Wij hopen dat de diensten van deze stille week mogen bijdragen aan een verdieping van uw eigen weg met God

Transcriptie

1 Bij de diensten Dit jaar hebben wij als centraal thema gekozen voor Verwondering. Samen staan we stil bij het wonderlijke verhaal van het leven van Jezus. We verwonderen ons over deze man, die zo dicht bij God leefde. Wie is hij toch? Vol afgrijzen zullen we ons verwonderen over zijn dood. Hoe kon het toch gebeuren? Hoe kan het dat het nog steeds gebeurt, onschuldigen die de dood in worden gejaagd. En samen gaan we ons verwonderen om onze God die nooit loslaat, ook niet op momenten die zwaar en zwart zijn. Hoe Hij doorgaat met mensen door pijn, verdriet en dood heen. De liefde heeft het laatste woord. Het lied Wij leven van verwondering past goed bij dit thema. Het vertelt dat, ondanks alle dingen die het soms tegenspreken, wij ons niet neer leggen bij de dingen die eenmaal zijn zoals ze zijn, of de dingen die je kan beredeneren, nee we willen ons openstellen voor het mysterie. We willen ons open stellen voor de weg die Jezus is gegaan. Daarover zullen wij ons deze dagen verwonderen. Wij hopen dat de diensten van deze stille week mogen bijdragen aan een verdieping van uw eigen weg met God Een vriendelijk verzoek om het boekje in de kerk te laten liggen tot zaterdagavond. Voorganger: Organist: Fluitist ds. Willemijn van Dijk - Heij Johan Groen Margreet Meijer Deze diensten zijn mede voorbereid door: Liesbeth Boonekamp Ben Zaalmink Ans de Bruijckere Adrie Breedijk De liturgische schikkingen zijn verzorgd door: Nel van Duijvendijk Adrie Breedijk Lydia Schinkelshoek 1

2 Witte donderdag 13 april 2017 Witte donderdag is een dag vol van tegenstrijdigheden, een dag van hoop en wanhoop. Dat is ook te voelen in de dienst. We vieren met elkaar het leven van Jezus, als zijn vrienden, zijn leerlingen. We herinneren ons eraan waarom we Jezus volgen, we verwonderen ons om hem als persoon en om onze weg met hem. We vieren met elkaar de maaltijd, hijzelf heeft ons daarvoor uitgenodigd! Maar helemaal feest is het toch niet. Want witte donderdag is ook de dag van het verraad. Al zijn leerlingen en vrienden laten Jezus in de steek. Alles waar Jezus niet voor staat overkomt hem: gevangenschap, mishandeling, verraad, onrechtvaardigheid. Ook dit gedenken we deze avond. Opstelling van de kerk is anders dan op andere dagen. We zitten om de liturgische tafel, zoals Jezus met zijn vrienden rondom de tafel aanlag. Zo vieren wij, als zijn vrienden en leerlingen, vanavond ook met elkaar de maaltijd. Bij de liturgische schikking De tafel is gedekt voor de Maaltijd des Heren. Op de tafel zien we een kan water en een wasbekken met kleine handdoeken. Dit verbeeldt de voetwassing die Jezus deed bij zijn discipelen. Een nederige handeling om ons te laten zien dat ook wij ons nederig moeten opstellen tegenover God en onze medemens. Verder staan op tafel een schaal met matses en een beker met daarop een tros druiven. Zij verbeelden het laatste avondmaal dat Jezus vierde met zijn leerlingen. Er staan witte bloemen op tafel want wij vieren vanavond het leven van Jezus. Als straks de tafel toegedekt wordt komen er Judaspenningen op het zwarte kleed, zij verbeelden de zilverstukken die Judas kreeg voor zijn verraad aan de Hogepriesters 2

3 DIENST VAN DE VOORBEREIDING Orgelspel We gaan zo mogelijk staan Intochtslied: Nieuwe Vlietboek Wij leven dwars door vragen heen, met tere zekerheden, dat ondanks vóór- en tegenspraak hier kwetsbaar wordt beleden, dat er een hand is die ons draagt dat er een stem is die ons vraagt dat God deelt in ons heden. 3. Wij leven het mysterie uit, de waarheid, ongemeten, dat al ons denken bovenuit, in ons een heel diep weten, weet dat een hand ons leven draagt dat er een stem is die ons vraagt die ons een God wil heten. 3

4 Bemoediging V. Onze hulp is in de naam van de Heer A. Die hemel en aarde gemaakt heeft V. Die trouw is tot in eeuwigheid, en niet loslaat waar zijn hand eens aan begon Groet V. Genade en vrede voor jullie, van God onze Vader en van onze Heer Jezus Christus A. Amen Drempelgebed V. Eeuwige, onze God wij die U nooit hebben gezien, zie ons hier staan. A. Wij die van U hebben gehoord, hoor Gij ons aan: V. uw naam is dat Gij mensen helpt, A. wees onze hulp V. en dat Gij alles hebt gemaakt, A. maak alles nieuw V. en dat Gij ons bij name kent, A. leer ons U kennen. V. Die bron van Leven wordt genoemd, A. doe ons weer leven. V. Die hebt gezegd: Ik zal er zijn, A. Wees hier aanwezig, amen. We gaan zitten Inleiding op de dienst 4

5 Kyrie: lied Hoe achtloos in ons midden wordt het kostbaar mensenbloed gestort en in het onbarmhartig licht het kruis des Heren opgericht. 3. De minsten van de mensen zijn daar uitgestrekt in angst en pijn. Tot aan het eind der wereld lijdt Christus in hun verlatenheid. 4. O liefde uit de eeuwigheid die met ons mens geworden zijt, wij bidden, laat ons niet alleen in al het duister om ons heen, 5. opdat ook wij o Heer U niet verlaten in uw diep verdriet maar bij U zijn in al de pijn waarmee de mensen mensen zijn. 5

6 DIENST VAN HET WOORD Gebed bij de opening van het Woord We vieren het leven van Jezus We zijn bij elkaar als vrienden van Jezus. We vertellen elkaar verhalen over ons geloof. Samen verwonderen we ons. Verwondering deel I Lezen psalm 62 Bij de lezing Zingen: psalm 62: 1 en 5 5. Voorwaar, Hij is mijn heil, mijn rots, mijn naam rust in de schutse Gods. O volk, uw God laat u niet vallen. Als gij voor Hem uw hart uitstort, vertrouw dat gij gezegend wordt: God is een schuilplaats voor ons allen. 6

7 Verwondering deel II Lezen Lucas 10: Bij de lezing Zingen: lied om voor elkaar te zijn uw hand en voet, te helpen wie geen helper had ontmoet: wie dorst of hongert wordt getroost, gevoed, halleluja, 3. om voor elkaar te zijn uw hart en mond, om op te komen voor wie is verstomd, voor wie gevangen zit of is gewond, halleluja, 4. roept U ons, Christus, uw gezicht te zijn, gerechtigheid en vrede, brood en wijn, uw liefde, hoop, geloof uw zonneschijn. Halleluja! 7

8 Collecte: 1. Schoon drinkwater voor Tomah. Dit jaar heeft de commissie ZWO voor de 40 dagentijd de stichting Manneka uitgezocht om financieel te ondersteunen. De stichting Manneka wil een waterput realiseren in het dorpje Tomah town beach ten behoeve van de eerste levensbehoefte: schoon drinkwater. Om de waterput te realiseren is nodig. Wij doen een beroep op u in de collecte van vandaag deze actie van harte te steunen! 2. Voor het werk van de kerkrentmeesters Zij zorgen voor alle materiele zaken die nodig zijn om samen gemeente te zijn. DIENST VAN DE TAFEL Bereiding van de tafel Lezing: 1 Korintiërs 11: Credo: lied 340b 8

9 Tafelgebed en inzettingswoorden Tafellied: lied Als wij van de feestwijn drinken die Gij, Heer, ons geeft: leer ons dan om te gedenken wie een lege beker heeft. 9

10 3. Als wij samen in de kring staan om wat Gij ons geeft: leer ons dan om vast te houden wie geen hand in handen heeft. 4. Als wij weer de lofzang zingen om wat Gij ons geeft: leer ons dan voor hem te roepen die geen stem meer over heeft. 5. Als wij zo de toekomst vieren die Gij, Heer, ons geeft: leer ons dan vandaag te zorgen voor wie zelfs geen morgen heeft. Nodiging Delen van brood en wijn Tijdens het delen zingen we lied 568a vertaling: waar liefde en vriendschap is, daar is God 10

11 Dankgebed: Onze Vader Loflied: lied 908: 1 en 2 2. Ik heb U lief, o Gij mijn leven, vriend die mij trouw zijt tot het eind. Ik wil aan U mij overgeven, mijn zon, zolang Gij mij beschijnt. Ik heb U lief, o kom dan, kom, Christus, mijn bruidegom! Vredegroet Avondgebed van Maarten Luther V: Blijf bij ons en bij uw ganse kerk aan de avond van de dag, aan de avond van het leven, aan de avond van de wereld. Blijf bij ons met uw genade en goedheid, 11

12 met uw troost en zegen, met uw woord en sacrament. Blijf bij ons wanneer over ons komt de nacht van beproeving en van angst, de nacht van twijfel en aanvechting, de nacht van de strenge, bittere dood. Blijf bij ons in leven en in sterven, in tijd en eeuwigheid.heer, blijf bij ons, want het is avond en de nacht zal komen. A: AMEN Lezen: Lucas 22: 1-6 Zingen: lied 556: 1, 2, 4 en 5 2. Gods schepping die voor ons gesloten bleef ontsluit Gij weer, Gij opent onze harten, die zoon van David zijt en man van smarte, koning der Joden die de dood verdreef. 4. Gij onderhoudt de vlam van ons bestaan, aan u, o Heer, ontleent het brood zijn leven, ons is een lofzang in de mond gegeven, sinds Gij de weg van t offer zijt gegaan. 12

13 5. Dit is uw opgang naar Jeruzalem waar Gij uw vrede stelt voor onze ogen, vrede aan allen die uw naam verhogen: heden hosanna, morgen kruisig Hem! Onder het zingen leggen we alle versieringen uit de kerk op de liturgische tafel. We dekken dit af met een zwarte doek. Daar bovenop leggen we judaspenning. In stilte verlaten we de kerk, morgen om 19:30 uur gaan we verder met de dienst. 13

14 Goede vrijdag 14 april 2017 Op deze vrijdag staan we stil bij de laatste uren van Jezus' leven. We verwonderen ons vol afgrijzen om de dood die hij tegemoet gaat. Hoe heeft het zo kunnen gebeuren? Een onschuldige man die zo wordt gestraft. Hoe kan het dat het nog steeds gebeurt? De thema's die centraal staan op deze avond zijn zwaar: verraad, overheersing, geweld en uiteindelijk de dood. De dienst is ingetogen. Dat past bij deze avond. We zingen een lied, bidden en luisteren naar het verhaal over de dood van Jezus. Bij de liturgische schikking Op de tafel ligt een zwarte doek. Daarop liggen het kruis en de doornenkroon. Ook staan op tafel rode bloemen. Zij verbeelden het bloed van Christus. Lector: Ans de Bruijckere 14

15 We beginnen de dienst in stilte Zingen: psalm 22: 1 en 7 7. Het grauw dringt op, als honden van rondom, doorboort mijn hand en voet en brengt mij om. Mijn lijf verteerde tot de lege som Van mijn geraamte. Zij kennen voor een stervende geen schaamte, lachen hem uit die zich niet kan verweren, en delen reeds, al dobbelend, zijn kleren. hun tot een buit. 15

16 Inleidende woorden Kyriegebed na elke gebedsintentie zingen wij met elkaar lied 368d, symbolisch worden er tijdens het zingen van de acclamatie grote stenen bij het kuis neergelegd. Zij staan symbool voor de pijn en het verdriet van de wereld. Lied 368d: Bij de lezingen Zingen: lied 575: 1 en 6 16

17 Lezing: Johannes 18-19: 30 1 Nadat Jezus dit alles gezegd had, ging hij met zijn leerlingen naar de overkant van de Kidronbeek. Daar liep hij een olijfgaard in, met zijn leerlingen. 2 Judas, zijn verrader, kende deze plek ook, want Jezus was er vaak met zijn leerlingen samengekomen. 3 Judas ging ernaartoe, samen met een cohort soldaten en dienaren van de hogepriesters en de farizeeën. Ze waren gewapend en droegen fakkels en lantaarns. 4 Jezus wist precies wat er met hem zou gebeuren. Hij liep naar hen toe en vroeg: 'Wie zoeken jullie?' 5 Ze antwoordden: 'Jezus uit Nazaret.' 'Ik ben het,' zei Jezus, terwijl Judas, zijn verrader, erbij stond. 6 Toen hij zei: 'Ik ben het,' deinsden ze achteruit en vielen op de grond. 7 Weer vroeg Jezus: 'Wie zoeken jullie?' en weer zeiden ze: 'Jezus uit Nazaret.' 8 'Ik heb jullie al gezegd: Ik ben het, ' zei Jezus. 'Als jullie mij zoeken, laat deze mensen dan gaan.' 9 Zo gingen de woorden in vervulling die hij gesproken had: 'Geen van hen die u mij gegeven hebt, heb ik verloren laten gaan.' 10 Daarop trok Simon Petrus het zwaard dat hij bij zich had, haalde uit naar de slaaf van de hogepriester en sloeg hem zijn rechteroor af; Malchus heette die slaaf. 11 Maar Jezus zei tegen Petrus: 'Steek je zwaard in de schede. Zou ik de beker die de Vader mij gegeven heeft niet drinken?' 17

18 Zingen: lied 587: 1 12 De soldaten met hun tribuun en de Joodse gerechtsdienaars grepen Jezus en boeiden hem. 13 Ze brachten hem eerst naar Annas, de schoonvader van Kajafas. Kajafas was dat jaar hogepriester 14 en hij was het die de Joden had voorgehouden: 'Het is goed dat één man sterft voor het hele volk.' 15 Simon Petrus liep met een andere leerling achter Jezus aan. Deze andere leerling kende de hogepriester en ging met Jezus het paleis van de hogepriester in, 16 maar Petrus bleef buiten bij de poort staan. Daarop kwam de andere leerling, de kennis van de hogepriester, weer naar buiten; hij sprak met de portierster en nam Petrus mee naar binnen. 17 Het meisje sprak Petrus aan: 'Ben jij soms ook een leerling van die man?' 'Nee, ik niet,' zei hij. 18 De slaven en de gerechtsdienaars stonden zich te warmen bij een vuur dat ze hadden aangelegd omdat het koud was; ook Petrus ging zich erbij staan warmen. 19 De hogepriester ondervroeg Jezus over zijn leerlingen en over zijn leer. 20 Jezus zei: 'Ik heb in het openbaar tot de wereld gesproken. Ik heb steeds onderricht gegeven op plaatsen waar de Joden bij elkaar komen, in synagogen en in de tempel, en nooit heb ik iets in het geheim gezegd. 21 Waarom ondervraagt u mij? Vraag het toch aan de mensen die mij gehoord hebben, zij weten wat ik gezegd heb.' 22 Toen Jezus dat zei gaf een van de dienaren die erbij stonden, hem 18

19 een klap in het gezicht: 'Is dat een manier om de hogepriester te antwoorden?' 23 Jezus zei: 'Als ik iets verkeerds gezegd heb, zeg dan wat er verkeerd was, maar als het juist is wat ik heb gezegd, waarom slaat u me dan?' 24 Daarna stuurde Annas hem geboeid naar Kajafas, de hogepriester. 25 Simon Petrus stond zich intussen nog steeds te warmen. 'Ben jij soms ook een leerling van hem?' vroegen ze. 'Nee,' ontkende Petrus, 'ik niet.' 26 Maar een van de slaven van de hogepriester, een familielid van de man van wie Petrus het oor had afgeslagen, zei: 'Maar ik heb toch gezien dat je bij hem was in de olijfgaard?' 27 Weer ontkende Petrus, en meteen kraaide er een haan. Zingen: lied 587: 2 2. Eén mens moet sterven om een volk te redden. Door uw gehoorzaam lijden kan ik verder, warm ik mij aan uw liefde die niet loochent. Open mijn ogen. 28 Jezus werd van Kajafas naar het pretorium gebracht. Het was nog vroeg in de morgen. Zelf gingen ze niet naar binnen, om zich niet te verontreinigen voor het pesachmaal. 29 Daarom kwam Pilatus naar buiten en vroeg: 'Waarvan beschuldigt u deze man?' 30 Ze antwoordden: 'Als hij geen misdadiger was, zouden we hem niet aan u uitgeleverd hebben.' 31 Pilatus zei: 'Neem hem dan mee, en veroordeel hem volgens uw eigen wet.' Maar de Joden wierpen tegen: 'Wij hebben het recht niet om iemand ter dood te brengen.' 32 Zo ging de uitspraak van Jezus in vervulling waarin hij aanduidde welke dood hij sterven zou. 33 Nu ging Pilatus het pretorium weer in. Hij liet Jezus bij zich komen en vroeg hem: 'Bent u de koning van de Joden?' 34 Jezus antwoordde: 'Vraagt u dit uit uzelf of hebben anderen dit over mij gezegd?' 35 'Ik ben toch geen Jood,' antwoordde Pilatus. 'Uw volk en uw hogepriesters hebben u aan mij uitgeleverd - wat hebt u gedaan?' 36 Jezus antwoordde: 'Mijn koningschap hoort niet bij deze wereld. Als mijn koningschap bij 19

20 deze wereld hoorde, zouden mijn dienaren wel gevochten hebben om te voorkomen dat ik aan de Joden werd uitgeleverd. Maar mijn koninkrijk is niet van hier.' 37 Pilatus zei: 'U bent dus koning?' 'U zegt dat ik koning ben,' zei Jezus. 'Ik ben geboren en naar de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen, en ieder die de waarheid is toegedaan, luistert naar wat ik zeg.' 38 Hierop zei Pilatus: 'Maar wat is waarheid?' Na deze woorden ging hij weer naar de Joden buiten. 'Ik heb geen schuld in hem gevonden,' zei hij. 39 'Maar het is bij u gebruikelijk dat ik met Pesach iemand vrijlaat - wilt u dat ik de koning van de Joden vrijlaat?' 40 Toen begon iedereen te schreeuwen: 'Hem niet, maar Barabbas!' Barabbas was een misdadiger. Zingen: lied 587: 3 3. Hemelse koning, door God uitgekozen, waarom staat U terecht als rechteloze? U hebt geen schuld, de waarheid is geschonden. U draagt mijn zonden. 19:1 Toen liet Pilatus Jezus geselen. 2 De soldaten vlochten een kroon van doorntakken, zetten die op zijn hoofd en deden hem een purperen mantel aan. 3 Ze liepen naar hem toe en zeiden: 'Leve de koning van de Joden!', en ze sloegen hem in het gezicht. 4 Pilatus liep weer naar buiten en zei: 'Ik zal hem hier buiten aan u tonen om u duidelijk te maken dat ik geen enkel bewijs van zijn schuld heb gevonden.' 5 Daarop kwam Jezus naar buiten, met de doornenkroon op en de purperen mantel aan. 'Hier is hij, de mens,' zei Pilatus. 6 Maar toen de hogepriesters en de gerechtsdienaars hem zagen begonnen ze te schreeuwen: 'Kruisig hem, kruisig hem!' Toen zei Pilatus: 'Neem hem dan maar mee en kruisig hem zelf, want ik zie niet waaraan hij schuldig is.' 7 De Joden zeiden: 'Wij hebben een wet die zegt dat hij moet sterven, omdat hij zich de Zoon van God heeft genoemd.' 8 Toen Pilatus dat hoorde werd hij erg bang. 9 Hij ging het pretorium weer in en vroeg aan Jezus: 'Waar komt u vandaan?' Maar Jezus gaf geen antwoord

21 'Waarom zegt u niets tegen mij?' vroeg Pilatus. 'Weet u dan niet dat ik de macht heb om u vrij te laten of u te kruisigen?' 11 Jezus antwoordde: 'De enige macht die u over mij hebt, is u van boven gegeven. Daarom draagt degene die mij aan u uitgeleverd heeft de meeste schuld.' 12 Vanaf dat moment wilde Pilatus hem vrijlaten. Maar de Joden riepen: 'Als u die man vrijlaat bent u geen vriend van de keizer, want iedereen die zichzelf tot koning uitroept pleegt verzet tegen de keizer.' 13 Pilatus hoorde dat, liet Jezus naar buiten brengen en nam plaats op de rechterstoel op het zogeheten Mozaïekterras, in het Hebreeuws Gabbata. 14 Het was rond het middaguur op de voorbereidingsdag van Pesach. Pilatus zei tegen de Joden: 'Hier is hij, uw koning.' 15 Meteen schreeuwden ze: 'Weg met hem, weg met hem, aan het kruis met hem!' Pilatus vroeg: 'Moet ik uw koning kruisigen?' Maar de hogepriesters antwoordden: 'Wij hebben geen andere koning dan de keizer!' 16 Toen droeg Pilatus hem aan hen over om hem te laten kruisigen. Zingen: lied 587: 4 4. Hier is God zelf, ontdaan van alle glorie, de mens die uit de hemel is geboren. Ik ben de gesel die hem openhaalde, ik laat hem vallen. Zij voerden Jezus weg; 17 hij droeg zelf het kruis naar de zogeheten Schedelplaats, in het Hebreeuws Golgota. 18 Daar kruisigden ze hem, met twee anderen, aan weerskanten één, en Jezus in het midden. 19 Pilatus had een inscriptie laten maken die op het kruis bevestigd werd. Er stond op 'Jezus uit Nazaret, koning van de Joden'. 20 Het stond er in het Hebreeuws, het Latijn en het Grieks, en omdat de plek waar Jezus gekruisigd werd dicht bij de stad lag, werd deze inscriptie door veel Joden gelezen. 21 De hogepriesters van de Joden zeiden tegen Pilatus: 'U moet niet koning van de Joden schrijven, maar Deze man heeft beweerd: Ik ben de koning 21

22 van de Joden.' 22 'Wat ik geschreven heb, dat heb ik geschreven,' was het antwoord van Pilatus. 23 Nadat ze Jezus gekruisigd hadden, verdeelden de soldaten zijn kleren in vieren, voor iedere soldaat een deel. Maar zijn onderkleed was in één stuk geweven, van boven tot beneden. 24 Ze zeiden tegen elkaar: 'Laten we het niet scheuren, maar laten we loten wie het hebben mag.' Zo ging in vervulling wat de Schrift zegt: 'Ze verdeelden mijn kleren onder elkaar en wierpen het lot om mijn gewaad.' Dat is wat de soldaten deden. 25 Bij het kruis van Jezus stonden zijn moeder met haar zuster, Maria, de vrouw van Klopas, en Maria uit Magdala. 26 Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie hij veel hield, zei hij tegen zijn moeder: 'Dat is uw zoon,' 27 en daarna tegen de leerling: 'Dat is je moeder.' Vanaf dat moment nam die leerling haar bij zich in huis. Zingen: lied 587: 5 5. Jezus, gekruisigd - met ontzag en deernis zie ik uw zorg voor moeder en voor leerling, liefde is dorst naar vrede zonder einde, water dat wijn wordt. 28 Toen wist Jezus dat alles was volbracht, en om de Schrift geheel in vervulling te laten gaan zei hij: 'Ik heb dorst.' 29 Er stond daar een vat zure wijn; ze staken er een majoraantak met een spons in en brachten die naar zijn mond. 30 Nadat Jezus ervan gedronken had zei hij: 'Het is volbracht.' Hij boog zijn hoofd en gaf de geest. We doven de Paaskaars, daarna zijn we stil 22

23 Zingen: lied 590: 1 Bij het naar buiten gaan kunt u de steen die u bij binnenkomst heeft gekregen onder het kruis neerleggen. Zo wordt het kruis met stenen een symbool van een kyrie; een gebed naar God om zich te ontfermen over de nood van de wereld én van ons hart. In stilte verlaten we de kerk, morgen om 21:30 uur gaan we verder met de dienst. 23

24 Stille zaterdag 15 april 2017 Vanavond waken wij als vrienden van Jezus. Wij waken bij zijn dode lichaam in stilte en met verdriet. En zoals dat dan gaat wanneer iemand is overleden: we halen verhalen op over vroeger. Verhalen vol kracht en bevrijding. Verhalen die ons iets zeggen over de God van Jezus, over onze God. Het samen delen van die verhalen doet iets met ons. Het geeft ons de hoop dat het leven van Jezus niet voor niets was. Want zoals God vroeger was, zo is Hij nog steeds: God is nog steeds de God van bevrijding. En dan wordt het licht. Bij de liturgische schikking Op tafel staan bloemen in de kleuren paars, lila, wit en geel. Zij verbeelden de weg die we met elkaar hebben afgelegd naar Pasen. Paars voor de periode van inkeer overgaand in lila als de goede tijd bijna is aangebroken. Daarna wordt de kleur wit omdat we bijna bij Pasen zijn...nog heel even geduld. De bloembolletjes verbeelden dat geduld. Zoals we moeten wachten tot de bloemen van bolletjes opengaan, zo moeten we nu wachten op Paasmorgen. Nu moeten we nog wachten en waken. Lectoren: Ben Zaalmink Ans de Bruijkere Liesbeth Boonekamp Adrie Breedijk 24

25 We beginnen de dienst in stilte Lezen: Johannes 19: Zingen: lied 130c 3. Ik blijf wachten tot U komt, Heer, mijn God. Ik blijf nog sterker op U wachten dan een mens in lange nachten wacht op licht, het morgenlicht. 4. Israël, hoop op de Heer. Hoop op God, want Hij heeft zich aan jou verbonden. Hij verlost je van je zonden. Hij maakt vrij. Hij maakt jou vrij! Inleidende woorden 25

26 V: Dit is de nacht die anders is dan alle andere nachten. Deze donkere nacht brengt ons terug helemaal naar het begin. Deze nacht verwonderen we ons over hoe God in het begin begonnen is met licht. Lezing: Genesis 1: 1-5 Zingen: lied 598 Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft, vuur dat nooit meer dooft (2x) V: Dit is de nacht die anders is dan alle andere nachten. Deze nacht verwonderen we ons over dat God zijn mensen nooit in de steek zal laten. Hij zorgt voor ons. Lezing: Exodus 16: 1-8, Zingen: lied 598 V: Dit is de nacht die anders is dan alle andere nachten. Deze nacht verwonderen we ons om de reisgenoten die God op onze weg plaatst; kleine lichten in het duister. Lezing: Ruth 1: 6-19 Zingen: lied 598 V: Dit is de nacht die anders is dan alle andere nachten. Deze nacht verwonderen we ons om dat wie vertrouwt op God, nooit beschaamd zal worden. Lezing: Daniel 6: Zingen: lied

27 V: Dit is de nacht die anders is dan alle andere nachten. Deze nacht verwonderen we ons om dat, als onze levensadem ons verlaat, het de Heer is die redt! Lezing: Jona 2 Zingen: lied 598 V: De is de nacht die anders is dan alle andere nachten, dit is de nacht waarin we gedenken dat onze God sterker is dan de dood. We gaan staan Lezing: Matteüs 28:1-7 De nieuwe paaskaars wordt binnengebracht. Zingen: lied 600, vers 1 en 4 door de voorganger, vers 2, 3 en 5 door allen. Voorganger: 1. Licht, ontloken aan het donker, licht, gebroken uit de steen, licht, waarachtig levensteken, werp uw waarheid om ons heen! Allen: 27

28 Allen: 3. Licht, aan liefde aangestoken, licht, dat door het donker brandt, licht, jij lieve lentebode, zet de nacht in vuur en vlam! Voorganger: 4. Licht, verschenen uit den hoge, licht, gedompeld in de dood. licht, onstuitbaar, niet te doven, zegen ons met morgenrood! Allen: 5. Licht, straal hier in onze ogen, licht, breek uit in duizendvoud, licht, kom ons met stralen tooien, ga ons voor van hand tot hand! D: Licht van Christus! A: Heer wij danken U! Paasjubel V: Dit is de nacht waarin Hij, de Gezegende, de banden van de dood heeft losgemaakt en de poorten van het dodenrijk opengestoten. Daarom waken wij in deze nacht om ons in Hem te verheugen en dit stralend licht te volgen. Daarom zal de hemel juichen, 28

29 de aarde weerklinken, bestraald door dit licht, A: Door dit licht voor ons uit! V: De bazuin moet klinken om dit licht voor ons uit, dat het donker verjaagt. Zingen zal dit huis vurig van hart en ziel en juichen uw gemeente A: Door dit licht voor ons uit! V: Het licht van Christus. A: Verdrijf de duisternis. Amen! We gaan zitten Het licht in de kerk gaat aan, we willen u vragen uw kaarsje te doven i.v.m. brandgevaar. DOOPGEDACHTENIS Inleiding Gebed Het doopwater wordt in de doopvont gegoten Geloofsbelijdenis: lied

30 2. Wij geloven in de naam Jezus Christus, gestorven en weer opgestaan. Halleluja! 3. Wij geloven dat de Geest ook nog heden de wereld en onszelf geneest. Vrede, vrede. Persoonlijke doopvernieuwing Iedereen die gedoopt is kan nu naar voren komen om zijn of haar doop te gedenken, wie niet gedoopt is, kan een zegen ontvangen. Ondertussen zingen wij: lied

31 2. Hij gaat u voor in wolk en vuur, gunt aan uw leven rust en duur en geeft het zin en samenhang. Zing dan de Heer een nieuw gezang! 3. Een lied van uw verwondering dat nóg uw naam niet onderging, maar weer opnieuw geboren is uit water en uit duisternis. 4. De hand van God doet in de tijd tekenen van gerechtigheid. De Geest des Heren vuurt ons aan de heilige tekens te verstaan. 5. Wij zullen naar zijn land geleid doorleven tot in eeuwigheid en zingen bij zijn wederkeer een nieuw gezang voor God de Heer. Dankzegging Slotlied: Vlietboek 14 31

32 2. Wij leven dwars door vragen heen, met tere zekerheden, dat ondanks vóór- en tegenspraak hier kwetsbaar wordt beleden, dat er een hand is die ons draagt dat er een stem is die ons vraagt dat God deelt in ons heden. 3. Wij leven het mysterie uit, de waarheid, ongemeten, dat al ons denken bovenuit, in ons een heel diep weten, weet dat een hand ons leven draagt dat er een stem is die ons vraagt die ons een God wil heten. Zegen A: Wees welkom morgenochtend in de dienst om 10:00 uur, dan vieren we met elkaar voluit Pasen 32