VR DOC.0599/3

Transcriptie

1 VR DOC.0599/3 Voorontwerp van MEMORIE VAN TOELICHTING I. Algemene bespreking 1. Het VN-Verdrag inzake de Rechten van Kind Bijna 23 jaar geleden keurde de Algemene Vergadenng van de Verenigde Naties (VN) op 20 november 1989 een resolutie goed waarbij het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (VRK) werd aangenomen en opengesteld voor ondertekening Het VRK verzekert de burgerlijke, politieke, economische, sociale en culturele rechten van het kind Het waarborgt de rechten van kinderen Inzake bescherming, voorzieningen en participatie Het VRK IS het VN-mensenrechtenverdrag dat met 193 staten het grootste aantal partijen telt. Enkel de Verenigde Staten en Somalië hebben het verdrag niet ondertekend. België ondertekende het VRK op 26 januari De Vlaamse Gemeenschap keurde het bij decreet van 15 mei 1991 als eerste Belgische overheid goed Vervolgens volgden de andere overheden van België Het Verdrag trad in werking In België op 15 Januari Op 25 mei 2000 werden twee facultatieve protocollen bij het VRK aangenomen Het eerste bestrijdt de betrokkenheid van kinderen In gewapende conflicten en het tweede verbiedt de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie Belgle IS partij bij belde protocollen Het VN-Comlté Inzake de Rechten van het Kind controleert de toepassing van het verdrag en de facultatieve protocollen. Op 11 juni 2010 heeft het Comité zijn slotbeschouwingen geformuleerd bij de door België ingediende en verdedigde rapporten. Het betrof het gecombineerde derde en Vierde penodieke rapport betreffende het VRK zelf (2008) en het initiële rapport inzake het Facultatief Protocol betreffende de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie De redactie en presentatie van de rapporten, waaraan de Vlaamse overheid actief heeft meegewerkt, werd gecoördineerd door de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind 2. De noodzaak van een mededelingsprocedure Het VRK IS het enige Internationale mensenrechtenverdrag dat geen "mededelingsprocedure" heeft. In de terminologie van de VN-mensenrechtenverdragen duidt de term "mededelingsprocedure" ("communicatlons procedure") op een quasi-junsdlctlonele klachtenprocedure bij het toezichthoudende Comité. Door de afwezigheid van een dergelijke procedure gebeurt de Internationale controle op de uitvoering van het VRK nu enkel via de verplichte periodieke rapportage door de lidstaten aan het Comité inzake de Rechten van het Kind Voor kinderen of hun vertegenwoordigers IS het evenwel niet mogelijk om op internationaal vlak bij het Comité een klacht ("mededeling") In te dienen wanneer de rechten van de minderjangen worden geschonden Het is weliswaar zo dat ook kinderen een beroep kunnen doen op soortgelijke procedures voor analoge rechten uit andere verdragen Dat IS bijvoorbeeld het geval voor het recht op onderwijs Uit het VN-Verdrag inzake economische, sociale en culturele, rechten (VESCR) en het recht op leven uit het VN-Verdrag inzake burgerlijke en politieke rechten (VBPR) In die 1

2 mededelingsprocedures kan echter geen rekening worden gehouden met de specificiteit van het VRK. Dit komt neer op een verminderde Internationale bescherming van kinderen en vermindert de doeltreffendheid van het verdrag. De invoering van een mededelingsprocedure naar het model van wat er In de context van de andere VNmensenrechtenverdragen bestaat, IS dan ook een doeltreffend middel om de uitvoering van het VRK te verbeteren. 3. Het ontstaan van het Facultatief Protocol Sinds 2006 heeft een coalitie van meer dan 80 Internationale en nationale nietgouvernementele organisaties (ngo's), gesteund door ruim 600 organisaties, actief gelobbyd om een klachtenmechanisme in te stellen De coalitie kreeg daarbij onder rneer de steun van het Comité inzake de Rechten van het Kind De Mensenrechtenraad van de VN besliste In zijn resolutie van 17 juni 2009 een werkgroep op te richten die de mogelijkheid diende te onderzoeken om een facultatief protocol bij het VRK op te stellen Elke geïnteresseerde staat kon deelnemen aan de werkzaamheden van de werkgroep die een eerste maal vergaderde van 16 tot 18 december 2009 De Mensenrechtenraad verruimde in maart 2010 het mandaat van de werkgroep. In de Belgische context werden deze vergaderingen bijgewoond door een vertegenwöordlger van de dienst Mensenrechten van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie, maar elke vergadering werd voorbereid door een COORMUL TI-vergadering waar de Vlaamse overheid mee het standpunt bepaalde Het standpunt werd mee gevoed door een advies van het KinderrechtencommissarIaat, dat mede-ondertekend was door andere Jeugd- en kinderrechtenorganisaties, en een advies van een expertenwerkgroep van de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind. Deze adviezen werden op 4 februari 2011 meegedeeld aan de Vlaamse Regering (VR MED 0063). Op 17 juni 2011 hechtte de VN-Mensenrechtenraad zijn goedkeuring aan het Facultatief Protocol De Algemene Vergadering van de VN nam het Protocol aan op 19 december De inhoud van het Facultatief Protocol Personen kunnen op om het even welke leeftijd, dus ook wanneer ZIJ Inmiddels al meerderjarig zijn geworden, mededelingen (met andere woorden klachten) over de schending van hun kinderrechten voorleggen aan het Comité inzake de Rechten van het Kind, met de inmiddels klassieke voorwaarde dat de nuttige Interne rechtsmiddelen werden uitgeput Het Comité stelt bij de behandeling van deze mededelingen het belang van het kind voorop Het houdt rekening met de rechten en de meningen van het kind, waarbij passend belang wordt gehecht aan de mening van het kind In overeenstemming met zijn leeftijd en rijpheid In zijn procedureregels worden veiligheidsmaatregelen ingebouwd om te vermijden dat een kind wordt gemanipuleerd door zijn of haar vertegenwoordigers. De verdragsluitende staten dienen van hun kant de nodige maatregelen te treffen om te verzekeren dat hun onderdanen niet het slachtoffer worden van mensenrechtenschendingen, mishandeling of intimidatie vanwege hun contacten met het Comité Een mededeling kan worden gedaan door of namens een persoon of een groep personen Na ontvangst van de mededeling kan het Comité de betrokken staat vragen voorlopige maatregelen te nemen om te vermijden dat slachtoffers van een vermeende schending van de rechten onherstelbare schade oplopen Het Comité brengt de betrokken staat zo vlug mogelijk op de hoogte Die staat antwoordt binnen de kortste keren en in elk geval binnen de 2

3 zes maanden. Het Comité geeft zijn mening en doet aanbevelingen aan de betrokken staten die ook hierop hun antwoord bezorgen. Volledig parallel met de andere mensenrechtenverdragen voert het protocol ook een tussenstatelijke klachtenprocedure In, al IS het weinig waarschijnlijk dat deze vaak In de praktijk zal worden gebruikt Elke verdragspartij kan te allen tijde verklaren dat zij In deze de bevoegdheid van het Comité erkent Zoals voor de andere mensenrechtenverdragen stellen WIJ voor de bevoegdheid ook hier te erkennen. Naast deze klachtenprocedures bestaat er ook een onderzoeksprocedure. Indien het Comité betrouwbare informatie ontvangt over het feit dat een verdragspartij Zich schuldig maakt aan ernstige of systematische schendingen van de rechten, zal het die staat uitnodigen om samen te werken bij het onderzoeken van die Informatie. Het Comité kan een of meer van zijn leden aanduiden om een onderzoek In te stellen en dringend verslag Uit te brengen Na een grondige analyse van de resultaten van dat onderzoek, zal het Comité zijn bevindingen meedelen aan de staat in kwestie, samen met zijn commentaar en zijn aanbevelingen Indien noodzakelijk, kan het Comité de betrokken staat vragen Informatie te bezorgen over de genomen maatregelen Elke verdragspartij kan op het ogenblik van de ondertekening of de ratificatie van het protocol verklaren dat ZIJ In deze de bevoegdheid van het Comité niet erkent. Er IS geen reden om deze bevoegdheid aan het Comité te ontzeggen, meer nog, deze procedure heeft een belangrijke toegevoegde waarde. Het voorontwerp van decreet voorziet In artikel 3 In de Uitdrukkelijke erkenning van de bevoegdheid van het Comité Inzake de Rechten van het Kind om overeenkomstig artikel 12 van dit Facultatief Protocol mededelingen van een andere verdragsluitende staat te ontvangen die stelt dat een andere staat niet voldoet aan zijn verplichtingen, of om overeenkomstig de artikelen 13 en 14 van dit Facultatief Protocol een onderzoek te voeren naar ernstige en systemallsche schendingen door een verdragsluitende staat van de In het verdrag of In de facultatieve protocollen omschreven rechten Het Comité kan met de toelating van de betrokken verdragspartij zijn bevindingen of aanbevelingen bezorgen aan de gespecialiseerde agentschappen, fondsen, programma's en andere bevoegde Instellingen van de VN, en hen verzoeken om raad en bijstand In het rapport dat het Comité elke twee Jaar Uitbrengt aan de Algemene Vergadering van de VN, geeft het een overzicht van zijn activiteiten In het kader van het Facultatief Protocol Elke verdragspartij streeft naar een ruime bekendmaking van het Facultatief Protocol, en vergemakkelijkt de toegang tot informatie over de standpunten en aanbevelingen van het Comité 5. De Vlaamse houding ten aanzien van het Comité voor de Rechten van het Kind BIJ de Belgische standpuntbepaling In het kader van het COORMUL TI-overleg heeft de Vlaamse overheid er steeds op aangedrongen dat bij de opmaak van een protocol over een mededelings- en klachtenprocedure moet worden uitgegaan van vertrouwen In de kennis en de ervaring van de leden van het Comité Dat vertrouwen In het Comité heeft ook aan de basis gelegen van de wil van de Vlaamse Regering om een antwoord te formuleren op de slotbeschouwingen van het Comité ten aanzien van België op 11 Juni 2011 Er werd meegewerkt aan de bespreking en opvolging ervan In het kader van de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind Door de goedkeuring van het Vlaams Actieplan Kinderrechten (VAK) op 15 juli 2011 was de Vlaamse Regering de eerste om haar aanpak In een actieplan om te zetten. 3

4 Het VAK sluit aan bij het Vlaams Jeugdbeleidsplan Het waarborgt dat de Vlaamse Regering haar verbintenissen op het vlak van kinderrechten nakomt Het moet duidelijkheid scheppen over wat de Vlaamse Regering binnen de lopende regeerperiode zal realiseren om haar beleid in overeenstemming te brengen met de slotbeschouwingen van het Comité van Juni 2010, In het licht van het volgende rapportagemoment (juli 2017) In uitvoering van artikel 3, lid 4 van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid zal er vanaf de volgende legislatuur ( ) overigens sprake zijn van een gelntegreerd Vlaams Jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan "In het Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan beschrijft de Vlaamse Regering ook hoe ze invulling geeft aan de slotbeschouwingen van het Comité voor de Rechten van het Kind van de Verenigde Naties, geformuleerd naar aanleiding van het rapport dat door Belgie werd ingediend overeenkomstig artikel 44 van het Verdrag Inzake de Rechten van het Kind, en aan de andere Internationale beleidskaders In verband met de rechten van het kind." De operationele doelstelling (00) 1.5 van het VAK stelt dat de Vlaamse overheid het debat aangaat met de andere overheden betreffende het verdrag en zijn protocollen en de slotbeschouwingen van het Comité die gemengd van aard zijn. De Vlaamse overheid engageert zich om snel over te gaan tot de goedkeuring van het decreet tot instemming met het Facultatief Protocol, en dit ook bij de andere Belgische overheden te bepleiten met het oog op een snelle ratificatie door België en de uitvoering ervan. Kinderrechten zijn ook een ce(1traal thema in het Vlaamse Internationale beleid. In het beleidsdocument "Mensenrechten en het Vlaamse Internationale beleid", dat op 9 december 2011 door de minister-president werd voorgelegd aan het Vlaams Parlement, worden kinderrechten naar voren geschoven als één van de vier prioritaire mensenrechtenthema's, wat onder meer tot uitdrukking komt In de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking. Ook in dat beleidsdocument wordt expliciet aangegeven dat Vlaanderen wil dat het klachtenprotocol bij het VRK zo snel mogelijk werkelijkheid wordt 11. Artikelsgewijze bespreking Het Facultatief Protocol telt 24 artikelen In de preambule wijzen de verdragspartijen erop dat de erkenning van de inherente waardigheid en de onvervreemdbare rechten van alle mensen de basis vormt van vrijheid, rechtvaardigheid en vrede in de wereld. De partijen erkennen de rechten van elk kind zonder enige vorm van discriminatie Zij zijn van mening dat de belangen van het kind moeten primeren bij het zoeken naar oplossingen voor schendingen van de rechten van het kind en moedigen de verdragsluitende staten aan om nationale mechanismen te ontwikkelen Nationale mensenrechtenorganisaties en andere relevante gespecialiseerde Instellingen kunnen een belangrijke rol spelen Ter versterking en aanvulling van de nationale mechanismen en ter bevordering van de uitvoering van het Verdrag en zijn facultatieve protocollen, is het passend het Comité inzake de Rechten van het Kind de mogelijkheid te bieden om de taken uit te oefenen waarin het Facultatief Protocol voorziet. Deel I - Algemene bepalingen Artikel 1 - Bevoegdheid van het Comité Inzake de Rechten van het Kind De verdragspartijen erkennen de bevoegdheid van het Comité Het Comité oefent zijn bevoegdheid niet uit ten aanzien van een verdragspartij voor aangelegenheden die betrekking hebben op schendingen van rechten die voortspruiten uit verdragen waarbij de 4

5 betrokken staat geen partij IS. Mededelingen van een staat die geen partij is bij het protocol, zijn onontvankelijk. Artikel 2 - Algemene beginselen betreffende de taken van het Comité Bij het uitoefenen van zijn taken stelt het Comité het belang van het kind voorop. Het houdt rekening met de rechten en de meningen van het kind, waarbij passend belang wordt gehecht aan de mening van het kind in overeenstemming met zijn leeftijd en rijpheid. Artikel 3 - Procedure regels Het Comité stelt zijn procedureregels vast waarin het waarborgen Inbouwt om te voorkomen dat het kind wordt gemanipuleerd door ZIJn of haar vertegenwoordigers Het Comité kan weigeren een mededeling te onderzoeken indien het van oordeel is dat zulks niet rijmt met het belang van het kind Artikel 4 - Beschermende maatregelen De verdragspartijen nemen de nodige maatregelen om te vermijden dat Iemand het slachtoffer wordt van mensenrechtenschending, mishandeling of Intimidatie als gevolg van een mededeling of van samenwerking met het Comité De identiteit van de indiener(s) wordt niet bekendgemaakt zonder hun expliciete toestemming Deel 11 - Mededelingsprocedure Artikel 5 - Individuele mededelingen Mededelingen kunnen worden gedaan door een individuele persoon of een groep personen die het slachtoffer zijn van een schending van de rechten die zijn opgenomen in het Verdrag of In één van de twee facultatieve protocollen waarbij een verdragssluitende staat partij IS. Mededelingen kunnen enkel worden gedaan met de toestemming van het slachtoffer tenzij de Indiener kan aantonen dat hij of ZIJ in naam van het slachtoffer optreedt zonder diens toestemming. Artikel 6 - Voorlopige maatregelen Het Comité kan nadat het een mededeling heeft ontvangen en vóór het een beslissing heeft genomen, een verdragspartij dringend verzoeken voorlopige maatregelen te nemen teneinde onherstelbare schade voor het slachtoffer te voorkomen. Dit houdt niet In dat de mededeling als ontvankelijk of gegrond wordt beschouwd. Artikel 7 - Ontvankelijkheid Het Comité beschouwt een mededeling onontvankelijk Indien ZIJ anoniem is, niet schriftelijk is gedaan, misbruik Inhoudt van het recht om een mededeling te doen, onverenigbaar is met de bepalingen van het Verdrag of de facultatieve protocollen, betrekking heeft op een aangelegenheid die eerder werd onderzocht, slecht IS onderbouwd, te laat werd ingediend, indien niet alle beschikbare nationale middelen zijn Uitgeput of de feiten vóór de Inwerking van het protocol hebben plaatsgevonden. Artikel 8 - Kennisgeving van de mededeling Het Comité brengt een mededeling vertrouwelijk onder de aandacht van de betrokken verdragspartij die op haar beurt binnen de zes maanden schriftelijk verduidelijkingen brengt en oplossingen voorstelt. 5

6 Artikel 9 - Minnelijke schikking Het Comité biedt zijn diensten aan om de betrokken verdragspartijen aan te zetten om geschillen In der minne te regelen overeenkomstig de verplichtingen die zijn opgenomen in het Verdrag of de facultatieve protocollen Een overeenkomst op basis van een minnelijke schikking die werd bereikt onder auspiciën van het Comité, maakt een einde aan het onderzoek van de mededeling. Artikel 10 - Onderzoek van mededelingen Het Comité onderzoekt een mededeling zo snel mogelijk en achter gesloten deuren. Na afloop van dat onderzoek maakt het Comité onverwijld zijn bevindingen bekend aan de betrokken verdragspartijen, samen met zijn aanbevelingen. Indien de mededeling betrekking heeft op de vermeende schending van economische, sociale of culturele rechten, houdt het Comité rekening met de redelijkheid van de stappen die een verdragspartij heeft gezet. Artikel 11 - Opvolging De betrokken verdragspartij geeft gevolg aan de standpunten en aanbevelingen van het Comité, en bezorgt een schnftelijk antwoord waann ZIJ aangeeft welke maatregelen ZIJ al heeft genomen of In het vooruitzicht heeft gesteld Het Comité kan de verdragspartij om nadere toelichting verzoeken over de genomen maatregelen of over de tenuitvoerlegging van een overeenkomst op basis van een minnelijke schikking. Het kan ook vragen hierover toelichting te verschaffen In de opeenvolgende rapporten die de verdragspartij op basis van het Verdrag en zijn protocollen moet voorleggen. Artikel 12 - Interstatelijke mededelingen Een verdragspartij kan te allen tijde meedelen dat zij de bevoegdheid van het Comité erkent om mededelingen te ontvangen en te onderzoeken waann ZIJ verklaart dat een andere verdragspartij zijn verplichtingen niet nakomt. Het Comité zal geen mededelingen ontvangen betreffende een verdragspartij die zulke verklaring of mededeling niet heeft gedaan, van een andere verdragspartij die een dergelijke verklanng niet heeft afgelegd. Het Comité biedt zijn hulp aan om een regeling In der minne te vinden op basis van het naleven van de verplichtingen die zijn opgenomen In het Verdrag en de facultatieve protocollen Verklanngen worden neergelegd bij de secretans-generaal van de VNo Deel lil - Onderzoeksprocedure Artikel 13 - Onderzoeksprocedure voor ernstige of systematische schendingen Indien het Comité betrouwbare Informatie ontvangt over ernstige of systematische overtredingen door een verdragspartij, zal het die partij uitnodigen om samen de informatie te onderzoeken. Het Comité kan een of meer leden aanduiden om een onderzoek In te stellen en daarover verslag Uit te brengen Met toestemming van de betrokken verdragspartij kan het onderzoek ook een bezoek aan die partij Inhouden. Een onderzoek wordt vertrouwelijk gevoerd en er wordt gestreefd naar samenwerking met de betrokken verdragspartij. Het Comité bezorgt onverwijld zijn bevindingen, commentaren en aanbevelingen aan de partij In kwestie die binnen de zes maanden daarop reageert. Het Comité kan ook beslissen om In overleg met de betrokken verdragspartij, een samenvatting van de bevindingen van de onderzoeksprocedure op te nemen In zijn verslag aan de Algemene Vergadenng van de VN 6

7 Elke verdragspartij kan ter gelegenheid van de ondertekening, ratificatie of toetreding verklaren dat zij de bevoegdheid van het Comité wat betreft de onderzoeksprocedure zoals voorzien door deze bepaling niet erkent ten aanzien van de rechten die In het Verdrag enlof de facultatieve protocollen zijn vastgelegd. Artikel 14 - Opvolging van de onderzoeksprocedure Indien nodig kan het Comité na afloop van een periode van zes maanden de betrokken verdragspartij vragen om informatie te bezorgen of toelichting te verschaffen over de genomen maatregelen. Deel IV - Slotbepalingen Artikel 15 - Internationale bijstand en samenwerking Met toestemming van de betrokken verdragspartij kan het Comité zijn bevindingen of aanbevelingen bezorgen aan de gespecialiseerde agentschappen, fondsen en programma's van de VN of aan andere bevoegde instellingen teneinde technisch advies of bijstand te ontvangen of zaken onder hun aandacht te brengen Artikel 16 - Verslag aan de Algemene Vergadenng Elke twee jaar bezorgt het Comité een overzicht van zijn activiteiten aan de Algemene Vergadering van de VNo Artikel 17 - Wijde verspreiding van en informatie over het Facultatief Protocol Elke verdragspartij stelt alles In het werk om het protocol bekend te maken en de toegang tot informatie over de standpunten en aanbevelingen van het Comité te vergemakkelijken. Daarbij hanteert zij passende en actieve middelen en formats die toegankelijk zijn voor zowel volwassenen als kinderen, met Inbegrip van personen met een handicap Artikel 18 - Ondertekening, bekrachtiging en toetreding Het Facultatief Protocol staat open voor ondertekening, bekrachtiging en toetreding door staten die het Verdrag of een van de eerste twee facultatieve protocollen hebben ondertekend en bekrachtigd of ertoe zijn toegetreden Artikel Inwerkingtreding Het Facultatief Protocol treedt in werking drie maanden na het neerleggen van de tiende akte van bekrachtiging of toetreding Voor staten die later het protocol ratificeren of ertoe toetreden, treedt het protocol In werking drie maanden na het neerleggen van de akte van bekrachtiging of toetreding. Artikel 20 - Schendingen van de rechten die na de inwerkingtreding plaatsvinden Het Comité IS enkel bevoegd voor schendingen van de rechten die plaatsvinden na de inwerkingtreding van het Facultatief Protocol Wanneer een staat partij wordt bij het protocol, gelden zijn verplichtingen ten aanzien van het Comité in verband met schending van de rechten zoals vastgelegd In het Verdrag enlof de protocollen, enkel wanneer de schending plaatsvindt nadat het protocol In werking IS getreden. 7

8 Artikel 21 - Wljzlgmgen Elke verdragspartij kan voorstellen het Facultatief Protocol te wijzigen Aangenomen en goedgekeurde amendementen treden In werking op de dertigste dag nadat het aantal neergelegde akten van aanvaarding gelijk IS aan tweederde van het aantal verdragspartijen op de datum van de aanneming van de wijziging. Artikel 22 - Opzeggmg Elke verdragspartij kan te allen tijde het protocol opzeggen Die opzegging wordt van kracht een jaar na ontvangst van de notificatie door de secretaris-generaal van de VNo De opzegging heeft geen gevolgen voor de verdere toepassing van de bepalingen van het protocol op mededelingen of onderzoeken die zijn gedaan vóór de datum van opzegging Artikel 23 - Neerleggmg bij en kennisgevmg door de secretans-generaal De secretaris-generaal van de VN treedt op als depositaris van het Facultatief Protocol HIJ of ZIJ Informeert alle verdragspartijen over ondertekeningen, bekrachtigingen en toetredingen, de datum van Inwerkingtreding, de voorgestelde amendementen en de opzeggingen van het protocol. Artikel 24 - Talen Het Facultatief Protocol IS opgesteld In het Arabisch, het Chinees, het Engels, het Frans, het Russisch en het Spaans De zes taaiversies zijn gelijkelijk authentiek Procedureverloop 1, Gemengd karakter en ondertekening van het Facultatief Protocol TIjdens zijn vergadering van 13 december 2011 heeft de Werkgroep "gemengde verdragen" (WGV), adviesorgaan van de Interministenele Conferentie BUitenlands Beleid (ICBB), het gemengd karakter van het Facultatief Protocol vastgelegd Zowel de federale overheid, de gemeenschappen, de gewesten, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zijn bevoegd Ingevolge de beslissing van de ICBB van 9 juli 2008 worden de leden van de ICBB geacht met de In de WGV bereikte consensus In te stemmen, behoudens bezwaar binnen de dertig dagen na de notificatie van het verdrag aan hen Overeenkomstig artikel 18 1 werd het Facultatief Protocol opengesteld voor ondertekening door elke staat die het Verdrag of een van de eerste twee facultatieve protocollen heeft ondertekend of bekrachtigd, of IS toegetreden tot die overeenkomsten De WGV besliste dat het Facultatief Protocol zou worden ondertekend volgens ondertekeningsformule 3 van de ICBB Dit betekent dat één enkele handtekening wordt geplaatst In naam van het Koninkrijk Beigie, doch met vermelding van alle betrokken overheden onder de handtekening. Op 28 februan 2012 hebben twintig staten' het Facultatief Protocol ondertekend, Beigie, Brazille, Chili, Costa Rlca, DUitsland, Finland,!talie, Luxemburg, de Malediven, Mali, Marokko, Montenegro, Oostenrijk, Peru, Portugal, Servië, Stoven Ie, Slowakije, Spanje en Uruguay 8

9 (p m ) 2. Advies van de strategische adviesraden (p.m) 3. Advies van de Raad van State Brussel, De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid Kns PEETERS De Vlaamse minister van OnderwiJs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, Pascal SMET 9