WGM-continu. Versie 4.0. Installatiehandleiding

Transcriptie

1 WGM-continu Versie 4.0 Installatiehandleiding

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Onderdelen Werking Algemeen Specifiek De sensor De Buffer gemonteerd op een aluminium buffervoet Aansluitingen Mattype instelling Display De mainbox Aansluitingen De Voeding De Buffer De analoge uitgangen Instellingen op de mainbox Instellen signalen Het mattype instellen De werking controleren Extra controle Onderhoud Bereik en nauwkeurigheid in steenwol Storingsanalyse CE-conformiteitsverklaring Garantievoorwaarden Gegevens van de fabrikant Bijlagen Grodan B.V. Niets uit deze uitgave mag in enige vorm of op enige wijze worden verveelvoudigd, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Grodan B.V. 2

3 1. Inleiding In deze handleiding wordt een beschrijving gegeven van de installatie en werking van de WGM-continu van Grodan. De aandacht ligt op de diverse aansluitingen en (hardware) instellingen. Op een aantal plaatsen staat een verwijzing naar de bijlagen. Hierin zijn detailfoto s opgenomen die de uitleg verduidelijken.voor de meest actuele handleiding van de WGM-continu met dit versienummer, zie onder meten is weten. 2. Onderdelen De WGM-continu bestaat uit losse onderdelen en enkele verbindingssnoeren: a) Sensor b) Kabel van sensor naar buffer voorzien van stekker (vaste lengte 1,35 m) c) Buffer op aluminium buffervoet met display voor uitlezen meetwaarden d)afgeschermde kabel* van buffer naar mainbox (variabele lengte, maximaal 2000 m, kabel 2x twisted pair type). e) Mainbox met display voor uitlezen meetwaarden f) Draden in afgeschermde kabel* (WG, EC en T) van mainbox naar computer of satelliet (aangeraden maximum lengte 3 m) 1 g) Adapter h) RS232 kabel voor een eventuele aansluiting WCM op een PC via Gronow. i) CD met software en manual * niet meegeleverd Figuur 1: Principeschema WGM-continu (Bijlage 1) 1 ) Deze kabel wordt niet bijgeleverd. Langer dan 3 m kan, maar de gevoeligheid voor storingen is voor risico van de klant. 3

4 3.Werking 3.1 Algemeen De sensor voert de metingen van WG (in volume%), EC (in ms/cm) en T (in ºC), digitaal uit. Dit is het hart van het meet-instrument. De buffer zorgt voor de communicatie. De hoofdprint op de mainbox zorgt voor de uiteindelijke besturing en verwerking van de gegevens. Deze meetgegevens worden vertaald naar een protocol dat door de diverse soorten watergeef- en klimaatcomputers kan worden gelezen.alleen op de hoofdprint in de mainbox is het mogelijk om bepaalde instellingen door te voeren (zoals het analoge signaal naar de tuinbouwcom-puter). De hoofdprint wordt éénmalig ingesteld om ervoor te zorgen dat de mainbox op de juiste wijze met de randapparatuur (tuinbouw-computer) communiceert.verdere aanpassingen zijn niet noodzakelijk. De instelling van het mattype dient in de buffer te gebeuren. 3.2 Specifiek 1. De WGM-continu heeft 3 aparte digitaal/analoog converters voor 3 uitgangen (WG, EC en T) inclusief: a. Dipswitches voor de keuze van de soort analoge uitgang: 0-5VDC, 0-10VDC, 0-20mA, 4-20mA, 4-24mA; De resolutie is ongeveer 12 bits. b. Galvanische scheiding van de analoge uitgangen van de aarde van de voeding. 2. Specificaties van de signalen na vertaling in het gekozen analoge protocol: a.wg: minimum signaal = 0, maximum signaal = 100 (%v/v) b. EC: minimum signaal = 0, maximum signaal = 20 (ms/cm) c.t: minimum signaal = 0, maximum signaal = 50 ( C) 3. De meter meet regelmatig en ververst het uitgangsignaal elke 3 minuten. 4. De mainbox is voorzien van een display aan de voorkant voor uitlezing van WG, EC en T welke de laatste 3 minuten gemeten zijn. a. Laat werking zien via LED s. b. Is opgebouwd uit afgeschermde printen (EMC). c. Kan als optie een alarm of startcommando genereren via een aparte uitgang. 5. Alle behuizingen voldoen aan de eis IP65, mits er slechts één ronde kabel door een wartel gevoerd wordt. 6. Netspanning wordt geleverd via de adapter en niet via de computer. Let op: De bijgeleverde adapter werkt met 48VDC. Verkeerde aansluitingen kunnen schade aan de WCM veroorzaken.zonlicht zijn. Bij voorkeur ook niet in directe omgeving van een verwarmingsketel of WKK installatie. Tip 1: Let bij het installeren van de diverse onderdelen op de locatie. Deze moet droog en niet in het directe zonlicht zijn. Bij voorkeur ook niet in directe omgeving van een verwarmingsketel of WKK installatie. Tip 2: Bij het aansluiten van de schroefconnectoren is het belangrijk dat de schroefconnector eerst helemaal open gedraaid wordt voordat er een draad ingestoken wordt. Het is nl. mogelijk de draad onder de vergrendeling te steken en vast te draaien zonder dat er een goede verbinding tot stand komt. Controleer dit door aan de draad te trekken na het vastdraaien van de schroef. 4. De sensor Kijk voor het bepalen van de juiste meetplaats van de sensor naar de instructie in de teelthandleiding van de WGM-continu (samengesteld door Grodan). De installateur dient rekening te houden met de mogelijkheid dat de sensor (met de buffer) gemakkelijk verplaatst kan worden. De buffer is voorzien van een buffervoet waarmee de buffer direct bij de meetmat gezet kan worden. Zorg dat er nog enkele meters kabel extra (5-10 meter) rest bij de buffer zodat deze over een afstand van enkele matten verplaatst kan worden. Tip 3: Met de nieuwe sensor is het mogelijk om ECwaarden tussen 0 en 20 ms te meten. Bij de oude meter was dit van 0-10 ms. Let hierop bij instelling naar de tuinbouwcomputer. Tip 4: Meet alvorens de sensor te plaatsen minimaal 25 tot 40 matten binnen een kraanvak op dezelfde manier met de handmeter (sensor dwars op de mat plaatsen, zie figuur 1, letter A) om de gemiddelde waarde van WG en EC te vinden. Plaats de sensor van de WGM-continu in een mat die overeenkomt met de gemiddelde waarde. De meest optimale positie voor de sensor is ongeveer 10 cm van de pot en niet vlak bij de drainopening. Controleer de eerste dagen of de metingen overeenkomen met de metingen van de handmeter. 4

5 Tip 5: De kabel van de sensor naar de buffer heeft een vaste lengte van 1,35 meter. Houdt hiermee rekening bij het installeren. De kabel van de buffer naar de mainbox kan elke gewenste lengte hebben tot 2000 meter. Het is aan te bevelen minimaal 10 meter extra kabel aan te houden zodat de sensor gedurende de teelt verplaatst kan worden naar een andere steenwolmat. Leg deze kabel bij voorkeur niet in een kabelgoot ivm mogelijke verstoring van het WGM-meetsignaal. Tip 6: Plaats eventueel een stekker op de kabel tussen de mainbox en de buffer.tijdens de teeltwisseling kunnen de buffer en de sensor uit de kas verwijderd worden. De stekker dient een waterdichte afsluiting te hebben. 5. De buffer gemonteerd op een aluminium buffervoet 5.1 Aansluitingen De kabel die van CON2 van de mainbox komt en naar de buffer gaat, moet op de connector van de buffer aangesloten worden. De juiste volgorde staat bij de connector aangegeven. Het is belangrijk dat de draden op dezelfde schroeven komen. Dus A gaat naar A en B naar B. Sluit vervolgens de sensor aan op CON2 van de buffer door middel van de stekker. Let op: Verkeerd aansluiten heeft schade tot gevolg 5.2 Mattype instelling Ieder Grodan mattype heeft een unieke vochtverdeling. Om een optimaal resultaat uit uw WCM-continu te halen is het belangrijk uw mattype in te stellen. Daardoor is het mogelijk de nieuwe meter te gebruiken op verschillende typen substraten. Hiertoe bevindt zich een 10- standen schakelaar in de buffer. Dit is de rechtse schakelaar van twee die zich rechts naast het display in de buffer bevinden. De linkse schakelaar met 15 standen is voor toekomstige toepassingen, de rechtse voor het mattype. De fabrieksinstelling is type 1. Bij verandering van het mattype middels deze schakelaar moet het systeem spanningsloos gemaakt worden door de adapter uit het stopcontact te halen. Na instellen kan de adapter weer ingestoken worden waarbij het systeem zich zal resetten. Informatie over welk mattype bij welke instelling hoort vindt u op bijgevoegde lijst. 5.3 Display De buffer is voorzien van een display voor de uitlezing van de laatst gemeten waarden (WG, EC en T) met een interval van 3 minuten. Achtereenvolgens worden weergegeven Buffer nr, Mattype,WG, EC en T. Hiertoe licht op het linkse display een verticaal streepje op bij respectievelijk Buffer nr en Mattype en een horizontaal streepje voor WG, EC en T. Zie ook de tekst naast het linkse display op de blauwe folie op de bufferdeksel. Let op: Voor deze continue meter zal het buffer nr altijd 1 aangeven. Tip 7: Op de deksel van de mainbox en ook van de buffer bevindt zich een display die de laatste metingen toont (WG, EC en T) met een interval van 3 minuten. Hierdoor is het mogelijk om te controleren of de meetwaarden overeen komen met de weergegeven waarden op de tuinbouwcomputer. Ook wordt het zoeken van een goede meetmat gemakkelijker doordat de gemeten waarde ter plekke afgelezen kan worden. 6. De mainbox De hoofdprint in de mainbox is het meet- en verwerkdeel van de WGM-continu. Een aantal aansluitingen moeten minimaal op de hoofdprint plaatsvinden. 6.1 Aansluitingen In de volgende paragrafen zullen de verschillende aspecten van de aansluiting nader toegelicht worden. Figuur 2: Overzicht van de hoofdprint in de mainbox (Bijlage 11) De voeding De voeding via de adapter dient aangesloten te zijn op de + (= zwarte kabel, aansluiting 21) en de (=witte kabel, aansluiting 20) van connector 8. Let op dat bij werkzaamheden de kabels losgekoppeld kunnen zijn. De spanning is 48 VDC en het opgenomen vermogen is 10 W. Polariteit is belangrijk, let dus goed op dat u de + en - aan de juiste toegangspoorten aansluit. Zie voor de details figuur De Buffer De aansluiting van de draden uit de buffer op de mainbox vindt plaats door middel van 4 draden op CON2 op de mainbox (zie figuur 4). 5

6 Hiervoor is een afgeschermde kabel noodzakelijk van het twisted pair type. Zorg ervoor dat er een aderpaar (RS485) gebruikt wordt voor de communicatie (A en B) en een aderpaar voor de voeding (GND en POWER). Figuur 4: De bufferaansluiting op connector 2 (CON2) (Bijlage 11) De analoge uitgangen De aansluitingen voor analoge uitgangen van WG, EC en T zitten aan connector 4 (zie figuur 3). Het is van belang om op de polariteit te letten.vandaar de aanduiding T+,T-, etc. De T-, ECen WG- zijn met elkaar verbonden en hebben dus dezelfde massa. Dit is niet dezelfde massa als van de voeding. De 3 uitgangen zijn volledig galvanisch gescheiden van de voeding en van alle andere aansluitingen. Figuur 3: Aansluitingen (Bijlage II) Directe aansluiting op PC via RS232-kabel De RS232-kabel (figuur 2, nr. 15) kan gebruikt worden voor directe aansluiting op de PC. Zo kunt u rechtstreeks metingen uitlezen in het Gronow-programma van Grodan. 6.2 Instellingen op de mainbox Instellen signalen De mainbox levert 3 sets uitgangssignalen.wg, EC en T. Deze signalen kunnen ieder op 5 verschillende protocols worden ingesteld. Het gekozen protocol is afhankelijk van het type computer. In tabel I staan de verschillende vormen van de uitgangssignalen. De instellingen kunnen per kanaal ingevoerd worden met behulp van de dipswitches bij S3 (zie figuur 5) en de jumpers J8 t/m J13 (zie figuur 6). Zie ook tabel 2 op de volgende pagina. Tip 8: Het is belangrijk dat de ingangen waar de WGMcontinu op aangesloten wordt, qua bereik afgestemd zijn op de door de WGM geleverde uitgangssignalen. Het watergehalte dus inschalen op een bereik van 0-100, de EC op een bereik van 0-20, temperatuur op een bereik van Indien de instellingen onjuist zijn, worden er ook onjuiste meetwaarden naar de computer gestuurd. Tip 9: Controleer de dipswitches vóór het inschakelen van de spanning! Belangrijk: Let op dat + en - van de voeding goed is aangesloten op de betreffende ingangen van de mainbox. Daarnaast is het ook belangrijk dat de betreffende kabeltjes tussen de mainbox en buffer, die verantwoordelijk zijn voor de voeding, ook goed zijn aangesloten. Omdat bij deze meter gebruik gemaakt wordt van 48 VDC adapter, kan een verkeerde aansluiting een fatale beschadiging van het systeem tot gevolg hebben. Controleer de aansluitvolgorde van de bekabeling in mainbox en buffer alvorens de voeding in te schakelen.tijdens werkzaamheden aan de meter dient deze altijd losgekoppeld te zijn van de netvoeding. Figuur 5: De dipswitches voor de analoge uitgangen (Bijlage III) Figuur 6: De jumpers voor de analoge uitgangen (Bijlage III) 6.3 De werking controleren Aan de voorkant van de mainbox bevinden zich 3 LED-lampjes. LED 1 is een aan/uitregeling voor het watergehalte. LED 2 is optioneel voor alarm laag WG. LED 3 licht groen op als de meter correct werkt (netspanning) en rood als er iets mis is. Ook bij het opstarten van de meter licht LED 3 enkele minuten rood op. Tabel 1: Analoge protocollen Protocol Grootheid Bereik 0-20mA 4-20mA 0-24mA 0-5V 0-10V WG ma = 0, 20mA=100 4 ma = 0, 20mA=100 0 ma = 0, 24mA=100 0 V = 0, 5 V =100 0 V = 0, 10 V =100 EC 0-20mS/cm 0 ma = 0, 20mA=20 4 ma = 0, 20mA=20 0 ma = 0, 24mA=20 0 V = 0, 5 V =20 0 V = 0, 10 V =20 T C 0 ma = 0, 20mA=50 4 ma = 0, 20mA=50 0 ma = 0, 24mA=50 0 V = 0, 5 V =50 0 V = 0, 10 V =50 6

7 Als LED 3 incidenteel rood oplicht, is er sprake van een foutieve meting. Licht LED 3 frequent en lang rood op, dan werkt een van de onderdelen niet correct of er is een foute aansluiting c.q. instelling. Controleer alle aansluitingen en instellingen opnieuw en steek de adapter in het stopcontact. Nadat de installateur alle jumpers en dipswitches volgens de installatiehandleiding goed heeft ingesteld en nogmaals heeft gecontroleerd, dan dient u contact op te nemen met Grodan Customer Service. Tip 10: Alleen bij de instelling 4-20 ma hebben de LED s 4, 5 en 6 een speciale betekenis. Is de LED uit, dan is er geen fout. Is er een stroom kleiner dan 4mA, dan zal de rode LED van het betreffende kanaal oplichten. Onder andere bij kabelbreuk is dit het geval. Tabel 2: Analoge instellingen Tabel voor T uitgang Dipswitch S3, SW ma protocol 1 On Dipswitch S3, SW2 Off Jumper 8 Jumper 9 1+2, links niet van belang 4-20 ma protocol 2 Off On 1+2, links niet van belang 0-24 ma protocol 3 Off Off 1+2, links niet van belang 0-5 V protocol 4 On On 2+3, rechts geplaatst 0-10 V protocol 5 On On 2+3, rechts niet geplaatst Deze waarden gelden ook voor de EC, maar dan respectievelijk: SW3, SW4, J10 en J11 en voor WG: SW5, SW6, J12 en J Extra controle: Nadat de meter is aangesloten, kan deze gecontroleerd worden door middel van de uitlezing van de meetwaarden (WG, EC en T) op de displays van de mainbox en buffer. Deze waarden moeten met elkaar overeen komen, evenals met de meetwaarden die op de tuinbouwcomputer te zien zijn. Uitlezing via een hyperlink is niet nodig. Tip 11: Let op bij het controleren of instellen van de minimale en maximale meetwaarden. Bij sommige klimaatcomputers duurt het enkele minuten voordat de werkelijke waarden op het beeldscherm verschijnen. Tip 12: Er zijn nog een aantal connectoren niet beschreven. Deze zijn voorzien voor toekomstige uitbreidingen zoals digitale communicatie met de tuinbouwcomputer en diagnose d.m.v. een PC. 7

8 8. Onderhoud De mainbox en buffer van de WGM-continu hebben geen onderhoud nodig. Bij overschakeling op een nieuwe tuinbouwcomputer kan het nodig zijn om de instellingen van de D/A convertor te wijzigen. De sensor hoeft niet geijkt te worden. Bij twijfel kan de meter in lucht en met de pennen precies in water gehouden worden om de ijking te controleren. De ijking moet dan respectievelijk 0% en 100% aangeven (marge 5%). Bij incorrecte metingen contact opnemen met de toeleverancier.wel is het aan te bevelen de pennen van de sensor regelmatig (minimaal tijdens de teeltwisseling) vrij te maken van aanslag van o.a. meststoffen. Tijdens de teeltwisseling dienen de scherpe sensorpennen steeds goed afgeschermd te worden om beschadiging tegen te gaan en verwonding te voorkomen. 9. Bereik en nauwkeurigheid in steenwol Zoals eerder genoemd meet de WGM het watergehalte, EC en temperatuur (gemiddelde over de hoogte van de mat).tabel 3 geeft aan onder welke omstandigheden de WGM meet en met welke nauwkeurigheid. De nauwkeurigheden verlopen geleidelijk tussen de verschillende bereiken en daarbuiten. 10. Storingsanalyse Geen meetwaarden of signaal op display van mainbox of buffer - Controleer of rood-groen Ledlampje brandt aan voorkant van mainbox - Controleer of adapter aangesloten is op netspanning en voeding levert -> temperatuursensor defect - Extreme uitschieters of onstabiele opeenvolgende metingen - Regelmatig oplichten van rode Ledlampje aan voorkant mainbox - Een van de drie metingen wordt niet doorgegeven Bij extreme meetwaarden is de sensor in de meeste gevallen defect of defect geraakt. Neem dan contact op met Grodan Customer Service, zodat in overleg een nieuwe sensor opgestuurd kan worden. Meetwaarden op display buffer en mainbox komen niet met elkaar overeen. - Controleer de kabel tussen mainbox en buffer op kabelbreuk of beschadiging Meetwaarden op display mainbox komen niet overeen met waarden tuinbouwcomputer - Controleer of alle dipswitches of jumpers goed zijn ingesteld bij nieuwe installatie - Neem enkele minuten extra intervaltijd bij instellen 0 % en 100 % waarde op tuinbouwcomputer - Controleer of bekabeling goed is aangesloten In alle gevallen waarin de storing na bovenstaande controles niet verholpen kan worden, dient u contact op te nemen met Customer Service van Grodan. In overleg kan besloten worden voor reparatie op afstand of inschakeling van installateur. Tip voor de installateur Bij nieuwe installatie kan het meetsignaal van buitenaf beïnvloed worden door een aardlus. Indien de kabel in de kabelgoot gelegd is, kan deze beïnvloed worden door signalen van andere kabels van bijvoorbeeld frequentiegestuurde pompen of ventilatoren. Ook antennekabels kunnen een verstorende werking hebben op transport van de meetsignalen. Zorg dat de kabelafscherming goed geaard wordt via de tuinbouwcomputer en niet via de WGM-continu. Geen meetwaarden of signaal op display mainbox - Controleer of bekabeling goed is aangesloten en of er geen kabelbreuk is Geen meetwaarden op display buffer - Controleer of sensor goed aangesloten is op buffer - Controleer bekabeling tussen sensor en buffer Extreme meetwaarden (WG, EC of T) op display buffer - Extreme temperatuurmeting (hoog of laag) 8

9 Tabel 3: Specificaties Parameter Meetomstandigheden Meetbereik Nauwkeurigheid Resolutie* Min Max Min Max Min Max Min Max WG (%v/v) 25% 95% 0% 100% 2.5% 5.0% 0.1% 0.5% EC (ms/cm) T ( C) , *De resolutie is de stapsgewijze verandering welke mogelijk is met de meter Let op: de EC van de WCM wordt geijkt volgens de internationale methode bij 20 C.Wereldwijd worden de meeste EC meters ook bij 20 C geijkt. Echter in Nederland is het gebruikelijk om de EC meters te ijken bij 25 C. Dit levert een 10% hogere waarde op als die van een meter welke bij 20 C is geijkt.als men dus de ECuitlezing van de WCM vergelijkt met een monster uit de mat getrokken met een spuit en gemeten met een EC meter, zal de laatste ingeveer 10% hoger liggen. Let op: de specificaties zijn van toepassing wanneer in water met voeding wordt gemeten. In substraat kunnen afwijkingen optreden afhankelijk van het type substraat en de aanwezige zouten. Tip voor de gebruiker Om bij twijfel te controleren of de sensor goede waarden aangeeft, kunt u de sensor uit de mat halen en de pennen droogvegen. De meter moet dan binnen enkele minuten de ruimtetemperatuur weergeven en WG en EC = 0.Wanneer de sensorpennen volledig onder water gehouden worden, moet het WG nagenoeg 100 % bedragen. De aanwezige en gemeten EC kan gecontroleerd worden met een conventionele EC-meter of met druppelwater vanuit de unit met een bekende EC. Let wel op de ijkmethode welke voor de EC meter gebruikt is, zie ook de opmerking bij tabel 3. Indien een van deze waarden sterk afwijkt, dient u contact op te nemen met Grodan Customer Service. 9

10 11. CE-conformiteitsverklaring 13. Gegevens van de fabrikant Onze informatie en adviezen worden met de grootst mogelijke zorg en naar de laatste stand van de techniek samengesteld, doch zijn te allen tijde vrijblijvend. Mei Meer informatie Grodan Customer Service Industrieweg 15 Postbus KD Roermond Nederland Tel: Fax: De WGM-control heeft het CE-certificaat. Dit wil zeggen dat de meter is getest en akkoord bevonden volgens de volgende EMC-richtlijnen: EN (2001) EN (2001) * EN (1995) + A1 (1998) + A2 (1998) EN Opgelet: De nabijheid van zenders die met radiofrequenties werken, kan de WGM-control beïnvloeden. 12. Garantievoorwaarden a) GRODAN B.V. garandeert dat de geleverde producten gefabriceerd zijn met de beste materialen. Als er niettegenstaande, defecten zouden zijn in de geleverde producten, als resultante van fabricatie- of materiaalfouten, dan zal GRODAN B.V. beslissen deze defecten te repareren, te laten repareren, de benodigde delen voor de reparatie te leveren, de goederen volledig te vervangen, of ze terug te betalen voor de waarde ervan en nooit hoger. Deze garantie is geldig gedurende 12 maanden na levering.voor de waarborg, klachten m.b.t. de onderdelen en materialen, zal GRODAN B.V. vertrouwen op de aansprakelijkheid van de leverancier van de onderhavige onderdelen of materialen. GRO- DAN B.V. zal niet aansprakelijk zijn voor andere verplichtingen, zoals compensatie voor verlies van de ontbinding van het contract. De klachten onder deze waarborg zullen aan GRODAN B.V. schriftelijk moeten worden gemeld binnen acht dagen nadat de schade geleden is. b) Indien de klant één enkele verplichting, ontstaan uit het contract met GRODAN B.V. of een verwant contract niet of niet tijdig naleeft, zal GRODAN B.V. zich - in geen enkel geval - aan geen enkele waarborg of betaling hoeven te houden, zoals beschreven in het contract. Geproduceerd door Venne Electronics BV, Nederland. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van GRODAN B.V. Dit voorbehoud is ook geldig voor de onderhavige tekeningen en diagrammen. GRODAN B.V. behoudt zich het recht voor om delen van het apparaat te veranderen op gelijk welk ogenblik zonder enige voorafgaande of directe notitie aan de klant. De inhoud van deze uitgave is aan veranderingen onderhevig zonder enige notitie. Voor verdere informatie m.b.t. afstellingen, onderhoud en reparatie, verzoeken wij u contact op te nemen de afdeling Customer Service van Grodan. Deze uitgave is zorgvuldig geschreven, niettegenstaande is GRODAN B.V. niet verantwoordelijk voor enige fouten in deze uitgave en de gevolgen ervan. * = Door het meetprincipe van de sensor zijn bij bepaalde frequenties afwijkende metingen mogelijk. De mate van afwijking en de bijbehorende frequenties staan beschreven in de labstaten 03C01265EUT1. Op verzoek kan Grodan u deze labstaten toesturen. 10

11 Figuur 1: Principe schema WGM-continu 1 BUFFER A De sensor B Kabel sensor naar buffer C De buffer op buffervoet D Kabel van buffer naar mainbox (variabele lengte, maximaal 2000 m, kabel 2x twisted pair afgeschermde kabel) (niet bijgeleverd). E De mainbox met hoofdprint F Afgeschermde kabel (WG, EC en T) van mainbox naar computer of satelliet (aangeraden maximum lengte 3 m) G De adapter C B A D E F MAINBOX G Foto 1: De onderdelen van de WGMcontinu ( 2) P E O P L E P L A N E T P R O F I T Bijlage I

12 Figuur 2: Overzicht van de hoofdprint in de mainbox 2 Figuur 3: A Aansluiting 20(+) en 21(-) power input B Aansluiting (analoge output) naar computer P E O P L E P L A N E T A Figuur 4: De bufferaansluiting op connector 2 (CON2) Display: actuele meetwaarden WG, EC,T 2 Aansluiting voor service doeleinden 3 Pomp ledlampje 4 Status leds 5 Alarm ledlampje 6 VCC en GND (zie fig. 4) 7 Kabel naar adapter 8 Kabel naar computer 9 Batterij 10 Status leds: on (groen) reset en error (rood) 11 Kabel naar buffer 12 Zie fig Zie fig Zie fig Optionele kabel voor uitbreiding B 4 P R O F I T Bijlage II

13 Figuur 5: De dipswitches voor de analoge uitgangen SW 3-6 van S3 Figuur 6: De jumpers voor de analoge uitgangen 1, 2, en SW 3-6 Figuur 7: Twee draaischakelaars in de buffer Rechter: instellen mattype Linker: toepassingen in de toekomst Foto 2: De sensor ( 4) Foto 3: De Buffer op bijgeleverde buffervoet ( 6.1.2) P E O P L E P L A N E T P R O F I T Bijlage III

14