aanleg de beschikking heeft over een beedigde vertaling van de statuten in het Nederlands dan wel Papiamento. In het tweede lid zijn de gegevens vermeld die in ieder geval in de akte van oprichting moeten worden opgenomen. De pendant van deze regeling is opgenomen in de artikelen 36 en 37 WvKA voor de naamloze vennootschap en artikel 155b WvKA voor de Aruba vrijgestelde vennootschap. Met het geplaatste en gestorte kapitaal wordt gedoeld op alle aandelen, dus ook de aandelen zonder stemrecht en/of zonder winstrecht. Naast de genoemde gegevens kan bijvoorbeeld ook het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, in de akte van oprichting worden opgenomen, opdat dit bij oprichting van kracht wordt. Deze kan daartoe ook aan de akte van oprichting worden gehecht. Hieromtrent kan verwezen worden naar artikel 47 en de toelichting daarbij. In aansluiting op het Nederlandse recht en het recht van de Nederlandse-Antillen wordt onderscheid gemaakt tussen de akte van oprichting en de statuten. De akte van oprichting is het document waarin de oprichting van de vennootschap is opgenomen. De statuten maken hiervan onderdeel uit en kunnen later worden gewijzigd. In verband hiermee is in het derde lid afzonderlijk vermeld welke gegevens in ieder geval in de statuten moeten worden vermeld. Opgemerkt mag worden dat ingevolge artikel 3, tweede lid, deze gegevens niet rechtsgeldig in een reglement kunnen worden opgenomen. Zie ook de toelichting bij artikel 3. Ook een beperking van de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur of de bestuurders van de vennootschap, kan slechts bij statuten - en niet bij reglement - worden gerealiseerd. Omdat er geen verplichting is de bevoegdheid tot vertegenwoordiging te beperken, behoeft hieraan in artikel 13 niet te worden gerefereerd.

97 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 21 van Artikel 13 laat toe dat de oprichters geen aandelen nemen bij de oprichting en dat anderen dan de oprichters bij oprichting aandelen nemen. De formulering van het tweede lid en het vierde lid is hierop afgestemd. In verband hiermee en in aansluiting op het bepaalde in artikel 29, dat uitgifte geschiedt bij een door de vennootschap en de nemer ondertekende akte, is in het vierde lid bepaald dat degenen die aandelen nemen bij de oprichting, de akte van oprichting mede dienen to ondertekenen. Ad artikel 14 In de regel zorgt de notaris ten overstaan van wie de akte van oprichting wordt verleden voor inschrijving van de vennootschap en deponering van de vereiste documenten. In het eerste lid wordt deze feitelijke gang van zaken ten aanzien van de oprichting van de VBA wettelijk voorgeschreven. Deze bepaling wijkt of van hetgeen thans is bepaald ten aanzien van de NV en de AVV en de in Nederland geldende regeling, maar komt overeen met de Nederlands-Antilliaanse regeling vervat in artikel 2:5 NABW. Een regeling omtrent de persoonlijke aansprakelijkheid voor hetgeen Oar inschrijving en deponering in naam van de vennootschap is verricht, zoals voorzien in artikel 40 WvKA en artikel 2:69/180 NLBW, kan daarom zonder bezwaar achterwege blijven. De bepalingen van het tweede lid en het derde lid bevatten een enigszins bekorte maar materieel gelijke regeling als is vervat in artikel 2:6 NLBW. De regeling vult artikel 18 Handelsregisterverordening aan. Aanvulling is wenselijk aangezien de verplichting tot inschrijving en deponering na oprichting wordt gelegd bij de notaris. Voorts wordt tot uitdrukking gebracht dat ook de vennootschap, die niet als zodanig met inschrijving en deponering wordt belast, zich niet op het ontbreken van gegevens dan wel de onvolledigheid of onjuistheid van bij het handelsregister kenbare gegevens kan beroepen. Tot slot wordt de bescherming uitgebreid tot gegevens waarvan inschrijving of deponering niet wettelijk is voorgeschreven.

98 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 22 van Ad artikel 15 tot en met 19 De regeling die is opgenomen in de artikelen 15 tot en met 19 is ontleend aan de artikelen 2:13 tot en met 2:16 NLBW welke regeling ook in de artikelen 2:20 tot en met 2:22 NABW is overgenomen. In artikel 15 staat voorop dat stemmen niet vernietigbaar zijn; stemmen zijn geldig of nietig. Deze keuze berust hierop dat onduidelijkheid omtrent het antwoord op de vraag of een besluit wel of niet is genomen, zoveel mogelijk dient te worden vermeden. De bepaling dat een stem nietig is in de gevallen dat een eenzijdige rechtshandeling nietig is, brengt onder meer mee dat een stem die niet is uitgebracht in de bij wet, statuten of reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, voorgeschreven vorm, nietig is. De bepalingen omtrent de nietigheid en vemietigbaarheid van besluiten vullen de regeling van artikel 3 aan. Zij bevatten een ten opzichte van artikel 101 WvKA meer uitgewerkte en op de terminologie van boek 3 BWA afgestemde regeling. Een besluit in strijd met de wet of de statuten waarin de toekenning van bevoegdheden aan de orde is, is ongeldig. Hieronder valt ook het geval dat een besluit is onderworpen aan een voorafgaande handeling van of mededeling aan een ander. Die ander kan dan evenwel het besluit bekrachtigen. Indien de goedkeuring achteraf is vereist, heeft het besluit vooralsnog geen werking, totdat de goedkeuring is verleend. Besluiten die zijn genomen in strijd met procedurele voorschriften, zoals voorschriften met betrekking tot de wijze van oproeping, de oproepingstermijn en de gang van zaken ter vergadering, zijn vernietigbaar. Ook besluiten in strijd met reglementen zijn in beginsel vernietigbaar. Dit is mogelijk anders indien het gaat om een besluit in strijd met het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid. In dat geval is het besluit nietig dan wel vernietigbaar, gelijk het geval zou zijn indien de geschonden regeling in de statuten zou zijn opgenomen, aldus artikel 18. Een vernietigbaar besluit kan worden bevestigd. In aansluiting op de regeling van artikel 101 WvKA is een vervaltellnijn gehanteerd van zes maanden. In de Nederlandse regeling is de vervaltermijn gesteld op een jaar. In artikel 19 is een regeling opgenomen met betrekking tot de gevolgen van de nietigheid en vemietiging van besluiten. Het tweede lid bevat een regeling omtrent besluiten met zogenoemde exteme werking. Hiermee wordt gedoeld op besluiten die tevens een vertegenwoordigingshandeling zijn, of die een voorwaarde zijn voor het bestaan van bevoegdheid tot vertegenwoordiging. De regeling opgenomen in artikel 19 biedt bescherming aan derden te goeder trouw die niet wisten of behoefden te weten van een gebrek dat aan het desbetreffende besluit kleefde. Ten aanzien van degenen die zijn benoemd tot bestuurder of commissarissen is de bescherming van de wederpartij te goeder trouw beperkt tot een recht op schadevergoeding. De vertrouwensband die aan de genoemde functies ten grondslag ligt, verhoudt zich niet goed met de

99 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 23 van situatie dat de betrokkene in functie blij ft indien het benoemingsbesluit ongeldig blijkt te zijn. Ad artikel 20 In artikel 20 is voorzien in een verplichting tot aanstellen van een wettelijk vertegenwoordiger. Deze verplichting bestaat slechts indien er geen natuurlijke persoon die ingezetene is van Aruba, bestuurder is van de vennootschap. Ook indien een rechtspersoon bestuurder is van de vennootschap waarvan uiteindelijk een in Aruba woonachtige natuurlijke persoon bestuurder is, behoeft geen wettelijk vertegenwoordiger te worden aangesteld. De figuur van de wettelijk vertegenwoordiger is ontleend aan artikel 155a WvKA inzake de AVV. In dit ontwerp landsverordening is het instituut van de wettelijk vertegenwoordiger in aangepaste vorm overgenomen. De vertegenwoordiging van een aantal organisaties, waaronder de Orde van Advocaten, heeft aangegeven het instituut van de wettelijk vertegenwoordiger te willen behouden. De wettelijk vertegenwoordiger kan, zeker in internationale verhoudingen, een nuttige rol spelen als lokaal aanspreekpunt voor autoriteiten bij de vervulling van wettelijke en administratieve verplichtingen van de vennootschap in Aruba. Het is internationaal geen vreemde eend in de bijt: een enigszins vergelijkbaar instituut, de 'registered agent', is in de Verenigde Staten van Amerika en andere common law jurisdicties niet ongebruikelijk en algemeen geaccepteerd. De taken van de wettelijk vertegenwoordiger en de verhouding met het bestuur zijn in artikel 20 duidelijker omschreven dan het geval is in artikel 155a, zesde lid WvKA. De wettelijk vertegenwoordiger heeft een eigen op de wet gebaseerde positie. Het ontwerp van deze landsverordening voorziet onder meer in verplichtingen omtrent het houden van het aandeelhoudersregister, afgifte van aandeelbewijzen, deponering van stukken en het bijeenroepen van de algemene vergadering. Verder dient het bestuur de wettelijk vertegenwoordiger te allen tijde toegang te verschaffen tot de administratie van de vennootschap. Bij overeenkomst kunnen aanvullende taken en bevoegdheden aan de wettelijk vertegenwoordiger worden toegekend. Voorts is verduidelijkt dat de wettelijk vertegenwoordiger geen bestuurder is en dus niet als een bestuurder aansprakelijk kan worden gehouden. Indien de wettelijk vertegenwoordiger tekort schiet in de vervulling van zijn taak kan dit vanzelfsprekend leiden tot aansprakelijkheid op grond van het gemene burgerlijke recht. De omschrijving van de vennootschappen die als wettelijk vertegenwoordiger kunnen optreden, is zodanig gekozen dat bestaande trustkantoren die optreden voor AVV's, hun statuten niet hoeven te wijzigen om als wettelijk vertegenwoordiger van de VBA te kunnen optreden, terwijl trustkantoren die zich

100 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 24 van uitsluitend zouden willen richten op VBA's, in hun statuten niet aan de AVV hoeven te refereren. Het toezicht op beide soorten trustkantoren zal via de Vestigingsverordening en, na inwerkingtreding, de Landsverordening toezicht trustkantoren overigens gelijksoortig (kunnen) zijn. Indien de wettelijk vertegenwoordiger onvoldoende informatie krijgt van haar client, kan zij zich terugtrekken. Ofschoon dit vanzelfsprekend is en eigenlijk geen wettelijke basis behoeft, is het in het kader van potentiele aansprakelijkheid en al dan niet terechte claims van (voormalige) clienten jegens trustkantoren wenselijk om dit in de wet te bevestigen. Opmerking verdient dat dit niet de enige situatie is waarin de wettelijk vertegenwoordiger zijn werkzaamheden kan staken. De wettelijk vertegenwoordiger zal zijn diensten ook willen staken indien de client bijvoorbeeld nalatig is met betaling van het vast recht, trust fees, dan wel anderszins de met de wettelijk vertegenwoordiger gemaakte afspraken niet nakomt. Een en ander zal zonodig in de verhouding met de client contractueel nader kunnen worden uitgewerkt. De in het zesde lid opgenomen bepaling legt op de wettelijk vertegenwoordiger een geheimhoudingsplicht. Slechts geanonimiseerde informatie kan van tijd tot tijd worden verschaft aan de overheid voor statistische doeleinden. Overigens laat dit onverlet dat de betrokken autoriteiten, zoals de belastingdienst, het openbaar ministerie, justitiele autoriteiten en de autoriteit die toezicht op trustkantoren zal gaan uitoefenen op grond van de bestaande dan wel toekomstige wetgeving, informatie en/of inzage in dossiers zullen kunnen vorderen voor controle- en/of opsporingsdoeleinden. Een andere categorie van "wettelijke verplichtingen" waarbij een uitzondering op de geheimhoudingsverplichting wordt gemaakt, zijn de verplichting van de wettelijke vertegenwoordiger om aan de minister belast met economische zaken of de door hem daartoe aan te wijzen instantie inzage te verschaffen in het aandeelhoudersregister (artikel 30, derde lid) en de verplichting tot het deponeren van de jaarrekening (artikel 37, vierde lid). Artikel 20 staat er niet aan in de weg dat een trustkantoor die is toegelaten als wettelijk vertegenwoordiger op te treden, als bestuurder van een VBA wordt benoemd. In dat geval mist artikel 20 toepassing. Ad artikel 21 Het onderhavige ontwerp laat ten aanzien van de kapitaalstructuur van de vennootschap veel ruimte. De regeling opgenomen in artikel 21, is ontleend aan de artikelen 48 en 58 WvKA, maar verschilt daarvan op enkele punten. Zo is niet voorgeschreven dat de statuten het maatschappelijk kapitaal moeten vermelden. In dit opzicht wijkt de regeling ook of van hetgeen geldt voor bijvoorbeeld de Deleware LLC (section 102(a)(4)), welke bepaling evenwel primair vanwege

101 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 25 van heffingsdoeleinden in de wet is opgenomen. Artikel 21 verzet zich niet tegen vermelding van het maatschappelijk kapitaal indien gewenst, bijvoorbeeld omdat hiervan een zekere bescherming tegen verwatering uitgaat. Indien de vennootschap geen aandelen met nominale waarde kent, zal het maatschappelijk kapitaal dan moeten worden uitgedrukt in het aantal aandelen dat kan worden uitgeven zonder statutenwijziging; een techniek die overigens volgens de voorgestelde landsverordening bij gebreke van een dwingendrechtelijk voorschrift, ook kan worden toegepast ten aanzien van aandelen met een nominale waarde. Voor het dwingend voorschrijven van vermelding van het maatschappelijk kapitaal lijkt evenwel onvoldoende reden. Voorts ontbreekt de verwijzing naar het bedrag van de aandelen in artikel 58 WvKA omdat de aandelen niet per definitie een nominale waarde behoeven te hebben. Van de regel dat aan aandelen gelijke rechten en verplichtingen zijn verbonden, kan worden afgeweken zoals voorzien in de verschillende bepalingen. Zo kunnen aandelen worden uitgegeven met volledig, beperkt, variabel of zonder stemrecht dan wel winstrecht of recht op uitkeringen uit reserves. Zie voor dit laatste ook artikel 38, vijfde lid. De statuten of het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, kunnen hiertoe voorzien in aandelen van een bepaalde soort of met een nadere aanduiding. De gedeelten waarin het kapitaal van de vennootschap is verdeeld, zijn aangeduid als aandelen. In het internationale verkeer worden hiervoor ook wel andere aanduidingen gehanteerd, zoals "units". De voorgestelde regeling staat er niet aan in de weg dat de aandelen in de VBA op een andere wijze dan als "aandeel" worden aangeduid. Uit het gegeven dat sprake is van een winstrecht en/of stemrecht tegen inbreng van kapitaal blijkt in de regel voldoende duidelijk dat sprake is van een aandeel in de zin van het onderhavige ontwerp. Voor het antwoord op de vraag of sprake is van een aandeel in de zin van deze landsverordening, is doorslaggevend of het als zodanig is uitgegeven. De regeling opgenomen in het vijfde lid correspondeert met artikel 2:100/200 NABW. De achtergrond van de regeling is dat de vennootschap niet behoorlijk kan functioneren zonder een algemene vergadering en voorts dat indien het economisch belang bij het vermogen van de vennootschap louter bij de vennootschap zou berusten, het onderscheid tussen de vennootschap en de stichting te zeer zou vervagen. De regeling vervat in het zesde lid correspondeert met artikel 48, tweede en derde lid WvKA. De statuten kunnen bepalen dat aandelen zijn verdeeld in onderaandelen dan wel kunnen worden verdeeld in onderaandelen. De wijze waarop onderaandelen kunnen worden gecreeerd, wordt hierbij om redenen van flexibiliteit overgelaten aan hetgeen hieromtrent in statuten of reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, is

102 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 26 van bepaald. De bevoegdheid een of meer aandelen te verdelen in onderaandelen, kan bijvoorbeeld ook worden toegekend aan de individuele aandeelhouder. De positie van de houder van onderaandelen komt aan de orde in de artikelen 40 en 43. Zie de toelichting aldaar. Ad artikel 22 Van aandelen in een Nederlandse BV kunnen geen aandeelbewijzen worden verstrekt. Algemeen wordt aangenomen dat voor dit verbod geen dwingende noodzaak bestaat. In de praktijk kan aan een tastbaar aandeelbewijs behoefte bestaan. Daarom is voorzien in de regeling dat van de aandelen op naam gestelde aandeelbewijzen kunnen worden uitgeven. De bewoording laat toe dat ten aanzien van afzonderlijke aandelen afzonderlijke bewijzen worden afgegeven, maar dat desgewenst ook mogelijk is om ter zake van alle door een aandeelhouder gehouden aandelen, of door hem gehouden onderscheiden pakketten, een aandeelbewijs of te geven. Bij statuten of reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, kan voorts desgewenst ten aanzien van alle aandelen of aandelen van een bepaalde soort of aanduiding anders worden bepaald. Op het aandeelbewijs dient de waarde van de storting alsmede een eventueel nog op het aandeel of de aandelen te storten bedrag te worden aangetekend. Deze bepaling dient mede ter bescherming van onder meer potentiele kopers, opdat zij op de hoogte zijn van een eventueel obligo en eventueel nog te betalen agio. Ingevolge het bepaalde in artikel 23, vierde lid, gaat ook de verplichting tot voldoening van agio over op de verkrijger van een aandeel. Hiervoor is gekozen met het oog op eenduidigheid en het belang van de vennootschap. Het bedrag van de agio kan het bedrag waarmee in het kapitaal wordt deelgenomen substantieel overtreffen. Het is niet wenselijk dat door het overdragen van het aandeel de mogelijkheid wordt geopend dat de vennootschap feitelijk niet tot inning van het met agio gemoeide bedrag in staat is. Indien de verkrijger van het aandeel weet of kan weten van nog te voldoen agio, kan dit in de koopprijs worden verdisconteerd. Ter bescherming van onwetende derden dient bovendien op elk aandeelbewijs een aantekening te worden geplaatst dat het aandeelbewijs een nietoverdraagbaar document is. Hieruit kunnen zij afleiden dat het aandeel niet enkel door overhandiging of `overschrijving' van het aandeelbewijs - zoals ten aanzien van aan toonder gestelde bewijzen bijvoorbeeld wel mogelijk is - kan worden verkregen en dat zij zich hieromtrent nader dienen te laten adviseren. Het derde lid bevat een met artikel 52 WvKA vergelijkbare regeling. De reikwijdte van de bepaling strekt zich zoals hierboven is toegelicht, uit tot het bedrag waarmee met het aandeel in het kapitaal wordt deelgenomen, alsmede het eventuele bedongen agio.

103 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 27 van Ad artikel 23 Deze bepaling houdt een regeling in omtrent de storting op aandelen. Met de aandelen wordt deelgenomen in het kapitaal. Uitgifte van aandelen zonder tegenprestatie is niet mogelijk. Bij aandelen met nominale waarde wordt voor het nominale bedrag daarvan in het kapitaal deelgenomen. De waarde van de tegenprestatie kan daarom bij uitgifte van aandelen met een nominale waarde niet lager worden gesteld dan het bedrag van de nominale waarde; zie het derde lid. Ten aanzien van aandelen zonder nominale waarde, is er meer vrijheid te bepalen voor welk bedrag in het kapitaal wordt deelgenomen. Mits dit bedrag positief is, kan worden bepaald welk gedeelte wordt toegevoegd aan het kapitaal van de vennootschap en welk deel als additionele storting, ten aanzien van aandelen met nominale waarde is hiervoor de aanduiding `agio' gebruikelijk, dient te worden aangemerkt. Dit onderscheid is relevant in relatie tot de regeling van vermogensbescherming (zie artikel 38). Het onderscheid is voorts relevant doordat het bedrag van de additionele betaling in beginsel wordt toegevoegd aan de vrij uitkeerbare reserves. Uitkeringen ten laste van die reserves komen in beginsel te goede aan alle aandeelhouders. Indien dit niet wenselijk is, kunnen de statuten of het reglement de desbetreffende reserve koppelen aan het aandeel waarop het bedrag is gestort. Er is geen ondergrens gesteld aan het deel van de tegenprestatie dat bij het nemen van het aandeel opeisbaar wordt en bij het nemen van het aandeel dient te worden voldaan. Evenmin is uitgesloten dat de tegenprestatie kan bestaan uit arbeid of diensten. De vennootschap heeft evenwel het karakter van een kapitaalvennootschap zodat de overeengekomen tegenprestatie economisch waardeerbaar moet zijn. Ter zake van reeds verrichte arbeid en diensten kan storting worden gerealiseerd door daarvoor een vergoeding toe te kennen die wordt verrekend met de stortingsplicht. Deze wijze van voldoening van de stortingsplicht moet worden aangemerkt als een storting in geld. Ten aanzien van toekomstige, nog te verrichten diensten en arbeid, zou sprake zijn van een voldoening anders dan in geld. De waarde van de tegenprestatie moet aldus in de akte van oprichting of het besluit tot uitgifte tot uitdrukking worden gebracht. Indien de ingebrachte diensten of arbeid die waarde niet heeft en zal hebben, bijvoorbeeld omdat de relatie met de betrokken aandeelhouder wordt beeindigd, kunnen complicaties optreden omtrent het antwoord op de vraag of en in hoeverre aan de stortingsplicht is voldaan. Ter vermij ding hiervan verdient het de voorkeur de tegenprestatie in geld uit drukken en in aansluiting hierop overeen te komen dat aan de verplichting tot storting zal kunnen worden voldaan door de voor de werkzaamheden overeengekomen vergoeding te verrekenen met de nog openstaande stortingsplicht.

104 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 28 van De leden 3, 4 en 5 geven bekende regels weer. Zie de artikelen 49, 53, 56 en 155h WvKA, artikel 2:80/191, 84/193 NLBW en artikel 2:107/207 NABW. Opgemerkt mag worden dat ten aanzien van de verplichtingen uit dit artikel de uit boek 3 BWA voortvloeiende verjaringstermijn van 5 jaren van toepassing is. Hiermee wordt aangesloten bij het arrest van de Hoge Raad van 17 oktober 2003, nr. CO2/158HR. Voor het bepalen van de in artikel 38, zesde lid, gegeven ondergrens heeft verjaring geen consequenties omdat voor de toepassing van die bepaling het gestorte en opgevraagde bedrag waarmee in het kapitaal is deelgenomen relevant is en het bedrag dat met de verjaarde vordering is gemoeid, geldt als te zijn opgevraagd. Ad artikel 24 Deze bepaling regelt hetgeen thans in andere bewoordingen is geregeld in artikel 50 en artikel 155h WvKA. De formulering van laatstgenoemde artikelen heeft in de literatuur vragen opgeroepen omtrent de reikwijdte daarvan, waaronder of deze bepalingen betrekking hebben op alle verplichtingen ongeacht de aard daarvan en of zij ook betrekking hebben op verplichtingen tussen aandeelhouders onderling. Met de bewoording van het eerste lid is beoogd deze vragen weg te nemen. Hiertoe is bepaald dat de bepaling betrekking heeft op verbintenissen. Deze verbintenissen kunnen het karakter hebben van een verplichting tot bijstorting of het uitbreiden van de deelneming in het kapitaal van de vennootschap, tot bijdrage in een exploitatie tekort, een tekort na vereffening, het onthouden van concurrentie of andere verbintenissen gericht op het bevorderen van het zakelijk welslagen van de vennootschap. Ook verbintenissen die aandeelhouders verplichten tot overname van aandelen van andere aandeelhouders ingevolge een statutaire regeling vallen binnen de werkingssfeer, evenals de verplichting om de beslechting van geschillen door middel van arbitrage te doen plaatsvinden. Verbintenissen tussen aandeelhouders onderling vallen derhalve ook binnen de reikwijdte van artikel 24. De verbintenissen dienen om bestaanbaar te zijn, voldoende bepaalbaar te zijn (artikel 6:227 BW). Met de kapitaaldeelname door middel van aandelen is niet goed verenigbaar dat verbintenissen eenzijdig kunnen worden verbonden aan het aandeelhouderschap. Daarom dient de invoering van een regeling waarbij verbintenissen worden opgelegd, geen werking te hebben jegens de houders van de desbetreffende aandelen als zij die verbintenissen niet hebben aanvaard. Aanvaarding kan ten aanzien van houders van aandelen waaraan ter zake van het besluit tot statutenwijziging stemrecht toekomt, geschieden door te stemmen voor het voorstel tot statutenwijziging. Aanvaarding kan ook nadien geschieden, zowel door aandeelhouders die ter zake van het besluit tot statutenwijziging geen stem hebben uitgebracht als door aandeelhouders die tegen het voorstel hebben gestemd. Dit kan

105 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 29 van door een expliciete, daarop gerichte verklaring, maar bijvoorbeeld ook doordat zij nadien aandelen waaraan de desbetreffende verbintenis is verbonden, kopen of nemen. Ook eventuele latere verkrijgers onder bijzondere titel van aandelen waaraan ingevolge de statuten verbintenissen zijn verbonden, worden geacht de verbintenis te hebben aanvaard. Het maakt voor de toepassing van deze bepaling geen verschil of de verbintenissen onmiddellijk opeisbaar zijn of niet. Het bepaalde in het derde lid is opgenomen om besluiten die tot gevolg hebben dat een aandeelhouder zijn kapitaaldeelname langer dient aan te houden dan bij het verkrijgen van het aandeel het geval was, gelijk te stellen met besluiten waarbij verbintenissen aan het aandeel worden verbonden. Materieel komen deze besluiten immers overeen met een verzwaring van de overeengekomen inbrengverplichting. Gelijkstelling met het opleggen van een verbintenis boven de verplichting tot het voldoen van de overeengekomen tegenprestatie bij het nemen van het aandeel is daarom geindiceerd. Ad artikel 25 Het bepaalde in dit artikel is ontleend aan artikel 2:87a/195a en 2:87b/195b BW. De regeling is in zoverre ruimer dat in de statuten of het reglement ook kan worden bepaald dat de aandelen of desgewenst een of meer nader aangeduide aandelen van een aandeelhouder onder nauwkeurig in de statuten of het reglement beschreven en objectief bepaalbare omstandigheden kunnen worden ingetrokken. Dit vereiste brengt mee dat de bedoelde omstandigheden zorgvuldig en met voldoende nauwkeurigheid zijn omschreven. Voorts is verduidelijkt dat onder de genoemde omstandigheden ook de in de statuten of het reglement te benoemen rechten kunnen worden opgeschort of gewijzigd. In het laatste geval vindt een conversie van aandelen plaats. Voor de goede orde mag worden vermeld dat de onderhavige bepaling niet ziet op mogelijkheden tot conversie die bij de uitgifte van aandelen worden overeengekomen. Deze mogelijkheid tot conversie zal dan in het besluit tot uitgifte moeten zijn voorzien. Het zal niet steeds wenselijk zijn dat de opschorting van rechten of de conversie betrekking heeft op alle aandelen. Daarom is bepaald dat het aan de desbetreffende regeling in de statuten of het reglement wordt overgelaten ten aanzien van welke aandelen de genoemde opschorting of conversie geldt. De bedoelde omstandigheden kunnen betrekking hebben op een in de statuten of het reglement opgenomen kwaliteitseis, onverenigbaarheid, overschrijding van een aan het aandelenbezit gestelde begrenzing, of het (niet-)voldoen aan verplichtingen als bedoeld in artikel 24. Als nauwkeurig omschreven en objectief bepaalbare omstandigheid kan niet worden aangemerkt een besluit van een orgaan van de vennootschap, tenzij dit besluit kan

106 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 30 van worden genomen indien zich in de statuten of het reglement nader omschreven, bepaalbare omstandigheden hebben voorgedaan. In dat geval leent het zevende lid zich voor analoge toepassing. Overigens moet de regeling redelijk zijn. De genoemde omstandigheden moeten de daaraan verbonden consequenties mede gezien de aard van de vennootschap, rechtvaardigen. Overigens moet de regeling mede gezien de aard van de vennootschap redelijk zijn. Ter bescherming van de aandeelhouder die afstand moet doen van zijn aandelen, is voorts bepaald dat hij recht heeft op een objectief vastgestelde waarde van zijn aandelen. Bij statuten of het reglement kan hiervan evenwel worden afgeweken en kan de vergoeding, al dan niet afhankelijk van de concrete situatie, bijvoorbeeld ook op nihil worden gesteld. De vrijheid van inrichting van de vennootschap en haar karakter, staan bij dit alles voorop. Het is echter onwenselijk dat een minderheidsaandeelhouder door invoering van een regeling als bedoeld in dit artikel zou kunnen worden uitgestoten. Daartoe bevat het vierde lid een voorziening. Voor een aandeelhouder op wie een verplichting rust als genoemd in het eerste lid, of ten aanzien van wiens aandelen de vennootschap bevoegd is tot intrekking, kan een onzekere situatie ontstaan indien er op enig moment geen gegadigden zouden zijn aan wie hij zijn aandelen waarop de verplichting betrekking heeft, kan overdragen of wanneer de vennootschap niet tot intrekking van de aandelen overgaat. Om aan die onzekerheid een eind te maken, voorziet het bepaalde in het vijfde en het zesde lid in een regeling. Aan de regeling in het zevende lid ligt ten grondslag dat het onwenselijk is dat een opschorting van een of meer van de hier genoemde rechten voor onbepaalde tijd kan voortduren. De aandeelhouder kan hiertoe de vennootschap verzoeken gegadigden aan te wijzen aan wie hij al zijn aandelen waarop de opschorting betrekking heeft kan overdragen. De statuten of het reglement dienen hiertoe een regeling te bevatten. Ter bescherming van de aandeelhouder wordt de slotzin van het eerste lid betreffende de waardering van de over te dragen aandelen van overeenkomstige toepassing verklaard. De regelingen in het vijfde en zevende lid, zijn aldus gesteld dat slechts de verplichting tot aanbieding en overdracht, als bedoeld in het eerste lid, respectievelijk de opschorting van rechten, genoemd in het zevende lid, komen te vervallen. De regeling voorziet derhalve niet een ontheffing van de omstandigheid die tot de verplichting tot aanbieding en overdracht respectievelijk de opschorting als bedoeld in het zevende lid, aanleiding gaf. Dat ook van deze omstandigheid ontheffing wordt verleend, is niet steeds wenselijk. Daarom wordt deze kwestie aan de statuten of het reglement overgelaten. Voorts mag worden opgemerkt dat de regeling van het zevende lid is beperkt tot de daargenoemde rechten. Een opschorting van bijvoorbeeld een voorkeursrecht valt buiten de reikwijdte van het zevende lid.

107 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 31 van Ad artikel 26 De mogelijkheid om eisen te stellen aan het aandeelhouderschap en daaraan al dan niet gesanctioneerde verplichtingen te verbinden, berust op de vrijheid van inrichting van de vennootschap en de verhoudingen tussen de aandeelhouders en de vennootschap onderling. In het verlengde hiervan ligt het in de rede dat er een mogelijkheid is ter zake hiervan ontheffing te verlenen, mits de statuten of het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, hierin voorziet. Eenzelfde overweging ligt ten grondslag aan het bepaalde in artikel 27, eerste lid, waarin is bepaald dat een overdracht met instemming van alle aandeelhouders steeds geldig is. ingevolge deze bepaling kan in de statuten worden bepaald ander welke omstandigheden de ontheffing in werking treedt, of kan aan een orgaan van de vennootschap de bevoegdheid tot het verlenen van ontheffing worden toegekend. Ad artikel 27 Artikel 27, eerste lid, heeft betrekking op de overdraagbaarheid van aandelen. De aandelen zijn in beginsel vrij overdraagbaar. Hierin dient ingevolge artikel 3:83, derde lid BWA, de landsverordening te voorzien. Het is wenselijk dat de oprichters en nadien de aandeelhouders, desgewenst de vennootschap een min of meer besloten karakter kunnen verlenen. Hiertoe dienen aan de overdraagbaarheid beperkingen te kunnen worden gesteld. De bepaling in het eerste lid biedt hiertoe de mogelijkheid. Beperkingen van de overdraagbaarheid kunnen slechts worden opgenomen in de statuten of het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid. De beperkingen kunnen het karakter hebben van een klassieke blokkeringsregeling in de vorm van een aanbiedings- of goedkeuringsregeling, maar kunnen bijvoorbeeld ook zijn gerelateerd aan een bepaalde in de statuten omschreven kwaliteit waaraan een beoogde verkrijger dient te voldoen. De overdraagbaarheid van aandelen kan ook gedurende een bepaalde tijd zijn uitgesloten indien, en voor de duur dat, de aard van de vennootschap hiertoe aanleiding geeft. Een combinatie van beperkingen en onderscheiden regelingen ten aanzien van verschillende soorten van aandelen, behoren evenzeer tot de mogelijkheden. Omdat de beperkingen ten aanzien van de overdraagbaarheid zijn gerelateerd aan de beslotenheid van de kring van aandeelhouders, is er geen bezwaar tegen een overdracht indien alle aandeelhouders - ook de aandeelhouders zonder stemrecht - hiermee instemmen. Het zou strijdig zijn met onze rechtsorde dat een aandeelhouder tegen zijn wil voor onbepaalde tijd aandeelhouder zou moeten blijven. Daarom moet een mogelijkheid tot uittreden bestaan. Als de aard van de vennootschap hiertoe aanleiding geeft, kan overigens de mogelijkheid tot uittreden gedurende

108 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 32 van bepaalde tijd zijn uitgesloten, zoals ook de overdraagbaarheid tijdelijk kan worden uitgesloten. Indien de statuten of het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, bepalen dat de aandelen niet overdraagbaar zijn, hetgeen op grond van het eerste lid mogelijk is, moeten zij daarom tevens voorzien in de mogelijkheid tot uittreden. Deze regeling kan bijvoorbeeld inhouden dat de vennootschap gehouden is de aandelen onder zekere omstandigheden in te trekken. Denkbaar is ook dat de vennootschap of de overige aandeelhouders gehouden zijn de aandelen over te nemen, in welk geval geen absolute beperking aan de overdraagbaarheid is gesteld. Voorzien de statuten niet in een mogelijkheid tot uittreden, dan brengt de onderhavige regeling mee dat ook de uitsluiting van de overdraagbaarheid niet rechtsgeldig is. In concrete omstandigheden kan zich de situatie voordoen dat de overdraagbaarheid van aandelen weliswaar niet is uitgesloten, maar desondanks zodanig is beperkt dat een aandeelhouder die zijn aandeelhouderschap wenst te beeindigen, zijn aandelen feitelijk niet kan overdragen. Dit is bijvoorbeeld het geval als overdracht van aandelen slechts mogelijk is aan de overige aandeelhouders, of anderszins de medewerking van de aandeelhouders behoeft, en de overige aandeelhouders hiertoe niet zijn genegen. Een dergelijke houding van de aandeelhouders kan strijdig zijn met de eisen van redelijkheid en billijkheid en daarmee onrechtmatig jegens de aandeelhouder die wenst uit te treden. De statutaire bepaling waaruit de facto onoverdraagbaarheid resulteert, kan ook op grond van artikel 2, tweede lid, van de landsverordening buiten werking worden gesteld. De desbetreffende aandeelhouder zal derhalve in gevallen als hier bedoeld bij gebreke aan een daartoe strekkende regeling in de statuten of het reglement, via rechterlijke tussenkomst uittreden kunnen bewerkstelligen. Het tweede lid regelt in aansluiting op het eerste lid de leveringsvoorschriften van aandelen. De levering vereist een door de vervreemder en verkrijger ondertekende akte. De levering dient voorts aan de vennootschap te worden betekend dan wel door de vennootschap te worden erkend. Deze regeling is grotendeels gelijk aan de huidige regeling voor de NV ten aanzien van aandelen op naam (art. 55 WvKA), de AVV (art. 155j WvKA) en de regeling die in Nederland tot 1 januari 1993 gold. De regeling van het tweede lid laat echter wel toe dat in de statuten of het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, aan de akte van levering nadere voorschriften worden gesteld. Dit kan bijvoorbeeld zijn dat de akte van levering notarieel dient te worden verleden of dat, indien de vennootschap aandeelbewijzen heeft uitgegeven, de leveringsakte dient te worden gesteld op dit aandeelbewijs. Om de realisering van de overdracht van de aandelen niet onnodig te bezwaren, is in het tweede lid tot uitdrukking gebracht dat naast het bestuur ook iedere bestuurder individueel bevoegd is de overdracht te erkennen. Deze regel

109 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 33 van prevaleert derhalve boven een eventuele andersluidende regeling omtrent de vertegenwoordigingsbevoegdheid. Daarnaast is de bevoegdheid tot erkenning toegekend aan de wettelijk vertegenwoordiger, zo deze ingevolge artikel 20 moet worden aangesteld. Voor het aantekenen van de overdracht in het aandeelhoudersregister, wordt verwezen naar artikel 30. In het vierde lid is een regeling gegeven voor het geval dat de vennootschap aandelen zonder nominale waarde heeft uitgegeven. De statuten kunnen dan bijvoorbeeld bepalen dat ieders aandeel wordt weergegeven als een gedeelte van het totale bedrag waarmee in het kapitaal is deelgenomen of dat op de aandelen is gestort. Elke aandeelhouder heeft dan slechts een aandeel, welke zonder nadere regeling slechts als geheel kan worden overgedragen. Overdracht brengt dan steeds beeindiging van het aandeelhouderschap mee. Hiertoe bestaat geen noodzaak. Als uitgangspunt is daarom voor dit geval opgenomen dat een aandeelhouder ook een deel van zijn deelneming in het kapitaal kan overdragen, zonder dat hij zijn aandeelhouderschap behoeft te beeindigen. Bij statuten of het reglement kan van deze regel worden afgeweken, bijvoorbeeld door een minimum te stellen aan het deel waarvoor in het kapitaal moet worden deelgenomen. De overdraagbaarheid kan ook worden uitgesloten. Het overigens in dit artikel en in artikel 30 bepaalde is op een dergelijke overdracht van overeenkomstige toepassing. Het bepaalde in het vijfde lid correspondeert met artikel 2:111/211 NABW. Invoering van de bepaling in het Nederlandse recht wordt voorbereid. De strekking van de regeling is de mogelijkheid te creeren, om indien dit is geindiceerd, de uitwinning van aandelen en afwikkeling van boedels waarin zich aandelen bevinden, te kunnen ontdoen van belemmeringen voortvloeiend uit beperkingen aan de overdraagbaarheid van aandelen. Ad artikel 28 Deze bepaling heeft betrekking op de vestiging, levering en afstand van een recht van vruchtgebruik of pandrecht op aandelen. De bepaling geeft in vereenvoudigde vorm dezelfde regels als artikel 2:197 en 2:198 NLBW. De bevoegdheid tot het vestigen van een recht van vruchtgebruik kan volgens de vanouds bekende regel niet worden beperkt of uitgesloten. De bevoegdheid tot vestiging van een pandrecht wel. Ten aanzien van de vestiging van een beperkt recht op een aandeel gelden dezelfde voorschriften als die gelden voor de levering daarvan. Zie artikel 3:98 BWA en ten aanzien van het pandrecht artikel 3:236 BWA. Voor levering en afstand van beperkte rechten geldt dezelfde regel. Dit aspect behoeft geen nadere regeling in deze landsverordening. Bij de vestiging van een beperkt recht kan worden bepaald dat de zeggenschapsrechten toekomen aan de beperkt gerechtigde, behoudens voor zover de statuten hieraan in de weg

110 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 34 van staan. Met de woorden `behoudens voor zover' wordt mede tot uitdrukking gebracht dat het stemrecht en/of vergaderrecht ook onder opschortende tijdbepaling of voorwaarde kan worden toegekend en voorts dat kan worden bepaald dat het stemrecht of vergaderrecht slechts ten aanzien van bepaalde aangelegenheden aan de beperkt gerechtigde kunnen toekomen. Indien bij de vestiging zeggenschapsrechten zijn toegekend, kunnen de statuten hieraan desondanks beperkingen stellen of de uitoefening hiervan in bepaalde gevallen uitsluiten. Zie ook artikel 3:219 BWA, dat met de in dit artikel gegeven bepaling correspondeert, maar is beperkt tot aan een vruchtgebruiker toegekend stemrecht. Bij aanvullende akte kan de inhoud van het beperkte recht ook ten aanzien van de daaraan verbonden zeggenschapsrechten worden gewijzigd. In de leden 1 en 2 is een bepaling van deze strekking opgenomen. Het ligt in de rede dat aan deze akte dan dezelfde eisen worden gesteld als aan de akte van vestiging. De strekking van de bepaling opgenomen in het vierde lid is dat op aandelen ook een stil pandrecht kan worden gevestigd. In de praktijk kan hieraan behoefte bestaan. Het stil pandrecht en de gevolgen daarvan zijn geregeld in artikel 3:239 BWA, waarnaar wordt verwezen. De bepalingen van artikel 28 corresponderen op deze punten met het bepaalde in artikel 2:113/213 NABW. Ad artikel 29 In dit artikel is de bevoegdheid tot uitgifte van aandelen geregeld. Het ligt voor de hand dat de bevoegdheid te besluiten omtrent het uitgeven van nieuwe aandelen na oprichting als regel dient te liggen bij de algemene vergadering. Er is evenwel geen bezwaar tegen dat deze bevoegdheid bij of krachtens de statuten wordt toegekend aan een ander orgaan, bijvoorbeeld het bestuur. Deze bevoegdheid kan zijn beperkt tot bepaalde aandelen en kan ook andere beperkingen worden onderworpen zoals goedkeuring of een maximum van het aantal uit te geven aandelen. De bevoegdheid te besluiten omtrent het uitgeven van aandelen omvat in beginsel de bevoegdheid de uitgiftekoers vast te stellen alsmede de bevoegdheid om te bepalen bij wie de nieuwe aandelen kunnen worden geplaatst. Deze bevoegdheid kan zijn beperkt doordat de statuten of het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, bepaalde criteria stellen waaraan de verkrijger dient te voldoen (kwaliteitseisen) of waaraan hij niet dient te voldoen (onverenigbaarheden) om aandelen te kunnen verkrijgen. De bepaling in het tweede lid voorziet er voorts ter voorkoming van misverstand in dat in de statuten of het reglement een voorkeursrecht kan worden toegekend. Het voorkeursrecht behoeft niet te worden beperkt tot aandeelhouders. De statuten of het reglement kunnen immers in het algemeen ook aan derden rechten toekennen. Het voorkeursrecht kan verder naar wens worden ingericht. Toegelaten is onder meer dat het voorkeursrecht indien statutair

111 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 35 van of bij het reglement toegekend, kan worden beperkt of uitgesloten door een daartoe in de statuten of het reglement aangewezen orgaan van de vennootschap. Ad artikel 30 Artikel 30 regelt met enige verschillen, hetgeen voor Nederlandse NV's en BV's is geregeld in de artikelen 2:85/194 NLBW en voor Nederlands-Antilliaanse vennootschappen is bepaald in artikel 2:109/209 NABW. De aantekening betreffende het op aandelen gestorte en nog te storten bedrag, omvatten mede een eventueel bij de plaatsing bedongen agio. Zie ook de toelichting bij artikel 23. Internationale afspraken en voorschriften nopen er toe dat bevoegde autoriteiten voldoende toegang hebben tot gegevens om de identiteit van aandeelhouders in de vennootschap te kunnen vaststellen. In dit verband is bepaald dat de minister belast met economische aangelegenheden of een door hem aan te wijzen instantie inzage heeft in het aandeelhoudersregister. Overtreding van de voorschriften in deze bepaling wordt in dit verband - evenals ten aanzien van de NV en de AVV - strafbaar gesteld. Hiervoor verwijzen wij naar het bepaalde artikel VI Invoeringsverordening. Daarnaast is voorzien in de mogelijkheid tot ontbinding. Zie hieromtrent artikel 107. Ad artikel 31 In dit artikel wordt uitwerking gegeven aan de mogelijkheid die in artikel 1, vierde lid, wordt gegeven om de aandeelhouders met persoonlijke aansprakelijkheid voor schulden van de vennootschap te belasten. De vennootschap krijgt aldus op dit punt gelijkenis een vennootschap onder firma. De aansprakelijkheid is daarom in beginsel hoofdelijk, tenzij in de statuten of het reglement anders is bepaald. Zo kan de aansprakelijkheid evenredig worden gesteld aan het bedrag waarvoor in het kapitaal wordt deelgenomen, worden beperkt tot een bepaald bedrag of uitsluitend gelden in geval van faillissement of ontbinding van de vennootschap. De statuten of het reglement kunnen ook bepalen dat de aansprakelijkheid slechts zal intreden indien dit bij het verrichten van de rechtshandeling is overeengekomen. Omdat persoonlijke aansprakelijkheid op grond van een statutaire regeling of regeling in het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, zodanig ingrijpt in de structuur van de vennootschap en de aard van de kapitaaldeelneming wordt zowel voor het introduceren van persoonlijke aansprakelijkheid alsmede voor het wijzigen of intrekken daarvan, een eenstemmig besluit van alle stemgerechtigden voorgeschreven. Voorts wordt ten behoeve de schuldeisers en potentiele verkrijgers van aandelen opgaaf van het bestaan van deze aansprakelijkheid voorgeschreven. De opgaaf dient gespecificeerd te zijn; er moet uit afgeleid kunnen worden wat de omvang en aard van de aansprakelijkheid is en, zo dit het geval is, aan welke nader

112 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 36 van aangeduide aandelen de aansprakelijkheid is verbonden. Iedere belanghebbende kan in aansluiting hierop vervolgens een gewaarmerkt uittreksel uit het aandeelhoudersregister verlangen om zijn positie te kunnen beoordelen. Zie artikel 30, vijfde lid. In de leden 3 tot en met 6 wordt een regeling getroffen omtrent de intrekking of wijziging van een aansprakelijkheidsregeling. Van een intrekking of wijziging dient specifiek opgaaf te worden gedaan bij het handelsregister. Eerst nadat hieraan is voldaan, heeft de intrekking of wijziging rechtsgevolg. Het staat overigens vrij om bij het aangaan van verbintenissen met de vennootschap additionele - van het aandeelhouderschap losstaande - zekerheid te bedingen. Bij overdracht van aandelen waaraan persoonlijke aansprakelijkheid is gekoppeld, wordt de nieuwe aandeelhouder in beginsel niet aansprakelijk voor voordien bestaande schulden. Zijn aansprakelijkheid is beperkt tot schulden die ontstaan nadat hij aandeelhouder is geworden, tenzij ingevolge het eerste lid uit de statuten of het reglement anders voortvloeit. Ten aanzien van bestaande schulden geldt als regel dat de vervreemder van de aandelen nog gedurende een periode van vijf jaren aansprakelijk kan worden gesteld. De statuten kunnen deze termijn ingevolge het zesde lid verlengen. De vraag welke factoren in een concrete situatie de doorslag geven bij de keuze tussen een VBA of een personenvennootschap, is niet in abstracto te beantwoorden. Relevante aspecten zullen zijn dat de VBA in de grond een kapitaalvennootschap is. Dit brengt mee dat onder meer de regelingen betreffende aandelen, uitkeringen aan aandeelhouders en kapitaalvermindering ook van toepassing zijn op de als personenvennootschap ingerichte VBA. Deze regels gelden niet ten aanzien van de personenvennootschap. De rechtspersoonlijkheid van de VBA zal voorts een van de kenmerken zijn die bij de afweging tussen de personenvennootschap en de VBA een rol zal spelen. De rechtspersoonlijkheid van de VBA brengt een vereenvoudiging mee bij het toe- en uittreden van vennoten ten opzichte van het toetreden tot en uittreden uit een personenvennootschap. Indien veel wisselingen in het vennotenbestand worden verwacht, kan dit een voordeel zijn. De VBA biedt voorts meer dan ten aanzien van de vennootschap onder firma het geval is, de mogelijkheid om de aansprakelijkheid voor schulden van de vennootschap te beperken tot bepaalde schulden van de vennootschap. Ad artikel 32 In dit artikel wordt een regeling gegeven met betrekking tot rechtshandelingen die zijn verricht voordat de vennootschap is opgericht. De preconstitutief verrichte rechtshandelingen kunnen obligatoir maar ook goederenrechtelijk van aard zijn. De regeling stemt inhoudelijk overeen met de regeling in artikel 2:93/203 NLBW en ten dele met artikel 2:6 NABW, zij het dat deels voor

113 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 37 van een andere terminologie is gekozen. De rechtshandelingen waarop het eerste lid betrekking heeft, zijn in de regel overeenkomsten die tot stand komen tussen degene die handelt ten behoeve van de op te richten vennootschap en de wederpartij. De rechten en verbintenissen uit deze overeenkomsten komen tot stand tussen deze partijen, aldus ook het standpunt in de Nederlandse rechtspraak, en zijn in beginsel tussen hen afdwingbaar. De vennootschap heeft na oprichting de mogelijkheid om in de voor haar in deze overeenkomst voorziene rechtspositie te treden. Gezien haar specifieke juridischtechnische betekenis na invoering van bock 3 BWA, is daarom de term bekrachtiging voor de rechtshandeling die hiervoor is vereist, niet langer de meest geschikte aanduiding. Het lijkt juister om aansluiting te zoeken bij de figuur van het derdenbeding en daarom te spreken van aanvaarding. Als regel moet worden aangenomen dat de partijen tussen wie de handeling ten behoeve van de vennootschap tot stand is gekomen, hebben beoogd dat de vennootschap door aanvaarding de positie inneemt van degene die op haar naam heeft gehandeld en derhalve zowel in de rechten als in de verplichtingen treedt. Ook op dit punt bestaat echter contractsvrijheid. Rechtshandelingen verricht namens een op te richten vennootschap kunnen worden geacht ten behoeve van de op te richten vennootschap te zijn verricht. Een rechtshandeling behoeft echter niet expliciet namens de op te richten vennootschap te zijn verricht om als een preconstitutieve rechtshandeling te kunnen worden aangemerkt, zo wordt ook aangenomen in de Nederlandse literatuur en jurisprudentie ten aanzien van artikel 2:93/203 NLBW. Daarom is in het eerste lid ter aanduiding van de preconstitutief verrichte handelingen gekozen voor de bewoording 'ten behoeve van' - zoals ook thans het geval is in artikel 59 en artikel 155h WvKA - in plaats van `namens' zoals het geval is in artikel 2:93/203 NLBW en artikel 2:6 NABW. Een verschil met formulering van de corresponderende regelingen in het NLBW en NABW is dat niet is opgenomen dat aanvaarding `stilzwijgend of uitdrukkelijk' kan geschieden. Een toevoeging van deze aard is onnodig omdat elke rechtshandeling in beginsel zowel uitdrukkelijk of stilzwijgend kan geschieden (zie artikel 3:37 BWA). Bovendien zou de toevoeging `stilzwijgend of uitdrukkelijk' misverstand kunnen wekken, in die gevallen waarin specifieke vormvoorschriften mochten gelden, bijvoorbeeld omdat partijen dit zijn overeengekomen of indien dit uit de wet voortvloeit. De bepaling in artikel 2:6 NABW dat ook de oprichters de vennootschap kunnen verbinden door de ten behoeve van de rechtspersoon verrichte rechtshandelingen te aanvaarden, is in haar algemeenheid niet overgenomen. De bevoegdheid van de oprichters om de vennootschap te verbinden bij oprichting is, zoals ook het geval is in de regeling omtrent de NV en de AVV

114 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 38 van en het Nederlandse recht, beperkt tot die rechtshandeling die nauw met de oprichting zelf zijn verweven. Zie hieromtrent het vijfde lid. Het verbinden van de vennootschap aan rechtshandelingen die niet met de oprichting verband houden, is voorbehouden aan het bestuur. Doordat er geen aansprakelijkheid is voor rechtshandelingen verricht voor inschrijving in het handelsregister, is het niet bezwaarlijk dat de bestuurder(s) die zijn benoemd in de akte van oprichting, desgewenst onmiddellijk na de oprichting overgaan tot aanvaarding. Het bepaalde in het derde lid is opgenomen omdat door rechtspraak van de Hoge Raad moet worden betwijfeld of zonder nadere wettelijke regeling de winst die is behaald met activiteiten ten behoeve van een vennootschap in oprichting, kan worden benut tot voldoening aan de stortingsplicht (HR 11 juli 2003, NJ 2003, 630). Deze uitspraak brengt mee dat winst die is behaald na oprichting wel kan worden benut om aandelen vol te storten - bijvoorbeeld door uitgifte van stock dividend of bonusaandelen - maar dat dit met winst behaald voor oprichting en die door aanvaarding als bedoeld in dit artikel tot het vermogen van de vennootschap is gaan behoren, onder alle omstandigheden uitgesloten moet worden geacht. Slechts door de rechtshandelingen waarmee winst is behaald, te scheiden van andere rechtshandelingen en deze winstgevende rechtshandelingen vervolgens niet te aanvaarden, lijkt het mogelijk met de behaalde winst te voldoen aan de stortingsplicht. Aan een dergelijke formeel-juridische benadering bestaat in het bestel van dit ontwerp geen behoefte, mits en voor zover hetgeen de vennootschap door aanvaarding van de preconstitutief verrichte rechtshandelingen heeft verkregen een positief saldo vertegenwoordigd en dit bij de oprichting is aanvaard ter storting op de aandelen. De bepaling van het derde lid geeft daartoe de mogelijkheid. In het vierde lid is een bepaling opgenomen betreffende de mogelijkheid tot storting op aandelen voor oprichting. In de praktijk bestaat hieraan soms behoefte. De bepaling is ontleend aan artikel 2:203a NLBW, maar verschilt hiervan op enkele punten. De mogelijkheid van inbreng ter storting voor oprichting omvat, maar is niet beperkt tot, storting op een ten name van de vennootschap in oprichting gestelde bankrekening. Een vereiste is wel dat de storting met schriftelijke bescheiden kan worden gestaafd. Dit kan een bankafschrift zijn ter zake van een op naam van de vennootschap in oprichting gestelde bankrekening, waarvan de tenaamstelling door de vennootschap na oprichting wordt aanvaard. Andere bescheiden waaruit de inbreng ter storting blijkt, zijn evenwel niet uitgesloten. Het is ter beoordeling van de oprichters om te bepalen of zij de storting aanvaarden. Indien zij hierbij onzorgvuldig handelen, riskeren zij persoonlijke aansprakelijkheid jegens de vennootschap op de voet van artikel 59.

115 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 39 van Indien voor oprichting op aandelen is gestort, kan zich de situatie voordoen dat hieraan bedragen worden onttrokken ter financiering van preconstitutieve activiteiten ten behoeve van de vennootschap. Dergelijke onttrekkingen behoeven er niet aan in de weg te staan dat de hiermee gemoeide vermogenswaarden ter storting op aandelen kunnen worden aanvaard. Indien die onttrekkingen niet ten behoeve van de vennootschap zijn geschiedt, maar bijvoorbeeld zijn aangewend voor persoonlijke doeleinden van oprichters of anderen, moeten de hiermee gemoeide bedragen - zo de preconstitutieve inbreng als storting is aanvaard - alsnog aan de vennootschap ter beschikking worden gesteld. Anders dan in de Nederlandse regeling, worden hiervoor niet de oprichters, maar degenen die verantwoordelijk zijn voor de onttrekkingen, aansprakelijk gesteld. Dit kunnen een of meer van de oprichters zijn. In het geval dat onttrekkingen ten goede zijn gekomen aan dezelfde persoon die de inbreng heeft verricht, zullen oprichters overigens het bedrag van de onttrekkingen niet als storting mogen aanvaarden. Doen zij dit toch, dan lopen zij het risico om naast degenen die voor de bedoelde onttrekkingen aansprakelijk zijn, persoonlijk aansprakelijk te worden gesteld. Deze aansprakelijkheid is een hoofdelijke op grond van art. 6:102 BWA. Het bepaalde in het vijfde lid stemt materieel overeen met het bepaalde in artikel 2:203, vierde lid en 2:204 NLBW. De hier genoemde onderwerpen zijn zodanig met de oprichtingshandeling zelf verweven dat de oprichters geacht moeten worden de vennootschap bij haar oprichting te kunnen verbinden. De regeling laat onder meer toe dat degenen die in de voorbereiding van de oprichting kosten hebben gemaakt of diensten hebben verricht ten behoeve van de op te richten vennootschap, hiervoor een vergoeding toegekend krijgen indien zij als oprichter en/of aandeelhouder bij de oprichting zijn betrokken. Dit kan bijvoorbeeld geschieden in de vorm van een aanspraak in geld, die eventueel kan worden verrekend met het bedrag dat op aandelen moet worden gestort, of winstbewijzen. Ad artikel 33 De vennootschap kan geen aandelen bij zichzelf plaatsen. De vennootschap kan als regel wel aandelen in haar eigen kapitaal verkrijgen door overdracht. De statuten kunnen deze mogelijkheid ten aanzien van alle of bepaalde nader aangeduide aandelen beperken of aan voorwaarden onderwerpen. Aan het bedrag van de tegenprestatie dat is gemoeid met het verkrijgen van aandelen in het eigen kapitaal worden dezelfde beperkingen gesteld als geldt voor het kunnen doen van uitkeringen. Ad artikel 34 Het aandeelhouderschap gaat uit van een risicodragende deelneming in het kapitaal van de vennootschap. Hier staat tegenover dat de vennootschap beperkte aansprakelijkheid biedt.

116 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 40 van Hiermee is niet goed verenigbaar dat de vennootschap de waarde van de aandelen jegens haar kapitaalverschaffers garandeert. De mogelijkheid hiertoe wordt dan ook uitgesloten. Ad artikel 35 Deze bepaling regelt de mogelijkheid tot kapitaalvermindering. De bevoegdheid te besluiten tot kapitaalvermindering is als regel toegekend aan de algemene vergadering. De statuten of het reglement kunnen deze bevoegdheid toekennen aan een ander orgaan van de vennootschap. Kapitaalvermindering kan in de vorm van intrekking van aandelen en door vermindering van het bedrag waarmee in het kapitaal van de vennootschap is deelgenomen. Indien het aandelen met een nominale waarde betreft, dienen de aandelen te worden afgestempeld. Dit vergt in de regel een besluit tot wijziging van de statuten dan wel het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid. Ten aanzien van aandelen zonder nominale waarde is een besluit tot statutenwijziging in de regel niet noodzakelijk. Indien echter de statuten de mogelijkheid tot kapitaalvermindering uitsluiten is een besluit tot statutenwijziging noodzakelijk. Indien de terugbetaling of ontheffing niet geschiedt naar evenredigheid, is hiertoe instemming vereist van de betrokken aandeelhouders. Heeft het besluit tot kapitaalvermindering betrekking op alle aandelen, dan zijn voor de toepassing van dit lid, alle aandeelhouders `betrokken' aandeelhouders. Voorzien de statuten in aandelen van een bepaalde soort en ten aanzien van die aandelen in de mogelijkheid tot kapitaalvermindering en wordt worts ten aanzien van die aandelen besloten tot kapitaalvermindering, dan gelden slechts de houders van die aandelen in het kader van deze bepaling als `betrokken' aandeelhouders. Indien de statuten of het reglement reeds voorzagen in de voorgenomen onevenredige terugbetaling of ontheffing, is er geen reden voor toepassing van de eis van afzonderlijke goedkeuring. In de formulering van de slotzin van het derde lid is dit tot uitdrukking gebracht. In de algemene inleiding is uiteengezet dat kapitaalvermindering niet steeds aan een verzetsregeling dient te worden onderworpen. In die gevallen, omschreven in het vierde lid, is voorzien in een vereenvoudigde regeling waarbij het besluit tot kapitaalvermindering onmiddellijk van kracht wordt. In andere gevallen is de regeling opgenomen in de leden 5, 6 en 7 van toepassing. Het besluit tot kapitaalvermindering wordt dan pas van kracht nadat de regeling omtrent het verzetsrecht is doorlopen. Ingevolge het achtste lid, moet van elke kapitaalvermindering, ook indien deze geschiedt zonder terugbetaling of ontheffing, opgaaf worden gedaan bij het handelsregister. Ad artikel 36

117 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 41 van Dit artikel geeft voorschriften omtrent het opstellen van de jaarrekening. De regeling is met enige aanpassing ontleend aan de artikelen 73, 75 en 155q WvKA, artikel 2:101/210 NLBW en artikel 2:116/226 NABW. Het zesde lid is ontleend aan artikel 129 WvKA dat correspondeert met artikel 2:150/260 NLBW. Ad artikel 37 De jaarrekening wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering. De algemene vergadering kan Been eigen jaarrekening opstellen en deze vervolgens voor de vennootschap vaststellen. De jaarrekening is een belangrijke rapportage. De regeling in het eerste lid voorziet er daarom in dat de algemene vergadering of een door haar in te stellen commissie van aandeelhouders aanwijzingen kan geven omtrent de inrichting van de jaarrekening. De algemene vergadering kan derhalve als regel het bestuur opdracht geven de jaarrekening anders in te richten, bijvoorbeeld door bepaalde posten op te nemen of te schrappen of omtrent de gehanteerde waarderingsgrondslagen. De aanwijzingen kunnen ook algemeen van aard zijn en betrekking hebben op jaarrekeningen in het algemeen. Het bestuur dient de aanwijzingen op te volgen, behoudens indien algemeen aanvaarde beginselen van financiele (j aar)verslaglegging zich daartegen verzetten. De algemene vergadering wordt hiermee een instrument gegeven om het door haar gewenste inzicht in de resultaten van de onderneming en de financiele stand van zaken betreffende de vennootschap te verkrijgen. Bij statuten of het reglement kan van deze regeling worden afgeweken. De algemene vergadering is steeds bevoegd een deskundige aan te wijzen die de jaarrekening en de toelichting daarbij onderzoekt en daaromtrent verslag uitbrengt. Deze bevoegdheid kan ook worden toegekend aan een ander orgaan van de vennootschap. Indien een aandeelhouder hierom verzoekt wordt een deskundige benoemd, bij gebreke waarvan de aandeelhouder zelf tot benoeming kan overgaan, aldus de hoofdregel neergelegd in het tweede lid. Hieraan ligt de gedachte ten grondslag dat iedere aandeelhouder in de gelegenheid moet zijn adequate controle op de getrouwheid van de financiele rapportage te kunnen realiseren. De statuten kunnen deze bevoegdheid beperken, bijvoorbeeld doordat slechts een bepaald aantal aandeelhouders, of aandeelhouders die een bepaald gedeelte van het kapitaal vertegenwoordigen een verzoek tot benoeming kunnen doen. De statuten kunnen deze bevoegdheid ook geheel uitsluiten. De regeling omtrent het onderzoek en het verslag van de deskundige is ontleend aan het bepaalde in artikel 76 en artikel 155r WvKA. De vennootschap is op grond van fiscale wetgeving gehouden tot overlegging van de fiscale jaarrekening aan de bevoegde autoriteiten. Het vierde lid schrij ft in aanvulling hierop

118 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 42 van voor dat de commerciele jaarrekening dient te worden gedeponeerd bij de houder van het handelsregister. De jaarrekening wordt hierrnee overigens niet openbaar, hetgeen ter vermijding van misverstand in de tekst tot uitdrukking is gebracht. Het inzagerecht is geregeld in het vijfde lid. De vennootschap kan de kring van gerechtigden en de documenten en gegevens die zij voor hen voor inzage ter beschikking stelt, vanzelfsprekend desgewenst uitbreiden. Ad artikel 38 Artikel 38 regelt de winstverdeling en uitkeringen door de vennootschap aan aandeelhouders en andere uitkeringsgerechtigden. De regeling stelt voorop dat bij gebreke van een andersluidende bepaling in de statuten of het reglement, de aandeelhouders en eventuele andere uitkeringsgerechtigden aanspraak kunnen doen gelden op uitkering van hun aandeel in de winst. Het aan hen toekomende bedrag is met het vaststellen van de winst opeisbaar en moet worden voldaan, nadat zij het hebben opgevraagd. De regeling laat toe dat de statuten of het reglement bepalen dat het aandeel in de winst eerst opeisbaar wordt nadat het is opgevraagd. Het is dan ter keuze van de aandeelhouder of het aan hem toekomende aandeel in de winst in de vennootschap wordt gelaten of wordt uitgekeerd. De statuten of het reglement kunnen voorts voorzien in een regeling op basis waarvan het bedrag van de niet-opgenomen winst mede bepalend is voor het aandeel in de winst en/of het stemrecht. Aldus kan desgewenst een met de kapitaalrekening bij de personenvennootschap vergelijkbaar systeem worden gerealiseerd. Veelal bevatten de statuten de regel dat de algemene vergadering bevoegd is de bestemming van de winst te bepalen. In de mogelijkheid hiertoe is voorzien in het tweede lid. Bij statuten of het reglement kan worden bepaald dat een recht op uitkering van de winst eerst ontstaat doordat de algemene vergadering of een ander orgaan van de vennootschap heeft besloten tot uitkering van de winst. Dit orgaan kan ook besluiten tot reservering van de winst. In aansluiting hierop is in het derde lid bepaald dat de algemene vergadering in het kader van de goedkeuring van de jaarrekening kan besluiten om uitkeringen te doen ten laste van een of meer reserves. In het daarop volgende lid is bepaald dat ook tussentijdse uitkeringen kunnen worden gedaan die zullen moeten worden verantwoord in het nog lopende boekjaar of een reeds geeindigd boekjaar waarvan de jaarrekening nog niet is vastgesteld. Wel dient ook ten aanzien van deze tussentijdse uitkeringen te zijn voldaan aan het bepaalde in het zesde lid. Het vijfde lid geeft een regeling van aanvullend recht omtrent de gerechtigdheid tot de winst en andere uitkeringen. De hoofdregel neergelegd in artikel 21, geldt ook hier: behoudens voor zover de statuten anders bepalen geeft elk aandeel recht op een gelijk aandeel in de winst. De statuten kunnen bijvoorbeeld

119 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 43 van ook bepalen dat bepaalde aandelen in het geheel niet of slechts in beperkte mate delen in de winst. Ten aanzien van andere uitkeringen, bijvoorbeeld ten taste van reserves, geldt hetzelfde. Mochten de statuten hieromtrent geen nadere regeling bevatten, dan heeft iedere aandeelhouder recht op uitkering overeenkomstig diens aanspraken in de winst. Ten aanzien van het aandeel in een eventueel overschot na liquidatie geeft artikel 113 een regeling die gebaseerd is op hetzelfde uitgangspunt. Zoals uiteengezet in de algemene toelichting, kunnen uitkeringen slechts worden gedaan indien het vermogen van de vennootschap niet lager is dan het gestorte en opgevraagde deel van het bedrag waarmee in het kapitaal wordt deelgenomen en door de uitkering niet lager wordt dan dat bedrag. Deze bepaling stemt overeen met de regeling die geldt in de Nederlandse- Antillen, met dien verstande dat ook aandelen zonder nominale waarde in de regeling zijn betrokken. Ter voorkoming van misverstand is het wenselijk te bepalen wat tot het eigen vermogen behoort. Hierin voorziet het zesde lid. De omschrijving sluit aan bij het bepaalde in artikel 2:373 NLBW en brengt mee dat voorzieningen en achtergestelde langlopende schulden niet onder het eigen vermogen kunnen worden geschaard. Een uitkering mag niet geschieden in strijd met het gegeven voorschrift en mocht uitkering in strijd daarmee zijn gedaan, dan is zij onverschuldigd betaald. Het bedrag dient dan te worden terugbetaald op de voet van artikel 6:203 BWA. Een bestuurder die aan een met de regeling strijdige uitkering heeft meegewerkt, riskeert persoonlijke aansprakelijkheid voor de schade die de vennootschap als gevolg hiervan lijdt. Daarnaast kan hij mogelijk door schuldeisers van de vennootschap persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor de door hen geleden schade. Opgemerkt dient te worden dat in uitzonderlijke gevallen denkbaar is dat een uitkering volgens de gegeven voorschriften is toegestaan, maar dat het bestuur en eventueel de aandeelhouders wisten dat door het doen van de uitkering de vennootschap niet Langer aan haar verbintenissen zou kunnen voldoen en ook geen verhaal meer zou bieden voor de schade die als gevolg daarvan wordt geleden. Indien uitkering dan toch geschiedt, kan sprake zijn van een onrechtmatige daad van de bestuurders en eventueel de aandeelhouders. Zie HR 8 november 1991, NJ 1992, 174. In een dergelijk geval zal derhalve het bestuur aan een besluit tot uitkering en betaalbaarstelling, geen uitvoering dienen te geven. De regeling in het zevende lid wijkt of van de regeling in het Nederlandse en Nederlands- Antilliaanse recht; met het oog op consistentie met hetgeen elders in het BWA is bepaald, lijkt het te prefereren aansluiting te zoeken bij het bepaalde in artikel 3:308 BWA, dat reeds een regeling geeft omtrent verjaring van dividend. In Nederland wordt een vergelijkbare wijziging overwogen.

120 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 44 van Ad artikel 39 Dit artikel is ontleend aan artikel 2:107/217 NLBW. Door de bepaling in het derde lid wordt buiten twijfel gesteld dat ook individuele aandeelhouders een recht op informatie toegekend kunnen krijgen. Het is niet wenselijk dat door het verschaffen van informatie aan bepaalde aandeelhouders ten opzichte van de overige aandeelhouders een informatie-voorsprong wordt veroorzaakt. Daarom is voorgeschreven dat in het geval dat informatie wordt verschaft aan een individuele aandeelhouder, de overige aandeelhouders hiervan op de hoogte dienen te worden gesteld en desgewenst dezelfde informatie dienen te krijgen. In het vierde lid is voorgeschreven dat in ieder geval de meest recente versie van de reglementen van de vennootschap dienen te worden verschaft aan de algemene vergadering alsmede aan iedere aandeelhouder die daarom verzoekt. Dit is wenselijk omdat, anders dan het geval is ten aanzien van de akte van oprichting en de statuten, van het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, en van eventuele andere reglementen van de vennootschap, niet door raadpleging van het handelsregister kan worden kennisgenomen. De bepalingen in dit ontwerp voorziet ook op nadere plaatsen in een recht op informatie voor de individuele aandeelhouders. Men zie artikel 30 en 58. Ad artikel 40, 41 en 42 Deze bepalingen geven voorschriften omtrent de bijeenroeping, oproeping en besluitvorming ter vergadering. Regeling van dit onderwerp is wenselijk ten behoeve van de rechtszekerheid. De in deze artikelen opgenomen regeling is ontleend aan regelingen in de artikelen WvKA en de artikelen 155w-155y WvKA, alsmede de regeling in de artikelen 2: NABW. Niet is opgenomen dat ten minste een maal per jaar een algemene vergadering dient te worden gehouden. Er is geen bezwaar tegen dat de aandeelhouders desgewenst ook het besluit tot vaststelling van de jaarrekening buiten vergadering kunnen nemen. Er is daarom geen noodzaak een jaarlijkse vergadering dwingendrechtelijk voor te schrijven. De formulering van het eerste lid van artikel 41 impliceert dat ook van het bepaalde in artikel 9 kan worden afgeweken zodat ten aanzien van de schriftelijkheidseis bij statuten of reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, beperkingen en nadere voorschriften kunnen worden gesteld. De regeling verschilt ook op enkel een punt van de genoemde bepalingen uit het WvKA en NABW met betrekking tot de bevoegdheid tot bijeenroeping door aandeelhouders. In beginsel wordt evenals het geval is in het NABW de bevoegdheid toegekend aan een ter zake stemgerechtigde individuele aandeelhouder die daarbij een redelijk belang heeft. Ter bevordering van de rechtszekerheid is evenwel in afwijking van het NABW bepaald dat, indien het bestaan van een redelijk belang bij bijeenroeping van de vergadering wordt betwist, de

121 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 45 van individuele aandeelhouder slechts met machtiging van de rechter bevoegd is tot bijeenroeping. Op verzoek tot machtiging en de afhandeling daarvan is titel 10 van het eerste boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van Aruba van toepassing. Het vergaderrecht wordt in artikel 42, eerste lid, toegekend aan iedere aandeelhouder en iedere stemgerechtigde. Houders van stemrechtloze aandelen hebben derhalve op grond van deze bepaling het recht tot het bijwonen van de vergadering en het recht om daarin het woord te voeren. De mogelijkheid tot het stellen van voorschriften waaraan moet zijn voldaan alvorens de vergaderrechten kunnen worden uitgeoefend, is in artikel 42, derde lid, enigszins ruimer omschreven dan het geval is in artikel 2:131/231, tweede lid NABW. De voorschriften kunnen onder meer betrekking hebben op de wijze van identificeren voorafgaand aan de vergadering of het voorafgaand aan de vergadering kennisgeven van het voornemen aan de vergadering deel te nemen. In artikel 42, vierde lid, is als uitgangspunt genomen dat de bestuurders en commissarissen als zodanig een raadgevende stem hebben in de algemene vergadering van aandeelhouders. Deze stem kan hen ook ten aanzien van vergaderingen van aandeelhouders van een bepaalde soort of aanduiding worden toegekend. Bij statuten of reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, kan van deze bepaling worden afgeweken. Ad artikel 43 In dit artikel wordt het stemrecht op aandelen behandeld. Als uitgangspunt van regelend recht geldt dat aan alle aandelen dezelfde zeggenschap is verbonden. Bij statuten of het reglement kan hiervan aldus worden afgeweken dat aan een aandeel geen stemrecht is verbonden. Van het principe 'one share one vote' kan ook worden afgeweken, hetgeen is voorzien in het tweede lid. De bepaling van het tweede lid laat toe dat aan de hand van verschillende factoren, bijvoorbeeld de omvang van het bedrag waarmee in het kapitaal van de vennootschap wordt deelgenomen of het op de aandelen gestorte kapitaal, wordt bepaald hoeveel stemrecht aan een aandeel is verbonden. Denkbaar is ook dat de statuten of het reglement bepalen dat elke aandeelhouder slechts een stem heeft Cone man one vote)'. In de bewoordingen van het tweede lid is voorts tot uitdrukking gebracht dat ook per type besluit nader kan warden bepaald hoeveel stemrecht aan welke aandelen is verbonden. Een dergelijk flexibel stemrecht kent reeds het Nederlands-Antilliaanse recht (artikel 2:233 NABW) en is in het kader van de flexibilisering van het Nederlandse BVrecht ook in het voorontwerp voorzien. Het derde lid bepaalt dat op aandelen in het kapitaal van de vennootschap die direct of indirect worden gehouden door de vennootschap zelf, geen stemrecht kan worden uitgeoefend. De uitsluiting van stemrecht geldt ongeacht of de aandelen aan de

122 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 46 van vennootschap respectievelijk de door de vennootschap beheerste rechtspersoon toekomen of dat zij daarop een beperkt recht hebben. Een bepaling van deze strekking is ook opgenomen in artikel 2:118/228 NLBW en - zij het minder uitgebreid - in artikel 2:123/233 NABW. Ad artikel 44 In dit artikel zijn de bepalingen omtrent besluitvorming door de algemene vergadering opgenomen. In het eerste lid wordt tot uitdrukking gebracht dat besluiten kunnen worden genomen met volstrekte meerderheid. De statuten kunnen hiervan evenwel afwijken door ten aanzien van alle dan wel nader omschreven besluiten een grotere (gekwalificeerde) meerderheid voor te schrijven. Een besluit komt niet tot stand indien de vereiste meerderheid niet is gehaald. Het tweede lid bepaalt dat besluiten tot stand komen ongeacht het ter vergadering vertegenwoordigde kapitaal. Ook deze bepaling is regelend van aard. In het derde lid wordt aangegeven dat in de statuten kan worden bepaald dat voor het totstandkomen van een besluit van de algemene vergadering afzonderlijke stemrondes dienen plaats te vinden waarin houders van onderscheiden soorten of nader aangeduide aandelen hun stem kunnen uitbrengen. Een dergelijke regeling kan ook in het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid worden opgenomen. In de statuten of het reglement kan voorts worden bepaald dat een besluit in een stemming tot stand kan komen, mits van de meerderheid die voor het voorstel hebben gestemd, ten minste een nader bepaald aantal van houders van aandelen van een bepaalde soon of aanduiding deel uitmaakt. De strekking van het vijfde lid is om besluitvorming door de algemene vergadering zoveel mogelijk te vereenvoudigen. In het geval dat elke aandeelhouder tevens bestuurder is, rijst de vraag of het wenselijk is dat voor bepaalde besluiten van de algemene vergadering steeds een afzonderlijke vergadering moet worden bijeengeroepen. Dit betekent dat degenen die bestuurder/aandeelhouder zijn van de vennootschap, zich steeds bewust dienen te zijn van de hoedanigheid waarin zij bepaalde besluiten nemen. Het gevolg hiervan is ook dat soms twee besluiten over dezelfde aangelegenheid dienen te worden genomen door dezelfde personen; eenmaal in hoedanigheid van bestuurder en nogmaals in hoedanigheid van aandeelhouder. Het lijkt niet noodzakelijk om dit dualistische stelsel tot in het uiterste door te voeren. In Boek 2 NABW is hiertoe in afdeling 7 (artikelen ) een regeling opgenomen omtrent de aandeelhouder bestuurde vennootschap waarvan de essentie is dat in de statuten kan worden bepaald dat er - onder bepaalde omstandigheden - geen bestuur zal zijn. Deze regeling is in het ontwerp van deze landsverordening niet overgenomen. De bepaling in het vijfde lid heeft als doel om op een andere en wetstechnisch minder ingrijpende wijze, eenzelfde mate van

123 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 47 van vereenvoudiging van de besluitvorming binnen de aandeelhouder bestuurde vennootschap te bewerkstelligen. De regeling voorziet er in dat in het geval dat elke stemgerechtigde aandeelhouder tevens bestuurder is, besluiten van de algemene vergadering steeds kunnen worden genomen in een vergadering van het bestuur, mits overigens aan de voorschriften voor het tot stand komen van het besluit door de algemene vergadering is voldaan. Dit laatste betekent dat wanneer de landsverordening een expliciet besluit vereist, zie onder meer artikel 6, ook in desbetreffende vergadering van het bestuur een expliciet besluit dient te worden genomen. Indien voorts de landsverordening, statuten of het reglement specifieke voorschriften stellen omtrent besluitvorming door de algemene vergadering, dienen deze voorschriften in acht te worden genomen bij besluitvorming in een vergadering van het bestuur. Indien er vergaderrecht toekomt aan anderen dan aandeelhouders, hetgeen zich kan voordoen indien aandelen zijn belast met een pandrecht of een recht van vruchtgebruik, is besluitvorming op basis van deze bepaling mogelijk mits deze stemgerechtigden zijn opgeroepen voor de vergadering met vermelding van de desbetreffende onderwerpen en bij de besluitvorming daaromtrent in de gelegenheid zijn gesteld van hun vergaderrecht gebruik te maken. Het is niet noodzakelijk deze regeling dwingend voor te schrijven. Degenen die dat verkiezen, moeten kunnen kiezen voor onverkorte handhaving van de kenmerken van het dualistische stelstel. Daarom voorziet de regeling er in dat de statuten of het reglement kunnen bepalen dat deze bepaling toepassing mist. Ad artikel 45 Artikel 45 bevat bepalingen omtrent de wijziging van statuten. Deze bepalingen zijn ontleend aan de artikelen 50, 93, 155h en 155bb WvKA. Voorop staat de regel dat de statuten kunnen worden gewijzigd door een besluit van de algemene vergadering. Dit besluit kan worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. De statuten kunnen een verzwaarde meerderheid al dan niet in combinatie met een quorum voorschrijven voor een besluit tot wijziging van de statuten of een of meer nader aangeduide bepalingen daarvan. Indien wijziging van de statuten of nader aangeduide bepalingen daaruit is uitgesloten, is niettemin wijziging mogelijk indien alle aandeelhouders daarmee instemmen. Eenzelfde regel is opgenomen indien de mogelijkheid tot wijziging is beperkt, bijvoorbeeld doordat de wijziging is onderworpen aan goedkeuring van een ander orgaan van de vennootschap of een derde. Omtrent het antwoord op de vraag of deze mogelijkheid ook bestaat ten aanzien van de NV en de AVV en de Nederlandse NV en BV, bestaat in de literatuur geen eenstemmigheid. In de formulering van het eerste lid, wordt gekozen voor het primaat van de aandeelhouders ten aanzien van de interne organisatie van

124 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 48 van de vennootschap. De regeling sluit op dit punt aan bij de regeling in art. 2:134/234 NABW. Wijziging van de statuten kan leiden tot wijziging van de aan aandelen verbonden rechten en verplichtingen. De mogelijkheid tot wijziging hiervan volgt ten aanzien van generieke wijzigingen die alle aandelen regarderen, uit de aard van de vennootschap en het aandeelhouderschap. Dit is anders indien de wijziging uitsluitend betrekking heeft op houders van aandelen van een bepaalde soort of met een nadere aanduiding. De mogelijkheid tot wijziging van rechten die specifiek aan dergelijke aandelen zijn verbonden door statutenwijziging, zonder instemming van de betrokken aandeelhouders is niet vanzelfsprekend en niet vanzelfsprekend wenselijk. Een nadere regeling hieromtrent is daarom geindiceerd. Het derde lid voorziet in een dergelijke regeling, die aanvullend van aard is. Deze regeling geldt krachtens het zesde lid ook voor houders van aandelen waaraan geen stemrecht is verbonden. De regeling ziet op wijziging van rechten die in de statuten of het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, specifiek aan de desbetreffende aandelen zijn verbonden, alsmede op een wijziging van de statuten of het reglement waarbij specifiek ten aanzien van deze aandelen een beperking van rechten ten opzichte van de voor wijziging geldende situatie tot stand wordt gebracht. Deze bepaling kan bijvoorbeeld betrekking hebben op een bevoegdheid tot goedkeuring van besluiten, het doen van een bindende voordracht of een voorkeursrecht bij uitgifte van nieuwe aandelen. Indien er aan rechten die specifiek aan de door hen gehouden aandelen zijn verbonden, afbreuk wordt gedaan door een wijziging van de statuten of het reglement, dienen deze aandeelhouders over de voorgestelde wijziging afzonderlijk te besluiten. Dit slechts anders als de bevoegdheid tot het aanbrengen van de desbetreffende wijziging expliciet in de statuten of het reglement was voorbehouden. Met het vereiste van afzonderlijke besluitvorming door de betrokken aandeelhouders wordt in afdoende mate in bescherming voorzien. Bij statuten of reglement in de zin van artikel 3, tweede lid, kan bovendien desgewenst een hogere meerderheid of unanimiteit worden voorgeschreven al dan niet in combinatie met een quorumeis. Desgewenst kan dit ook geschieden ten aanzien van het afzonderlijke besluit van de betrokken aandeelhouders. De voorgestelde bepaling laat derhalve voldoende ruimte om indien gewenst verdergaande bescherming op te nemen. De voorgestelde regelingen in dit ontwerp bieden veel ruimte om bij statuten of reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, of te wijken van de wettelijke regeling ten aanzien van de aan een aandeel verbonden financiele rechten en zeggenschapsrechten. In het vierde lid is een nadere regeling opgenomen met betrekking tot de mogelijkheid om door middel van statutenwijziging of vaststelling dan wel wijziging van het reglement, verandering te brengen in deze, in dit lid genoemde

125 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 49 van rechten. Deze regeling is, evenals de regeling die is opgenomen in het derde lid, gericht op het beschermen van minderheidsaandeelhouders tegen besluiten die aan hun rechten afbreuk doen. Gezien de aard van de in het vierde lid genoemde rechten en het gegeven dat een wijziging in deze rechten ten aanzien van een of meer aandelen in het algemeen de positie van alle aandeelhouders zal raken, is het uitgangspunt genomen dat wijziging slechts mogelijk is met instemming van alle stemgerechtigden. Van een wijziging in het recht op deelname aan de benoeming of verkiezing van bestuurders, is geen sprake in het geval van wijziging van de benoeming van bestuurders in een stelsel waarin bestuurders worden gekozen. Hiermee wordt op zichzelf geen wijziging gebracht in het recht op deelname aan de benoeming of verkiezing van bestuurders. Dit is anders indien daarbij ook een of meer aandeelhouders van het recht op deelname aan de benoeming of verkiezing van bestuurders worden uitgesloten of bijvoorbeeld indien zij dit recht niet meer ten aanzien van alle bestuurders zouden kunnen uitoefenen. Ook de invoering van een bindende voordracht valt buiten de reikwijdte van deze bepaling. Aan het vijfde lid liggen dezelfde overwegingen ten grondslag. Met betrekking tot de in dit lid genoemde rechten, kan zich echter de situatie voordoen dat een wijziging voor bepaalde aandeelhouders wel maar voor andere aandeelhouders geen relevantie heeft. Zo heeft een statutenwijziging die een wijziging in het winstrecht doet intreden, veelal geen implicaties voor de houder van aandelen waaraan geen winstrecht is verbonden. Ook in het geval dat uitsluitend binnen een bepaalde groep van aandeelhouders wijziging in de bedoelde rechten optreedt - hetgeen zich bijvoorbeeld bij tracking stock kan voordoen - brengt deze bepaling mee dat de instemmingseis alleen betrekking heeft op deze groep van aandeelhouders en anderen die op deze aandelen stemrecht kunnen uitoefenen, en niet mede betrekking heeft op de overige stemgerechtigden. Wijziging zonder unanimiteit of de in het vijfde lid bedoelde instemming, is mogelijk indien en voor zover de statuten of het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, voordien reeds voorzagen in de mogelijkheid de desbetreffende wijziging aan to brengen en in aansluiting daarop tevens voorzien in een van het vierde dan wel vijfde lid afwijkende regeling, aldus het zevende lid. Deze mogelijkheid bestaat slechts indien de desbetreffende bepalingen in de statuten of het reglement aldus worden gesteld dat daarin de aard van de voorbehouden wijziging is aangegeven en dat de omstandigheden waaronder de wijziging kan worden ingevoerd, daarin zijn vemield. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een beursgang of het onder bepaalde omstandigheden uitgeven van een nieuwe soort aandelen. Een in algemene bewoordingen gestelde wijzigingsbevoegdheid wordt met het oog op de bescherming van minderheidsaandeelhouders niet wenselijk geacht en derhalve

126 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 50 van niet toegelaten. De regeling is in dit opzicht stringenter dan de voorschriften gegeven in het derde lid. Het voor de aandeelhouder fundamentelere karakter van de betrokken rechten geven hiertoe aanleiding. De statuten of het reglement kunnen in aanvulling op de gegeven voorschriften bijvoorbeeld ook bepalen dat voor een hierbedoeld besluit tot statutenwijziging een meerderheid is vereist van 95% van de uitgebrachte stemmen en dat de tegenstemmende aandeelhouders het recht hebben zich te doen uitkopen volgens een regeling in de statuten of het reglement. De regeling is ook in dit opzicht aanvullend van aard. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat ook de invoering van een statutaire regeling waarbij de mogelijkheid tot wijziging van de hier genoemde rechten wordt ingevoerd, een besluit is als bedoeld in het derde, vierde dan wel vijfde lid. Voor de toepassing van de leden 3, 4 en 5 is in het zesde lid ook aan de houders van aandelen waaraan ingevolge de statuten geen stemrecht toekomt, stemrecht toegekend. Dit behoeft geen nadere toelichting. Opgemerkt wordt voorts dat de regeling neergelegd in de leden 3 tot en met 6 mede van toepassing is verklaard ten aanzien van besluiten tot omzetting (artikel 63, derde lid), juridische fusie (zie artikel 77, derde lid) en juridische splitsing (zie artikel 97, derde lid), omdat ook in het kader hiervan statuten en/of een reglement kunnen worden vastgesteld of gewijzigd. De in het achtste lid opgenomen bepaling correspondeert met artikel 94 WvKA. Indien ingevolge de statuten of het reglement rechten zijn toegekend aan derden, niet zijnde aandeelhouders, hebben deze rechten in de regel een contractueel karakter. Het is evenwel mogelijk dat rechten zijn toegekend aan derden die niet van financiele aard zijn, zoals het recht tot het doen van een bindende voordracht voor de benoeming van personen. In de literatuur is er verschil van mening of dergelijke rechten vallen binnen de werkingssfeer van artikel 94 WvKA. In de opzet van de onderhavige regeling vallen deze `zeggenschapsrechten' buiten de werkingssfeer van het achtste lid. Zouden ook deze zeggenschapsrechten, die de bevoegdheidsverdeling binnen de vennootschap regarderen, binnen de werkingssfeer van het achtste lid vallen, dan zou een situatie kunnen ontstaan dat de statutaire regeling waarin het bedoelde recht is toegekend weliswaar komt te vervallen, maar dat dit zeggenschapsrecht desondanks zou voortbestaan. Dit is onwenselijk omdat er dan buitenstatutaire rechten zouden kunnen zijn die de verdeling van bevoegdheden binnen de vennootschap en daarmee bepalend zijn voor de geldigheid van besluiten. Statutair toegekende zeggenschapsrechten aan derden kunnen worden beschermd door een besluit tot wijziging van die bepaling aan goedkeuring van de rechthebbende te onderwerpen. Omdat een dergelijke beperking steeds bij eenstemmig besluit van de aandeelhouders kan worden gewijzigd ingevolge het eerste lid, kan waterdichte bescherming van het

127 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 51 van zeggenschapsrecht alleen worden bereikt doordat aan de rechthebbende ten minste een aandeel wordt uitgereikt. Ad artikel 46 De statuten dienen te zijn opgenomen in een notariele akte. In aansluiting op het bepaalde in artikel 12 en artikel 13 is een verklaring van geen bezwaar niet vereist en kan de akte in elke taal worden verleden, mits de notaris die taal verstaat. Indien de akte is verleden in een andere taal dan het Nederlands, Papiamento of Engels, dient aan de akte een beedigde vertaling in het Nederlands of Papiamento te worden gehecht. In overeenstemming met artikel 14 is dat de notaris zorg draagt voor deponering van de akte van statutenwijziging ten kantore van het handelsregister. De bepaling behoeft verder geen toelichting. Ad artikel 47 In de toelichting bij artikel 3 is de verhouding tussen de statuten en het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, uiteengezet. In het reglement kunnen vrijwel alle aangelegenheden betreffende de verdeling van bevoegdheden, de aandelen en het intern functioneren van de vennootschap worden opgenomen. Het reglement vervult in dit opzicht de functie van de bij de Limited Liability Company gebruikelijke "operating agreement". Het reglement verschilt juridisch-technisch van de aandeelhoudersovereenkomst doordat de aandeelhouders aan de inhoud van het reglement zijn gebonden gelijk zij aan statuten zijn gebonden. Eventuele opvolgende aandeelhouders worden geacht hetgeen in de statuten en het reglement is bepaald, te hebben aanvaard, ook zonder een specifiek op aanvaarding gerichte rechtshandeling. Statuten en reglementen verschillen hierdoor van een aandeelhoudersovereenkomst. Het reglement heeft met een aandeelhoudersovereenkomst gemeen dat het niet openbaar behoeft te worden gemaakt. In deze regeling komt een aspect van het hybride karakter van de VBA tot uitdrukking. In het reglement kunnen vrijwel alle aangelegenheden worden vastgelegd die ook in statuten kunnen worden opgenomen. In tegenstelling tot de statuten behoeft het reglement niet openbaar te worden gemaakt. Zie hierover ook de toelichting bij artikel 3. Omdat in het reglement bepalingen kunnen worden opgenomen die voor het intern functioneren van de vennootschap en de aan een aandeel verbonden rechten en verplichtingen essentieel zijn, is van belang dat eenduidig vast staat op welk moment het reglement en eventuele wijzigingen daarvan rechtskracht verkrijgen. In het eerste lid is daartoe bepaald dat het reglement rechtskracht verkrijgt doordat het is opgenomen in of is aangehecht aan een notariele akte dan wel is gedeponeerd bij de houder van het handelsregister. Op deze wijze wordt een vaste dagtekening gerealiseerd. In het eerste lid is tevens uiteengezet dat het reglement niet openbaar behoeft te worden gemaakt. De

128 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 52 van notaris en de instantie bij wie het reglement dient te worden gedeponeerd, mogen het niet aan derden ter beschikking stellen, behoudens voor zover de wet hiertoe mocht verplichten of de vennootschap hiermee instemt. Voor deponering bij de houder van het handelsregister is gekozen omdat hierdoor steeds de geldende versie van de statuten en het reglement zich buiten de vennootschap op een plaats bevinden en daar beschikbaar zijn. In het tweede lid is een bepaling opgenomen met betrekking tot de bevoegdheid tot het vaststellen, wijzigen of intrekken van het reglement. Omdat het reglement een gelijke functie vervult als de statuten, is het bepaalde in artikel 45 omtrent de bevoegdheid tot statutenwijziging van overeenkomstige toepassing verklaart. De bevoegdheid tot statutenwijziging komt derhalve toe aan de algemene vergadering. De bevoegdheid tot wijziging kan worden beperkt en de besluitvorming kan worden verzwaard op dezelfde wijze als mogelijk is ten aanzien van een besluit tot statutenwijziging. De statuten of het reglement kunnen met inachtneming van het bepaalde in artikel 45, voor de wijziging van bepalingen van het reglement geheel of ten dele andere bepalingen bevatten dan de bepalingen die gelden voor wijziging van de statuten. De oprichters kunnen bij oprichting het reglement vaststellen, gelijk zij ook de statuten bij oprichting kunnen vaststellen. Het reglement dient hiertoe in de akte van oprichting te worden opgenomen of daaraan te worden aangehecht. In andere gevallen kan het reglement uitsluitend door de algemene vergadering worden vastgesteld. Indien het reglement is opgenomen in de akte van oprichting, volstaat deponering van een authentiek uittreksel van de akte van oprichting waarin hetgeen in artikel 14 is omschreven is opgenomen, benevens de andere stukken waarvan deponering is voorgeschreven. Het in de akte van oprichting opgenomen of daaraan gehechte reglement kan aldus, opdat het niet voor het publiek kenbaar wordt, separaat ter deponering worden aangeboden. Ten einde derden voor wie raadpleging van het reglement van belang is, zoals bijvoorbeeld potentiele aandeelhouders, voldoende houvast te beiden, dient ingevolge het vijfde lid van vaststelling, wijziging of intrekking van het reglement opgaaf te worden gedaan bij het handelsregister. Opgaaf is alleen vereist indien het reglement is opgenomen in of is aangehecht aan een notariele akte. In het geval dat het reglement rechtskracht krijgt door deponering bij de houder van het handelsregister, dient de houder van het handelsregister hiervan reeds aantekening te maken en is separate opgaaf niet noodzakelijk, aldus de slotzin van het vijfde lid. Derden kunnen aldus kennis nemen van de dagtekening van de geldende versie van het reglement. Indien zij van de inhoud van het reglement kennis willen nemen, zullen zij gericht afgifte van een kopie hiervan verzoeken. Met instemming van de vennootschap zullen zij zich hiertoe ook kunnen wenden tot de notaris onder wie de akte berust waarin het reglement is

129 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 53 van opgenomen of aangehecht, dan wel de houder van het handelsregister. De bepalingen in de leden 3 en 4 bevatten een regeling die zoveel mogelijk consistent is met hetgeen krachtens artikel 14 en artikel 47 geldt ten aanzien van statutenwijziging. Zij behoeven verder geen toelichting. Ad artikel 48 Artikel 48 geeft een regeling voor besluitvorming buiten vergadering door aandeelhouders. Besluitvorming buiten vergadering is ook geregeld in het Nederlandse (art. 2:128/238 NLBW) en het Nederlands-Antilliaanse recht (art. 2:125/235 NABW). De in artikel 48 voorgestelde regeling verschilt op onderdelen van genoemde bepalingen. Zo is in afwijking van de Nederlandse bepaling besluitvorming buiten vergadering mogelijk zonder dat de statuten de mogelijkheid hiertoe geven. De statuten kunnen deze mogelijkheid wel uitsluiten of beperken. Bovendien is niet onder alle omstandigheden vereist dat alle stemgerechtigden - aandeelhouders met stemrecht en houders van beperkte rechten op aandelen met stemrecht - aan de besluitvorming deelnemen. Op dit punt wijkt artikel 48 ook of van artikel 2:235 NABW en wordt meer flexibiliteit bereikt. Indien de stemgerechtigden hun instemming verlenen aan besluitvorming buiten vergadering, behoeft niet de eis te worden gesteld dat zij ook werkelijk hun stem uitbrengen. Zij zijn daartoe immers voldoende in de gelegenheid gesteld. Naar het zich laat aanzien zal ook art. 2:238 NLBW in deze zin worden aangepast. Een verschil met de bepalingen uit het NLBW en het NABW is worts dat in de tekst van artikel 48 tot uitdrukking is gebracht dat de regeling omtrent besluitvorming buiten vergadering niet is beperkt tot algemene vergaderingen van aandeelhouders, maar ook van toepassing is op andere vergaderingen van aandeelhouders, hetgeen vooral van belang is indien de statuten of het reglement voorzien in houders van aandelen van een bepaalde soort of aandelen waaraan specifieke bevoegdheden zijn verbonden. De formulering van artikel 48 brengt tot uitdrukking dat ook besluitvorming door deze aandeelhouders op de voet van artikel 48 kan geschieden. Het bestuur en de raad van commissarissen, alsmede, zo hiervan sprake is, aandeelhouders zonder stemrecht of andere vergadergerechtigden, dienen van de voorgenomen besluitvorming op de hoogte te worden gesteld. Desgewenst kunnen zij hun zienswijze over het betrokken onderwerp aan de stemgerechtigden kenbaar maken en, voor zover hen die bevoegdheid op grond van deze landsverordening, de statuten of het reglement toekomt, gebruik maken van de bevoegdheid bedoeld in artikel 40, eerste lid om besluitvorming in vergadering te bewerkstelligen. Ten aanzien van aandeelhouders zonder stemrecht, zullen de statuten of het reglement hierin moeten voorzien.

130 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 54 van Met artikel 2:235 NABW heeft artikel 48 gemeen dat niet de eis geldt van unanimiteit zoals voorgeschreven in het Nederlandse recht. Indien alle stemgerechtigden met deze wijze van besluitvorming instemmen, is er geen noodzaak unanimiteit dwingendrechtelijk voor te schrijven. Daarom is als uitgangspunt genomen dat de vereisten die gelden voor het totstandkomen van een besluit in vergadering, ook gelden bij besluitvorming buiten vergadering. Indien de statuten of het reglement een gekwalificeerde meerderheid en/of een bepaald quorum voorschrijven, gelden deze vereisten ook voor het desbetreffende besluit buiten vergadering genomen, aldus het tweede lid. In de laatste zinsnede van het tweede lid wordt voor alle duidelijkheid aangegeven dat de statuten ook nadere eisen kunnen stellen ten aanzien van besluitvorming buiten vergadering, bijvoorbeeld dat unanimiteit is vereist. In het derde lid wordt de mogelijkheid gegeven nadere vormvoorschriften te stellen aan de schriftelijkheidseis. De in artikel 9 gegeven ruime omschrijving kan aldus worden ingeperkt en daarnaast kunnen nadere eisen worden gesteld zoals met betrekking tot (elektronische) ondertekening. Ad artikel 49 Deze bepaling fungeert als schakelbepaling. Het is wenselijk dat ook ten aanzien van andere organen van de vennootschap regels worden gesteld betreffende de vergadering en besluitvorming. Deze bepaling voorziet daarin. Bij statuten of reglementen kan in een nadere regeling worden voorzien. Ad artikel 50 Deze bepaling geeft bekende regels omtrent het bestuur. Opmerking verdient dat niet is voorzien in een expliciete mogelijkheid tot het geven van instructies aan het bestuur. De bewoordingen van het tweede lid brengen voldoende duidelijk tot uitdrukking dat bij of krachtens de statuten of een reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, kan worden voorzien in de mogelijkheid het bestuur bindende instructies op te leggen. Het bestuur zal de instructies niet behoeven op te volgen, indien deze naar zijn oordeel strijdig zijn met het belang van de vennootschap. Ad artikel 51 In dit artikel wordt de mogelijkheid gegeven tot de vorming van een 'one tier' bestuursmodel, waarbij het bestuur en het toezicht daarop in een bestuursorgaan zijn verenigd. De voorgestelde regeling is gebaseerd op de mogelijkheid een taakverdeling binnen het bestuur tot stand te brengen. Deze mogelijkheid kan zodanig worden ingevuld dat een of meer bestuurders met uitsluiting van de overige leden kunnen worden belast met de dagelijkse leiding over de vennootschap en de met haar verbonden onderneming en de andere bij het bestuur

131 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 55 van behorende uitvoerende taken. In Nederland en de Nederlandse- Antillen is hiervoor reeds de terminologie 'met het uitvoerend bestuur' belaste leden ingeburgerd. Deze terminologie die een vertaling is van het Engelse 'executives' is om reden van consistentie in het ontwerp opgenomen. Om de niet met de dagelijkse leiding belaste leden in staat te stellen effectief toezicht te kunnen uitoefenen en derhalve hun taak naar behoren te kunnen verrichten, is vereist dat zij de meerderheid vormen in het bestuur. Een bepaling van deze strekking is daarom opgenomen in het eerste lid. In het verlengde hiervan is om dezelfde reden in het tweede lid opgenomen dat de voorzitter een bestuurslid dient te zijn dat niet met de dagelijkse leiding is belast en in het vierde lid, dat de met toezicht belaste leden de leden die zijn belast met de dagelijkse leiding te allen tijde kunnen schorsen. Een van de uitgangspunten in de regeling van het one tier model is dat de met toezicht belaste leden een met commissarissen in een two tier model vergelijkbare positie hebben. Dit is passend bij hun toezichthoudende rol. In dit verband bepaalt het vijfde lid dat voor de toepassing van de bepalingen betreffende de vertegenwoordigingsbevoegdheid, de boekhoudverplichting, de verplichting tot opstellen en deponeren van de jaarrekening, de aansprakelijkheid in geval van faillissement, en de andere verplichtingen die bij of krachtens een wettelijk voorschrift aan het bestuur worden opgelegd alleen de met de dagelijkse leiding belaste leden worden aangemerkt als het bestuur respectievelijk bestuurders. Het betreft bier verplichtingen die specifiek gelden ten aanzien van het bestuur en bestuurders. Verplichtingen die ook zouden gelden ten aanzien van commissarissen zoals die tot behoorlijke taakuitoefening op grond van artikel 59, gelden onverkort voor de 'non-executives'. Hieronder valt ook het mede ondertekenen van de stukken waaraan wordt gerefereerd in de bepalingen, genoemd in het vijfde lid. Door ondertekening geven de non-executives evenals commissarissen, blijk van hun goedkeuring van die stukken. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt derhalve behoudens andersluidende bepaling in de statuten toe aan de gezamenlijke met het dagelijks bestuur belaste leden en aan hen afzonderlijk. In het kader van de regeling betreffende de persoonlijke aansprakelijkheid ingeval van faillissement worden de leden die niet zijn belast met de dagelijkse leiding, niet aangemerkt als bestuurders. Dit laat onverlet dat zij onder omstandigheden als medebeleidsbepalers kunnen worden aangemerkt en uit dien hoofde persoonlijk aansprakelijk kunnen worden bevonden op grond van artikel 61. De regeling omtrent de one tier board geeft minimum voorschriften waaraan een statutaire of in reglement opgenomen regeling dient te voldoen en laat veel vrijheid ten aanzien van de nadere invulling daarvan. Zo is er geen dwingendrechtelijk voorschrift omtrent het vaststellen van algemene lijnen van het te

132 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 56 van voeren beleid. Zonder nadere regeling hieromtrent, komt deze bevoegdheid toe aan het bestuur als geheel, maar hiervan kan worden afgeweken. De leden belast met de dagelijkse leiding kunnen in functie worden benoemd door de algemene vergadering, maar de statuten kunnen ook bepalen dat zij worden aangewezen door het bestuur uit hun midden. Het vaststellen van het salaris en de verdere aanstellingsvoorwaarden komt in beginsel toe aan de algemene vergadering, maar kan ten aanzien van alle of bepaalde bestuursleden ook worden toegekend aan een ander orgaan, waaronder de raad van commissarissen of het bestuur zelf. Zie artikel 53, vierde lid. Verder kan in de statuten of in het reglement worden bepaald dat bepaalde categorieen van handelingen, ook die behoren tot de dagelijkse gang van zaken, een uitdrukkelijk besluit vergen van het gehele bestuur. Het bestuur kan ook zelf categorieen van handelingen hiertoe aanwijzen. Een bepaling van deze strekking is opgenomen in het zesde lid. Hierdoor kan een vergelijkbare situatie worden bewerkstelligd als met een goedkeuringsregeling die wel voorkomt in een dualistisch model waarin naast het bestuur een raad van commissarissen fungeert. De bepaling in het zesde lid fungeert ook als geschillenregeling voor het geval dat het onduidelijk is of een bepaalde aangelegenheid behoort tot het domein van degenen die zijn belast met de dagelijkse leiding of niet. De beslissingsbevoegdheid hieromtrent komt uiteindelijk toe aan het bestuur als geheel. Voor de duidelijkheid is bepaald dat het deelnemen aan de besluitvorming omtrent handelingen waarvoor een uitdrukkelijk bestuursbesluit is vereist, niet wordt aangemerkt als het deelnemen aan het geven van dagelijkse leiding. Een bestuurder die handelt in strijd met een aldus genomen bestuursbesluit, handelt in strijd met de wettelijke respectievelijk statutaire of reglementaire voorschriften en maakt zich hierdoor schuldig aan onbehoorlijke taakvervulling. De voorgestelde regeling laat toe dat de bestuursstructuur verder wordt uitgebouwd door to bepalen dat het zal bestaan uit een dagelijks bestuur en een algemeen bestuur. Noodzakelijk is dit niet. Ad artikel 52 Een regeling betreffende de taken en bevoegdheden van de raad van commissarissen is gewenst. In de artikelen 118 e.v. WvKA is hierin niet voorzien. De regeling is met enige tekstuele wijzigingen ontleend aan artikel 2:140/250 NLBW. In afwijking van de Nederlandse regeling is voorzien in de mogelijkheid dat ook rechtspersonen als commissaris kunnen optreden, mits de statuten hierin voorzien. Met het oog op het functioneren van de raad van commissarissen, de continuiteit van het door de rechtspersoon uitgeoefende toezicht en de daarmee verbonden verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid, is bepaald dat de

133 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 57 van rechtspersoon/commissaris een natuurlijke persoon dient aan te wijzen die namens hem optreedt in de raad van commissarissen. Ad artikel 53 Het ontwerp voorziet in mime mogelijkheden ten aanzien van de benoeming van bestuurders. De bestuurders worden als hoofdregel benoemd door de algemene vergadering, maar bij statuten of het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, mag hiervan ten aanzien van een of meer of alle bestuurders worden afgeweken. Naast de benoeming van bestuurders, wordt ook voorzien in de mogelijkheid tot verkiezing. Bij verkiezing kan op twee of meer kandidaten worden gestemd, waarbij de kandidaat op wie de meeste stemmen zijn uitgebracht tot bestuurder is gekozen, ook indien hij niet de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Vanzelfsprekend kan in de statuten of het reglement als bedoeld in het derde lid, worden bepaald dat een kandidaat ten minste een bepaald aantal stemmen dient hebben verkregen om te zijn gekozen. Een verkiezing is evenals een benoeming een besluit in de zin van de artikelen 15 tot en met 17 van dit ontwerp. Ingevolge het derde lid, wordt de bevoegdheid tot ontslag toegekend aan het orgaan dat de desbetreffende bestuurder heeft benoemd of gekozen, maar kan de bevoegdheid tot ontslag ook aan een ander orgaan worden toegekend. Hieraan kan behoefte bestaan, bijvoorbeeld om de algemene vergadering de bevoegdheid tot ontslag toe te kennen in het geval dat de bevoegdheid tot benoeming berust bij een ander orgaan. Het bepaalde omtrent benoeming, schorsing, ontslag en bezoldiging van bestuurders, leent zich voor overeenkomstige toepassing op commissarissen. Aldus is bepaald in het vijfde lid. Gezien de toezichthoudende functie van commissarissen, is in de mogelijkheid van verkiezing van commissarissen niet voorzien. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 121 WvKA is bepaald dat ten hoogste een derde van het aantal commissarissen door anderen mogen worden benoemd. Ad artikel 54 Deze bepaling is ontleend aan de artikelen 111, derde lid en 155nn, vierde lid WvKA alsmede artikel 2:134/244, vierde lid NLBW. In aansluiting op het bepaalde in artikel 2:12 NABW is de mogelijkheid geopend om in de statuten of het reglement te voorzien in de benoeming van plaatsvervangend bestuurders. De mogelijkheid hiertoe in het Nederlandse recht wordt voorbereid. De formulering is afgestemd op de tekst opgenomen in het Nederlandse voorontwerp. Ad artikel 55 De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt toe aan het bestuur en iedere bestuurder. Op grond van het bepaalde in artikel 51, vijfde lid, betreft dit bij toepassing van het one tier

134 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 58 van bestuursmodel, de met uitvoering belaste bestuurder(s). De in artikel 55 opgenomen regeling stemt overeen met het bepaalde in de artikelen 103, 104 en 155ii WvKA. Als uitgangspunt is bepaald dat de bevoegdheid tot vertegenwoordiging onbeperkt en onvoorwaardelijk is. Uit de wet of de statuten kunnen beperkingen voortvloeien. In het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, kan aan de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur of bestuurders geen nadere invulling worden gegeven. Wel kunnen hierin - evenals in de statuten - intern werkende voorwaarden of beperkingen aan het verrichten van rechtshandelingen met derden worden gesteld. Uit de wet vloeit voort dat de vertegenwoordigingsbevoegdheid is beperkt tot de aangelegenheden die kunnen worden gerekend tot de bestuurstaak. Een specifieke beperking geldt bijvoorbeeld in tegenstrijdig belangsituaties. Zie artikel 56 en artikel 57. Bij statuten kan de vertegenwoordingsbevoegdheid worden beperkt of aan voorwaarden, zoals goedkeuring door een ander orgaan, worden onderworpen. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging van individuele bestuurders kan worden uitgesloten, maar ook kan worden gekozen voor een twee - of meer handtekeningenstelsel, al dan niet in combinatie met andere beperkingen of voorwaarden. De beperkingen en voorwaarden waardoor de vertegenwoordigingsbevoegdheid wordt beperkt, kunnen aan derden worden tegengeworpen, mits aan de voorschriften omtrent deponering en inschrijving in het handelsregister is voldaan. Verwezen zij verder naar artikel 14 en de toelichting daarbij. Ad artikel 56 De artikelen 56 en 57 hebben betrekking op vertegenwoordiging in tegenstrijdig belangsituaties, waarbij het eerste artikel betrekking heeft op rechtsgedingen tegen een bestuurder. Het spreekt voor zich dat de desbetreffende bestuurder hierbij de vennootschap niet kan vertegenwoordigen. De algemene vergadering kan de desbetreffende bestuurder hiertoe ook niet aanwijzen. Met inachtneming van deze beperking, wordt de vennootschap bij het voeren van de procedure vertegenwoordigd door een of meer door de algemene vergadering aan te wijzen personen. Dit kunnen bijvoorbeeld commissarissen of andere bestuurders zijn. Voorzien is in de bevoegdheid van de overige bestuurders en de raad van commissarissen om, voordat de algemene vergadering tot aanwijzing van de bij zondere vertegenwoordiger(s) is gehouden, de maatregelen tot behoud van recht te treffen die noodzakelijk of wenselijk voorkomen. Onder omstandigheden kan dit het inleiden of voeren van een rechtsgeding tot het verkrijgen van voorlopige voorzieningen betreffen.

135 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 59 van Ad artikel 57 Artikel 57 heeft betrekking op het verrichten van rechtshandelingen in tegenstrijdig belangsituaties. De artikelen 124 en 155ii WvKA bevatten een regeling omtrent de bevoegdheid tot vertegenwoordiging in tegenstrijdig belang situaties voor de NV respectievelijk de AVV. Het onderwerp wordt ook in Nederland (artikel 2:146/256 NLBW) en de Nederlandse-Antillen (artikel 2:11 NABW) behandeld. Ook elders bevat het Burgerlijk Wetboek bepalingen die hierop zien, zoals in de regelingen van de volmacht en de lastgeving. Het uitgangspunt bij al deze regelingen is dat vertegenwoordiging in tegenstrijdig belangsituaties niet is toegestaan, behoudens voor zover hiertoe expliciet machtiging is verleend. Hoewel de regelingen in het WvKA aanknopen bij bevoegdheid tot vertegenwoordiging, geldt ingevolge rechtspraak van de Hoge Raad dat de algemene vergadering steeds in de gelegenheid moet worden gesteld een bijzonder vertegenwoordiger aan te wijzen die de vennootschap bij het verrichten van de rechtshandeling vertegenwoordigt. Zie HR 3 mei 2002, NJ 2002, 293. Met het oog op eenduidigheid komt het wenselijk voor bij deze rechtspraak aan te knopen en het accent te leggen op de besluitvorming in tegenstrijdig belangsituaties. Hiertoe wordt in artikel 57, eerste lid, vooropgesteld dat het verrichten van een handeling in een tegenstrijdig belangsituatie is onderworpen aan instemming van de algemene vergadering. De algemene vergadering zal hiertoe derhalve een besluit moeten nemen. De algemene vergadering kan vervolgens een of meer gevolmachtigden aanwijzen die de handeling namens de vennootschap mogen verrichten. Laat zij dit na, dan wordt de vennootschap vertegenwoordigd overeenkomstig het in de statuten omtrent vertegenwoordiging bepaalde, en bij gebreke daaraan, het bepaalde in artikel 55. De statuten kunnen derhalve op de voet van artikel 55 een specifieke regeling omtrent de vertegenwoordiging in tegenstrijdig belangsituaties geven. Met uitzondering van het bepaalde in het derde lid, waarover hierna, geldt echter dwingendrechtelijk dat instemming van de algemene vergadering of degenen aan wie deze bevoegdheid overeenkomstig het bepaalde in het vierde lid is overgedragen, een vereiste is voor vertegenwoordigingsbevoegdheid. Omdat de regeling in artikel 57 ziet op handelingen die behoren tot de bestuurstaak, is het onwenselijk dat de regeling ertoe kan leiden dat een rechtshandeling tot stand komt waarmee het bestuur zich niet kan verenigen. Daarom is voorgeschreven dat ook het bestuur met de handeling dient in te stemmen. Aandeelhouders die zelf ten aanzien van de desbetreffende rechtshandeling een tegenstrijdig belang hebben, komt terzake van de instemming en aanwijzigingsbevoegdheid geen stemrecht toe, aldus het zevende lid. Hierop wordt een uitzondering gemaakt voor de situatie dat er slechts een aandeelhouder met stemrecht is. Indien deze aandeelhouder

136 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 60 van tevens enig bestuurder is, volstaat voor de toepassing van het eerste lid op grond van het bepaalde in artikel 44, vijfde lid, een besluit van het bestuur. In het tweede lid wordt - zoals ook het geval is in de regelingen van volmacht en lastgeving - de reikwijdte van de regeling ingeperkt. in het geval waarin sprake is van het leveren van goederen of diensten die onder de bedongen voorwaarden tot de gewone bedrijfsuitoefening behoren, behoeft de tegenstrijdig belangregeling geen toepassing te vinden. Dit is tevens het geval indien strijdigheid van belangen is uitgesloten hetgeen in het algemeen het geval is indien niet het bestuur of de bestuurder, maar een ander daartoe bevoegd orgaan de inhoud van de rechtshandeling alsmede de beoogde de wederpartij daarbij hebben bepaald. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het plaatsen van aandelen bij een bestuurder op basis van een daartoe door de algemene vergadering genomen besluit tot uitgifte. Daarnaast kan worden gedacht aan rechtshandelingen waarbij geen persoonlijke belangen van de betrokken bestuurder in het geding zijn. Dit kan zich voordoen in gevallen waarin de bestuurder bij het verrichten van een rechtshandeling tevens optreedt als bestuurder van een andere tot de groep behorende rechtspersoon mits de bestuurder tevens direct noch indirect aandeelhouder is in de betrokken rechtspersonen. De bestuurder heeft dan als regel direct noch indirect een, materieel of ideeel, persoonlijk belang bij het totstandkomen van de rechtshandeling. Deze maatstaf sluit aan bij HR 6 april 2007, nr. C05/321. Is hij wel direct of indirect aandeelhouder in (een van) de betrokken rechtspersonen, dan mist in het hier gegeven voorbeeld de tegenstrijdig belangregeling slechts toepassing indien gebruik is gemaakt van de hiertoe in het derde lid gegeven mogelijkheid om van het eerste lid af te wijken. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat het arrest van de Hoge Raad van 29 juni 2007, nr. C06/041HR en de daarin verwoorde maatstaven systematisch niet aansluiten bij de voorgestelde regeling. Het bovenstaande doet er niet aan af dat bij statuten steeds vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden beperkt of uitgesloten op de voet van artikel 55. Het derde lid laat toe dat van het bepaalde omtrent de voorafgaande instemming van de algemene vergadering kan worden afgeweken, mits dit betrekking heeft op rechtshandelingen binnen concernverband. Dit betreft rechtshandelingen met andere rechtspersonen waarmee de vennootschap een economische eenheid vormt. Bij rechtshandelingen binnen een economische eenheid is er voldoende afscherming van persoonlijke belangen om afwijking van de in het eerste lid gegeven voorschriften toe te laten. Het in het derde lid omschreven concernbegrip is ontleend aan artikel 2:24b NLBW en de definitie in artikel 1 Landsbesluit van 13 juli 2000, Afkondigingsblad van Aruba 2000, no. 29. In de bedoelde statutaire of in het reglement opgenomen regeling, kunnen op de

137 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 61 van specifieke wensen en behoeften afgestemde beperkingen en/of procedurele waarborgen worden opgenomen. Ook de regeling in het vierde lid biedt de nodige, zij het met waarborgen omgeven, flexibiliteit. Indien de statuten of het reglement hierin voorzien, is het de algemene vergadering toegestaan aan een of meer aandeelhouders of een ander orgaan, de haar ingevolge het eerste lid toekomende bevoegdheid over te dragen. De algemene vergadering kan haar bevoegdheden te alien tijde terugnemen en de bevoegdheid van het desbetreffende orgaan nader beperken. In het vijfde lid wordt voorzien in de mogelijkheid nadere regels te geven omtrent de te volgen handelwijze in tegenstrijdig belang situaties en de besluitvorming daaromtrent. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een meldingsplicht, de verplichting om zich te onthouden aan de beraadslaging en stemming over het onderwerp of het vragen van een exteme opinie dan wel, afhankelijk van de concrete omstandigheden, een concurrerende offerte. De regelingen in de leden 1 tot en met 5 zijn gericht op het bewerkstelligen van zorgvuldige besluitvorming inzake tegenstrijdig belangsituaties. 1ndien aan de in leden 1 tot en met 4 gegeven voorschriften niet is voldaan, heeft dit aansprakelijkheid tot gevolg jegens de vennootschap tot vergoeding van de schade die zij als gevolg het verrichten van de rechtshandeling lijdt (Vgl. HR 29 november 2002, NJ 2003, 455), alsmede het ontbreken van vertegenwoordigingsbevoegdheid. Het ontbreken van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan aan de wederpartij die van het bestaan van tegenstrijdig belang wist of behoorde te weten, worden tegengeworpen (zie o.m. HR 11 september 1998, NJ 1999, 171). De omtrent het vereiste van goede trouw in de jurisprudentie ontwikkelde criteria zijn ook ten aanzien van artikel 57 geldend. Exteme werking is doordat zij is beperkt tot de wederpartij niet te goeder trouw, niet onbillijk of onevenredig belastend voor het rechtsverkeer en kan bovendien, mede doordat de betrokken bestuurder belang heeft bij verbindendheid van de rechtshandeling, bevorderen dat de besluitvoiming volgens de daarvoor geldende regels verloopt. Het bevorderen van deugdelijke en integere besluitvorming in tegenstrijdig belangsituaties lijkt aldus voldoende verzekerd, ook bij gebruik van de geboden flexibiliteit. Ten behoeve van de rechtszekerheid is - in overeenstemming met de jurisprudentie van de Hoge Raad - in het zesde lid bepaald dat de algemene vergadering te alien tijde een rechtshandeling kan bekrachtigen. Ad artikel 58 Het bepaalde in dit artikel is ontleend aan de artikelen 2 e.v. WvKA en artikel 3:15a BW, alsmede artikel 2:10 NLBW en artikel 2:15 NABW. De wenselijkheid van een deugdelijke boekhouding en administratie van de genoemde gegevens behoeft geen toelichting. Het vijfde lid heeft betrekking op de situatie dat

138 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 62 van de boekhouding of administratie zich geheel of gedeeltelijk buiten Aruba bevindt, hetgeen bij een VBA die onderdeel is van een internationaal opererende groep, niet denkbeeldig is. In dergelijke situatie zal de wettelijk vertegenwoordiger desgewenst toegang moeten kunnen hebben tot de boekhouding en administratie. Het vijfde lid voorziet in een wettelijk recht tot inzage en toegang tot de daarin opgenomen gegevens. Ad artikel 59 De eerste volzin van deze bepaling is ontleend aan artikel 2:9 NLBW, respectievelijk artikel 106 WvKA (voor de NV) en artikel 155hh WvKA (voor de AVV) en bevat de algemene norm waarnaar bestuurders zich dienen te gedragen. Het bepaalde in het vijfde lid is ontleend aan artikel 2:11 NLBW en artikel 2:17 NABW. Ad artikel 60 Deze bepaling is deels ontleend aan de Anglo- Amerikaanse "derivative suit" waarbij aandeelhouders namens de betrokken vennootschap een schadevergoedingsprocedure kunnen instellen. Zie bijvoorbeeld 800 CA GCL en 327 DE GCL. Het huidige Wetboek van Koophandel noch het Nederlandse recht kennen een dergelijke voorziening. Op grond van de huidige rechtspraak kunnen aandeelhouders slechts een rechtstreekse schadevergoedingsvordering tegen bestuurders instellen en dan slechts indien specifiek onrechtmatig jegens hen is gehandeld (HR 2 december 1994, NJ 1995, 288, HR 2 mei 1997, NJ 1997, 662, HR 12 december 1997, NJ 1998, 348 en HR 15 juni 2001, NJ 2001, 573). Van dergelijk specifiek onrechtmatig handelen is niet snel sprake. Met artikel 60 is beoogd de individuele aandeelhouder meer mogelijkheden te bieden individuele bestuurders aan te spreken. Hierbij treedt de aandeelhouder niet op namens zichzelf maar namens de vennootschap. Een eventuele schadevergoeding komt daarbij, net als in het Amerikaanse systeem, niet ten goede van de aandeelhouder zelf, maar van de vennootschap. Door het initiatief voor aansprakelijkstelling niet bij iedere individuele aandeelhouder maar bij de aandeelhoudersvergadering te leggen, wordt beoogd misbruik van procesrecht te voorkomen. Ter bevordering van zorgvuldige besluitvorming, is voorgeschreven dat een vergadering dient te worden belegd zodat de bestuurders en commissarissen tezamen met de algemene vergadering de voorgenomen aansprakelijkstelling bespreekt. Blijken bestuur en raad van commissarissen aan het verzoek tot aansprakelijkstelling geen gevolg te willen geven, dan is elk van de aandeelhouders bevoegd tot het instellen van de gedigende rechtsmiddelen, behoudens indien de algemene vergadering besluit van aansprakelijkstelling of te zien of een bijzondere vertegenwoordiger aanwijst die bevoegd is namens de

139 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 63 van vennootschap te procederen. Bij statuten of reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, kan evenwel de bevoegdheid tot het instellen van een procedure door individuele aandeelhouders worden uitgesloten of beperkt. In het laatste lid is ter voorkoming van misverstand bepaald dat uitsluitend de vennootschap dan wel de betrokken bestuurders in de proceskosten kunnen worden veroordeeld. Ad artikel 61 Voor de NV geldt een bijzondere regeling omtrent de aansprakelijkheid van bestuurders ingeval van faillissement van de vennootschap. Deze regeling is neergelegd in artikel 116 WvKA. De regeling in artikel 61 heeft betrekking op dezelfde situatie, maar is op onderdelen verder uitgewerkt, waarbij met enige aanpassingen aansluiting is gezocht bij de artikelen 2:138/248 NLBW. De voorgestelde regeling verschilt op enkele punten met de regeling in het Nederlandse recht. Zo wordt ook bij verzaking van de boekhoud- en jaarrekeningverplichtingen weliswaar een wettelijk vermoeden van onbehoorlijke taakvervulling gegeven, maar is tegenbewijs daartegen toegelaten. Mede omdat er geen minimumkapitaal is, dient er enige sanctie te zijn op het niet voldoen aan boekhoud- en jaarrekeningverplichtingen - wat niet zelden zal samenhangen met onbehoorlijk bestuur - zelfs indien de jaarrekening niet wordt gepubliceerd. In de huidige AVV praktijk treden trustkantoren behalve als wettelijk vertegenwoordiger, vaak ook als bestuurder op. Bij de VBA dienen trustkantoren zich bewust te zijn van de potentiele aansprakelijkheid die zij als bestuurder op zich nemen ingeval de client nalatig is met het aanleveren van de nodige gegevens voor tijdige deponering van de jaarrekening. Ad artikel 62 Artikel 62 stemt materieel overeen met de artikelen 130, 131 en 155pp WvKA. Het Nederlandse recht kent in artikel 2:151/261 NLBW een hiermee corresponderende bepaling. Ad artikel 63 Deze bepaling voorziet in de mogelijkheid van omzetting van een NV of AVV in een VBA. Vennootschappen in de vorm van een NV en AVV kunnen hierdoor met behoud van hun rechtspersoonlijkheid overgaan in een VBA. Dit is tot uitdrukking gebracht in het zesde lid. Eventuele beperkte rechten op de aandelen komen door omzetting niet te vervallen maar blijven rusten op de aandelen. Aan de mogelijkheid van omzetting van andere rechtspersoonsvormen in een VBA lijkt vooralsnog in de praktijk geen behoefte te bestaan zodat hierin in dit wetsvoorstel niet is voorzien. De omzetting vergt een besluit tot statutenwijziging waarbij de statuten van de VBA zoals die zullen gelden na omzetting, worden vastgesteld. De laatste

140 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 64 van zinsnede van artikel 63, derde lid is toegevoegd met het oog op bescherming van minderheidsaandeelhouders. De in artikel 45, derde lid tot en met het zesde lid aan de aandeelhouders van een VBA geboden bescherming wordt hierdoor uitgebreid tot aandeelhouders van een NV of AVV die zich wenst om te zetting in een VBA. Door omzetting wordt een VBA gevormd. Hoewel deze wijze van vorming een andere is dan de vorming door oprichting, is vanuit oogpunt van eenduidigheid gekozen voor toepasselijkheid van de voorschriften die gelden voor de oprichting van een VBA op de voiming van een VBA door omzetting. Hiertoe is de bepaling in het vierde lid opgenomen. De omzetting wordt derhalve in dit verband behandeld alsof het betreft een oprichting van een VBA. Een verklaring van geen bezwaar ter zake van het besluit tot statutenwijziging, voor zover vereist op grond van het WvKA, behoeft derhalve niet te worden aangevraagd ter zake van een besluit tot omzetting van een NV of AVV in een VBA. Indien het wenselijk is dat op het moment van omzetting een reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van kracht wordt, kan dit door het reglement op te nemen in of aan te hechten aan de akte van omzetting overeenkomstig het bepaalde in artikel 47. Ad artikel 64 De mogelijkheid van omzetting van een VBA in een andere rechtsvorm kan in een behoefte voorzien. De mogelijkheid tot omzetting in een AVV is niet opgenomen. Wel is voorzien in de mogelijkheid tot omzetting in een NV en in een buitenlandse rechtspersoon. Zie voor dit laatste artikel 67. De omzetting van een VBA met aansprakelijke aandeelhouders in een naamloze vennootschap of buitenlandse rechtspersoon, heeft mogelijk nadelige gevolgen voor de crediteuren van de vennootschap. Daarom dienen de bepalingen die gelden bij het intrekken van aansprakelijkheid zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing te zijn bij (het voomemen tot) omzetting in een NV. De notaris wordt belast met de zorg voor de inschrijving van de omzetting en deponering van de vereiste documenten. Dit is in overeenstemming met artikel 14 dat betrekking heeft op de oprichting van een VBA. De bepaling behoeft verder geen toelichting. Ad artikel 66 Deze afdeling heeft betrekking op grensoverschrijdende omzetting van een VBA in een buitenlandse rechtspersoonsvorm en vice versa. Artikel 66 voorziet in de mogelijkheid tot `grensoverschrijdende` omzetting in een VBA. De tegenovergestelde figuur, de grensoverschrijdende omzetting in een buitenlandse rechtspersoon is geregeld in artikel 67. Uit praktische overwegingen is hier de term 'buitenlandse

141 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 65 van rechtspersoon' gehanteerd. Daarmee wordt bedoeld een rechtspersoon waarvan het bestaan en functioneren wordt beheerst door vreemd recht. Dit kan een naar vreemd recht opgerichte rechtspersoon zijn, maar ook een naar Arubaans recht opgerichte rechtspersoon die op de voet van de Landsverordening zetelverplaatsing rechtspersonen haar statutaire zetel naar een ander land heeft verplaatst en zich daardoor heeft onderworpen aan het vennootschapsrecht van dat land. Grensoverschrijdende omzetting vertoont veel gelijkenis met de figuur van de zetelverplaatsing waarbij de rechtspersoon zich eveneens losmaakt van het recht waamaar hij is opgericht en zich omvormt naar een rechtspersoonsvorm van een ander land. In de regel dient de desbetreffende rechtspersoon dan zijn aard en structuur in overeenstemming te brengen met de vereisten die het recht van de beoogde staat van vestiging stelt aan vergelijkbare rechtspersonen opgericht naar het nationale recht. De bepalingen in deze afdeling hebben daarom geen betrekking op omzetting in en vanuit een rechtspersoon die ressorteert onder het recht van een ander land dat behoort tot het Koninkrijk. Ingevolge artikel 38, vierde lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, dient zetelverplaatsing binnen het Koninkrijk immers te worden geregeld bij rijkswet. De in artikel 66 gegeven regeling voorziet er in dat een buitenlandse rechtspersoon zich kan omzetten in een VBA. Met het oog op consistentie met de omzettingsmogelijkheden die zijn gegeven in artikel 63, is de mogelijkheid tot omzetting beperkt tot vennootschappen die naar aard en inrichting vergelijkbaar zijn met de NV, AVV of VBA. De omzetting wordt in het onderhavige geval mede beheerst door het recht dat op de buitenlandse rechtspersoon van toepassing is. De omzetting moet derhalve ook ingevolge dit buitenlandse recht mogelijk zijn. In de tekst wordt in dit verband vereist dat het desbetreffende recht de omzetting `toelaae. Onder toelaten moet hier worden verstaan dat het desbetreffende recht zich tegen de omzetting niet verzet. Ten behoeve van de rechtszekerheid wordt, evenals bij de andere vormen van grensoverschrijdende omzetting en grensoverschrijdende fusie een verklaring vereist van de ingevolge het desbetreffende vreemde recht daartoe bevoegde autoriteit of bij gebreke daaraan een ter zake deskundige rechtsgeleerde dat de omzetting dan wel fusie het beoogde rechtsgevolg heeft. Indien hiertoe ingevolge dat recht geen specifieke autoriteit wordt aangewezen, geldt als uitgangspunt dat de autoriteit dan wel deskundige jurist die bevoegd is de oprichting, omzetting (dan wel fusie) van een rechtspersoon in de beoogde rechtsvorm tot stand te brengen, deze verklaring kan afgeven. Het is denkbaar dat het moment van omzetting naar het toepasselijke buitenlands recht, niet overeenstemt met het moment waarop de omzetting volgens artikel 63 tot stand komt. Om fricties op dit punt te ondervangen, wordt voorzien in een

142 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 66 van aanvullende bepaling. Deze houdt in dat alsdan de omzetting tot stand komt op het tijdstip dat daartoe door dat recht wordt aangewezen. De vereisten van een notariele akte en verklaring van geen bezwaar gelden echter onverkort, zodat aan de Arubaanse vereisten dient te zijn voldaan voordat de omzetting tot stand kan komen. Hiertoe verwijst het eerste lid naar artikel 63, vierde lid. Het moment waarop de omzetting is voltooid, moet voor derden kenbaar zijn. Om dit te bewerkstelligen, is voorzien in het voorschrift dat indien de omzetting niet tot stand komt door het verlij den van de akte van omzetting, van het moment van voltooiing van de omzetting opgaaf wordt gedaan. De zorg hiervoor is in het derde lid opgedragen aan de notaris, die bij het tot stand brengen van de omzetting een centrale plaats inneemt. De notaris kan zich hiertoe verlaten op een verklaring van de ingevolge dat recht bevoegde autoriteit of instantie of anders een terzake deskundige jurist. Door te voorzien in een regeling omtrent grensoverschrijdende omzetting behoeft de VBA niet te worden opgenomen in de Landsverordening zetelverplaatsing rechtspersonen. Hiervoor is gekozen in verband met de regeling omtrent het uittreedrecht van minderheidsaandeelhouders in het geval dat de VBA haar zetel verplaatst naar het buitenland. In de in dit ontwerp voorgestelde regeling is wel aansluiting gezocht bij de Landsverordening zetelverplaatsing rechtspersonen ten aanzien van de mogelijkheid te besluiten tot grensoverschrijdende omzetting onder opschortende voorwaarde. Het is wenselijk dat ten aanzien van de VBA de mogelijkheid tot grensoverschrijdende omzetting naar en vanuit Aruba onder gelijke omstandigheden en met inachtneming van dezelfde voorschriften als gelden ten aanzien van de AVV en de NV. De regeling in het vijfde en zesde lid, strekken hiertoe. Opgemerkt mag worden dat het moment waarop de omzetting tot stand komt in afwijking van het hieromtrent bepaalde in de Landsverordening zetelverplaatsing is bepaald op de dag waarop de voorwaarde in vervulling is gegaan. Hiervoor is gekozen omdat het tijdstip waarop de voorwaarde in vervulling is gegaan, niet steeds exact lijkt te kunnen worden vastgesteld. Ad artikel 67 Artikel 67 voorziet in de mogelijkheid dat een VBA zich omzet in een buitenlandse rechtspersoon. Met het oog op consistentie met de omzettingsmogelijkheden die zijn gegeven in artikel 63, is de mogelijkheid tot omzetting beperkt tot vennootschappen die naar aard en inrichting vergelijkbaar zijn met de NV of de VBA. De omzetting wordt ook in deze situaties mede beheerst door het recht dat op de buitenlandse rechtspersoon van toepassing is. De omzetting moet derhalve ook ingevolge dit buitenlandse recht mogelijk zijn. In de tekst wordt in dit verband vereist dat het desbetreffende recht de omzetting `toelaar. Onder toelaten moet ook hier worden verstaan dat het

143 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 67 van desbetreffende recht zich tegen de omzetting niet verzet. Bij grensoverschrijdende omzetting van een VBA, zal de vennootschap als VBA moeten worden uitgeschreven en zal ook van deze omzetting melding moeten worden gemaakt. De zorg hiervoor wordt ook hier opgedragen aan de notaris. Of de vennootschap geheel dient te worden uitgeschreven uit het handelsregister hangt of van het antwoord op de vraag of de vennootschap ook haar activiteiten in Aruba zal staken. Dit behoeft vanzelfsprekend niet het geval te zijn. De voorschriften die worden gegeven in dit artikel corresponderen met de in artikel 66 gegeven voorschriften en behoeven geen nadere toelichting. Ad artikel 68 In artikel 68 worden nadere procedurele voorschriften gegeven met betrekking tot de omzetting van een VBA in een buitenlandse rechtspersoonsvorm. De regeling strekt tot bescherming van de belangen van minderheidsaandeelhouders, crediteuren en het algemeen belang. Het eerste lid schrijft voor dat een voorstel tot omzetting dient te worden opgesteld, waarin de voor de (minderheids)aandeelhouders relevante informatie omtrent de omzetting en haar gevolgen worden uiteengezet. Voorts is ter bescherming van de minderheidsaandeelhouder die zich met de grensoverschrijdende omzetting niet kan verenigen voorzien in een uittreedmogelijkheid. De aandeelhouder die dit verlangt, moet zijn aandeelhouderschap kunnen beeindigen tegen vergoeding van de waarde in het economisch verkeer van zijn aandelen. Dit recht komt toe aan de aandeelhouder die tegen het voorstel heeft gestemd, alsmede aan aandeelhouders zonder stemrecht. Het uittreedrecht komt niet toe aan houders van beperkte rechten, ook niet indien het stemrecht op hen is overgegaan. Het is niet passend bij hun positie dat zij kunnen beslissen over het al dan niet continueren van het aandeelhouderschap. Voor het functioneren van deze regeling is noodzakelijk dat de identiteit van de desbetreffende aandeelhouders goed wordt vastgelegd. Mede hierom is voorgeschreven dat de notulen van de vergadering worden opgenomen in een notariele akte. De waarde die aan de aandelen is toegekend, moet worden vastgesteld door een onafhankelijke deskundige als bedoeld in artikel 73, vijfde lid, en worden veiiiield in het voorstel tot omzetting. Doordat de waardebepaling is opgedragen aan onafhankelijke deskundigen, is zorgvuldigheid van de waardebepaling met voldoende waarborgen omgeven. De waardebepaling kan achterwege blijven indien de algemene vergadering daartoe besluit met instemming van alle aandeelhouders. Hieronder dienen derhalve ook de aandeelhouders zonder stemrecht te worden gegrepen. Indien een besluit als hier bedoeld is genomen, kan het uittreedrecht niet

144 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 68 van meer worden uitgeoefend. Voor het toekennen van een uittreedrecht is ook geen aanleiding voor zover het aandelen betreft die zijn genoteerd aan een officiele effectenbeurs. Dit is tot uitdrukking gebracht in de slotzin van artikel 68, eerste lid. Hier zij verder verwezen naar de toelichting bij artikel 84. Doordat de waarde reeds in het voorstel wordt vermeld en een oproepingstermijn van ten minste dertig dagen in acht dient te worden genomen, zijn de minderheidsaandeelhouders ten tijde van de vergadering voldoende en tijdig geinformeerd om te kunnen besluiten of zij van hun uittreedrecht gebruik wensen te maken of niet. Overigens kan deze terrnijn ingevolge het slot van het vierde lid, worden bekort met instemming van alle stemgerechtigden en aandeelhouders zonder stemrecht. Voor deze regeling is gekozen omdat het alternatief is dat de waardebepaling en de keuze om van het uittreedrecht gebruik te maken of niet, rid het nemen van het besluit tot omzetting te laten plaats vinden. Het omzettingsproces zou hierdoor nodeloos kunnen worden gecompliceerd en vertraagd. Bij statuten of reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, kan van de aanvullende regeling omtrent het uittreedrecht van minderheidsaandeelhouders worden afgeweken. Zie artikel 68, vijfde lid. Zo kan worden bepaald dat er geen uittreedrecht is, of dat dit geschiedt tegen een in de regeling vastgelegde vergoeding of vastgelegde wijze van vaststelling van de hoogte van de vergoeding, of zonder enige vergoeding. Aldus kan desgewenst eenzelfde situatie worden bereikt als thans geldt volgens de Landsverordening zetelverplaatsing, die niet voorziet in een uittreedrecht voor minderheidsaandeelhouders. Indien de VBA is gevormd door omzetting van een NV of AVV en de statuten daarvan reeds voor omzetting in de mogelijkheid voorzagen tot zetelverplaatsing ingevolge de Landsverordening zetelverplaatsing rechtspersonen, kan als uitgangspunt worden genomen dat in de statuten van de VBA de mogelijkheid tot grensoverschrijdende omzetting zonder recht op uittreden tegen vergoeding kan worden opgenomen, zonder toepasselijkheid van artikel 45, vijfde lid, omdat op dit punt materieel geen wijziging optreedt in de rechten van de aandeelhouders ten opzichte van de situatie die bestond voor omzetting in een VBA. Vergoeding van de waarde van de aandelen waarop het verzoek betrekking heeft, is een uitkering aan aandeelhouders die bovendien gepaard gaat met kapitaalvermindering door het vervallen van de aandelen. Daarom kan de uitkering van deze waarde slechts geschieden met inachtneming van het bepaalde in artikel 38, zesde lid. Aangezien de omzetting niet kan geschieden zolang de uitkering niet heeft plaats gehad, zullen de overige aandeelhouders zonodig dienen bij te storten om de uitkering en daarmee de omzetting te kunnen realiseren. De noodzaak tot vergoeding van de waarde vervalt indien de aandelen door de desbetreffende aandeelhouders zijn overgedragen aan een andere

145 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 69 van aandeelhouder die van het uittreedrecht geen gebruik heeft gemaakt. Deze aandelen vervallen dan vanzelfsprekend niet met het van kracht worden van de omzetting. Vanwege de financiele implicaties, is voorzien dat het bestuur slechts tot uitkering van de waardevergoeding kan overgaan nadat de algemene vergadering in een tweede vergadering heeft besloten dat de omzetting doorgang vindt. De aandeelhouders die van hun uittreedrecht gebruik hebben gemaakt, hebben in deze vergadering geen stemrecht. Voor de goede orde zij vermeld dat aandeelhouders die op de eerste vergadering niet zijn verschenen of die hebben tegengestemd zonder hun uittreedrecht in te roepen, wel stemrecht hebben in de tweede vergadering. In deze tweede vergadering kunnen aandeelhouders echter geen gebruik meer maken van de uittreedregeling. Met het oog op de bescherming van belangen van belanghebbenden, zoals crediteuren, is in aanvulling op de beperking die is gesteld aan het bedrag dat kan worden uitgekeerd zonder bijstorting door de andere aandeelhouders, voorzien in een verzetsprocedure die vergelijkbaar is met de verzetsprocedure bij grensoverschrijdende juridische fusies. Deze regeling voorziet in verplichting om het besluit tot omzetting te deponeren en daarvan aankondiging te doen in de Landscourant alsmede een landelijk verspreid nieuwsblad. Bovendien geldt een verplichting tot het aanschrijven van de bekende schuldeisers van de voorgenomen omzetting. In verband met het uittreedrecht van aandeelhouders, schrijft het achtste lid voor dat het bedrag waarmee het bedrag van het geplaatste kapitaal zal worden verminderd als gevolg van de uitkeringen aan aandeelhouders die van hun uittreedrecht gebruik hebben gemaakt, zal worden verminderd. Een regeling omtrent persoonlijke aansprakelijkheid zoals voorzien in artikel 2:304 NABW is daarom niet in alle gevallen noodzakelijk geacht. Slechts ten aanzien van partijen die niet zijn aangeschreven, is voorzien in persoonlijke aansprakelijkheid. Zie artikel 68, dertiende lid. Ad artikel 69 Voor de akte van omzetting in een buitenlandse vennootschap is geen ministeriele verklaring van geen bezwaar vereist. In artikel 69 is wel in een bijzondere verzetsmogelijkheid voorzien voor het Land om redenen van algemeen belang. Voor de toepassing van deze bepaling kan worden gedacht aan (geprivatiseerde) ondernemingen die een publieke taak vervullen zoals het leveren en/of opwekken van energie, het bereiden en/of leveren van drinkwater of andere publieke voorzieningen in Aruba. Ad artikel 70 en 71 De voorgestelde regeling is ontleend aan Titel 7 van boek 2 van het Nederlandse BW (fusie en splitsing). De juridische

146 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 70 van fusie en -splitsing zijn rechtsfiguren die in een modern vennootschapsrecht niet mogen ontbreken. Door middel van deze rechtsfiguren kan het gehele vermogen of een deel daarvan overgaan onder algemene titel. De verdwijnende rechtspersoon houdt aldus op to bestaan zonder vereffening van diens vermogen. De reikwijdte van de regeling is beperkt tot kapitaalvennootschappen. Deze landsverordening leent zich niet voor het treffen van een regeling waarin ook de vereniging, cooperatie, onderlinge waarborgmaatschappij en stichting worden betrokken. Ook in de mogelijkheid van een driehoeksfusie en - splitsing is in dit ontwerp vooralsnog niet voorzien. De regeling is daardoor minder uitgebreid dan de regeling in het Nederlandse Burgerlijk Wetboek en het Nederlands-Antilliaanse Burgerlijk Wetboek. De voornaamste doelstellingen van deze landsverordening, het bevorderen van de modemisering van het vennootschapsrecht en het voorzien in de behoeften die op dit punt in de praktijk bestaan, worden echter met deze regeling bereikt. Het introduceren van ruimere fusie- en splitsingsmogelijkheden zal kunnen worden overwogen indien het rechtspersonenrecht voor Aruba in Boek 2 BWA wordt ondergebracht. Inmiddels kan de praktijk door invoering van de onderhavige regeling wel ervaring opdoen met de juridische fusie en - splitsing. Doordat de regeling beperkt is tot kapitaalvennootschappen, is zij ook beperkter in omvang. Waar in het Nederlandse Burgerlijk Wetboek een onderwerp in twee of meer artikelen moet worden geregeld, kan ditzelfde onderwerp in deze onderhavige regeling soms in een artikel worden geregeld. Materiele verschillen ten opzichte van het Nederlandse recht zijn hiermee niet beoogd. In de artikelsgewijze toelichting wordt verwezen naar de corresponderende artikelen in het Nederlandse recht, hetgeen de toegankelijkheid en bruikbaarheid van de regeling ten goede zal komen. Waar zich een materieel verschil voordoet met het Nederlandse recht, is dit in de toelichting aangegeven. Een opvallend verschil met de Nederlandse regeling is dat dit ontwerp voorziet in een regeling voor grensoverschrijdende fusies. Buiten de grensoverschrijdende fusie in het kader van de oprichting van een Europese NV (Societas Europaea), kent het Nederlandse recht een dergelijke regeling niet, maar moet Nederland onder invloed van jurisprudentie van het Hof van Justitie EG, inzake Sevic Systems AG (13 december 2005, zaak C-411/03) grensoverschrijdende fusies onder bepaalde omstandigheden erkennen, ook als daarbij Nederlandse vennootschappen zijn betrokken. Bovendien zal het Nederlandse recht ter uitvoering van Richtlijn 2005/56/EG van 26 oktober 2005 (PbEU nr. L 310/1-9 van ) uiterlijk 15 december 2007 moeten voorzien in een regeling omtrent grensoverschrijdende fusies. Hierbij zij aangetekend dat de

147 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 71 van jurisprudentie van het Hof van Justitie EG en de reikwijdte van de richtlijn beperkt zijn tot de Europese Economische Ruimte. Of en in hoeverre de Nederlandse wetgeving zal voorzien in ruimere mogelijkheden tot het aangaan van een grensoverschrijdende fusie, is niet bekend. In het kader van de Arubaanse juridische omgeving, is er geen aanleiding voor het aanbrengen van aan landsgrenzen gerelateerde beperkingen in de mogelijkheden tot het aangaan van grensoverschrijdende juridische fusies. Ook het recht op de Nederlandse-Antillen kent deze beperkingen niet. Dergelijke beperkingen kunnen vanzelfsprekend wel zijn gelegen in het recht dat de buitenlandse rechtspersoon, waarmee fusie wordt beoogd, beheerst. Opgemerkt wordt, dat anders dan bij grensoverschrijdende omzetting, artikel 38, vierde lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, geen beletsel vomit voor het totstandbrengen van een grensoverschrijdende fusie met een vennootschap uit een ander land dat behoort tot het Koninkrijk. Dit is slechts anders met betrekking tot de fusie door overneming, waarbij de buitenlandse verkrijgende vennootschap zich met het van kracht worden van de fusie omzet in een VBA, hetgeen op grond van artikel 84 jo. artikel 70 mogelijk is. Omdat deze vonn van fusie veel gelijkenis vertoont met de figuur van de zetelverplaatsing, brengt artikel 38, vierde lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, mee dat deze vorm van fusie niet is toegelaten met een vennootschap die ressorteert onder het recht van een ander land dat behoort tot het Koninkrijk. De omschrijving van de fusie in artikel 70 correspondeert met artikel 2:309 NLBW. De mogelijkheden tot fusie zijn omschreven in het tweede lid. Het uitgangspunt van de regeling is dat een bestaande of een bij de fusie opgerichte VBA als verkrijgende rechtspersoon kan optreden. Ook een vennootschap die niet de rechtsvorm heeft van een VBA kan als verkrijgende rechtspersoon optreden, mits de verkrijgende vennootschap zich bij de fusie omzet in een VBA. De oprichting dan wel omzetting vindt plaats met het van kracht worden van de fusie. Daamaast kan een VBA optreden als verdwijnende vennootschap, waarbij de verkrijgende vennootschap zowel een VBA als een (bestaande) naamloze vennootschap kan zijn. De beperkingen in het vierde en vijfde lid corresponderen met artikel 2:310, vijfde en zesde lid NLBW. In het zesde lid wordt in licht andere bewoordingen hetzelfde bepaald als in artikel 2:311, artikel 2:325, vierde lid, en artikel 2:333 NLBW. Doordat de verdwijnende vennootschappen met het van kracht worden van de fusie ophouden to bestaan, verdwijnen door de fusie ook de aandelen in het kapitaal van die vennootschappen. De desbetreffende aandeelhouders worden hiervoor gecompenseerd doordat zij aandelen verkrijgen in het kapitaal van de verkrijgende vennootschap. Voor zover aandelen in de verdwijnende vennootschappen worden gehouden door of

148 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 72 van voor rekening van de fuserende vennootschappen, dient compensatie door toekenning van aandelen in het kapitaal van de verkrijgende vennootschap geen redelijk doel; de verkrijgende vennootschap zou dan immers als gevolg van de fusie aandelen in haar eigen kapitaal moeten verkrijgen. In het geval dat de verkrijgende vennootschap alle aandelen houdt in het vermogen van de verdwijnende vennootschap, behoeven daarom ingevolge de in het zesde lid, onderdeel a, voorgestelde regeling in het geheel geen aandelen in het kapitaal van de verkrijgende vennootschap te worden toegekend. De voorgestelde regeling heeft ook betrekking op de situatie waarin een moeder en dochtervennootschap in een fusie fuseren met een als verkrijgende vennootschap optredende kleindochter: bij deze fusie worden ingevolge de slotzin van het zesde lid, geen aandelen toegekend voor de aandelen in het kapitaal de dochter. Het voorgestelde in het zesde lid, onderdeel b, heeft betrekking op de zogenoemde zusterfusie. In de hier omschreven situaties is het toekennen van aandelen door de verkrijgende vennootschap optioneel. Voorts kan uit de ruilverhouding in een concreet geval voortvloeien dat een aandeelhouder zelfs geen recht heeft op toekenning van een aandeel. Hierop ziet het bepaalde in het zesde lid, onderdeel c. Het bepaalde in het zevende lid komt in het Nederlandse recht niet voor. De situatie kan zich voordoen dat ingevolge het toepasselijke vermogensstatuut een bepaald vermogensbestanddeel niet door fusie kan overgaan of dat hiervoor een nadere handeling is vereist. De regeling in het zevende lid voorziet er in dat de verkrijgende vennootschap de bevoegdheid heeft de voor overgang van het desbetreffende vermogensbestanddeel noodzakelijke handeling, zonodig in naam van de verdwenen vennootschap, te verrichten ook indien dit in de fusie akte niet is voorzien. De regeling omtrent het fusievoorstel is ontleend aan artikel 2:312 en artikel 2:326 NLBW. In aansluiting op het bepaalde in artikel 2:326 NABW is in het eerste lid, onder letter k opgenomen dat een fusiebalans dient te worden opgesteld. Doordat de fusiebalans deel uitmaakt van het fusievoorstel moet het worden neergelegd bij het handelsregister. Vooral voor schuldeisers van de fuserende vennootschap bevat de fusiebalans relevante informatie. Het eigen vermogen dient ten minste gelijk te zijn aan het bedrag waarmee na fusie in het kapitaal van de verkrijgende vennootschap wordt deelgenomen. Dit criterium houdt verband met de in dit ontwerp neergelegde regeling van kapitaal- en vermogensbescherming. Ten aanzien van de bij fusie opgerichte vennootschap impliceert dit dat tegenover het bedrag waarmee wordt deelgenomen in het kapitaal na de fusie, reele vermogensbestanddelen staan. Eventueel kan door bijstorting of het overeenkomen daarvan worden bewerkstelligd dat aan het vereiste wordt voldaan. Voor het opstellen van de fusiebalans mogen gegevens worden ontleend aan de in artikel 72, tweede lid

149 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 73 van bedoelde jaarrekeningen of vermogensopstellingen, met dien verstande dat afwijkingen daarvan worden toegelicht. Afwijkingen zijn geindiceerd indien er concrete aanwijzingen zijn dat de bedoelde gegevens ten tijde van het opstellen van de fusiebalans zodanig zijn gewijzigd, dat de fusiebalans bij het verwerken daarin van die gegevens, een misleidende voorstelling van zaken zou geven. Hiervan is in ieder geval sprake indien als gevolg van de gewijzigde omstandigheden het eigen vermogen op het moment van de fusie vermoedelijk lager zal zijn dan het bedrag waarmee na de fusie in het kapitaal wordt deelgenomen. Ad artikel 72 Artikel 72 is ontleend aan artikel 2:313, artikel 2:327 en artikel 2:333 NLBW. Zie voor het verschil in redactie ook de algemene toelichting. Opgemerkt mag worden dat in de bewoordingen van het tweede lid, anders dan in het NLBW en het NABW, rekening is gehouden met de mogelijkheid dat het eerste boekjaar van een fuserende rechtspersoon nog niet is verstreken. De laatste zin van het tweede lid van artikel 2:313 NLBW is niet overgenomen omdat het Arubaanse recht geen verplicht aan te houden reserves kent. Ad artikel 73 Deze bepaling is ontleend aan artikel 2:325, artikel 2:328 en artikel 2:333 NLBW. Voor de verklaring van het verschil in redactie zie men de algemene toelichting. De deskundige als bedoeld in het vierde lid, wordt in artikel 1, eerste lid, van het landsbesluit, waarnaar wordt verwezen in het vierde lid, omschreven als a. een registeraccountant of b. een accountantsadministratie consulent. Onder een registeraccountant wordt verstaan degene die is ingeschreven in het accountantsregister, bedoeld in de Wet op de Registeraccountants en die niet is geschorst. Onder een accountant-administratieconsulent wordt verstaan degene die is ingeschreven overeenkomstig artikel 7 van de wet op de Accountants-administratieconsulenten en die niet is geschorst (artikel 1, tweede lid). Met een deskundige wordt gelijk gesteld degene die een opleiding heeft gevolgd, die met een diploma certified public accountant is afgerond en die in het land van die opleiding bevoegd is om dit beroep uit te oefenen (artikel 2, eerste lid). De minister, belast met onderwijs, beslist op verzoek van de minister, belast met financial of een opleiding gelijkwaardig is met de opleiding van registeraccounant of van accountant-administratie consulent (artikel 2, tweede lid). Voor de bepaling in het zesde lid is aansluiting gezocht bij artikel 2:328 NABW. Ad artikel 74 Deze bepaling is ontleend aan artikel 2:314 NLBW met een enkele, op de situatie in Aruba afgestemde wijziging; het vierde lid van artikel 2:314 NLBW is niet overgenomen omdat

150 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 74 van Aruba geen wettelijk geregelde ondernemingsraad of medezeggenschapsraad kent. Voorts dient het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, ter inzage te worden gelegd voor de aandeelhouders. Het reglement wordt van kracht bij het tot stand komen van de fusie, mits het is opgenomen in of is aangehecht aan de akte van fusie overeenkomstig het bepaalde in artikel 47. Met het oog op consistentie is het wenselijk de taalvoorschriften omtrent deponering van de fusieakte en overige bescheiden gelijk te stellen met hetgeen hieromtrent geldt voor de akte van oprichting. Gezien het bepaalde in artikel 1, eerste lid, van de Landsverordening houdende voorziening nopens in een vreemde taal gestelde stukken, welke die ingevolge wettelijk voorschrift in de openbare registers moeten worden in- of overgeschreven (AB 1995 no. GT 17) zoals gewijzigd bij de Landsverordening officiele talen (AB 2003 no. 38), is het daarom wenselijk te bepalen dat het fusievoorstel en de andere bescheiden kunnen worden gedeponeerd in het Engels zonder dat hiervan een in het Nederlands of Papiamento gestelde vertaling is bijgevoegd. Verwezen wordt in dit verband ook naar artikel IV onderdeel D van de Aanpassingsverordening vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Ad artikel 75 Indien zich belangrijke wijzigingen in de omstandigheden voordoen die van invloed zouden zijn geweest op de mededelingen in het fusievoorstel of de toelichting, dienen de algemene vergaderingen van de betrokken rechtspersonen hiervan op de hoogte te worden gebracht, opdat zij hiermee bij hun besluitvorming bekend zijn. Deze bepaling, die correspondeert met artikel 2:315 NLBW, voorziet hierin. Ad artikel 76 Deze bepaling is ontleend aan artikel 2:316 NLBW. De regeling wijkt in zoverre hiervan of van dat aan een ruimere kring van belanghebbenden de mogelijkheid tot het verlangen van nadere waarborgen wordt geboden. Hiermee wordt aangesloten bij de regeling in artikel 2:316 NABW. Ad artikel 77 Deze bepaling is ontleend aan artikel 2:317 en artikel 2:331 NLBW. De regeling van artikel 2:330 NLBW is niet ongewijzigd overgenomen. Er lijkt geen noodzaak voor een besluit tot fusie een gekwalificeerde meerderheid voor te schrijven, waarvan bij statuten kan worden afgeweken. Voorts ligt de in artikel 2:330, tweede lid NLBW opgenomen bescherming van aandeelhouders, besloten in artikel 45 dat ingevolge artikel 77, derde lid, ook bij een besluit tot fusie in acht dient te worden genomen. De laatste zinsnede van de voorlaatste volzin van artikel 77, derde lid, is toegevoegd met het oog op bescherming van minderheidsaandeelhouders. De in artikel 45,

151 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 75 van derde lid tot en met het zesde lid aan de aandeelhouder van een VBA geboden bescherming wordt hierdoor uitgebreid tot aandeelhouders van een NV of AVV die aan de fusie deelneemt. Ook de regeling van artikel 2:331 NLBW, dat voorziet in de mogelijkheid dat het bestuur van de verkrijgende vennootschap kan besluiten tot fusie, is niet ongewijzigd overgenomen. Binnen een maand na de aankondiging van het voornemen van het bestuur om tot fusie te besluiten, kunnen een of meer aandeelhouders die tezamen ten minste een tiende van het bedrag waarmee in het kapitaal wordt deelgenomen vertegenwoordigen, verzoeken de algemene vergadering van aandeelhouders bijeen te roepen om over de fusie te besluiten. In de statuten of het reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, kan overigens een geringer belang worden gesteld. Houders van aandelen zonder stemrecht zijn hiervan derhalve niet uitgesloten. Indien een dergelijk verzoek wordt gedaan, vervalt daardoor de bevoegdheid van het bestuur om over de fusie besluiten. In het zesde lid is, eveneens met het oog op de bescherming van statutaire rechten van aandeelhouders, bepaald dat in de statuten of het reglement van de verkrijgende vennootschap geen wijziging kan worden gebracht bij het van kracht worden van de fusie indien het besluit tot fusie wordt genomen door het bestuur. Dit is slechts anders in het geval dat de algemene vergadering voorafgaand aan het fusiebesluit heeft ingestemd met de desbetreffende statutenwijziging of wijziging van het reglement. De bevoegdheid tot wijziging van de statuten of het reglement blijft aldus voorbehouden aan de algemene vergadering van aandeelhouders. Het Nederlandse BW kent op dit punt geen regeling. De onderhavige bepaling laat onverlet dat het bestuur op grond van het bepaalde in artikel 44, vijfde lid, tot fusie kan besluiten. Ad artikel 78 Deze bepaling is ontleend aan artikel 2:318 NLBW. Voor een toelichting op de slotzin van het eerste lid kan worden verwezen naar de toelichting bij artikel 63, vierde lid. Met artikel 14 is in overeenstemming dat de notaris - anders dan in het Nederlandse en Nederlands Antilliaanse recht - zorg draagt voor inschrijving in het handelsregister. Voor de goede orde mag worden vermeld dat de voetverklaring ook betrekking dient te hebben op vereisten die mogelijk in een reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, zijn opgenomen. Ad artikel 79 Deze bepaling geeft een regeling voor de gevolgen van de fusie voor de houders van beperkte rechten op aandelen in de verdwijnende vennootschap. De bepaling correspondeert met artikel 2:319 NLBW. Ad artikel 80

152 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 76 van Deze bepaling is ontleend aan artikel 2:320 NLBW met een enkele aanpassing in verband met de ten opzichte van het Nederlandse recht wat ruimere verzetsregeling. Men zie de toelichting bij artikel 76. Ad artikel 81 Deze bepaling is ontleend aan artikel 2:321 NLBW. In het eerste lid wordt anders dan in het tweede lid en het derde lid slechts gesproken van de jaarrekening, omdat slechts de VBA en de NV als verkrijgende rechtspersoon kunnen optreden en zij een jaarrekening dienen op te stellen. Ten aanzien van de verdwijnende vennootschap, zoals de AVV of een buitenlandse kapitaalvennootschap, behoeft dit niet het geval te zijn. De verwijzing in het Nederlandse recht naar wettelijke reserves is niet overgenomen omdat die in het Arubaanse recht onbekend zijn. Ad artikel 82 Deze bepaling correspondeert met artikel 2:322 NLBW. De verschillen hangen samen met het feit dat Aruba slechts een handelsregister kent en de opzet van artikel 76. Men zie de toelichting aldaar. Ad artikel 83 Gelet op belangen van onder meer crediteuren aandeelhouders, dient rechtsonzekerheid omtrent de geldigheid van de fusie zoveel mogelijk te worden beperkt. De onderhavige bepaling bepaalt hiertoe dat de fusie slechts kan worden vemietigd door de rechter, en dat een geconstateerd verzuim kan worden geheeld. De gronden voor vernietiging alsmede de termijn waarbinnen dit kan geschieden, worden voorts in deze regeling beperkt. De rechter heeft bovendien de bevoegdheid om - ook indien zich een grond voor vernietiging van de fusie voordoet - de vernietiging gezien de betrokken belangen niet uit te spreken. De voorgestelde bepaling is materieel gelijk aan artikel 2:323 NLBW. Ad artikel 84 Deze bepaling voorziet in de mogelijkheid dat een buitenlandse rechtspersoon kan deelnemen aan een fusie met een NV, AVV of VBA, mits hierbij een VBA als verkrijgende rechtspersoon optreedt of door de fusie wordt gevormd door omzetting of oprichting. Mits een VBA partij is bij de fusie, kan een buitenlandse vennootschap ook verkrijgende vennootschap zijn. In dat geval dienen tevens artikel 85 en 86 in acht te worden genomen. De bepalingen uit de eerste afdeling van dit hoofdstuk, zijn op grensoverschrijdende fusies zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, aldus artikel 84, tweede lid. In de artikelen 84 en 85 worden enkele aanvullende en soms afwijkende voorschriften gegeven. Zo is rekening gehouden met en

153 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 77 van het feit dat de fusie ingevolge het recht dat de buitenlandse vennootschap beheerst, de fusie niet van kracht wordt op het door artikel 78 aangewezen tijdstip. In dit geval wordt de fusie ingevolge het achtste lid, van kracht op het door het recht dat de buitenlandse vennootschap beheerst aangewezen tijdstip, mits voor het overige aan alle door deze landsverordening gegeven voorschriften is voldaan. In aanvulling op het bepaalde in artikel 83 lid 3, draagt de notaris alsdan tevens zorg voor opgaaf aan het handelsregister van het tijdstip waarop de fusie van kracht is geworden. Mits het - geschreven of ongeschreven - recht dat de buitenlandse vennootschap beheerst dit toelaat, kan de buitenlandse vennootschap derhalve ook als verkrijgende rechtspersoon optreden. Met het in de tekst gebruikte begrip `toelaten', wordt bedoeld dat het desbetreffende buitenlandse recht zich niet verzet tegen de fusie. De mogelijkheden tot grensoverschrijdende fuseren zijn op dit punt ruimer dan het Nederlands-Antilliaanse recht. Zie artikel 2:323a NABW. Met het oog op consistentie met de gegeven fusiemogelijkheden, is de mogelijkheid tot grensoverschrijdende fusie beperkt tot vennootschappen die naar aard en inrichting vergelijkbaar zijn met de NV, AVV of VBA. De buitenlandse rechtspersoon kan met het van kracht worden van de fusie de rechtsvorm van een VBA aannemen, maar behoeft dit niet te doen. Is dit laatste het geval dan wordt in het derde lid voorzien in aanvullende maatregelen ter bescherming van schuldeisers van de vennootschap, minderheidsaandeelhouders en het algemeen belang. Ter bescherming van de belangen van minderheidsaandeelhouders wordt in aansluiting op artikel 84, derde lid, in artikel 85 voorzien in een uittreedrecht. De regeling is grotendeels gelijk aan de regeling omtrent grensoverschrijdende omzetting. Men zie de toelichting bij artikel 67 en artikel 68. Opgemerkt kan worden dat bij het vaststellen van de in het kader van het uittreedrecht aan de aandelen toe te kennen waarde in het kader van een grensoverschrijdende fusie, dezelfde waarderingsmethoden kunnen worden gehanteerd als bij de bepaling van de ruilverhouding, mits deze gericht zijn op het bepalen van de waarde van het vermogen van de vennootschap in het economisch verkeer. De uittredende aandeelhouders worden dan bevoordeeld noch benadeeld ten opzichte van de overige aandeelhouders. Bij statuten of reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, kan evenals het geval is ten aanzien van het uittreedrecht bij grensoverschrijdende omzetting, een afwijkende regeling worden gegeven ten aanzien van de waardebepaling van de aandelen. Ook hier kan de vergoeding op nihil worden gesteld. Waar in dit artikel afwijkende bepalingen zijn opgenomen ten opzichte van de artikelen 67 en 68, houden deze verband met de verschillen in de regeling van omzetting enerzijds en fusie anderzijds. Zo is het uittreedrecht, naast de situatie dat de

154 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 78 van algemene vergadering hiertoe met instemming van alle aandeelhouders heeft besloten, ook niet aan de orde indien er geen aandelen worden toegekend - men zie in dit verband artikel 70, zesde lid en de toelichting daarbij. Voorts wordt geen uittreedrecht toegekend in het geval dat de verkrijgende vennootschap ingevolge het fusievoorstel aandelen toekent die zijn genoteerd aan een officiele gereglementeerde effectenbeurs. Hieraan ligt ten gondslag dat het uittreedrecht belastend is voor het fusieproces, de vennootschap en de overige betrokkenen zodat enige terughoudend bij het toekennen daarvan gepast is. In het geval dat ingevolge het fusievoorstel aandelen worden toegekend die verhandelbaar zijn op een officiele, gereglementeerde beurs, kan een minderheidsaandeelhouder zijn aandelen betrekkelijk eenvoudig te gelde maken tegen een prijs die op voldoende betrouwbare wijze tot stand komt. In dat geval is een uittreedrecht niet noodzakelijk om de belangen van de minderheidsaandeelhouder te beschermen. Ad artikel 85 In dit artikel wordt het uittreedrecht van minderheidsaandeelhouders geregeld. De regeling geldt in het geval een buitenlandse vennootschap als verkrijgende rechtspersoon optreedt. De bewoordingen laten toe dat dit een buitenlandse fuserende vennootschap is, dan wel een bij de fusie opgerichte buitenlandse, verkrijgende vennootschap. De regeling is op grote lijnen gelijk aan de regeling betreffende het uittreedrecht bij grensoverschrijdende omzetting die is neergelegd in artikel 68. Naar de toelichting aldaar kan worden verwezen. Artikel 85 wijkt op enkele punten of van de regeling in artikel 68, welke verschillen verband houden met de eigen aard van de fusieregeling. Deze verschillen behoeven enige toelichting. In het geval dat van het uittreedrecht gebruik is gemaakt, moet ingevolge het tweede lid een gewijzigd voorstel tot fusie worden opgesteld. Dit is noodzakelijk omdat het uitoefenen van het uittreedrecht kan leiden tot een wijziging van de ruilverhouding. Dit is bijvoorbeeld het geval indien het voor de uitkering aan de uittredende aandeelhouders benodigde bedrag door de overige aandeelhouders wordt bijgestort of indien ingevolge de statuten geen recht op een uitkering bestaat. Omdat een nieuw fusievoorstel moet worden opgesteld, is artikel 74, vierde lid, in beginsel van toepassing. Het bepaalde in artikel 74, derde lid, kan evenwel buiten toepassing blijven indien het voor de uitkering benodigde bedrag wordt verkregen uit bijstorting door de aandeelhouders. De uitkering heeft dan geen implicaties voor de positie van schuldeisers. In dat geval behoeft daarom ook de verzetsregeling niet opnieuw te worden doorlopen. Ook voor onverkorte handhaving van de termijn bedoeld in artikel 77, tweede lid bestaat dan geen noodzaak.

155 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 79 van Artikel 84, derde lid, onderdeel b, 1, mist toepassing. In het geval dat het fusievoorstel wordt aangepast in verband met het feit dat aandeelhouders van hun uittreedrecht bij het doorzetten van de fusie gebruik willen maken, is er geen reden om nogmaals te voorzien in een verzetsrecht voor het Land. De slotzin van artikel 85, tweede lid, brengt dit tot uitdrukking. In het geval dat de overige aandeelhouders de aandelen van de uittredende aandeelhouders overnemen, behoeft het fusievoorstel niet te worden gewijzigd en kunnen de leden twee tot en met vier buiten toepassing blijven. Dit is bepaald in het vijfde lid dat tevens bepaalt dat alsdan het besluit tot fusie van kracht wordt op het moment dat alle aandelen zijn overgegaan. De notaris zal dit moeten verifieren alvorens de akte van fusie kan worden verleden. Ad artikel 86 Evenals het geval is bij een grensoverschrijdende omzetting waarbij een VBA zich omzet in een buitenlandse rechtspersoonvorm, kan ook bij een grensoverschrijdende fusie waaraan de VBA als verdwijnende rechtspersoon deelneemt, het algemeen belang in het geding zijn. Deze bepaling voorziet met het oog hierop in een met het voorgestelde artikel 69 overeenstemmende regeling. Naar de toelichting bij artikel 69 kan verder worden verwezen. Ad artikel 87 De regeling in dit hoofdstuk is ontleend aan en stemt materieel vrijwel geheel overeen met de regeling omtrent de juridische splitsing in het tweede boek van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek. Een beperking ten opzichte van het Nederlandse recht is evenwel gelegen in de gegeven splitsingsmogelijkheden. De kring van potentidle partijen bij de splitsing is beperkt tot kapitaalvennootschappen, en alleen VBA's kunnen bij splitsing worden opgericht. De voorgestelde landsverordening voorziet voorts niet in de figuur van de driehoekssplitsing. Voor de hieraan ten grondslag liggende overwegingen zij verwezen naar de algemene toelichting bij hoofdstuk 7, ad artikel 70 en 71, betreffende de regeling van de juridische fusie. Evenals het geval is ten aanzien van de regeling van de juridische fusie, is de regeling beperkter in omvang dan de Nederlandse regeling. Waar in het Nederlandse Burgerlijk Wetboek een onderwerp in twee of meer artikelen moet worden geregeld, kan ditzelfde onderwerp soms in een artikel worden geregeld. Materidle verschillen met het Nederlandse recht zijn hiermee niet beoogd. In de artikelsgewijze toelichting wordt verwezen naar de corresponderende artikelen in het Nederlandse recht, hetgeen de toegankelijkheid en bruikbaarheid van de regeling ten goede zal komen. Waar zich een materieel verschil voordoet met het Nederlandse recht, die niet reeds verklaard is in

156 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 80 van de pendant van de bepaling in de fusieregeling, is dit in de toelichting aangegeven. Artikel 87 is gebaseerd op de artikelen 2:334a, 2:334c en 2:334e NLBW. Ten aanzien van het bepaalde in het achtste lid, die in de Nederlandse bepalingen niet voorkomt, zij verwezen naar de toelichting bij artikel 70, zevende lid. Ad artikel 88 De kring van potentiele partijen bij de splitsing is evenals in de regeling omtrent fusie, beperkt tot NV's, VBA's en AVV's. Zie hieromtrent de algemene toelichting bij hoofdstuk 7 omtrent de juridische fusie. Aldus is gekozen voor de regeling dat splitsing mogelijk is indien een VBA hierbij ofwel als splitsende vennootschap betrokken is, ofwel als verkrijgende vennootschap. Een NV of AVV kan niet als verkrijgende rechtspersoon bij de splitsing worden opgericht. Een bestaande NV kan wel als verkrijgende vennootschap partij zijn bij een splitsing. Ad artikel 89 De in deze bepaling voorgestelde regeling opent de mogelijkheid dat de aandeelhouders van de splitsende vennootschap, als gevolg van de splitsing, in afwijking van het bepaalde in artikel 87, zevende lid, aandeelhouder kunnen worden in onderscheiden verkrijgende vennootschappen. De redactie van de voorgestelde bepaling laat onder meer toe dat bepaalde aandeelhouders, aandelen verkrijgen in alle verkrijgende vennootschappen, en dat andere aandeelhouders uitsluitend aandelen verkrijgen in een van de verkrijgende vennootschappen. De voorgestelde bepaling laat tevens toe dat slechts een (of meer) aandeelhouder(s) enig aandeelhouder wordt (worden) in een verkrijgende vennootschap en dat de overige aandeelhouders, aandeelhouder worden in een andere verkrijgende vennootschap. Deze variant - die het Nederlandse recht niet kent - is opgenomen omdat hetzelfde resultaat kan worden bereikt door middel van een splitsing waarbij alle aandeelhouders enig aandeelhouder worden in onderscheiden vennootschappen, gevolgd door een fusie tussen enkele van die verkrijgende vennootschappen. Door de voorgestelde bepaling wordt het mogelijk hetzelfde resultaat via een minder omslachtige weg to bereiken. Omdat zich bij deze variant een met uitstoting vergelijkbare situatie kan voordoen, bepaalt voor dit geval het voorgestelde onderdeel d, slot, dat het besluit tot splitsing naast de andere in artikel 89 genoemde vereisten, tevens de instemming behoeft van de desbetreffende aandeelhouder. De bepaling correspondeert voor het overige met artikel 2:334cc NLBW.

157 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 81 van Ad artikel 90 Artikel 90 is ontleend aan artikel 2:334f en artikel 2:334y NLBW. De bepaling in het tweede lid, onderdeel o, correspondeert met het bepaalde in artikel 2:334w NLBW, met enige wijzigingen in verband met de verschillen in de regeling van kapitaalbescherming. Ook de vennootschap die wordt opgericht bij de splitsing is in deze bepaling genoemd. Zie hieromtrent ook de toelichting bij artikel 71. Ad artikel 91 In dit artikel worden voorschriften gegeven omtrent de toelichting die het bestuur dient te geven op het splitsingsvoorstel. Deze bepaling is inhoudelijk goeddeels ontleend aan de artikelen 2:334g, 2:334z en 2:334hh NLBW. Zie ter toelichting op de verschillen met de Nederlandse regeling de toelichting bij artikel 72. Ad artikel 92 Bij splitsing dient evenzeer als bij fusie een ruilverhouding te worden opgesteld, welke als regel door een exteme deskundige dient te worden onderzocht. De in deze bepaling neergelegde regeling correspondeert met de voor fusie in artikel 72 voorgestelde regeling. De voorgestelde bepaling is ontleend aan de artikelen 2:334x, 2:334aa en 2:334h NLBW. Ad artikel 93 Deze bepaling is ontleend aan artikel 2:334h NLBW maar vertoont daarmee niettemin enkele verschillen, die reeds zijn toegelicht bij artikel 74. Ad artikel 94 Deze bepaling regelt hetzelfde als het voorgestelde artikel 75. De bepaling spreekt verder voor zich. Het met deze bepaling corresponderende Nederlandse artikel is artikel 2:334i NLBW. Ad artikel 95 De mogelijkheid tot splitsing roept de vraag op of als gevolg van een splitsing, bestaande rechtsverhoudingen kunnen worden gesplitst over verschillende vennootschappen. In het algemeen is het onwenselijk dat de splitsende vennootschap eenzijdig een dergelijke ingrijpende wijziging in een bestaande rechtsverhouding kan bewerkstelligen. Regeling van dit onderwerp is daarom wenselijk. Het voorgestelde artikel 95, dat is ontleend aan artikel 2:334j NLBW, voorziet hierin. Deze bepaling correspondeert met de verzetsregeling die in artikel 76 in de regeling van de fusie is opgenomen ter bescherming van de belangen van crediteuren. Artikel 96 is met enkele wijzigingen ontleend aan de artikelen 2:334k en 2:3341

158 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 82 van NLBW. Voor een toelichting van deze verschillen, kan worden verwezen naar de toelichting bij artikel 76. Ad artikel 97 Deze bepaling correspondeert met de regeling die in artikel 77 is opgenomen ten aanzien van het fusiebesluit. De bepaling is ontleend aan de artikelen 2:334m en 2:334ff NLBW, maar de hierin opgenomen voorschriften zijn niet ongewijzigd overgenomen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij artikel 77. Ad artikel 98 Deze bepaling is ontleend aan artikel 2:334n NLBW. Voor een toelichting op de slotzin van het eerste lid kan worden verwezen naar de toelichting bij artikel 63, vierde lid. Met artikel 14 is in overeenstemming dat de notaris - anders dan in het Nederlandse en Nederlands-Antilliaanse recht - zorg draagt voor inschrijving in het handelsregister. Voor de goede orde mag worden vermeld dat de voetverklaring ook betrekking dient te hebben op vereisten die mogelijk in een reglement als bedoeld in artikel 3, tweede lid, zijn opgenomen. Ad artikel 99 Deze bepaling wordt voorgesteld ter bescherming van de belangen van houders van beperkte rechten op aandelen in het kapitaal van de verdwijnende rechtspersonen. Deze bepaling correspondeert met artikel 2:334o NLBW. Ad artikel 100 Deze bepaling is ontleend aan artikel 2:334p NLBW, met een enkele aanpassing in verband met de ten opzichte van het Nederlandse recht wat ruimere verzetsregeling. Men zie de toelichting bij artikel 76. Ad artikel 101 Deze bepaling correspondeert met artikel 2:334q NLBW. In het eerste lid wordt anders dan in het tweede lid en het derde lid slechts gesproken van de jaarrekening, omdat slechts de VBA en de NV als verkrijgende rechtspersoon kunnen optreden en zij een jaarrekening dienen op te stellen. Ten aanzien van de verdwijnende vennootschap, zoals de AVV of een buitenlandse kapitaalvennootschap, behoeft dit niet het geval te zijn. De verwijzing in het Nederlandse recht naar wettelijke reserves is niet overgenomen omdat die in het Arubaanse recht onbekend zijn.

159 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 83 van Ad artikel 102 Deze bepaling is ontleend aan artikel 2:334r NLBW. De verschillen hangen samen met het feit dat Aruba slechts een handelsregister kent en de opzet van artikel 76. Men zie de toelichting aldaar. Ad artikel 103 In dit artikel wordt een regeling gegeven voor het geval dat aan de hand van de aan de akte van splitsing gehechte beschrijving, niet kan worden bepaald welke vennootschap daarop na de splitsing rechthebbende is. Het voorgestelde artikel 103 neemt mogelijke onzekerheid omtrent de gerechtigdheid tot niet-beschreven vermogensbestanddelen weg. Deze bepaling is ontleend aan artikel 2:334s NLBW. Ad artikel 104 Deze bepaling strekt ter bescherming van de verhaalspositie van crediteuren, doordat de verkrijgende rechtspersonen alsmede de voortbestaande splitsende vennootschap, zo hiervan sprake is, aansprakelijk worden gehouden voor de verbintenissen van de gesplitste vennootschap ten tijde van de splitsing. De regeling, die is ontleend aan artikel 2:334t NLBW, spreekt voor zich. Ad artikel 105 De regeling van de mogelijkheid tot vernietiging van de splitsing, stemt inhoudelijk overeen met de regeling betreffende de mogelijkheid tot vernietiging van een juridische fusie, opgenomen in artikel 83 van dit ontwerp. Verwezen kan worden naar de toelichting daarbij. De voorgestelde regeling correspondeert met artikel 2:334u NLBW. Ad artikel 106 Deze bepaling stemt materieel goeddeels overeen met artikel 2:19 NLBW. Redactieverschillen zijn bedoeld ter verduidelijking. De inhoudelijke verschillen vloeien voort uit de iets gewijzigde opzet van de ontbinding door tussenkomst van de Kamer van Koophandel. Men zie de toelichting bij artikel 108. Ad artikel 107 In artikel 107 zijn de regelingen in artikel 2:20 en artikel 2:21 NLBW verenigd. Het bepaalde in het eerste lid stemt overeen met artikel 2:20, eerste lid NLBW. De verbodenverklaring treft de vennootschap waarvan de werkzaamheid in strijd is met de openbare orde. Verbodenverklaring heeft strafrechtelijke implicaties. Zie artikel 146 Wetboek van Strafrecht van Aruba. Het bepaalde in het tweede lid en verder correspondeert inhoudelijk met het bepaalde in artikel 22, tweede lid en artikel 2:21 NLBW. De verschillen houden verband met de kenmerken van de VBA, in welk verband

160 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 84 van kan worden gewezen op artikel 21, of betreffen redactionele kwesties waarmee geen materiele wijzigingen ten opzichte van het Nederlandse recht zijn beoogd. Het tweede lid, onderdeel g, is opgenomen ten einde naleving van de bepalingen gericht op het realiseren van de wenselijk geachte transparantie, te bevorderen. Ad artikel 108 Deze bepaling is ingegeven door artikel 2:19a NLBW, maar wijkt daar op enkele punten wezenlijk van af. In aansluiting op het bepaalde in artikel 2:25 NABW, is de bevoegdheid om tot ontbinding over te gaan, niet toegekend aan de Kamer van Koophandel maar aan de rechter. Een ander verschil met de Nederlandse regeling, is dat artikel 108 niet uitsluitend is opgenomen om inactieve rechtspersonen uit het handelsregister te kunnen verwijderen. De regeling heeft mede ten doel de nakoming van verplichtingen ter zake van de inschrijving in het handelsregister te sanctioneren. De regering acht deze regeling geboden met het oog op het publieke belang dat is gemoeid met het goed functioneren van het handelsregister. Indien aannemelijk is dat de vennootschap nog actief is, ondanks dat aan een of beide criteria is voldaan, kan de rechter op grond van artikel 109 de vennootschap onder bewind stellen. Zie de toelichting aldaar. De Kamer van Koophandel kan een verzoek tot ontbinding initieren. Hiertoe is met het oog op de hierboven uiteengezette strekking van de regeling, niet vereist dat aan beide genoemde criteria is voldaan. In dit opzicht is de regeling minder stringent dat de Nederlandse regeling. Doordat rechterlijke tussenkomst is voorgeschreven, is dit niet bezwaarlijk. De rechter dient de vennootschap een redelijke termijn te stellen waarbinnen de gronden voor ontbinding worden weggenomen. De rechter kan ook, indien hij daartoe gronden acht, de goederen van de vennootschap gedurende een periode van ten hoogste een jaar onder bewind stellen, overeenkomstig artikel 109. De vennootschap kan gedurende die termijn niet zelfstandig aan het rechtsverkeer deelnemen. Ad artikel 109 Deze bepaling is grotendeels ontleend aan artikel 2:22 NLBW. Opgemerkt mag worden dat is voorzien in de mogelijkheid tot onderbewindstelling in aansluiting op een verzoek door de Kamer van Koophandel tot ontbinding ingevolge artikel 108. Deze regeling is geinspireerd op de 'striking off ' procedure die in sommige rechtsstelsels bestaat. Bij een ontbindingsverzoek op grond van artikel 108 kan de rechter op verzoek van de Kamer van Koophandel of ambtshalve bepalen dat de goederen van de vennootschap onder bewind worden gesteld. Een gevolg hiervan is dat de vennootschap na inschrijving van het bewind, zonder medewerking van de bewindvoerder feitelijk niet meer aan het rechtsverkeer kan deelnemen. Onderbewindstelling is derhalve een effectief

161 Scan nummer 3 van 5 - Scanpagina 85 van instrument om de vennootschap, zo deze nog actief aan het rechtsverkeer wenst deel te nemen, tot opheffing van de grond tot ontbinding te bewegen, ook indien zich geen vermogensbestanddelen van de vennootschap in Aruba bevinden. De reden voor onderbewindstelling in plaats van ontbinding kan zijn gelegen in het feit dat er aanwijzingen zijn dat de vennootschap mogelijk nog wel actief is of op termijn weer gereactiveerd zal kunnen worden, ondanks het feit dat aan de in artikel 108 genoemde omstandigheden is voldaan. De rechter dient uiterlijk na verloop van een jaar te beslissen over de ontbinding. De regeling sluit niet uit dat onderbewindstelling wordt verlengd - wederom voor ten hoogste de duur van een jaar - maar in de rede ligt dat de vennootschap zal worden ontbonden indien zij gedurende het bewind geen teken van leven heeft gegeven en de gronden voor ontbinding niet zijn weggenomen. Ad artikel 110 tot en met 115 De artikelen 110 tot en met 115 zijn, met enkele verschillen, aangebracht ter verheldering en met het oog op consistentie, ontleend aan de artikelen 2:22a tot en met 2:24 NLBW. Voorts is in het voorgestelde artikel 114 uitdrukkelijk vermeld dat een vereffening ook kan worden geopend, nadat een vennootschap is opgehouden te bestaan zonder dat een vereffening van haar vermogen heeft plaats gehad. De minister van Financien en Economische Zaken,

162 Scan nummer 4 van 5 - Scanpagina 1 van 4 ARUBA RAAD VAN ADVIES Vondellaan 6 D, Oranjestad, Aruba Telefoon (297) / Fax (297) VC114, 11114k, XA: vt3s) accv 2Oc7-2b0P- 402 AAN ZIJNE EXCELLENTIE DE GOUVERNEUR VAN ARUBA T.A.V. DE MINISTER VAN JUSTITIE ALHIER. I>J1,0,3e A Uw kenmerk: 267AR uw brief: Ons kenmerk: RvA Onderwerp: Ontwerp-landsverordening houdende regels voor de instelling van de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (Landsverordening vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) Oranjestad, 3 oktober 2007 Naar aanleiding van bijgaande aan de Raad ter advies toegezonden ontwerp- Iandsverordening houdende regels voor de instelling van de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (Landsverordening vennootschap met beperkte aansprakede Raad Uwe Excellentie het volgende berichten. 1. Het onderhavige ontwerp is op 22 mei 2007 aan de Raad ter advisering voorgelegd. Derhalve heeft de Raad niet kunnen voldoen aan het verzoek om voor 15 juni 2006 advies uit to brengen. 2. Met het voorliggende ontwerp is een omvangrijke en arbeidsintensieve wetgevingsexercitie verricht ter introductie van de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (VBA) in het Arubaanse rechtspersonenrecht. Inwerkingtreding van het ontwerp zal er toe leiden dat er in het rechtspersonenrecht drie verschillende vennootschapsvormen' naast elkaar kunnen bestaan: de naamloze vennootschap (NV), de Aruba vrijgestelde vennootschap (AVV) en de VBA. De Raad constateert voorts dat de verschillende kapitaalvennootschappen zullen worden beheerst door verschillende rechtsregimes. Voor wat betreft de NV en de AVV is dit het Wetboek van Koophandel (AB 1990 no. GT 50); de VBA vindt zijn regeling in het onderhavige ontwerp. Deze versnippering binnen het rechtspersonenrecht wordt niet bevorderlijk geacht voor de overzichtelijkheid, zowel voor binnenlandse en met name ook voor buitenlandse bedrijven en investeerders. - 3 De keuze voor de totstandbrenging van een afzonderlijke landverordening ter regeling van de VBA heeft daarnaast tot gevolg dat algemene bepalingen welke zich 'In de vorm van kapitaalvennootschappen. DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Ing. OCT Voig no:040"/ 61...)

163 Scan nummer 4 van 5 - Scanpagina 2 van 4 RvA zouden dienen uit te strekken over het gehele rechtspersonenrecht thans wel gelding hebben voor de VBA, doch niet voor de NV en AVV. Als voorbeeld kan warden genoemd het in artikel 2, van het ontwerp neergelegde voorschrift dat de rechtsverhouding tussen de vennootschap en degenen die bij haar organisatie zijn betrokken, wordt beheerst door de redelijkheid en billijkheid.2 Met het oog hierop vraagt de Raad zich af waarom niet is geopteerd voor de opstelling van een Boek 2 (rechtspersonenrecht) in het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA), oak gezien het feit dat de overige landen binnen het Koninkrijk voor deze optie hebben gekozen en er blijkens de memorie van toelichting bij de opstelling van het ontwerp reeds is geput uit zowel Boek 2 van het Nederlandse als het Nederlands- Antilliaanse Burgerlijk Wetboek, waarmee concordantie met het Nederlandse en Nederlands-Antilliaanse recht wordt nagestreefd.3 In dit kader vraagt de Raad zich af waarom niet is geparticipeerd in verschillende commissies die binnen het Koninkrijk betrokken zijn bij ontwikkelingen met betrekking tot de modernisering van het rechtspersonenrecht.4 Daarnevens concludeert de Raad op grond van artikel 31, van het ontwerp, dat de VBA, indien gewenst, tevens het karakter kan krijgen van een personenvennootschap. Hiermede wordt reeds een significante stap gezet in de regeling van de personenvennootschappen waarmee tevens een aanzienlijk gedeelte van een op te stellen nieuw boek 2 BWA wordt gerealiseerd. In de aanbieding van het ontwerps noch in de memorie van toelichting wordt gemotiveerd waarom de introductie van de VBA Been uitstel duldt en vooruitlopend op de totstandkoming van Boek 2 BWA dient te warden ingevoerd. Gezien het voorgaande adviseert de Raad de opneming van een Boek 2 (rechtspersonenrecht) in het BWA waarin de in het onderhavige ontwerp opgenomen introductie van de VBA kan warden opgenomen. 4 De introductie van een nieuwe vennootschapsvorm is blijkens de memorie van toelichting mede ingegeven door het negatieve imago dat de AVV internationaal gezien blijkt te bezitten.6 Niettemin zal de AVV als vennootschapsvorm blijven bestaan naast de NV en de VBA. De Raad vraagt zich af waarom de regeling van de AVV bij de introductie van de VBA niet wordt ingetrokken. Dit zou kunnen geschieden bij de invoering van Boek 2 BWA, vanzelfsprekend met in overgangsrecht te regelen waarborgen voor bestaande AVV's, onder gelijktijdige introductie van de VBA.' Vooruitlopend op algehele afschaffing zou reeds een moratorium kunnen warden afgekondigd op de oprichting van nieuwe AVV's. Uit het oogpunt van rechtszekerheid kan de periode tot de invoering van Boek 2 BWA warden aangewend ter evaluatie van de recentelijk tot stand gekomen aanwijzing van de activiteiten die een AVV mag verrichten in het kader van haar vrijstelling van haar winst voor de toepassing van de Landsverordening winstbelasting (AB 1988 no. GT 47).8 De Raad constateert voorts dat de vigerende regeling van de NV in het Wetboek van Koophandel (AB 1990 no. GT 50) inpasbaar is in de voorgestelde regeling van de 2 Een ander voorbeeld is te vinden in artikel 1, derde en vierde lid, van het ontwerp. 3 Pag. 4, derde alinea, MvT Bijvoorbeeld de Nederlands/Neder lands -Antilliaanse werkgroep concordantie rechtspersonenrecht of de Antilliaanse Evaluatiecommissie Rechtspersonenrecht. 5 Waarin de Raad wordt verzocht het ontwerp met voorrang te behandelen. 6 Pag. 1, derde alinea, pag. 5, vierde alinea, MvT 7 Zie punt 2 8 Zie Landsbesluit aanwijzing activiteiten Aruba vrijgestelde vennootschap (AB 2005 no. 88) 2

164 Scan nummer 4 van 5 - Scanpagina 3 van 4 RvA VBA. Met het oog hierop vraagt de Raad zich af, mede ter voorkoming van versnippering van het rechtspersonenrecht, of het niet tevens wenselijk is de regeling van de NV in te trekken, vanzelfsprekend met in overgangsrecht te regelen waarborgen voor bestaande NV's.9 5. De Raad stelt vast dat de met het ontwerp beoogde modernisering en flexibilisering van het rechtspersonenrecht voor een aanzienlijk deel wordt ingegeven door de wens de aantrekkelijkheid van Aruba voor het internationale bedrijfsleven te bevorderen.1 Om deze reden voorziet het ontwerp in versoepeling van de oprichtingseisen en de interne organisatie van de vennootschap alsmede in een andere vormgeving van de crediteurenbescherming. De Raad vraagt zich af of bij de voorgenomen realisering van de gewenste flexibiliteit in het rechtspersonenrecht ook andere overwegingen dan de bevordering van de aantrekkelijkheid van de Arubaanse economie voor buitenlandse investeerders, een rol hebben gespeeld. De vraag rijst in dit kader of is onderzocht hoe de Arubaanse NV of AVV, gemiddeld genomen, organisatorisch is vormgegeven. Het komt de Raad voor dat met name de NV niet slechts voor grote ondernemingen als rechtsvorm dient maar tevens voor ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf. Bij deze ondernemingen kan het veelvuldig voorkomen dat de bestuurder tevens enig aandeelhouder is, dan wel dat aandelen door familieleden worden gehouden. De voorgestelde flexibilisering in de vorm van de introductie van meer regels van regelend recht in plaats van vigerende dwingendrechtelijke bepalingen veronderstelt naar de mening van de Raad een vergrote professionaliteit van de bij de vennootschap betrokken partijen. Bij grotere NV's met veelal zakelijke aandeelhouders zal aan de benodigde professionaliteit meestal geen gebrek bestaan. Bij kleinere NV's (familiebedrijven, bedrijven in het midden-, en kleinbedrijf of bedrijven waarin de bestuurder ook aandeelhouder is) spreekt dit minder vanzelf. De Raad vraagt zich derhalve af of met name kleine ondernemingen niet meer gediend zouden zijn met het bestaan van dwingende vennootschapsrechtelijke regels waarvan in beperkte mate kan worden afgeweken. De Raad beveelt aan hierop in de memorie van toelichting in te gaan. 6. Het voornaamste onderscheid tussen de NV en bijvoorbeeld de maatschap of de vennootschap onder firma (VOF) is gelegen in de aansprakelijkheid; bij voornoemde personenvennootschappen is de aansprakelijkheid van de vennoten het uitgangspunt, bij de NV zijn bestuurders en aandeelhouders in beginsel niet aansprakelijk. Artikel 31 van het ontwerp biedt, door de introductie van een facultatieve aandeelhoudersaansprakelijkheid, de mogelijkheid de VBA in te richten als een personenvennootschap. I1 Ook in dit geval treedt naar 's Raads oordeel rechtsversnippering op vanwege het feit dat eerdergenoemde personenvennootschappen worden beheerst door verschillende rechtsregimes.i2 In de memorie van toelichting wordt niet ingegaan op de verhouding tussen de als personenvennootschap vormgegeven VBA enerzijds en de maatschap en de VOF anderzijds. De Raad adviseert hieraan in de toelichting een beschouwing te wijden en daarbij aan te geven welke verschillen in de praktijk de doorslag zullen geven voor de keuze van een van beide rechtsvormen. Gedacht zou kunnen worden aan een verplichte omzetting op grond van artikel 63, van het ontwerp, voorzien van een redelijke termijn. Zie pag. 1, tweede alinea en pag. 2, derde alinea, MvT I' Zie ook pag. 4, tweede alinea, MvT 12 Zie hetgeen de Raad hieromtrent heeft opgemerkt onder punt 2. 3

165 Scan nummer 4 van 5 - Scanpagina 4 van 4 RvA De Raad constateert voorts dat voor de maatschap en de VOF in het ontwerp niet is voorzien in de mogelijkheid tot omzetting in een VBA. De memorie van toelichting geeft aan dat hieraan in de praktijk geen behoefte lijkt te bestaan.i3 De Raad vraagt zich of hoe tot deze slotsom is gekomen en adviseert de redenen hiertoe in de memorie van toelichting op te nemen. 7. Hoewel de Raad de flexibilisering en modernisering van het rechtspersonenrecht onderschrijft is hij van mening, gezien het voorgaande, dat het naast elkaar bestaan van verschillende kapitaal- en personenvennootschappen welke worden beheerst door verschillende rechtsregimes een onwenselijke versnippering en mogelijke rechtsonzekerheid in het rechtspersonenrecht teweeg brengt. De Raad beveelt derhalve aan een boek 2 in het BWA op te nemen waarin de verschillende vennootschapsvormen worden neergelegd voorzien van bepalingen die voor alle vennootschapsvormen gelden. Gezien het flexibele karakter van de VBA zou wellicht kunnen worden volstaan met de enkele regeling van deze vennootschapsvorm in ieder geval voor wat betreft de vormgeving van kapitaalvennootschappen. De Raad kan zich voor het overige verenigen met de inhoud en de doelstelling van het onderhavige ontwerp en geeft U mitsdien in overweging het aan de Staten ter goedkeuring aan te bieden, niet dan nadat met het voorgaande rekening zal zijn gehouden. retari s,. H.A. van der Wal 13 Peg. 58, vierde alinea, MvT 4

166 Scan nummer 5 van 5 - Scanpagina 1 van 5 REGERING VAN ARUBA Lcd,e tic( frt. 4 tcti, 1433jaaa z,001-2/009-6o2 5p1,3e 9 NIA. 20 1,611)1 Aan de Gouverneur van Aruba Plaza Eman 3 ALHIER Uw kenmerk: Onderwerp: Uw brief: Ons kenmerk: '24161 Ontwerp-landsverordening houdende regels voor de instelling van de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (Landsverordening vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) Oranjestad, nu lk heb de eer u hierbij mede namens mijn ambtgenoot van Financien en Economische Zaken aan te bieden het advies van de Raad van Advies d.d. 3 oktober 2007, nr. RvA 88-07, bevel-ii:tide de ontwerp-landsverordening houdende regels voor de instelling van de vel aootschap met beperkte aansprakelijkheid (Landsverordening vennootschap met beperkte aansprakelijkheid). De Raad kan zich niet zondermeer met de doelstelling en de inhoud ervan erenigen en geeft u in overweging het niet aan de Staten aan te bieden, dan nadat met zijn advies rekening zal zijn gehouden. Dit advies zal hieronder worden besproken, waarbij de door de Raad gehanteerde indeling zoveel mogelijk zal worden gevolgd, en waarbij zal worden gemotiveerd waarom het advies niet volledig wordt gevolgd en het ontwerp in rijwel ongewijzigde vorm aan de Staten kan worden aangeboden. Onder de punt 1 merkt de Raad op dat de datum waarvoor gevraagd was advies uit te brengen niet is gehaald, vanwege het korte tijdsbestek. Op deze opmerking van algemene aard van de Raad behoeft dezerzijds niet te worden ingegaan. De Raad plaatst onder de punten 2 en 3 enkele kanttekeningen ten aanzien van de invoering van de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (VBA) en de keuze om dit te doen geschieden in een afzonderlijke landsverordening en verzoekt hierop nader in te gaan. Een centraal punt in de advisering van de Raad betreft de keuze om tot invoering van de VBA over te gaan, vooruitlopend op de invoering van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van