Voortoets Nbw 1998 locatie Kogerstrand Texel

Transcriptie

1 Voortoets Nbw 1998 locatie Kogerstrand Texel

2 Voortoets Nbw 1998 locatie Kogerstrand Texel Inhoud Rapport en bijlagen 22 juli 2016 Projectnummer

3 I n h o u d s o p g a v e 1 I n l e i d i n g 5 2 N a t u r a Wetgeving Ligging plangebied ten opzichte van Natura Duinen en Lage Land Texel 9 3 P l a n g e b i e d Uitgevoerde werkzaamheden Huidige situatie 13 4 T o e t s i n g Uitgevoerde werkzaamheden Gebruiksfase 20 5 C o n c l u s i e 21 6 B r o n n e n Media Literatuur 23 B i j l a g e n

4 1 I n l e i d i n g Op camping Kogerstrand in de Koog op Texel hebben in de periode van januari t/m maart 2015 en 2016 werkzaamheden aan campingplaatsen plaatsgevonden welke zich deels in Natura 2000-gebied Duinen en Lage Land Texel bevinden. De werkzaamheden zijn uitgevoerd zonder dat vooraf alle benodigde vergunningen en ontheffingen zijn aangevraagd. Door de provincie Noord- Holland is aan de campingeigenaar verzocht om in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw 1998) een Voortoets uit te voeren. Middels deze Voortoets wordt met terugwerkende kracht inzichtelijk gemaakt of de uitgevoerde werkzaamheden en/of de veranderde situatie (gebruik) hebben geleid tot negatieve effecten op beschermde natuurgebieden in het kader van de Nbw AANLEIDING De uitgevoerde werkzaamheden hebben plaatsgevonden op twee locaties op de camping (in figuur 1 is de globale ligging van deze locaties weergegeven): - Direct grenzend aan de parkeerplaats ten noorden van de receptie (in het vervolg van deze rapportage locatie noord of noordelijke locatie genoemd). - In het meest zuidoostelijke deel van de camping (in het vervolg van deze rapportage locatie zuid of zuidelijke locatie genoemd). PLANGEBIED F i g u u r 1. L u c h t f o t o m e t g l o b a l e l i g g i n g v a n h e t p l a n g e b i e d ( g e l e s t i p p e n ) ( b r o n : G o o g l e M a p s, d. d ) Voortoets Nbw 1998 locatie Kogerstrand Texel - 22 juli

5 LEESWIJZER In hoofdstuk 2 is een beschrijving opgenomen van de Natuurbeschermingswet 1998 en van het relevante Natura 2000-gebied. Vervolgens is in hoofdstuk 3 op het plangebied ingegaan: een beschrijving gegeven van de huidige situatie, de situatie voorafgaand aan de werkzaamheden en de uitgevoerde werkzaamheden. Een beoordeling van de (mogelijke) effecten in het kader van de Nbw 1998 als gevolg van de uitgevoerde werkzaamheden en het gebruik is onderdeel van hoofdstuk 4. Tot slot is in hoofdstuk 5 de conclusie opgenomen Voortoets Nbw 1998 locatie Kogerstrand Texel - 22 juli 2016

6 2.1 2 N a t u r a W e t g e v i n g In de Nbw 1998 is de bescherming van specifieke (natuur)gebieden geregeld. In de Nbw 1998 zijn ook de bepalingen vanuit de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn verwerkt. Onder de Nbw 1998 worden drie typen gebieden aangewezen en beschermd: Natura 2000-gebieden, beschermde natuurmonumenten en Wetlands. NATUURBESCHERMINGS- WET 1998 Om schade aan de natuurwaarden waarvoor Natura 2000-gebieden zijn aangewezen, te voorkomen, bepaalt de Nbw 1998 dat plannen en projecten die de kwaliteit van de habitats kunnen verslechteren of die een verstorend effect kunnen hebben op de soorten (de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied), niet mogen plaatsvinden zonder vergunning. In voorliggende situatie dient toetsing plaats te vinden aan de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebied Duinen en Lage Land Texel, waar de camping deels in gelegen is. Relevant daarbij is dat de Nbw 1998 een externe werking kent. Van externe werking is sprake als activiteiten buiten een Natura 2000-gebied van invloed zijn op de natuurwaarden in een Natura 2000-gebied. De voorliggende rapportage is geschreven als Voortoets in het kader van de Nbw Het begrip Voortoets komt niet als zodanig voor in de Nbw Het begrip wordt in de praktijk echter veel gebruikt als naam voor een globale toetsing waarmee een indicatie wordt verkregen van de mogelijke negatieve gevolgen van een activiteit op, in het kader van de Nbw 1998 beschermde, Natura 2000-gebieden. Door een Voortoets uit te voeren, wordt de vraag beantwoord of er een kans bestaat dat de activiteit verslechtering en/of significant negatieve effecten met zich meebrengt. De provincie Noord-Holland is in voorliggende situatie in het kader van de Nbw 1998 het bevoegd gezag. VOORTOETS Voortoets Nbw 1998 locatie Kogerstrand Texel - 22 juli

7 2.2 L i g g i n g p l a n g e b i e d t e n o p z i c h t e v a n N a t u r a De noordelijke locatie ligt niet in en grenst niet aan een beschermd gebied in het kader van de Nbw Het meest nabijgelegen beschermde gebied betreft het Natura 2000-gebied Duinen en Lage Land Texel, dat gelegen is op ongeveer 70 m afstand ten oosten van de noordelijke locatie. Verder ligt het Natura 2000-gebied Noordzeekustzone op een afstand van ongeveer 80 m tot het plangebied. De zuidelijke locatie ligt wel in een beschermd gebied in het kader van de Nbw 1998, te weten in Natura 2000-gebied Duinen en Lage Land Texel. Verder ligt Natura 2000-gebied Noordzeekustzone op een afstand van circa 300 m ten westen van deze locatie. In figuur 2 wordt de ligging van de genoemde Natura 2000-gebieden ten opzichte van het plangebied weergegeven. In voorliggende toets wordt alleen ingegaan op Natura 2000-gebied Duinen en Lage Land Texel en niet op Natura 2000-gebied Noordzeekustzone. Dit Natura 2000-gebied ligt op ruim 300 m van het gebied waar de ingrepen hebben plaatsgevonden en wordt hiervan gescheiden door infrastructuur, een duinenrij en het kampeerterrein. Gezien de aard en schaal van de gepleegde werkzaamheden (zie hoofdstuk 4), kan op voorhand worden gesteld dat op het Natura 2000-gebied Noordzeekustzone geen significant negatieve effecten hebben plaatsgevonden. In de hiernavolgende paragraaf is een gebiedsbeschrijving van Natura gebied Duinen en Lage Land Texel opgenomen aan de hand van het aanwijzingsbesluit (Ministerie van LNV 2008) Voortoets Nbw 1998 locatie Kogerstrand Texel - 22 juli 2016

8 F i g u u r 2. L i g g i n g v a n d e l o c a t i e s w a a r b i n n e n d e w e r k z a a m h e d e n z i j n u i t g e v o e r d ( g e l e b e l i j n i n g ) t e n o p z i c h t e v a n N a t u r a g e b i e d N o o r d z e e k u s t z o n e ( o r a n j e ) e n N a t u r a g e b i e d D u i n e n e n L a g e L a n d T e x e l ( r o o d ) 2.3 Dui n e n e n L a g e L a n d T e x e l Natura 2000-gebied Duinen en Lage Land Texel omvat duinen met enige boscomplexen, een aantal graslanden en binnendijks gelegen plassen in de polder. De west- en zuidgrens van het Natura 2000-gebied, voor zover deze betrekking hebben op de duinen, ligt op de duinvoet. Het Natura 2000-gebied grenst aan agrarische gronden, campings en de bebouwde kom van De Koog. Deelgebied Duinen Texel wordt landschappelijk gekenmerkt door een uitgestrekt duingebied met in het noorden een opening met slik- en zandplaten met jonge kweldervegetaties en aansluitend een kweldergebied (De Slufter). Het deel ten noorden van De Slufter (Eierlandsche duinen) omvat oude duinen met graslanden en heiden; het zuidelijke deel is meer gevarieerd met zowel oude als jonge duingebieden. In het gebied is een grote diversiteit aan duinvalleien aanwezig, die verschillen in de mate van infiltratie, dan wel kwel. Ook bevinden zich er enkele relatief grote duinplassen zoals De Muy en De Geul. In de Voortoets Nbw 1998 locatie Kogerstrand Texel - 22 juli

9 Westerduinen zijn naald- en loofbossen aanwezig. Aan de zuidkant ligt een grote zandplaat, de Hors, die grotendeels deel uitmaakt van het Natura gebied Waddenzee. Binnen de begrenzing van het gebied vallen ook de Hanenplas en de Korverskooi. De Hanenplas bestaat uit lage duinen, duinvalleien, duingraslanden, struwelen en ruigten. De Korverskooi is een eendenkooi bestaande uit een grote afwisseling van terreintypen op een kleine oppervlakte, met een kooibos en daaromheen duinen, valleien en graslanden. Daarnaast behoren ook enkele poldergebieden in het Lage Land van Texel en brakke terreinen langs de waddijk tot het gebied. Dit betreft respectievelijk kreekrestanten met omliggende rietkragen, moerassen en graslanden en plasjes met brakke graslanden ontstaan door dijkafsnijding. Voor dit Natura 2000-gebied zijn in de aanwijzingsbesluiten instandhoudingsdoelen opgenomen voor 23 habitattypen, 2 habitatrichtlijnsoorten en 12 broedvogel- en/of niet-broedvogelsoorten. Een kopie van de essentietabel met daarin de kernopgaven van deze habitattypen, habitatsoorten en vogelsoorten, is opgenomen in bijlage Voortoets Nbw 1998 locatie Kogerstrand Texel - 22 juli 2016

10 3.1 3 P l a n g e b i e d U i t g e v o e r d e w e r k z a a m h e d e n Op camping Kogerstrand zijn in de periode 6 januari tot en met 17 maart 2016 en in de winter van 2015, tentplaatsen omgevormd naar caravan-, dan wel camperplaatsen. Dit heeft plaatsgevonden op twee locaties (zie figuur 1 in hoofdstuk 1 voor de ligging van de locaties). Navolgend volgt een samenvatting van de uitgevoerde werkzaamheden per locatie. Op deze locatie zijn voormalige tentplaatsen omgevormd tot 15 camperplaatsen, zie navolgende foto. Hiervoor zijn de opstelplaatsen vlakker gemaakt, verhoogd en/of vergroot. Daarnaast is op een enkele plek een duintje/walletje aangelegd. Verder is een schorspad vervangen voor een pad bestaande uit klinkers. LOCATIE NOORD L o c a t i e n o o r d Deze locatie bestaat uit twee deelgebieden, A (zuidzijde) en B (noordzijde). Op deze locatie zijn aan de noordkant (B), in de winter van 2015 alle 52 kampeerplaatsen iets afgevlakt en zijn hier en daar tussenwalletjes aangelegd. Tevens is er een halfverhard pad aangelegd van ekostabile. LOCATIE ZUID Voortoets Nbw 1998 locatie Kogerstrand Texel - 22 juli

11 L u c h t f o t o v a n d e g e w i j z i g d e s i t u a t i e z u i d z i j d e B ( b r o n : v i d e o l u x T e x e l ) Aan de zuidzijde van de zuidelijke locatie (deelgebied A), zie navolgende foto, zijn voormalige tentplaatsen omgevormd tot 24 caravanplaatsen. Hiervoor zijn de opstelplaatsen vlakker gemaakt, verhoogd, verlaagd en/of vergroot. Daarnaast is op een enkele plek een duintje/walletje aangelegd. De overige kampeerplaatsen zijn iets afgevlakt. Verder is schorspad vervangen voor een pad bestaande uit halfverharding (graskeien). L u c h t f o t o v a n d e g e w i j z i g d e s i t u a t i e ( d e e l g e b i e d A ) ( b r o n : v i d e o- l u x T e x e l ) Voortoets Nbw 1998 locatie Kogerstrand Texel - 22 juli 2016

12 Op beide locaties zijn de werkzaamheden uitgevoerd met behulp van een mobiele kraan, midigraver, minikraan, kleine shovel en trekker met kilverbakje. 3.2 H u i d i g e s i t u a t i e Onderstaand wordt per locatie een beschrijving gegeven van de huidige situatie en de situatie voor uitvoering van de werkzaamheden. Daarnaast wordt beschreven of er habitattypen/-soorten aanwezig zijn waarvoor Natura gebied Duinen en Lage Landen Texel is aangewezen. Deze locatie ligt in relatief lage duinen, ingeklemd tussen een parkeerplaats, hotel en inrit naar het hotel. Op deze locatie zijn naast de kampeerplaatsen een sanitairgebouw, speelplaats en trekkershutten aanwezig. Verder is er een pad bestaande uit klinkers. LOCATIE NOORD De duinen aan de westzijde zijn begroeid met soorten als duindoorn, helm, gewone braam, kamperfoelie en duinroos. Aan de zuid- en oostrand van deze locatie zijn soorten aanwezig als (aangeplante) rozenbottel, koolzaad, kropaar, ridderzuring, klaproos, grote brandnetel en diverse grassen. Naar verwachting waren genoemde plantensoorten ook aanwezig op de plekken waar werkzaamheden zijn uitgevoerd. Deze noordelijke locatie ligt niet in een Natura 2000-gebied. Op deze locatie zijn evenmin soorten of combinaties van soorten aangetroffen die duiden op de aanwezigheid van een habitattype of habitatsoort. Mede door de hoge verstoringsgraad (aanwezigheid van mensen) is voor de in bijlage 1 genoemde broedvogels geen geschikt broedbiotoop aanwezig. Deze soorten worden hooguit langsvliegend of sporadisch foeragerend verwacht. Dit geldt eveneens voor andere broedvogelsoorten Voortoets Nbw 1998 locatie Kogerstrand Texel - 22 juli

13 F i g u u r 3. L o c a t i e n o o r d LOCATIE ZUID De zuidelijke locatie ligt in wat hogere duinen, in de meest zuidoostelijke punt van de camping. Op deze locatie zijn naast de kampeerplaatsen enkele sanitairgebouwen aanwezig. Verder loopt een pad bestaande uit halfverharding door het gebied. De locatie grenst aan de zuid- en oostzijde aan duingebied. Langs de randen van de caravanplaatsen en op de duinen zijn typische duin-/ zandplantensoorten aanwezig zoals mannetjesereprijs, zeemelkdistel, kromhals, duinkruiskruid, gewone reigersbek, gewone braam, grote brandnetel, kleine leeuwentand, kamperfoelie, buntgras, zandzegge, duinroos en eikvaren. Daarnaast is op een duin kraaihei in combinatie met eikvaren aangetroffen en is op een aantal andere hellingen eikvaren in combinatie met onder andere kamperfoelie en duinroos aangetroffen. Het noordelijke deel van locatie zuid (deelgebied B) is zandiger en bevat rond de paden en standplaatsen minder vegetaties Voortoets Nbw 1998 locatie Kogerstrand Texel - 22 juli 2016

14 F i g u u r 4. L o c a t i e z u i d Op de habitattypenkaart van Texel (Dienst Landelijk Gebied & Staatsbosbeheer 2016) is weergegeven dat op de zuidelijke locatie de habitattypen H2130A - Grijze duinen (kalkrijk) en H2130B - Grijze duinen (kalkarm) aanwezig zijn. Tijdens het veldonderzoek zijn van beide habitatypen plantensoorten aangetroffen die kenmerkend zijn voor een aantal vegetatietypen. Het betreffen plantensoorten als duinroos, helm, buntgras en zandzegge. Deze soorten zijn kenmerken voor de vegetatietypen: 14-RG11-[14Cb] Rompgemeenschap met Duinroosje van het Verbond der droge, kalkrijke duingraslanden; 23-RG1- [23/14] Rompgemeenschap met Helm en Zandzegge van de Helm-klasse/de Klasse der droge graslanden op zandgrond; 14Aa2 Duin-Buntgras-associatie; 14- RG1-[14] Rompgemeenschap met Zandzegge van de Klasse der droge graslanden op zandgrond. Daarnaast zijn ook enkele delen vegetatieloos. Naast de reeds genoemde typische soorten duinroos en buntgras komt ook konijn als typische soort voor. Van konijn zijn in deelgebied A geen holen aangetroffen. In deelgebied B echter wel. Daarnaast is tijdens het veldbezoek op een duin kraaihei in combinatie met eikvaren aangetroffen. Dit is een vegetatietype (20Ab1 Associatie van Zandzegge en Kraaihei) van het habitattype H2140B - Duinheiden met kraaihei (droog). Feitelijk kan gezegd worden dat nagenoeg de gehele zuidelijke locatie onderdeel uitmaakt van habitattype H2130A - Grijze duinen (kalkrijk) en H2130B - Grijze duinen (kalkarm), mede omdat vegetatieloos (dit betreffen met name de kampeerplaatsen) hier ook onder valt. De uitzondering hierop is de halverharde weg en de duin waar het habitattype habitattype H2140B - Duinheiden Voortoets Nbw 1998 locatie Kogerstrand Texel - 22 juli

15 met kraaihei (droog) is aangetroffen. Daarbij maken de hier aanwezige habitattypen onderdeel uit van een groter oppervlak van het betreffende habitattype aanwezig in Natura 2000-gebied Duinen en Lage Land Texel. Over het algemeen kan gezegd worden dat de meest waardevolle delen op de duintopjes zijn gelegen. Rond de paden en kampeerplaatsen is meer sprake van open zandige delen met soortenarme vegetaties. Dit geldt nog meer voor deelgebied B. In de zuidelijke locatie zijn wegens het ontbreken van geschikt biotoop de habitatsoorten noordse woelmuis en groenknolorchis niet te verwachten. Door het gebruik van de locatie als camping (hoge recreatiedruk en daardoor verstoring) wordt de aanwezigheid van broedende vogels vrijwel nihil geacht. Mogelijk komen soorten als roodborsttapuit en tapuit wel tot broeden in de omgeving. F i g u u r 5. A s s o c i a t i e v a n k r a a i h e i m e t e i k v a r e n, a a n g e t r o f f e n o p d e z u i d e l i j k e l o c a t i e Voortoets Nbw 1998 locatie Kogerstrand Texel - 22 juli 2016

16 4 T o e t s i n g Voor een verkenning van de kansen op mogelijke significante effecten is gebruik gemaakt van de Effectenindicator (1) van het Ministerie van Economische Zaken en is een veldonderzoek uitgevoerd. De effectenindicator geeft informatie over de gevoeligheid van habitattypen en soorten voor de meest voorkomende storende factoren, gebaseerd op absolute getallen voor biotische randvoorwaarden en kennis van ruimtelijke randvoorwaarden. Deze informatie is indicatief. N i e u w e s i t u a t i e z u i d e l i j k d e e l, l i n k s a f g e v l a k t e s t a n d p l a a t s, r e c h t a a n g e l e g d e w a l Tijdens de veldbezoeken, uitgevoerd door een ecoloog van BügelHajema Adviseurs op 14 juni en 20 juli 2016, is een inventarisatie uitgevoerd van de aanwezige en te verwachten flora en fauna. Daarnaast is gebruikgemaakt van bestaande bronnen zoals databanken, verspreidingsatlassen, waarnemingsoverzichten, rapporten en websites. In onderstaande paragrafen wordt achtereenvolgens een effectbeoordeling gegeven van de - reeds uitgevoerde werkzaamheden en van de gebruiksfase in relatie tot Natura 2000-gebied Duinen en Lage Land Texel. 4.1 U i t g e v o e r d e w e r k z a a m h e d e n Gezien de aard van de uitgevoerde werkzaamheden kan in voorliggende situatie sprake zijn geweest van de storingsfactoren: oppervlakteverlies, verzuring, vermesting, geluid, trilling, optische verstoring en verstoring door mechanische effecten Voortoets Nbw 1998 locatie Kogerstrand Texel - 22 juli

17 De storingsfactoren geluid, trilling, optische verstoring en verstoring door mechanische effecten zijn alleen van toepassing op eventuele aanwezige vogelsoorten. Gezien de periode waarin de werkzaamheden zijn uitgevoerd, 6 januari tot 17 maart 2016 en in de winter van 2015, buiten het broedseizoen van (de meeste) vogels, is echter niet te verwachten dat de werkzaamheden negatieve effecten op broedvogels hebben gehad. Eveneens is niet te verwachten dat door de kortdurende werkzaamheden en de hierbij gebruikte materialen sprake van is negatieve effecten door verzuring en vermesting. Voor de zuidelijke locatie, waar werkzaamheden in het Natura 2000-gebied zijn uitgevoerd, kan wel sprake zijn geweest van oppervlakteverlies door het vergraven van grond. Ter plaatse van het habitattype H2140B - Duinheiden met kraaihei (droog) en de vervangen weg (van schorspad naar halfverharding) is vermoedelijk een klein oppervlak (bij benadering circa 12 m 2 ) van dit habitattype verdwenen (deelgebied A). In het nagenoeg vegetatieloze deel groeiden ten tijde van het veldbezoek enkele exemplaren van eikvaren. Op andere plekken waar werkzaamheden zijn uitgevoerd groeit momenteel niets of zijn jonge exemplaren van duinroos aangetroffen. Naar verwachting was een deel van deze vegetatieloze plekken ook vegetatieloos voorafgaand aan de werkzaamheden. Desalniettemin zal ook hier een oppervlak (bij benadering 200 m 2 ) aan vegetatie zijn verwijderd die typerend is voor de aanwezige habitattypen H2130A - Grijze duinen (kalkrijk) en H2130B - Grijze duinen (kalkarm). N i e u w e s i t u a t i e z u i d e l i j k d e e l Omdat de werkzaamheden reeds zijn uitgevoerd is het lastig om te bepalen wat er precies aan oppervlakte is verwijderd. Gezien de kleine schaal waarop de werkzaamheden zijn uitgevoerd en het resterende oppervlak aan habitaten vegetatietypen, wordt ingeschat dat de werkzaamheden geen significant negatieve effect op de habitattypen hebben gehad. Daarnaast zijn de locaties waar graafwerkzaamheden zijn uitgevoerd niet ongeschikt geworden voor de eerder genoemde habitattypen. Deze stukken maken nog steeds onderdeel uit van de duinen en zijn geschikt voor begroeiing met vegetatie. In het nog op te stellen beheerplan voor de camping zal hier aandacht aan besteed moeten worden. Bij deze overweging speelt een rol dat op de locaties waar de werk Voortoets Nbw 1998 locatie Kogerstrand Texel - 22 juli 2016

18 zaamheden hebben plaatsgevonden waarschijnlijk geen kwalitatief hoogwaardig habitattype aanwezig was. Dit valt af te leiden uit de aard van de ongeschonden delen van de duinvegetaties. Tevens kan worden opgemerkt dat het totaal aantal kampeerplekken sterk is verminderd. Het voormalige terrein was daarbij sterk gericht op jongeren. De betreding en plaatselijke vervuiling is in de nieuwe situatie afgenomen. N i e u w e s i t u a t i e z u i d e l i j k d e e l Ten aanzien van deze conclusie is het verder van belang op te merken dat er een Natura 2000 Ontwerp Beheerplan Texel is opgesteld (Provincie Noord- Holland, 2016). In dit beheerplan wordt het volgende gesteld: G r i j z e d u i n e n k a l k r i j k T r e n d De trend is positief op plekken waar extensieve begrazing met runderen plaatsvindt en tevens het konijn als kleine grazer (Bilius e.a. 2012). Binnen twee onderzoeksgebieden, het Loodsmansduin (345) en de Eijerlandse duinen (240 ha) is door Everts e.a., 2013, een toename van de oppervlakte en kwaliteit van het habitattype H2130B Grijze duinen kalkarm geconstateerd. In het Loodmansduin is de totale oppervlakte in 8 jaar toegenomen van 98 naar 112,5 ha. Deze veranderingen lijken erop te wijzen dat de in 1993 ingezette begrazing de toen bestaande verruiging en vergrassing in de duinen terugdringt Het ontstaan van actieve windkuilen lijkt niet een belangrijke oorzaak van deze vegetatieveranderingen te zijn. Daarvoor is de omvang van dit fenomeen te beperkt (Everts e.a., 2013). In de Eijerlandse duinen is de oppervlakte in 8 jaar met een kleine 4 ha toegenomen. De toename en vooral de lichte kwaliteitsverbetering worden door Everts e.a., 2013 toegeschreven aan de overstuiving vanuit de naastgelegen zeereep. P e r s p e c t i e v e n Het perspectief voor dit habitattype is gunstig, omdat de reeds uitgevoerde begrazings- en herstelprojecten positief werken, zowel direct op de vegetatie als indirect door stimuleren van secundaire verstuiving. Uitbreiding van de oppervlakte en verbetering van de kwaliteit van dit type kan plaatsvinden door herstelmaatregelen uit te voeren in gedegradeerde (vergraste, verstruikte) vormen van het habitattype grijze duinen Voortoets Nbw 1998 locatie Kogerstrand Texel - 22 juli

19 P e r s p e c t i e f G r i j z e d u i n e n K a l k a r m Het perspectief op Texel is redelijk gunstig omdat de begrazings- en herstelprojecten positief werken, zowel direct op de vegetatie als indirect door stimuleren van secundaire verstuiving. Voor de langere termijn is het belangrijk om nieuwe ontwikkelingen van dit habitattype te realiseren door natuurlijke successie vanuit kalkrijke grijze duinen. Met de toenemende kennis van effecten van maatregelen op specifieke soorten en op het voedselweb als geheel is het wel van groot belang de resultaten in de volle breedte goed te blijven monitoren en evalueren en de gebruikte methoden en toepassingswijzen periodiek te toetsen. De conclusie kan luiden dat er op diverse plaatsen op Texel goede perspectieven zijn voor uitbreiding en kwaliteitsverbetering van deze habitattypes. De doelstellingen (kwaliteitsverbetering en uitbreiding) kunnen dus worden gehaald. In dat licht kan de zeer geringe aantasting van de habitattypen binnen de camping als niet significant worden beschouwd. CONCLUSIE Op basis van voorgaande beschrijving wordt niet verwacht dat als gevolg van de graafwerkzaamheden sprake is geweest van negatieve effecten op de aanwezige habitattypen en zeker geen sprake is van significante negatieve effecten. 4.2 G e b r u i k s f a s e Gezien de aard van de gebruiksfase zowel voor de autonome ontwikkeling als erna (recreatie in de vorm van verblijf in caravans en verkeersbeweging om de caravan ter plaatse te brengen en weer op te halen) kan in voorliggende situatie sprake zijn van de verstoringsfactoren: verzuring, vermesting, geluid en optische verstoring. CONCLUSIE Ten opzichte van de situatie voor de autonome ontwikkeling is in de situatie erna een verbetering opgetreden. Het aantal kampeerplekken is afgenomen, wat zorgt voor afname van het aantal mensen (minder betreding en verstoring) en verkeersbewegingen (minder vervuiling en verstoring). Op basis hiervan wordt verwacht dat de gewijzigde (gebruiks)situatie niet leidt tot negatieve effecten op habitattypen of soorten waarvoor instandhoudingsdoelen zijn opgesteld. Verwacht wordt dat er in de gebruiksfase een verbetering optreedt ten opzichte van de situatie voor de werkzaamheden Voortoets Nbw 1998 locatie Kogerstrand Texel - 22 juli 2016

20 5 C o n c l u s i e Ten gevolge van de reeds uitgevoerde werkzaamheden in de periode van januari t/m maart 2016 en in de winter van 2015, zijn geen significante negatieve effecten opgetreden op instandhoudingsdoelstellingen van in het kader van de Nbw 1998 beschermde Natura 2000-gebied Duinen en Lage Land Texel Voortoets Nbw 1998 locatie Kogerstrand Texel - 22 juli

21 6.1 6 B r o n n e n M e d i a 1. Op deze site van het Ministerie van Economische Zaken is informatie te vinden over Natura 2000-gebieden. Dit betreft onder andere: - De meest actuele documenten en kaarten. - De effectenindicator Natura 2000 ecologische randvoorwaarden en storende factoren. Dit is een hulpmiddel voor initiatiefnemers, vergunningverleners en planmakers die te maken krijgen met activiteiten in of nabij Natura 2000-gebieden Het Natuurloket is een onafhankelijke informatiemakelaar die gegevens over beschermde soorten toegankelijk maakt. Deze gegevens zijn afkomstig uit de nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). Het is een initiatief van onder meer de Gegevensautoriteit Natuur en de Vereniging Onderzoek Flora en Fauna (VOFF) Quickscanhulp.nl is een internetapplicatie die gegevens over beschermde soorten van de laatste vijf jaar in een aan te geven gebied toegankelijk maakt. Deze gegevens zijn afkomstig uit de nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). Het is een initiatief van onder meer de Gegevensautoriteit Natuur en de organisaties binnen de VOFF ( 6.2 L i t e r a t u u r 4. Dienst Landelijk Gebied & Staatsbosbeheer (2016). Natura ontwerpbeheerplan Texel (2). Ministerie van Economische Zaken, Den Haag. 5. Ministerie van LNV (2008). Besluit Natura 2000-gebied Duinen en Lage Land Texel. Directie Regionale Zaken 1 DRZO/ Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Voortoets Nbw 1998 locatie Kogerstrand Texel - 22 juli

22 B i j l a g e n 1. Essentietabel van Natura 2000-gebied Duinen en Lage Land Texel (Ministerie van Economische Zaken) 2. Tabel effectenindicator van Natura 2000-gebied Duinen en Lage Land Texel

23 B i j l a g e 1. E s s e n t i e t a b e l v a n N a t u r a g e b i e d Dui n e n e n L a g e L a n d T e x e l ( M i n i s t e r i e v a n E c o n o m i s c h e Z a k e n )

24 B i j l a g e 2. T a b e l e f f e c t e n i n d i c a t o r v a n N a t u r a g e b i e d D u i n e n e n L a g e L a n d T e x e l De effectenindicator geeft een beeld van de mogelijke significante effecten. Het geeft informatie over de gevoeligheid van soorten en habitattypen voor de meest voorkomende storende factoren, gebaseerd op absolute getallen voor biotische randvoorwaarden en kennis van ruimtelijke randvoorwaarden. Deze informatie is indicatief.

25 C o l o f o n