Masterarmatuur met LIGHTGATEbasic
|
|
- Brigitta Janssen
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Masterarmatuur met LIGHTGATEbasic Bedieningshandleiding Servicehandleiding Bedieningshandleiding Inhoud Inleiding Basisfuncties Systeemarmaturen en componenten Pagina 3 Werking en bediening Bedrijfsmodi Bediening Toetsfuncties Ruimteregeling Individuele regeling met twee armaturengroepen Offsetregeling met twee armaturengroepen en één sensor Bediening met de systeemafstandsbediening Sturing zonder daglichtafhankelijke regeling
2 Inleiding Basisfuncties LIGHTGATEbasic kan individueel geconfigureerd worden, om de werking van de armaturen af te stemmen op de behoeften. Alle aangesloten armaturen (hulpapparaten) moeten voorzien zijn van een DALIinterface (Digital Addressable Lighting Interface). Daglichtafhankelijke regeling De daglichtafhankelijke regeling beperkt het energieverbruik van de verlichtingsinstallatie. Bij daglicht wordt de verlichting gedimd en evt. uitgeschakeld. Wanneer de duisternis valt, wordt de lichtsterkte automatisch opnieuw verhoogd. Ongeregeld bedrijf Indien nodig kan de daglichtafhankelijke regeling uitgeschakeld worden, door handmatig te dimmen tot de gewenste helderheid. Dat gaat vlot met de intuïtieve eentoetsbediening met een sluittoets. Aanwezigheidsdetectie In veel gevallen levert de aanwezigheidsdetectie een bijkomende energiebesparing op. Daarvoor worden er een of twee aanwezigheidssensoren geplaatst. De sensoren zijn zo ontworpen dat ze ook kleine bewegingen detecteren (bijv. in kantoorruimten). Lichtscènes Bij uw installatie kan de verlichting van een ruimte met LIGHTGATEbasic in twee armaturengroepen onderverdeeld worden. Deze kunnen op verschillende helderheidswaarden ingesteld worden. Zulke lichtscènes kunnen met de systeemafstandsbediening opgeslagen en opnieuw opgeroepen worden. Systeemarmaturen en componenten Masterarmaturen Masterarmaturen zijn om aangesloten te worden en uitgerust met een geïntegreerd stuurapparaat en een sensor. Er kan een bijkomende sensor aangesloten worden. De DALI-interfaces, bedieningstoetsen en bijkomende armaturen zijn aan te sluiten op gemakkelijk toegankelijke steekklemmen. Controllerarmaturen De constructie van controllerarmaturen stemt grotendeels overeen met die van de masterarmaturen, alleen moet de sensor extern gemonteerd worden. Sensorarmaturen Sensorarmaturen zijn systeemarmaturen die met een sensor uitgerust zijn en gebruikt kunnen worden voor de uitbreiding van de aanwezigheidsdetectie of de onafhankelijke regeling van een tweede zone (een tweede armaturengroep). IR-afstandsbediening LGR-SI De sensoreenheid van het systeem is bovendien uitgerust met een draadloze ontvanger (infrarood) voor de systeemafstandsbediening. Dat biedt bijkomende bedienings- en programmeerfuncties. Door middel van adressering is het mogelijk de individuele armaturen in een ruimte afzonderlijk te bedienen met de systeemafstandsbediening. 3
3 Bedrijfsmodi en bediening Bedrijfsmodi Daglichtafhankelijke regeling Na het inschakelen is in principe de energiebesparende bedrijfsmodus Daglichtafhankelijke regeling (geregeld bedrijf) actief. Dit wil zeggen indien er een sensor aangesloten is en de daglichtafhankelijke regeling niet uitgeschakeld is. Ongeregeld bedrijf Er wordt omgeschakeld in ongeregeld bedrijf bij het handmatig dimmen of bij het oproepen van een lichtscène. Tijdens het ongeregeld bedrijf zal de LED in de sensoreenheid constant branden. De daglichtafhankelijke regeling blijft uitgeschakeld tot de verlichtingsinstallatie uitgeschakeld wordt. Na het herinschakelen is de regeling opnieuw actief. Aanwezigheidsdetectie De aanwezigheidsdetectie werkt in principe onafhankelijk van de lichtregeling. Men heeft de keuze tussen automatisch bedrijf en halfautomatisch bedrijf. De uitschakelvertraging kan ingesteld worden op een waarde tussen één minuut en dertig minuten. In het halfautomatisch bedrijf is de herinschakeling uitgeschakeld. Stand-by Het LIGHTGATEbasic-systeem moet zich in stand-bymodus bevinden om met een sluittoets of de systeemafstandsbediening bediend te kunnen worden. In stand-bymodus heeft het stuurapparaat een permanent verbruik van < 0,4 watt. De aangesloten armaturen hebben geen stand-byverbruik indien hun voedingsmodule aangesloten is op de schakeluitgang (L ) in de masterarmatuur (zie servicehandleiding). 00% off Bediening matisch bedrijf Met LIGHTGATEbasic kan een verlichtingsinstallatie volledig automatisch, zonder schakelaars en toetsen, gebruikt worden. Door de daglichtafhankelijke regeling en aanwezigheidsdetectie (automatisch bedrijf, zie boven) is gegarandeerd dat er steeds voldoende licht is, wanneer het nodig is. Bediening met netschakelaar In veel gevallen volstaat alleen een netschakelaar om de verlichting te bedienen. Wanneer de verlichtingsinstallatie ingeschakeld wordt, start deze in principe met daglichtafhankelijke regeling. Eentoetsbediening De eentoetsbediening biedt meer functies dan de netschakelaar. Deze is bedoeld voor alle toepassingen van het LIGHTGATEbasic-systeem met een of twee armaturengroepen. Ze omvat de toetsfuncties: - in- en uitschakelen, - lichtsterkte verhogen en verlagen (groep en ) - omschakelen tussen daglichtafhankelijke regeling en ongeregeld bedrijf met 00 % lichtsterkte. 4 5
4 Toets (groep en ) short short off Ruimteregeling (regeling van één armaturengroep) donkerder lichter short off Meestal wordt de gehele verlichtingsinstallatie als één armaturengroep afhankelijk van de daglichtinval geregeld met één lichtsensor. In het ongeregeld bedrijf biedt LIGHTGATEbasic in dat geval ook de mogelijkheid om met de afstandsbediening de twee armaturengroepen, die voordien bij de installatie aangemaakt moeten zijn, afzonderlijk handmatig te dimmen en vier vooraf ingestelde lichtscènes op te roepen. double 00% double short off Gr. Toetsfuncties short Kort drukken De verlichtingsinstallatie in- en uitschakelen. Bij het inschakelen is de daglichtafhankelijke regeling actief. Gr....+LGbM In het ongeregelde bedrijf wordt de verlichtingsinstallatie eerst uitgeschakeld wanneer er kort op de toets gedrukt wordt. Wanneer de verlichtingsinstallatie opnieuw ingeschakeld wordt, is de daglichtafhankelijke regeling actief. Lang drukken (toets ingedrukt houden) Afwisselend de lichtsterkte verhogen/verlagen door lang op de toets te drukken. Daarbij is de daglichtafhankelijke regeling uitgeschakeld. Door opnieuw lang op de toets te drukken verandert u van dimrichting. double Dubbelklikken (twee keer kort na elkaar drukken) wisselen tussen daglichtafhankelijke regeling/ongeregeld bedrijf met 00 % lichtsterkte. In het ongeregeld bedrijf, ongeacht de actuele lichtsterkte, wordt eerst omgeschakeld naar daglichtafhankelijke regeling wanneer u dubbelklikt. Door nogmaals te dubbelklikken schakelt u dan om naar ongeregeld bedrijf met 00% lichtsterkte. Wanneer het licht uitgeschakeld is (stand-by), gebeurt er niets wanneer u dubbelklikt. Folgende Bedienungsarten sind möglich: - automatisch bedrijf - bediening met netschakelaar - eentoetsbediening - afstandsbediening (zie pagina 5) 6 7
5 Individuele regeling van twee armaturengroepen In ruimten met zones waarin de daglichtinval sterk verschilt, bijvoorbeeld zeer diepe ruimten, kunnen twee onafhankelijk geregelde armaturengroepen gemaakt worden. Voor de afzonderlijke regeling van de groepen zijn dan twee lichtsensoren nodig. De gewenste waarden worden afzonderlijk ingesteld. De armaturengroepen worden onafhankelijk van elkaar gedimd. De aanwezigheidsdetectie beslaat beide zones. Gr. Gr....+LGbS...+LGbM Offsetregeling met twee armaturengroepen en één lichtsensor Voor de offsetregeling worden de armaturen van de verlichtingsinstallatie in twee groepen onderverdeeld (nabij venster en ver van venster), maar met slechts één sensor daglichtafhankelijk geregeld. Deze bedrijfsmodus kan gebruikt worden in ruimten van gemiddelde diepte, waarin geen tweede sensor nodig is. Daarbij wordt steeds groep (ver van venster) via de lichtsensor geregeld. Groep (dichtbij venster) wordt samen met groep gedimd. Het verschil (de offset) tussen groep en groep is instelbaar. Als het daglicht toeneemt, wordt groep tot het minimum gedimd. Dit blijft zo tot deze groep bij voldoende daglicht samen met groep uitgeschakeld wordt. Als het daglicht afneemt, wordt de offsetwaarde automatisch verlaagd, zodat beide armaturengroepen zonder daglicht hetzelfde dimniveau hebben. De werking van het LIGHTGATEbasic-systeem vereist dat de groep ver van het venster steeds als groep en de groep nabij het venster steeds als groep wordt ingesteld. Gr. Gr....+LGbM De volgende bedieningswijzen zijn mogelijk: - automatisch bedrijf - bediening met netschakelaar - eentoetsbediening - afstandsbediening (zie pagina 5) De volgende bedieningswijzen zijn mogelijk: - automatisch bedrijf - bediening met netschakelaar - eentoetsbediening - afstandsbediening (zie pagina 5) 8 9
6 Bediening met de systeemafstandsbediening Achteraanzicht verlichtingssterkte verhogen en verlagen door lang te drukken op de toets.: Een armaturengroep afzonderlijk dimmen LED-indicator basic O Een lichtniveau oproepen Dimtoetsen in handmatig bedrijf UIT-schakelaar Draaischakelaar verlichtingssterkte verhogen en verlagen door lang te drukken op de toets Armaturengroep selecteren + Armaturengroep selecteren 78 Groep selecteren Vooraanzicht Handmatig bedrijf oproepen.: De volledige verlichtingsinstallatie dimmen (draaischakelaar op 0) Ingestelde waarde oproepen verlichtingssterkte verhogen en verlagen door lang te drukken op de toets Inschakelen of omschakelen Daglichtafhankelijk geregeld bedrijf (als ruimteregeling, individuele regeling van twee armaturengroe pen of offsetregeling) Ongeregeld bedrijf (inschakelen bij 50 %) Telkens voordat u op een dimtoets drukt, moet u eerst de armaturengroep selecteren. o n Vooraf ingestelde lichtscènes ( - 4), ongeregeld Bij lage batterijspanning van de systeemafstandsbediening knippert de LEDindicator. 0
7 Sturing zonder daglichtafhankelijke regeling Als er een controllerarmatuur zonder sensor wordt gebruikt of als in alle aangesloten sensoreenheden de lichtsensoren uitgeschakeld worden, kan de verlichtingsinstallatie alleen nog handmatig in ongeregeld bedrijf gebruikt worden. Eentoetsbediening (alleen handmatig): Toets short 00% short off short off donkerder lichter Dubbelklikken heeft geen gevolg. Bediening met de systeemafstandsbediening (draaischakelaar op 0) Inschakelen of omschakelen Ongeregeld bedrijf (inschakelen bij 50 %) Vooraf ingestelde lichtscènes ( - 4), ongeregeld Het is ook mogelijk met de afstandsbediening de volledige verlichtingsinstallatie te dimmen (zie pagina 7) of een armaturengroep afzonderlijk te dimmen (zie pagina 8). 3
8 Servicehandleiding Inhoud Veiligheids- en installatieaanwijzingen Veiligheids- en installatieaanwijzingen Pagina 5 Ingebruikneming De in deze servicehandleiding beschreven werkzaamheden vereisen vakkennis die overeenstemt met een voltooide beroepsopleiding als elektricien! - Regeling van een armaturengroep (ruimteregeling) 6-8 Werk nooit aan de armatuur terwijl deze onder spanning staat. Voorzichtig - levensgevaar! - Individuele regeling van twee armaturengroepen (twee onafhankelijk geregeld armaturengroepen) 9- Volg de aanwijzingen in de montagehandleiding van de gebruikte armaturen! - Offsetregeling met twee armaturengroepen en één sensor (tweede armaturengroep afhankelijk van eerste) 3-5 Problemen oplossen 6-9 Systeemreset 9 Systeemeigenschappen - Masterarmaturen, controllerarmaturen en sensorarmaturen - DALI-aansluiting Broadcastmodus Sensorfuncties Daglichtafhankelijke regeling - Aanwezigheidsdetectie - AAdressering van de systeemafstandsbediening Technische gegevens
9 Ingebruikneming Regeling van een armaturengroep (ruimteregeling) In geval van ruimteregeling worden alle armaturen van de verlichtingsinstallatie als één groep automatisch geregeld. Om afzonderlijk handmatig dimmen van armaturengroepen met de systeemafstandsbediening mogelijk te maken, kunnen de armaturen in twee groepen gedeeld worden door ze aan te sluiten op de DALI-klemmen en en 3 en 4. Aansluitvoorbeeld met LIGHTGATEbasic-systeemarmaturen DALI-aansluiting Er kunnen max. 6 armaturen (of 6 EVSA s) aangestuurd worden. Sluit niet meer dan 8 hulpapparaten op één interfaceaansluiting aan. DALI-adressering is niet vereist. - Raadpleeg pagina 36 voor de positionering van de masterarmatuur of de lichtsensor. Toetsaansluiting Zo nodig moet er een toets aangesloten worden (zie aansluitschema, pagina 5) Gr. LN DADA LN DADA Aanwezigheidsdetectie Voor de instelling van de aanwezigheidsdetectie is er een systeemafstandsbediening nodig (zie pagina 4). De standaardinstelling is automatisch bedrijf met 5 min. uitschakelvertraging. Gr....+LGbM Instellen van de gewenste waarde Voor het instellen van de gewenste waarde kan naar keuze gebruik gemaakt worden van de programmeerfuncties van de sensor of de systeemafstandsbediening. LN DADA L N L 34 Instellen van de gewenste waarde met sensor LGS-IPL/M N L Programmeertoets (bij de masterarmatuur is een hulpmiddel gevoegd voor de instelling met de programmeertoets) Gr. Gr. Gr. LED Aansluiting van de voeding De voedingskabel moet direct op de masterarmatuur aangesloten worden. Alle andere door LIGHTGATEbasic te regelen armaturen kunnen (tot maximaal 600 VA) op de geschakelde fase (L`) van de masterarmatuur/controllerarmatuur aangesloten worden. De aansluiting van de armaturen op de ongeschakelde fase (L) leidt tot vermijdbare stand-byverliezen, maar heeft geen invloed op de verlichtingsfuncties. LED knippert Gr. Sec. Instelmodus voor gewenste verlichtingssterkte oproepen (kreuzeschakelaar ) Gr. lichter Gr. donkerder Gewenste verlichtingssterkte instellen 40 Sec. Geen wijziging LED brandt 6 7
10 Instellen van de gewenste waarde met de systeemafstandsbediening (draaischakelaar op ) Draaischakelaar op zetten Lichtsterkte verhogen/verlagen LED knippert 0 3 Sec. 3 Sec. LED brandt Het programmeren van de gewenste waarde is slechts mogelijk bij aangesloten sensor met ingeschakelde lichtregeling. De programmering gebeurt het best bij geen of zeer weinig daglichtinval. Een lichtniveau instellen (uniform) Individuele regeling van twee armaturengroepen In ruimten met zones waarin de daglichtinval sterk verschilt, bijvoorbeeld zeer diepe ruimten, kunnen twee onafhankelijk geregelde armaturengroepen gemaakt worden. Voor de afzonderlijke regeling van de groepen zijn dan twee lichtsensoren nodig. De gewenste waarden worden afzonderlijk ingesteld. De armaturengroepen worden onafhankelijk van elkaar gedimd. De daglichtafhankelijke uitschakeling vindt plaats wanneer er voldoende daglicht is in de zone van groep. De aanwezigheidsdetectie beslaat beide zones. Aansluitvoorbeeld met LIGHTGATEbasic-systeemarmaturen Gr. LN DADA...+LGbS LN DADA Draaischakelaar op zetten Lichtsterkte verhogen/verlagen LED knippert 0-4 LED brandt Gr. LN DADA...+LGbM L N L 34 3 Sec. 3 Sec. Een lichtscène instellen ( groepen gescheiden) N L Draaischakelaar op zetten Sec. LED knippert + + Lichtsterkte verhogen/verlagen 3 Sec. LED brandt Er kunnen 4 lichtniveaus of lichtscènes opgeslagen en opgeroepen worden. -4 Aansluiting van de voeding De voedingskabel moet direct op de masterarmatuur aangesloten worden. Alle andere door LIGHTGATEbasic te regelen armaturen kunnen (tot maximaal 600 VA) op de geschakelde fase (L`) van de masterarmatuur/controllerarmatuur aangesloten worden. De aansluiting van de armaturen op de ongeschakelde fase (L) leidt tot vermijdbare stand-byverliezen, maar heeft geen invloed op de verlichtingsfuncties. 8 9
11 DALI-aansluiting Er kunnen max. 6 armaturen (of 6 EVSA s) aangestuurd worden. Sluit niet meer dan 8 hulpapparaten op één interfaceaansluiting aan. DALI-adressering is niet vereist. Raadpleeg pagina 36 voor de positionering van de master- en sensorarmatuur of de lichtsensoren. Toetsaansluiting Zo nodig moet er een toets aangesloten worden (zie aansluitschema, pagina 5) Sensoradressering Alle sensoren, zowel externe sensoren als in een master- of sensorarmatuur geïntegreerde sensoren, zijn bij levering geadresseerd op sensoradres. De adressering gebeurt door middel van de DIPswitch op de rugzijde van de sensor. De sensor in de sensorarmatuur moet sensoradres krijgen. ON ON ON Instellen van de gewenste waarde met sensor LGS-IPL/M Verlichting inschakelen. Instellen van de gewenste waarde voor groep LED knippert Gr. Sec. Instelmodus voor gewenste verlichtingssterkte oproepen (kreuzeschakelaar ) Wijzigen van de instelwaarde voor groep LED knippert Gr. Sec. Instelmodus voor gewenste verlichtingssterkte oproepen (kreuzeschakelaar ) Sensor (siehe Seite 7) Gr. lichter Gr. donkerder Gewenste verlichtingssterkte instellen Gr. lichter Gr. donkerder Gewenste verlichtingssterkte instellen 40 Sec. Geen wijziging 40 Sec. Geen wijziging LED brandt LED brandt Aanwezigheidsdetectie Voor de instelling van de aanwezigheidsdetectie is er een systeemafstandsbediening nodig (zie pagina 4). De standaardinstelling is automatisch bedrijf met 5 min. uitschakelvertraging. Instellen van de gewenste waarde met de systeemafstandsbediening (draaischakelaar op ) A: Gemeenschappelijk instellen van de twee instelwaarden. Instellen van de gewenste waarde Voor het instellen van de gewenste waarde kan naar keuze gebruik gemaakt worden van de programmeerfuncties van de sensor (zie pagina 38) of de systeemafstandsbediening. Draaischakelaar op zetten Lichtsterkte verhogen/verlagen LED knippert LED brandt 0 3 Sec. 3 Sec. 0
12 B: Afzonderlijk instellen van de gewenste waarde voor iedere groep 0 3 Sec. LED knippert Lichtsterkte verhogen/verlagen Selectie groep Lichtsterkte verhogen/verlagen Het programmeren van de gewenste waarde is slechts mogelijk bij aangesloten sensor met ingeschakelde lichtregeling. De programmering gebeurt het best bij geen of zeer weinig daglichtinval. Een lichtniveau instellen (uniform) (zie pagina 8) Een lichtscène instellen ( groepen gescheiden) (zie pagina 8) Selectie groep 3 Sec. LED brandt Offsetregeling met twee armaturengroepen en één lichtsensor Voor de offsetregeling worden de armaturen van de verlichtingsinstallatie in twee groepen onderverdeeld (nabij venster en ver van venster), maar met slechts één sensor daglichtafhankelijk geregeld. Deze bedrijfsmodus kan gebruikt worden in ruimten van gemiddelde diepte, waarin geen tweede sensor nodig is. Daarbij wordt steeds groep (ver van venster) via de lichtsensor geregeld. Groep (dichtbij venster) wordt samen met groep gedimd. Bij daglichtinval is in de zone van groep (dichtbij venster) minder kunstmatig licht nodig. Daarom kan deze groep met een kleiner vermogen branden. Het verschil (de offset) tussen groep en groep is instelbaar. Als het daglicht toeneemt, wordt groep tot het minimum gedimd. Dit blijft zo tot deze groep bij voldoende daglicht samen met groep uitgeschakeld wordt. Als het daglicht afneemt, wordt de offsetwaarde automatisch verlaagd, zodat beide armaturengroepen zonder daglicht hetzelfde dimniveau hebben. De werking van het LIGHTGATEbasic-systeem vereist dat de groep ver van het venster steeds als groep en de groep nabij het venster steeds als groep wordt ingesteld. Bij offsetregeling met twee armaturengroepen is groep de leidende groep. Groep volgt groep. Er moet geval per geval beoordeeld worden of men niet beter kiest voor ruimteregeling dan wel individuele regeling met twee lichtsensoren in plaats van voor offsetregeling. 3
13 Aansluitvoorbeeld met LIGHTGATEbasic-systeemarmaturen Aanwezigheidsdetectie Voor de instelling van de aanwezigheidsdetectie is er een systeemafstandsbediening nodig (zie pagina 36). De standaardinstelling is automatisch bedrijf met 5 min. uitschakelvertraging. Gr. LN DADA LN DADA Instellen van de gewenste waarde Voor het instellen van de gewenste waarde en de offsetwaarde kan naar keuze gebruik gemaakt worden van de programmeerfuncties van de sensor of de systeemafstandsbediening. Instellen van de gewenste waarde met sensor LGS-IPL/M Verlichting inschakelen (geregeld, LED uit). Gr....+LGbM Instellen van de gewenste waarde voor groep LN DADA L N L 34 Aansluiting van de voeding De voedingskabel moet direct op de masterarmatuur aangesloten worden. Alle andere door LIGHTGATEbasic te regelen armaturen kunnen (tot maximaal 600 VA) op de geschakelde fase (L`) van de masterarmatuur/controllerarmatuur aangesloten worden. De aansluiting van de armaturen op de ongeschakelde fase (L) leidt tot vermijdbare stand-byverliezen, maar heeft geen invloed op de verlichtingsfuncties. DALI-aansluiting Er kunnen max. 6 armaturen (of 6 EVSA s) aangestuurd worden. Sluit niet meer dan 8 hulpapparaten op één interfaceaansluiting aan. DALI-adressering is niet vereist. Raadpleeg pagina 35 voor de positionering van de master- en sensorarmatuur of de lichtsensoren 35. Toetsaansluiting Zo nodig moet er een toets aangesloten worden (zie pagina 3) N L LED knippert Gr. Sec. Instelmodus voor gewenste verlichtingssterkte oproepen (kreuzeschakelaar ) Wijzigen van de offsetwaarde voor groep LED knippert Gr. Sec. Instelmodus voor gewenste verlichtingssterkte oproepen (kreuzeschakelaar ) Sensor (zie pagina 7) Instellen van de gewenste waarde en de offsetwaarde met de systeemafstandsbediening Draaischakelaar op zetten, instellen zoals beschreven op pagina. Het programmeren van de gewenste waarde is slechts mogelijk bij aangesloten sensor met ingeschakelde lichtregeling. De programmering gebeurt het best bij geen of zeer weinig daglichtinval. Een lichtniveau instellen (uniform) (zie pagina 8) Sensoradressering Alle sensoren, zowel externe sensoren als in een master- of sensorarmatuur geïntegreerde sensoren, zijn bij levering geadresseerd op Een lichtscène instellen ( groepen gescheiden) sensoradres (zie pagina 33-34). (zie pagina 8) 4 5 Gr. lichter 40 Sec. Geen wijziging Gr. donkerder Gewenste verlichtingssterkte instellen Gr. lichter 40 Sec. Geen wijziging Gr. donkerder Gewenste verlichtingssterkte instellen LED brandt LED brandt
14 Problemen oplossen Probleem: armaturen schakelen bij aansluiting op de voedingsmodule zelfs niet Controleren Negatief resultaat Controleer de voedingsleiding Armaturen (inclusief masterarmatuur) kunnen niet ingeschakeld worden hoewel de voedingsleiding in orde is. Stuurapparaat vervangen Probleem: Constantlichtregeling functioneert niet Stap : DALI-aansluiting correct? Controleren Positief resultaat Negatief resultaat Inschakelen en vervolgens dimmen met de toets. alternatief Inschakelen en dan dimmen met de afstandsbediening. Bij regeling van individuele groepen of offsetregeling: Inschakelen en dan de twee DALI-groepen afzonderlijk handmatig dimmen met de afstandsbediening (zie bedieningshandleiding). Armaturen dimmen. Armaturen dimmen. 3 Armaturen ver van venster dimmen als groep, armaturen nabij venster als groep. Toetsleiding controleren, stuurleiding controleren, stuurapparaat vervangen, Stuurleiding controleren Groepering via stuurleidingen corrigeren (zie servicehandleiding). Stap : Sensoraansluiting o.k.? Controleren Positief resultaat Negatief resultaat Uit- en opnieuw inschakelen met de netschakelaar. Sensordatakabel vervangen, sensor vervangen, stuurapparaat vervangen alternatief Inschakelen en dan dimmen met afstandsbediening LED in de sensoreenheid brandt 3 sec. 3 Stap 3: Lichtregelfunctie actief? Controleren Positief resultaat Negatief resultaat Opening van de lichtsensor dicht houden. Lichtsterkte verhoogt, merkbaar binnen enkele sec Zaklamp direct op de lichtsensor richten Lichtsterkte verlaagt, merkbaar binnen enkele sec. 4 ( 4, extreem hoge instelwaarde) 5 * Bij daglichtafhankelijke regeling met twee lichtsensoren (zie pagina 9) moet erop gelet worden dat de armaturen in het omgevingsbereik van de desbetreffende sensor moeten dimmen. Stap 4: Instelwaarde is niet correct. Correctie Controle positief Negatief Instellen van de Meting van de constante 6 gewenste waarde verlichtingssterkte bij overeenkomstig servicehandleiding (zonder invloed van ander licht/ daglicht invloed van ander licht/daglicht) Stap 5: Sensoradressering correct? Controleren Positief resultaat Negatief resultaat Sensor of sensoren uitbouwen en positie van DIP-switch controleren Bij ruimte- of offsetregeling: lichtsensor op adres, evt. bijkomende aanwezigheidssensor op adres 3 7 Bij individuele regeling van twee armaturengroepen: lichtsensor in bereik van groep, lichtsensor in bereik van groep op adres 7 Correctie uitvoeren, dan 3. Zie servicehandleiding of neem contact op met de technische dienst van TRILUX. Gelieve contact op te nemen met de technische dienst van TRILUX. 6 7
15 ** Bij daglichtafhankelijke regeling met twee lichtsensoren (zie pagina 9) moet erop gelet worden dat de armaturen in het omgevingsbereik van de desbetreffende sensor moeten dimmen. Mogelijk moet de adressering van de sensoren (pagina 34) of de opstelling van de master- en sensorarmatuur alsmede de groepering van de armaturen door middel van een DALI-interface (pagina 9) gecorrigeerd worden. Stap 6: Opstelling van de sensor correct? Zie servicehandleiding of neem contact op met de technische dienst van TRILUX. Stap 7: Indien de lichtregeling nog niet functioneert nadat u stappen tot 3 en 5 hebt uitgevoerd, verzoeken wij u contact op te nemen met de technische dienst van de TRILUX-vertegenwoordiger in uw buurt Probleem: Aanwezigheidsdetectie functioneert niet Stap : Sensoraansluiting o.k.? Controleren Positief resultaat Negatief resultaat Uit- en opnieuw inschakelen met de LED in de sensoreenheid brandt LED in de sensoreenheid brandt netschakelaar. 3 sec niet Sensordatakabel controleren alternatief Inschakelen en dan LED in de sensoreenheid brandt Sensor vervan- dimmen met de toets of de afstandsbediening. permanent gen Stuurapparaat vervangen Stap : Instellen van de bedrijfsmodus en de uitschakelvertraging met de systeemafstandsbediening Zie pagina 38 Nota bene: - In de bedrijfsmodus matisch bedrijf geldt voor het weer inschakelen de inverse uitschakelvertraging. Wanneer na het handmatig uitschakelen met de toets of de afstandsbediening gedurende de hele ingestelde vertragingstijd geen beweging meer gedetecteerd is, wordt het automatisch bedrijf weer actief. - Voor energiebesparing en intuïtieve bediening is het aan te beveleven de bedrijfsmodus Semi-automatisch bedrijf te selecteren, wanneer er in de ingangszone een bedieningstoets beschikbaar is. - De uitschakelvertraging mag niet te kort gekozen worden, om korte fasen met zeer weinig beweging te overbruggen. In veel gevallen is een uitschakelvertraging van 5 min. aan te bevelen Stap 3: Opstelling van de sensor correct? De sensoren moeten zo opgesteld zijn dat bewegingen van de personen in de ruimte zeker gedetecteerd worden (detectiebereik zie pagina 37). Indien u nog vragen hebt, verzoeken wij u contact op te nemen met de technische dienst van de TRILUXvertegenwoordiging in uw buurt. Systeemreset (draaischakelaar op stand 8) Met de systeemreset kan het systeem teruggezet worden op de standaardinstellingen. Draaischakelaar op 8 zetten Sec. 3 Sec. 8 9
16 Systeemeigenschappen Masterarmaturen, controllerarmaturen en sensorarmaturen Masterarmaturen zijn armaturen met geïntegreerd stuurapparaat en sensor. De sensoreenheid LGS-IPL/M van de masterarmatuur beschikt over een lichtsensor, een aanwezigheidssensor, een paar programmeertoetsen, een ontvanger voor de infraroodafstandsbediening en een paar DIP-switches voor de sensoradressering. De sensoreenheid is bij levering op sensoradres geadresseerd. De gewenste waarde is eenvoudig in te stellen door middel van de programmeertoets op de sensor. Controllerarmaturen zijn armaturen met geïntegreerd stuurapparaat. Bij het gebruik van controllerarmaturen moet de sensor LGS-IPL/M extern gemonteerd worden. Indien ook het stand-byverlies van het stuurapparaat voorkomen moet worden, moet als bedieningsinstrument gekozen worden voor een netschakelaar en moet de volledige verlichtingsinstallatie buiten de gebruikstijden van de voeding gescheiden worden. Alle systeeminstellingen blijven daarbij behouden. Bij het inschakelen van de voedingsspanning wordt de energiebesparende, daglichtafhankelijke regeling actief....+lgbm N L L 3 4 Sensorarmaturen zijn armaturen met geïntegreerde sensor LGS-IPL/M. Het sensoradres moet steeds ingesteld worden afhankelijk van de gewenste functie! De standaardinstelling is sensoradres (zie pagina 33). Ze worden gebruikt voor de uitbreiding van de aanwezigheidsdetectie of voor de onafhankelijke regeling van een tweede zone. DALI GR. max. 7 EVGs DALI Gr. max. 8 EVGs DALI-aansluiting Het lichtbeheersysteem LIGHTGATEbasic maakt voor de aansturing van de verlichtingsinstallatie gebruik van het internationaal gestandaardiseerde digitale DALI-protocol (Digital Addressable Lighting Interface). De aan te sturen armaturen moeten derhalve uitgerust zijn met dimbare hulpapparaten met een DALI-interface. De DALI-stuurleidingen moeten bestand zijn tegen netspanning. Ze mogen samen met de voedingsleidingen in een afgeschermde kabel gelegd worden. Bij de aansluiting op de interface hoeft er niet gelet te worden op de polariteit. Bij het uitschakelen van de verlichting door middel van de DALI-interface blijven het stuurapparaat en de hulpapparaten met de voedingsspanning verbonden. Om het stand-byverbruik tot het minimum te beperken, beschikt het systeem LIGHTGATEbasic over een schakeluitgang voor de aansluiting van de hulpapparaten die door het systeem gestuurd moeten worden. In de masterarmatuur/controllerarmatuur kan de ongeschakelde fase op klem L gebruikt worden voor doorlussen. Broadcastmodus LIGHTGATEbasic is uitsluitend geschikt voor de broadcastmodus van DALI-hulpapparaten. In deze bedrijfsmodus is er geen individuele adressering van de DALI-hulpapparaten nodig. Er kunnen maximaal groepen onderscheiden worden. Om de twee armaturengroepen van elkaar te scheiden, worden deze met afzonderlijke stuurleidingen op de armatuurklemmen en of 3 en 4 van de twee DALI-aansluitpunten aangesloten. Elke groep mag uit maximaal 8 DALI-hulpapparaten bestaan. Er wordt geen rekening gehouden met reeds toegewezen DALI-adressen van individuele hulpapparaten. Indien er slechts één armaturengroep gemaakt moet worden, dan kunnen de maximaal 6 hulpapparaten over beide stuurleidingen verdeeld aangesloten worden (zie pagina 6). 30 3
17 Toetsaansluiting Master- en controllerarmaturen met geïntegreerde LIGHTGATEbasic zijn voorzien van een aansluitklem voor een bedieningstoets. De bedieningstoets moet bestand zijn tegen netspanning. De aansluiting gebeurt op de fase van de netvoeding. Sensoraansluiting LIGHTGATEbasic-masterarmaturen zijn uitgerust met een reeds in de armatuur geïntegreerde en aangesloten sensoreenheid. Indien nodig kan er een bijkomende sensor met de masterarmatuur verbonden worden via een vrije RJ0-aansluiting (zie afb.)....+lgbm N L L 3 4 N...+LGbS L DA + DA - OL..* Sensorfuncties De sensoreenheden van het LIGHTGATEbasic-systeem staan in voor het meten van de daglichtinval en de aanwezigheidsdetectie. Sommige van deze functies moeten direct aan de sensor ingesteld worden. De instelling van de gewenste waarde of offsetwaarde van de daglichtafhankelijke regeling worden beschreven in de eerste hoofdstukken van de servicehandleiding. Sensortoewijzing Met de twee DIP-switches op de rugzijde kan de sensoreenheid geadresseerd worden en kan de lichtmeting van de sensor uit- en ingeschakeld worden en aan een van de armaturengroepen en toegewezen worden. Elk van de vier schakelaarposities stemt overeen met een ander sensoradres. In een verlichtingsinstallatie met twee sensoren moet er voor een goede werking van het systeem op gelet worden dat de adressen verschillen. De tabel geeft een overzicht van de mogelijke DIP-switchposities, om de sensor te laten werken als lichtsensor + aanwezigheidsdetector of uitsluitend als aanwezigheidsdetector, bijv. om het detectiebereik te vergroten. De aansluiting van sensoreenheden op een controllerarmatuur gebeurt op dezelfde manier. Er kunnen maximaal twee sensoreenheden parallel door middel van -weg splitter 0MD aangesloten worden. Daarbij moet gelet worden op de correcte adressering van de sensoren, zoals beschreven in het hoofdstuk van de sensorinstellingen. De technische gegevens van de sensoraansluiting zijn te vinden in de tabel op pagina 39. DIP-switch Sensorfunctie Positie Sensoradres Gr. Gr. ON
18 Daglichtafhankelijke ruimte-/offsetegeling Sensoradres Daglichtafhankelijke groepsregeling Sensoradres Sensoradres 3 Sensoradres Voor de daglichtafhankelijke ruimte-/offsetregeling en de daglichtafhankelijke groepsregeling worden de mogelijke posities van de DIP-switch opgegeven. Indien de verlichtingsinstallatie steeds in ongeregeld bedrijf moet staan, moeten sensoradressen 3 en 4 worden ingesteld. Daglichtafhankelijke regeling Werking van de daglichtafhankelijke regeling De in de sensor geïntegreerde lichtmeter meet de helderheid van een vlak onder de sensor. De openingshoek van de sensor voor de lichtdetectie bedraagt ca. 0. De gemeten helderheid van het beoordeelde vlak is afhankelijk van de reflectie van kunst- en daglicht. De meetwaarde wordt vergeleken met de gewenste helderheid die de gebruiker heeft ingesteld. Indien er een verschil is tussen de meetwaarde en de instelwaarde, wordt de kunstverlichting aangepast, zodat de verlichtingssterkte nagenoeg constant blijft. Indien het daglicht volstaat om de instelwaarde te overschrijden, wordt de kunstverlichting uitgeschakeld. Om storende schommelingen van de kunstverlichting door kortstondige veranderingen in het daglicht (bijv. gaten tussen de wolken) te voorkomen, werken de dim- en uitschakelfuncties met vertraging. De kunstverlichting wordt pas uitgeschakeld, wanneer de instelwaarde met ca. 5 % overschreden wordt en deze toestand 5 minuten duurt. De verlichtingsinstallatie wordt onmiddellijk opnieuw ingeschakeld wanneer de instelwaarde niet gehaald wordt (alleen in automatisch bedrijf met aanwezigheidsdetectie). Positionering van de lichtsensoren De lichtsensoren moeten in principe zo gepositioneerd worden dat ze de helderheid van het te verlichten werkvlak kunnen meten. Bovendien moet erop gelet worden dat ze zich boven een niet volledig donker, diffuus reflecterend oppervlak bevinden, zodat de actuele waarde kan worden afgestemd op de instelwaarde. Bij verlichtingsinstallaties met individuele regeling van twee verlichtingsgroepen moet er bovendien op gelet worden dat de sensor zich in het bereik bevindt van de armaturen die door hem geregeld worden. Een slechte positionering kan tot wederzijdse beïnvloeding van de regelgroepen leiden, zodat de regeling slechts beperkt functioneert. Bij de offsetregeling moet de sensor met een werkbereik in de diepte van de ruimte, aangebracht worden in het bereik van armaturengroep (ver van venster)
19 Aanwezigheidsdetectie Werking van de aanwezigheidsdetectie De aanwezigheidsdetectie is gebaseerd op een passieve infraroodsensor die wijzigingen in de warmtestraling in het detectiebereik opvangt wanneer bijvoorbeeld personen zich bewegen. Voor de positionering van de sensor moet er daarom op gelet worden dat er geen schaduwen het detectiebereik en zodoende de werking van de sensor beperken. Bovendien moet er rekening mee gehouden worden dat luchtstromen die door andere warmtebronnen dan personen gecreeerd worden ook schakelingen kunnen veroorzaken, bijv. faxapparaten, heteluchtblazers en open vensters. Detectiebereik De aanwezigheidsdetectie van de sensor LGS-IPL/M is geoptimaliseerd voor plafondmontage op een hoogte van,7 m (bijv. voor kantoren). Het detectiebereik heeft dan een diameter van 5 m. Afhankelijk van het ruimtegebruik kan in vele toepassingen het detectiebereik uitgebreid worden parallelschakeling. Sensor LGS-RPL/M Instelling van de aanwezigheidsdetectie Instelling van de uitschakelvertraging met de systeemafstandsbediening. Op deze manier wordt tevens de bedrijfsmodus van de aanwezigheidsdetectie ingesteld. De volgende bedrijfsmodi zijn mogelijk: -matisch bedrijf De verlichtingsinstallatie wordt automatisch uitgeschakeld wanneer er voor een instelbare duur geen persoon gedetecteerd wordt. De verlichtingsinstallatie wordt eveneens automatisch ingeschakeld bij bewegingsdetectie, op voorwaarde dat er niet voldoende daglicht beschikbaar is. Het in- en uitschakelen heeft betrekking op alle armaturengroepen. - Halfautomatisch bedrijf De verlichtingsinstallatie wordt automatisch uitgeschakeld wanneer er voor een instelbare duur geen persoon gedetecteerd wordt. De uitschakeling heeft betrekking op alle armaturengroepen. Er wordt niet automatisch ingeschakeld wanneer er een beweging gedetecteerd wordt. De verlichting moet handmatig ingeschakeld worden. Bij voldoende daglicht wordt de verlichting eerst gedimd en vervolgens, bij het bereiken van de daglichtafhankelijke uitschakelcriterium, opnieuw uitgeschakeld. Alleen in het halfautomatisch bedrijf met aanwezigheidsdetectie wordt de verlichting automatisch ingeschakeld of opnieuw ingeschakeld, ook na uitschakeling door de daglichtafhankelijke regeling. - Instelling van de bedrijfsmodus en de uitschakelvertraging van de aanwezigheidsdetectie (draaischakelaar in stand 3) Bedrijfsmodus Draaischakelaar Draaischakelaar op op 3 zetten 3 zetten kort kort Uitschakelvertraging kort kort Sec. 3 Sec matisch matisch bedrijf bedrijf LED LED brandt brandt Semi-automatisch Semi-automatisch bedrijf bedrijf 3 min. 5 min. 5 min. 0 0 min. min. 5 5 min. min. LED LED brandt brandt Na het uitschakelen met de toets wordt de automatische herinschakeling pas actief, nadat gedurende minimaal de ingestelde duur (doorlopend) geen aanwezigheid gedetecteerd werd Sec. 3 Sec min. min
20 Technische gegevens Adressering van de systeemafstandsbedieningen (draaischakelaar op stand 9) Door een code toe te kennen aan de systeemafstandsbedieningen is het mogelijk in één ruimte meerdere LIGHTGATEbasic-systemen te gebruiken en gescheiden van elkaar te bedienen, bijvoorbeeld meerdere individuele armaturen in een kantoortuin. Controller Voedingsspanning Schakeluitgang 0-40 V 0/50-60 Hz 600 VA Stand-byvermogen van het systeem - zonder sensor < 0,4 W - met één sensor < 0,5 W Draaischakelaar op 9 zetten Keurmerk ENEC kort Sec. Binnen de 0 sec. double Er kunnen max. 5 verschillende adressen (0-4) toegekend worden. De standaardinstelling van het adres. Leidingslengten - controllertoets 50 m - controllersensor 5 m - aan de sensor,5 m - Controller-EVSA max. 00 m (min.,5 mm ) DALI-interfaces Toetsingang netspanning - functie AAN/UIT/DIM interfaces in broadcastmodus, max. 8 DALI-hulpapparaten per interface Sensoraansluiting via datakabel met modulaire RJ0- connector - Voedingsspanning 9 V DC (zeer lage veiligheidsspanning) - Aantal sensoren Aansluiting van max. sensoren met parallelschakeling Sensorfuncties De sensorfuncties worden gese lecteerd door middel van een DIPswitch - Lichtsensor + aanwezigheidsdetector - Aanwezigheidsdetector lx lx, gemeten aan de sen- Gevoeligheid van de lichtsensor sor Aanwezigheidssensor - Detectiebereik ø 5 m bij montagehoogte,7 m Normconformiteit - EN EN EN EN
21 Systeemafstandsbediening Voedingsspanning Bereik Gegevensoverdracht 3 V batterijen type AAA/LR03 ca. 5 m Infrarood 40 khz Omgevingstemperatuur ta C TRILUX GmbH & Co. KG Postfach 960, D Arnsberg Tel. +49 (0) 93 /30-0 Fax +49 (0) 93 / info@trilux.de Bestelcode / II (NL) 40
LIGHTGATEplus Bedieningshandleiding
Masterarmatuur met LIGHTGATEplus Bedieningshandleiding Servicehandleiding www.trilux.de Bedieningshandleiding Inhoud Inleiding Basisfuncties Systeemarmaturen en componenten -4 Pagina 3 Werking en bediening
Nadere informatieVoordelen. Mogelijkheid tot individueel regelen en aan-/uitdoen
e-sense ActiLume Voordelen e-sense ActiLume Kantoortuin met persoonlijk licht Mogelijkheid tot individueel regelen en aan-/uitdoen Automatisch uit na werktijd Automatische regeling van het lichtniveau
Nadere informatie1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement
Best. nr.: 5406 00 Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade
Nadere informatie1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW
Art. nr.: 1713DSTE Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade
Nadere informatieMet 2-kanaals toetselement: instelling van de kleurtemperatuur met rechter tuimelschakelaar
Art. nr.: 1713DSTE Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade
Nadere informatieToetselement onder lang indrukken: het licht wordt met minimale lichtsterkte ingeschakeld.
Best. nr.: 5406 00 Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade
Nadere informatieAANWEZIGHEIDSSENSOR PD-C360i/24 DUODIMplus
AANWEZIGHEIDSSENSOR NL PD-C360i/24 DUODIMplus AANWEZIGHEIDSSENSOR PD-C360i/24 DUODIMplus DRIE ZONES, TWEE LICHTNIVEAUS, ÉÉN OPLOSSING: DUODIMplus ENERGIE-EFFICIËNTIE A PLUS DE DUODIMplus VAN ESYLUX COMBINEERT
Nadere informatiee-sense Move Highbay
e-sense Move Highbay e-sense Move Highbay Flexibele lichtregeling in industriële toepassingen e-sense Move Highbay is een lichtsturingssysteem voor industriële toepassingen. Het systeem is voorzien van
Nadere informatieDatasheet LRM1070/00, LRM1080/00 OccuSwitch bewegingsdetector
1/7 Algemene omschrijving De OccuSwitch is een bewegingsdetector met ingebouwde schakelaar. Hij schakelt de verlichting in een kamer of ruimte uit als deze niet gebruikt wordt en bespaart daarmee tot 30%
Nadere informatieidim Orbit Een unieke en complete oplossing voor lichtregeling in één sensor
connecting light to your space idim Orbit Een unieke en complete oplossing voor lichtregeling in één sensor De idim Orbit is een eenvoudige, slimme oplossing om de verlichting aan te sturen in een ruimte.
Nadere informatie24V-detectoren en daglichtstuurmodules Bespaar energie
24V-detectoren en daglichtstuurmodules Bespaar energie Detectoren bieden meer comfort en veiligheid. Bovendien helpen ze om behoorlijk wat energie te besparen. Bij automatische lichtregeling wordt de verlichting
Nadere informatieLichtregelsystemen ELS DALI-ELS MD EMD
Lichtregelsystemen ELS DALI-ELS MD EMD Regel uw licht per armatuur ETAP ontwikkelde verschillende lichtregelsystemen die het licht regelen per armatuur. ELS (ETAP LichtregelSysteem) dimt het kunstlicht
Nadere informatieAfbeelding 1: Constructie apparaat
Best.nr. : 0360 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als de handleiding niet wordt opgevolgd,
Nadere informatieIndividuele besturing met infrarood ontvanger WKS-IR
De met infrarood is een besturing voor één motor of een groep WKS-delen. Behalve de toetsen op en neer heeft hij een toets voor in- of uitschakelen van de centrale besturing. Als centrale besturing onder
Nadere informatieBedieningshandleiding DALI Power Potentiometer
Lichtmanagement Bedieningshandleiding DALI Power Potentiometer 1. Veiligheidsinstructies Inbouw en montage van elektrische apparaten mogen uitsluitend geschieden door een landelijk erkend installatiebedrijf..
Nadere informatieSysteem 2000 Trappenhuisverlichtingsautomaat, Basiselement impulsgever. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat
DIN-rail trappenhuisverlichtingsautomaat Best.nr. : 0821 00 Basiselement impulsgever Best.nr. : 0336 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag
Nadere informatieKNX/EIB Lichtsterkteregelaar. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat
inbouw Best. nr. : 2102 00 opbouw Best. nr. : 2103 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd.
Nadere informatieAfbeelding 1: Helderheidsregelaar inbouw
Art. nr. 2095 LUX Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als de handleiding niet wordt opgevolgd,
Nadere informatie1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3
307144 02 NL Bewegingsmelder thepiccola S360-100 DE WH 1060200 1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3 Afvoer 3 3. Toestelbeschrijving 4 4. Montage en aansluiting 4 Bewegingsmelder
Nadere informatieLUXOMAT net DALI LINK. De intelligente en kostenefficiënte single-room-oplossing van B.E.G.
LUXOMAT net DALI LINK De intelligente en kostenefficiënte single-room-oplossing van B.E.G. DALI LINK-single-room-oplossing De instapset voor kleine kantoren bestaat uit een DALI LINK-voedingsadapter, een
Nadere informatieDraadloze bussysteem Draadloze besturingseenheid 1-10V enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr.
Best.nr. : 1137 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële
Nadere informatieJaloezie- en rolluikbesturingssysteem Jaloeziebesturingsknop, Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie
Jaloeziebesturingsknop Best.nr. : 2328.. Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie Best.nr. : 0820.. Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen
Nadere informatieWat is DALI? VSA s of LED drivers van elk merk/ fabrikaat kunnen in een installatie doorelkaar toegepast worden. (Osram, Philips, Helvar)
Wat is DALI? DALI is een intelligent systeem waarin verschillende componenten met elkaar communiceren, gericht op verlichting, energiebesparing en bedieningsgemak. Digital Addressable Lighting Interface
Nadere informatieSysteem 2000 Touch-opzetstuk. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat
Touchdimmeropzetstuk Best.nr. : 2260.. Touchschakelopzetstuk Best.nr. : 2261.. Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur
Nadere informatie1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. DALI Tronic-trafo 105 W. Best.nr. : Bedieningshandleiding
DALI Tronic-trafo 105 W Best.nr. : 2380 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als de handleiding
Nadere informatieVeelzijdige lokale lichtregeling
Veelzijdige lokale lichtregeling I Veelzijdige lokale lichtregeling Wereldwijd gaat ongeveer 20 % van het totale energieverbruik naar verlichting. Afhankelijk van het type gebouw en de activiteit kan dat
Nadere informatieRGBW Wi-Fi naar RF omvormer
RGBW Wi-Fi naar RF omvormer Wi-Fi naar RF signaalomvormer voor de bediening van RGBW led strips Bediening via een app. op uw smartphone of tablet Tot 8 zones apart of samen bedienen Gratis applicatie is
Nadere informatie1. Fundamentele veiligheidsinstructies 4 2. Bedoeld gebruik 4
307343 NL Bewegingsmelder LUXA 103-100 DE WH 1030012 LUXA 103-101 DE WH 1030013 1. Fundamentele veiligheidsinstructies 4 2. Bedoeld gebruik 4 Afvoer 4 3. Beschrijving van het apparaat 5 4. Montage en aansluiting
Nadere informatie1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3
307344 NL Bewegingsmelder LUXA 103-100 AP WH 1030022 LUXA 103-101 AP WH 1030023 1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3 Afvoer 3 3. Beschrijving van het apparaat 4 4. Montage en aansluiting
Nadere informatiee-sense Motion Draadloze aanwezigheidsregeling voor actieve buitenomgevingen
e-sense Motion e-sense Motion Draadloze aanwezigheidsregeling voor actieve buitenomgevingen Voordelen Snelle en eenvoudige installatie Alle functies zijn geïntegreerd in het masttoparmatuur met automatische
Nadere informatieLED-seinlicht LED-oriëntatielicht
LED-seinlicht Best.nr. : 2952 LED-oriëntatielicht Best.nr. : 2951 Bedieningsen montagehandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur
Nadere informatiePositie-aflezing. - LED of LCD-aflezing - met geïntegreerde microprocessor. Walda Impuls b.v. Delta 60 6825 MS Arnhem Tel 026-3638302 Fax 026-3638304
SERIE Z-54 Positie-aflezing - LED of LCD-aflezing - met geïntegreerde microprocessor Walda Impuls b.v. Delta 60 6825 MS Arnhem Tel 026-3638302 Fax 026-3638304 ELGO - ELECTRIC GmbH D - 78239 Rielasingen,
Nadere informatieHandleiding tijdklok 230V~
Handleiding tijdklok 230V~ 1. Tijdklok 230V~ met interne back-up accu Detectech bestelnummer: 005-003-001-001 EAN-nummer: 7434031829805 Voedingsspanning: 230V~ (+10 en - 20%.) Energieverbruik: 0,05W. Schakelcontact:
Nadere informatieHet automatisch in- en uitschakelen en regelen van verlichting. Detectoren bieden meer comfort en helpen om behoorlijk wat energie te besparen.
13 Daglichtsturing Daglichtsturing Bespaar energie Het automatisch in- en uitschakelen en regelen van verlichting. Detectoren bieden meer comfort en helpen om behoorlijk wat energie te besparen. Bij automatische
Nadere informatieInbouwontvanger RTS voor verlichting
Inbouwontvanger RTS voor verlichting Installatiehandleiding Artikelnummer 1811251 Inbouwontvanger RTS voor verlichting Voor het aansturen van verlichting. Met de Lighting in-wall receiver RTS kunt u de
Nadere informatie1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Aanwezigheidsmelder Universeel. Art. nr. PMU 360 WW Art. nr.
Art. nr. PMU 360 WW Art. nr. PMU 360 AL Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als de handleiding
Nadere informatieBedieningshandleiding. Schakelactor
Bedieningshandleiding Schakelactor 1289 00 Inhoudsopgave Apparatuurbeschrijving...4 Bedieningselementen en aanduidingen...5 Aansluitklemmen...7 Montage... 8 Instellen van de bedrijfsstand...9 Omschakelen
Nadere informatie1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische stuureenheid 1-10 V, voor DIN-rail. Art.-Nr.
Art.-Nr.: FST 1240 REG Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als de handleiding niet wordt
Nadere informatieVIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF
Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7426 466, 7426 539 VITOTROL 100 10/2009 Veiligheidsvoorschriften
Nadere informatieAanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA
Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA Versie handleiding: 2.0 P a INLEIDING COMFORT-LUCHTGORDIJN MET CHIPS-REGELING 1.. Inleiding 1.1 Over deze aanvullende handleiding
Nadere informatieRGB wand bedieningspaneel DMX sturing en PWM output
RGB wand bedieningspaneel DMX sturing en PWM output Mooi afgewerkt wandpaneel voor de bediening van RGB led strips Touch bediening 2 opties: rechtstreekse bediening + aansturing of bediening via het DMX-512
Nadere informatieDraadloze bussysteem Draadloze handzender comfort. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Best.nr. : 0527 00
Best.nr. : 0527 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als de handleiding niet wordt opgevolgd,
Nadere informatie4-kanaals dimmerstuurmodule met 0 of 1 tot 10V-uitgangen voor het Velbus-systeem
VMB4DC 4-kanaals dimmerstuurmodule met 0 of 1 tot 10V-uitgangen voor het Velbus-systeem INHOUD INHOUD... 2 OMSCHRIJVING... 3 EIGENSCHAPPEN... 3 VELBUSEIGENSCHAPPEN... 5 OVERZICHT... 6 LEDINDICATIE... 7
Nadere informatieBedieningshandleiding. Universele draadloze zender
Bedieningshandleiding 1. Functie De universele draadloze zender dient voor uitbreiding van een bestaande installatie door middel van draadloze transmissie van schakelcommando s. Het radio-telegram van
Nadere informatie1 Veiligheidsinstructies
Universeel-seriedimmer-basiselement Best.nr. : 2263 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd.
Nadere informatie1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. LED-signaalverlichting, LED-oriëntatieverlichting
LED-signaalverlichting Best.nr. : 1171 00 LED-oriëntatieverlichting Best.nr. : 1169 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een
Nadere informatieDALI-potentiometer Tunable White met geïntegreerde netvoeding, DALIpotentiometer. DALI-potentiometer Tunable White met geïntegreerde netvoeding
DALI-potentiometer met geïntegreerde netvoeding, DALIpotentiometer DALI-potentiometer met geïntegreerde netvoeding Best. nr. : 2030 00 DALI-potentiometer Best. nr. : 2020 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies
Nadere informatie1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat KNX/EIB. Aanwezigheidsmelder. Aanwezigheidsmelder standaard. Best. nr. : 2106 04
standaard Best. nr. : 2105 02 standaard Best. nr. : 2105 04 comfort Best. nr. : 2106 02 comfort Best. nr. : 2106 04 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten
Nadere informatieSysteem-schakelversterkers REG 1 kanaals Art.Nr. 0850 00. Systeem-schakelversterkers REG 2 kanaals Art.Nr. 0851 00
1 kanaals Art.Nr. 0850 00 2 kanaals Art.Nr. 0851 00 Functioneringsprincipe De systeemschakelunit REG 1 kanaals en de systeemschakelunit REG 2 kanaals zijn nieuwe komponenten voor het observersysteem. De
Nadere informatie1. Fundamentele veiligheidsinstructies 4 2. Bedoeld gebruik 4
307345 NL Bewegingsmelder LUXA 103-100 C DE WH 1030016 LUXA 103-101 C DE WH 1030017 1. Fundamentele veiligheidsinstructies 4 2. Bedoeld gebruik 4 Afvoer 4 3. Beschrijving van het apparaat 5 4. Montage
Nadere informatieGeïntegreerde lichtregeling. ELS - MDS - EMD - maatwerk
Geïntegreerde lichtregeling ELS - MDS - EMD - maatwerk Geïntegreerde lichtregeling Briljant door zijn eenvoud Geïntegreerde lichtregeling betekent dat de volledige lichtregeling (sensor, sturing en dimbare
Nadere informatieBewegings-, aanwezigheids- of afwezigheidsmelders voor het aansturen van uw verlichting
Techniek in evolutie in samenwerking met Syntra West Bewegings-, aanwezigheids- of afwezigheidsmelders voor het aansturen van uw verlichting 2015/12/10 Waarom bewegingsdetectie voorzien? Energie bewustwording
Nadere informatieGebruikershandleiding
Gebruikershandleiding EXCLUSIV COMPACT THERMOSTAAT Dit product heeft de volgende eigenschappen: 1) Regeling van de verwarming 2) Eenvoudig te programmeren 3) Twee programma's: programma ingesteld af fabriek
Nadere informatieElektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.
Art. nr. : 240PDPETW Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade
Nadere informatieTV DRC 868 A01 - TV DRC 000 A01, dimmer
TV DRC 868 A01 - TV DRC 000 A01, dimmer Toepassing De ontvanger TV DRC is voorzien voor wandmontage m.b.v. een inbouwdoos. Zijn functie bestaat uit het manueel of radiogestuurd dimmen van een belasting
Nadere informatie1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo
Tronic-trafo 10-40 W Best. nr. : 0367 00, 0493 57 Tronic-trafo 20-70 W Best. nr. : 0366 00, 0493 58 Tronic-trafo 20-105 W Best. nr. : 0365 00 Tronic-trafo 20-150 W Best. nr. : 0373 00, 0493 55 Tronic-trafo
Nadere informatieVanaf 2015 biedt B.E.G. één bediening aan voor alle melders. Dit via uw smartphone.
LUXOMAT Infrarood afstandsbedieningen voor het programmeren en instellen van bewegings- en aanwezigheidsmelders Eenvoudige programmering Snel en eenvoudig Met de infrarood afstandsbedieningen laten bewegings-
Nadere informatie1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.
Universeel-seriedimmer-basiselement Best.nr. : 2263 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd.
Nadere informatie1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3
307146 03 NL Aanwezigheidsmelders thepiccola P360-100 DE WH 2090200 1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3 Afvoer 3 3. Toestelbeschrijving 4 4. Montage en aansluiting 4 Aanwezigheidsmelder
Nadere informatie1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo
Tronic-trafo 10-40 W Best.nr. : 0367 00, 0493 57 Tronic-trafo 20-70 W Best.nr. : 0366 00, 0493 58 Tronic-trafo 20-105 W Best.nr. : 0365 00 Tronic-trafo 20-150 W Best.nr. : 0373 00, 0493 55 Tronic-trafo
Nadere informatieUniversele dimmer inzetmoduul Gebruiksaanwijzing
Systeem 2000 Art. nr.: 0305 00, 0495 07 Functie Universele dimmer voor het schakelen en dimmen van vele soorten lampen zoals: 230 V gloeilampen 230 V halogeenlampen LV-halogeenlampen in combinatie met
Nadere informatieThe Power of Off. Specificatie Mymesh BLC 2.10
The Power of Off Specificatie Mymesh BLC 2.10 Specificatie Mymesh BLC v2.10 Maak van iedere verlichtingsinstallatie een slim verlichtingssysteem met Mymesh. Mymesh is een draadloos lichtbesturingssysteem
Nadere informatie4 Knops afstandsbediening
Lees en bewaar dit document zorgvuldig! Installatie instructies Gebruikershandleiding 4 Knops afstandsbediening Well Straler Industrielaan 22 9320 Erembodegem info@wellstraler.be www.wellstraler.be Inhoudstafel
Nadere informatieHENKELMAN BV. Adres Veemarktkade 8 / D 9 5222 AE s-hertogenbosch Nederland. Postadres Postbus 2117 5202 AE s-hertogenbosch Nederland
HANDLEIDING VOOR DE DEALER DIGITAAL BEDIENINGSPANEEL JUMBO-SERIE 0,6 0,4 VACUUM 0,8-1 0 0,2 SEAL HENKELMAN BV Adres Veemarktkade 8 / D 9 5222 AE s-hertogenbosch Nederland Postadres Postbus 2117 5202 AE
Nadere informatieEnergie besparen door van schemering afhankelijke lichtschakeling
B.E.G. SCHEMERSCHAKEAARS Energie besparen door van schemering afhankelijke lichtschakeling SCHEMERSCHAKEAARS/ COSTATE ICHTREGEIG Comfortabele lichtschakeling via de geïntegreerde automatische functie Verlichtingen
Nadere informatieBinnenontvanger verlichting RTS - opbouw. Installatiehandleiding
Binnenontvanger verlichting RTS - opbouw Installatiehandleiding - 2 - Binnenontvanger verlichting RTS - opbouw Inhoudsopgave Pagina Samenstelling 4 Veiligheid 5 Montage 5 Benodigd gereedschap 5 Aanbevolen
Nadere informatieLUXOMAT Plafondbewegingsmelders voor binnen
PAFODBEWEGIGSMEDERS UXOMAT Plafondbewegingsmelders voor binnen PAFOD- BEWEGIGSMEDERS Ierlichting door beweging Voor een optimale lichtmeting Bewegingsmelders moeten binnen het detectiebereik bewegende
Nadere informatieLUNA LUNA 111 top2 LUNA 112 top2 NL DK S FIN N 111 0 100, 111 0 200 112 0 100, 112 0 200. Montage- en gebruiksaanwijzing Digitale schemerschakelaar
2 2 309 276 01 LUNA LUNA 111 top2 LUNA 112 top2 111 0 100, 111 0 200 112 0 100, 112 0 200 Ext L L N N Data + 4 5 6 C2 Ext1 Ext2 L N Data + NL Montage- en gebruiksaanwijzing Digitale schemerschakelaar MENU
Nadere informatieK-Steel deuropenermodule 1156/10 met numeriek toetsenbord
K-Steel deuropenermodule 1156/10 met numeriek toetsenbord Versie 2.0 - februari 2007 Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Wijzigingen voorbehouden. Mogelijkheden De deuropenermodule kan
Nadere informatie1. Fundamentele veiligheidsinstructies 6 8 mm. 2. Bedoeld gebruik. 3. Toestelbeschrijving. 4. Montage en aansluiting. Afvoer
NL Aanwezigheidsmelders thepiccola P360-100 DE WH 09000 307146 03 ¾Spanning vrijschakelen ¾Plafdonopening van Ø 34 36 mm maken ¾Voeding volgens het aansluitschema aansluiten ¾Instellingen op de potentiometers
Nadere informatiee-sense BrightSwitch
e-sense BrightSwitch e-sense BrightSwitch Lichtregeling in alle eenvoud e-sense BrightSwitch is een lichtsturingssysteem waarbij een geïntegreerde PIR-sensor (Passive Infra Red) de aangesloten armaturen
Nadere informatieDraadloze bussysteem Draadloze aanwezigheidsmelder. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : 0318 02. Best.nr.
Best.nr. : 0318 02 Best.nr. : 0318 04 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als de handleiding
Nadere informatieGEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE
Voertuigverwarmingen Technische documentatie NL GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE Bedieningselement voor de Eberspächer-standverwarmingen EasyStart Select Bedienungsanleitung EasyStart Remote Gebruiksaanwijzing
Nadere informatie1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische zender Universeel, L-leider. Art.-Nr.
Art.-Nr.: FUS 22 UP Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als de handleiding niet wordt opgevolgd,
Nadere informatie11/05 HD2302.0. Lees ook het engelse boekje
REV. 1.3 11/05 HD2302.0 Lees ook het engelse boekje Photo-Radiometer HD2302 - - HD2302.0 1. Ingang voor sensoren, 8-pole DIN45326 connector. 2. Batterij symbool: displays de batterij spanning. 3. Functie
Nadere informatieBedieningshandleiding Zendtoets met draadloze ontvanger R2.1
Bedieningshandleiding R2.1 1. Functie De zendtoets met maakt radiografisch of handmatig schakelen en dimmen van een verlichting mogelijk. De inschakelhelderheid kan in het toestel als memory-waarde worden
Nadere informatieDraadloze bussysteem Draadloze jaloezieactor enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding
Best.nr. : 1136 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als de handleiding niet wordt opgevolgd,
Nadere informatieCOLLECTIEVE INTELLIGENTIE LICHT DAT ALTIJD EEN STAPJE VOOR LOOPT
LICHT DAT ALTIJD EEN STAPJE VOOR LOOPT 2 LICHT DAT ALTIJD EEN STAPJE VOOR LOOPT Meer energie-efficiëntie en lichtcomfort door collectieve intelligentie Goed licht, zoals wij het zien, doet veel meer dan
Nadere informatieTechnische documentatie
Technische documentatie bluesmart-lezer BS TE SR Voor contactloos uitlezen van bluesmart-sleutels, -kaarten en HSH-sleutels. De lezer beschikt over twee relaiscontacten in een externe stuurunit. Identmedia
Nadere informatieElektronische jaloezieinbouwschakelaar
Bestnr. 62 00 09 Elektronische jaloezieinbouwschakelaar Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of
Nadere informatieLight Control LC 2. Bedieningshandleiding
Light Control LC 2 Bedieningshandleiding D E L C 2 L I G H T C O N T R O L De Lightcontrol LC 2 is gemakkelijk te installeren en vraagt slechts een aanraking van Uw hand of een signaal van een afstandsbediening
Nadere informatieABB i-bus KNX DALI lichtregelaar 4v opbouw DLR/A , 2CDG110172R0011
Technische gegevens 2CDC507129D3102 ABB i-bus KNX Beschrijving De ABB i-bus KNX DALI-lichtregelaar DLR/A 4.8.1.1 is een KNX-opbouwapparaat voor de inbouw in tussenplafonds of onder de vloer. De DALI-lichtregelaar
Nadere informatie1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3
307274 NL Bewegingsmelder theluxa R180 WH 1010200 theluxa R180 BK 1010201 1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3 Afvoer 3 3. Aansluiting 4 4. Montage 5 Installatievoorschriften 5
Nadere informatieConcept 420 sm (productinformatie) Blad 1 04/2008
Concept 420 sm (productinformatie) Blad 1 04/2008 Hoogwaardige, microprocessorgestuurde slangenpomp met stappenmotor voor het doseren van vloeibare media. Uitrusting - 2 potentiometers voor instellen van
Nadere informatieBestnr Passieve infrarood Bewegingsmelder RS8C
Bestnr. 61 14 93 Passieve infrarood Bewegingsmelder RS8C Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of
Nadere informatieGEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-300 STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR
GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-300 STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR A B C * Verlichting: Aan / Uit / Dimmen * Afbeelding van de YCT-102 (niet altijd inbegrepen, check de specificaties op de verpakking) A: Indicator
Nadere informatiesmartled Benelux 2014
smartled Benelux 2014 smartled: overdaglicht en s avonds leds De SmartLED wordt geïntegreerd in het Solatube daglichtsysteem. Dankzij deze combinatie ontstaat er een geïntegreerd dag- en ledlichtsysteem,
Nadere informatieSysteem 2000 Automatic-schakelaar 2 Standaard. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding
Best.nr. : 2301.. Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als de handleiding niet wordt opgevolgd,
Nadere informatieWij danken u hartelijk voor de aankoop van uw LivingLight Color Player 4 en/of Color Player 4 receiver.
LivingLight COLOR PLAYER 4 EN COLOR PLAYER 4 RECEIVER Wij danken u hartelijk voor de aankoop van uw LivingLight Color Player 4 en/of Color Player 4 receiver. De LivingLight producten zijn speciaal ontwikkeld
Nadere informatieDALI Lichtsturing. Bestektekst voor lichtsturing met DALI armaturen geïntegreerd in BUS Systeem. DALI LICHTSTURING GIA SYSTEMS Bestektekst
DALI Lichtsturing voor lichtsturing met DALI armaturen geïntegreerd in BUS Systeem. NL GIA Systems bv Daviottenweg 40 5222 BH s Hertogenbosch T +31 (0)73 305 00 14 info@giasystems.com 1 Inhoudstabel 1.
Nadere informatieBEWEGINGSDETECTOREN ALGEMENE INFORMATIE
Engineering & levering van: Notaris Kruytstraat 36a utiliteit / project verlichting 2661 HP Bergschenhoek EVRplus schakelsystemen voor T 010 521 30 34 verlichting & F 010 521 86 79 zonwering W www.halitech-ece.nl
Nadere informatie1. Funddamentele veiligheidsinstructies
309699 NL Bewegingsmelder theluxa S360 WH 1010510 theluxa S360 BK 1010511 1. Funddamentele veiligheidsinstructies WAARSCHUWING Levensgevaar door elektrische schokken of brand! Montage uitsluitend door
Nadere informatieAanwezigheidssensoren - HF Microwave technologie
HF SSENSOREN MICROWAVE TECHNOLOGIE 7 Aanwezigheidssensoren HF Microwave technologie Premium PRM Aan/uit Aanwezigheid en afwezigheid Auto aan Auto uit Alle technologie in een compacte eenheid Door de modulaire
Nadere informatieIntelligente aanwezigheidsmelders
Intelligente aanwezigheidsmelders et de Theben HT-detectoren zijn alle automatische sturingen van de binnenverlichting mogelijk Aanwezigheidsdetectie met halfautomatische bediening voor kantoren waar -
Nadere informatie1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. System 3000
Best. nr.: 5404 00 Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade
Nadere informatieThermostaat met display
H/LN4691-0 674 59-64170 Thermostaat met display RA00118AA_U-01PC-13W38 www.homesystems-legrandgroup.com Inhoudsopgave Thermostaat met display 1 Thermostaat met display 4 1.1 Functionering 4 1.2 Wat voor
Nadere informatieaan/uit indicatie-led
0 Zone LED FController De ATECTA LED draadloos controller Play0 is is gemaakt om of max. 0 draadloos LEDdrivers te sturen, waarbij het ook mogelijk is om elke driver individueel te sturen Functies: of
Nadere informatieRGBW RF wandbediening
RGBW RF wandbediening Elegante wandbediening voor de bediening van RGBW led strips Hiermee stuurt u de GGS-RGBWCONT120 RGBW led controller(s) aan Touch-panel, afgewerkt met glazen plaat. Geen bedrading
Nadere informatie