omgevingsdienst HAAGLANDEN

Transcriptie

1 Zaaknummer Ons Kenmerk Datum ODH mm 201? omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein AW Den Haag Postadres Postbus GB Den Haag T (070) E vergunningen(godh.nl I Beschikking Natura 2000-gebieden Wet natuurbescherming Onderwerp Op 27 September 2016 hebben wij een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming ontvangen. De aanvraag betreft de herontwikkeling van Noordboulevard Scheveningen, welke bestaat uit: het slopen van circa m^ horeca, m^ detailhandel en 540 m^ casino; de ontwikkeling van circa m^ horeca en m^ detailhandel; de bouw van een drielaagse, ondergronds gelegen parkeergarage met circa 700 parkeerplaatsen en de bouw van een nieuw paviljoen op de boulevard. Het betreft het gebied gelegen aan de Noordboulevard Scheveningen, ter hoogte van Scheveningseslag/Gevers Deynootweg te Den Haag. Besluit Wij besluiten: I. de aangevraagde vergunning te verlenen; II. III. IV. voorschrift 1, 2 en 3 te verbinden aan deze vergunning; de aanvraag van 27 September 2016 onderdeel te laten zijn van deze vergunning; het volgende document onderdeel te laten zijn van deze vergunning: - AERIUS bijlage bij besluit van 11 november 2016 met kenmerk RT1escBA4PjP (ODH ). Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen. /\ f^*^-^ ' \ / \ / \ J ^ -> ing. L. Hfapman Hoofd Toetsing & Vergunningverlening Milieu van de Omgevingsdienst Haaglanden Bijlage 1. AERIUS bijlage bij besluit van 11 november 2016 met kenmerk RT1escBA4PjP (ODH ).

2 omgevingsdienst HAAGLANDEN Rechtsmiddelen Voor de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden tegen deze beschikking wijzen wij op de desbetreffende tekst in het begeleidende schrijven. 2/13

3 omgevingsdienst HAAGLANDEN VOORSCHRIFTEN 1 Tijdens de aanlegfase dient de in te zetten bouwverlichting neerwaarts en richting bestaande bebouwing te worden gericht. 2 De parkeergarage mag pas in gebruik worden genomen nadat de 137 parkeerplaatsen aan de openbare weg (betaald parkeren) zijn opgeheven. 3 De vergunninghouder dient: a De start van de werkzaamheden en eventuele wijzigingen gedurende de uitvoering schriftelijk te melden aan de Afdeling Toezicht en Handhaving, Team Groen van de Omgevingsdienst Zuid- Holland Zuid, Postbus 550, 3300 AN te Dordrecht, telefoonnummer , adres meldingwnb(a)ozhz.nl: b uiterlijk een week na het beeindigen van de werkzaamheden de afdeling Toezicht en Handhaving, Team Groen van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid hiervan schriftelijk in kennis te stellen. 3/13

4 omgevingsdienst HAAGLANDEN OVERWEGINGEN Aanleiding Op 27 September 2016 hebben wij een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming (verder: Wnb)''. ontvangen. De aanvraag betreft de herontwikkeling van de Noordboulevard Scheveningen welke zal bestaan uit: het slopen van circa m^ horeca, m^ detailhandel en 540 m^ casino; de ontwikkeling van circa m^ horeca en m^ detailhandel; de bouw van een drielaagse, ondergronds gelegen parkeergarage met circa 700 parkeerplaatsen en de bouw van een nieuw paviljoen op de boulevard. Het betreft het deel van de boulevard ter hoogte van Scheveningseslag en de Gevers Deynootweg te Den Haag. Bij de aanvraag zijn de volgende stukken gevoegd: 1. Toets Natuurbeschermingswet Noordboulevard Scheveningen, parkeergarage en winkels/horeca van 21 September 2016, opgesteld door Antea Group met kenmerk (verder: de natuurtoets); 2. AERIUS verschilberekening met kenmerk Rr5fvNgwEAeb van 27 juli 2016; 3. AERIUS berekening van de aanlegfase met kenmerk RZ9MaQrf3hR9 van 8 September 2016; 4. AERIUS GML rekenbestanden met correctiefactor van de aanlegfase, beoogde situatie, referentiesituatie en gecombineerd bestand met aanlegfase en beoogde situatie (hoogste depositie per hexagon). Procedure Met inachtneming van artikel 5.1 van de Wnb is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht toegepast op deze beschikking. Verlenging Met toepassing van artikel 42, tweede lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 (verder: Nbw) hebben wij op 3 oktober 2016 de termijn voor de afhandeling van de aanvraag met dertien weken verlengd^. Bevoegd gezag De gevraagde activiteit wordt (hoofdzakelijk) gerealiseerd dan wel verricht binnen de provincie Zuid-Holland. Gelet op de bepalingen in artikel 1.3 van de Wnb zijn wij bevoegd gezag voor de beoordeling van deze aanvraag. Zienswijzen De ontwerpbeschikking heeft vanaf 24 november 2016 gedurende een termijn van 6 weken ter inzage gelegen. Naar aanleiding hiervan zijn zienswijzen binnen de termijn ingebracht. De zienswijzen en de beantwoording daarvan zijn opgenomen aan het einde van de overwegingen. Op 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming in werking getreden en is de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw) komen te vervallen. ^ Op het moment van verlengen van de procedure was de Wet natuurbescherming nog niet in werking getreden en betrof de grondslag van de verlenging artikel 42, tweede lid, Nbw. 4/13

5 omgevingsdienst HAAGLANDEN Wijziging ten opzichte van ontwerpbeschikking Ten opzichte van de ontwerpbeschikking zijn de volgende wijzigingen aangebracht. Naar aanleiding van zienswijze A, onder a, is voorschrift 2 toegevoegd; Naar aanleiding van zienswijze B, onder 4, en vanwege de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming op 1 januari 2017, is de aanhef van het besluit aangepast. Naar aanleiding van zienswijze B, onder 5, is de omschrijving van de aanvraag uitgebreid; Naar aanleiding van zienswijze B, onder 10, is voorschrift 1 aangepast; Enkele tekstuele wijzigingen in verband met de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming op 1 januari Toetsingskader en grondslag beschikking De aanvraag is getoetst aan: - de artikelen 1.10, 2.7 t/m 2.9 Wnb; ^ hoofdstuk 2, titel 2.1 en 2.2 Besluit natuurbescherming; - hoofdstuk 2, titel 2.1 en 2.2 Regeling natuurbescherming ; - de Beleidsregel uitvoering Wet natuurbescherming Zuid-Holland (verder: de beleidsregel). Beoordeling Aangevraagde activiteit De aanvraag om vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb betreft de herontwikkeling van de Noordboulevard Scheveningen ter hoogte van de Scheveningseslag/Gevers Deynootweg te Den Haag. Het plangebied is gelegen nabij het Natura 2000-gebied Meijendel & Berkheide. De aangevraagde ontwikkelingen betreffen de sloop van bestaande bebouwing en vervolgens de realisatie en exploitatie van een deels ondergrondse parkeergarage met daarnaast en daarboven nieuwe winkels en horecapanden. De sloop van bestaande bebouwing betreft m^ horeca, m^ detailhandel en 540 m^ casino. In de beoogde situatie wordt er in totaal m^ horeca ontwikkeld en m^ detailhandel. De nieuw te realiseren horeca en detailhandel komt grotendeels naast en boven de parkeergarage te liggen. Daarnaast wordt een nieuw paviljoen (horeca) op de boulevard geplaatst ter hoogte van het Carlton Beach Hotel. De parkeergarage zal bestaan uit drie bouwiagen. Gezien vanaf de Zeekant zal de parkeergarage volledig beneden maaiveld (van de Zeekant) liggen. Gezien vanaf de lager gelegen boulevard zal alleen de onderste parkeerlaag beneden maaiveld (van de boulevard) komen te liggen. De parkeergarage zal bestaan uit drie bouwiagen en voorzien in 700 parkeerplaatsen. Deze parkeerplaatsen vervangen deels bestaande parkeerplaatsen in het gebied die door de herontwikkeling komen te vervallen. Voor de bestaande activiteiten is niet eerder een vergunning ingevolge de Wnb verleend. Effecten Uit de natuurtoets blijkt dat andere effecten dan stikstof in de realisatiefase niet aan de orde zijn. Tijdens de aanleg kunnen mogelijk tijdelijke effecten optreden van licht, geluid of trillingen. Uit de natuurtoets blijkt dat deze effecten verwaarloosbaar zijn ten opzichte van de reeds (permanent) aanwezige verstoring en niet zullen leiden tot een verslechtering van de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in of een significante verstoring effect van de soorten waarvoor Meijendel & Berkheide is aangewezen. Wij onderschrijven de conclusies uit de natuurtoets. Tijdens de aanleg en realisatiefase zorgt het gevraagde initiatief voor een toename van stikstofdepositie op een Natura 2000-gebied waarin een of meerdere habitattypen voorkomen waarvoor de nu geldende kritische 5/13

6 omgevingsdienst HAAGLANDEN depositiewaarde (KDW) wordt overschreden. Voor deze gebieden is de Programmatische Aanpak Stikstofdepositie (PAS) van toepassing. Vergunningplicht In het kader van de Wnb is voor de gevraagde activiteit niet eerder een vergunning verleend. Voor het antwoord op de vraag of er sprake is van een vergunningplicht op grond van de Wnb dient gekeken te worden naar de beoogde situatie. Op basis van de bij de aanvraag gevoegde AERIUS berekeningen hebben wij vastgesteld dat voor het Natura 2000-gebied Meijendel & Berkheide sprake is van een stikstofdepositie die hoger is dan de voor dat gebied geldende grenswaarde.^ Hierdoor is er sprake van een vergunningplicht voor de gevraagde activiteit. Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) Algemeen Voor elk project (of andere handeling) die niet is vrijgesteld van de vergunningplicht (artikel 2.9, vijfde lid van de Wnb en artikel 2.12 van het Besluit natuurbescherming), moet het bevoegd gezag beoordelen of een vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb kan worden verleend. Indien het gaat om een project of andere handeling die stikstofdepositie veroorzaakt op een Natura 2000-gebied, waarin een of meerdere habitattypen voorkomen waarvoor de KDW wordt overschreden, is de Programmatische Aanpak Stikstof (verder: PAS) die per 1 juli 2015 in werking is getreden, van belang. De PAS is thans geregeld in het Besluit natuurbescherming, de Regeling natuurbescherming en het programma Programmatische Aanpak Stikstof (verder: Programma). Aan het Programma ligt een passende beoordeling als bedoeld in artikel 2.8 van de Wnb ten grondslag. Op 14 april 2015 hebben wij ingestemd met zowel het Programma als de daaraan ten grondslag liggende passende beoordeling. Bij het verlenen van de vergunning kan gebruik worden gemaakt van deze passende beoordeling. Het Programma is partieel herzien op 15 december Het Besluit natuurbescherming voorziet in titel 2.1 in continuering van het Programma zoals deze was opgenomen in de voormalige Natuurbeschermingswet Het thans geldende Programma behoeft gelet op het overgangsrecht in artikel 9.3, derde lid, van de Wnb niet opnieuw te worden vastgesteld. Passende beoordeling PAS Het Programma is een instrument om Natura 2000-doelstellingen te realiseren en tegelijk ruimte te scheppen voor bestaande en nieuwe economische ontwikkelingen. In de passende beoordeling is getoetst of de uitvoering van het programma geen risico vormt voor de instandhoudingsdoelstellingen van individuele Natura 2000-gebieden, binnen de PAS." De passende beoordeling bestaat uit een generiek deel (bronmaatregelen, monitoring, etc.) en uit gebiedsanalyses die de ecoiogische onderbouwing vormen dat met het programma de stikstofgevoelige Natura 2000-doelstellingen (op termijn) gerealiseerd kunnen worden en er ontwikkelingsruimte beschikbaar kan worden gesteld voor economische ontwikkelingen. In de gebiedsanalyse per Natura 2000-gebied is verzekerd dat door de uitvoering van een gebalanceerd en robuust pakket aan herstelmaatregelen, er in de eerste programmaperiode geen verslechtering optreedt van alle stikstofgevoelige habitattypen en habitats van soorten. Bij deze beoordeling is uitgegaan van de achtergrondwaarde van In deze achtergrondwaarde zijn alle voor de aanvang van het Programma feitelijke emissies verdisconteerd, zoals blijkt uit de grootschalige concentratie en depositiekaarten Nederland (GCN en GDN). Deze emissies hebben al voor de aanvang van het Programma plaatsgevonden en hebben als uitgangspunt gediend voor de passende beoordeling. Voor de depositie als gevolg van deze emissies is derhalve geen ontwikkelingsruimte nodig. Daarnaast is voor elk Natura 2000-gebied een bepaalde hoeveelheid ontwikkelingsruimte vastgesteld, zodat ook nieuwe initiatieven waaronder ook uitbreidingen van bestaande activiteiten, gerealiseerd kunnen ^ De grenswaarde voor het Natura 2000 gebied Meijendel & Berkheide is 1 mol/ha/jaar. "Zie hiervoor kaart /13

7 omgevingsdienst HAAGLANDEN worden. De ontwikkelingsruimte kan op grond van artikel 2.7, eerste lid, van het Besluit natuurbescherming worden toegedeeld aan projecten en andere handelingen bij toestemmingsbesluiten, zoals een vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb of een omgevingsvergunning. De conclusie van de passende beoordeling van het Programma is dat wanneer bestaande activiteiten worden voortgezet en daarnaast ook nog nieuwe activiteiten worden gerealiseerd, kan worden uitgesloten dat de natuurlijke kenmerken van de in het Programma opgenomen Natura 2000-gebieden worden aangetast. Met onze instemming met het Programma hebben wij ingestemd met de conclusie van de passende beoordeling dat met het Programma kan worden uitgesloten dat de natuurlijke kenmerken van de in het programma opgenomen Natura 2000-gebieden worden aangetast. Voorwaarde hierbij is dat er niet meer ontwikkelingsruimte wordt toebedeeld dan beschikbaar is. Vaststellen benodigde ontwikkelingsruimte Voor het gevraagde initiatief is niet eerder een vergunning op grond van de Wnb verleend. Dit betekent dat bij het bepalen van benodigde ontwikkelingsruimte voor de gevraagde activiteit rekening mag worden gehouden met de door de bestaande activiteit veroorzaakte depositie (artikel 2.4, vijfde lid en zevende lid, van de Regeling natuurbescherming). Voor deze bestaande situatie is geen ontwikkelingsruimte nodig, omdat de depositie van deze activiteit al plaatsvond voor de aanvang van het programma. Voor de gevraagde wijziging dient te worden beoordeeld of en zo ja hoeveel ontwikkelingsruimte nodig is. Daarbij dient voorts beoordeeld te worden of de benodigde ruimte aanwezig is en of voldaan wordt aan de beleidsregel. Uit de AERIUS bijlage bij het besluit blijkt dat er voor de beoogde situatie ten opzichte van de bestaande situatie ontwikkelingsruimte benodigd en beschikbaar is. Voorts past de benodigde ontwikkelingsruimte binnen de beleidsregel(s). Registratie en toekenning ontwikkelingsruimte De aanvraag is geregistreerd in AERIUS Register. Voor de gevraagde uitbreiding is de benodigde ontwikkelingsruimte toegekend. Samenhangende besluiten Er kunnen nog andere bepalingen van kracht zijn, op grond waarvan vergunningen, toestemmingen, ontheffingen of meldingen benodigd zijn om de gevraagde activiteit te kunnen uitvoeren. Die mogelijkheid geldt bijvoorbeeld voor de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Hiervoor is bevoegd gezag de gemeente Den Haag. Conclusie Op grond van het vorenstaande kan worden geconciudeerd dat de gevraagde ontwikkelingsruimte kan worden toebedeeld en dat een vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb kan worden verleend. 7/13

8 omgevingsdienst HAAGLANDEN ZIENSWIJZEN Zienswijze A - Het opheffen van parkeerplaatsen: Het in bijlage 1 b van de natuurtoets achter bezoekers Bad genoemde aantal parkeerplaatsen (283) en het aantal gemiddelde ritten (1292) is substantieel te laag. Daarmee is ook de gehanteerde verkeersintensiteit op de Gevers Deynootweg in de beoogde situatie substantieel te laag. De indiener van de zienswijze heeft zelf berekend dat op basis van de systematiek uit bijlage lb bij de natuurtoets ca. 380 plekken voor bezoekers Bad benodigd zijn, bijna 100 plaatsen meer dan in het rapport. Dit betekent ca. 450 meer ritten per weekdag over de Gevers Deynootweg. - Verkeer over de Zeekant: In de natuurtoets is ten onrechte het verkeer naar de private Palacegarage, dat als gevolg van plan Hommerson moet worden omgeleid, niet in de berekeningen meegenomen. Daarmee zijn de gehanteerde verkeersintensiteiten op de Gevers Deynootweg substantieel te laag en is het 2-richtingen verkeer op de Zeekant zelfs helemaal niet meegenomen in de berekeningen. De indiener van de zienswijze heeft zelf berekend dat op basis van de systematiek uit bijlage 1 b bij de natuurtoets dat als gevolg van de gedwongen omleiding van het verkeer naar de Palacegarage voor zowel de Gevers Deynootweg als de Zeekant ca. 400 ritten/weekdag meer zullen plaatsvinden in de beoogde situatie dan waarvan nu is uitgegaan. Als gevolg van bovenstaande punten is in de AERIUS berekening van de beoogde situatie de voor bron 9 gehanteerde verkeersintensiteit substantieel te laag (ca. 950 ritten/weekdag licht verkeer te laag) en is er ten onrechte geen berekening uitgevoerd voor de Zeekant, die 2-richtingen verkeer krijgt (ca. 400 ritten/weekdag meer dan in de referentiesituatie). Zienswijze B 1. Procedure: de stukken waren niet beschikbaar voor inzage, de ontwerpbeschikking is ten onrechte alleen in het Provinciaal blad gepubliceerd en in de kennisgeving is niet aangegeven waar en wanneer het ontwerpbesluit ter inzage ligt. 2. De bij de aanvraag gevoegde machtiging is niet correct. 3. De aanvraag is niet getoetst aan de Wet bevordering integriteltsbeoordelingen door het openbaar bestuur. 4. In de aanhef wordt ten onrechte gesproken over de Natuurbeschermingswet Het onderwerp van de vergunning is te onduidelijk omschreven. Er is niet aangegeven of de verbreding van de boulevard onderdeel uitmaakt van het project. Voor zover deze apart wordt aangevraagd, is de indiener van de zienswijze van mening dat dit onjuist is, omdat de gevolgen in samenhang beschouwd moeten worden. 6. Een wijziging van het bestemmingsplan valt niet uit te sluiten. 7. Effecten anders dan van stikstofdepositie zijn ten onrechte buiten de beoordeling gelaten. Het betreft effecten van licht, geluid, trillingen en optische verstoring als gevolg van een toename van het aantal bezoekers van het nabij gelegen Natura 2000-gebied Meijendel & Berkheide. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat de aanleg van een parkeergarage zorgt voor een toename van het aantal bezoekers van het betreffende gebied vanwege een betere beschikbaarheid van parkeergelegenheid. 8. Daarnaast zijn negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen als gevolg van veranderingen in grondwaterstroming door het plaatsen van een diepwand en de aanleg van de parkeergarage niet bij voorbaat uit te sluiten. 9. Tijdelijke effecten die tijdens de aanlegfase optreden zijn ten onrechte buiten beschouwing gelaten. Het betreft effecten van licht, geluid en trillingen. 10. Voorschrift 1 is te vaag omschreven en niet handhaafbaar. 11. De PAS is in strijd met de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en AERIUS voldoet niet aan de in de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn gestelde eisen. 12. In tegenstelling tot wat in de natuurtoets is aangenomen, heeft de parkeergarage op zichzelf wel een verkeersaantrekkende werking. 8/13

9 omgevingsdienst HAAGLANDEN 13. Omdat het project leidt tot een toename van de stikstofdepositie, kan niet worden uitgesloten dat de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied Meijendel & Berkheide niet worden aangetast. 14. Het project voldoet niet aan art. 6 van de Habitatrichtlijn, omdat er geen compenserende maatregelen worden getroffen en er geen sprake is van dwingende redenen van openbaar belang. Over deze zienswijze(n) merken wij het volgende op: Ad. A Algemeen Een vergunning ingevolge de Wet Natuurbescherming wordt verleend voor activiteiten en de effecten van die activiteiten op Natura 2000-gebieden. Om die reden is in de natuurtoets bij de stikstofdepositieberekeningen niet uitgegaan van al het (autonome) verkeer dat op de betreffende wegen rijdt, maar slechts van die verkeersstromen die aan de beoogde ontwikkeling zijn toe te rekenen. Het uitrijdend verkeer van de Palacegarage dat over de lange poot van de Zeekant rijdt (en straks blijft rijden) is dus niet bij de berekeningen betrokken evenmin als bijvoorbeeld het huidige verkeer over de Gevers Deynootweg naar de parkeerplaatsen langs het Zwarte Pad. Het effect op de stikstofdepositie als gevolg van deze verkeersstromen maken immers geen onderdeel uit van de beoogde situatie van het project. In beide gevallen heeft het project geen invloed op deze verkeersstromen en zijn deze buiten beschouwing gelaten. Overigens zou het meenemen van deze verkeersintensiteiten niet leiden tot een wijziging van de stikstofdepositie-bijdrage van het project, omdat dit verkeer zowel in de referentiesituatie als in de beoogde situatie rijdt. Reactie op zienswijzen: a) De in bijlage 1 van de natuurtoets opgenomen tabellen dienen twee doelen. Aan de ene kant om te laten zien hoe de verkeersgeneratie bij de diverse functies is bepaald en aan de andere kant om te laten zien dat de parkeerbalans sluitend is (er worden voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd om de nieuwe functies te faciliteren en er worden voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd als compensatie voor de op de openbare straat op te heffen parkeerplaatsen). In die tabellen zijn ten behoeve van de herkenbaarheid uit praktische overwegingen de kreten "bewonersabonnementen", "werknemersabonnementen", "verdwijnende parkeerplaatsen bewoners" en "verdwijnende parkeerplaatsen werknemers" genoemd. Dit onderscheid wordt gemaakt omdat de verkeersgeneratie als gevolg van bewonersparkeerplaatsen iets anders is dan de verkeersgeneratie bij werknemersplaatsen. De kreten "bewonersabonnementen" en "verdwijnende parkeerplaatsen bewoners" hebben niet specifiek betrekking op voor bewoners bestemde parkeerplaatsen, maar staan symbool voor openbare parkeerplaatsen die door iedereen gebruikt kunnen worden (maar in de praktijk voornamelijk door bewoners gebruikt worden). Als gevolg van het project worden 137 parkeerplaatsen op de openbare straat (betaald parkeren) opgeheven en deze komen terug in de beoogde parkeergarage. Wat uiteindelijk invloed heeft op de stikstofdepositie als gevolg van het project is de verschuiving van de verkeersstromen naar deze plaatsen, onafhankelijk van de benaming van die parkeerplaatsen. In onderstaande figuur 1, afkomstig uit het verkeerskundig onderzoek^, staat aangegeven op welke locaties de 137 parkeerplaatsen verdwijnen/worden opgeheven. Middels voorschrift 2 aan deze vergunning, is ook geborgd dat de parkeerplaatsen worden opgeheven voordat de parkeergarage in gebruik kan worden genomen, als gevolg waarvan de daarmee gepaard gaande verkeersbewegingen teniet worden gedaan. ^ Ontwikkeling Noordboulevard Scheveningen, Analyse verkeerskundige effecten realisatie parkeergarage, Goudappel Coffeng, 14 oktober 2016 (BKG004/Nbc/ ). 9/13

10 omgevingsdienst HAAGLANDEN 4? 5g ftp 6^ ff» t*oth Pmn/' TP Figuur 1. Locatie 137 parkeerplaatsen Alhoewel de kreten "bewonersabonnementen" en "verdwijnende parkeerplaatsen bewoners" mogelijk tot verwarring kunnen leiden, is dus niet met een te laag aantal verdwijnende parkeerplaatsen of een te hoog aantal "bewonersparkeerplaatsen" gerekend. Het aantal werknemersabonnementen in de beoogde parkeergarage (uitbreiding van huidige 37 parkeerplaatsen naar 65 parkeerplaatsen) is niet gebaseerd op de uit de parkeernormen voortvloeiende werknemersplekken voor horeca en detailhandel, maar gebaseerd op een conservatieve inschatting van de toename van deze abonnementen doordat de beoogde parkeergarage dichter bij allerlei bestaande functies op de boulevard is gelegen. Ook werknemers van niet tot het project behorende functies op de boulevard kunnen immers een werknemersabonnement nemen. Er is dus niet met een te hoog aantal werknemersabonnementen gerekend. In de zienswijze wordt gesteld dat er met een te lage verkeersintensiteit is gerekend op de Gevers Deynootweg (tussen de Zwolsestraat en Zwarte Pad alsmede tussen Zwarte Pad en boulevard). In de beoogde situatie is op deze wegvakken van de Gevers Deynootweg gerekend met 2744 voertuigbewegingen (lichte motorvoertuigen) die aan het project zijn toe te rekenen (Bron 9 van de AERIUS-berekening beoogde situatie). Dit is gebaseerd op het totaal van 1452 voertuigbewegingen als gevolg van de projectfuncties en 1292 voertuigbewegingen als gevolg van extra "vrije" parkeerplaatsen. Zoals bovenstaand is weergegeven is niet gerekend met een te hoog aantal bewonersparkeerplaatsen of een te hoog aantal werknemersabonnementen. De 2744 voertuigbewegingen geven een realistisch beeld van de verkeersbewegingen in de beoogde situatie die aan het project zijn toe te rekenen. Er is (in het verschil tussen de 10/13

11 omgevingsdienst HAAGLANDEN referentiesituatie en de beoogde situatie) zelfs sprake van enige overschatting, omdat bijvoorbeeld automobilisten in de toekomst in de beoogde parkeergarage parkeren in plaats van langs het Zwarte Pad. Deze auto's rijden ook in de huidige situatie over de Gevers Deynootweg, maar zijn straks opgenomen in de verkeerbewegingen ten gevolge van het project. b) De in de natuurtoets uitgevoerde berekeningen zijn gebaseerd op de direct uit het project voortvloeiende veranderingen. Zo zullen, zoals onder a) al aangegeven, 137 parkeerplaatsen in de directe omgeving worden opgeheven en zullen verkeersbewegingen veranderen in de richting van de nieuwe parkeergarage. Langs de Zeekant zullen als gevolg van de aanleg van de parkeergarage 65 parkeerplaatsen verdwijnen en als gevolg daarvan ook het daarmee gerelateerde parkeerverkeer en het zoekverkeer. Zoals hiervoor al is aangegeven wijzigen de verkeersbewegingen over de Zeekant (thans een-richtingsverkeer) niet voor wat betreft het uitrijdende verkeer van de Palacegarage. Deze verkeersbewegingen zijn daarom niet bij de huidige berekeningen betrokken. Het plan is om in de toekomst van de Zeekant een weg met twee-richtingsverkeer te maken. Dit maakt echter geen onderdeel uit van het nu gevraagde initiatief en is daarom ook niet bij de beoordeling betrokken. Het afsluiten van de korte kant van de Zeekant is evenmin onderdeel van dit project. Ad. B 1. Naast publicatie in het Provinciaal blad, is de ontwerpbeschikking bekend gemaakt in de Posthoorn Scheveningen (publlcatiedatum 7 december 2016, pagina 27). In beide publicaties is aangegeven vanaf wanneer de ontwerpbeschikking ter inzage ligt met een verwijzing naar internetpagina's van de ODH en de gemeente Den Haag. Bij de ODH zijn stukken op afspraak in te zien. Wij zijn van mening dat wij hiermee aan onze wettelijke verplichtingen hebben voldaan. De gevraagde stukken zijn overigens nog dezelfde dag door ons beschikbaar gesteld. 2. Door de initiatiefnemer zijn de volgende stukken ter beschikking gesteld: a. Machtiging van Strandweg Vastgoed B.V. aan Brink Management/Advies (de heer Greeve) om de zaken ten aanzien van de Natuurbeschermingswet 1998 (thans Wet natuurbescherming) namens Strandwet Vastgoed af te handelen. De machtiging is getekend door de heer R. van den Berg. b. Uittreksei uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel van Strandweg Vastgoed B.V., waaruit blijkt dat de bestuurder Hommerson Vlaardingen B.V. is. c. Een machtiging van Hommerson Vlaardingen B.V. aan de heer van den Berg om aanvragen in het kader van de Omgevingsvergunning, bouwvergunning, milleuvergunningen etc. te ondertekenen namens Strandweg Vastgoed B.V. Uit deze stukken blijkt dat de machtiging correct is. 3. De vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid Wnb betreft geen beschikking waar de Wet bevordering integriteltsbeoordelingen door het openbaar bestuur op van toepassing is. Deze wet maakt geen onderdeel uit van het toetsingskader van de Wet natuurbescherming. 4. Ten tijde van de bekendmaking van het ontwerpbesluit was de Natuurbeschermingswet 1998 nog van kracht. In het definitieve besluit is dit aangepast naar de Wet natuurbescherming. 5. De activiteiten waarvoor een vergunning is aangevraagd zijn uitgebreid omschreven in de natuurtoets, die onderdeel uitmaakt van het besluit. Ook in de overwegingen wordt (kort) beschreven welke activiteiten zijn aangevraagd. Ter verduidelijking hebben wij de omschrijving van het onderwerp van het besluit aangepast. Uit de natuurtoets volgt dat de planontwikkeling Noordboulevard bestaat uit een tweetal projecten met een eigen opdrachtgever: het onderdeel 'verbreding en herinrichting boulevard' en het onderdeel 'parkeergarage en winkels/horeca'. Voorliggend besluit en de aanvraag ziet op het onderdeel 'parkeergarage en winkels/horeca'. Beide onderdelen kunnen onafhankelijk van elkaar worden gerealiseerd en geexploiteerd. Gelet op de aard van de activiteiten van de onderdelen, zijn de onderdelen van de herontwikkeling van de Noordboulevard te Scheveningen in voldoende mate van elkaar te onderscheiden waardoor beide onderdelen niet onlosmakelljk met elkaar verbonden 11/13

12 omgevingsdienst HAAGLANDEN zijn. De twee onderdelen betreffen daarom twee afzonderlijke projecten in het kader van de Wet natuurbescherming. 6. De vraag of de aangevraagde activiteit past binnen het vigerende bestemmingsplan valt niet binnen het toetsingskader van de Wnb. 7. Scheveningen ontvangt jaarlijks circa 17,5 miljoen bezoekers (Economische Visie Scheveningen Kuststrook), Meijendel circa 1 miljoen (Beheernota Berkheide, Meijendel en Solleveld ). Bezoekers zijn met name geclusterd rondom grote parkeerplaatsen, waaronder ook de bestaande parkeerplaats aan het Zwarte Pad. De paden die vanuit daar vertrekken zijn dus reeds in de huidige situatie druk bezocht. Rondom de bestaande paden treedt dan ook de meeste verstoring op als gevolg van recreanten. De geringe aantallen gebruikers van de parkeergarage die (ook) het Natura 2000-gebied bezoeken zijn verwaarloosbaar ten opzichte van de huidige aantallen en zullen niet leiden tot een grotere verstoring dan in de huidige situatie reeds aanwezig is. 8. De natuurlijke afwatering van het Natura 2000-gebied loopt vanuit de infiltratieplassen richting de zee, en niet in noord-zuid richting. De aanleg van de diepwand en parkeergarage heeft daarmee geen invloed op de natuurlijke grondwaterstroming. Daarnaast geldt dat de instandhoudingsdoelstellingen van Meijendel & Berkheide die grondwaterafhankelijk zijn, onder invloed staan van de infiltratieplassen in het gebied. Het plangebied ligt buiten de mogelijke invloedssfeer van grondwaterafhankelijke habitattypen. 9. Tijdens de aanlegfase treden trillingen slechts in zeer geringe mate op, omdat heien niet nodig is. Trillingen die wel optreden, bijvoorbeeld als gevolg van zwaar verkeer of machines, vinden op dusdanige afstand plaats dat deze in het Natura 2000-gebied geen invloed meer hebben. Tijdens de bouwwerkzaamheden is verlichting nodig. Door het opnemen van voorschrift 1 wordt voorkomen dat (extra) verstoring van langstrekkende vogels of vieermuizen optreedt. Daarnaast zorgen de bouwwerkzaamheden voor extra geluid als gevolg van het gebruik van mobiele werktuigen. Alleen de meervleermuis is gevoelig voor verstoring door geluid, de overige aangewezen soorten waarvoor instandhoudingsdoelstellingen niet. De directe omgeving van het plangebied is ook in de huidige situatie onaantrekkelijk voor meervleermuizen, vanwege verlichting en geluid. Vliegroutes en foerageergebieden binnen de invloedssfeer van het plangebied zijn dan ook uit te sluiten. Uit het beheerplan blijkt dat Meijendel & Berkheide een belangrijke functie heeft als paar- en overwinteringsgebied voor de meervleermuis. De belangrijkste paar- en overwinteringslocaties zijn Moffenslag, DWL bunker, Wassenaarse Slag, Delflandbunker en Uilenbosch (met Alexanderbunker). Vlak voor en na de overwinteringsperiode foerageren de vieermuizen in de omgeving van de bunkers waarin zij overwinteren. De dichtstbijzijnde bunker met een belangrijke functie voor de meervleermuis is de Delflandbunker. Deze bevindt zich op ca. 3,5 km vanaf het plangebied. Op die afstand is verstoring door geluid als gevolg van de werkzaamheden uit te sluiten. 10. Naar aanleiding van de zienswijze hebben wij voorschrift 1 verduidelijkt. 11. De Habitatrichtlijn verplicht tot het nemen van maatregelen ter behoud of herstel van een gunstige staat van instandhouding van natuurlijke habitats. In het Programma Aanpak Stikstof is een maatregelenpakket opgenomen dat zowel brongerichte als herstelmaatregelen bevat. In het ecoiogische oordeel van de gebiedsanalyse van Meijendel & Berkheide is geconciudeerd dat er wetenschappelijk gezien redelijkerwijs geen twijfel is dat de instandhoudingsdoelstellingen op termijn worden gehaald. Behoud is geborgd, en verslechtering wordt voorkomen. Het totaalpakket aan maatregelen (regulier beheer, vaststaand (brongericht) beleid en PAS maatregelen) verzekert het behoud en de ontwikkeling van de voor stikstofgevoelige natuur, ondanks de uitgifte van depositieruimte voor grenswaarde en de ontwikkelingsruimte. De PAS is hiermee in overeenstemming met artikel 6, tweede en derde lid, van de Habitatrichtlijn. AERIUS ondersteunt de ontwikkeling en uitvoering van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). 12. Een parkeergarage is faciliterend aan de al bestaande voorzieningen die publiek genereren (zoals detailhandel, horeca en strand). De aanleg van een nieuwe parkeergarage heeft dan ook normaliter geen zelfstandige verkeersaantrekkende werking, maar het is denkbaar dat op zeer drukke dagen door het toegenomen parkeeraanbod een verschuiving optreedt van het openbaar vervoer-gebruik 12/13

13 omgevingsdienst HAAGLANDEN naar auto-gebruik. Hiermee is in de natuurtoets en effectbeoordeling ook rekening gehouden, door het opnemen van extra verkeersbewegingen in de beoogde situatie. Zie verder ook de toelichting onder punt De effecten van het toedelen van ontwikkelingsruimte voor stikstofdepositie zijn passend beoordeeld in het kader van het Programma Aanpak Stikstof. Mits er niet meer ontwikkelingsruimte wordt toegekend dan beschikbaar is, luidt de conclusie van deze passende beoordeling dat de instandhoudingsdoelstellingen niet in het geding komen en de natuurlijke kenmerken derhalve niet worden aangetast. 14. Omdat op basis van de onder punt 13 genoemde passende beoordeling de zekerheid is verkregen dat de natuurlijke kenmerken van het relevante stikstofgevoelige Natura 2000-gebied Meijendel & Berkheide niet worden aangetast is de zogenaamde ADC toets (artikel 2.8, vierde lid, van de Wnb) niet van toepassing. Het is dan ook niet nodig alternatieven te onderzoeken, dwingende redenen van openbaar belang te hebben of eventuele effecten te compenseren. 13/13

14 ERIUSB REGISTER Dit document is een bijlage bij het toestemmmgstesluit afs bedoeld in artifeel igkm, eerste lid. van de Nb-wet iggs., Kenmerken Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een bijbehorende lees-.a/ijzer. Deze leeswijzer en overige documentatie is te raadplegen via: RTiescBA4PjP (n novem Der 2016) pagina 1/20

15 AERIUSB REGISTER Contact Recti tspersoon Inrichtingslocatie Brink Zeekant, - Den Haag Activiteit Onnschrijving AERIUS kenmerk Bevoegd gezag Noordboulevard RTiescBAaPjP Provincie Zuid-Holland Datum berekening Rekenjaar 11 november 2016,16: Sector Anders... Onderliggend wegennet Totale emissie Situatie 1 Situatie 2 Verschil 715,00 kg/j 1.463,06 kg/j 748,06 kg/j 45,19 kg/j 90,63 kg/j 45,44 kg/j Depositie Hectare met hoogste projectverschil (mol/ha/j) Natuurgebied Meijendel b Berkheide Provincie Zuid-Holland Situatie 1 Situatie 2 Verschil ,67 + 2,08 Toel ichti ng Merge tussen aanlegfase en gebruiksfase Noordboulevard RTiescBA4PjP(ii november 2016) pagina 2/20

16 AERIUSn REGISTER Locatie referentie Wieveringen-Ooip Vwi Sralkpark Scheveningen Siaieiikwartier /...IV,1 ArchipelbiAjrt Arendsdorp Van Hoytemakiuft Nassaubuuft \ BflflieftMiun Duinoord WWerropark ^ Bezuidenhotit (per bron) referentie Naam BrOn 1 Locatie(X,Y) 8097O, ,000 i^w NOX 255,95 kg/j 15,01 kg/j 883,0 199,29 kg/j 14,88 kg/j Middelzwaar vrachtverkeer 17,0 46,61 kg/j < 1 kg/j Zwaar vrachtverkeer 3,0 10,05 kg/j < T kg/j Bijlage bi besluit Noordboulevard RTiescBA4PjP (n november 2016) pagina 3/20

17 Naam BrOn , ,000 MW Waalsdorp Bermordentioul 1 km tjl* 1 MOx 121,72 kg/j 10,10 kg/j 331,0 90,61 kg/j ^JH3 10,02 kg/j Middelzwaar 6,0 26,42 kg/j vrachtverkeer Zwaar vrachtverkeer 1,0 4,69 kg/j < 1 kg/j Naam Bron 3 Locatie(X,Y) 82140, ,000 M W 130,12 kg/j 7,56 kg/j 552,0 100,42 kg/j 7,50 kg/j Middelzwaar vrachtverkeer 11, kg/j Zwaar vrachtverkeer 2,0 5,40 kg/j Bijlage bi besluit Noordboulevard RTiescBAaPjP (n november 2016) pagina 4/20

18 Naam Locatie (X,Y) Bron ,000 MW 79,70 kg/j 4-67 kg/j ,06 kg/j 4,63 kg/j Middelzwaar vrachtverkeer 17,0 14,51 kg/j Zwaar vrachtverkeer 3,0 3,13 kg/j Bron , ,000 MW 6,94 kg/j < T kg/j 221,0 6,94 kg/j < 1 kg/j Naam Locatie (X.Y) Bron , ,000 MW 3,90 kg/j < T kg/j Aantal voertuigen {/dag) Stof 55,0 3,90 kg/j <1 kg/j Pnoritair project Noordboulevard RTiescBA4PjP(n november 2016) pagina 5/20

19 Naam Bron , V\/armteinhoud 0,000 M W 2,29 kg/j < 1 kg/j 166,0 2,29 kg/j Naam Locatie (X.Y) Bron , ,000 MW 36,17 kg/j 2,70 kg/j 166,0 36,17 kg/j 2,70 kg/j - Naam Locatie (X.Y) Bron , ,000 MW J 37,17 kg/j 2,01 kg/j 628,0 26,55 kg/j 1.98 kg/j Middelzwaar 17,0 8,73 kg/j vrachtverkeer Zwaar vrachtverkeer 3,0 1,88 kg/j Bijlage bi besluit Pnoritair project Noordboulevard RTiescBA4PjP{ii november 2016) pagina 5/20

20 Naam Locatie (X,Y) ' J0\ Bron , ,000 MW 3,87 kg/j < 1 kg/j 66,0 [\ih3 3,87 kg/j Naam Locatie (X,Y) Bron , ,000 MW < 1 kg/j < 1 kg/j 19,0 ~ 1 kg/j = 1 kg/j Naam Locatie (X.Y) Bron , ,000 MW 24,35 kg/j 1,82 kg/j 524,0 24,35 kg/j 1,82 kg/j Bijlage bi besluit Priontair project Noordboulevard RTiescBA4PjP (n november 2016) pagina 7/20

21 Bron , ,000 M W 12,57 kg/j < 1 kg/j Middelzwaar 17,0 10,34 kg/j vrachtverkeer Zwaar vrachtverkeer 3,0 MH3 2,23 kg/j Priontair proiect Noordboulevard RTiescBA4PjP(ii november 2016) pagina 8/20

22 Locatie Merge gml Scheuemngse Bo«ies arier Arendsdorp Arcf«peJbujit Van Hoytemaiiuur aagse Hout Zofgvliel Nassaubuuft WiHemspack i^iliprk.v,;!-' HI Voorhout Bezuidenhotil (per bron) Merge gml Naam Locatie (X,Y) Bron , ,000 M W 430,18 kg/j 25,75 kg/j 1.516,0 342,16 kg/j 25,55 kg/j Middelzwaar 26,0 71,28 kg/j vracitverkeer Zwaar vrachtverkeer 5,0 16,74 kg/j < 1 kg/j Bi lagebi besluit Noordboulevard RTiescBA4PjP(n november 2016) pagina 9/20

23 txjlnz)g( Wasitsdoip BenoonJefilioul L 1 km J Naam Locatie (X.Y) Bron , ,000 MW 208,90 kg/j 17,33 kg/j 568,0 155,48 kg/j 17,19 kg/j Middelzwaar vrachtverkeer 10,0 44,04 kg/j Zwaar vrachtverkeer 2,0 9,38 kg/j Naam Locatie (X.Y) Bron , ,000 MW 215,72 kg/j 12,96 kg/j 947,0 172,27 kg/j 12,86 kg/j Middelzwaar vrachtverkeer i6,o 35,35 kg/j Zwaar vrachtverkeer 3,0 8,10 kg/j Bijlage bi besluit Pnoritair project Noordboulevard RTiescBA4PjP(n november 2016) pagina 10/20

24 Naam Bron 4 Locatie (x,y) 79782, Uitstoothoogto 0,000 M W 154,48 kg/j 9.55 kg/j 1.808,0 127,07 kg/j 9,49 kg/i Middelzwaar 26,0 22,20 kg/j vrachtverkeer Zwaar vrachtverkeer 5,0 5,21 kg/j Naam Bron 5 Locatie(X.Y) 79414, ,000 M W 29,38 kg/j 2,19 kg/j 936,0 29,38 kg/j 2,19 kg/j Naam Locatie (X.Y) Bron , ,000 MW 28,10 kg/j 2,10 kg/j 396,0 28,10 kg/j 2,10 kg/j Biilagebi] besluit Priontair proiect Noordboulevard RTiescBA4PiP(ii november 20i6) pagina 11/20

25 Bron 7 Locatie(X,Y) 79409, ,000 M W 7,46 kg/j < 1 kg/j 541,0 7,46 kg/j Naam Locatie (X.Y) Bron , ,000 MW 117,89 kg/j 8,80 kg/j 541,0 117,89 kg/j 8,80 kg/j Naam Locatie (X.Y) Bron , ,000 MW 139,46 kg/j 9,16 kg/j 2.744,0 122,11 kg/j 9,12 kg/j Middelzwaar vrachtverkeer 26,0 14,05 kg/j Zwaar vrachtverkeer 5,0 3,30 kg/j < 1 kg/j Biilage bij besluit Pnoritair project Noordboulevard RTiescBA4PjP(n november 2016) pagina 12/20

26 Naam Locatie (X.Y) Afzuiging , ,0 m Temporele variatie 0,103 MW Continue emissie 100,70 kg/j 1,40 kg/j I I Naam Locatie (X.Y) Bron , ,000 MW 5,16 kg/j < 1 kg/j 1.372,0 5,16 kg/j < 1 kg/j Naam Broni8 Locatie(x,Y) 79503, ,000 MW 20,18 kg/j < 1 kg/j Middelzwaar vrachtverkeer 26,0 16,34 kg/j Zwaar vrachtverkeer 5,0 3,84 kg/j Bijlage bi besluit Pnoritair project Noordboulevard RTiescBA4PjP (n november 2016) pagina 13/20

27 Naam BrOn I3 Locatie(x,Y) 79653, ,000 MW 5,44 kg/j < 1 kg/j 1.372,0 5,44 kg/j <1 kg/j Noordboulevard RTiescBA4PjP(ii november 2016) pagina 14/20

28 Algemene depositiegegevens PASgebieden (rekenjaar 2017) Natuurgebied Meijendel b Berkheide Beschermingsregime Habitatrichtlijn, Beschermd natuurgebied Hoogste achtergronddepositie (mol/ha/j) 2.062,11 Hoogste Overschrijding depositie Situatie KDW 2 (mol/ha/j) 2,97 Q A <jeen overschrijding* Wel overschrijding- Deze uitkomst wordt niet meegenomen in de toetsing aan de Nb-wet. Bij de toetsing aan de NB-wet gaat het om de relevante iiexagonen waarvoor ontwikkelingsruimte is gereserveerd. Biilage bll besluit Noordboulevard RTiescBA4PjP (ii november 2016) pagina 15/20

29 Depositie natuurgebieden Hoogste projectverschil (Meijendel b Berkheide) Hoogste projectverschil per natuurgebied 9 A Habitatrichtlijn 0k Vogelrichtlijn ^ A A A ^ Beschermd natuurgebied Habitatrichtlijn. Vogelrichtlijn Habitatrichtlijn, Beschermd natuurgebied Vogelrichtlijn, Beschermd natuurgebied Habitatrichtliin, Vogelrichtlijn. Beschermd natuurgebied Bijlage bi besluit Pnoritair projert Noordboulevard RTiescBA4PjP (ii november 20i5) pagina 16/20

30 Depositie PASgebieden Natuurgebied Hectare met hoogste projectverschil Situatie 2 Ontwikkelingsruimte (mol/ha/j) Hoogste Overschri - max. beschikbaar? Situatie 1 Situatie 2 Verschil depositie ding KDW benodigd (mol/ha/j) (mol/ha/j) Meijendel b Berkheide 0,59 2,67 + 2,08 2,97 1,72 Q ^ Geen overschrijding* Wel overschrijding Q Ontwikkelingsruimte beschikbaar** Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar ^0 Voor het desbetreffende gebied vind er geen relevante depositie plaats op OR-relevante hexagonen. Het concept wel of niet ontwikkelingsruimte beschikbaar (groen vinkje of rood kruis) is dus niet van toepassing Deze uitkomst wordt niet meegenomen in de toetsing aan de Nb-wet. Bij de toetsing aan de NB-wet gaat het om de relevante hexagonen waarvoor ontwikke ingsruimte is gereserveerd. ** Bi beoordeling van een vergunningaanvraag in het kader van de Nb-wet is vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat significante verslechtering uitgesloten kan worden. Prioritair proiect Noordboulevard RTiescBA4PjP (11 november 2016) pagina17/20

31 Depositie per Meijendel 7 Berkheide habitattype Habitattype Hectare met hoogste projectverschil (mol/ha/j) Situatie 1 Situatie 2 Verschil Overschrijding KDW Ontwikkelingsruimte max. benodigd (mol/ha/j) beschikbaar? Lgi2 Zoom, mantel en droog struweel van de duinen 0,59 2,67 + 2,08 1,72 H2120 Witte duinen 0,59 2,67 + 2, H2130A Grijze duinen (kalkrijk) 1,25 2,97 +1,72 1,72 H2160 Duindoornstruwelen 0,57 2,11 +1,54 O 1,54 H2130B Grijze duinen (kalkarm) 0,23 1,22 0,98 0,98 H2180C Duinbossen (binnenduinrand) 0,16 0,74 + 0,58 O 0,58 H2180A0 Duinbossen (droog), overig 0,29 0,55 + 0,26 0,26 H2i8oB Duinbossen (vochtig) >o,05 0,10 +0,04 O 0,00 H2190B Vochtige duinvalleien 0,03 (kalkrijk) 0,07 + 0,04 0,00 ZGH2i8oAbe Duinbossen (droog), berken-eikenbos 0,06 0,06 0,00 0,00 ZGH2160 Duindoornstruwelen 0,04 0,04-0,00 O 0,00 H2i8oAbe Duinbossen (droog), 0,04 berken-eikenbos 0,04-0,00 0,00 ZGH2130A Grijze duinen (kalkrijk) 0,06 0,06-0,01 0,00 ZGH2180C Duinbossen (binnenduinrand) 0,08 0,06-0,01 O 0,00 Bijlage bi besluit Noordboulevard RTiescBA4PjP(ii november 2016) pagina 18/20

32 Habitattype Hectare met hoogste projectverschil Overschrij- (mol/ha/j) ding KDW Situatie 1 Situatie 2 Verschil Ontwikkelingsruimte max. benodigd (mol/ha/j) beschikbaar? ZGH2130B Grijze duinen (kalkarm) 0,08 0,06-0,01 0,00 ZGH2180A0 Duinbossen (droog), 0,07 overig 0,06-0,01 0,00 ZGH2i8oB Duinbossen (vochtig) 0,08 0,07-0,01 o 0,00 Q ^ ^ Q Geen overschrijding* Wel overschrijding Ontwikkelingsruimte beschikbaar** Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar ^0 Voor het desbetreffende gebied vind er geen relevante depositie plaats op OR-relevante hexagonen. Het concept wel of niet ontwikkelingsruimte beschikbaar (groen vinkje of rood kruis) is dus niet van toepassing * Deze uitkomst wordt niet meegenomen in de toetsing aan de Nb-wet. Bij de toetsing aan de NB-wet gaat het om de relevante hexagonen waarvoor ontwikkelingsruimte is gereserveerd. ** Bij beoordeling van een vergunningaanvraag in het kader van de Nb-wet is vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat significante verslechtering uitgesloten kan worden. Pnoritair project Noordboulevard RTiescBA4PiP (n november 2016) pagina 19/20

33 Disclaimer Oe initiatiefnemer is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de projectinvoer en de aanvraag wordt getoetst door het bevoegd gezag. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van de door de gebruiker aangeboden informatie. AERIUS is een geregistreerd handelsmerk in Europa. Alle rechten die niet expliciet worden verleend, zijn voorbehouden. RekenbasiS oeze berekening is tot stand gekomen op basis van: AERIUS versie 20i5.i_20i5noi_e96704bi53 Database versie 20i5.i_20i6o5i4_9oad58c36e Voor meer informarie over de gebruikte methodiek en data zie: Bijlage bi besluit Prioritair proiect Noordboulevard RTiescBA4PjP(n november 2016) pagina 20/20