Reconstructieplan Veluwe Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Transcriptie

1 Reconstructieplan Veluwe Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 juni 2004 / rapportnummer

2

3 Gedeputeerde Staten van Gelderland Postbus GX ARNHEM uw kenmerk uw brief ons kenmerk RE april /Pi/eh onderwerp doorkiesnummer Utrecht, Toetsingsadvies over het MER Reconstructieplan (030) juni 2004 Veluwe Geacht college, Met bovengenoemde brief stelde u de Commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.) in de gelegenheid een toetsingsadvies uit te brengen over een milieueffectrapport (MER) ten behoeve van de besluitvorming over het Reconstructieplan Veluwe. Overeenkomstig artikel 7.26 van de Wet milieubeheer (Wm) bied ik u hierbij het advies van de Commissie aan. De Commissie hoopt met haar advies een constructieve bijdrage te leveren aan de besluitvorming. Zij zal graag vernemen hoe u gebruik maakt van haar aanbevelingen. Dit houdt in dat de Commissie graag het (ontwerp)besluit en de evaluatiedocumenten krijgt toegestuurd. Hoogachtend, dr.ir. G. Blom Voorzitter van de werkgroep m.e.r. Reconstructieplan Veluwe Postadres Postbus GH UTRECHT Bezoekadres Arthur van Schendelstraat 800 Utrecht telefoon (030) telefax (030) mer@eia.nl website

4

5 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Reconstructieplan Veluwe Advies op grond van artikel 7.26 van de Wet milieubeheer over het milieueffectrapport over het Reconstructieplan Veluwe, uitgebracht aan de Gedeputeerde Staten van Gelderland door de Commissie voor de milieueffectrapportage; namens deze de werkgroep m.e.r. Reconstructieplan Veluwe, de secretaris de voorzitter mr. S. Pieters dr.ir. G. Blom Utrecht, 21 juni 2004

6

7 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING OORDEEL OVER HET MER Algemeen Toelichting op het oordeel... 3 BIJLAGEN 1. Brief van het bevoegd gezag d.d. 6 april 2004 waarin de Commissie in de gelegenheid wordt gesteld om advies uit te brengen 2. Kennisgeving in Staatscourant nr. 68 d.d. 7 april Projectgegevens 4. Lijst van inspraakreacties en adviezen

8

9 1. INLEIDING Het provinciale bestuur van Gelderland heeft het voornemen om een Reconstructieplan vast te stellen voor het reconstructiegebied Veluwe. De reconstructie moet leiden tot de gewenste herstructurering van de intensieve veehouderij. De aanwezigheid van veel dieren op een klein oppervlakte brengt niet alleen problemen met zich mee voor de sector zelf, maar levert ook problemen op voor andere sectoren. Zo zijn verzuring, vermesting en verdroging nadelig voor de kwaliteit van de bodem, het water en de lucht en de effecten ervan werken negatief door op de grote hoeveelheid bos en natuurareaal op de Veluwe. Maar er spelen ook nog andere problemen. De verschillende problemen en de mogelijke oplossingen zijn nu in één integraal plan in samenhang behandeld. Bij brief van 6 april heeft het college van Gedeputeerde Staten (GS) van Gelderland de Commissie voor de m.e.r. in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen over het opgestelde milieueffectrapport (MER). Het MER is op 19 april 2004 ter inzage gelegd 2. Het MER bestaat uit verschillende documenten, te weten: -Achtergronddocument en Startnotitie; -VOP/cMER 3 ; -Besluitvormingsdocument. Deze documenten tezamen vormen de m.e.r.-informatie en zijn ook als dusdanig door de Commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.) getoetst. Het advies is opgesteld door een werkgroep van de Commissie voor de m.e.r. 4 De werkgroep treedt op namens de Commissie voor de m.e.r. en wordt verder in dit advies 'de Commissie' genoemd. De Commissie heeft kennis genomen van de inspraakreacties en adviezen 5, die zij van het bevoegd gezag heeft ontvangen. Op grond van artikel 7.26, lid 1 van de Wm toetst de Commissie: aan de richtlijnen van het MER 6, zoals vastgesteld op 10 september 2002; op eventuele onjuistheden 7 ; aan de wettelijke regels voor de inhoud van een MER 8. Tijdens de toetsing inventariseert de Commissie eerst of er tekortkomingen zijn in het voldoen aan de wettelijke vereisten en de richtlijnen en gaat zij na welke onderdelen van het MER in aanmerking komen voor een positieve vermelding. Vervolgens beoordeelt de Commissie de ernst van de tekortkomingen. Daarbij staat de vraag centraal of de benodigde informatie aanwezig is om het milieubelang een volwaardige plaats te geven bij de vaststelling van het Reconstructieplan Veluwe. 1 Zie bijlage 1. 2 Zie bijlage 2. 3 VOP/cMER = Voorontwerpreconstructieplan/conceptMER. 4 Zie bijlage 3 voor de samenstelling van de werkgroep en andere projectgegevens. 5 Zie bijlage 4 voor een lijst hiervan. 6 Wm, artikel 7.23, lid 2. 7 Wm, artikel 7.23, lid 2. 8 Wm, artikel

10 Is dat naar haar mening niet het geval dan betreft het een essentiële tekortkoming. De Commissie zal dan adviseren tot een aanvulling. Overige tekortkomingen worden in het toetsingsadvies opgenomen, voor zover ze kunnen worden verwerkt tot duidelijke aanbevelingen voor het bevoegde gezag. Deze werkwijze impliceert dat de Commissie zich in het advies tot hoofdzaken beperkt en niet ingaat op onjuistheden of onvolkomenheden van ondergeschikt belang. -2-

11 2. OORDEEL OVER HET MER 2.1 Algemeen De Commissie is van oordeel dat de essentiële informatie in het MER 9 aanwezig is. Integraal plan De Commissie heeft waardering voor het feit dat het gelukt is om samen met een groot aantal betrokkenen een integraal plan voor het Reconstructiegebied Veluwe te maken. Vaak hebben verzoeken tot integrale plannen geleid tot het vastlopen van het proces, omdat de vele belangen garant stonden voor niet oplosbare dilemma s. In dit geval is het gelukt om met de vele belanghebbenden wel tot een integraal plan te komen. Het MER, dat ondersteunend gewerkt heeft bij dit planvormingsproces, biedt tot op zekere hoogte inzicht in de feitelijke achtergronden van de verschillende deelaspecten en het geeft de marges aan waarbinnen de keuzes gemaakt konden worden. Daarbij is een redelijke balans gevonden tussen enerzijds inzicht geven in de feitelijke achtergronden en de mogelijke keuzes en anderzijds het beperkt houden van alle relevante informatie. 2.2 Toelichting op het oordeel Toegankelijkheid en verifieerbaarheid van de informatie in het MER Het goede van een integraal plan vormt gelijk de zwakte: er is sprake van heel veel en vooral complexe informatie. Ondanks het feit dat er geprobeerd is om tot een compact MER te komen hetgeen ook is gelukt moet vastgesteld worden dat de beschikbare informatie voor een geïnteresseerde leek nauwelijks toegankelijk is. Indien een lezer zich beperkt tot het Besluitvormingsdocument, dan valt moeilijk te begrijpen waar de besluitvorming over gaat en op grond van welke feitelijke afwegingen men tot de verschillende keuzes is gekomen. Een MER is niet alleen bedoeld als instrument voor de besluitvorming, maar vooral ook als voorlichtingsinstrument voor een breed publiek. Op dat punt schiet dit MER tekort, waarbij de Commissie zich heel goed realiseert dat complexe materie moeilijk kort en krachtig valt op te schrijven. Omdat er geen apart document gemaakt is met als titel samenvatting vermoedt de Commissie dat het Besluitvormingdocument ook gezien moet worden als de uiteindelijke samenvatting van het MER, dit in samenhang met de samenvatting zoals die in het cmer staat. Dit Besluitvormingsdocument alhoewel niet makkelijk te begrijpen voldoet aan de eisen van een samenvatting, aangezien de belangrijkste hoofdlijnen voor de besluitvorming daarin zijn samengebracht. Daarnaast moet geconstateerd worden dat de vele deelaspecten en de beoordeling daarvan teruggebracht zijn tot allerlei algemene scores (plussen, minnen, nullen en combinaties daarvan) in ingewikkelde tabellen. Echter, niet altijd is duidelijk geworden hoe tot dat oordeel gekomen is. Daarmee is niet alle informatie verifieerbaar. Met name de doorvertaling van informatie uit de achtergronddocumenten naar de bijlagen van het cmer, de vertaling daarvan 9 Het MER is dus niet één document, maar bestaat uit verschillende documenten zoals in hoofdstuk 1 van dit advies is aangegeven. -3-

12 naar het cmer zelf en de wijze van aggregatie van scores in die verschillende stappen is niet goed reproduceerbaar. De Commissie constateert dat de uitkomsten van deze scores tot een plausibel resultaat hebben geleid, en om die reden heeft dit niet geresulteerd in een nog kritischer oordeel. De Commissie is van oordeel van het Besluitvormingsdocument ook moet worden beschouwd en voldoet als samenvatting. Water: voorbeeld van een goede uitwerking De Commissie constateert dat voor het aspect Water er sprake is van volledige en navolgbare vaak ook kwantitatieve - informatie, hetgeen geleid heeft tot heldere keuzes en een duidelijke aanpak voor wat betreft dit onderdeel. Vooral met betrekking tot dit aspect heeft het integrale Reconstructieplan een duidelijke meerwaarde gekregen. De verdrogingsbestrijding is terecht gekoppeld aan verduurzaming van de drinkwatervoorziening. Infiltratie van oppervlaktewater om grondwateronttrekking te verminderen leidt langs de randen van het Veluwemassief tot versterking van de voor natuur zo belangrijke diepe kwel. De Commissie wil echter benadrukken dat daarnaast ook het peilbeheer van het oppervlaktewater (vast te stellen via het GGOR) van belang is om de gewenste watercondities in natuurgebieden te realiseren 10. Gemiste kansen: Natuur Natuur had de groene draad van dit reconstructieplan kunnen worden. Er is gekozen voor een aanpak, waarin ogenschijnlijk aan alle deelaspecten eenzelfde waarde is toegekend. Hierdoor is het prominente belang van het deelaspect natuur onvoldoende uit de verf is gekomen. De informatie over de natuur is veelal globaal gehouden en op sommige punten leidt dat tot het nog niet kunnen maken van onderbouwde keuzes. Dit doet zich het duidelijkste voor bij de informatie met betrekking tot de Agrarische Enclave. In het Besluitvormingsdocument op de pagina s 31 en 32 wordt concreet aangegeven wat het toetsingskader zal zijn voor de situatie aldaar: de uiteindelijke situatie aldaar moet tenminste hetzelfde milieurendement opleveren als de aanwijzing van een extensiveringsgebied; en er dient een toetsing aan de Habitatrichtlijn plaats te vinden. Uit het MER wordt niet duidelijk of en hoe aan de eerste randvoorwaarde voldaan kan worden. Terwijl ook de tweede randvoorwaarde het uitvoeren van een passende beoordeling 11 - in het kader van dit MER niet heeft plaatsgevonden. Dit betekent dat een richtinggevend besluit voor wat betreft de Agrarische Enclave op dit moment nog niet genomen kan worden. Indien daar wel behoefte aan bestaat, dan dienen eerst de beide randvoorwaarden nader uitgewerkt en onderbouwd te worden. Anders dient dit aspect bij de Uitwerkingsplannen meer in detail behandeld te worden. Op pagina 60 van het Besluitvormingsdocument wordt op basis van doelbereik een richting aangegeven die niet overeenkomt met de voorgestelde aanpak door de Veluwecommissie. De Commissie wil daar uw aandacht op vestigen. 10 Zie daartoe tevens bijlage 4, inspraakreactie nummer De vraag is in welk stadium een passende beoordeling dient te worden uitgevoerd en welke (detail)informatie voor welk besluit noodzakelijk is. Het lijkt er sterk op dat ook bestaande ( oude ) activiteiten beoordeeld moeten worden op hun effecten voor Vogel- en Habitatrichtlijngebieden (zie de conclusie van Advocaat-Generaal J. Kokott daarover inzake de Nederlandse Kokkelvisserijzaak d.d. 29 januari 2004). -4-

13 De Commissie constateert op grond van de informatie in het MER dat op dit moment nog geen richtinggevend besluit over de Agrarische Enclave genomen kan worden. Eerst dient er nadere feitelijke informatie te komen waardoor beoordeeld kan worden of aan de beide, door het college van GS gestelde randvoorwaarden inzake hetzelfde milieurendement en de Habitatrichtlijn voldaan kan worden. Die informatie is niet in het MER aanwezig. Cultuurhistorie en Landschap Deze beide deelaspecten voor een deel samenvallend worden in het MER marginaal behandeld. Hierdoor wordt niet duidelijk welke kansen en bedreigingen er op dit punt liggen. Zo ontbreekt een heldere (historische) landschapsanalyse, waardoor niet duidelijk is geworden in hoeverre door deze besluitvorming er nu al dan niet sprake zal zijn van een trendbreuk. Het opzetten van een waterpeil, bijvoorbeeld, kan grote positieve effecten hebben op de conservering in situ van het archeologisch erfgoed. Het leegkomen staan van agrarische gebouwen - of zelfs het afbreken daarvan - kan op bepaalde plekken leiden tot beeldbepalende veranderingen. Naar de mening van de Commissie zijn de deelaspecten cultuurhistorie en landschap obligaat behandeld, zonder dat daar enige, voor de besluitvorming relevante diepgang in is bereikt. Bij de uitwerkingplannen en projecten dienen deze aspecten veel nadrukkelijker en met name feitelijker betrokken te worden. De Commissie constateert dat er weinig feitelijke informatie - dan wel analyse - over cultuurhistorische aspecten en over landschappelijke aspecten in dit MER zijn opgenomen. Dit betekent automatisch dat bij de Uitwerkingsplannen aan deze deelaspecten veel nadrukkelijker en vooral concreter aandacht besteed dient te worden. -5-

14

15 BIJLAGEN bij het Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Reconstructieplan Veluwe (bijlagen 1 t/m 4)

16

17 BIJLAGE 1 Brief van het bevoegd gezag d.d. 6 april 2004 waarin de Commissie in de gelegenheid wordt gesteld om advies uit te brengen

18

19 BIJLAGE 2 Kennisgeving van het milieueffectrapport in Staatscourant nr. 68 d.d. 7 april 2004

20

21 BIJLAGE 3 Projectgegevens Initiatiefnemer: College van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, Dienst Ruimte, Economie en Welzijn, Afdeling Landelijk Gebied Bevoegd gezag: College van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, Dienst Milieu en Water Besluit: het vaststellen van een Reconstructieplan Categorie Gewijzigd Besluit m.e.r. 1994: C 9.2 (nieuw) Activiteit: het opstellen van een Reconstructieplan Procedurele gegevens: kennisgeving startnotitie: 29 mei 2002 richtlijnenadvies uitgebracht: 29 augustus 2002 richtlijnen vastgesteld: 10 september 2002 kennisgeving MER: 7 april 2004 toetsingsadvies uitgebracht: 21 juni 2004 Bijzonderheden: in een integraal plan zijn veel verschillende aspecten, die allemaal betrekking hebben op het landelijk gebied en met name de intensieve veehouderij, naast elkaar gezet en op basis daarvan is een verbeteringsplan gemaakt. Per saldo kan dit leiden tot verschillende verbeteringen. Samenstelling van de werkgroep: dr. ir. G. Blom (voorzitter) ir. E.J. Brans dr. ir. J. Hoeks ir. E.A.J. Luiten drs. R.H.J. Mooren dr. P.H. Vereijken (rl) drs. S.R.J. Jansen (ts) dr. ir. N.W.M. Ogink (ts) Secretaris van de werkgroep: mr. S. Pieters

22 BIJLAGE 4 Lijst van inspraakreacties en adviezen nr. datum persoon of instantie plaats datum van ontvangst Cie. m.e.r Ministerie van Landbouw, Natuur Deventer en Voedselkwaliteit dir. Regionale zaken, vestiging Oost J.P. den Ouden Ermelo Veluwecommissie Wilp J.W.E. Gutteling, namens de Apeldoorn klankbordgroep van de Veluwse gemeenten B & W gemeente Renkum Oosterbeek B & W gemeente Ede Ede Gemeente Putten Putten A.W. Frederiks Ellecom Fam. Van Welie Beemte- Broekland Buurt Belangen Vereniging Beemte Beemte Broekland Broekland 11. Kwekerij de Kroon B.V ing. T.G. Burgers Spankeren B & W gemeente Zutphen Zutphen J. Platte namens B.V.L De Kempenaer Advocaten namens Arnhem Hazeleger Proporties B.V. en Feytahof Group B.V Milieu- en Natuurvereniging Wezep Groentje Brouwer en Kuiper Advocaten, Harderwijk namens de Vereniging van eigenaren Park Ceintuurbaan Harderwijk Waterschap Veluwe Apeldoorn B & W gemeente Oldebroek Oldebroek Vereniging Toer de Boer op Klarenbeek GLTO Bedrijfsadvies B.V., namens Deventer Maatschap Mekelenkamp W. Overweg Wolfheze W. Overweg Wolfheze W. Overweg Wolfheze W. Overweg Wolfheze B & W gemeente Elburg Elburg W. Venema, J. van der Hout, Beekbergen L. Booy, M.A.H. Schalekamp, H. Boerdam Groenlinks Gemeenteraadsfractie Apeldoorn Apeldoorn VNO-NCW Midden Apeldoorn GLTO afdeling Randmeerkust Doornspijk Vereniging van Recreatieondernemers Driebergen Nederland (Recron) Sociaal-Economisch Overleg Noordwest-Veluwe Harderwijk

23 nr. datum persoon of instantie plaats datum van ontvangst Cie. m.e.r GLTO Belangenbehartiging Deventer B & W gemeente Apeldoorn Apeldoorn Recron Ermelo Ermelo GLTO afdeling Apeldoorn Klarenbeek B & W gemeente Putten Putten Fam. Van der Plank-Zuijdam en Klarenbeek Fam. Prins GLTO gemeente Voorst Voorst H. van der Kolk, namens B & W Hattem zes kanaalgemeenten Apeldoorn, Brummen, Epe, Hattem, Heerde en Rheden Accon Accountants & Adviseurs, namens H.D.J. Beekhuis Arnhem GLTO Heerde en GLTO Rheden e.o. Heerde B & W gemeente Brummen Brummen Vitens Watertechnologie Velp B & W gemeente Arnhem Arnhem B & W gemeente Voorst Twello B & W gemeente Heerde Heerde Bewonersvereniging Immenberg Beekbergen Belangenvereniging Vemde- Epe Horsthoek Gelders Particulier Grondbezit Wageningen Kamer van Koophandel Veluwe en Harderwijk Twente GLTO afdeling Epe Epe Gemeenteraad gemeente Epe Epe Algemeen Belang Teuge Teuge Stichting Hoenderloo Leefbaar Hoenderloo De Kempenaar Advocaten, namens Arnhem Vereniging 't Hazeleger en de bewoners van 't Hazeleger (tevens lid van de Vereniging) Ten Kate & Huizinga Accountants, Winterswijk namens J. Tervoert GLTO Bedrijfsadvies B.V., namens Deventer Maatschap Diks De Windkoepel (Nederlandse Veenendaal Windenergievereniging NEWIN, FME-Groep Windenergie, Vereniging Particuliere Windturbine Exploitanten PAWEX) B & W gemeente Rheden Rheden Camping De Wildhoeve Emst-Gortel B & W gemeente Ermelo Ermelo B & W gemeente Nunspeet Nunspeet Van Westreenen Adviseurs voor het buitengebied, namens v.o.f. Van Loo Barneveld Werkgroep Milieubeheer Groesbeek Groesbeek Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV) afdeling Epe/Heerde Veessen

24 nr. datum persoon of instantie plaats datum van ontvangst Cie. m.e.r Stichting Het Nationale Park De Hoenderloo Hoge Veluwe J. Kragt Hattemerbroek Maatschap G.W. en G.W. Winterman Twello Van Vliet & Van Donselaar advocaten, Apeldoorn namens J.A. Blikman Familie Sarink Voorst A. van Wijhe Oosterwolde Tekenburo H.A. Gerritsen Vaassen E.J.G.M. Schoterman en A.J. Klarenbeek Schoterman Stichting Behoud Noorderenk Vierhouten Vierhouten Emster Belang Emst GLTO Bedrijfsadvies B.V., namens Deventer J.M.W. Hendriks v.o.f. J. de Zwaan Emst v.o.f. J. de Zwaan Emst Vereniging Milieuzorg Epe Vaassen A.L.H. Mulder Klarenbeek Van Vliet & Van Donselaar Advocaten, Apeldoorn namens Sarink IVN Vereniging voor Natuur- en Barneveld Milieueducatie, afdeling Lunteren - Barneveld H. van de Waaij Zonne-Ei-Farm B.V. Terschuur J. Keizer Emst D. van de Lagemaat Voorthuizen M.J. van Essen Teuge Van Westreenen Adviseurs voor Barneveld het buitengebied, namens G. Spronk H.J. van den Brink Elburg Natuurvereniging "Eigenaren Oude Wezep Land" T.W. van de Brink Nunspeet J. van Dalen en medewerkers Zutphen H. Lammers Voorst Maatschap Polman Bloemkwekerij Teuge M.T.S Mileugroep Hattem Hattem GLTO Bedrijfsadvies B.V., namens Deventer H. van Egteren J.F. Bekker Ermelo Nunspeetse Golf & Country Club Nunspeet B.V E.H.J. Braakman en H.G. Braakman Soeren Bloemkwekerij Groot Koerkamp Wilp v.o.f J.B.J. Waanders Dalfsen Vereniging Onze Woudstee Harderwijk

25 nr. datum persoon of instantie plaats datum van ontvangst Cie. m.e.r M.G. Fredriks Vaassen Veluwe-IJsselzoom Vereniging voor Wilp divers, duurzaam en dynamisch platteland R. van Santen Hierden Brouwer en Kuiper Advocaten, Harderwijk namens de Vereniging van Eigenaren Resort Slenck en Horst Maatschap J. & J. Werler Vaassen J.A. Kluin Nijbroek W.M. Hendriks Loenen E.G.B. Harms-de Kruijf Harderwijk J.W. Bakkenes Garderen M.R.J. Elzebroek Spankeren Boomkwekerij Haarman Teuge B. Willemsen Heerde GLTO gemeente Garderen, afdeling Garderen Enclave GLTO afdeling Brummen Brummen Van Westreenen Adviseurs voor Barneveld het buitengebied, namens Familie Schut Stichting Apeldoorns Kanaal Eibergen Schoneveld Twello B.V. Twello R.C.K. Harms Harderwijk G. Pannekoek Beemte Broekland Maatschap J. + L. Brink Klarenbeek R.A.M. Hempelman Harderwijk B.J. Kleiboer Wilp de erven van V.F. Harms (eigenaren) Harderwijk E.G.B. Harms-de Kruijf GLTO Bedrijfsadvies B.V., namens Deventer C. van der Steeg J.C. van der Kruk Harderwijk A.A.C. Berkhout Harderwijk F.H.J. Haarman Beemte Broekland G.A.M. de Weerd Vaassen Van Westreenen Adviseurs voor Barneveld het buitengebied, namens D.W. Bleijenberg Camping "De Wije Werelt" Otterlo B & W gemeente Oldenbroek Oldenbroek B.J. Lindner en G.G. Lindner- Voorst Hengeveld A. Voskamp, J. Voskamp en H. Tonden Voskamp A.J. Zweekhorst Emst W. Holstege 't Harde Maatschap van den Hardenberg Elspeet Camping Beek en Hei Otterlo J.J. Schoenaker Apeldoorn

26 nr. datum persoon of instantie plaats datum van ontvangst Cie. m.e.r Van Deutekom Accountants & Elburg Belastingadviseurs, namens C. Rozeboom J. van Dam Hattem J.W. Veldkamp Hattem Van Westreenen Adviseurs voor Barneveld het buitengebied, namens B. van der Meer Rotsplanten kwekerij Alpinefleur Wilp A. Schimmel Snijheesters Beemte Broekland W.F. Zwep, lijst met 4 handtekeningen Oosterwolde Van Westreenen Adviseurs voor Barneveld het buitengebied, namens Maatschap E., D. en J. van Norel H. van der Molen, lijst met 7 Twello handtekeningen J. Esselink, lijst met 7 handtekeningen Twello Kwekerij Ganzevles B.V. Zutphen MKB Oost-Nederland Apeldoorn Van Westreenen Adviseurs voor Barneveld het buitengebied, namens J. van de Steeg W. Schouten Elspeet Veluwse Golf Club Hoog Soeren GLTO Bedrijfsadvies B.V., namens Deventer E.J. van Egteren GLTO Bedrijfsadvies B.V., namens Deventer P.J.M. van der Linde GLTO Bedrijfsadvies B.V., namens Deventer W. Doorn GLTO Bedrijfsadvies B.V., namens Deventer GLTO Randmeerkust B.W.C. de Bruin Klarenbeek Stichting Wandeloverleg Veluwe Arnhem Verslag regiobijeenkomst 27 april Klarenbeek Verslag regiobijeenkomst 26 april Wezep Verslag regiobijeenkomst 26 april Uddel

27

28 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Reconstructieplan Veluwe Tegelijkertijd met het maken van het Reconstructieplan is er ook een milieueffectrapportageprocedure doorlopen. De m.e.r.-informatie is gebruikt tijdens het proces van het maken van het Reconstructieplan. De reconstructie moet leiden tot de gewenste herstructurering van de intensieve veehouderij in het plangebied van de Veluwe. Daarmee is er sprake van een milieuverbeteringsplan. De verschillende problemen en de mogelijke oplossingen zijn in één integraal plan in samenhang behandeld. ISBN