Marcus 15:1 s Ochtends in alle vroegte kwamen de hogepriesters, de oudsten en de schriftgeleerden en het hele Sanhedrin in vergadering bijeen.

Transcriptie

1 Marcus 15:1 s Ochtends in alle vroegte kwamen de hogepriesters, de oudsten en de schriftgeleerden en het hele Sanhedrin in vergadering bijeen.

2 Wat er aan voorafging... Pesachmaal met zijn discipelen De strijd in Getsemane Het verraad door Judas Verhoor onder leiding van Annas De verloochening door Petrus Verhoor onder leiding van Kajafas

3 Een schijnproces Een proces zonder getuigen Een rechtszaak in de nacht Bij doodstaf minstens één dag van bezinning Nooit op een dag voorafgaand aan de sjabbat

4 Marcus 15:1 s Ochtends in alle vroegte kwamen de hogepriesters, de oudsten en de schriftgeleerden en het hele Sanhedrin in vergadering bijeen. Na Jezus geboeid te hebben, brachten ze hem weg en leverden hem over aan Pilatus.

5 Joh. 18:31 Pilatus zei: Neem hem dan mee, en veroordeel hem volgens uw eigen wet. Maar de Joden wierpen tegen: Wij hebben het recht niet om iemand ter dood te brengen. 32 Zo ging de uitspraak van Jezus in vervulling waarin hij aanduidde welke dood hij sterven zou.

6 Marcus 15:2 Pilatus vroeg hem: Bent u de koning van de Joden? Hij antwoordde: U zegt het. 3 De hogepriesters brachten allerlei beschuldigingen tegen hem in.

7 Lucas 23:2 We hebben vastgesteld dat deze man ons volk van het rechte pad afbrengt en de mensen ervan weerhoudt belastingen aan de keizer te betalen en dat hij van zichzelf zegt de messiaanse koning te zijn.

8 Lucas 23:6 Toen Pilatus dit hoorde, vroeg hij aan Jezus of hij uit Galilea kwam, 7 en toen hij besefte dat hij onder Herodes gezag viel, stuurde hij hem naar Herodes, die op dat moment in Jeruzalem verbleef.

9 Lucas 23:14... dat ik aan geen van de zaken waarvan u hem beticht schuldig heb bevonden. 15 En Herodes evenmin, hij heeft hem immers naar ons teruggestuurd; hij heeft niets gedaan waarop de doodstraf staat.

10

11 Marcus 15:4 Pilatus vroeg hem toen: Waarom antwoordt u niet? U hoort toch waar ze u allemaal van beschuldigen? 5 Maar Jezus zei helemaal niets meer, tot verwondering van Pilatus. 6 Pilatus had de gewoonte om op elk pesachfeest één gevangene vrij te laten op verzoek van het volk.

12 Marcus 15:7 Op dat moment zat er een zekere Barabbas gevangen, samen met de andere opstandelingen die tijdens het oproer hadden gemoord. 8 Een grote groep mensen trok naar Pilatus en begon hem te vragen om ook nu te doen wat zijn gewoonte was.

13 Barabbas bar = zoon van abba(s) = vader Jezus Barabbas (Matt. 27:16) Jezus, zoon van de vader Jezus, Zoon van de Vader

14 Marcus 15:9 Pilatus vroeg hun: Wilt u dat ik de koning van de Joden vrijlaat? 10 Want hij begreep wel dat de hogepriesters hem uit afgunst hadden uitgeleverd. 11 Maar de hogepriesters hitsten de menigte op om te zeggen dat hij Barabbas moest vrijlaten.

15 12 Toen zei Pilatus tegen hen: Wat wilt u dan dat ik doe met die man die u de koning van de Joden noemt? 13 En ze begonnen weer te schreeuwen. Kruisig hem! riepen ze.

16 Joh. 19:12 Maar de Joden riepen: Als u die man vrijlaat bent u geen vriend van de keizer, want iedereen die zichzelf tot koning uitroept pleegt verzet tegen de keizer.

17 Over Pilatus Gouverneur van Judea Aangesteld door keizer Tiberias Caesar Een vijand van de Joden Een politicus van de laagste orde Uiteindelijk zelfmoord gepleegd

18 Marcus 15:14 Pilatus vroeg: Wat heeft hij dan misdaan?

19

20 Lucas 23:14... dat ik aan geen van de zaken waarvan u hem beticht schuldig heb bevonden. 15 En Herodes evenmin, hij heeft hem immers naar ons teruggestuurd; hij heeft niets gedaan waarop de doodstraf staat.

21 Matt. 27:19 Terwijl hij op de rechterstoel zat, werd hem een boodschap van zijn vrouw gebracht: Laat je niet in met die rechtvaardige! Om hem heb ik namelijk vannacht in een droom veel moeten doorstaan.

22 Marcus 15:14 Pilatus vroeg: Wat heeft hij dan misdaan? Maar ze schreeuwden nog harder: Kruisig hem! 15 Omdat Pilatus de menigte tevreden wilde stellen, liet hij Barabbas vrij. Jezus leverde hij uit om gekruisigd te worden, nadat hij hem eerst nog had laten geselen.

23 Onschuldig verklaard en toch veroordeeld Wat heeft hij dan misdaan?

24 Het slechtste en het beste Het slechtste van de mens komt naar boven Maar het beste van God wordt zichtbaar

25 Hand. 2:23 Deze Jezus, die overeenkomstig Gods bedoeling en voorkennis is uitgeleverd, hebt u door heidenen laten kruisigen en doden. Hand. 4:28 Om datgene te doen waarvan God had bepaald en voorbestemd dat het moest gebeuren.

26 Wat heeft hij dan misdaan? NIETS

27 NIETS MAAR

28 Jes. 53:5 Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen.

29 Ik zie het kruis van mijn Verlosser. Ik zie het kruis waaraan Hij stierf. Daar aan het kruis droeg Hij mijn zonden. Stierf Hij mijn dood, kocht Hij mijn ziel.

30 Ik zie het kruis van mijn Bevrijder. Ik zie het kruis van Golgotha. Die diepe pijn, de weg van lijden. Die weg is Hij voor mij gegaan.

31 Halleluja! Ik prijs U, Jezus. Ontvang mijn lof, ontvang mijn liefde. Halleluja, ik geef mijn leven. U heeft mijn hart, U heeft mijn ziel.