In deze Tarievennota 2015 treft u onze voorstellen op het gebied van de gemeentelijke belastingen voor het komende jaar aan.



Vergelijkbare documenten
Verordening op de heffing en invordering van leges 2019

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014;

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013;

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Neder-Betuwe houdende regels omtrent belastingtarieven Legesverordening 2018

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ;

Behoort bij raadsvoorstel 366i (titel: Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017)

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86;

Nummer 090 G. Afvalstoffenheffing

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

Artikel 1 Inleidende bepaling

documentnr.: INT/C/13/03932 zaaknr.: Z/C/13/03990 gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2013;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nummer ;

De raad van de gemeente Bunnik;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr d.d. 27 september 2016;

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Reinigingsheffingen. gelet op artikel van de Wet milieubeheer en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr.

GEMEENTE LOPIK. Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010

Samenvatting Intrekken legesverordening 2011en vaststellen legesverordening 2011 versie mei 2011

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Veendam

* GEWIJZIGD, 22 NOVEMBER 2017 (pagina 7) Gemeenteblad 612

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, nummer ;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2007;

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 november 2013;

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 4 februari 2014 Agendapunt: 13

Wetstechnische informatie

Verordening reinigingsheffingen Noord-Beveland 2018

Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2012, dienst/afdeling Backoffice/administratie, nr ;

Sector : II Nr. : 11/64c.13.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014,

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016

Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam van.9 oktober 2007, GBR015; raadsstuk ;

NIEUWE Legesverordening 2014

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015 ;

Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing 2018

2017 Berg en Dal. n.v.t. Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) n.v.t.

Raadsvoorstel. Onderwerp Belastingtarieven 2015: legesverordening

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2015;

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011

Verordening reinigingsheffingen 2014

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Maastricht 2016

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 21 november 2017;

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018 nr.

i Verordening afvalstoffenheffing Heemstede 2019

"Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017"

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer;

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; b e s l u i t :

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;

IMijverdal, 8 november gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 september 2012;

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2015

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Verordening reinigingsheffingen gemeente Overbetuwe 2016

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 oktober 2008, nummer 2008/115;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018, zaaknummer ;

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

Verordening van de gemeenteraad Nieuwkoop houdende de heffing en invordering van afvalstoffenheffing

Verordening op de heffing en de invordering reinigingsrechten 2018 gemeente Alkmaar

Besluit: vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN (REINIGINGSHEFFINGEN) 2016

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a. en b. van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer; b e s l u i t:

No.ZA /DV , afdeling Middelen en Advies. Onderwerp: Vaststellen "Verordening reinigingsheffingen gemeente Vlagtwedde 2015"

Verordening Leges Omgevingsvergunning 2016 gemeente Utrecht

afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Oosterhout 2012 Citeertitel van de regeling Verordening reinigingsheffingen Oosterhout 2012

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

ONTWERP Bijlage: 3. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014 met nummer ; b e s l u i t :

Verordening afvalstoffenheffing 2019

Verordening reinigingsheffingen 2019

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer;

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Wettelijke grondslag voor raadsbevoegdheid: Artikel 229 van de Gemeentewet. Aan de Raad

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN REINIGINGSHEFFINGEN gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDE-RING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2018

vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2018.

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2012

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 november 2015, nr. 42/5, reg.nr. INTB ;

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2011

VERORDENING Leges omgevingsvergunning 2015

Nijverdal, 2 december gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014;

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

gelezen het voorstel van het college d.d. 6 november 2012, nummer ;

gezien de voorstellen van burgemeester en wethouders van d.d. 03 november 2015;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018;

Transcriptie:

Tarievennota 2015 1

Inhoudsopgave Toelichting per belastingverordening... 4 Onroerende zaakbelasting... 4 Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting... 4 Hondenbelasting... 5 Forensenbelasting... 5 Afvalstoffenheffing... 6 Rioolheffing... 6 Begrafenisrecht... 7 Leges... 7 Marktgeldverordening... 8 Precariorecht... 9 Tarieven belastingen en heffingen 2015... 10 Verordeningen... 14 Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2015... 15 Tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2015.... 16 Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2015... 18 Verordening op de heffing en de invordering van leges 2015... 20 Tarieventabel behorende bij de Legesverordening Wormerland 2015... 22 Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2015... 40 Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2015... 43 Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2015... 46 Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2015...49 Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2015... 52 Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2015... 55 Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2015... 58 Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2015... 62 Tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2015... 65 2

Inleiding Geachte leden van de gemeenteraad, Geachte lezer, In deze Tarievennota 2015 treft u onze voorstellen op het gebied van de gemeentelijke belastingen voor het komende jaar aan. De kracht van deze Tarievennota is een overzichtelijke bundeling van alle belastingen/heffingen die in de gemeente Wormerland geheven worden. In de nota worden zowel de verordeningen als beleidsmatige aspecten met betrekking tot de belastingen/heffingen behandeld. Bij het samenstellen van deze Tarievennota hebben wij ons laten leiden door de uitgangspunten die door uw raad in de Kadernota 2015 en de in begroting 2015 zijn vastgelegd. Voor 2015 is het inflatiepercentage vastgesteld op 1,5%. Op grond hiervan zijn de meest recente ontwikkelingen in deze tarievennota verwerkt. Het kan zijn dat door het verloop van de tijd of door nieuwe inzichten of informatie het soms noodzakelijk is geworden de eerder ingenomen standpunten te wijzigen. Wanneer dit het geval is zullen wij u bij het betreffende onderdeel in deze nota hierover informeren. Als gevolg van wettelijke wijzigingen en nieuwe inzichten zijn in enkele verordeningen tekstuele aanpassingen aangebracht. Ook zijn de verordeningen weer getoetst aan de modelverordeningen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), wat ons eveneens op onderdelen tekstuele wijzigingen in de verordeningen heeft doen aanbrengen. Het college van burgemeester en wethouders van Wormerland de gemeente-secretaris a.i., de burgemeester, J. Sutmuller P.C. Tange 3

Toelichting per belastingverordening Onroerende zaakbelasting Voorstel: De opbrengst voor OZB voor het belastingjaar 2015 baseren op de opbrengst OZB 2014 inclusief een begrotingswijziging op grond van de zomernota 2014 verhoogd met 1,5 %. Reden van heffing: Algemeen dekkingsmiddel ter dekking van de gemeentelijke uitgaven. Beleidsafspraken: Het opbrengst van de OZB niet meer te laten stijgen dan het inflatiepercentage van 1,5%. Het percentage is verkregen door de totale opbrengst te delen door de totale WOZ waarden: Econ. waarde 2014 Prijspeil 01-01-2013 Econ. waarde 2015 Prijspeil 01-01-2014 % verhoging inclusief areaal vergroting Woningen eigenaren 1.421.365.532 1.432.312.664 0,7% Niet-Woning eigenaren 265.037.902 264.088.291-0,3% Niet-Woning gebruiker 234.691.777 222.939.983-5% Percentage 2014 Percentage 2015 Woningen Eigenaar 0,1146% 0,1330% Niet-Woning Eigenaar 0,1762% 0,1748% Gebruiker 0,1357% 0,1469% Verwachte opbrengst 2014 Verwachte opbrengst 2015 Woningen Eigenaar 1.628.885 1.904.420 Niet-Woning Eigenaar 466.996 461.620 Gebruiker 318.476 327.412 Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting Voorstel: De opbrengst voor de roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting voor het belastingjaar 2015 baseren op de opbrengst voor de roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting 2014 verhoogd met 1,5%. Reden van heffing: Dit betreft een belasting op roerende woonruimten (alleen voor wat betreft het eigenarendeel ) en bedrijfsruimten, welke duurzaam aan een plaats gebonden zijn. Verder moeten deze woon- en bedrijfsruimten dienen tot permanente bewoning of permanent gebruik. Het gaat bijvoorbeeld om woonschepen. Tenslotte gelden voor deze roerende belastingen dezelfde regels en procedures als voor de OZB 4

Beleidsafspraken: De verordening van de roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting (R.W.B.B.) is eveneens als de OZB-verordening getoetst aan de modelverordening van de VNG. De veranderingen zoals beschreven bij de onroerende zaakbelasting zijn ook van toepassing op de R.W.B.B.. Deze belasting is complementair aan de OZB. Het percentage voor de roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting is gelijkgesteld aan het OZB percentage voor woningeigenaren. Overzicht baten: Percentage 2014 Percentage 2015 Woningen Eigenaar 0,1146% 0,1330% Roerende woon- en bedrijfsruimte belasting aanslagen opbrengst aanslagen opbrengst 2014 2014 2015 2015 93 16.238 93 16.482 Hondenbelasting Voorstel: De tarieven voor hondenbelasting voor het belastingjaar 2015 baseren op de tarieven voor hondenbelasting 2014 verhoogd met 1,5 %. Reden van heffing: Het belastbare feit voor de hondenbelasting is het houden van een hond. De hondenbelasting wordt geheven van de houder van de hond. Dat hoeft niet de juridische eigenaar te zijn. Houder van een hond is degene die feitelijke macht over de hond uitoefent, eigenlijk de baas. De hondenbelasting wordt geheven naar het aantal honden. Het tarief mag degressief, proportioneel of progressief zijn. Beleidsafspraken: Hondenbelasting is een algemene belasting met als doel primaire inkomsten te genereren Het beleid is dat jaarlijks 1/3 van de gemeente wordt gecontroleerd op: a. de actualiteit van het huidige hondenbestand; b. de actualiteit van de vrijstellingen zoals verleend onder artikel 3 van de verordening inzake hondenbelasting; c. de aanwezigheid van niet-geregistreerde honden binnen de gemeentegrenzen. Overzicht baten: aanslagen 2014 opbrengst 2014 aanslagen 2015 opbrengst 2015 Hondenbelasting 911 65.143 911 66.120 Forensenbelasting Voorstel: De tarieven voor forensenbelasting voor het belastingjaar 2015 baseren op de tarieven voor forensenbelasting 2014 verhoogd met 1,5%. 5

Reden van heffing: Forensenbelasting wordt geheven van natuurlijke personen die geen hoofdverblijf in de gemeente Wormerland hebben, maar wel 90 dagen of meer kunnen beschikken over een gemeubileerde woning in de gemeente. In Wormerland wordt forensenbelasting geheven op basis van de gedachte dat forensen profiteren van allerlei activiteiten en voorzieningen van de gemeente, zonder dat Wormerland hiervoor een tegemoetkoming uit het Gemeentefonds ontvangt. Beleidsafspraken: Geen Overzicht baten: aanslagen 2014 opbrengst 2014 aanslagen 2015 opbrengst 2015 Forensenbelasting 34 11.255 34 11.424 Afvalstoffenheffing Voorstel: Wij stellen u voor het tarief afvalstoffenheffing voor het belastingjaar 2015 te baseren op het tarief voor 2014 verhoogd met 1,5%. Reden van heffing: Doorberekenen van de kosten, die gemaakt zijn om huishoudelijk afval in te zamelen en te (laten) verwerken. Beleidsafspraken: 100 % kostentoerekening. Gelet op de hoogte van het egalisatiefonds is het acceptabel het verschil tussen inkomsten en uitgaven te dekken uit het egalisatiefonds. Overzicht baten en lasten: De kosten voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk en bedrijfsafval voor 2015 zijn als volgt geraamd: De totale lasten voor 2015 bedragen 1.577.096 forfaitaire toeslag BTW-compensatiefonds 284.499 (1) Totale kosten 1.861.595 De totale te verwachten inkomsten afvalstoffen stellen wij voor 2015 op: 1.787.216 (1) In de afvalstoffenheffing mag als last meegenomen worden de BTW die gedeclareerd kan worden bij het BTW Compensatiefonds (BCF), zowel de exploitatie-btw als de investerings-btw (gedeelte in kapitaallast) binnen de kosten afval. Immers de gemeenten zijn gekort op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de BTW die gemeenten kunnen declareren bij dit Compensatiefonds (BCF). Dit is de wettelijke compensatie die gemeenten kunnen opvoeren in hun afvalstoffenheffing. Voor de ontwikkeling van de reserve verwijzen we naar de Programmabegroting 2015-2018 Rioolheffing Voorstel: De tarieven voor rioolheffing voor het belastingjaar 2015 baseren op de tarieven voor rioolheffing 2014 verhoogd met 1,5%, zijnde de inflatiestijging. Reden van heffing: 6

Doorberekenen van de kosten voor aanleg, onderhoud en exploitatie van de gemeentelijke riolering aan belanghebbenden. Beleidsafspraken: 100% kostentoerekening. Overzicht baten en lasten: De kosten voor 2015 zijn als volgt geraamd: De totale lasten riool voor 2015 bedragen 1.468.331 forfaitaire toeslag BTW-compensatiefonds (1) Totale kosten 1.632.243 De totale te verwachte inkomsten rioolheffing 2015 1.511.256 (1) In de rioolheffing mag als last meegenomen worden de BTW die gedeclareerd kan worden bij het BTW Compensatiefonds (BCF), zowel de exploitatie-btw als de investerings-btw (gedeelte in kapitaallast) binnen de kosten afval. Immers de gemeenten zijn gekort op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de BTW die gemeenten kunnen declareren bij dit Compensatiefonds (BCF). Dit is de wettelijke compensatie die gemeenten kunnen opvoeren in hun rioolheffing. Het geraamde tekort wordt gedekt uit de egalisatiereserve riool. Voor de ontwikkeling van de reserve verwijzen we naar de Programmabegroting 2015-2018 Begrafenisrecht Voorstel: De tarieven voor Begrafenisrechten voor het belastingjaar 2015 te verhogen met 1,5%. Reden van heffing: Doorberekening van de lasten die verbonden zijn aan teraardebestellingen, de administratieve afhandeling en het onderhoud aan de begraafplaatsen. Beleidsafspraken: 100% kostendekkendheid Overzicht baten en lasten: Lasten 2015 begraafplaatsen Begraafplaatsen 205.6 54 Begraven 428 Totale kosten 206.0 82 De totale baten voor 2015: 178.7 42 De ontwikkelingen staan zwaar onder druk en zullen worden de komende tijd gevolgd worden. Leges Voorstel: 7

Integrale verhoging van tarieven 2015 met het inflatiepercentage van 1,5%, tenzij het Rijk het anders aangeeft. Het Rijk bepaalt voor veel producten het tarief/leges. In een aantal gevallen zijn deze tarieven niet conform het inflatiepercentage verhoogd. De oorzaak ligt in het feit dat de tarieven van de uittreksels Burgerlijke Stand door het Rijk worden bepaald. De tarieven van de Reisdocumenten, Rijbewijzen, Verklaringen omtrent het gedrag zijn opgebouwd uit een deel rijksleges en gemeenteleges. De rijksleges worden (uiteraard) door het Rijk bepaald. De tarieven zijn tevens door het Rijk gemaximaliseerd. Met andere woorden, het Rijk bepaalt wat de gemeente maximaal in rekening mag brengen. In verband met aanvraag of vernieuwing van een rijbewijs vindt het verstrekken van een Eigen Verklaring van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen plaats aan de balie Burgerzaken. De kosten van de Eigen verklaring worden één-op-één doorberekend aan de burger. Reden van heffing: Doorberekenen van de lasten verbonden aan het in behandeling nemen van aanvragen voor diverse diensten. Beleidsafspraken: Burgerzaken: Geen Bouwleges: Door de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is de tarieventabel hierop aangepast. Overzicht baten en lasten: Voor de baten en lasten met betrekking tot de leges nemen we de belangrijkste componenten, dit zijn de bouwleges en leges burgerzaken met namen burgerlijke stand, GBA en persoonsgegevens, reisdocumenten en rijbewijzen. Leges burgerzaken: De verwachte inkomsten voor 2015 zijn 272.861,--. De tarieven worden vaak van buitenaf genormeerd of bepaald. Bouwleges: De te verwachten afgifte bouw- en sloopvergunningen voor 2015 zullen 345.115,00 aan inkomsten zal opleveren, terwijl de kosten voor dit product 421.442,-- bedragen. Het dekkingspercentage voor bouwleges is 82%. Marktgeldverordening Voorstel: De tarieven voor marktgelden voor het belastingjaar 2015 baseren op de tarieven van 2014 verhoogd met 1,5%. Reden van heffing: Doorberekening van de kosten voor het houden van warenmarkten aan de marktkooplieden. Beleidsafspraken: Nastreven van 100 % kostendekkendheid, waarbij ook de doorbelasting van stroomlasten is meegenomen. Overzicht baten en lasten: 8

Verwachte lasten 2015 17.289,-- Verwachte baten 2015 21.194,--. Precariorecht Voorstel: De tarieven voor precariorecht voor het belastingjaar 2015 baseren op de tarieven van 2014 verhoogd met 1,5%. Reden van heffing: Precariorecht wordt geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Beleidsafspraken: Geen. 9

Tarieven belastingen en heffingen 2015 In deze tabel hebben we alle belastingen en heffingen voor u op een rij gezet. Belastingsoort Eenheid Tarief Tarief 2014 2015 OZB woningen Eigenaren 0,1146% 0,1330% OZB niet-woningen Eigenaren 0,1762% 0,1748% Gebruikers 0,1357% 0,1469% Roerende Zaakbelasting Eigenaren 0,1146% 0,1330% Afvalstoffenheffing Woningen 258,88 262,68 Rioolheffing Aansluitingen 205,80 208,92 Garages 68,60 69,64 Hondenbelasting 1e hond 74,95 76,08 2e hond 99,70 101,1 6 3e hond en meer 47,60 48,36 kennel 377,90 383,64 Forensenbelasting Economische waarde: 45.000 of minder 142,70 144,85 tussen 45.000 en 110.000 180,80 183,50 110.000 of meer 305,55 310,15 Grafrechten Graf 118,85 120,65 Precariorecht Per meter kabel/ buis/ geleiding 1,45 1,45 10

Vergelijking tarieven met omliggende gemeenten Onderstaande tabellen geven de voorgestelde tarieven 2015 van de gemeente Wormerland. De tarieven van andere gemeenten zijn de tarieven van 2014, daar op dit moment nog geen andere gegevens bekend zijn. 1) opgenomen het eigenarendeel exclusief het bedrag dat dient te worden betaald per m3 water. 2) opgenomen het starttarief daarbij moet nog het verbruik per m3 water worden geteld. 3) hierbij wordt uitgegaan van een huishouden van twee personen of meer. Tabel OZB, rioolrechten en hondbelasting Gemeente OZB OZB RioolrechtenHonden eigenaren eigenaren belasting woningen niet-woningen 1ste hond Wormerland 2015 0,13300% 0,17480% 208,92 76,08 Zaanstad 0,14220% 0,28500% 280,48 68,33 Landsmeer 0,11238% 0,21196% 211,85 46,70 Oostzaan 0,10430% 0,18770% 284,55 40,92 Beemster 0,11000% 0,11000% 171,20 0,00 Zeevang 0,10620% 0,11800% 289,00 Purmerend 0,11690% 0,20030% 1) 108,48 68,40 Edam- Volendam 0,09880% 0,15690% 2) 140,00 75,30 Waterland 0,09560% 0,18470% 3) 237,09 52,20 Amsterdam-Noord 0,06309% 0,19921% 149,41 103,18 Tabel afvalstoffenheffing Gemeente Algemeen Tarief 1 Tarief 2 Tarief 3 Tarief tarief pers. HH pers. HH pers HH meerpers. of meer HH Wormerland 2015 262,68 Zaanstad 273,46 Landsmeer 210,60 246,00 280,80 Oostzaan 225,00 285,00 Beemster 157,80 222,10 Zeevang 209,00 279,00 Purmerend 323,40 Edam- Volendam 188,00 243,65 253,80 Waterland 168,46 254,57 275,78 Amsterdam-Noord 275,47 367,30 Lokale lastendruk De lokale lastendruk wordt bepaald door de tarieven van de OZB, afvalstoffenheffing en de rioolheffing. 11

In de navolgende tabel is de opbouw van de lokale lastendruk in Wormerland over de jaren 2013 t/m 2015 inzichtelijk gemaakt. Voor huurders is daarbij alleen de hoogte van de afvalstoffenheffing bepalend, aangezien zij niet worden aangeslagen voor de OZB en de rioolheffing. De eigenaren van woningen worden voor de drie onderscheiden belastingen aangeslagen. Bij de berekening van de OZB, is uitgegaan van een WOZ waarde van een koopwoning van 220.000,. Tevens is uitgegaan van een meerpersoonshuishouden. Het betreft hier een rekenvoorbeeld. De feitelijke lastenontwikkeling voor de individuele burger kan afwijken, gelet op de feitelijke waarde en de waardeontwikkeling van de woning. Lokale lastendruk voor een woning van 220.000,-- 800 700 600 500 euro's 400 300 OZB afvalstoffenheffing rioolheffing 200 100 0 2013 2014 2015 Landelijke vergelijking Jaarlijks vergelijkt het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden,kortweg Coelo, de tarieven en woonlasten van gemeenten. In 2014 stegen de woonlasten voor het gemiddelde meerpersoonshuishouden gemiddeld met 0,9%, dat is minder dan de verwachte inflatie van 1%. De gemiddelde woonlasten in de gemeente Wormerland stegen in 2014 met 2,5 %. Voor 2015 is nog geen Coelo percentage bekend. De netto woonlasten van een meerpersoonshuishouden in 2013 bedroegen 699, per woning. In 2014 bedroegen deze woonlasten 717,. Voor het jaar 2015 wordt verwacht dat de woonlasten bedragen 764,, een stijging van 6,55% in totaliteit. Opbrengsten belastingen en retributies 12

Belastingen/retributies Rekening Begroting Begroting 2013 2014 2015 Belastingen OZB-woningen 1793 1867 1904 OZB-niet woningen eigenaren 512 467 461 OZB-niet woningen gebruikers 340 322 327 Roerende woon- en bedrijfsruimten 18 16 16 Hondenbelasting 66 65 66 Forensenbelasting 14 11 11 Totaal belastingen 2743 2748 2785 Retributies Rioolrechten 1387 1436 1511 Afvalstoffenheffing 1774 1704 1787 Begrafenisrechten 127 176 179 Leges omgevingsvergunningen 237 369 345 Leges vergunningen 7 11 11 Leges Burgerzaken 248 277 273 Leges pontveren 10 30 30 Totaal retributies 3790 4003 4136 Kwijtscheldingen 120 123 125 Totaal netto opbrengsten 6413 6628 6796 13

Verordeningen De raad van de gemeente Wormerland; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 25 november 2014, gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer; 14

b e s l u i t: vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2015 (Verordening afvalstoffenheffing 2015) Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder gebruik maken : gebruik maken in de zin van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer. Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit 1. Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer. 2. De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Artikel 3 Belastingplicht De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. Artikel 5 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 6 Wijze van heffing 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag. 2. De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel met toepassing van de in hoofdstuk 1 van de tarieventabel opgenomen tarieven hoger wordt als gevolg van wijziging in het aantal extra ter beschikking gestelde containers, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht respectievelijk na de wijziging als hiervoor bedoeld, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel met toepassing van de in hoofdstuk 1 van de tarieventabel opgenomen tarieven lager wordt als gevolg van wijziging in het aantal ter beschikking gestelde containers, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk na de wijziging als hiervoor bedoeld, nog volle kalendermaanden overblijven. 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt waarbij het aantal ter beschikking gestelde containers ongewijzigd blijft. 15

5. Voor belastingbedragen tot 10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag. Artikel 8 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet. 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan 100,00 en minder is dan 5.000,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, moeten de aanslagen worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later. 3. In afwijking van de voorgaande leden moet de belasting worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, tweede lid: a. mondeling wordt gedaan dan wel wordt uitgereikt, op het moment van het doen van de kennisgeving; b. wordt toegezonden, 1 maand na de dagtekening van de kennisgeving. 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.. Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De Verordening afvalstoffenheffing 2014 van 17 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015. 4. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening afvalstoffenheffing 2015. Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Wormerland, gehouden op 16 december 2014, de griffier, de voorzitter, I. P. Vrolijk P. C. Tange Tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2015. Algemeen De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is. Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing 1 De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar 262,68 1.1 De belasting voor 1 extra container (max. 240L) restafval bedraagt 115,56 1.2 De belasting voor 1 extra container (max. 240L) GFT-afval bedraagt 94,32 Hoofdstuk 2 Diversen 2.1 Het storten van afvalstoffen door particulieren op de ABS Wormerland, 16

- Grof vuil ¼ m 3 Gratis - Snoeiafval ¼ m3 Gratis - Ijzer ¼ m3 Gratis - Wit- en bruingoed ¼ m3 Gratis - KCAa ¼ m3 Gratis - Glas ¼ m3 Gratis - Personenautoband schoon en zonder velg per stuk Gratis - Frituurvet ¼ m3 Gratis - A/B hout Gratis - C-hout ¼ m3 12,15 - Personenautoband vervuild of met velg per stuk 3,95 - Bouw- & Sloopafval ¼ m3 10,45 - Puin hard ¼ m3 7,90 - Puin hard keramisch ¼ m3 10,40 - Puin zacht ¼ m3 13,15 - Dakbedekking ¼ m3 13,15 - Motorband schoon zonder velg per stuk 2,35 - Gasfles per stuk 32,25 2.2 Het ophalen van particulieren op afspraak, in de gemeente Wormerland van - grof afval aan huis Gratis - bouw- en sloopafval aan huis 1/4 m 3 15,20 - snoeiafval aan huis ¼ m3 Gratis 2.3 Het verkopen aan particulieren van asbestfolie/asbestzak per stuk 1,65 2.4 Bij verlies van pas / sleutel/chip om de ondergrondse container te openen, wordt in rekening gebracht: 15,00 Behorend bij raadsbesluit van 16 december 2014, de griffier, de voorzitter, I. P. Vrolijk P. C. Tange De raad van de gemeente Wormerland; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 november 2014, gelet op artikel 223 van de Gemeentewet; b e s l u i t: vast te stellen de volgende verordening: 17

Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2015 (Verordening forensenbelasting 2015) Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning : een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet. Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht 1. Onder de naam forensenbelasting wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden. 2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld. Artikel 3 Vrijstellingen Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft. Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief 1. De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt, voor het tijdvak waarbinnen het belastingjaar valt, is vastgesteld. 2. In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar de waarde, indien de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken. 3. In geval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de waarde. 4. De vaststelling van de waarde bedoeld in het tweede en derde lid geschiedt overeenkomstig de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet, met dien verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken niet wordt toegepast. 5. De belasting bedraagt bij een waarde van: a) 45.000,- of minder 144,85 b) meer dan 45.000,- doch minder dan 110.000,- 183,50 c) 110.000,- of meer 310,15 Artikel 5 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 6 Wijze van heffing De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 7 Voorlopige aanslag Na de aanvang van het belastingjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld Artikel 8 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet. 2. Ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan 100,00 en minder is dan 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven,, moeten de aanslagen worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later. 18

3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting. Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De Verordening forensenbelasting 2014 van 17 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015. 4. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening forensenbelasting 2015. Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Wormerland, gehouden op 16 december 2014 de griffier, de voorzitter, I. P. Vrolijk P. C. Tange De raad van de gemeente Wormerland; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 november 2014 gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet en de artikelen 2, 2 e lid, en 7 van de Paspoortwet; b e s l u i t: vast te stellen de volgende verordening: 19

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2015 (Legesverordening 2015) Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt; b. week: een aaneengesloten periode van zeven dagen; c. maand: het tijdvak dat loopt van de eerste dag in een kalendermaand tot de eerste dag in de volgende kalendermaand; d. jaar: het tijdvak dat loopt van de eerste dag in een kalenderjaar tot de eerste dag in het volgende kalenderjaar: e. kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december. Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam leges worden rechten geheven voor: a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten; b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel. Artikel 3 Belastingplicht Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht. Artikel 4 Vrijstellingen Leges worden niet geheven voor: a. het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het Kadaster en Openbare Registers door ambtenaren, in de uitoefening van hun functie; b. het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent het inkomen en vermogen; c. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald; d. diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; e. het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets). Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet. 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. Artikel 6 Wijze van heffing De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt. 20

Artikel 7 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6: a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving; b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving. 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen. Artikel 8 Vermindering of teruggaaf 1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling. 2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag. Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen: a. van zuiver redactionele aard zijn; b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft: o 1. onderdeel 3 (akten burgerlijke stand); o 2. hoofdstuk 9(reisdocumenten); o 3. hoofdstuk 10 (rijbewijzen); o 4. hoofdstuk 4 (papieren verstrekking uit de basisadministratie persoonsgegevens); o 5. hoofdstuk 17 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens ); o 6. hoofdstuk 17 (verklaring omtrent het gedrag); o 7. hoofdstuk 11 (kansspelen); een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden. Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges. Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel 1. De legesverordening 2014 (1 e wijziging) van 4 maart 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11, vierde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt. 3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015. 5. Deze verordening wordt aangehaald als Legesverordening 2015". Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Wormerland, gehouden op 16 december 2014 21

de griffier, de voorzitter, I. P. Vrolijk P. C. Tange Tarieventabel behorende bij de Legesverordening Wormerland 2015 Indeling tarieventabel Hoofdstuk pagina Hoofdstuk 1 Algemeen 24 Hoofdstuk 2 Bestuursstukken 24 Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand 24 Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens 26 Hoofdstuk 5 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning 26 Hoofdstuk 6 Gemeentearchief 34 Hoofdstuk 7 Kiezersregister 34 Hoofdstuk 8 Kadaster 34 Hoofdstuk 9 Reisdocumenten 34 Hoofdstuk 10 Rijbewijzen 35 22

Hoofdstuk 11 Wet op de Kansspelen 35 Hoofdstuk 12 Drank- en Horecawet 35 Hoofdstuk 13 Winkeltijdenwet 35 Hoofdstuk 14 Huisvestingswet 36 Hoofdstuk 15 Verkeer en Vervoer 36 Hoofdstuk 16 Naturalisatie 36 Hoofdstuk 17 Evenementenvergunning ` 37 Hoofdstuk 18 Diversen 37 23

Hoofdstuk 1 Algemeen 1.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: 1.1.1 Gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina. 1.1.2 Afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: 5,40 1.1.2.1 Per pagina op papier van A4-formaat 0,50 1.1.2.2 Per pagina op papier van A3-formaat 1,05 1.1.2.3 Per pagina op papier van een nader formaat 2,95 1.1.3 Kaarten, tekeningen, lichtdrukken, al dan niet behorenden bij de in de onderdelen 1.1.1 en 1.1.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk 13,75 1.1.4 Een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen. 1.1.5 Stukken of uittreksels, welke op verzoek van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina 13,95 13,95 Hoofdstuk 2 Bestuursstukken 2.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: 2.1.1 een afschrift van de gemeentebegroting: 2.1.1.1 afgehaald op het gemeentekantoor 61,10 2.1.1.2 per post verzonden 66,65 2.1.2 een afschrift van de gemeenterekening: 2.1.2.1 afgehaald op het gemeentekantoor 58,30 2.1.2.2 per post verzonden 64,00 2.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 2.2.1 tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar: 2.2.1.1 op een complete set raadsstukken, inclusief agenda s, verslagen (notulen) en raadsvoorstellen per jaar: 2.2.1.1.1 per post verzonden 148,85 Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand 3.1 Het tarief bedraagt terzake van de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap: 3.1.1 in het gemeentehuis of daartoe aangewezen huis der gemeente op andere tijd of op andere wijze dan ingevolge artikel 4 van de wet van 23 april 1879 (Stb. 72) voor kosteloze huwelijksvoltrekking als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek is bepaald 3.1.2 op werkdagen tussen 9.00 uur en 17.00 uur 346,80 3.1.3.1 het tarief voor de huwelijksvoltrekking of registratie van een partnerschap op werkdagen op een locatie anders dan het gemeentehuis tussen 17.00 uur en 24.00 uur 391,25 3.1.3.2 het tarief voor de huwelijksvoltrekking of registratie van een partnerschap op werkdagen in het gemeentehuis tussen 17.00 uur en 24.00 uur 461,25 24

3.1.4.1 het tarief voor de huwelijksvoltrekking of registratie van een partnerschap op zaterdag op een locatie anders dan het gemeentehuis tussen 9.00 uur en 24.00 3.1.4.2 het tarief voor de huwelijksvoltrekking of registratie van een partnerschap op zaterdag in het gemeentehuis tussen 9.00 uur en 24.00 413,45 483,45 3.1.5.1 het tarief voor de huwelijksvoltrekking of registratie van een partnerschap op zondag op een locatie anders dan het gemeentehuis en erkende christelijken feestdagen tussen 9.00 uur en 24.00 3.1.5.2 het tarief voor de huwelijksvoltrekking of registratie van een partnerschap op zondag in het gemeentehuis en erkende christelijke feestdagen tussen 9.00 uur en 24.00 3.1.6 het tarief voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijke Wetboek 435,65 505,65 435,65 3.1.7 voor het, van gemeentewege, leveren van een getuige, per getuige. 32,40 3.1.8 het tarief bedraagt ter zake van het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik wordt gemaakt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte 346,80 3.1.9 administratiekosten bij annulering of wijziging van een huwelijk of 56,85 geregistreerd partnerschap 3.2 Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: 3.2.1 een trouwboekje of partnerschapsboekje 19,85 3.2.1.1 een duplicaat trouwboekje of partnerschapsboekje 19,85 3.3 Het tarief bedraagt voor het calligraferen van: 3.3.1 een trouwboekje of een partnersschapsboekje 10,00 3.3.2 een kind bijschrijven in een trouwboekje of een partnerschapsboekje 3,50 3.4 Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een lijst waarop zijn vermeld: 3.4.1 alle op één dag, in één week of in één maand geborenen en overledenen, voor zover voor plaatsing op die lijst toestemming is verleend, voor elk op die lijst vermelde aangifte 3.4.2 alle op één dag, in één week of in één maand ondertrouwde en getrouwde paren, alsmede geregistreerde partners, voor zover voor plaatsing op die lijst toestemming is verleend, voor elk op die lijst vermeld paar. 3.5 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van lijsten als in 3.4.1 en 3.4.2 bedoeld: 2,80 2,80 3.5.1 voor de periode van een maand 19,40 3.5.2 voor de periode van drie maanden wordt het tarief van 3.5.1 52,40 vermenigvuldigd met 3 minus 10% 3.5.3 voor de periode van zes maanden wordt het tarief van 3.5.1 93,10 vermenigvuldigd met 6 minus 20 % 3.5.4 voor de periode van één jaar wordt het tarief van 3.5.1 vermenigvuldigd met 12 minus 30% 162,95 25

3.6 Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in de registers van de Burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier 3.7 De in artikel 1, eerste lid, van het Legesbesluit akten burgerlijke stand genoemde tarieven bedragen: 3.7.1 voor de in artikel 2, eerste lid, van de Wet rechten burgerlijke stand, onder a, b en d genoemde stukken 3.7.2 voor de onder c genoemde stukken (Verklaringen huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek) 33,25 12,70 22,60 Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen * 4.1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor het bevolkings- of verblijfregister of de Basisregistratie personen *, hierna te noemen de BRP*, moet worden geraadpleegd. 4.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 4.2.1 tot het verstrekken van gegevens:per verstrekking 9,25 4.2.2 tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende een periode van één jaar: 4.2.2.1 voor 50 verstrekkingen wordt het tarief van 4.2.1 vermenigvuldigd met 50 416,25 minus 10% 4.2.2.2 voor 100 verstrekkingen wordt het tarief van 4.2.1 vermenigvuldigd met 740,00 100 minus 20% 4.2.2.3 voor 200 verstrekkingen wordt het tarief van 4.2.1 vermenigvuldigd met 1.295,00 200 minus 30% 4.4 Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de BRP* voor ieder daaraan besteed kwartier 33,25 4.5 In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 6, zevende lid, van de BRP* (gegevenslevering op alternatief medium). Tarief Ministerie 4.6 Het tarief bedraagt tot het verstrekken van gegevens aan buitengemeentelijke afnemers en bijzondere derden, per verstrekking 4.6.1 het tarief bedraagt tot het verstrekken van gegevens aan de gerechtsdeurwaarder (schriftelijk, inclusief no-hit verklaring) per verstrekking 2,50 2,50 Hoofdstuk 5 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning 5.1 Definities 5.1.1 Aanlegkosten de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft Voor de berekening van de leges wordt uitgegaan van de aanlegkosten inclusief omzetbelasting.. 5.1.2 Bouwkosten 26

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. Voor de berekening van de leges wordt uitgegaan van de bouwkosten inclusief omzetbelasting 5.1.3 Sloopkosten de aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voorzover deze ontbreekt een raming van de sloopkosten (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. Voor de berekening van de leges wordt uitgegaan van de sloopkosten inclusief omzetbelasting 5.1.4 Vooroverlegplan Onder een vooroverlegplan wordt in deze titel verstaan: een tekening waarop de ruimtelijke contouren, situering en afmetingen van het op te richten bouwwerk zijn aangegeven en op basis waarvan een advies kan worden verkregen met betrekking tot de vraag of het op te richten bouwwerk niet in strijd is met de redelijke eisen van welstand. Bij strijdigheid van het bouwplan met het bestemmingsplan wordt tevens onderzocht of medewerking aan het bouwplan in rede ligt. 5.1.5 Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 5.1.6 In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. 5.1.7 In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. 5.2 Vooroverleg(plan) 5.2.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 5.2.1.1 voor de behandeling van een vooroverlegplan bij voorgenomen bouwkosten a. om vooroverleg i.v.m. het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is b. om beoordeling van een vooroverlegplan als bedoeld in artikel 5.1.4. vermeerderd met de kostenopgave van Welstandzorg Noord-Holland c. indien het vooroverlegplan aan de gemeenteraad moet worden voorgelegd, worden de leges vermeerderd met 203,-- 203,-- 520,-- 27

5.2.2 Indien binnen 26 weken na het verzenden van de schriftelijke reactie op het vooroverlegplan een definitieve aanvraag om omgevingsvergunning wordt ingediend, die in overeenstemming is met het eindresultaat van het vooroverleg, worden de reeds in rekening gebrachte leges voor het vooroverlegplan verrekend met de leges van de definitieve omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. Restitutie van leges vindt niet plaats. 5.3 De omgevingsvergunning Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel in afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. 5.3.1 Bouwactiviteiten 5.3.1.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief voor de behandeling van de aanvraag: a. bij bouwkosten tot 3.000,-- 138,85 b. bij bouwkosten van 3.000,-- of meer 138,85 vermeerderd met 2,0% van het bedrag waarmee die bouwkosten de 3.000,-- te boven gaan. 5.3.1.2 Toetsing aan de welstand Indien voor de aanvraag van een omgevingsvergunning overeenkomstig 32,05 artikel 5.3.1.1 advies van de Welstandscommissie behoeft te worden ingewonnen dan wel het vooroverlegplan bij beoordeling duidelijk voldoet aan de vastgestelde sneltoetscriteria, of het een herhalingsplan betreft waarvoor eerder welstandelijk positief is geadviseerd, het overeenkomstig 5.2.1.2 en 5.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met plus 0,15% van de geraamde kosten met een maximum legesbedrag van 2.000,-- 5.3.1.3 Extra toetsing aan de welstand Voor elke extra beoordeling wordt een toeslag berekend van 40% van de in artikel 5.3.1.2 berekende kosten 5.3.1.4 Verplicht advies agrarische commissie Onverminderd het bepaalde in onderdeel 5.3.1.1 is het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is, gelijk aan het tarief dat bij de gemeente in rekening wordt gebracht voor dit advies. 5.3.1.5 Vergunningvrij bouwwerk Als blijkt dat een ingediende aanvraag om een omgevingsvergunning 69,35 vergunningvrij blijkt te zijn, bedraagt het tarief 5.3.2 Aanlegactiviteiten 5.3.2.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: a. bij aanlegkosten tot 3.000,-- 138,85 b. bij bouwkosten van 3.000,-- of meer 138,85 vermeerderd met 2,0% van het bedrag waarmee die bouwkosten de 3.000,-- te boven gaan. 5.3.3 Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit 28