Onze groepscohesie is ook horizontaal. Dit omdat wij allemaal redelijk goed met elkaar overweg komen.

Transcriptie

1 1. De groepscohesie: de groepscohesie: schets een beeld van de verschillende soorten van cohesie en integreer in deze bespreking de beïnvloedende factoren. Evalueer op basis daarvan de totale samenhang van je groep en de mate van positieve of negatieve cirkelgang onze groep heeft zowel een inter- persoonlijke als een taakcohesie. Inter- persoonlijk omdat alle groepsleden buiten de les wel redelijk goed met elkaar kunnen opschieten. Een taakcohesie is zeker aanwezig omdat we allemaal aan 1 zelfde taak moeten werken. Onze groepscohesie is ook horizontaal. Dit omdat wij allemaal redelijk goed met elkaar overweg komen. In het begin waren we eigenlijk een groep met een geringe groepscohesie. Iedereen was tijdens de les wat met zijn eigen zaakjes bezig. Maar nu zijn we een groep met een sterke groepscohesie, iedereen word bij de groep betrokken en de groep bepaald nu ook van de meeste leden het doen en laten. Zo waren er in het begin van ons groepswerk maar 2 mensen die echt deden wat er van hen verwacht werd. Dit waren Sien en ikzelf. Na een tijdje is onze groepscohesie dus sterker geworden en nu zorgt iedereen er wel voor dat er gedaan word wat van hen verwacht word. Dit heeft dan weer te maken met het rollenpatroon. Ik heb zelf de rol van leider gekregen van mij word verwacht dat ik de Andere groepsleden aan hun taak herinner, dit probeer ik dan ook zo goed mogelijk te doen. Dat ik de rol van leider heb gekregen is niet zo verwonderlijk. De aller eerste les moesten we onze input bespreken en toen heb ik aan aangebracht dat ik de rol van leider wel op mezelf kon nemen als dit werkelijk nodig was. Dat ik de rol van leider heb gekregen is volgens mij wel vrij positief voor de groep. Dit omdat ik het belangrijk vind dat taken van school goed volbracht worden dit is een richtinggevende invloed van mezelf en heeft te maken met mijn verleden. Ik heb altijd in een klas gezeten waar presteren zeer belangrijk was en dit gedrag heb ik nu overgenomen. Onze groepscohesie werd bepaald door een aantal factoren. Er is vanaf het begin eigenlijk al een onderlinge aantrekkelijkheid aanwezig. In de les zelf waren we dan wel met onze eigen dingen bezig, buiten de les werden we stil aan toch al vrienden. Het feit dat we vrienden zijn geworden licht eraan omdat wij een horizontale communicatie hebben. Iedereen bij ons is van het zelfde niveau wat er toe lijd dat wel elkaar sowieso al een beetje begrijpen. Onze groepscohesie is ook sterker geworden omdat we steeds grotere prestaties leverden. In het begin hield, zoals gezegd, iedereen zich met zijn eigen zaakjes bezig waardoor we geen vooruitgang boekten. Naar het einde toe heeft iedereen ingezien dat het resultaat toch belangrijk is en sinds dien is ons groepswerk steeds beter verlopen waardoor we een steeds beter resultaat bekwamen. Natuurlijk heeft de taak die we gekregen hebben ook onze groepscohesie beïnvloed, in mijn ogen was dit een positieve beïnvloeding. De taak zorgde er voor dat we samen moesten werken en dat we allemaal een eigen stukje invloed hadden op deze taak. Zo leerden elkaar beter kennen en werd de onderlinge vriendschap weer een beetje sterker. Ik denk niet dat de rivaliteit met de andere groepen een grote invloed hadden op onze groepscohesie, alleen helemaal in het begin van het jaar hebbend de andere groepen toch een invloed op ons gehad. We zagen dat zij al veel verder stonden als wij en op dat moment hebben we beslist dat we toch eens moesten beginnen werken. Maar buiten dat ene moment hebben we ons vooral bezig gehouden met ons eigen groepswerk. In het begin hadden we een ruimte- inperkende groepscohesie. Omdat de meeste leden van de groep zich niet veel aantrokken van onze groepstaak hebben ik en sien de 2 leiders van de groep de grenzen wat nauwer getrokken we hebben groepsregels ingevoerd. Deze waren vooral formeel

2 omdat we deze hebben afgesproken met de rest van de groep. Een van deze regels was dat iedereen zijn taak die hij had gekregen tegen volgende week moest uitvoeren. Wij hebben er dan ook voor gezorgd dat die afspraak werd nageleefd. Niet alleen ik en Sien zorgde ervoor dat de afspraken werden nageleefd ook de hele groep controleerde dit. Er was sprake van een normbewaking. Deze regels zorgden er dan ook weer voor dat de communicatie in de groep beter verliep wat dan ook weer hielp voor de sfeer in de groep.wanneer iedereen zich aan de afspraken hield is onze groepscohesie steeds ruimtescheppender geworden. We konden elkaar steeds meer vertrouwen en iedereen begon dingen te investeren in de groep. Zo liet ik mijn creativiteit de loop en had ik voorgesteld dat we een misschien een experimentje konden doen met de klas om onze presentatie over prosociaal gedrag in te leiden.

3 2. Het rollenpatroon De aller eerste les van het jaar hebben we onze input besproken. Daar heb ik gezegd dat ik de rol als leider op mij kan nemen als dit nodig is maar dit niet noodzakelijk wil doen. In eerste instantie was ik de eerste lessen gewoon een volger. In deze rol deed ik wat er van mijn verwacht werd. Ik bereide mij goed voor op de les en had altijd gedaan wat ik moest doen tegen die les. We hadden voor elke les een formele leider aangeduid, de aller eerste les was ik dit. Toen ik de formele leider was werd er niet echt rekening gehouden met wat ik zei. Tijdens de vergaderingen werd er meer gelachen dan gewerkt. Je kunt wel zeggen dat deze formele leider niet al te veel invloed op onze groep had. Buiten ik kwam alleen Sien nog voorbereid naar de volgende lessen waardoor onze groep in een fase van storming terecht kwam. Door de specifieke omstandigheden hebben ik en Sien de rol als leider op ons gepakt. Sien is een leider in onze groep omdat zij er voor zorgt dat onze vergaderingen goed en vlot verlopen. Ik heb een hele andere soort rolnorm als leider ik moet er voor zorgen dat iedereen van de groep weet wat hij of zij tegen de volgende les moeten doen. Er word ook van mij verwacht dat ik iedereen in de week tussen de les en de volgende les herinner aan de taak die hij of zij moet volbrengen. Dit heb ik dan ook meestal gedaan door 2 dagen op voorhand een berichtje naar de volgers van de groep te sturen. Door de rol als leider zijn mijn basistendenties ook veranderend. In het begin van het groepswerk had ik de gewoonten om gewoon te doen wat van mij verwacht werd. Maar doordat ik leider ben geworden had ik ineens een veel grotere verantwoordelijkheid waardoor ik ook sterker in de groep aanwezig was. Mijn basistendenties waren nu niet meer gewoon doen wat er van mij verwacht word en aanwezig zijn tijdens de lessen maar ook er voor zorgen dat de andere leden van de groep in orde en aanwezig waren tijdens de lessen. Doordat we nieuwe formele regels hadden afgesproken zoals: als je niet op tijd kan kom laat je het weten en iedereen maakt de taak die hij of zij heeft gekregen zeker zijn we in een fase van norming terecht gekomen. Dit zorgde ervoor dat onze groepscohesie ruimtescheppender werd iedereen was verantwoordelijker waardoor de sfeer en het vertrouwen in de groep beter werd. Mijn rol als leider zie ik als iets positief in de groep. Ik heb een goede invloed op iedereen en iedereen aanvaard ook dat ik de leider ben. Hierdoor heb ik dan weer meer macht in de groep. De reden waarom ik leider ben geworden heeft ook te maken met mijn individuele beweegkracht en dan vooral met de motivaties zekerheid en doelen bereiken.

4 3. Patroon van groepsnormen De tweede les moesten we ons in onze nieuwe groep goed voorstellen dit was dan een fase van forming. In deze les werd niet alleen onze input besproken maar werden er ook formele regels vastgelegd. Deze regels hadden voornamelijk te maken met hoe we iedereen aan bod zouden laten komen tijdens de les en dat iedereen een aandeel had in het werkstuk. In het begin werden de formele regels niet echt nageleefd in onze groep en werden er informele regels gevormd. Deze waren niet echt positief voor de groepstaak maar wel voor de groepscohesie. Doordat de informele regel was dat we veel moesten praten tijdens de les leerden we elkaar beter kennen en werd onze groepscohesie steeds inter- persoonlijker. In mijn vorige klas was het resultaat het enige wat telde. Ik heb mij onbewust geconformeerd met deze groep en ben het eindresultaat ook heel belangrijk beginnen vinden. Wanneer we de fase van storming gepasseerd waren hebben de anderen van mijn groep zich geconformeerd met mijn idee over hoe belangrijk het eindresultaat is. We hebben de fase van storming overleefd doordat de groep nieuwe formele regels had ingevoerd zoals: iedereen komt op tijd en komt en komt naar elke les. We hebben er ook voor gezorgd dat net zoals de nieuwe regels ook de oude regels werden nageleefd doordat er meer normbewaking kwam. Deze normbewaking was er voor een groot deel doordat er een groep groepscontrole was op deze normen. Wanneer iemand zich niet aan een regels had gehouden werd dit ook in de groep gezegd en werd deze persoon er ook over aangepakt. Zo hebben we tegen jarno gezegd dat hij het niet nog een keer niet kan komen opdagen zonder dit te laten weten en dat er van hem verwacht word dat hij dit in het vervolg wel laat weten. Ik heb mij vanaf het begin op mijn gemak gevoeld in de groep. Dit omdat iedereen heel vriendelijk was tegen mij en we echt vrienden werden. Mijn zelfbeeld vergrootte waardoor ik ook meer van mijzelf liet zien in de groep en echt openbloeide. Ondanks het feit dat ik het erg leuk vond dat ik met Sander, sien, Inne en jarno in de groep zat vond ik de groepscultuur toch niet altijd even positief. Ik maakte mij er druk in dat we niet doorwerkte aan onze taak en dat niet iedereen altijd in orde was waardoor ik ook niets voor de taak kon doen. Nadat we een deftig gesprek hadden gehad over het naleven van de groepsnormen werd de groepscultuur altijd maar positiever voor mijzelf. Ik voelde mij nog altijd even goed in de groep en de band met mijn medestudenten werd altijd maar beter, maar het belangrijkste voor mij was dat er eindelijk ook echt gewerkt werd aan de taak waardoor ik de andere steeds meer begon te vertrouwen en de sfeer voor mij steeds beter werd in de groep waardoor onze groepscohesie steeds ruimtescheppender werd.

5 4. communicatiestructuur de aller eerste vergaderingen verliepen via een gedecentraliseerd communicatie. Iedereen sprak wanneer hij of zij hier zin had. En iedereen sprak met iedereen. Omdat onze groep in een fase van storming terecht kwam, omdat we op den duur niet meer over de taak bezig waren maar over andere dingen. Zijn we overgeschakeld naar een gecentraliseerd communicatiepatroon. Ik heb toen de rol als leider op mij genomen en altijd de persoon aangewezen die mocht spreken. Ik ging iedereen af zodat iedereen evenveel te zeggen had in de groep. Na een week of 2 kwam onze groep tot het besef dat onze taak toch heel belangrijk was en vanaf toen hebben we ons tijdens de les altijd geconcentreerd op onze taak. Dit had als gevolg dat het gecentraliseerde communicatiepatroon niet meer nodig was en zijn we terug overgeschakeld op een gedecentraliseerde communicatie. Iedereen mocht weer praten wanneer hij wouw en iedereen praatte met iedereen en moest daarvoor geen toestemming vragen aan mij. Onze groep doet aan formele en informele communicatie. Formeel omdat wij bezig zijn met onze taak die we hebben gekregen. Dit gebeurd tijdens de les maar af en toe ook buiten de lessen. Onze groep heeft ook zeker een informele communicatie. Dit omdat we elkaar beter leerden kennen door de taak en stilaan vrienden zijn geworden. Buiten de lessen kunnen we lachen om elkaar en gaan we af en toe eens iets samen doen zoals naar een feestje gaan. Onze groep heeft vanzelfsprekend een horizontale of laterale communicatie. Dit omdat alle leden van onze groep van eenzelfde niveau zijn. Niemand staat boven iemand anders. De kwaliteit van onze groep is vrij goed vind ik zelf. dit komt omdat de groep juist groot genoeg is. Omdat we met 5 zijn kan iedereen veel aan bod komen en leren we ook de input van andere kennen. Zo heb ik in de groep al laten zien dat ik een harde werker ben en dat ik het eindresultaat zeer belangrijk vind. De kwaliteit van onze groep is vrij goed door het feit dat veel mensen al ervaring hebben met prosociaal gedrag wat ons thema is. Inne heeft vorig jaar al een werk gemaakt over prosociaal gedrag en ik heb hier vorig jaar al een paar lessen over gehad tijdens de lessen van godsdienst, de rest van de groep heeft hier ongetwijfeld ook al ervaring mee. In onze groep ben ik een veelprater, waar ik eigenlijk van verschiet want van nature praat ik niet zo veel in een groep omdat ik de mening van andere ook heel belangrijk vind. Het feit dat ik een veelprater ben in onze groep is omat de omstandigheden mij hier toe dwingen. Dit was vooral in het begin het geval omdat ik meer praatte over onze taak als de rest. Maar nu dat iedereen hard met de taak bezig is zou ik eigenlijk niet veel meer moeten praten. Maar ik doe dit wel omdat ik mij geconformeerd heb met de groep omdat zij nu ook allemaal veel praters zijn. Onze groep is vrij open en dit hangt af van 5 aspecten. Het inhoudsaspect is in onze groep zeker aanwezig omdat we rekening houden met wat iedereen belangrijk vind. We luisteren naar elkaar en zorgen dat iedereen zijn ideeën in de presentatie verwerkt word. Het tijdsaspect is ook zeer aanwezig in onze groep. We praten in onze groep over wat we vinden van onze inter- persoonlijke en taak cohesie binnen de groep. Zo hebben we de laatste weken al een paar keer gezegd dat het heel fijn is om met deze groep te werken en dat we een grote vooruit gang boeken. We onthullen ook onze gevoelens, als we vinden dat iemand niet goed meewerk of juist heel goed meewerkt word dit ook wel in de groep gezegd. Aangezien dat we helemaal in het begin van ons groepswerk meer praatte over onszelf en minder met de taak bezig waren werd er zeker persoonlijke info onthuld. En we weten allemaal dat we vrij goed met elkaar kunnen opschieten dus er zijn zeker onderlinge relaties aanwezig in onze groep.

6 Onze groep is ook zo open omdat we er voor gezorgd hebben dat er weinig defensieve communicatie aanwezig is in onze groep. Volgens mij kan Iedereen zeggen wat hij of zij wilt en voelt iedereen zich op zijn gemak in onze groep. We tonen ook allemaal respect voor elkaar en iedereen heeft invloed in onze groep. waardoor niemand zich bedreigt voelt.

7 5. machtspatroon Aangezien we een gedecentraliseerd communicatiepatroon hebben in onze groep is het wel duidelijk dat iedereen in onze groep invloed heeft. De tweede les van dit jaar hebben we voor elke les een formele leider aangeduid. Aangezien deze niet echt veel invloed had in de groep is onze groep in een fase van storming terecht gekomen. Dit kwam omdat we ons niet echt bezig hielden met de taak die we hadden gekregen waardoor we heel veel achter liepen en we een beetje in paniek schoten. om deze fase van storming te overleven en naar een fase van norming te gaan hebben we allerlei formele regels afgesproken een van die regels was dat iedereen op tijd moest laten weten dat hij of zijn niet of te laat naar de les zou komen. In de fase van norming zijn ik en Sien onbewust de informele leiders geworden. Je kunt zeggen dat wij de meeste invloed hebben en de meer machtige in de groep zijn. Dit komt doordat We gezag hebben omdat de andere groepsleden accepteren dat ik en Sien de leiders zijn. Onze macht hangt af van de minder machtige in onze groep. Het verschil is dan wel niet zo groot tussen de meer en minder machtige omdat iedereen wel vrij veel invloed heeft in onze groep dit komt doordat Sien de leider, die er voor zorgt dat de vergaderingen goed verlopen iedereen even veel aan bod laat komen zodat iedereen in onze groep gehoord wordt In het begin van het jaar hebben we een les gehad waar we elkaars input moesten voorstellen aan de anderen. Toen heb ik gezegd dat ik de rol als leider wel op mij kan nemen als dit noodzakelijk is maar dat ik dit niet perse wilden. Ik weet van mezelf dat ik zeer prestatie gericht ben en als ik merk dat het te langzaam verloopt en dat het eindresultaat nog te ver in zicht is dan kan ik kordaat worden om toch maar mijn eindresultaat te bereiken. Dit is nu precies de reden waarom ik leider van onze groep ben geworden. Ik vond dat ons einddoel nog te ver weg was en dat we te traag werkten. Door de omstandigheden ben ik de leider van de groep geworden. Waarom ik macht in onze groep heb gekregen is mij niet helemaal duidelijk. Ik ben niet in de positie om andere van mijn groep te kunnen belonen of straffen. Ik kan wel zeggen dat ze goed of mindere goed gewerkt hebben maar dat kan iedereen in onze groep. Ik heb ook geen hogere status als de rest onze groep heeft een horizontale of laterale communicatie. Iedereen van onze groep is van hetzelfde niveau. Het kan misschien zijn dat ik een centrale positie in de groep heb maar daar ben ik niet zeker van. Het is niet dat ik de leden van de groep beter ken dan de andere leden elkaar kennen ik beschik ook niet over veel meer info over ons groepswerk als de rest. Ik verdeel wel altijd de taken wie wat moet doen dus misschien dat ik daarom de leider ben geworden. In de theorie hebben we gezien dat leiders hun machtspositie proberen veilig te stellen. Maar in mijn geval is dit niet zo. Ik ben de leider omdat ik het nodig vond dat er vaart achter ons groepswerk kwam. Maar persoonlijk vind ik het niet erg fijn om andere de les te spellen en te zeggen wij zij moeten doen omdat ik vind dat ik het niet beter weet als de rest. Daarom vind ik het zo fijn dat iedereen in onze groep macht en invloed heeft en dat iedereen initiatief neemt.

8 6. Groepsprocessen Er zijn 7 groepsprocessen het ene proces komt harder tot uiting in onze groep dan het andere. Het groepsproces dat voor mij het hardste eruit springt is dichter bij elkaar komen. Doordat wij gezamenlijk als groep aan een taak moesten werken hebben we elkaar beter leren kennen waardoor we ook dichter bij elkaar zijn gekomen. Nu is onze groepscohesie niet alleen maar taakgericht maar inter - persoonlijk omdat wij alle 5 goed met elkaar kunnen opschieten en buiten de lessen ook af en toe afspreken. Een ander groepsproces dat ik vind dat hard tot uiting is gekomen is het innemen van posities. Iedereen heeft zo zijn eigen positie of rol in de groep, ik en Sien zijn leiders, Sander is de optimist van de groep en Inne en Jarno zijn de volgers. Elke persoon heeft bij zijn rol ook zijn eigen rolnormen. Dit zijn de dingen die van hen verwacht worden. Zo word er van mij verwacht dat ik iedereen op de hoogte hou van wat er moet gebeuren en Sander moet bevoorbeeld altijd goed gezind zijn en leuke verhalen vertellen in de groep. Voor mij zijn er 2 groepsprocessen die een invloed op elkaar hebben gehad. Deze zijn verzet tegen een trend en wederzijdse oriëntatie op elkaar. In het begin van ons groepswerk was de trend dat er veel gelachen en weinig gewerkt moest worden. Maar hier was ik het niet mee eens, ik heb mij verzet tegen deze trend. Ik denk dat dit komt omdat mijn individuele beweegkracht verschild met die van de anderen. Ik ben heel prestatie gericht, dit heeft ook te maken met mijn persoonlijk verleden. Ik heb altijd in een klas gezeten waar presteren heel belangrijk was. Ik heb mij geconformeerd met de rest van mij oude klas groep en ben presteren ook als iets noodzakelijk gaan zien. Omdat onze groep in een fase van storming terecht is gekomen omdat we nog niet veel voor ons groepswerk gedaan hadden hebben we nieuwe formele regels afgesproken. 1 daarvan was dat iedereen hard moest werken voor ons groepswerk en dat iedereen een aandeel moest hebben in het werk zodat niet maar een paar mensen het groepswerk maakten. Door deze nieuwe formele regels hebben de andere groepsleden van deze groep mijn individuele beweegkracht mee overgenomen en zijn we allemaal hard beginnen werken zodat de nieuwe trend in de groep ook prestatiegericht werd. In onze groep worden ook gedragingen beloond niet materieel maar wel verbaal. Als iemand iets goed heeft gedaan word dit ook wel gezegd. Zo hebben we met ons groepje filmpjes gaan maken die we kunnen laten zien tijdens onze presentatie. Sander speelde de hoofdrol in de filmpjes en iedereen vond dat hij dit goed gedaan heeft. We hebben hem dat dan ook allemaal gezegd. Doordat wij gedragen zijn gaan belonen is onze groepscohesie ook veranderd. Onze groep is veel ruimtescheppender geworden. We vertrouwen elkaar en de sfeer in de groep is nog verbeterd. Ook de communicatiestructuur in de groep is veel opener geworden. Iedereen kan zeggen wat hij wilt. De aanstekelijkheid in onze groep heeft er voor gezorgd dat onze groep veel stabieler is geworden. Omdat we allemaal kunnen zeggen wat er op onze lever licht. We dijnzen er niet voor terug om te zeggen wanneer iemand iets fout of iets juist heeft gedaan. Zo hebben we tegen jarno gezegd dat hij in het vervolg iets moet laten weten als hij niet gaat komen en werd ik bedankt wanneer ik de basistekst had getypt. Ik vind dat het laatste groepsproces in onze groep niet zo sterk aanwezig is. Dit omdat alle groepsleden zich wel tot elkaar aangetrokken voelen. Maar het is geen geheim dat de jongens na

9 de schooluren meer met elkaar afspreken en dat de meisjes het zelfde doen. Zo ben ik zelf al gaan feesten met Inne en Sien maar nog niet echt met Jarno en Sander. Maar we komen allemaal wel redelijk goed met elkaar overeen en beginnen stilaan vrienden te worden. Dit beïnvloed ook mijn input omdat ik van mijzelf niet echt zelfzeker ben maar door te weten dat ik goed overeen kom met mijn groep en dat we ook nog eens goed kunnen samenwerken word ik weer een beetje zelfzekerder.

10 7. De verschillende fasen van groepsontwikkeling Mijn groep heeft 5 fasen doorgemaakt vanaf de aller eerste les tot nu. De aller eerste fase was de voorfase. In deze fase ontstond onze groep. Onze groep is ontstaan door verticale communicatie. Dit omdat de leerkracht ons in groepjes verdeelde door middel van snoepjes uit te delen. Er waren 3 verschillende smaken snoepjes. Iedereen van de klas mocht een snoepje kiezen de leerlingen die dezelfde snoepjes kozen zaten samen in een groep. Daarna nam de leerkracht een quiz af met de 3 groepjes, het groepje dat het beste scoorde mocht als eerste uit de 4 onderwerpen kiezen waar later een presentatie over gemaakt moest worden. Wij hebben zo het onderwerp prosociaal gedrag gekozen. Door het onderwerp prosociaal gedrag te kiezen verhoogde direct de kwaliteit van de groep omdat de meeste mensen van de groep al ervaring hadden met dit onderwerp. Ik zelf had ook al in aanraking gekomen met het onderwerp door mijn persoonlijk verleden, ik heb vorig jaar tijdens de lessen godsdienst nog les gekregen over dit onderwerp. Deze les kregen we ook te horen wat nu juist het doel was van onze groep met ons onderwerp prosociaal gedrag. De leerkracht zij dat we op het einde van het trimester een presentatie zouden moeten geven over het gekozen onderwerp. De volgende fase was de oriëntatiefase. Deze fase begon de 2 de les van SAV ik in relatie tot een ander. Deze les was de leerkracht afwezig en hadden wij de taak gekregen om onze input voor te stellen. Ik heb toen verteld over mijn individuele beweegkracht. Ik heb gezegd dat ik prestatiegericht ben en dat als het nodig is dat ik de leiding in de groep kan nemen. Deze les moesten we ook formele regels opstellen. Deze regels gingen dan voornamelijk over dat iedereen aanwezig moest zijn tijdens de lessen en over wie de leiding zou nemen tijdens de lessen. We hadden voor elke les een andere formele leider gekozen. In het begin van deze fase voornamelijk tijdens de les dat de leerkracht afwezig was wisten we nog niet al te goed wat we moesten doen en wat er van ons verwacht werd.. De les erna hadden we allemaal goed door wat er van ons verwacht werd en eindigde onze oriëntatiefase. de volgende 3 fasen verliepen zo wat tegelijkertijd. In de machtsfase werd al snel duidelijk wat de verschillende rollen waren in onze groep en wie de meer en minder machtige zouden zijn. In eerste instantie was ik de formele leider. Maar ik wist niet goed hoe ik deze taak op mij moest nemen omdat ik nogal onzelfzeker ben. Naast de rol van formele leider was ik ook een meeloper. Ik volgde de rest omdat ik niets verkeerd wilde doen. Voor de rest viel het op dat Jarno vooral de clown van de groep was dat hij veel grapjes maakte en zorgde voor sfeer in de groep maar dat hij niet echt goed mee werkte. De andere 3 hadden een rol als helper. Ze zorgde er wel voor dat er tijdens de les iets gedaan werd maar ook zij maakte veel grapjes waardoor onze groep in een fase van storming terecht kwam. Omdat ik van mezelf zeer prestatie gericht ben, ben ik onbewust leider van de groep geworden omdat dit nodig was voor deze situatie. Onze groep is in een fase van norming terecht gekomen en een paar leden van onze groep hebben een andere rol aangenomen. Ik was van meeloper naar leider veranderd net zoals Sien en Jarno was niet langer de clown van de groep maar was net zoals Inne en Sander de helper en de optimist van de groep. Buiten dat we van rol zijn veranderd hebben we in deze fase ook niewe formele regels afgesproken. Zo hebben we afgesproken hoe we iedereen aan bod zouden laten komen. Omdat onze groep de eerste lessen meer met elkaar lachten dan aan de taak te werken werden onze onderlinge relaties ook alsmaar beter en nu kan je wel zeggen dat we vrienden geworden zijn.

11 Tijdens de affectie fase werd onze communicatiestructuur steeds opener omdat we rekening hielden met het onthullen van gevoelens, tijdsaspect en inhoudsaspect. We hielen veel open conversaties en vertelde wat we goed en minder goed vonden aan onze groep. Onze groepscohesie werd tijdens deze fase ook ruimtescheppender groepscohesie omdat we elkaar hadden leren kennen doordat we de eerste weken zoveel gepraat en gelachen hadden met elkaar in plaats van aan onze taak te werken. De sfeer in de groep werd altijd maar beter en we wisten dat we elkaar konden vertrouwen wanneer de fase van norming was aangebroken. Onze groep had ook de fase van autonome groep bereikt. Omdat we zeer snel door hadden wat er van ons verwacht werd kon onze groep ook vrij snel zelfstandig functioneren. In deze fase werd nog maar een duidelijk welke rollen iedereen had en welke rolnormen er bij deze rol hoorde. Door dat we een ruimtescheppendere groepscohesie hadden konden we ook allemaal onszelf zijn. Wat ik zeer positief vond.

12 8. Stabiliteit en verandering Onze groep heeft zowel fases van stabiliteit als verandering doorgemaakt. Eerst was er de fase van forming.. In deze fase ontstond onze groep. Onze groep is ontstaan door verticale communicatie. Dit omdat de leerkracht ons in groepjes verdeelde door middel van snoepjes uit te delen. Er waren 3 verschillende smaken snoepjes. Iedereen van de klas mocht een snoepje kiezen de leerlingen die dezelfde snoepjes kozen zaten samen in een groep. Daarna nam de leerkracht een quiz af met de 3 groepjes, het groepje dat het beste scoorde mocht als eerste uit de 4 onderwerpen kiezen waar later een presentatie over gemaakt moest worden. Wij hebben zo het onderwerp prosociaal gedrag gekozen. Door het onderwerp prosociaal gedrag te kiezen verhoogde direct de kwaliteit van de groep omdat de meeste mensen van de groep al ervaring hadden met dit onderwerp. Ik zelf had ook al in aanraking gekomen met het onderwerp door mijn persoonlijk verleden, ik heb vorig jaar tijdens de lessen godsdienst nog les gekregen over dit onderwerp. Deze les kregen we ook te horen wat nu juist het doel was van onze groep met ons onderwerp prosociaal gedrag. De leerkracht zij dat we op het einde van het trimester een presentatie zouden moeten geven over het gekozen onderwerp. de 2 de les van SAV ik in relatie tot een ander was de leerkracht afwezig en hadden wij de taak gekregen om onze input voor te stellen. Ik heb toen verteld over mijn individuele beweegkracht. Ik heb gezegd dat ik prestatiegericht ben en dat als het nodig is dat ik de leiding in de groep kan nemen. Deze les hebben we elkaar al iets beter leren kennen. de lessen erop hebben we ons meer bezig gehouden met elkaar beter te leren kennen in plaats van ons bezig te houden met de taak die we gekregen hadden. Dit zorgde er voor dat onze inter- persoonlijke groepscohesie beter werd maar hierdoor liepen we vrij ver achter met de opdracht van de taak. Wanneer de fase van forming voorbij was kwamen we terecht in de fase van storming. Dit kwam omdat we een grote chaos hadden omdat we nog niet erg ver gevorderd waren met de taak die we gekregen hadden. Er moesten dringend wat dingen veranderen wilde we dat onze taak nog af geraakte. We hebben dan ook een goed gesprek gehad in de groep en nieuwe formele regels opgesteld. Deze regels werden nageleefd dankzij de groepscontrole. Als iemand een regels niet had nageleefd werd hier iets van gezegd en werd dit uitgepraat. Onze groep deed hard zijn best om aan normbewaking te doen. Vooral ikzelf was ontevreden over onze prestaties tot hiertoe in de groep. Dit was simpel om het feit dat we nog niet veel gepresteerd hadden. Onbewust ben ik de leiding gaan nemen om er voor te zorgen dat onze prestaties vorderden. Doordat ik de leiding ben gaan nemen ben ik zelfzekerder geworden maar ik was ook heel blij dat Sien mij hielp met de leiding te nemen. Ik had vooral als rolnorm om de taken uit te delen en de mensen er aan te laten herinneren dat ze zeker hun taak tegen volgende les in orde moesten maken. Sien was dan weer meer de leider in de groep zelf. zij leidde de vergaderingen in goede banen. Doordat sommige van ons een nieuwe rol gekregen hadden, er afspraken waren gemaakt en er op toegezien werd dat deze werden nageleefd kwamen we in een fase van norming terecht en deze is stabiel gebleven. Nu is onze communicatie veel meer opener omdat er rekening word gehouden met inhoudsaspect en tijdsaspect. Dit is bevorderlijk voor onze groepscohesie. We praten veel meer over hoe we ons

13 voelen en als er conflicten zijn worden deze aangepakt en opgelost. Nu we in de fase van norming zijn weet ook iedereen wat er van hem of haar verwacht word en iedereen houd zich ook aan zijn rolnormen. Dit bevorderd alleen maar de groepssfeer Onze groep heeft dus tijden van verandering gekend waar er onvrede en conflicten waren over de manier waarop we werkten maar door nieuwe afspraken te maken en de rollen opnieuw te herverdelen zijn we stabieler geworden waardoor iedereen zich goed voelt in de groep en iedereen doet wat er van hem verwacht word.

14 9. Doelgericht werken in taakgerichte groepen Eerst hebben we de stap wat overlopen. Dit gebeurde aan de hand van verticale communicatie. Dit omdat de leerkracht ons in groepjes verdeelde door middel van snoepjes uit te delen. Er waren 3 verschillende smaken snoepjes. Iedereen van de klas mocht een snoepje kiezen de leerlingen die dezelfde snoepjes kozen zaten samen in een groep. Daarna nam de leerkracht een quiz af met de 3 groepjes, het groepje dat het beste scoorde mocht als eerste uit de 4 onderwerpen kiezen waar later een presentatie over gemaakt moest worden. Wij hebben zo het onderwerp prosociaal gedrag gekozen. Door het onderwerp prosociaal gedrag te kiezen verhoogde direct de kwaliteit van de groep omdat de meeste mensen van de groep al ervaring hadden met dit onderwerp. Ik zelf had ook al in aanraking gekomen met het onderwerp door mijn persoonlijk verleden, ik heb vorig jaar tijdens de lessen godsdienst nog les gekregen over dit onderwerp. Deze les kregen we ook te horen wat nu juist het doel was van onze groep met ons onderwerp prosociaal gedrag. De leerkracht zij dat we op het einde van het trimester een presentatie zouden moeten geven over het gekozen onderwerp. de 2 de les van SAV ik in relatie tot een ander was de leerkracht afwezig en hadden wij de taak gekregen om onze input voor te stellen. Ik heb toen verteld over mijn individuele beweegkracht. Ik heb gezegd dat ik prestatiegericht ben en dat als het nodig is dat ik de leiding in de groep kan nemen. Zo heb ik ook gehoord van Jarno dat hij beter in een groep werkt dan alleen en dat Sien een uitsteller is maar dat ze het belangrijk vind om de groep niet teleur te stellen. Daarna hebben we de stap van het wie overlopen. Aangezien dat in het begin er in de groep niet echt gewerkt werd rond de taak was het dringend nodig dat er verandering kwam. Zo hebben we nieuwe formele regels opgesteld. Een van die regels was dat iedereen elke week zijn opgegeven taak moest maken en dat we aan elkaar moesten laten weten wanneer we niet of te laat naar de les kwamen. In het begin in de fase van storming wanneer er niet veel gewerkt werd aan onze taak was ik een meeloper ik volgende gewoon de rest dit was grotendeel omdat ik niets verkeerd wouw doen. Maar ik was zeer ontevreden over de manier van werken over de taakcohesie in onze groep. Langs de andere kant was ik dan wel weer tevreden over de inter- persoonlijke cohesie in onze groep omdat we door het vele praten de eerste lessen en het weinige werken elkaar echt beter leerde kennen. maar zoals ik als gezegd heb vind ik presteren iets heel belangrijk en omdat onze groep nog niet echt goed gepresteerd had is mijn rol van meeloper onbewust veranderd naar leider. Om het groepswerk vlotter te laten verlopen is Sien ook een leider geworden, Jarno is veranderd van clown van de groep naar helper en optimist net zoals Sander en Inne dit zijn geworden. Sinds dat we in de fase van norming zijn aangekomen doordat er echt aan normbewaking gedaan werd en omdat iedereen echt wel zijn best deed in onze groep is onze groepsfeer ook veel positiever geworden in het obzicht van beter presteren en elkaar kunnen vertrouwen. Doordat er nieuwe rollen waren verdeeld en we eindelijk in een stabiel stadium zaten van hard werken en toch nog plezier maken konden we het hoe overlopen. Ik was dan wel leider van de groep maar ik leidde niet zoals Sien de vergadering in goede banen. Nee, ik zorgde ervoor dat de taken verdeeld werden en dat iedereen wist wat hij of zij moest doen tegen volgende week in de loop van de week naar volgende les toe liet ik iedereen dan nog eens herinneren aan hun eigen taak. Natuurlijk besliste ik niet alles zelf de andere leden van de groep hadden ook nog altijd een grote invloed ook al had ik het meeste gezag omdat zij dit accepteerde. Zo werden er ook datums afgesproken om buiten de les te werken aan onze obdracht. Tijdens de vergaderingen werden er ook

15 veel afspraken gemaakt over wat er wel en wat er niet in de presentatie terecht moest komen dit werd dan beslist aan de hand van een stemming. De meeste stemmen wonnen. Zo had ik het idee in de groep gebracht om onze presentatie te openen met een experiment iedereen stemde hier voor dus nu gaat dit experiment ook echt gebeuren. Tijdens de andere stappen is de onderlinge verhouden tussen de leden wel duidelijk geworden. Iedereen kan goed overweg met iedereen en ik kan wel zeggen dat we allemaal vrienden zijn geworden. Het valt wel op dat de jongens en de meisjes elkaar meer opzoeken. Doordat we elkaar tijdens de lessen vrij goed begonnen te kennen waren we iets minder bang om onze gevoelens te uiten en te zeggen wat we echt dachten. Onze communicatie is veel opener geworden. Hierdoor zijn we elkaar beginnen vertrouwen en is onze groepscohesie ruimtescheppender geworden.