HANDLEIDING. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u de set gaat bedienen en bewaar de handleiding voor later gebruik.

Transcriptie

1 HANDLEIDING Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u de set gaat bedienen en bewaar de handleiding voor later gebruik. TYPE : Advanced Control Smart P/NO : MFL

2 AC Smart INHOUD 1. AC SMART II Introduction AC Smart characteristics AC Smart exterior AC Smart components AC Smart product specifications Installation Before installing AC Smart Setting unit address Setting address with wired remote controller Setting address with wireless remote controller Setting PI485 and connecting line Setting PI485 DIP switch Connecting 2PIN connector Connecting RS485 line to PI Installing AC Smart and connecting line Logging in of the AC Smart Logging in as installation professional Logging in as administrator Logging in as general user Registering the unit Automatically registering the unit Directly registering the unit Setting the emergency stop interlocking

3 3. AC SMART MENU Control/Monitoring menu Zone information screen Group information screen Unit information screen Schedule menu Schedule main screen Edit weekly pattern screen Edit schedule detail screen History menu Usage view screen Auto control menu Temperature limit operation Auto change over operation Time-limited running Setting menu Setting main screen Register unit screen Other setting menu Version information Password setting Language Time setting Screen adjustment Screen saver Network setting S/W upgrade DB management Web server function Installatie- en gebruikershandleiding 3

4 4. OPERATING AC SMART Logging in of the AC Smart Logging in as installation professional Logging in as administrator Logging in as general user Control/Monitoring Controlling the unit Controlling the unit in detail Schedule Managing schedule group Applying schedule Creating schedule pattern Directly editing the schedule History Browsing history Browsing specific history Usage view Auto control Setting temperature limit operation Managing temperature limit operation group Setting auto change over operation Managing auto change over operation group Setting the time-limited running Managing the time-limited running group Setting Registering unit Managing zone Managing group Managing the unit

5 Environment setting Checking the S/W version information Setting the password Setting the language by country Setting the time Calibrating the screen Setting the screen saver Setting the network information Setting the S/W upgrade Backing up and restoring the database Installatie- en gebruikershandleiding 5

6 Veiligheidsmaatregelen Veiligheidsmaatregelen Houd u aan de volgende aanwijzingen om persoonlijk letsel van u of anderen en beschadiging van de apparatuur te voorkomen. n Bedieningsfouten door het negeren van de aanwijzingen kunnen de apparatuur beschadigen. Het gewicht hiervan wordt uitgedrukt door de volgende pictogrammen. WAARSCHUWING VOORZICHTIG Dit teken wijst op de mogelijkheid van dodelijk of ernstig lichamelijk letsel. Dit teken wijst op de mogelijkheid van lichamelijk letsel of beschadiging. n De betekenis van de symbolen die in deze handleiding voorkomen is hieronder aangegeven. Zeker niet doen. Volg deze instructie nauwgezet op. WAARSCHUWING n Bedrijf U mag units niet inschakelen of stoppen door de netstekker uit het stopcontact te trekken of in het stopcontact te steken. Door warmteontwikkeling kan kortsluiting of brand ontstaan. Bestel toebehoren bij een erkend LG servicecentrum of een gespecialiseerd verkooppunt. Door verkeerde toebehoren te gebruiken loopt u het risico van ongelukken, een schok, kortsluiting, een explosie of lichamelijk letsel. Gebruik standaardonderdelen. Door niet gestandaardiseerde onderdelen te gebruiken loopt u het risico van een schok, een explosie, lichamelijk letsel en beschadiging van uw apparatuur. 6

7 Bel een erkend LG servicecentrum of een speciaalzaak voordat u een defect product opnieuw installeert. Defecte producten kunnen ongelukken, een schok, kortsluiting, een explosie of lichamelijk letsel veroorzaken. Gebruik de netvoedingskabel niet in de buurt van brandbare gassen of vloeistoffen zoals benzine, benzeen, thinner e.d. Daardoor voorkomt u een explosie of brand. Veiligheidsmaatregelen U mag het product niet demonteren, ontmantelen, repareren en verbouwen. Daardoor voorkomt u dat u een elektrische schok, kortsluiting en brand. Cire Diluant Als er water in de AC Smart is gekomen, schakel dan de netvoeding van het hoofdapparaat met de aan/uitschakelaar op de AC Smart uit. Trek vervolgens de netstekker uit het stopcontact en bel het servicecentrum. Gebruik de AC Smart niet op vochtige plaatsen. Daardoor voorkomt u dat water in de AC Smart doordringt en dat de isolatie wordt beschadigd. Hierdoor kan kortsluiting ontstaan. n Tijdens gebruik Gebruik geen andere netvoedingskabel dan de kabel die bij de AC Smart is geleverd en gebruik geen verlengkabel(s). Daardoor voorkomt u elektrische schokken, kortsluiting en brand. Gebruik geen verdeeldoos Daardoor voorkomt u overbelasting van de elektrische leidingen, kortsluiting en brand. Trek de netvoedingskabel onmiddellijk uit het stopcontact als u vreemde geluiden of een vreemde geur bespeurt of wanneer u rook uit de AC Smart ziet komen. Daardoor voorkomt u elektrisch schokken, kortsluiting en brand. Installatie- en gebruikershandleiding 7

8 Veiligheidsmaatregelen Plaats geen kooktoestellen in de buurt van het product. Hierdoor kan brand ontstaan. Plaats geen verwarmingstoestel of een netvoedingskabel dicht bij de AC Smart. Daardoor voorkomt u elektrische schokken, kortsluiting en brand. Mors geen water op de AC Smart. Daardoor voorkomt u kortsluiting en blijvende beschadiging van de AC Smart. Plaats geen zware voorwerpen op de netkabel. Daardoor voorkomt u elektrische schokken, kortsluiting en brand. Trek de netkabel met de stekker uit het stopcontact om de netvoeding te verbreken. Door aan de kabel zelf te trekken kunt u deze beschadigen en een schok krijgen. Plaats geen zware voorwerpen op de AC Smart. Daardoor voorkomt u dat de AC Smart beschadigd wordt. Bel een erkend servicecentrum of een gespecialiseerd verkooppunt als de AC Smart in het water heeft gestaan. Daardoor voorkomt u kortsluiting en brand. Zorg ervoor dat kinderen de AC Smart niet kunnen aanraken. Daardoor voorkomt u ongelukken en beschadiging van de AC Smart. Zorg ervoor dat geen zware voorwerpen op de AC Smart kunnen vallen. U bent in dat geval verantwoordelijk voor de beschadiging van het product. 8

9 Veiligheidsmaatregelen VOORZICHTIG n Tijdens gebruik Reinig de AC Smart alleen met een zachte doek en gebruik geen reinigingsmiddelen. Daardoor voorkomt u brand en aantasting van de AC Smart. Raak het scherm alleen aan met de meegeleverde aanraakstift. Daardoor voorkomt u beschadiging van het scherm. Plaats geen met vloeistof gevulde voorwerpen op de AC Smart. Daardoor voorkomt u dat de AC Smart beschadigd wordt. Cire Diluant Gebruik uitsluitend de geadviseerde adapter. Daardoor voorkomt u beschadiging van de AC Smart. Voorkom dat metalen voorwerpen zoals een halsketting, munten, sleutels of een polshorloge met de batterij in aanraking komen. Daardoor voorkomt u beschadiging van de AC Smart en lichamelijk letsel. Trek de netkabel met de stekker uit het stopcontact om de netvoeding te verbreken. Door aan de kabel zelf te trekken kunt u deze beschadigen en een schok krijgen. Installatie- en gebruikershandleiding 9

10 1. Inleiding op de 1. Inleiding op de De AC Smart is de centrale bedizening om afzonderlijk of integral 64 (basis) of 128 (maximum, bij aansluiten van uitbreidingskit) binnenunits of air conditioner vanuit één plek te besturen. De AC Smart bewaakt en bestuurt vanaf één plaats bijvoorbeeld de afdeling Administratie de werking van de airconditioningssystemen en de ventilatoren die in de verschillende ruimten van het gebouw zijn geïnstalleerd. - Eigenschappen De heeft de volgende eigenschappen: Individuele en geïntegreerde besturing en controle. De AC Smart kan de volgende functies van elk aircosysteem individueel, per groep of allemaal tegelijk bedienen en bewaken. Besturingsvoorwaarden van het aircosysteem Besturingsmodus Ventilatorsnelheid Windrichting Blokkering Temperatuurregeling Op deze wijze kan een beheerder met de AC Smart (de centrale besturingseenheid) vanuit zijn kantoor in het gebouw waarin de aircosystemen zijn geïnstalleerd alle functies van de individuele systemen bedienen. Groepsbeheer De AC Smart kan de geïnstalleerde aircosystemen per zone en per groep beheren. Als u de instelling per groep of per zone gebruikt, kunt u elk individueel aircosysteem volgens type, locatie e.d. selecteren. Met behulp van deze functies kunt u elk aircosysteem eenvoudig bedienen en door aan de verschillende groepen units een naam toe te wijzen, kunt u deze groepen als geheel beheren. Minder beheerskosten Omdat u de AC SMART II kunt gebruiken om alle elementen te bedienen kunt u alle elementen door slechts één systeembeheerder laten runnen. Ook door de mogelijkheid tot programmering van de AC SMART II te gebruiken kan de systeembeheerder alle elementen automatisch bedienen zonder dat hij/zij zelf op de locatie aanwezig is. Gemakkelijke GUI AC SMART II levert intuïtieve pictogrammen en eenvoudige interface voor de gebruiker om de functies eenvoudig te gebruiken. Door de gemakkelijk te gebruiken interfaces kan de gebruiker de elementen gemakkelijk beheren zonder een aparte training. 1-1

11 1. Inleiding op de Het gebruik van het automatische schema & energiebesparing beheren De AC Smart kan via het instelen van een schema automatisch de air conditioner bedienen. Indien u het schema registreert voor een specifieke periode met behulp van deze schemafunctie, zal het onnodige gebruik van de air conditioner vermindert worden en kan derhalve efficiënt energie bespaard worden. Deze functies kunnen efficient uitgevoerd worden door een specifiek schema, zoals bijvoorbeeld school, te gebruiken. Verschillende automatische controlerfuncties De AC Smart biedt verschillende automatische controlefuncties zoals uitvoeren automatisch wisselen, temperatuurbeperking en tijdbeperking als ook het schema. Indien deze beheerder deze functies instelt en uitvoert, kunnen verschillende controlefuncties, zoals het behouden van een specifieke temperatuur en het beperken van de gebruikstijd, automatisch uitgevoerd en beheerd worden door de AC Smart. Het systeem met behulp van een back-up beschermen De AC Smart biedt de systeeminformatie back-upfunctie als bescherming van het systeem tegen stroomuitval en andere ongelukken, waardoor de stabiliteit van het systeem De software bijwerken naar de recente versie De AC Smart biedt de functie om de software bij te werken naar de recente versie, waardoor de AC Smart stabiel gebruikt kan worden, en een nieuwe functie toegevoegd kan worden. Webserver De AC Smart biedt de webserverfunctie om de air conditioner vanaf afstand te bedienen door de AC Smart te openen via het netwerk. De beheerder kan de webserverfunctie gebruiken om de air melding De AC Smart biedt de functie om de beheerder via op te hoogte te brengen van een belangrijke fout die opgetreden is tijdens het gebruik, waarnaar de beheerder de opgetreden fout in de gaten kan houden. Uitgebreide aansluiting De AC Smart biedt de uitgebreide aansluitingsfunctie voor het bedienen van de air conditioner door het aansluiten van meerdere toestellen. Één AC Smart kan tot 64 air conditioners maximal bedienen. Maar, er kunnen tot 128 air conditioners maximaal bediend worden indien de functie uitgebreide aansluiting gebruikt wordt. Installatie- en gebruikershandleiding 1-2

12 1. Inleiding op de - Buitenzijde De bestaat uit de volgende onderdelen Knoppen voor achtergrondverlichting en toetsenbord Aanraakstift met houder Besturingspaneel 124mm Optiekaartgleuf (gereserveerd) 217mm 40mm Resetknop USB Poort (Alleen voor service & Alleen voor spare) Informatie: Het aanraakscherm instellen met behulp van de externe knop van de Wanneer u op de bovenzijde van de AC Smart de knoppen voor achtergrondverlichting en toetsenbord tegelijk indrukt, kunt u de functie voor het instellen van het aanraakscherm rechtstreeks inschakelen. Wanneer u door de afwijking van de schermcoördinaten dit menu niet bruikbaar is, kunt u het aanraakscherm met deze methode instellen. VOORZICHTING : USB poort & Optiekaartgleuf USB poort is uitsluitend voor service en ontwikkeling, de USB poort is niet beschikbaar voor algemene gebruikers. Optiekaartgleuf is gereserveerd voor het toekomstige model. 1-3

13 1. Inleiding op de Knop voor achtergrondverlichting Met deze knop kunt u de lcd-achtergrondverlichting van de AC Smart in- en uitschakelen. Schakel de achtergrondverlichting uit als u de AC Smart langere tijd niet gebruikt. Daardoor verlengt u de levensduur van dit besturingsapparaat. Knop voor toetsenbord De AC Smart beschikt over een toetsenbord waarmee u tekens kunt invoeren. U kunt dit toetsenbord met deze knop oproepen en verbergen. Resetknop Na een fout die u niet zonder meer kunt herstellen moet u de AC Smart het deze knop naar de standaard-fabrieksinstelling terugzetten (resetten). USB poort (Voor service & spare) Op de bodem van de AC SMART II is de USB-poort (A Type) die zich aan de linkerkant bevindt de USB-poort die het USB-geheugen verbindt om de software te updaten of een backup van de gegevens te maken. Deze poort ondersteunt USB-versie 1.0. De USB-poort (B Type) aan de rechterkant is de USB-poort om de pc te verbinden. Deze poort ondersteunt USB-versie 2.0. Optioneel kaardslot (om een optionele functie toe te voegen) In het optionele kaartslot kunt u de optionele kaart invoegen die is geleverd voor de optionele functie van AC SMART II. Informatie: Optionele functie van AC SMART II AC SMART II levert de volgende optionele functies. Functie van stroomdisplay: Deze toont de informatie over stroomverbruik die is gekoppeld aan de stroommeter. Webschemafunctie: U kunt de schemafunctie van AC SMART II gebruiken door AC SMART II op afstand via het web te koppelen. U kunt de optionele functie als aanvulling kopen. Ze wordt geleverd op kaartformaat. Installatie- en gebruikershandleiding 1-4

14 LG 1. Inleiding op de - Componenten De doos waarin de AC Smart wordt geleverd moet de onderstaande onderdelen bevatten. Controleer nadat u de doos met de AC Smart hebt geopend of u alle onderstaande onderdelen hebt ontvangen. Netvoedingsadapter Installatie- en gebruikershandleiding Netvoedingskabel van het internationale standaardtype IEC320 CB CD handleiding 1-5

15 Technische gegevens De productspecificaties van de zijn als volgt: 1. Inleiding op de Onderwerp Centrale besturingseenheid Geheugen Opstart-ROM en opslag LCD Speaker DI Voeding Aanraakscherm UART USB Besturingssysteem Technische gegevens MP2530F(or MP2531F) - Dual CPU[ARM926E/360MHz + ARM946E/300MHz 128MB [DDR 64MB(A Bank) + DDR 64MB(B Bank)] 512MB (NAND Flash) SD Card (support SDHC 8GB) (Voor optionele kaart ) 7.0 WVGA (800*480) TFT LCD AST-01508MR-R S/W Input (For Fire-sensor) DC 12V/1A 4 Wire, Touch Controller built-in. RS-485 1Port USB1.1 Host 2Port(Voor service) USB2.0 Device 1Port (Voor ontwikkeling) Windows CE 5.0 Core License Installatie- en gebruikershandleiding 1-6

16 2. installeren 2. installeren Dit hoofdstuk beschrijft de installatiemethode voor het gebruik van het besturingsapparaat. Voorzichtig: installeren Het installeren van de AC Smart vereist een speciale technologie. Daarom moet de installatieprocedure die in dit hoofdstuk uitgebreid wordt toegelicht worden uitgevoerd door een installatietechnicus die hiervoor specifiek is opgeleid. Als u over de installatieprocedure vragen of verzoeken hebt, neem dan contact op met het servicecentrum van LG Electronics of met een door ons bedrijf erkende installateur. Om de te gebruiken moet u een omgeving creëren waarin de met de units (binnen-units en ventilatoren) kan communiceren en de binnenunits kan registreren). Voer de installatieprocedure als volgt uit voordat u de AC Smart in gebruik neemt. STAP 1. Controleer de gehele omgeving (alle betreffende ruimten) voordat u met de installatie van de begint. Controleer het netwerk van, buitenaircosysteem en aircosysteem voordat u met de installatie van de AC Smart begint. STAP 2. Stel de adressen van de units in. Wijs aan alle units die op de AC Smart zijn aangesloten een eigen uniek adres toe. STAP 3. Stel de PI485-kaarten in. Installeer één PI485-kaart voor elk buitenaircosysteem en stel de dipswitch in. STAP 4. Sluit de PI485-kaarten op de AC Smart aan. Sluit de PI485-kaarten en de via de RS485-kabel aan. STAP 5. Inloggen en units registreren Log in op de en registreer de units waaraan u een adres hebt toegewezen. Informatie: Multi V II serie De Multi V II serie vereist geen aparte installatie van PI485, en u kunt deze gebruiken door ʻBUS Aʼ en ʻBUS Bʼ te verbinden met ʻInternet Aʼ en ʻInternet Bʼ van en hoofd PCB van buitenelement. 2-1

17 2. installeren De installatie van de voorbereiden U kunt de AC Smart aansluiten op maximaal 64 units (binnenunits, ventilatoren, ON/OFF, AWHP), Hiervoor moet u de AC Smart aansluiten op een PI485-kaart en moet u een PI485-kaart aansluiten op de buitenunit die op de unit is aangesloten. Het volgende is een voorbeeld van configuratie van de AC SMART II en elementen. AC SMART II is verbonden met PI485, en de elementen communiceren de informatie onderling via RS485 communicatie. PI485 is verbonden aan de toestellen om AC SMART II te beheersen. airconditioner openluchteenheid AC SMART II PI485 ventilatoren binnen eenheid 1 binnen eenheid 2 binnen eenheid 3 PI485 on/off eenheid Openluchteenheid AWHP PI485 Binneneenheid AWHP Informatie: Maximum toegestane communicatielengte en specificatie De maximum toegestane communicatielengte die LG Electronics garandeert is m. Met andere woorden, het element dat het verst van AC SMART II is geïnstalleerd, moet zich binnen m afstand bevinden. Aangeraden wordt de communicatiekabel van 0,75mm 2 of hoger te gebruiken. Installatie- en gebruikershandleiding 2-2

18 2. installeren Aircosysteemadressen instellen Om te beginnen moet u aan elk aircosysteem een eigen adres toewijzen zodat het adres van de units (binnenunits en ventilatoren) niet wordt gedupliceerd bij het bekijken van de samenstelling van de gehele installatie die op de AC Smart is aangesloten. U kunt het adres van de units een hexadecimale waarde geven van 00 tot FF. Waarschuwing: Adres instellen voor binnenelement, ventilator, Aan/Uit element en AWHP element U kunt niet hetzelfde adres instellen voor het binnenelement, de ventilator, het Aan/Uit element en AWHP. Zorg ervoor dat u geen identieke adressen hebt. Hieronder ziet u een voorbeeld van de adressen die aan de units kunt toewijzen. airconditioner openluchteenheid AC SMART II PI485 ventilatoren binnen eenheid 1 binnen eenheid 2 binnen eenheid 3 PI485 on/off eenheid Openluchteenheid AWHP PI485 Binneneenheid AWHP Referentie: Adres instellen voor toestel Als u het adres van een element (binnenelement, ventilator, Aan/Uit element, AWHP element) instelt, verdient het aanbeveling het eerste cijfer in te stellen als het groepsnummer, en het tweede als elementnummer voor een gemakkelijke controle Groepnummer Elementnummer Groepnummer Elementnummer 2-3

19 2. installeren Adres instellen voor binnentoestel Als u de airconditioner verbindt en gebruikt met AC SMART II, moet u het adres van elk binnenelement instellen door middel van de via draden gekoppelde of draadloze afstandsbediening. U kunt het adres van het binnenelement als volgt instellen. U kunt het adres van het binnenelement als volgt instellen. Het instellen van het adres met een via draden gekoppelde afstandsbediening AUTO SWING OPERATION SET TEMP FAN SPEED SUB FUNCTION Room Temp HI AUTO Heater Preheat MED JET Defrost Humidify LO Filter Out door Time ZONE Timer Operation unit Program set On Off Set no. Time Druk tegelijk op de toetsen voor weekprogramma en instellen/ctrl. 2. Stel het adres van de binnenunit in met de temperatuurregeling. Toegestaan bereik: 00-FF Groepnummer Binnensysteem nr. Timer Cancel Program Week Holiday Set/Clr Plasma 3. Druk drie seconden tegelijk op de toetsen voor het weekprogramma en instellen/ctrl om het instellen van het adres te voltooien. Hour Min RESET Installatie- en gebruikershandleiding 2-4

20 2. installeren Het instellen van het adres met een via draden gekoppelde afstandsbediening 1. Als u de knop [Function setting] 3 seconden indrukt, start de installeermodus van de afstandsbediening. Als u die knop één keer licht raakt, gaat ze in de gebruikersinstelmodus. Daarom moet u meer dan 3 seconden drukken. 2. Als u herhaaldelijk op de knop [Function setting] drukt, springt ze over naar het adresinstelmenu zoals hieronder getoond. Function Code Group No Indoor No. 3. Gebruik de [Up], [Down] knop om het eerste getal van het adres van 4. Gebruik de [Left], [Right] knop om de cursor naar het laatste cijfer te verplaatsen. 2-5

21 2. installeren 5. Gebruik de [Up], [Down] knop om het laatste cijfer van het adres van het binnenelement in te stellen 6. Na het instellen van het adres drukt u op de knop [Set/Cancel] om het instellen van het adres te voltooien. 7. Druk op de knop [Exit] om uit de instelmodus te gaan. Referentie: Het verlaten van de instelmodus Als u gedurende 25 seconden na het instellen niet op een knop drukt, verlaat het systeem automatisch de instelmodus. Installatie- en gebruikershandleiding 2-6

22 2. installeren Adressen met de draadloze afstandsbediening instellen 1. Druk op de [RSET]-knop terwijl u de [Power Cool]- knop ingedrukt houdt. U moet langer dan drie seconden op de [Power Cool]-knop drukken. 2. Stel het adres van de binnenunit in met de knop [Temperature Adjustment] (Temperatuurinstelling). Groep nr.: Binnensysteem nr.: ON SET OFF CANCEL PLASMA 3. Nadat u het adres hebt ingesteld, drukt u eenmaal op de knop [Operate/Stop] in de richting van de binnenunit. 4. Wanneer het ingestelde adres op de binnenunit wordt weergegeven is het instellen van het adres voltooid. Opmerking: Weergavetijd van adressen en methode De weergavetijd en methode kunnen per type binnensysteem verschillen. 5. Wanneer u de afstandsbediening terugzet, schakelt deze over van de modus voor het instellen van adressen naar de modus voor bediening in het algemeen. Opmerking: Type afstandsbediening Zie de gebruiksaanwijzing van de betreffende afstandsbediening wanneer u een ander type afstandsbediening dan het hierboven beschreven type gebruikt. 2-7

23 2. installeren Informatie: Het ingestelde adres controleren U kunt het ingestelde adres met behulp van de draadloze afstandsbediening controleren. Ga als volgt te werk om het ingestelde adres te controleren. 1. Druk op de knop [RESET] terwijl u de knop [Wind Up/Down] ingedrukt houdt. U moet de knop [Wind Up]Down] langer dan drie seconden indrukken. ON SET OFF CANCEL PLASMA 2. Druk eenmaal op de knop [Operate/Stop] in de richting van de binnenunit. Het ingestelde adres wordt in het venster van de binnenunit getoond. De weergavetijd van adressen en de gebruikte methode kunnen per type binnensysteem verschillen. 3. Schakel de afstandsbediening terug naar de modus voor bediening in het algemeen. Installatie- en gebruikershandleiding 2-8

24 2. installeren Het instellen van het adres van het ventilatorelement Als u de ventilator met AC SMART II verbindt en gebruikt, moet u het adres van elke ventilator instellen met gebruikmaking van de via draden verbonden afstandsbediening. Stel het adres van de ventilator als volgt in. EXTERNAL VENTILATOR OPERATION SUB FUNCTION Linked Run Auto SHi Heater Preheat Auto Lo Hi Dual Remote Defrost Humidify Central Run Heat XCH Auto Normal Fan Speed Z O N E PLASMA e-saver fresh Delay Time Filter Time Timer Program set Sun Mon Tue Wed Thu Fri Sat On Off Set no. Timer 1. Om het instellen van het adres te activeren drukt u de knop [Program] en de knop [Set/Clr] tegelijk gedurende meer dan 3 seconden in. 2. Gebruik de knop om het adres van de ventilator in te stellen. De marges waartussen het asdres kan worden afgesteld, zijn 00~FF. Timer Cancel fresh Auto Groepnummer Ventilatornummer Program Week Holiday Set/Clr Plasma Hour Min TIME RESET 3. Druk meer dan 3 seconden op de knop [Program] en [Set/Clr] om het instellen het adres te voltooien van 2-9

25 2. installeren Het instellen van het adres van het AWHP-element Als u het AWHP-element met AC SMART II verbindt en gebruikt, moet u het adres van het AWHPelement instellen met gebruikmaking van de via draden verbonden afstandsbediening. Stel het adres van het AWHP-element als volgt in. 1. Druk meer dan 3 seconden op de instelknop ( ) tot de nummercode op het tijddisplayblok verschijnt. 2. Blijf op de functie-instelknop ( ) drukken tot de functiecode is ingesteld op functie code 3. Gebruik de [Up], [Down] knop om het eerste cijfer in te stellen. Het eerste cijfer geeft doorgaans met groepsnummer aan. 4. Gebruik de [Left], [Right] knop om de cursor naar het laatste cijfer te verplaatsen. Installatie- en gebruikershandleiding 2-10

26 2. installeren 5. Gebruik de [Up], [Down] knop om het laatste cijfer in te stellen. Het laatste cijfer verwijst doorgaans naar het individuele nummer van het AWHPelement. 6. Na het instellen van het adres drukt u op de knop [Set/Cancel] om het instellen van het adres te voltooien. 7. Druk op de knop [Exit] om uit de instelmodus te gaan. Referentie: Het verlaten van de instelmodus Als u gedurende 25 seconden na het instellen niet op een knop drukt, verlaat het systeem automatisch de instelmodus. 2-11

27 2. installeren Aan/Uit van het elementadres instellen Als u het Aan/Uit element (PNF-P14AOT) met AC SMART II verbindt en gebruikt, moet u het adres van het Aan/Uit erlement instellen door middel van de draaischakelaar. Het Aan/Uit element heeft 2 draaischakelaars om het adres in te stellen zoals in de afbeelding onder getoond. De draaischakelaar ʻSW-HIGHʼ stelt het groepsnummer in en de draaischakelaar ʻSW-LOWʼ stelt het cijfer van elk Aan/Uit element in. The following pictures show an example of setting the address of On/Off unit to 3F. Element Ex) 3F Groepnummer Installatie- en gebruikershandleiding 2-12

28 2. installeren Een PI485-kaart en de verbindingskabel instellen Nadat u het adres van de unit hebt ingesteld, moet u de PI485-kaart installeren en de dipswitch instellen. Vervolgens moet u de RS485-kabel verbinden met de AC Smart. Opmerking: Een PI485-kaart installeren De wijze van installeren van een PI485-kaart is afhankelijk van het type buitenaircosysteem. Zie hiervoor de handleiding van de PI485 of een documentatie over installatietechnieken voordat u hiermee begint. Instellen van de P1485DIP schakelaar Stel eerst de DIP schakelaar van PI485 in. U kunt de DIP schakelaar van PI485 op de volgende locatie instellen. Voor het model dat uit 4 DIP schakelaars bestaat, kan het als volgt worden ingesteld. O N K S D O 4 H ON KSDO4H L Stel de dipswitch als volgt in, afhankelijk van het type buitenaircosysteem waarop de PI485-kaart is aangesloten. Dipswitch Instellen Type product K S D O 4 H ON: 1, 4 - Multi V-product ( m.u.v. CRUN en LRA) - MPS statische snelheidsregeling met een gewone printplaat OFF: 2, 3 - MPS-omzetter O N O N K S D O 4 H ON: 2, 4 OFF: 1, 3 - MPS statische snelheidsregeling zonder gewone printplaat O N K S D O 4 H O N K S D O 4 H ON: 1, 2, 3, 4 OFF: - ON: 3, 4 OFF: 1, 2 - Multi V CRUN, LRA - Enkel binnenelement (als hij verbonden is met PI485 voor binnenelement, is de modelnaam PSNFP14A0 / PHNFP14A0) - Ventilator (Als hij met PI485 verbonden is voor de ventilator, is de modelnaam PHNFP14AO) Voor het model dat uit 8 DIP schakelaars bestaat, kan hij als volgt worden ingesteld. 2-13

29 2. installeren Reset schakelaar ON KSDO4H L Stel de dipswitch als volgt in, afhankelijk van het type buitenaircosysteem waarop de PI485-kaart is aangesloten. Dipswitch Instellen Type product ON: 1, 4 - Multi V-product ( m.u.v. CRUN en LRA) - MPS statische snelheidsregeling met een gewone OFF: 2, 3, 5, 6, 7, 8 printplaat - MPS-omzetter ON: 2, 4 OFF: 1, 3, 5, 6, 7, 8 ON: 1, 2, 3, 4 OFF: 5, 6, 7, 8 - MPS statische snelheidsregeling zonder gewone printplaat - Multi V CRUN, LRA Nadat u de DIP schakelaar hebt ingesteld, moet u de PI485 altijd resetten. Druk op de resetschakelaar om PI485 te resetten. Opmerking: Typenummer printplaat Op de MPS statische snelheidsregeling met een gewone printplaat moet een van de volgende typenummers van printplaten zijn vermeld: PCB P/NO. : 6871A20910A ~ Z PCB P/NO. : 6871A20917A ~ Z PCB P/NO. : 6871A20918A ~ Z Voorzichtig: Dipswitchinstelling van de PI485-kaart Een verkeerde instelling van de selectieschakelaar van de unit kan de oorzaak zijn dat het systeem niet (goed) werkt. Zie de handleiding van PI485 (M)-kaart voor meer informatie over het installeren van de PI485-kaart. Installatie- en gebruikershandleiding 2-14

30 2. installeren Informatie: De dipswitchinstellingen van de PI485-kaart controleren U kunt als volgt controleren of het adres van de binnenunit en de dipswitch van de PI485-kaart goed zijn ingesteld. Het statuslampje LED01G knippert evenzoveel malen als het aantal aangesloten binnenunits. De statuslampjes LED02G en LED03G knipperen bij het heen en weer schakelen. (bij het aansluiten van een LRA/CRUN is het mogelijk dat LED02G vaker knippert dan LED03G). LED03G L ON KSDO4H ON KSDO4H L LED02G LED01G ON KSDO4H L LED03G LED02G LED01G Als het statuslampje niet reageert zoals hierboven, controleer dan de adresinstelling van de binnenunit en de instelling van de dipswitch. 2-15