Binnenkozijnen Thema 3



Vergelijkbare documenten
Brandwerendheid volgens NEN-EN 1634 van een stompe 54 mm Krepel dubbele deuren met glasopening in een plaatstalen kozijn.

BLAD 1: KOZIJNEN IN PUIEN

e l Hout B R I C O F I C H E

60 minuten brandwerende deur-kozijncombinatie

gevelelementen op de bouw; hoe te stellen en in te metselen

Zo bestelt en monteert u deuren

kluswijzer binnendeuren

Brandwerendheid volgens NEN-EN 1634 in samenhang met NEN 6069 van een stompe 54 mm Krepel deur met of zonder glasopening in een plaatstalen kozijn.

Maximumrapport Brandwerende deuren

gevelelementen op de bouw; hoe te stellen en in te metselen

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Brandrapport. 60 brandwerend, dubbele deur, volgens NEN-EN

Met het nieuwe RenoFix koppelsysteem

DRAAIDEUR MET ZIJLICHT

Kluswijzer binnendeuren

Examenopgaven VMBO-BB 2003

deuren Zo bestelt en monteert u deuren Zelf Doen Stappenplan bestellen deuren Montagewijzer

Examenopgaven VMBO-BB 2004

STIJLDEUREN. Samen door één deur

Kozijnen en deurlijsten

Zelf een deur vervangen. Kies het juiste materiaal Op maat maken Afhangen Een slot inzetten Kwaliteitseisen

Montage instructie Verdi Wood

bouw-breed CSPE BB Bij dit examen horen bijlagen, uitwerkbijlagen en digitale bestanden.

Binnendeuren en kozijnen Verwerkings- en onderhoudsvoorschriften

Technische informatie

Verwerkingsvoorschriften brandwerende deuren

I Voor kunststof en houten draaikiepramen

HET PLAATSEN VAN DUBBELE BEGLAZING :

kluswijzer Binnendeuren

Deur van Synagoge naar bestaande hal, geen wijzigingen. pagina 2

ryffi Íï* ffi gevelelementen opdebouw; hoetestellen eninte metselen Lossen enop$lag ophetwerk

Scheidingswanden. Nummer 21

Productie Machinale perfectie i.p.v. handwerk Fabrieksmatige bewerkingen t.b.v. montage i.p.v. bewerkingen op de bouwlocatie gerealiseerd

Montage instructie Mechanisch codeslot. Montage instructie Mechanisch codeslot met krukbediening Type KNSV 5150 SCP

BROERSMA SYSTEEMBOUW B.V. OPPERKOATSTERWEI 6, 9288 GK. KOOTSTERTILLE, TEL FAX

M O N T A G E - I N S T R U C T I E S D E U R E N

T B V AGTI FORT STOMPE T.B.V. AGTI FORT STOMPE BINNENDEURKOZIJNEN

Brandrapport. 60 brandwerend, enkele deur, volgens NEN-EN

Zelf een deur vervangen. Kies het juiste materiaal Op maat maken Afhangen Een slot inzetten Kwaliteitseisen

DE ENTREE NAAR ONBEGRENSDE MOGELIJKHEDEN

Hieronder zie je allerlei zaken die met metselen te maken hebben. Bekijk ze goed, zodat je weet wat de woorden betekenen. Woord Betekenis Afbeelding

Verwerkingsvoorschriften BVT deuren

01 Onder systeemwanden worden verstaan vooraf afgewerkte en in het werk af te werken systeemwanden, alsmede toebehoren.

Zo kiest u de juiste wand- en plafondbekleding

Hoe gevelelementen op de bouw te behandelen en verwerken?

Inbraakwerendheid van MHB BV draai- en stolpdeuren van staal uit het MHB systeem

Buitenkozijnen Thema 3

Technische informatie

Prijslijst 2016/2017. Binnendeuren en kozijnen

Koperskeuzelijst. Werknummer : Projectomschrijving : Woningtype. : Woningtype Lombardier

Deurblad sluiting met 6 zichtbare scharnieren. Een Uniek concept. Voor verdere inlichting: info@groupthys.com of

Deuren afhangen. Nummer 02

Verwerkingsvoorschriften brandwerende deuren

Efectis Nederland Postbus ZN Bleiswijk Brandpuntlaan Zuid NZ Bleiswijk V&L

Opdracht: Geef bij iedere opdracht aan hoeveel uur je er voor nodig denkt te hebben en lever het lijstje in aan het einde van de 1 e week.

Opbouwbeschrijving Brighton

Montage instructie Avento RZ - standaard uitvoering - brandwerende uitvoering 30+ en inbraakwerende uitvoering

Montage-instructie. Rolpoort. RV55 - RV77 - Vision Door

60 minuten brandwerende dubbele deur Conform testrapport 2008-Efectis-R0956

SL30 profielserie

Montagehandleiding Knikarmschermen Onlinezonneschermen.nl

Montage. handleiding. Maak de verpakking(en) per meubel open en sorteer de onderdelen. In de verpakking vindt u:

Productinfo paneelwanden Sonata T110 en T90

Montagehandleiding MonoPlus

Offerte. De Groene Ambassade Haarlem. Offertenummer: OF IJmuiden, Betreft: Offerte Erker(s) Geachte heer en/of mevrouw,

Instructies bij het plaatsen van stalen CAST-PMR ramen

Stop tocht. 33 manieren om gemakkelijk te isoleren tegen tocht

Onderhoud Adviezen Dubbelglas- systemen 2011

Buitenkozijnen Thema 3

Handleiding. HMB 4-seizoenen pui Samenstelling & montage

Berdo, stalen montagekozijnen, opdek, RL (zonder bovenlicht t.b.v. spiegelstuk)

Bedrag Puntnr Omschrijving Meer Minder

van dik hout zagen wij planken

Koperskeuzelijst. Werknummer : 861D. : Twee-onder-een-kapwoning - Lombardier. Woningtype

Basiskeuzelijst meer- en minderwerk

Montagehandleiding voor vrijhangend ondermeubel Type: wandmontage voor een holle wand

MONTAGEHANDLEIDING. :metselwerk of beton

Alu ceder tuinschuurtjes

Natuurlijk scherper. Gereedschappen en gereedschapsystemen voor de hout- en kunststofbewerking

Montagehandleiding voor wasbak Oblong en Cuboid Type: wandmontage voor een metselwerk- of betonmuur

BESTEK. Ten behoeve van: INTALTHERM 77. Datum: 16 oktober 2015

PaxLock Pro - Installatiehandleiding

PRODUCTBLAD FLATTOLITE (30 minuten brandwerende utiliteitsdeur)

Verwerkingsvoorschriften BVT

KOPPENMAAT EN LAGENMAAT :

BIA Systeemwanden montage handleiding

PRODUCTBLAD PICO 6069 (60 minuten brandwerende utiliteitsdeur)

Detailboek Gevelisolatie

Montagehandleiding SANI-CAB MASTER-LINE

Uw eigen broedhok bouwt u zo

De bouw van een platform voor een 6-muurs yurt (Ø 6,7 meter, 35 m 2 )

Handleiding Panorama schuifwand

Koperskeuzelijst. Werknummer : D0808. Woningtype : 5400

Montage-instructie. Screens. V599 Ritz V599R Ritz V599 Ritz XL

MONTAGE HANDLEIDING ROLLUIK

Alkreflex 2L-2. In de spouw. innovation in insulation. Algemeen. Verwerking / bestekomschrijving

Woningtype Populieren Nieuwbouw Uitweg

Koperskeuzelijst : 6DW0820. Werknummer Projectomschrijving Woningtype. : Freesia (Eengezinswoning)

NL. ClimaRad Sensa V2X Installatiehandleiding

Transcriptie:

Binnenkozijnen Thema 3 Houten binnendeurkozijnen en deuren Inleiding Om ruimten onderling met elkaar te verbinden brengt men openingen in de tussenwanden aan, die meestal met deuren worden afgesloten. Om het hang- en sluitwerk van de deuren gemakkelijk te kunnen aanbrengen en om een betere aansluiting te verkrijgen plaatst men de deuren in een randwerk van hout of staal. Men noemt dit randwerk een binnendeurkozijn. Het streven om zoveel mogelijk werkzaamheden van de bouwplaats naar de fabriek te verplaatsen heeft geleid tot het zogenaamde montagekozijn. Men spaart met behulp van een stelkozijn een opening in de muur uit, waarin men, na het afschilderen van de woning, het definitieve kozijn compleet met afgehangen en afgewerkte deur monteert. Onderdelen van het kozijn Een eenvoudig binnendeurkozijn bestaat bij plaatsing op een houten vloer uit twee stijlen, een bovendorpel, een steldorpel en een stofdorpel (zie figuur 2). Bij een deurkozijn loopt de bovendorpel altijd door om eventuele belastingen die op de dorpel kunnen komen over te brengen op de borsten van de stijlen. In de stijlen en de bovendorpel zit een sponning waarin de deur aanslag vindt. Deze sponning freest men iets breder uit dan de deurdikte om een verkenning te maken (zie figuur 3). Het doel van de verkenning is dat de deur altijd binnen het vlak van het kozijn valt, ook wanneer de deur krom trekt. Een deur die voor een deel van de hoogte voor een kozijn uitsteekt staat lelijk. In de bouwkunde geldt een grondregel die luidt: Gelijk is ongelijk. Dat wil zeggen, wanneer men vandaag iets uitvoert dat mooi gelijk afgewerkt en vlak is, dat na enkele maanden door werking van het materiaal ongelijk kan zitten. Daarom maakt men heel veel aansluitingen van bouwonderdelen met opzet ongelijk maar wel op een rechte, strakke manier. 1

2 Binnendeurkozijn 3 Verkenning 2

De steldorpel dient om de beide stijlen aan de onderzijde te koppelen en om het kozijn op de balklaag of de muur op de juiste hoogte te kunnen stellen (zie figuur 4). De houten stofdorpel, meestal van gelijke breedte als de stijlen, komt op de steldorpel. De functies van de stofdorpel zijn: 4a Positie van steldorpel en stofdorpel van hout 3

4b Aansluiting van steldorpel en houten stofdorpel met een houten vloer 1. het stof van de ene ruimte niet in de andere ruimte te laten komen; 2. de naad tussen de steldorpel en de vloer af te dekken; 3. verschillende soorten vloerbedekkingen te scheiden; 4. de deur vrij te laten draaien van de vloer. Wanneer één of beide aansluitende vloeren van steenachtig materiaal zijn, maakt men de stofdorpel vaak van steen (zie figuur 5). Hiervoor kiest men meestal de natuursteensoort hardsteen. De steldorpel wordt dan weggelaten, omdat de stofdorpel onder de stijlen door gaat, zodat schrobwater niet aan de houten stijlen komt. De kozijnstijlen houdt men tijdelijk met koppellatten op onderlinge afstand. 4

5 Aansluiting van een stenen stofdorpel met een stenen vloer Indien de kozijnstijlen op de stofdorpel doordrukken, kan deze bol gaan staan en in het midden scheuren. Daarom laat men de stijlen vaak doorlopen en maakt men het onderste gedeelte ook van natuursteen; deze noemt men neuten (zie figuur 6). Om het verschuiven van de houten kozijnstijl ten opzichte van de stenen neut te voorkomen worden stalen doken (pennen) in de kozijnstijlen aangebracht. In de neuten zitten twee iets grotere gaten dan de dookafmetingen. Door in de gaten plastische cementspecie of kit te doen en vervolgens de neut met wiggen tegen de stijlen te klemmen, ontstaat een vaste verbinding. Om de druk van hout naar natuursteen gelijkmatig te verdelen brengt men een strook stellood aan. 5

6 Hardstenen stofdorpel tussen de neuten Na verharding van de verbinding haalt men de wiggen onder de neuten vandaan en kauwt (drukt) de stelruimte met cementspecie aan. De stofdorpel ligt nu tussen de neuten in, waardoor geen gevaar van kapotdrukken door de stijlen ontstaat en vervanging vrij makkelijk kan geschieden. Om de platstukken niet door te laten lopen tot op de stenen vloer past men neuten toe met basementen. Vanwege het principe van gelijk = ongelijk krijgen de platstukken een verkenning van ca. 4 mm in aansluiting met de basementen (zie figuur 7). 6

7 Neut met basement In gebouwen waar mensen wonen die slecht ter been zijn of waar men makkelijk met bedden en rolstoelen rond moet kunnen rijden, plaatst men uiteraard geen stofdorpels. Om openbare gebouwen (gemeentehuizen, bibliotheken, zwembaden, scholen enz.) beter toegankelijk te maken voor invaliden laat men de stofdorpels weg. In vele nieuwe woningen en zeker in bejaardenwoningen, seniorenwoningen, ziekenhuizen en openbare gebouwen komen meestal geen dorpels meer voor. Als verbindingsmethode tussen de stijlen en de bovendorpel kan men kiezen uit vier mogelijkheden: 1. Enkele pen-en-gatverbinding (figuur 8) waarbij de borst aan de sponningkant toesteek krijgt ter diepte van de sponning. De sponning wordt door de pen heengefreesd, waardoor deze ter diepte van de sponning wordt gemenageerd (verminderd). In het gat in de bovendorpel wordt ook de diepte van de sponning vanuit de dagmaat gemenageerd. 7

8 Enkele pen-en-gatverbinding 2. Dubbele pen-en-gatverbinding (zie figuur 9). 9a Dubbelepen-en-gatverbinding 8

4. Deuvelverbinding (zie figuur 10). 10 Deuvelverbindingen 5. Enkele pen-en-deuvelverbinding (zie figuur 17). De onderhoekverbinding tussen een binnendeurkozijn en een houten stofdorpel kan op twee manieren gebeuren (zie figuur 11a, b). 9

11a De verbinding valt, van bovenaf gezien, niet op 10

11b De stofdorpel wordt tussen de stijlen gecontramald Muuraansluitingen van een binnendeurkozijn De houtbreedte van binnendeurkozijnen wordt aangepast aan de muurdikte plus de dikte van het stucadoorwerk aan weerszijden of aan één zijde. In de normbladen staan tabellen met houtmaten voor diverse houtsoorten. Is uit zo n tabel een ruwe houtmaat van 75 mm 125 mm gekozen, dan levert dit een geschaafde of detailmaat op van minimaal 67 mm 114 mm. In de kozijnstijlen freest men over de gehele stijllengte een kalksponning, ook wel kloostersponning genoemd. Het doel van deze kalksponning is een doorgaande naad te voorkomen en een goede verbinding tussen hout en steenachtig materiaal te verkrijgen. De afmeting van de kalksponning is 8 mm diep en ca. 65 mm breed, afhankelijk van de freesbeitels die de aannemer gebruikt. Tijdens het metselen van de binnenmuren vult men deze sponning met metselmortel (zie figuur 12). 11

12 Toepassing kalksponning De bovendorpel krijgt geen kalksponning, en wel om de volgende redenen: 1. De stenen zouden dan minder steun krijgen. 2. Het zou een onnodige verzwakking geven. 3. Het vocht uit het opgaande metselwerk zou in de sponning blijven staan. Om het bovenliggende metselwerk te ontlasten van de bovendorpel van het kozijn kan men: 1. een rollaag boven het kozijn metselen; 2. een staltonlatei boven het kozijn leggen (zie figuur 13); 12

13 Ontlasting van de bovendorpel 3. 3 gewapend metselwerk maken door enkele staven betonstaal in de lintvoegen op te nemen. Per kozijnstijl worden ten minste drie kozijnankers toegepast: één op 150 200 mm van zowel de onder- als bovenkant en één in het midden (zie figuur 14). Deze kozijnankers draait men tijdens het metselen in de kozijnstijlen op lintvoeghoogte. 13

14 Toepassing kozijnanker De naad die tussen de kozijnstijlen en de bovendorpel met het stukadoorswerk ontstaat, wordt afgedekt met een deurlijst, platstuk of koplat (zie figuur 13). De ontmoeting van de platstukken in de hoeken voert men uit in een zuiver verstek (dit is een hoek van 45 ) en koud tegen elkaar. Kozijnafmetingen De breedte- en hoogtematen van binnendeurkozijnen worden niet willekeurig gekozen. Het Bouwbesluit heeft de vrije doorgangen in woningen vastgesteld op 850 mm breedte en 2300 mm hoogte. Dit zijn tevens de minimum dagmaten voor binnendeurkozijnen (zie figuur 1). Om een kozijn in het werk te kunnen stellen moet de stelmaat op de tekening ingevuld worden. Bij vuil metselwerk dat gestukadoord moet worden is de stelmaat a (zie figuur 15) nergens aan gebonden. Maar bij schoon metselwerk is de stelmaat b (zie figuur 15) gelijk aan een aantal koppenmaten. 15 Stelmaten Het stellen van een binnendeurkozijn Binnendeurkozijnen komen altijd in het vlak van een binnenmuur te staan. Daarom zet men eerst de maten van de binnenmuren uit door in de hoeken en kruisingen van binnenspouwmuren en binnenmuren profielen te stellen(zie figuur 16). Hierbij wordt 14

dan door de bouwtimmerman (stelleur) gebruik gemaakt van het begane-grondplan op schaal 1:20, ook wel werktekening genoemd. Op de hoekprofielen van het gebouw wordt de hoogtemaat peil (de bovenkant van de begane-grondvloer) vanaf de bouwplanken overgehaald. Vanaf de maatpeil zet men een meter omhoog uit, meterpeil MP genoemd, omdat dit een prettiger hoogte is waarbij men minder hoeft te bukken. Om het binnendeurkozijn te kunnen stellen zal de stelleur drie maten dienen te weten: 16 Gestelde profielen en binnendeurkozijnen 1. de stelmaat (zie figuur 15); 2. de meterpeilmaat van het kozijn; 3. de plaats van de voorkant van het kozijn ten opzichte van de muur. Daarnaast dient gelet te worden op de draairichting van de deur. Ongeveer in het midden van het deurkozijn maakt men met behulp van haarspelden en wiggen een badding vast aan de betonvloer. Als men vanaf de buitenzijde van het profiel de stelmaat heeft uitgezet, maakt men de onderste koppellat vast (zie figuur 17). Dan wordt het kozijn op afstand van de onderste draad gesteld en met schoren aan de badding bevestigd. Wanneer de dagkant* van de stijl met behulp van een schietlood of timmermanswaterpas te lood is gesteld en het kozijn op MeterPeilhoogte is gewigd, maakt men de bovenste koppellat vast. Ten slotte stelt men de voorkanten van de stijlen te lood en brengt de schoren aan. * De dagkanten zijn de binnenkanten van stijlen en dorpels. 15

17 Het stellen van een binnendeurkozijn De meterpeil-hoogte van binnendeurkozijnen vindt men door bij een kozijn met steldorpel (figuur 4b) een meter uit te zetten vanaf de bovenkant van de steldorpel. Bij stenen vloeren past men geen steldorpel toe maar alleen een stofdorpel die bijvoorbeeld 25 mm boven de vloer ligt (zie figuur 5). Als de stijlen op de stofdorpel staan meet men dus 975 mm vanaf de onderkant van de stijlen om de meterpeilhoogte te bepalen. De kozijnankers worden meestal pas in de stijlen gedraaid wanneer de metselaar de desbetreffende hoogte is genaderd, zodat deze ankers ook precies op lintvoeg-hoogte zitten. Draairichting van deuren Volgens NEN 270 Draairichting van deuren, ramen en luiken is een deur linksom sluitend als deze in de plattegrond gezien bij het sluiten tegen de wijzers van de klok in draait (zie figuur 18). Zo draait een rechtsom sluitende deur met de wijzers van de klok mee. De aanduiding van linksom en rechtsom sluitend is ook van belang bij het bestellen van het benodigde hang- en sluitwerk. Bij het afhangen en sluitend maken van deuren en ramen houdt men dan ook rekening met deze genormaliseerde afspraken. 16

18 Draairichtingen van deuren De positionering van binnendeurkozijnen wordt zorgvuldig gekozen door architect en opdrachtgever. Daarbij wordt rekening gehouden met de plaats van meubels, de lichtinval, veiligheid, overzicht en met een vlotte doorgang voor personen en goederen. Voor een elektricien dient de draairichting van de deuren ook bekend te zijn omdat hij de lichtschakelaars altijd plaatst aan de sluitkant van de deuren. Dit doet men om bij het binnenkomen in een donker vertrek meteen de schakelaar nabij de deurstijl te vinden. Bij het verlaten van een vertrek doet men het licht uit en maakt de deur dicht en hoeft men niet om de hele deur heen te lopen. Soorten binnendeuren Hoofdtypen De hoofdtypen van binnendeuren zijn: de paneeldeur, de vlakke deur en de glasdeur. Paneeldeuren Paneeldeuren bevatten middengedeelten die vrij in een groef kunnen bewegen. Het middengedeelte dat paneel heet kan van verschillende materialen zijn gemaakt zoals 8 mm, 10 mm of 12 mm dik triplex of massief hout (zie figuur 19). 17

19 Vooraanzicht van een paneeldeur De massief houten panelen worden vaak met een of twee schuine kanten (bossingen) uitgevoerd. Het overblijvende vlakke gedeelte noemen we het kussen. Voor de opsluiting van het paneel in de stijl (zie figuur 20). 18

20 Opsluiting paneel in stijl van een bossingdeur Vlakke deuren Vlakke deuren bestaan uit een houten randwerk dat op de plaats van het slot verbreed is met klossen (zie figuur 21). Tussen het randwerk worden vullingen aangebracht van karton in de vorm van een honingraat (raatvulling), geperste houtvezelplaten of lattenvulling (zie figuur 21). 21 Vlakke deur, opbouw De dekplaten kunnen van triplex of hardboard gemaakt zijn. Deze vlakke deuren worden al gegrond en voorgelakt op de bouw geleverd zodat na het afhangen alleen nog maar afgelakt behoeft te worden. Triplex deuren kunnen in edelfineerdeklaag geleverd worden, bijvoorbeeld in eiken, essen, teak of limba. De afwerking van deze deuren gebeurt met blanke lak waarbij de houtnerf (tekening) in het zicht blijft. Glasdeuren Glasdeuren worden in bepaalde vertrekken toegepast als lichttoetreding nodig is, maar ook voor het fraaie aanzien. Om lichttoetreding in vertrekken te regelen past men ook wel binnendeurkozijnen toe met zogenaamd bovenlicht. Dit is een 19

binnendeurkozijn dat meestal reikt van vloer tot plafond, waarbij men boven de deur een glasopening maakt. Het glasoppervlak kan door houten regels, roeden genaamd, in kleinere delen worden opgedeeld (fig. 22a). Op de plaatsen waar de roeden elkaar kruisen, wordt meestal een halfhoutse overkeping toegepast (zie figuur 22b). 22a Glasdeur met roeden 22b Roedeverbinding, overkruising Vlakke deuren en paneeldeuren kunnen ook met een glasopening worden uitgevoerd. Speciale deuren Er zijn ook nog speciale deuren leverbaar, zoals brandwerende deuren, geluidisolerende deuren, stralingwerende deuren en kogelwerende deuren. Brandwerende deuren Brandwerende deuren van bijvoorbeeld 60 minuten brandwerendheid, maken het noodzakelijk meer aandacht te besteden aan de deurconstructie zelf én aan de 20

afdichting van de kieren en naden. Niet alleen om vuur, maar ook om rook langer buiten de deur te houden. Voor de samenstelling van de deur worden minder-brandbare materialen, zoals minerale vezelplaten en minerale wolplaten toegepast. In het randhout brengt men stroken materiaal aan die opschuimen bij verhitting (zie figuur 23). 23 Brandwerende voorzieningen in de deur Brandwerende deuren dienen soms ook nog van een zelfsluitend mechanisme te worden voorzien. Deuren van brandcompartimenten dienen brandwerend te zijn. Geluidisolerende deuren Geluidisolerende deuren maakt men door massa als deurvulling te kiezen, bijvoorbeeld zware spaanplaten. Een optimale kierdichting is verder van groot belang en kan met rubber of zachte kunststof strips gebeuren (zie figuur 24). Ook borstels of strippen aan de onderzijde van de deur kunnen enige geluidwering geven (zie figuur 25). 21

24 Mogelijke geluidafdichting in de stijl 25 Mogelijke geluidaf-dichtingen aan de onderzijde van de deur 22

Deze deuren past men toe in kantoren, hotels, artsenpraktijken, ziekenhuizen enz. Stralingwerende deuren Stralingwerende deuren vinden toepassing in röntgenkamers. De deuren voorziet men van loodplaten van 0,5 3 mm dik, afhankelijk van het stralingsgevaar. Kogelwerende deuren Kogelwerende deuren worden van een of meer staalplaten voorzien. Toepassing van deze deuren vindt plaats in bankgebouwen, politiebureaus, winkels en kluizen. In houten binnendeurkozijnen past men nog veelal stompe deuren toe. Dit wil zeggen dat de deurdikte geheel in de kozijnsponning valt (zie figuur 2). Het afhangen van binnendeuren Voordat met het passchaven van de binnendeur wordt begonnen plaatst men op de deur soms een merkteken, bijvoorbeeld VB = voor boven (zie figuur 26). 26 Gemerkte en pasgeschaafde binnendeur De sluitkant wordt eerst pasgeschaafd, zodat het ingefreesde slot niet nog eens verdiept behoeft te worden. Tijdens het schaven van de deur gebruikt men een zogenaamde deurslede (zie figuur 27). De hangkant wordt iets schuin (naar achteren vanuit de voorkant van de deur) geschaafd waardoor de deur niet knelt met dichtgaan. Aan de sluitkant maakt men de deur nog iets meer schuin, dit noemt men arm schaven; hierdoor draait de deur vrij in de sponning. 27a Toepassing deurslede 23

27b Passchaven deur met de elektrische handschaafmachine Men tekent vaak met behulp van een mal de plaatsen van de scharnieren in de kozijnstijlen af en freest ze uit of kapt ze uit met behulp van een steekbeitel. Om de deur vrij te laten draaien ten opzichte van de dieptemaat (har) van de sponning plaatst men de scharnieren in de deur 1 1 1 2 minder ver vanaf de achterzijde van de deur (zie figuur 28). Als laatste wordt de sluitplaat of slotkast in het kozijn op maat afgetekend, uitgehakt en vastgeschroefd (zie figuur 29a c). 28 De plaats van een scharnier 24

29a Het aftekenen van de dagschoot 1 en de nachtschoot 2 op de stijl 29b Het omslaan van het blad van de sluitplaat, waardoor de dagschoot gemakkelijk in de opening valt 25

29c Slot met sluitplaat Houten montage-binnendeurkozijnen Het plaatsen van montagekozijnen gebeurt in de laatste bouwfase, waardoor beschadiging nagenoeg uitgesloten is. Door de uitgekiende manier van monteren wordt in de praktijk een aanzienlijke kostenbesparing bereikt. Het basisprincipe is een universele houtdoorsnede die zowel voor de stijlen als voor de bovendorpel geschikt is (zie figuur 30). Andere varianten van stijlaansluitingen staan in figuur 31. 26

30 Basisprincipe van een montagekozijn 31 Varianten van stijlaansluitingen van houten montagekozijnen 27

De bevestiging van de stijlen gebeurt met kunststof afstandhouders, lange schroeven, pluggen en afdekdopjes (zie figuur 32). De bovendorpel kan vast tegen de gespaarde opening of het plafond worden geschroefd (zie figuur 44). Om de aansluitnaden stofdicht, maar vooral geluidwerend te dichten, kan men kunststof cellenband aanbrengen. 32 Bevestiging stijl 28

33 Bovendorpel en stofdorpel schroeft men vast 29